GEMENGD NIEUWS. Op zoek naar schatten. Voor vier jaar heeft men een land bouwer van Sardy, in Tarn et Garenne (Frankrijk), wijs gemaakt, dat in zijn huis schatten verborgen lagen, De man, eerst zeer ongeloovig, ein digde toch met zich te laten beetne men door een zeer ernstig uitziend heer en een zoogenaamde tooverheks. Met allerlei kunstgrepen, het laten ontdekken van kleine hoopjes goud, enz wist men den boer de zaak als ernstig te doen beschouwen en, onder voorwend sel de geesten, die de schatten verbor gen hielden, tevreden te stellen, deed men hem herhaaldelijk verschillende sommen betalen. Eindelijk toonde men hem in een half verlichte kamer een oude kast vol open zakken die met goudstukken ge vuld schenen. Men mocht er echter niet aanraken op doodstraf, omdat het eerst door het gebed moest gezuiverd worden. De dochter van Pellegry, den boer, was echter haar nieuwsgierigheid geen meester; zij opende de kast en vond er niets dan zand met bovenop eenige goud stukken in karton Pellegry diende een aanklacht in, maar de bedriegers hadden hem in vier jaren tijd 21.000 fancs weten af te trogge len. De sigarenpuntjes-in- dustrie. Deze industrie wordt in Duitschland op eene merkwaardige wijze gedreven. Er bestaat een bloeiende vereeniging, welker leden tot de hoogste kringen behooren. Zij draagt den naam van Cigarren- A bschnit t-Sam mier-V erein. Gij zijt in een café, in de club, het doet er niet toe waargij haalt een sigaar te voorschijn en wilt er het puntje afbijten of afsnijden haltdaar komt een net heer naar u toe. Hij grijpt zeer beleeft uw sigaar en knipt er het puntje af, met een klein instrumentje, daarna doet hij het in een nikkelen doosje, laat dat in zijn vestzakje glij den, geeft u de sigaar weer terug, groet heel beleefd en weg is de siga- renpuntjesverzamelaar. Deze, op de manier buitgemaakte sigarenpuntjes, worden naar het hoofd-bestuur der ver eeniging, gezeteld te Lahr in Baden, opgezonden, waar zij in baaltjes van 50 kilo worden verpakt en aan de snuiffabrieken verkocht. De opbrengst, die vrij aanzienlijk is, daar deze nijver heid in geheel Duitschland wordt gedre ven, wordt geschonken aan inrichtin gen van liefdadigheid, in het bijzonder aan weesinrichtingen. Het eenige te Saarbrüc- ken opgestelde automatische toestel, dat chocolaad-tabletten leverde, is op last der politie verwijderd moeten wor den omdat waarzeggerij strafbaar gesteld wordt. De zaak is, dat men het muntstuk in de sleuf werpt, behalve de chocolade nog een plaatje voor den dag komt met de volgende voorspelling: „Aan huwlijksgeluk wilt ge nog nietgelooven Maar als uw hart ontvlamt, wis zult gij u verloven." Charles Richet heeft, zegt men, een serum tegen kanker ge vonden. Twee lijders aan die ziekte zijn genezen door zijn behandeling. naar. De aangebedene behoort alleen hem toe.Yoor niemand anders bestaat ze dan voor hem. Geen lach noch lonk,ja blik noch woord, mag ze voor een ander over hebben. Doet ze het, dan is ze eene afvallige, eene meineedige, die haar minnaar ver raadt en eene dolzinnige woordenvloed is haar deel. Als dan straks het berouw over zijne misplaatste handelwijze volgt, ja dan wordt de vrede wel schijnbaar hersteld, maar de oprechte toewijding is beiderzijds verbroken. 't Kan Rusland natuurlijk niet anders, dan hoogst onaangenaam zijn, steeds door de Fransche pers in al zijne handeling ge- critiseerd te worden- Als zelfstandige staat en groote mo gendheid heeft het grootere belangen, dan steeds aan het chauvinisme van Frank rijk te denken, 't Zou zeker wel eene slimme politieke zet van Duitschland zijn, indien het door zijn samengaan met Rus land in de Oost-Aziatische kwestie, eene verwijdering tusschen Rusland en Frank rijk tot stand kon brengen. In Rusland is men hoogehjk ingenomen met den steun van Duitschland. Men steekt dit volstrekt niet onder stoelen en banken. Niet alleen, zegt men daar, heeft Duitsch land door zijne houding de algemeene vrede een grooten dienst bewezen, maar tevens heeft het ook de politieke betrek kingen tusschen Duitschland en Rusland zeer verbeterd. De Hamburger Nachrich- ten, een blad dat door vorst Bismark geïnspireerd wordt, vat de beteekenis van de vriendschappelijke verhouding tusschen Duitschland en Rusland in 't kort aldus samen: „De laatste overblijfselen van wantrouwen, die in St. Petersburg tegenBerlijn gekoes terd werden wegens de werkelijke of ge meende begunstiging van Engeland,zuilen- verdwijnen en Duitschlands belangen zeer ten goede komen." Engeland zal gedwongen worden, in de overzeesche kwesties een toontje lager aan te slaan. Ook andere natiën zullen daarvan profiteeren. In de derde plaats zal de Fransche revanch-partij zich wel tweemaal bezinnen om een algemeenen oorlog uit te lokken. En welke houding neemt JAPAN aan bij den dwang, op haar uitgeoefend Fier op zijn overwinning verzet het zich be slist tegen de inmenging der Europeesche Staten. Leger en vloot worden versterkt, vestingen en forten in staat van verde diging gebracht en door den algemeenen volksgeest gesteund, gelooft men, dat het zelfs in staat zou zijn, zich gewapend tegen den inbreuk van zijn verkregen rechten te verdedigen. Verkregen rechten, zeggen wij,want he den wordt bericht, dat de Keizer van China het vredesverdrag heeft onderteekend. Een ingewikkelde geschiedenis voorze ker. Hier een land, dat zich met zijnen vijand verzoent, de gestelde voorwaarden aanneemt, daar een coalitie die voor de overwonnenne in de bres springt en billij ke voorwaarden vraagt. Ten slotte misschien een verbond tus schen de twistende tegen hen die zich met hunne zaken dachten te bemoeien. 't Is altijd gevaarlijk om zich met de huiselijke aangelegenheden van andere te bemoeien. Dat ondervindt thans ook de pauselijke vertegen woordiger in HON GARIJE. De godsdienstwetten zijn daar nog steeds aan de orde. Nu het bur gerlijk huwelijk met zijn aanhang is aan- der lieide Maar bet is de eeuige we<», Cbarly voor een gvheelen ondergang te be schermen voor ons kind den vader te behouden." .God helpe u en sta u bij, Else Bij kan u ook wel weder lief krijgen.11 „Neen AnniSlechts een wettige band houdt Cbarly en mij verbonden. Ik sou mij zelve moeten verachten, wanneer ik weder dien man zou kunnen liefhebben, das wan neer ik mij zou gaan gelijkstellen aan den man, die rog heeft weggeworpen, geminacht, prijsgegeven en behandeld als een veile deern. „Maar sterk genoeg tal ik zijn, om nie mand te laten bemerken wat gij alleen weet en weten moogt." „Nooit tal daarvan een woord over mijne lippen komen. „Dat weet ik! Ik tal slechts beproeven m|jn doel te bereiken. Ik heb Cbarly ge schreven, dat ik niets van hem verlang, dan de uiterlijke beleefdheid, ter wille van Pia. Ik hoop, dat hij wel opgevoed genoeg tal zijn, om zich daarnaar te kunnen gedragen, en wanneer de nood mij dwingt, zal ik hem zijn plaats, die bij in te nemen heeft, aantoonen." „En wanneer het n te zwaar mocht wor den, dan weet ge waar nwo vriendin woont, waar alles steeds voor u gereed zal zjjn I Doch daar komt mijn man.' Met bedaarde schreden trad de ritmeester het salon binnen. ,,Ha, dat verheugt mij mevrouw, dat ik n nog aantref gisteren vertelde mij uw man dat ge vanavond zoudt vertrek ken" „Van mijn man?" vroeg Else verwon derd. „Zeker. Ik trof hem in de Kruisstraat, op weg naar de club. Hg scheen zeer ge haast te ïjjn." Doodsbleek was de jonge vrouw ge worden, terwijl hare vriendin haar vragend aantag. „Bij mij bij zijn kind, is hg niet geweest," antwoordde tij zacht Toen Else afscheid genomen had, viel Anni baar man om den bals. „God zij dank, dat ik zoo'n lievm en verstandigen, ouden man heb,'', riep zij uit, en lacherd antwoordde hij: Dat beeft u reeds vroeger reden tot blijdschap gegeven. Overigens zijn ook niet alle jonge mannen zoo als deze Rawlay. Die genomen, strijdt men nog voor de vrijheid van den godsdienst en de erkenning van den Joodschen eeredienst,beiden natuurlijk een doorn in het oog van de ultra clericalen. Nu heeft de nuntius, msgr. Agliardi ge meend, zich tegen deze wetten te moe ten verzetten. In verschillenden steden heeft hij het optreden van den minister president baron Banffy, „den Zevenbur- schen Calvinist" scherp gehekeld. In het huis der afgevaardigden heeft nu de minister verklaard, dat de nun tius de bevoegdheid als vertegenwoor diger eener vreemde mogendheid heeft overschreden. Ernstige gevolgen kun nen deze gebeurtenis na zich sleepen. Waarschijnlijk eischt de regeering de terugroeping van den nuntius. Een der toongevende bladen verklaart zelfs „Het Katholieke Hongarije wenscht in zijn binnen-landsch bestuur niet onder de voogdijschap van Rome te staan. Eer wordt geheel Hongarije protestantsch." Zoo gaat het, wanneer men zich met de zaken van anderen bemoeit. Ken egoist. Haar eenvoud bekoorde hem en zij be wonderde den ouderen man, die haar als 't ware van de schoolbanken had geno- meD. Hij huwde haar en na zes heerlijke weken in Normandië doorgebracht te heb ben, gingen zij naar de stad, waar hij haar een mooi huis gaf met tal van be dienden. En in verloop van tijd kwamen er vrienden en kennisseo. kwam er'n einde aan haar geluk. Hamilton Vyse was ter oore gekomen, dit een vrouw, wier opinie hij zeer waar deerde, er zich over verwonderde, wat hem toch in het linksche schoolmeisje had aan getrokken. En men fluisterde dat zij geld had. Hamilton lachte er over, maar toch had er eene verandering in hem plaats. Hij begon zijne vrouw als een vreemde te behandelen. Eindelijk stond het bij hem vast, dat zijn huwelijk een misstap, een fout was, de grootste, die hij in zijn leven begaan had. In het eerst begreep ze niet, tot welke slotsom hij gekomen was, maar toen hij haar ten laatste be kende, dat hij hare verlegenheid voor dom heid hield en dat haar eenvoud hem woe dend maakte, ging zij gebukt onder zijn orarngenaam karakter; wetende, dat hij elk harer bewegingen gadesloeg, werd ze meer verlegen en steeds stiller. Eindelijk ging hij haar verwijten en be gon ze te schreien. Toen stierf het laat ste sprankje liefde in hem voor haar weg, want hij haatte schreiende vrouwen. Een jaar duurde dit zoo voort en toen hun kind gestorven was, zeide ^hij tot haar, wat ze reeds lang wist, dat ze niet bij elkander pasten en hij stelde een wettige scheiding voor. Hij zou haar onderhou den eu zij kon weer naar hare grootmoe der terag gaan. Ze weigerde zijn geld. Ze bezat genoeg van zichzelf om te le ven, maar stemde zonder aarzeling toe. Hij verheugde zich in het vooruitzicht van zijn vrijheid en nadat zij een en ander overeengekomen waren, scheidden zij heel vriendschappelijk. Hij drukte z-lfs een kus op de koude, bleeke wang en wensch- te in zichzelf, dat de scheiding niet zoo koel geweest ware. ontbreekt een ferme tucht, een verstandige op- vooding en dat laat tich Dooit goed maken. Het zal een verschrikkelijk leven worden voor die arme Else, die ik oprecht be klaag en tegelijkertijd bewonder en huldig in hare ware boog-hartigheid en kracht die arme, eehoone, rijke vrouw. Sedert weinige dagen had Else hare wo ning in bet provinciestadje betrokken. Het was een kleine villa, omgeven door een sier lijk aangelegden tuin, een stil en vriendelijk thuis. Else was opgetogen over haar hnis en was graat Deskow dankbaar dat hij het Rawly zoozeer had aangeraden. De graaf had als oude bekende van mevrouw van Pa penburg dadelijk zijn opwachting gemaakt bij Else. Heden was hij voor de eerste maal de gast aan Else's theetarel en men kon het zijn frissche mannelijke trekken aanzien, hoe tevreden en blijde hg zich gevoelde. „Hier gevoel ik mjj bij mijns gelijken," fluisterde hij de jonge huisvrouw toe en ver volgens verzocht hij: „o, mevrouw verraad deze ontboezeming niet aan anderen. Gij laadt mij anders al de ODgenade op het boofd van baar en hen die ons gelijken zijnlwillen.' Reeds op dien avood had de overste zich zoo geamuseerd en gevoelde hij zich zoo opgetogen over zijn nieuwe vriendin, dat hij thuisgekomen, in zijn dagboek, en daar was hg trots op, schreef: „Heden op de thee geweest bg de familie Rawaly. Prachtige, schooDe vrouw, talent en geest, karakter en goede opvoeding, edel hart en verstand, waar men het oog ook slaat, uit alles spreekt haar edel wezen. Het is mg in mijn binnenste, of ik daar troost zal vinden en zoeken moet in mijne verban ning." Doch de overste bleef niet de eenigste bewonderaar en weldra begon bet tot de zeldzaamheden te bebooren, alleen aan Else's theetafel de genoodigde te zijn. Else vond in luitenant Altenkamp een voortreffelijk voorlezer, luitenant von Kra- vrarn was een zeer gezellig prater en in luitenant Oderberg leerde zij zijne scherpe opmerkingsgaven bewonderen en waardeeren. Minder gelukkig wasElae bij de dames vanhaar stand. Men hield baar voor en verklaarde baar hoogmoedig, verwaand, te geleerd en coquet en zij begrepen da beeren niet, vooral den overste niet, dat die zoo dikwyls zulk een vrouw gingen bezoekeu. Acht jaren later. Hamilton Vvse mocht trotsch zijn op zijnen letterkundigen smaak. Voor de derde maal was bij bezig een roman te herlezen Het was een werk van de nieuwe schrijf ster onder pseudoniem van Oiive Orme rodd. Het geheel boeide hem zóó, d»t hij er ten laatste toe overging den auteur zijne bewondsring te kennen te geven. Zijn brief adresseerde hij aan den uitgever. Na eenigen tijd ontving hij een briefje nit Falatial Mansions, onderteekend door Olive Otmerodd, waarin ze hem haren dank overbracht. Een groot verlangen, haar persoonlijk te leeren kennen, maakte zich van hem meester. Eindelijk vroeg hij, haar te mogen komen bezoeken. Hij vreesde een weigerend antwoord te bekomen, doch was overgelukkig, toen ze met enkele woorden toestemming gaf, den eerstvolgen- den Donderdag te komen. Met zorg had hij zich gekleed en zag er werkelijk bizonder goed uit, toen hij den bedoelden dag bij de schrijfster werd toe gelaten. Een geur van bloemen kwam hem tegemoet. Bij het venster, met den rug naar hem toe, zat een jonge vrouw, die bij zijn binnentreden langzam opstond en hem met uitgestrekte hand en een glim lach om de lippen tegemoet kwam. Hoe gaat het o, mijnheer Vyse? zei ze op volmaakt kalmen toon. Goede God, Dora, zei hij. -— Miss Orinerodd, als gij er niet op te gen hebt, verbeterde ze kalm. Ge waart zoo verlangend mij te ontmoeten, dat ik het wreed vond u teleur te stellen. Gaat u niet zitten? Die stoel bij het venster kan ik u recommandeeren; als ik mij goed herinner gaaft ge de voorkeur aan een hooge leu- ning. Wat was ze veranderd! Op het oogen- blik kon hij san niets anders denken. Al les wat gebleven was van de vrouw, die hij huwde, was haar gelaat en hare stem. En zelfs haar gelaat was in zijne oogen niet hetzelfde. Ze voldeed geheel aan de verwachting, die hij van miss Ormerodd had; bevallig, verstandig, welopgevoed en vol zelfbeheer- sching. En in Olive Olmerodd zou hij zijn vrouw weervinden? Hij bloosde en drukte hare hand. Ik kan niet zeggen, hoe dankbaar ik u ben, zeide hij. Mijn bewondering voor, mijn belangstelling in Olive Ormerodd zou drievoudig vermetrderd zijn, had ik kunnen vermoeden, wie zij was. Ik u mag zeg gen, dat ik trotsch op mijn vrouw ben? Zoo ge wilt, zei ze. Een kopje thee? Hij ging zitten. Had het toeval hen on- del andere omstandigheden samengebracht en was zij dezelfde van vroeger gebleven, on getwijfeld zou ze zijn bewondering, hoewel in minder mate, hebber, opgewekt. Thans was het niet alleen bare persoonlijkheid, het was het groote bewustzijn, dat ze Oli ve Ormerodd was. Hoe zijt ge er toe gekomen om te gaan schrijven vroeg hij. Ik had er behoefte aan. En woont ge alleen Neeo, met een dame van gezel schap. Voelt ge u soms niet eenzaam Integendeel,zei ze, ik ben heel tevredeu. Ik ben tot de slotsom gekomen,dat, hoe min der men lief heeft, des gelukkiger men is. Dus... ge hebt geen verdriet gehad Het leven van de Rawlay's zou zeer ge zellig geweest zyn als niet meer en meer de geldelgke zorgen op den voorgrond getreden waren en waarvan de druk ook Else niet bespaard werd. „Charly," zeide zij eens, schaf die equipa ge toeh af. „Niemand, zelfs je ritmeester Diet, houdt bier eigen rytuig en wanneer wij rij den willen, kunnen wy altijd bet rytuig van Graaf Deskow gebruiken." „Het gaat niet Else," antwoordde bjj;,vraag mij niet naar de reden." De reden echter was niets anders dan, crediet verkrijgen, en dat ging slecht, als men den niterlyken schijn verminderde. Slaeds drukker herhaalden zich zijn reizen naar Berlijn; voor zaken, heette het telkens. In bet begin ontving Else geen bezoek als haar man uit was. .Hebt ge zoo weinig vertronwen in nw zelf, of zijn mijne kameraden geen gentle men en is bovendien de overste geen ouden heer?" zoo sprak Rawlay en redeneerde Else's bezwaren weg en zoo kwam het dat de overste theedronk bij Else, als Rawlay nit was. De oude heer echter moest moedig kam pen met zijn jong hart. Hij streed manhaftig en wist het zelf niet. „Wie op zeven en veertig jarigen leeftijd nog geen oogenblik zijn hart van liefde heeft voelen kloppen, die zal zijn geheele leven die zoete geluiden wel moeten ontberen," zoo had hij gisteren tegen mevrouw von Markowits gesproken, toen deze hem, zooals oude dames altijd gaarne doen tegen alleen staande heeren, die de eerste jeugd reeds gepasseerd zijn, kapittelde over zgn drukken omgang met de schoone mevrouw Rawlay. En de overste had er inwendig bijgevoegd: „Een weinig zucht tot koppelen en babbe len schijnen toeh al die coquette en opper vlakkige vrouwen te bezitten, en jaist zulke wezens treden gewoonlijk op als onbarm hartig rechter over hare zustere». Zeker, de mannen ook, maar d<e beschikken niet over zulke puDtige gezegden en verdacht makingen als die vrouwen-monden,die wellicht nog even le voren van vriendschap en toewjj- ding spraken. Hij was in bet schemeruur naar Eieen- haus gegaan en trof Else met mijnheer von KrawRrn aan de pianino. Rawlay had drie dagen verlof gekregen, om naar Berlijn te kunnen gaan voor zaken. Wordt vervolgd. over den dood van ons jongetje Iu het geheel niet. Wat heeft men aan een kind De eer ste tien jaar is hij niets dan lastde twee de tien jaar kost hij veel geld en de dtrde tien jaar... trouwt hij en behandelt de vrouw, die voor hem leed, om hem ween de, als een... De meeste menschen ne men het leven veel te ernstig op. Ik ten minste dank God, dat ik nit die dwaas heid... Laat eens zien, viel ze zichzelf in de rede, een of twee klontjes, en ze zag hem vlak in het gezicht. Twee, en hij keek naar hare mooie, witte handjes. Ik had nooit gedacht je eens vreer te zien. Ik ook niet. Ongetwijfeld is het een weinig vreemd van mij, u te ontvangen, doch ik was benieowd te zien of de jaren u veranderd zouden hebben... en... als meD schrijft, krijgt men gaarne nieuwe indrukken, denkbeelden. Ik heb een boek in mijn hoofd, waarin een soortgelijke ontmoeting voorkomt en na dacht ik, als ik zelf alles eerst eens door leef dan zie... ziet ge... weet ge.-, eigenbe lang. Als 't n blieft. Zijne hand beefde, toen hij 't kopje aan nam en zijne stem was niet zoo vast als gewoonlijk. En wanneer nwe stadie compleet is, vroeg hij op zachten toon, wat dan? Wat dan? herhaalde ze ongeduldig. Mag ik een andermaal weer ko men Ik denk van neen, zei ze. Hij dronk zijn thee uit. Dus meeut ge, dat dit het eerste en het laatste bezoek geweest is Ge begrijpt mijne bedoeling volko men. Hij ontroerde, zijne handen klemden zich oin de leuning van den stoel vast. En denk ge, dat ik er in toe zal stemmen zeide hij met krachtsinspanning Dat ik je zoo gemakkelijk zal laten gaan, nu ik je eenmaal weer gevonden heb Dcra! en hij beet zich op de lippen. Do- ra, het is niet goed voor vrouwen om al leen te zijn. Waarom kout ge mij niet vergeven,... de font uit het verleden en bij mij terag komen Gij zijt niets veranderd, zei ze. En ongetwijfeld verwacht ge, dat ik u dank baar zal zijn voor de eer, die ge mij aan doet. Ge zijt bitter, zeer bitter. Zeg, was alles mijn schuld? dij' waart een kind, ix een man en ons huwelijk eene dwaasheid, eeDe fout, mijn fout, zoo ge wilt. Maar toch geen onvergefelijke. Ge kunt niet zeg gen, dat ik ooit onvriendelijk jegens je was. Neen, zet ze opgewonden. Je hebt mij nooit geslagen of gescholden; je hebt slechts een kind vau de schoolbanken ge nomen en haar hart gebroken want ze was geen vroaw van de wereld. Ge waart niet de schelm uit het melodrama, niet eens dat, krijschte ze; met verachting iu haar stem vervolgde ze; „ge waart slechts een alle- daagsche egoïst met kwade luimen, wiens liefde gelijk een zeepbelletje verdweeD, toen men u door speldenprikken het belachelijk ke va i ons huwelijk toonde. En nu nu ik de algemeene achting heb verkregen, zoudt gij mij bij u willen hebben om te kuDnan zeggen: ziet, deze vrouw is He mij ne! Maar mijnheer Vyse, uw achting komt acht jaren te laat. Niets zou mij kunnen bewegeD, weer met u te leven. Hij luisterde stilzwijgend met den elle- bo g op de knie en zijne hand voor de oogen. Is dit nw laatste woord Ik weet, dat vrouwen soms meer zeggen dan ze meenet). Ik heb minder gezegd. Er was een oogenblik stilte, toen richt te bij zich op. Dan is ket misschien beter nu in eens te gaan. Ik ik hij schraapte zijn keel, Uet spijt me, dat ge me in zulk slecht daglicht plaatst. Ik ge loof, dat ge een beetje onrechtvaardig zijt,.. maar ik zal altijd blij zijn, u gezien te hebben. Vaarwel I Ze gaf hem een hand. Ze had geheel haar zelfbeheersching herkregen en schel de om hem nit te laten. Langzaam ging hij naar de deur, toen wendde hij zich plotseling om en kwam eenigen passen naar haar toe. Dorasmeekte hij cd strekte de ar men naar haar uit, zgn stem was heesch en er was een trek op zija gelaat, welke er nooit tevoren geweest was. Doraom Godswil Vaarwel, mijnheer Vyse Letterk. Bijv. Uitbarsting eener val kaan. De vulkaan Colima, die in 1863 op eenigen afstand der stad Colima in Mexi co ontstond, is beginnen te werken. De bevolking van het dal heeft de vlucht moeten nemen voor de gloeiende lava- stroomen en den aschregen. De aange richte schade is aanzienlijk. Brutale zakkenrollers! Een vreemdeling,die gehoord had van de behendigheid, waarmede de zakkenrollers te Philadelphia in de paaidentrams hun vak uitoefenen, stapte in een tiamwagen. Om den langvingeis een poets te bakken, had bij een ledige portefeuille in den zak gestoken, waarin hij een briefje deed met de woorden „Dat valt je niet mee, schurkGeduiende den rit lette hij zorgvuldig op, bij het uitstappen voelt hg naar zijne poiteteoille, zij was nog aanwezig. Ook het briefje was eriD, maar onder de dcor hem geschreven woorden stond in een ander schiilt: „Dat is eene flauwe ui, en je bent een stommerik.' De kinder-schrijfster Thekla Von Gampert vroeg keizer Franz Joseph, om in het door haar uitgeg6yen wordende ,Töchter-alonm« een paar woor. den van zijo hand te schrijven, evenals de keizers Wilhelm I, Frederik III ea Wilhelm II hadden gedaan. De Oostrijksche keizer zond haar het volgende „Eisch van u zelf en van an deren met ernst de vervulling der plich ten zij mild in het oordeelen over de fouten van anderen.' Franz Jozeph. Falb's weervoorspellin- gen. Mei. Deze maand zal zich onderschei- den door talrijke onweders en hooge tem peratuur, welke alleen in het midden der maand een weinig daalt. Terwijl de eerste helft van Mei, met uitzondering van de dagen omstreeks 8 Mei, tamelijk droog is, zal daarentegen de laatste helft rijk «an regen zijn en onweders soms met storm g/paard. Vaa 1 tot 5 Mei warm en tamelijk droog weermisschien eenig onweer. La ter wat koudsr. Zestien vergiftingen. In het dorp Dousses, bij Vicq in Frank rijk, woonden twee arme oude lieden, die slechts van oudbakken brood leefden. Als zninnigheidsmialregel lieten zij het brood hard worden. Dezer dagen gevoelden zij, na het eten van het brood, een hevige pijn in de ingewanden. Eenige oogen- blikken daarna stierf de man en de vrouw volgde hem den volgenden dag in het graf. De bloedverwanten der overledenen kwamen naar Dousses om hun de laatste eer te bewijzen eu aten eveneens van het brood. Weldra gevoelden veertien hunner de eerste symptomen van vergiftiging. Men hoopt hen in het leven te kannen houden, dank zij de uitstekende zorgen, welke men hnn onmiddellijk verleende. Uit het gerechtelijk onderzoek bleek, dat het mee 1, waarvan het brood was gebak ken, verontreinigd was geworden door de uitwerpselen van ratten, die hadden gege ten van ratten vergit.* Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 6