P. de Zeeuw.
PLAATSELIJK NIEUWS.
paardenmarkt, welke zal gehouden
wordeu op Donderdag 25 juli e.k.
Vnd«chbei<3, die ons op iateren leeftijd
- door ouders of voogden worden
zoo
dik«ijls
Toen hij
kreeg, stond
rer
en
teld. Zij
had een sfschuw van wrenec haar stoel. Hij
langen
hij op
possen en teen zij, oud genoeg zijnde,
hasr oom haar intrek nemende, de we-
'jj weró binnengevoerd rn g'eplaatet werd
jn een stroom van genoegens, werd ten
duidelijkste bewezen, dit de beschrijving
(jje men in het instituut van haar te bes
te had, zooals: trots, stijf, koel, niet zon
der reden gegeven was geworden.
De gloed der moehrliefde had haar
nooit gekoesterd; haar coa liet haar over
»an de zorg van de moederlijke vriendin,
verzorgster, gezelschapsdame/ of hoe zij
anders heeten mocht, de ontontbeerlijkste
juffrouw Marie, die als verpleegster der
gestorven gravin een plaats van veitronwen
ingenomen had, zonder daarvoor op den
voorgrond te treden.
Zij zou het niet in haar hoofd gekre
gen hebben, om het jonge meisje ook
maar te zeggen „Dat moogt ge zoo niet
doen, dat moet anders gebeuren!Jaf-
frouw Marie baalde dan hare schouders op
en verkondigde met vaste overtuiging
„Ach, gravin, dat weet gij alles veel be
ter dan ik.*
Zelfs de oude, brave vrouw waagde geen
vertrouwelijkheid tegenover degene, die
reeds als kind een speelmakker had la
ten verwijderen, omdat deze haar naam
Valentine,in den meer intiemen naamEine
verkort had.
De jonge meisjes uit de stad namen
de nieuw aangekomene in haar midden op.
Doch Valeotine gevoelde geen lust, zich
met al die beuzelarijën te bemoeien, zij had
geen oog en oor voor de kleine romanne-
tjas, die rondom haar werden afgespeeld.
Niemand wist, waarmede zij zich bezig
hield; daar zij er nooit over sprak. Ja,
toen luitenant Xzijn stoel naast haar
plaatsende, onwillekeurig de vraag tol haar
richtte:
„Wat doet gij toch den ganschen dag,
gravin?heeft ze mst haar gewonen ernst
geantwoord: „Ik zal u de verdeeling mij
ner uren thuis staren." Sedert vond men
haar in de officierskringe u onuitstaanbaar
en haar balboekje volde zich met de
namen van heeren, die geen tweeërlei klenr
van laken dragen.
Graaf Brevitz werd door de regeering
hierheen geplaatst. Een man, dichter bij de
veertig, dan bij de dertig, door wiens ha
ren reeds menige zilveren draad liep, met
donkere, koele oogen en een sterk gebogen
neus, die van onbuigzame wilskraeht sprak,
hij behoorde niet meer tot de jonge hee
ren, die overal met open armen ontvangen
worden, om de r:j van onvermoeide dan-
serts aan te vullen. Onverschilligheid lag
als 't ware over zijn gelaat uitgegoten zij
sprak uit zijn somtijds levendigen scher
pen blikzij werd dadelijk door een ie
der waargenomen, ook al ontmoette men
den graaf voor de eerste maal.
Valenline was beangst voor dat wat men
liefde noemde, wat ons gemoed binnen
sloop, ons eenige genotvolle uren schonk,
uiaar waaruit het ontwaken ontzettend
waswanneer mea later dezen tijd gade-
dan was het niets anders dan on
zin.
Niemand maakte haar het hof, even
als hare kamers elke aantrekkelijkheid en
elegance misten, zoo ontbrak ook aan haar
wezen die aanlokkelijke bekoorlijkheid, die
mannen er toe brengt nader dat wezen te
leeren kennen of hen door haar glans en
gloed ten eenemale aan zich verbond.
Graaf Brevitz trad elke vrouw koel te
gemoet, hij zocht het verkeer met Valen-
zij
maar omdat zij hem belang inboezem-
tine niet, omdat zij een schoone vrouw
was,
de.
Toen hij op een zekeren morgen rustig
en ernstig bij graaf Mengsdorf om de hand
van Valenline vroeg, verwonderde zich
niemand daarover, zelfs Mengsdorf niet
„Gij behoort beiden niet tot diegene
die uit liefde trouwen, gij zijt beide koe
le menschen en gij zijt voor elkauder ge
schapen.".,..,
Valentine overtuigd, dat Achim slechts
een goede kameraad begeerde, gaf hem
haar jawoord. Hij kuste zijn bruid de be
vende vingertoppen en in de gezelschap
pen sprak men van een overeenkomst,
een modern huwelijk.
Het gelaat van Valentine was nog blee-
ker geworden, haar ijskoninginoengenlach
nog spaarzamer, de graaf versteende als
't ware geheel en al, merkte niets op en
gaf geen acht op de meer en meer lui
der wordende stemmen, die van heimelijk
verdriet* spraken.
De lente had reeds lang herfst en win
ter overwonnen en ook nu naderde de
tijd die Valentine en Achim verbinden
zon.
De avond voor des grooten dag zat zij in
haar halfdonkere kamer, terwijl de regen
eentonig nederplasteGraaf Mengsdorf
en de nooit op tijd gekiende juffrouw Ma
rie verwijlde nog op hunne kamers en de
lamp trilde ouder hunne voetstappen; op
tafel lag een prachtbandje „Novellen".
Valentine had daarin gelezon of tenminste
willen lezen; zij wierp het boek met een
wevelig gebaar vaa zich en staarde droo-
mend in de duisternis.
Er werd gebeld. Brevitz legde overjas
en hoed in de gang af, zij hoorde hem met
den bediende fluisteren. Vervolgens trad hij
binnen en gaf haar de haDd. Alles als
altijd.
Fe schemering ging over in avond.
Eu n&dat hij zijn stoel in hare nabij
heid had nedergezet, beproefde hij met
aar te praten, zooals zij zoo dikwijls de-
^nj daar er niets op aarde tusschen hnn
1 en °ibesproken bleef, dan juist dat
tijd geen antwoord
en boog zich over
hsrr blauwe oogen
vochtig glinsteren en het zwarte haar over
haar voorhoofd golven.
„Valentine
„Wat wilt ge?
„Scheelt je iets?"
„O neen, wat zon mij schelen, bezit ik
niet alles wat de wereld mij geven kan
„Op dat eene ns," fluisterde hij.
„Maar,« murmelde zij, en hare stem
werd bijna onhoorbaar, „gij kunt rijker
zijn, wanneer ik niet
„Wat bedoelt ge?'
„Wellicht komt er eenedie n den
dag van morgen zal doen vervloeken.'
„Valentine! Wat ontbreekt mij dan met
n?»
„Dat esne," floisteriie nu het meisje,
de haarlokken uit bet gezicht strijkend.
„Men zegt, dat ik koel ben.'
„Zoo!"
„Gij hebt mij gemeden, tot ik ten slot
te bevroor ik wil n niet naast mjj la
ten bevriezen
„Datzelfde kan ik u zeggen quitte."
„Ja wij zijn quitte."
Valentine leunde in haar stoel achtero
ver en hij boog zich dieper en dieper o-
ver haar heen. Zijn adem bewoog de don
kere glanzende lok op haar blank voorhoofd.
Zijn grijze en haar blauwe oogen hin
gen aan elkander.
Plotseling voelde zij een hand op haar
schouder rasten, zij sprong op en slinger
de die arm van zich af, ah wilde zij ztch
van een drukkenden last bevrijden, maar
hij kwam langzaam op haar toe, en zij zag
zijne krachtvolle gestalte als in een droom
steeds nader komen, zij wankelde en voel
de een brandende kas op hare lippen.
„ValeKlinefluisterde hij, haar aan
zijn borst drukkende, „ik heb je grenze
loos lief
Zij sidderde. Hare hand maakte zich
zacht los nit den druk der zijnen en haar
molligen arm strengelde zich om zijn hals.
„Dan zijn wij quitte/zeide zij.
„O, jij," stamelde hij, „is het waar, dat
„Toen anderen mij zeiden, hoe trots en
kond ik was, heb ik mij bedwongen, ik
dacht slechts u te winnen, wanneer ik
dat eene niet toonde te bezitten, en
winnen moest ik u tot eiken prijs!"
„Wij waren beiden blind, en waarom
En waarom zijn ons plotseling de schellen
van de oogen gevallen
De onzichtbare draden van het leven,
hechten zich en laten los; aan één seconde,
aan één woord, aan een ingeving hangt
dikwijls een geluk van twee menschenle-
vens.
Achim en Valenline, door den gloeiendeu
strcom der liefde overweldigd, doken onder
in dien vloed, die voor hen zooveel schoous
en heerlijks verborgen hield.
Toen graaf Mengsdorf en juffrouw Ma
rie, vergezeld vaD een dienaar, die de
lamp droeg, in de kamer traden, stond
Achim aan het venster en keek de straat
op, Valentine ,aan het andere einde der
kamer, was bezig eenige. bloemen te bewon
deren. Alles onveranderd behalve
dat eene.
"Wie den volgende dag het trouwrijtuig
in vliegende haast, door de zon bestraald,
door de straten jagen zag en wellicht een
schijn ontdekte van dat witte, zachte ge
waad, dat van eeuwige liefde en trouw
sprak, die zeide met treurig schouder op
halen „Die twee modern
huwelijk koude menschen
ten.Ik hoop er in te slagen, u in dienzelf- vrijhandelaars +1100, terwijl gij den steun
den toon te antwoorden. hadt van alle Katholieken en Anti-Revo-
Gij vraagt mij, waarom ik in 1889 niet lutionaireD, die over het geheel zeer ge-
tegen het onrecht ben opgekomen, dat l-rouw hebben gestemd, aithans veel ge-
volgens u een toen aftredend lid der Sta- trouwer dan de liberalen, daar is, dankt
ten werd aangedaan. Mijn antwoord kan mij allerminst het bewijs geleverd, dat in
kort zijn ik bemoeide mij zes jaar ge- district Schagen de boerenstand in het
leden nog volstrekt niet met eenige poli- algemeen zich voor protectie heeft verklaard.
IZCTGKEZOTSTDIEIN".
Geachte Heer Redacteur
Uw
van
der
Mag ik voor één enkele keer van
blad gebruik maken tot mtêleeling
't volgende
Op een strooibiljet ter aanbeveling
heeren Backx en Schermerhorn tot leden
der Prov. Staten, zag ik op de lange lijst
onderteekenaars ook mijn naam geplaatst.
Nu is 't genot, verbonden aan een „sa-
meuzijn" met zoo vele en zó<5 gelijkden-
kende personen wel niet geheel weg te re
deneeren, toch verliest het een groot deel
der bekoring wannetr men er zóó onver
wacht en ongenood aan deel neemt,
In vrieudschappelijken zin geef ik den
heeren samenstellers dier strooibiljetten enz.
dan ook wel in overweging om in 't ver
volg geen willekeurig gebrnik te maken
van namen.
Willekeur en overdrijving werken in ie
dere zaak - en óók in de middelen om tot
't doel-Protectie - te geraken, jnist't tegen
deel uit van 't geen er mede wordt beoogd.
Waardpolder, 3 Juni '95.
M. de Redacteur.
U znlt
ruimte
staan
in
om,
mij ongetwijfeld eenige plaat8-
uw veelgelezen blad willen af-
naur aanleiding van bet inge
zonden stukje, voorkomende in de Schager
Courant van den 2en 1 nui II. aan den Heer
A. R. Sloos het volgende te antwoorden
Waarde Heer Sloot.
Ik wil beginnen met u mijn dank te
brengen voor den hnmsnen vorm, waarin
gij uw stukje voorkomende in de Scha-
ger Courant van Zondag 1.1., hebt gego-
tiek, om de doodeenvoudige redeD, dat ik
toen nog geen kiezer was. Eén ding wil
ik u echter wel zeggenwanneer ik ioei
kiezer was geweest en men mij in die
dagen niets ergers vaa den heer v. Foreest
had kannen vertellen dan dst men twij
felde of hij bij hel verkiezen van leden
voor de Eerste Kamer zijne stemmen wel
in liberale richting zou uitbrengen,
dan zou niemand er in geslaagd zjjn mij
te bewegen, alleen daarom tot zijn val
mede te werken. Oeder één voorbehoud ech
ter! Wanneer door den heer v. loreest het
gevaar had kunnen ontstaan, dat de pro
vincie Noordholland antiliberale Eerste
Kamerleden in plaats van liberale had ge
kozen, dan zon ik mij wel tegen zijae her
kiezing hebben verzet. Maar daarvoor
bestond in onze provincie geen gevaar; toen
evenmin als thans. De Staten eeuer pro
vincie vormen geen politiek lichaam, hun
werkkring ligt daarbuiten,uitgezonderd dan
het verkiezen van de Eerste-Ksinerleden
Laat ons er niet toe medewerken om ook
in onze provinciale vertegenwoordiging de
politiek binnen te sLpen, die noodlottige
politiekwelke al zooveel heeft bedorven
al zooveel goeds heeft tegengehouden\
Gij vondt het eigenaardig, dat ik, n a
de beginselen der altredende leden te heb
ben opgesomd daaraan zoo voorzichiig to9
gevoegde: voor zoover al die wenschtn voor
verwezenlijking vatbaar zijn. Ik moest
dit doen, waarde Heer 1 als ik tenmin
ste eerlijk wilde blijven.
Ik wist wel, evengoed als gij, dat ik
door die bijvoeging niet was wat men in
een verkiezingsstrijd „handig" noemt
maar wanneer „handigheid" in strijd komt
met „eerlijkheid" hoop ik er mij nooit van
te bedienen. Het is mijne vaste over
tuiging dat verschillende zaken, door uwe
partij in het eerste strooibiljet genoemd,
niet vojr verwezenlijking vatbaar zullen
blijken. De tijd zai leeren of mijn inzicht
juist is.
Wat de Hollandsche Maatschappij van
Landbouw betreft, hier breng ik, daarop
door u gewezen, gaarne eene rectificatie
aan en verzoek u, in mijn ingezonden
stuk van 26 Mei in pliats van de Hol
landsche Maatschappij van Landbouw te
lezen: Het Hoofdbestuur van de Holland
sche Maatschappij van Landbouw
Gij vraagt mij verder, of ik wellicht
plan heb, met u in courantengeschrijf te
treden, om tegen elkaar protectie en vrij
handel te verdedigen P O neen, waarde
Heer iï denk er geen oogenblik aan, zoo
iets te doen. Waarom niet P
Laat mij n antwoorden met eene weder
vraag Waar en wanneer heb ik beweerd,
een overtuigd vrijhandelaar te zijc? Ner
gens 1 Ik heb steeds gezegd, ook aan u,
dat ik van de zaak eigenlijk te weinig
studie heb gemaakt. Ik heb mij zeiven
tot nog toe het recht ontzegd, ia dezea
een beslist oordeel te vellen. Ik ben dan
ook nooit opgetreden als een verdediger
van den vrijhandel-, Maer kant gij nu van
mij vergen, dat ik daarom een bewonde
raar zou zijn van het protectionisme, waar
ik tot hiertoe voor de Maatschappij nog
geen enkel voordeel van dat stelsel heb
gehoord, dat niet voor wederlegging vat
baar was ot teistond zijne schaduwzijde
had Geloof mij, wanneer de Heeren
Wal Ier en Kaan toevallig voorstanders van
protectie waren geweest, dan zou ik het
in de vrijhandtlwrs niet geprezen hebben,
zoo zij hadden getracht, die heeren als le
den der Staten te doen vallen alleen daar
om want ik blijf bij mijne meeuingde
sop is hier de kool niet waard. Zoo gij
overtuigd zijt, dat protectie voor ons land
noodzakelijk is, maak dan propaganda zoo
veel gij wiltricht protectionistische Ver-
eenigingen opzend petities aan de Twee
de Kamer, desnoods eiken dag één houd
lezingen in alle mogelijke plaatsen van ons
land doe brochures verschijnen, waarin de
voordeelen van uw stelsel aan de nadee-
len worden getoetstdoe wat gij wilt,
maat ik herhaal het verdrijf geen
verdienste'ijke minnen uit een lichaam,
dat met protectie niets to maken heeft.
En wanneer gij mij hierbij nogmaals ver
wonderd aanziet en nogmaals denkt aan
de verkiezing der Eersle-Kamerleden,
dan verwijs ik u andermaal naar hetgeen
ik hieromtrent schreef in de Schager-Cou-
rant van den 26en Mei.
Ik weet, amice! dat gij nzelven het recht
toekent, over vrijhandel en protectionisme
te oordetlen. Ik ontzeg U dat recht niet,
maar mag toch vragen, of aan nw oirdeel
in deze materie veel waarde mag worden
gehecht. Mijne meening is, dat het zoowel
aan mij als aan U en aan zoovele honder
den, die het hoogste woord voeren over pro
tectie en vrijhandelpast - - hier eene
zeer bescheiden houding aan te nemen. Om
eeuigszins juist over dat ingewikkelde vraag
stuk te oordteleD, dient nauwgezette en
langdurige studie vooraf te gaan en wordt
veel meer kennis van zaken en toestanden
vereischt dan de meeste «oordeelaais"
„veroordeelaars" bezitten.
Eindelijk beweert gij, amice! dat de geest
der kiezers is uitgesproken en dat de ge
kozenen,ook die der Tweede Kamer, daarme
de rekening zullen houden. Ik ben alweer
zoo vrij met u van gevoelen te verschillen.
Waar op uwe caudidaten gemiddeld +1200
stemmen werden uitgebracht en op die der
In mijn oog heeft de verkiezing niets an
ders bewezen, dan dat die candidaten, wel
ke de meeste populariteit genieten, geko
zen zijn. Be Heeren-candidaten zijn geval
len, ziedaar alles\
Eén dier Heeren-candidaten was de heer
W a 11 e r. Weet gij, wat de heer Wal-
ler zes jaar lang in de Staten heeft ge
presteerd
Ik heb daarnaar geïnformeerd en mij
gewend tot menschen, die niet alleen
volkomen geloofwaardig zijn, maar die het
tevens volkomen goed weten 1 En wat
hoorde ik Dit o. a.: dat de Heet Wal-
ler niet alleen een verdienstelijk lid der
Staten mocht worden genoemd, maar
dat hij daarvan zelts een der sieraden was.
Mij werd zelfs verzekerd dat voir zoover
de vertegenwoordiging betreft van de plat
telandsdistricten, de Heer Waller een der
aller-bekwaamste en meest gezag hebbende
figuren waseen onmisbaar lid in onze Sta
ten, vooral in landbouw aangelegenheden
Mede door nw toedoen is de heer Wal
ler gevallen. Gij verheugt u over dien
uitslag, maar ik kan er onze provincie niet
mede fcliciteeren. Ik stel er nog altijd
eene eer in,dat ik althans hebt getracht zijn
val te voorkomen en, zoo ik door mijn
schrijven of door mijn ageeren in Nieuwe
Niederp ook slechts éen steentje heb bij
gebracht om althans den heer Kaan in
de Staten te behouden, dan is mijne moei
te ruimschoots beloond.
Ten slotte het volgende. Wij zullen het
over deze verkiezing wel nooit met elkaar
eens worden, amice 1 en zoo zal het ook
gaan mei honderden anderen in het dis
trict Schagen. Maar laat ons dat niet al
te zeer spijten 1 Gij weet betdu choc
des opinions jaillitla vérité. Laat ons ho
pen tea bate oozer Maatschappij, dat ook
hi9r uit wrijving van gedachten, de waar
heid geboren worde.
Geloof mij,
J. G. van Eden.
1895.
a a n beste-
Schagen, 4 Juni
Afloop van de
ding van Straatwerken en levering van
Straatzand ten behoeve voor de Banne en
den Polder Schagen.
420st.lt3. 113 st. M3. 330 st. II3.
Rijstraat. Halve rijstraat. Paardenp.
E. Krans, te
Schagen, 14 ets, 9 ets. 7 ets.
J.de Moei, id. 17 ets. 10 ets. 6 ets.
A. Trap, Nie-
wer Amstel, 21 ets. 12 ets. 10 ets.
Aan den laagsten inschrijver gegund.
Afloop aanbesteding van Straatzand, 110 M1.
A. Bruin, Scbagen, f 1,59 per M3.
P. Mienes, f 1.54
Aan den laagsten inschrijver gegund.
Verslagder vergadering
van den Raad der gemeente SCHA
GEN, gehouden op Dinsdag 4 Juni
1895, des morgens ten 10 ure.
Afwezig de heeren C. Asjes en Jb. Stam
mes.
Na opening der vergidering en lezieg
en goedkeuring der notulen, werd me-
dedeeling gedaan van de navolgende in
gekomen stukken, welke voor kennisge
ving werden aangenomen:
1. Misgiave van Ged. St. waarbij goed
keuring vorig raadsbesluit betreffende af-
en overschrijvingen der gemeentecomp
tabiliteit, dienst 1894.
2. Id. goedkeuriug besluit tot aan
koop grond Nes, van den heer M. Stam
mes.
3. Miss. v. de dir. d. H. IJ. S. Mij.
waarbij kennis wo'dt gegeTen, dat aan
het verzoek betreffende de inlegging van
den oorspronkelijken trein van halfvier,
thans door overwegende bezwaren niet
kan worden voldain, doch dat genoemde
Dir. bij het vaststellen der regeling van den
winterdienst, het door Schagen ged ine ver
zoek in overweging zal nemen.
4. Schrijven der Plaatselijke School
commissie, waarbij de raad wordt uitge-
noodigd tot bijwoning der toekenning van
belooningen en eereblijken aan de kinde
ren der O. L. School alhier, welke zal
plaats hebben op Zaterdag 15 Juni e. k.,
des middags ten 2 ure.
Hierna kwam aan de orde de behande
ling der politie-verordeuing, naar aanlei
ding van door Ged.Staten gedaueop-eu aan
merkingen met betrekkikg tot den inhoud
der verord., gelijk die onlangs door den
raad was aangenomen.
Overeenkomstig werden gewijzigd art.
6 en 7: schrapping van het woord „8ocitei-
ten." art. 37 a Bedelarij in het openbaar
vervallen; art. 90 vervalt wegens den
zelfden inhond als art. 173.
art 140. Weglating der abusief daarin
en opgenomen artikelscijters137 141.
art. 173. Weglating der daarin ver
melde artikels 6 11, aangezien daarbij
geen last tot binnentreding in de wonin
gen der ingezetenen hnns ondanks, te pas
komt.
Met betrekking tot de artt. 12 en 169
kon de raad zich niet met het gevoelen i
van Ged. Staten vereenigen en besloot: I
Art. 12a, de bepaling regelende beten-
geling dronkenschap i n de tapperijen
te handhaven
art. 169 aldus te wijzigenVrijstelling
van brandspuitsdienst wordt door B.en W.
verleend
a. Wanneer men door ziekte niet te
genwoordig kan zijn: hetgeen moet blij
ken nit een vertrouwbaar bewijsb.
Wanneer men met deugdelijke bewijzen sta
ven kao, om de een of andere reden in de
onmogelijkheid verkeerd te hebben, zijne
verplichtingen na te komen."
Verder werden op voorstel van B. W.
nog de volgende alinea's ingevoegd
bij art. 98. Onverminderd de bij overtre
ding dezer bepaling gestelde boete of straf,
zal dit uitbaggeren of slooten door B. en W.
op kosten van den eigenaar- vruchtgebrui
ker of beheerder geschieden, indien deze na
latig blijft aan het in de eerste alinea van
dit art. bepaalde te voldoen.
Bij art. 121de hoogte van elk
vertrek in plaats van op 2.50 M. we
der minstens te stellen op 2.75 M.
Bij art. 159 de handelaren in licht
ontvlambare of ontploffende stoffen, hooi
en stroo daaronder begrepeD, zijn verplicht
de voorzorgen in acht te nemen, door of
namens B. en W. aan hen opgegeven. Ver-
koopers van baskrnit zullen daarvan geene
grootere hoeveelheid in voorraad mogen heb
ben dan 12% kilogram-
Volgde nu de behandeling van door B.
W. van het bestuur der afd. Noord-Holland
van de Vereen, „het Nederl. Paardestam-
boek" ontvangen mededeeling, welte bij
d*t bestuur van het Hoofdbestuur was inge
komen en luidende:
„Het Hoofdbestuur der Vereeniging
„het Nederlandsch Paardenstamboek" ont
ving van uwe afdeeling het verzoek, om
vau advies te dienen in zake de instelling
van paardenmarkten in het noorde
lijk deel der proviucie en wel te Schagen
en te Alkmaar-
Ondergeteekenden hebben getracht daar
toe de noodige gegevens te verzamelen en
stelden zich in betrekking met de groote
bnitenlandsche paaMenhandelaars, die on
ze markten bezoeken.
Het resultaat dier bespreking geeft aan
leiding tot het navolgende
1. de oprichting van eene nieuwe markt
op den dag aan de Julimarkt te Haarlem
mermeer voorafgaaude (dit jaar dus te stel
len op 25 Juli) zal vrij zeker op bezoek
kunnen rekenen, indien aan de buitenlaud-
sche handelaren eenige zekerheid van aan
voer op de markt kan gegeven worden
2. bij de kooplieden bestaat de meening,
dat de paardenf ikkerij in het noorden
van Noordholland niet vau dien omvang
is, dat de oprichting van twee markten
kans van welslagen zou aanbieden
3. de bestaande markt in het begin van
September te Alkmaar komt wat vroeg.
Kooplieden, die zich naar deze markt be
geven, moeten uitsluitend daaitoe eene
reis uit hun land naar hier maken, om
dat andere groote markten omstreeks
dien tijd niet gehouden worden.
Het verdient overweging, de markt in
het tweede deel van September te houden
bijv. na Leerdam en Zilt-Bommei en vóór
Tiel, dit jaar dus op Maandag 23 Septem
ber.
Bij de overweging houde men echter
in het oog, dat de overeenkomst van vele
vreemde kooplieden niet zeker is en stellig
niet bij voortduur, indien te Alkmaar niet
meer le klasse paarden worden aangevoerd;
daarbij, dat de bestaande markt aan inland-
sche kooplieden de kans geeft, om de aan-
koopen, op de Alkmaarsche markt gedaan,
op de volgende markt met winst van de
hand te doen, eene kans, die lijden zal
door verschuiving van den datam, waarop
de markt gehouden wordt.
Resumeerende, geven ondergeteekende als
hunne meening:
1. de instelling van een Julimarkt biedt
kans van welslagen aan;
2. de najaarsmarkt te Alkmaar is vol
doende voor de omgeving; deze markt
blijve men behouden, misschien kan de
da'um iets later worden gesteld."
Overeenkomstig de opmerkingen der
heeren v. d. Maaien en Roggeveen en con
form. den wensch van B. en "W., werd
met algemeene stemmen besloten, behou
dens nadere goedkeuring van Ged. Staten:
te stellen voor onze gemeente, een
in
en voor die gelegenheid vrijdom van markt-
geld te bepalen voor de aan die markt-
aangevoerd wordende paarden, en daarente
gen aan de pachters van het marktgeld
evenredige restitutie te verleenen.
Voorts werd conform voorstel B. en W. be
sloten: a. tot at- en overschrijving ten
dienste der gemeente rek. 1894, tot een
bedrag van f 71.93.
b. tot teruggave van ®/12 H. Omslag
aan de adressante. wed. Ligthert, wegens
vertrek uit de gemeente.
Bij de rondvraag verzocht de heer Rog
geveen, naar aanleiding van het onlangs
in dei Helder voorgevallen spoorwegon
geluk, waarbij 2 kinderen werden over
reden, dut door B. W. aan de dir. der
H. IJ. S. Mij. het verzoek zou worden
gericht, de afsluiting in de Hoep zooda
nig te latan verbeteren, dat soortgelijk
ongeluk daardoor voorkomen worden.
Yoorz. 'belooft ingevolge den gegeven
wenk de noodige stappen te zullen doen.
Hierna werd de vergadering gesloten.