P. de Zeeuw. PLAATSELIJK NIEUWS. paardenmarkt, welke zal gehouden wordeu op Donderdag 25 juli e.k. Vnd«chbei<3, die ons op iateren leeftijd - door ouders of voogden worden zoo dik«ijls Toen hij kreeg, stond rer en teld. Zij had een sfschuw van wrenec haar stoel. Hij langen hij op possen en teen zij, oud genoeg zijnde, hasr oom haar intrek nemende, de we- 'jj weró binnengevoerd rn g'eplaatet werd jn een stroom van genoegens, werd ten duidelijkste bewezen, dit de beschrijving (jje men in het instituut van haar te bes te had, zooals: trots, stijf, koel, niet zon der reden gegeven was geworden. De gloed der moehrliefde had haar nooit gekoesterd; haar coa liet haar over »an de zorg van de moederlijke vriendin, verzorgster, gezelschapsdame/ of hoe zij anders heeten mocht, de ontontbeerlijkste juffrouw Marie, die als verpleegster der gestorven gravin een plaats van veitronwen ingenomen had, zonder daarvoor op den voorgrond te treden. Zij zou het niet in haar hoofd gekre gen hebben, om het jonge meisje ook maar te zeggen „Dat moogt ge zoo niet doen, dat moet anders gebeuren!Jaf- frouw Marie baalde dan hare schouders op en verkondigde met vaste overtuiging „Ach, gravin, dat weet gij alles veel be ter dan ik.* Zelfs de oude, brave vrouw waagde geen vertrouwelijkheid tegenover degene, die reeds als kind een speelmakker had la ten verwijderen, omdat deze haar naam Valentine,in den meer intiemen naamEine verkort had. De jonge meisjes uit de stad namen de nieuw aangekomene in haar midden op. Doch Valeotine gevoelde geen lust, zich met al die beuzelarijën te bemoeien, zij had geen oog en oor voor de kleine romanne- tjas, die rondom haar werden afgespeeld. Niemand wist, waarmede zij zich bezig hield; daar zij er nooit over sprak. Ja, toen luitenant Xzijn stoel naast haar plaatsende, onwillekeurig de vraag tol haar richtte: „Wat doet gij toch den ganschen dag, gravin?heeft ze mst haar gewonen ernst geantwoord: „Ik zal u de verdeeling mij ner uren thuis staren." Sedert vond men haar in de officierskringe u onuitstaanbaar en haar balboekje volde zich met de namen van heeren, die geen tweeërlei klenr van laken dragen. Graaf Brevitz werd door de regeering hierheen geplaatst. Een man, dichter bij de veertig, dan bij de dertig, door wiens ha ren reeds menige zilveren draad liep, met donkere, koele oogen en een sterk gebogen neus, die van onbuigzame wilskraeht sprak, hij behoorde niet meer tot de jonge hee ren, die overal met open armen ontvangen worden, om de r:j van onvermoeide dan- serts aan te vullen. Onverschilligheid lag als 't ware over zijn gelaat uitgegoten zij sprak uit zijn somtijds levendigen scher pen blikzij werd dadelijk door een ie der waargenomen, ook al ontmoette men den graaf voor de eerste maal. Valenline was beangst voor dat wat men liefde noemde, wat ons gemoed binnen sloop, ons eenige genotvolle uren schonk, uiaar waaruit het ontwaken ontzettend waswanneer mea later dezen tijd gade- dan was het niets anders dan on zin. Niemand maakte haar het hof, even als hare kamers elke aantrekkelijkheid en elegance misten, zoo ontbrak ook aan haar wezen die aanlokkelijke bekoorlijkheid, die mannen er toe brengt nader dat wezen te leeren kennen of hen door haar glans en gloed ten eenemale aan zich verbond. Graaf Brevitz trad elke vrouw koel te gemoet, hij zocht het verkeer met Valen- zij maar omdat zij hem belang inboezem- tine niet, omdat zij een schoone vrouw was, de. Toen hij op een zekeren morgen rustig en ernstig bij graaf Mengsdorf om de hand van Valenline vroeg, verwonderde zich niemand daarover, zelfs Mengsdorf niet „Gij behoort beiden niet tot diegene die uit liefde trouwen, gij zijt beide koe le menschen en gij zijt voor elkauder ge schapen.".,.., Valentine overtuigd, dat Achim slechts een goede kameraad begeerde, gaf hem haar jawoord. Hij kuste zijn bruid de be vende vingertoppen en in de gezelschap pen sprak men van een overeenkomst, een modern huwelijk. Het gelaat van Valentine was nog blee- ker geworden, haar ijskoninginoengenlach nog spaarzamer, de graaf versteende als 't ware geheel en al, merkte niets op en gaf geen acht op de meer en meer lui der wordende stemmen, die van heimelijk verdriet* spraken. De lente had reeds lang herfst en win ter overwonnen en ook nu naderde de tijd die Valentine en Achim verbinden zon. De avond voor des grooten dag zat zij in haar halfdonkere kamer, terwijl de regen eentonig nederplasteGraaf Mengsdorf en de nooit op tijd gekiende juffrouw Ma rie verwijlde nog op hunne kamers en de lamp trilde ouder hunne voetstappen; op tafel lag een prachtbandje „Novellen". Valentine had daarin gelezon of tenminste willen lezen; zij wierp het boek met een wevelig gebaar vaa zich en staarde droo- mend in de duisternis. Er werd gebeld. Brevitz legde overjas en hoed in de gang af, zij hoorde hem met den bediende fluisteren. Vervolgens trad hij binnen en gaf haar de haDd. Alles als altijd. Fe schemering ging over in avond. Eu n&dat hij zijn stoel in hare nabij heid had nedergezet, beproefde hij met aar te praten, zooals zij zoo dikwijls de- ^nj daar er niets op aarde tusschen hnn 1 en °ibesproken bleef, dan juist dat tijd geen antwoord en boog zich over hsrr blauwe oogen vochtig glinsteren en het zwarte haar over haar voorhoofd golven. „Valentine „Wat wilt ge? „Scheelt je iets?" „O neen, wat zon mij schelen, bezit ik niet alles wat de wereld mij geven kan „Op dat eene ns," fluisterde hij. „Maar,« murmelde zij, en hare stem werd bijna onhoorbaar, „gij kunt rijker zijn, wanneer ik niet „Wat bedoelt ge?' „Wellicht komt er eenedie n den dag van morgen zal doen vervloeken.' „Valentine! Wat ontbreekt mij dan met n?» „Dat esne," floisteriie nu het meisje, de haarlokken uit bet gezicht strijkend. „Men zegt, dat ik koel ben.' „Zoo!" „Gij hebt mij gemeden, tot ik ten slot te bevroor ik wil n niet naast mjj la ten bevriezen „Datzelfde kan ik u zeggen quitte." „Ja wij zijn quitte." Valentine leunde in haar stoel achtero ver en hij boog zich dieper en dieper o- ver haar heen. Zijn adem bewoog de don kere glanzende lok op haar blank voorhoofd. Zijn grijze en haar blauwe oogen hin gen aan elkander. Plotseling voelde zij een hand op haar schouder rasten, zij sprong op en slinger de die arm van zich af, ah wilde zij ztch van een drukkenden last bevrijden, maar hij kwam langzaam op haar toe, en zij zag zijne krachtvolle gestalte als in een droom steeds nader komen, zij wankelde en voel de een brandende kas op hare lippen. „ValeKlinefluisterde hij, haar aan zijn borst drukkende, „ik heb je grenze loos lief Zij sidderde. Hare hand maakte zich zacht los nit den druk der zijnen en haar molligen arm strengelde zich om zijn hals. „Dan zijn wij quitte/zeide zij. „O, jij," stamelde hij, „is het waar, dat „Toen anderen mij zeiden, hoe trots en kond ik was, heb ik mij bedwongen, ik dacht slechts u te winnen, wanneer ik dat eene niet toonde te bezitten, en winnen moest ik u tot eiken prijs!" „Wij waren beiden blind, en waarom En waarom zijn ons plotseling de schellen van de oogen gevallen De onzichtbare draden van het leven, hechten zich en laten los; aan één seconde, aan één woord, aan een ingeving hangt dikwijls een geluk van twee menschenle- vens. Achim en Valenline, door den gloeiendeu strcom der liefde overweldigd, doken onder in dien vloed, die voor hen zooveel schoous en heerlijks verborgen hield. Toen graaf Mengsdorf en juffrouw Ma rie, vergezeld vaD een dienaar, die de lamp droeg, in de kamer traden, stond Achim aan het venster en keek de straat op, Valentine ,aan het andere einde der kamer, was bezig eenige. bloemen te bewon deren. Alles onveranderd behalve dat eene. "Wie den volgende dag het trouwrijtuig in vliegende haast, door de zon bestraald, door de straten jagen zag en wellicht een schijn ontdekte van dat witte, zachte ge waad, dat van eeuwige liefde en trouw sprak, die zeide met treurig schouder op halen „Die twee modern huwelijk koude menschen ten.Ik hoop er in te slagen, u in dienzelf- vrijhandelaars +1100, terwijl gij den steun den toon te antwoorden. hadt van alle Katholieken en Anti-Revo- Gij vraagt mij, waarom ik in 1889 niet lutionaireD, die over het geheel zeer ge- tegen het onrecht ben opgekomen, dat l-rouw hebben gestemd, aithans veel ge- volgens u een toen aftredend lid der Sta- trouwer dan de liberalen, daar is, dankt ten werd aangedaan. Mijn antwoord kan mij allerminst het bewijs geleverd, dat in kort zijn ik bemoeide mij zes jaar ge- district Schagen de boerenstand in het leden nog volstrekt niet met eenige poli- algemeen zich voor protectie heeft verklaard. IZCTGKEZOTSTDIEIN". Geachte Heer Redacteur Uw van der Mag ik voor één enkele keer van blad gebruik maken tot mtêleeling 't volgende Op een strooibiljet ter aanbeveling heeren Backx en Schermerhorn tot leden der Prov. Staten, zag ik op de lange lijst onderteekenaars ook mijn naam geplaatst. Nu is 't genot, verbonden aan een „sa- meuzijn" met zoo vele en zó<5 gelijkden- kende personen wel niet geheel weg te re deneeren, toch verliest het een groot deel der bekoring wannetr men er zóó onver wacht en ongenood aan deel neemt, In vrieudschappelijken zin geef ik den heeren samenstellers dier strooibiljetten enz. dan ook wel in overweging om in 't ver volg geen willekeurig gebrnik te maken van namen. Willekeur en overdrijving werken in ie dere zaak - en óók in de middelen om tot 't doel-Protectie - te geraken, jnist't tegen deel uit van 't geen er mede wordt beoogd. Waardpolder, 3 Juni '95. M. de Redacteur. U znlt ruimte staan in om, mij ongetwijfeld eenige plaat8- uw veelgelezen blad willen af- naur aanleiding van bet inge zonden stukje, voorkomende in de Schager Courant van den 2en 1 nui II. aan den Heer A. R. Sloos het volgende te antwoorden Waarde Heer Sloot. Ik wil beginnen met u mijn dank te brengen voor den hnmsnen vorm, waarin gij uw stukje voorkomende in de Scha- ger Courant van Zondag 1.1., hebt gego- tiek, om de doodeenvoudige redeD, dat ik toen nog geen kiezer was. Eén ding wil ik u echter wel zeggenwanneer ik ioei kiezer was geweest en men mij in die dagen niets ergers vaa den heer v. Foreest had kannen vertellen dan dst men twij felde of hij bij hel verkiezen van leden voor de Eerste Kamer zijne stemmen wel in liberale richting zou uitbrengen, dan zou niemand er in geslaagd zjjn mij te bewegen, alleen daarom tot zijn val mede te werken. Oeder één voorbehoud ech ter! Wanneer door den heer v. loreest het gevaar had kunnen ontstaan, dat de pro vincie Noordholland antiliberale Eerste Kamerleden in plaats van liberale had ge kozen, dan zon ik mij wel tegen zijae her kiezing hebben verzet. Maar daarvoor bestond in onze provincie geen gevaar; toen evenmin als thans. De Staten eeuer pro vincie vormen geen politiek lichaam, hun werkkring ligt daarbuiten,uitgezonderd dan het verkiezen van de Eerste-Ksinerleden Laat ons er niet toe medewerken om ook in onze provinciale vertegenwoordiging de politiek binnen te sLpen, die noodlottige politiekwelke al zooveel heeft bedorven al zooveel goeds heeft tegengehouden\ Gij vondt het eigenaardig, dat ik, n a de beginselen der altredende leden te heb ben opgesomd daaraan zoo voorzichiig to9 gevoegde: voor zoover al die wenschtn voor verwezenlijking vatbaar zijn. Ik moest dit doen, waarde Heer 1 als ik tenmin ste eerlijk wilde blijven. Ik wist wel, evengoed als gij, dat ik door die bijvoeging niet was wat men in een verkiezingsstrijd „handig" noemt maar wanneer „handigheid" in strijd komt met „eerlijkheid" hoop ik er mij nooit van te bedienen. Het is mijne vaste over tuiging dat verschillende zaken, door uwe partij in het eerste strooibiljet genoemd, niet vojr verwezenlijking vatbaar zullen blijken. De tijd zai leeren of mijn inzicht juist is. Wat de Hollandsche Maatschappij van Landbouw betreft, hier breng ik, daarop door u gewezen, gaarne eene rectificatie aan en verzoek u, in mijn ingezonden stuk van 26 Mei in pliats van de Hol landsche Maatschappij van Landbouw te lezen: Het Hoofdbestuur van de Holland sche Maatschappij van Landbouw Gij vraagt mij verder, of ik wellicht plan heb, met u in courantengeschrijf te treden, om tegen elkaar protectie en vrij handel te verdedigen P O neen, waarde Heer iï denk er geen oogenblik aan, zoo iets te doen. Waarom niet P Laat mij n antwoorden met eene weder vraag Waar en wanneer heb ik beweerd, een overtuigd vrijhandelaar te zijc? Ner gens 1 Ik heb steeds gezegd, ook aan u, dat ik van de zaak eigenlijk te weinig studie heb gemaakt. Ik heb mij zeiven tot nog toe het recht ontzegd, ia dezea een beslist oordeel te vellen. Ik ben dan ook nooit opgetreden als een verdediger van den vrijhandel-, Maer kant gij nu van mij vergen, dat ik daarom een bewonde raar zou zijn van het protectionisme, waar ik tot hiertoe voor de Maatschappij nog geen enkel voordeel van dat stelsel heb gehoord, dat niet voor wederlegging vat baar was ot teistond zijne schaduwzijde had Geloof mij, wanneer de Heeren Wal Ier en Kaan toevallig voorstanders van protectie waren geweest, dan zou ik het in de vrijhandtlwrs niet geprezen hebben, zoo zij hadden getracht, die heeren als le den der Staten te doen vallen alleen daar om want ik blijf bij mijne meeuingde sop is hier de kool niet waard. Zoo gij overtuigd zijt, dat protectie voor ons land noodzakelijk is, maak dan propaganda zoo veel gij wiltricht protectionistische Ver- eenigingen opzend petities aan de Twee de Kamer, desnoods eiken dag één houd lezingen in alle mogelijke plaatsen van ons land doe brochures verschijnen, waarin de voordeelen van uw stelsel aan de nadee- len worden getoetstdoe wat gij wilt, maat ik herhaal het verdrijf geen verdienste'ijke minnen uit een lichaam, dat met protectie niets to maken heeft. En wanneer gij mij hierbij nogmaals ver wonderd aanziet en nogmaals denkt aan de verkiezing der Eersle-Kamerleden, dan verwijs ik u andermaal naar hetgeen ik hieromtrent schreef in de Schager-Cou- rant van den 26en Mei. Ik weet, amice! dat gij nzelven het recht toekent, over vrijhandel en protectionisme te oordetlen. Ik ontzeg U dat recht niet, maar mag toch vragen, of aan nw oirdeel in deze materie veel waarde mag worden gehecht. Mijne meening is, dat het zoowel aan mij als aan U en aan zoovele honder den, die het hoogste woord voeren over pro tectie en vrijhandelpast - - hier eene zeer bescheiden houding aan te nemen. Om eeuigszins juist over dat ingewikkelde vraag stuk te oordteleD, dient nauwgezette en langdurige studie vooraf te gaan en wordt veel meer kennis van zaken en toestanden vereischt dan de meeste «oordeelaais" „veroordeelaars" bezitten. Eindelijk beweert gij, amice! dat de geest der kiezers is uitgesproken en dat de ge kozenen,ook die der Tweede Kamer, daarme de rekening zullen houden. Ik ben alweer zoo vrij met u van gevoelen te verschillen. Waar op uwe caudidaten gemiddeld +1200 stemmen werden uitgebracht en op die der In mijn oog heeft de verkiezing niets an ders bewezen, dan dat die candidaten, wel ke de meeste populariteit genieten, geko zen zijn. Be Heeren-candidaten zijn geval len, ziedaar alles\ Eén dier Heeren-candidaten was de heer W a 11 e r. Weet gij, wat de heer Wal- ler zes jaar lang in de Staten heeft ge presteerd Ik heb daarnaar geïnformeerd en mij gewend tot menschen, die niet alleen volkomen geloofwaardig zijn, maar die het tevens volkomen goed weten 1 En wat hoorde ik Dit o. a.: dat de Heet Wal- ler niet alleen een verdienstelijk lid der Staten mocht worden genoemd, maar dat hij daarvan zelts een der sieraden was. Mij werd zelfs verzekerd dat voir zoover de vertegenwoordiging betreft van de plat telandsdistricten, de Heer Waller een der aller-bekwaamste en meest gezag hebbende figuren waseen onmisbaar lid in onze Sta ten, vooral in landbouw aangelegenheden Mede door nw toedoen is de heer Wal ler gevallen. Gij verheugt u over dien uitslag, maar ik kan er onze provincie niet mede fcliciteeren. Ik stel er nog altijd eene eer in,dat ik althans hebt getracht zijn val te voorkomen en, zoo ik door mijn schrijven of door mijn ageeren in Nieuwe Niederp ook slechts éen steentje heb bij gebracht om althans den heer Kaan in de Staten te behouden, dan is mijne moei te ruimschoots beloond. Ten slotte het volgende. Wij zullen het over deze verkiezing wel nooit met elkaar eens worden, amice 1 en zoo zal het ook gaan mei honderden anderen in het dis trict Schagen. Maar laat ons dat niet al te zeer spijten 1 Gij weet betdu choc des opinions jaillitla vérité. Laat ons ho pen tea bate oozer Maatschappij, dat ook hi9r uit wrijving van gedachten, de waar heid geboren worde. Geloof mij, J. G. van Eden. 1895. a a n beste- Schagen, 4 Juni Afloop van de ding van Straatwerken en levering van Straatzand ten behoeve voor de Banne en den Polder Schagen. 420st.lt3. 113 st. M3. 330 st. II3. Rijstraat. Halve rijstraat. Paardenp. E. Krans, te Schagen, 14 ets, 9 ets. 7 ets. J.de Moei, id. 17 ets. 10 ets. 6 ets. A. Trap, Nie- wer Amstel, 21 ets. 12 ets. 10 ets. Aan den laagsten inschrijver gegund. Afloop aanbesteding van Straatzand, 110 M1. A. Bruin, Scbagen, f 1,59 per M3. P. Mienes, f 1.54 Aan den laagsten inschrijver gegund. Verslagder vergadering van den Raad der gemeente SCHA GEN, gehouden op Dinsdag 4 Juni 1895, des morgens ten 10 ure. Afwezig de heeren C. Asjes en Jb. Stam mes. Na opening der vergidering en lezieg en goedkeuring der notulen, werd me- dedeeling gedaan van de navolgende in gekomen stukken, welke voor kennisge ving werden aangenomen: 1. Misgiave van Ged. St. waarbij goed keuring vorig raadsbesluit betreffende af- en overschrijvingen der gemeentecomp tabiliteit, dienst 1894. 2. Id. goedkeuriug besluit tot aan koop grond Nes, van den heer M. Stam mes. 3. Miss. v. de dir. d. H. IJ. S. Mij. waarbij kennis wo'dt gegeTen, dat aan het verzoek betreffende de inlegging van den oorspronkelijken trein van halfvier, thans door overwegende bezwaren niet kan worden voldain, doch dat genoemde Dir. bij het vaststellen der regeling van den winterdienst, het door Schagen ged ine ver zoek in overweging zal nemen. 4. Schrijven der Plaatselijke School commissie, waarbij de raad wordt uitge- noodigd tot bijwoning der toekenning van belooningen en eereblijken aan de kinde ren der O. L. School alhier, welke zal plaats hebben op Zaterdag 15 Juni e. k., des middags ten 2 ure. Hierna kwam aan de orde de behande ling der politie-verordeuing, naar aanlei ding van door Ged.Staten gedaueop-eu aan merkingen met betrekkikg tot den inhoud der verord., gelijk die onlangs door den raad was aangenomen. Overeenkomstig werden gewijzigd art. 6 en 7: schrapping van het woord „8ocitei- ten." art. 37 a Bedelarij in het openbaar vervallen; art. 90 vervalt wegens den zelfden inhond als art. 173. art 140. Weglating der abusief daarin en opgenomen artikelscijters137 141. art. 173. Weglating der daarin ver melde artikels 6 11, aangezien daarbij geen last tot binnentreding in de wonin gen der ingezetenen hnns ondanks, te pas komt. Met betrekking tot de artt. 12 en 169 kon de raad zich niet met het gevoelen i van Ged. Staten vereenigen en besloot: I Art. 12a, de bepaling regelende beten- geling dronkenschap i n de tapperijen te handhaven art. 169 aldus te wijzigenVrijstelling van brandspuitsdienst wordt door B.en W. verleend a. Wanneer men door ziekte niet te genwoordig kan zijn: hetgeen moet blij ken nit een vertrouwbaar bewijsb. Wanneer men met deugdelijke bewijzen sta ven kao, om de een of andere reden in de onmogelijkheid verkeerd te hebben, zijne verplichtingen na te komen." Verder werden op voorstel van B. W. nog de volgende alinea's ingevoegd bij art. 98. Onverminderd de bij overtre ding dezer bepaling gestelde boete of straf, zal dit uitbaggeren of slooten door B. en W. op kosten van den eigenaar- vruchtgebrui ker of beheerder geschieden, indien deze na latig blijft aan het in de eerste alinea van dit art. bepaalde te voldoen. Bij art. 121de hoogte van elk vertrek in plaats van op 2.50 M. we der minstens te stellen op 2.75 M. Bij art. 159 de handelaren in licht ontvlambare of ontploffende stoffen, hooi en stroo daaronder begrepeD, zijn verplicht de voorzorgen in acht te nemen, door of namens B. en W. aan hen opgegeven. Ver- koopers van baskrnit zullen daarvan geene grootere hoeveelheid in voorraad mogen heb ben dan 12% kilogram- Volgde nu de behandeling van door B. W. van het bestuur der afd. Noord-Holland van de Vereen, „het Nederl. Paardestam- boek" ontvangen mededeeling, welte bij d*t bestuur van het Hoofdbestuur was inge komen en luidende: „Het Hoofdbestuur der Vereeniging „het Nederlandsch Paardenstamboek" ont ving van uwe afdeeling het verzoek, om vau advies te dienen in zake de instelling van paardenmarkten in het noorde lijk deel der proviucie en wel te Schagen en te Alkmaar- Ondergeteekenden hebben getracht daar toe de noodige gegevens te verzamelen en stelden zich in betrekking met de groote bnitenlandsche paaMenhandelaars, die on ze markten bezoeken. Het resultaat dier bespreking geeft aan leiding tot het navolgende 1. de oprichting van eene nieuwe markt op den dag aan de Julimarkt te Haarlem mermeer voorafgaaude (dit jaar dus te stel len op 25 Juli) zal vrij zeker op bezoek kunnen rekenen, indien aan de buitenlaud- sche handelaren eenige zekerheid van aan voer op de markt kan gegeven worden 2. bij de kooplieden bestaat de meening, dat de paardenf ikkerij in het noorden van Noordholland niet vau dien omvang is, dat de oprichting van twee markten kans van welslagen zou aanbieden 3. de bestaande markt in het begin van September te Alkmaar komt wat vroeg. Kooplieden, die zich naar deze markt be geven, moeten uitsluitend daaitoe eene reis uit hun land naar hier maken, om dat andere groote markten omstreeks dien tijd niet gehouden worden. Het verdient overweging, de markt in het tweede deel van September te houden bijv. na Leerdam en Zilt-Bommei en vóór Tiel, dit jaar dus op Maandag 23 Septem ber. Bij de overweging houde men echter in het oog, dat de overeenkomst van vele vreemde kooplieden niet zeker is en stellig niet bij voortduur, indien te Alkmaar niet meer le klasse paarden worden aangevoerd; daarbij, dat de bestaande markt aan inland- sche kooplieden de kans geeft, om de aan- koopen, op de Alkmaarsche markt gedaan, op de volgende markt met winst van de hand te doen, eene kans, die lijden zal door verschuiving van den datam, waarop de markt gehouden wordt. Resumeerende, geven ondergeteekende als hunne meening: 1. de instelling van een Julimarkt biedt kans van welslagen aan; 2. de najaarsmarkt te Alkmaar is vol doende voor de omgeving; deze markt blijve men behouden, misschien kan de da'um iets later worden gesteld." Overeenkomstig de opmerkingen der heeren v. d. Maaien en Roggeveen en con form. den wensch van B. en "W., werd met algemeene stemmen besloten, behou dens nadere goedkeuring van Ged. Staten: te stellen voor onze gemeente, een in en voor die gelegenheid vrijdom van markt- geld te bepalen voor de aan die markt- aangevoerd wordende paarden, en daarente gen aan de pachters van het marktgeld evenredige restitutie te verleenen. Voorts werd conform voorstel B. en W. be sloten: a. tot at- en overschrijving ten dienste der gemeente rek. 1894, tot een bedrag van f 71.93. b. tot teruggave van ®/12 H. Omslag aan de adressante. wed. Ligthert, wegens vertrek uit de gemeente. Bij de rondvraag verzocht de heer Rog geveen, naar aanleiding van het onlangs in dei Helder voorgevallen spoorwegon geluk, waarbij 2 kinderen werden over reden, dut door B. W. aan de dir. der H. IJ. S. Mij. het verzoek zou worden gericht, de afsluiting in de Hoep zooda nig te latan verbeteren, dat soortgelijk ongeluk daardoor voorkomen worden. Yoorz. 'belooft ingevolge den gegeven wenk de noodige stappen te zullen doen. Hierna werd de vergadering gesloten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 3