bescherming Tan Dieren, Donderdag 20 Juni 1895. D 39ste Jaargang No. 3000. d Brtip ter alpeeie tennis, in tot en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekend mak I iijfen. 1881 KiClIS-, Uitgever J. WINKEL Bureau: SCHAOKA, liaan, B 4. Gemeente Sehagen. POLITIE: Ter Secretarie worden inlichtingen ver zocht omtrent een op 17 Jani vermiste zwart leeren Damesportemon- naie inhoudende ongeveer f 2.en een paar gouden oorbelletjes, BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sehagen Gelet op art. 77a van de Politieveror dening voor die gemeente, dat het op den 17, 18, 20 en 23 Juni a. s. in het belang der openbare orde verboden is, in de kom der gemeente, ranat de punten waar de daartoe betrek kelijke waarschuwingen zijn geplaatst an ders dan stapvoets te rijden. Overtreding wordt gestraft met een boe te van ten hoogste tien gnldeD. Sehagen, 11 Juni 1895, Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Sehagen, brengt op aan hem daartoe gedaan verzoek het ondeistaande ter kennis der ingezetenen atdeeling Noord-Holland, benoorden het IJ. Met aandraDg doet het bestuur een beroep op den steun van hen, die overtuigd zijn, dat missliariclelirig' van dieren onder welken vorm ook in strijd is met het beginsel der humaniteit en verlagend werkt op het het karakter van den mensch. "Vooral in dezen tijd, nn vele handen gereed zijn de nesten der zangvogels, die ons zooveel nut en ge noegen verschaffen, moed- FEUILLETON. De (rit Zift, Sociale Roman nit het Vrouwenleven. Arthur Zapp. 6. Edith gevoelde zich door zjjn nitingen bovenmate verrast en zij kwam plotseling tot het bewustzijn hoe dwaas zij geweest was zich voor haar stadie in het latija te scha men. Die onverwachte wending welke het ge sprek genomen had, maakte haar zoo verle gen, dat zjj niets passends antwoorden kon. Mijnheer Diager echter sloeg den Liviut dicht, legde hem op tafel en ging voort: „Ik ben in tegendeel van oordeel, dat bet voor een ieder, zoowel voor vrouwen als voor mannen beier ware, wanneer ooze jouge meisjes een beter en degelijker onderwijs kregen, waarlijk tij zijn thans niet in staat haar eenvoudigste plichten als moeder en echtgenoot te vervallen." Het onbehagelijke, angstige gevoel, dat Bdith nog voor weinige oogenblikken geheel bebeerschte, was plotseling verdwenen. Zij zat daar met de handen in den schoot gevou wen een weinig voorover gebogen De rede neeringen van den jongen dokter verwekten in den boogsteu graad hare belangstelling en zij hield bare oogen gevestigd op hem die tegenover haar zat, met den stillen wensch voort te gaan. Mijnheer Drager liet zich niet nooden, zijne ideën te verkondigen. „Wanneer men de zaak, vrij van eenig vooroordeel of eenige partijdigheid, beziet,* ging bij voort, „zoo moet men er zich over verwonderen, dat wij er niet zelt voor zorgen, ons vrouwen te kiezen, die goede steun zjjn in den strgd om het bestaan, die telken dag ingewikkelder en moeieüjker wordt. ,Voor dengene, die geen hooger eischen stelt, dan dat zijne vrouw goed kookt het huis scboou houdt eu de knoopen aan' zijn jas naait, voor dien is een vrouw vol doende, die geesteljjk niet hooger staat dan gewone dienstbode. Wie echter zijn Trouw wil noemen, zijn kameraad, zijn hulp, Tan wie hij in zaken waarin bij belang 8'elt en belang stellen moet, dezelfde be- langsteUing verlangt, die vindt in zulk ge woon dagehjksch schepsel niet hetgeen bij «w»dig heeft» willigf te verstoren, verzoekt het bestour den welgezinden dringend, dit met alle hnn ten dienste staande mid delen te beletten. Het Bestnnr: Get. Mr. H. F. do Wildt, Heiloo, Voorzitter. A. Zimmerman, Hoorn, Onder-Voorz. i/ C. J. Reiziger, Alkmaar, le Secretaris. G. Roodenbnrch, Hoorn, 2e Secretaris. n Jhr. J. F. A. van Panhnijs, Alkmaar, Penningmeester J. M. Balfoort, Alkmaar, r K. de Jong Mz., Hoorn. Sehagen, 11 Juni 1895. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Binnenlandsch Nieuws. Beroepen bij de Neder 1. Herv. gemeente ie KOLHORN, de hulp predikant 11. Lelie, te Wa verveen bij Mijdiecht. Bij den aanvang der gods- dienstoefening in de hervormde kerk te UITGEEST, deed zich den 16 het vol gende geval voor. Een burger van de plaats, die nau godsdienstwaanzin lijdt, bevoud zich in de kerk. Na het eerste zingen stond hij op van zijne zitplaats, liep tot vóór den preekstoel en begon met luide stem de gemeente toe te spreken. De kos ter was spoedig bij de hand, en geleidde den man weder naar zijne plaats, waar hij verder rustig bleef zitten. Tot hoofdingelanden van de ANNA-PAULOWN APOLDER zijn herkozen, de H.H.: G. H. Geerligs en C. J. Mazure, periodiek aftredende, en gekozen in plaats van den heer B. A. Kaan te IJpolder, die bedankt heeft, de Heer <75. Zijp Hz. te Wieriugerwaard. Het fanfare-corps WINKEL heeft het voornemen, den 4 Augustus een festival te houden, waarvoor verscheidene vereenigingen tot deelname zijn uitgenoo- digd. Aan het festival zal eene verloting verbonden worden van een kunstvoorwerp voor de deelnemende vereenigingen. Men meldt nit AMSTERDAM. Drn heer Désiió Pauwels, den fort-té. Het jonge meisje klopte het harte sneller. Voor 't eerst in haar leven, hoorde zij derge lijke theoriën verkondigen, die baar altijd wel, al was 't dan ook duister, voor den geest gezweefd hadden, maar die zij tot nog toe nooit in roode bewoordingen bad hooren uiten- Wel had zij dikwijls het tegerdeel gehoord en gelezen, en ook nu kon zij niet nalaten te zeggen„Het is toch bewe zen, dat de vrouwen niet zoo goed in staat zijn geestelijken arbeid te verrichten als man nen.* „Bewezen Mijnheer Drager lachtte. „Verkondigd is die meening ja, maar be wezen? Ik benvan oordeel, dat gaesteljjke ga ven de vrouw niet zijn aangeboren, maar door opvoeding door haar worden verkregen. En wanneer men zegt, dat de vrouwen een minder hoeveelheid hersenen hebben dan de man nen, zoo is dit tenminste relatief vol strekt onwaar. In verhouding tot de ande re V6rdeeling van haar lichaam bezit de vrouw een grootere -heeveelheid hersenen dan de man. En dan moet nog maar bewezen worden, dat de geestesgaven van een individu afhangen van de hoeveelheid hersenen. Eu,* nu lachte hij bartelyk en een scbalksche trek was duidelijk op zijn gelaat merkbaar „wanneer ik naar mijn eigen ervarigen uitgaan, betreffende mijne familie, zoo zou de werkeljjkheid mijne opi nie bewaarheiden.* Zij zag hem vragend en nieuwsgierig aan. Mijnbeer Diager vervolgde „Ik heb name lijk ten zuster, die in Zurich in de mede- cijneu studeert en die evenrer heen is met haar siudie als ik; toch is zij een jaar jon ger. Zij denkt in het volgend halt jaar te promoveeren, evenals ik.* Op Edith maakte deze laats'e mededee- ling een eigenaardigen indruk. Het bloed schoot haar door wangen en voorhoofd, zoo dat zij voor een oogonblik alles als in een nevel zag. Tegelijk werd zij beheerscht door een gevoel van schaamte, zoodat zij de oogen neersloeg en het hoofd boog. Zjj schaamde zich voor haar nederig beroep en ondanks baarLivius op tafel, die toch h t bewijs was, dat zij naar veredeling van haar geest streefde, kwam zij zicbzel! toch klein en nietig voor. Gelijk met deze gevoelens, werd haar gemoed vervuld door een doffe smart en bewondering. Deze in haar bart ronddolende indrokken gaven zieeindelijk luebt in de naïve uitdrukking: „Uw znster studeert Ja, maar hoe is dat eigenijjk mo gelijk De jonge dokter lachte. „Dat is zeer een voudig,antwoordde hij. „Mijn zuster ging 4 jaren geleden ais negentien-jarig meisje nor der Hollandsche Opera, wachtte Maan dag bij zijne komst tehuis (Sarphatistraat) een zeer onaangename verrassing. Hij bracht zijne vacaDtie te Rozendaal en Velp door en werd door zijn beueden-bunrman te Amsterdam per telegraaf naar hnis ont boden. Daar vond hij zijne woning teiug als een toonbeeld van wanorde. Reeds Zater dagavond moeten brutale inbrekers zich toegang hebben verschaft tot zijn étage, kostbare geschenken, al wat de gevierde langer als huldebetuigingen had ontvan gen, van hunne gading vindende, en ver der vernielende wat niet was mee te ne men. Dit is in korten tijd de tweede maal dat de Amsterdamsche dieven het op een artist voorzien hadden. Immers, eerst ko zen zij de woning van den dichter en too- neelbestuurder Fiora Della Neve (mr. van Lochem) tot opjec'. van huune werkzaam heid. Men schrijftvan TESSEL: Met bijzonder feestelijk vertoon zijn zon dag aan de tien reddeis aldaar, die zes perso nen van hunin zinkenden s'.aat verkeerend vaartuig afhaalden, in den storm van 24 Maart 1. 1., de zilveren en bronzen medail les uitgereikt, den wakkeren visschers door de regeering toegekend wegens hun man moedig gedrag. De Koningin Wilhelmina-BeWaarschool te Oudeschild was voor deze gelegenheid smaakvol versierd. Bij de tonen der mu ziek en een welkomstgroet van het zang koor „Utile üulci".. werden de redders met hunne vrouwen verwelkomd. De burge meester jhr. Strick van Linschoten, sprak de moedige mannen zeer waurdeerend toe, terwijl zijn echtgenoote hen de medailles op de borst hechtte, 'l Was een treffend schouwspel, bijgewoond door de meeste le- deD van den Texelschen Schippers-sn Vis- scherbond. Z aler dagmiddag ten 4 ure, toen de trein van Uitgeest te AMSTER DAM aankwam, stapte een heer uit, die zich onmiddellijk naar een waterplaats be gaf en zich daar door een pistoolschot van het leven beroofde. naar Zurieh, deed met glans haar toelating- examen en liet zich toen bij de medische fa culteit inschrijven." „En heeft zij nu plaa, later als doctores te gaan practizeeren „Waarachtig zeker. Dat is tegenwoordig niet zoo iets bijzonders meer, als ge schijnt te gelooven, juffrouw Bülau. Mijne zuster deelde mij mede, dat in het laatste halfjaar zeventig vrouwelijke studenten te Zurich op de hoogeschool waren ook in Parijs schij nen over de honderd vrouwelijke studenten te zijn." „En al deze dames worden doktores vroeg Edith, die door de al sterker en ster ker in baar ontwakende belangstelling het gelaat weder had opgeheven en met span ning luisterde naar haar bezoeker. „De meesten ja, niet allen. Ik las laatst in e<m blad, dat er in Amerika over eeoi- gen tijd reeds drie duizend vrouwelijke doc toren zullen zijn en ook in Londen stadee- ren er reeds over de honderd voor docto res Edith bevond zich in een onbeschrijflijke opgewondenheid. Dat waren verrassende medeelingen die voor haar den glans van nieuwheid en oorspronkelijkheid nog niet hadden verloren. Wanneer er vroeger in hare kringen over dergelijke dingen gespro ken werd, dan had men er spottend de schouders vooropgetrokken. „De vrouw als doctores" was in deze kringeu een sprookje, dat in het hoord van het een of andere meis je, met nijgingen van een blauwkous, was opgekomen. Slechts met geringschatting en spot had men over deze vrouwen, die streef den naar zelfstandigheid en geestelijke ge lijkstelling gesproken, wanneer men er eiode- lijk eens toekwam een dergelijk ernstig on derwerp aan te roeren. En nu kwam zjj plotseling te weten, dat er reeds een gansche rij van moedige vrou wen en meisjes waren, die het, wat haar in stilte een heerlijk ideaal had toegesche nen, praktisch verwezenlijkt hadden, om met behulp van een zeer geacht beroep, door geestelijken arbeid zich een eervolle onafhan kelijkheid te verwerven! Haar hart zwol en hare oogen schitterdea vol vaar. Ook dat hoopte zij eenmaal te bereiken. Maar reeds in bet volgende oogenblik week deze verheven stemming eu maakte plaats voor een droefgeestig gevoel; op nieuw drukte haar het denkbeoid aan haar eigen nederige positie, de gedachte hoever zij van al die gelukkigen verwilderd was. Een scha duw van diepe neerslachtigheid breidde zich nit over haar zooeven nog »oo stralend ge laat; de verdrietige trek om hare mond- Te FRANEKER wordt een adres aan H. M. de Koningin-Regentes ter onderteekening aan belanghebbenden en belangstellenden aangeboden, houdende verzoek, dat alle goederen, ingevoerd nit den vreemde, speciaal uit üuitschland, van staatswege aan een bacteriologisch onder zoek zullen worden onderworpen en dat de invoer zal worden verboden, indien er voor onzen veestapel schadelijke bacteriën in voorkomen. Adressanten achten den voorgestelden maatregel gewenscht tot tijd en wijle de buiteolandsche grenzen weder voor den in- en doorvoor van vee zullen zijn ge opend. De heer B. uit de Vondel- straat te AMSTERDAM is gistermorgen op den Dam aldaar door een kerel aange rand, die hem met een mes een snede over het gezicht toebracht. De aanrander werd in de Kalverstraat gevat en ver klaarde anarchist te zijn. Te MARKELOO z ij n inde laatste dagen eenige gevallen van cholera n os'ris voorgekomen. Geen der lijders is gestorven.. Op URK sloeg de bliksem in de wouing van den ouderwijzer V., ter wijl het gezin aan tafel zat. Hoewel bet hemelvuur bijna rakelings langs de men- schen heenvloog, kreeg geen hunner eenig letsel. T e HEELSUM is b ij een h e- vig onweder de bliksem geslagen in een ge bon w, bewoond door B. Een 19-jarige dochter, die zich in het woonvertrek bevond, werd door den bliksem getroffen en gedood. Brand is niet ontstaan, de overige huis- genooten bleven ongedeerd. In de Leeuw Ct. leestmenhet volgende Een driejarig knaapje lag ernstig ziek. De geroepen geneesheer constateerde her senziekte. Men zon meenen, dat de ou ders nu alle raadgevingen vau den genees heer getrouw opvolgen en iedere hulp gaar ne aanvaarden zouden. Al spoedig echter bemerkte de geneesheer, dat er niets hier- hoekeu, de omfloersde oogen, zij legde dui delijk getuigenis af, van hetgeen er in haar ziel omging. Zonder iets te zeggen, sloeg de jonge ge neesheer bet meisje gade, toen het weder het hoofd op den borst hangen liethij scheen, hetgeen er in haar omging, te ra den, want plotseling vroeg by „Zeg mij toch eens, lieve juffrouw, hadt gij niets be ters kunnen beginnen, dan naaister te wor den?» Zij rilde bij deze vraag. Maar zij beheorschte zieh spoedig en antwoordde ernstig„De plotselingen dood mijns vaders zette mijne zusters en mij voor de noodzakelijkheid, voor ons zelf te moeten zorgen, en daar ik niets anders geleord heb „Maar met uwe verstandelijke ontwikke ling I Er zijn toch instituten en vereenigin gen, die zich ten doel stellen, jonge dames, zooals gij, hulp te verschaffen.» „Bet stuitte mij tegen de borst, in on zen bijzonderen toestand,mijn vader behoor de tot een zeer bevoorrechten stand aan iemand hulp en steun te vragen en het ongeluk dat ons getrofleu had, aan de alge- meene openie prijs te geven. En daar ik zoo spoedig mogelijk werk wilde hebben zij lachte en om het gesprek dat telkens pjjnljjker voor haar werd, een andere wen ding te geven, richtte zij de vraag tot hem „Heeft nwe zuster uit eigen neiging deze stadie opgevat?' „Ja, zeker, zij is met lijf en ziel aan haar studie gehecht. Maar de eerste spoor slag ontving ze door haar vader." „Van nw vader Edith onderdrukte dadelijk dia bittere stemming, die over haar komen wilde, toen zij bij deze woorden onwillekeurig herinnerd werd aan dat, wat haar eeuwig in het ou derlijk huis werd voorgepredikr. „Ja, mijns vaders stelregel was altijd, al zijne kinderen, ook de meisjes, zelfstandig te maken en ze een vak te doen leeren, die een zooveel mogelijk zorgelooze toe komst biedt. Mijn vader was bijzonder warm voor dit denkbeeld, daar bij een zus ter had, die getrouwd was met een ellendigen vent, die haar mishandelde." Edith's fijngevoelige natuur maakte zich zelf reeds een verwijt, haar bezoeker tot een dergelijke modedeeling als 't ware bijna gedwongen te hebben. Daarom vroeg zij „En uwe zuster, gevoelt zjj zich gelukkig in haar beroep „Pat zou ik meenen," antwoordde mijn heer Drager, en een vroohjk lacbje verhel- derde zijn geiaat. „Gij moest eens hooien met welk een liefde en warmte zjj srpeekt van geschiedde,j'a, dat de door hem voor geschreven geneesmiddelen zelfs niet werden gereed gemaakt. Wat was hiervan de re den Het kind heette te zijn... „betjoend* door eene in de bunrt wonende oude vrouw en eene andere vrouw bezat de gave, om als „dnivelbanster* te kunnen werkzaam zijn. Van die laatste eigenschap werd nu zoo druk gebruik gemaakt, dat misschien de „duivel* werd uitgejaagd, doch eenige dagen later tevens het leven van het kind. Deze feiten hadden plaats niet in eene of andere onbeschaafde streek, maar in in Frieslands hoofdstad, Poppebuurt, in de eerste helft van Juni 1895. Inde a.s. zomervergadering van de Provinciale Staten van Noord-Hol land, worden ouder meer de volgende pun ten aan de orde gesteld Rekeniug van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven over 1893, daarbij behoorende verantwoording, en een ontwerp-besluit tot vaststelling der (ontvangsten f 292,915,581/i en uitgaten voordeelig slot fl4.74.84h2); voorstel tot het verleenen van subsidie ten behoeve van de teekenschool t; Edam; brief ten geleide van een subsiedie-aanvraag ten behoeve van de vormschool ter oplei ding van helpsters tot onderwijzeressen aan Christelijke bewaarscholen (advies afwij- rend te beschikkenvoorstel tot het ver leenen van subsidie ten behoeve van de bewaar- en handwerkschool op Terschelling (f150 's jnars, voor de jaren 189698]; voorstel tot verleenen van subsidie ten behoeve van de algemeene bewaarschool te Hypolitushoef op Wieringen (f 100 's jaars, voor de jaren 1896/98 voorstel tot het verleenen van subsidie ten behoeve van de paardenfokkerij (f 5000 's jaars voor de jaren 1896/98); brief ten ge leide van de subsidie aanvragen ten behoe ve van den aantak van vee (advies afwij zend te beschikken brief ten geleide van de subsidie-aanvraag ten behoeve vau de huishoud- en industrieschool te Alk- msar voordracht omtrent de zeewering^ be- van hare studie. Laatst he«ft zjj bij eene operatie mogen assiteeren. Met welk een tiots maakt zij daarvan melding. Wanneer bet u belang inboezemt, breng ik u eenige brieven van mijn zuster mede en lees u daar iets uit voor." „Ach ja, dat zal mjj buitengewoon intar- resseeren," riep Edith onwillekeurig, big de, zonder te bedenken, dat deze uiting meteen een nitnoodiging om weer te komen inhield. „En nu* de jonge dokter stond op „nn is 't tijd voor mij om te gaan. Een groot half nur heb ik bij u doorge bracht." Hjj lachte en greep naar zijn hoed. „Een beetje rijkelijk voor een ziekenbezoek." Vervolgens stak hjj haar da hand toe met een trouwhartigen blik, en zjj drnkte de zij de hartelijk en dankbaar. flij stond reeds aan de dear toen h.j zich nog eenmaal omdraaide on mat eon ernstig gezicht zeide: „Het gewichtigste had is bijna vergeten. U niet overspannen met uw werk! Wellicht viudea wjj nog wel iets beters dan die moordadige naaimachine. Nu, daarover spreken wjj nog wel nader.» Toen Edith de zusters later vertelde over het bezoek van dr. Drager, toen dreigde Margot plagend mot haar vinger. „Jou Elitbje," lachtte zjj, „wanneer tus- schen u niet iets bjjzonders bestaal?! Overi gens, waarom ook niet? Een dokter is vol strekt geen slechte partij. Hoe lang duurt het nog, eer hij trouwen kan?" Adda echter trok de lippen op: „Weet ga Edith, mjj zou hij niet elegant en chic ge noeg zijn." Edith ergerde zich zoowel over de een als over de ander. „Gij beiden zijt toch zeer oppervlakkig," zcide zij, mot uwe eeuwige liefdes- en hu welijksplannen. Moet men dan in iedereen een huwelijkseandidaat zien?" Margot lachte. „Nu Edith, wjj zjjn toch onder ons. Dat spreekt toch immers vanzelf, dat is tooh de eerste gedachte wanneer men ean jongen man leert kennen,die geschikt is om te trouwen." Om acht uur in den avond van den vol genden dag herhaalde dokter Drager zijn be zoek. De drie zusters zaten juist aan hun bescheiden avondmaal, dat nit brood met boter eu thee bestond. Mijnheer Drager nam zonder veel complimenten een kop thee van Edith aan. Nadat hij het leeg gedronken had, en tot Edith een paar vragen omtrent hare gezondheid gericht had, baalde hij een klein pakje nit zijn zak Hij scheurde den om slag los en eenige brieven zoowel als een fotografie kwamen te voorschijn. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1