GEMENGD NIEUWS.
Wat rust bracht.
Als verkiezingsleus wenschf Lord Rose-
bery aan (e heffen: ,weg met het Hooger-
huia.* Een lichaam bestaande uit bisschop
pen, baronnets en prinsen van den bloede,
uitsluitend door waardigheid of geboorte ge
roepen hun veto's uit te brengen, beschouwt
de hooge liberale leider ais een bolwerk
van het conservatisme, waarin het volk geen
vertrouwen kan stellen. Wil men twee
kamers, een eerste bestaaode uit meer be
zadigde mannen, als remtoestel voor mis
schien al te overijlde besluiten door eene
jongere vertegenwoordiging genomen, dan
toch dient deze op den volkswil te steunen
en door het volk te worden verkozen. Zoo
ongeveer redeneert de edele lord van a.:n
standpunt. De conservatieve tegenpartij
denkt er natuurlijk ietwat anders over. Zij
ziet in 't bestaan van 't Hoogerhuis zoo
veel kwaad niet en meent in alle gevallen
dat het op den door onmachtig is, om
dringende maatregelen tegen te houden.
Met de lens: Bet rijk: één en onverdeeld
treden zij in bet strijdperk.
De welwillende lezer vergeve het ons, dat
wy in onze wekelijksche overzichten soms
in herhalingen vervallen, maar 't is voor ons
een troost, dat wat wij in bescheiden vorm
samenstellen, de groote bladen als dagelyk-
scbe kost opdisschen. 't Is ministruele cri
sissen, ontbindingen, verkiezingen, politieke
nota's, conferenties, zoo nu en dan afgewis
seld, door een oorlogzuchtig sensatie-be
richt, of een extra-vredelievende redevoe
ring. Beide laatste politieke schsakzetten
staan maar al te vaak ia verband, met ee
ne financieele operatie, of dienen als dwang
middel om de eene of andere volksvertegen
woordiging in de gewenschte richting, ten
opzichte van dit of dat wetsvoorstel, te
sturen.
Overvloedig stof lot schrijven geeft het
in zijn vervallen gTootbeid, toch nog fiere
en ontziene TURKIJE. Als kranke leeuw,
opgejaagd eo vervolgd, weet bet echter de
keffende honden op eerbiedigen afstand te
houden. Wat zouden ze gaarne den afge-
leelden woudbeheerscher, bespring jn, dooden
eu verscheuren; maar zijn scherpe tanden
en dito klauwen houden hen op eerbiedigen
afstand. Welk een scbooue gelegenheid geeft
de Macedouischo kwestie aan Bulgarije,
Servië, Griekenland en Montenegro, om zich
een deel van de lang begeerde proviociën
toe te eigenen.
Maar, wie zal de kat de bel aanbinden
Wie dorlt zich het eerst aan de tanden
en nagels blootstellen. Wellicht zon Bulga
rije ala voorvechter durven optreden. Eene
gemeenschappelijke nota der mogendheden
beeft de regeering van vorst Ferdinand
echter gewaarschuwd, het Macedonische
vuurtje niet verder op te rakelen, allicht
zou Bulgarije zich zelve daardoor leelijk
kunnen branden. En de nog altijd niet er
kende vorst der Bulgiren, vrijwel tevreden,
dat mi n hem tenminste in zijne waardigheid
duldt,heeft terstond een anderen toon aan
geslagen en wouscht thans niets liever, dan
met zijn verbeven bnnrman op den meest
vriendschappelijken voet te leven.
Van Servië, Griekenland en het land der
Zwarte Bergen heeft Turkije minder te
vreezen. Zij zijn te arm. Hen ontbreekt de
ziel van den oorloggeld. En bet reeds
meermalen bedrogen Europa zal wel wach
ten, bun denoodige middelen te verschaffen.
De financieele politiek heeft in Servië, d
zooveelste ministrieele crisis veroorzaakt. Het
liberale kabinet, met zijne overgroote, volg
zame meerderheid in de kamer, was tegen de
zware taak der financieele hervormingen niet
opwassen.
Gevolg van een en anderde radicale
minderheid aan 't bewind, kamer-ootbiodiog,
radicale meerderheid, nieuwe onuitvoerbare
plannen, en dan begint het spelletje weer
van voren af. 't Is daar een doorloopend
reizen van Schiedam naar Maassluis eu om
gekeerd. De lezer wordt beleefd verzocht
vau ons waarzeggend talent in deze nota
te zetten; die omgaog die haar toch zoo
noodig was, om haar verheven doel te be
reiken. Krcstig dacht zij na, of zij zich
door Ehrenreich en de politie zou laten
dwingen, den omgang met den jongen ge
neesheer af te breken. Zij overlegde een
geruimen tijd onder welk voorwendsel zij
den student te kennen mor-st geven, dat
zijne bezoeken niet meer gewenscht waren,
want hot stuitte baar tegen de borst, hem
de waarheid mede te deelen. Maar ras
kwam zij tot het besluit, dat het hem en
barer toch onwaardig was, haar toevlacht te
nemen tot onwaarheid. En zoe verzond zij
een korten, maar hartelyken brief, in welken
tij mijnbeer Diager, zonder in bijzonderhe
den te treden, schreef, dat zijne bezoeken
tot onverkwikkelijke gebeurtenissen aanlei
ding gaven, dus dat zij, hoezeer het haar
ook speet, zijne bezoeken niet meer kon af
wachten. Zij zon evenwel den dank, di9o zij
hem verschaldigd was, nooit vergeten, en
zoo by baar het genoegen wilde doen, in
briefwisseling met baar te treden, dan zon
hij haar daarmede ten zeerste verplich
ten.
Desen brief wierp zij in het voorbijgaan
in de brievenbus van mijnheer Diager's wo
ning. Prompt op den volgenden dag kwam
er antwoord. Mijnheer Diager deed zich
de heltigaie verwijten over zijne onbezonnen
heid. Hij zelf had rekening moeten boa
den met hare omstandigheden en de klets
praat der medebewoners. De juffrouw moest
zich maar niet alteveel aan deze verdacht
makingen storen, en vooral daardoor niet
baar eenmaal opgevat plan laten va
ren.
Hij geloorde evenwel, dat hij haar bij
haar studie ven bet grootste nut kon zijn.
Van een briefwisseling verwachtte by ge-m
goede gevolgen en daerom veroorloo'de hij
«ich den voorslag, of hij haar af en toe op
andere plaatsen niet zoo knnDen ontmoeten.
Het meer bepaalde, zonden wij beter mon
deling koDnen bespreken. Hg zon morgeD
om elf nar in bet mnsecm zijn, in de schil
derijenzaal. Kwam baar tyd en plaats niet
gelegen, dan verzocht hy nadere aandai-
te nemen,
Daar de Balkan-aangelegenheden ons nog
meermalen stof tot een politiek praatje zul
len geven, wenschon wij nog even stil ta
staan bij den keizer aller Duitse ers, die
almede de eigenschap betit, zy het dan ook
in verhevener mate, dat men zich met hem
bezig houd:, van hem spreekt. Het wach
ten en uitstellen moede, heeft de keizer
tot een krachtig optreden in MAROKKO be
sloten. Men zal aicb herinneren, dat voor
eeuige maanden oen Daitsch handelsreizi
ger door Marokkeezen werd geplunderd en
vermoord. De Duitsche gezant eischte een
schittereade voldoening, die evenwel tot
beden achterwege bleef.
Nu vertrekt een smaldeel naar Noord-A-
frika om den snltan uit metalen monden
aan zqn plicht te herinnneren. Algemeen
wordt het krachtig optredeD van den kei
zer door de Duitsche bladen toegejuicht.
Zou 't voor Nederland wellicht thans ook
geen tijd zgn, om naar aanleiding van het
afloopeu der Anna een woordje mee te
spreken? 't Zon niet de eerste maal zgn,
dat Holland in gemeenschap mat tweeden,
de zaken op de Berbaryscbe kast regelde.
Er viel een gure motregen. Slap en
droef hing het groen, dat geen teleurstel
ling nog gekend bad want het was
lente. Het boog naar de aarde, zoo bang
voor dat onbekende komend nit het blaauw
daarboven, waaruit hel enkel zon zich
dacht maar het blauw was nu vergrauwd
als hel wator van de rivier, waarlangs het
groen groeide, het water dat zoo blij glin
steren kon in het gouden licht.
Bij de rivier, aan het veer, stond een
ond huis met gelapte en verweerde mu-
reD, waarop groote vuil-natte plekken van
het water, dat uit de dakgoot sijpelde. Er
hing een roestig uithangbord boven de
groen geverfde deur de afbeelding van
het dorstend hert.
Binnen was het heel vol en druk, zóó
dat de deur maar op een kiertje open kon.
En door die opening wolkte een grijze rook
eu een lauwe walm. In groepjes zaten ze
aan kleine vierkante tafeltjes eu op lange
bankeu bij de ramen; landlieden met kaalge
schoren gezichten, roodbruin van zonne
brand en sluikgestreken hsren van-onder
hun zwarte petten, met zwarte stropdas
sen, en om hun lichaam zwart-
lskensche jassenen ook heereboeren
méér gezet, omdat ze minder werkten, en
met hoeden en atadsjasjes.
In een hoek was de tapkast met zwart
gelakte muren, waartegen de plompe kraf-
fen en roemers zich thuis voelden maar
de mooie lokdames van Korff's cacao of
Hulstkamp's likenr geneerden zich. De
waard vroeg daar niet om de kraffen en
gUzeu WBten zijn kinderen, die plaatjes
maar logés! Hij - de waard was noch heer,
noch boer,hij was kastelein welgedaan,ge
wichtig, bedrijvig. Het zaakje ging goed
vandaag. Er was veel volk gekomeD, van
overal uit den polder en da kastelein zou
zich de handen wel gewreven hebben, als
hij die niet beter gebruiken koD.
De een z'n ongeluk de ander z'n
brood, dacht-ie.
Yan het opkamertje naast de tapkast
gingen de dubbele bedstee-deuren open.
Er werd een tafeltje in de opening gezet,
voor den notaris en zijn klerk. Het ge
gons werd wat minder toen de notaris
plaats nam. Hij keek eers naar beneden,
ding.
Edith bloosde onwillekeurig. Was het niet
een vormelijk rendez-vous, wat mijnheer
Dr&ger haar voorsloeg? In het volgende
oogenblik, lachte zij erover. Was zij dan
Margot of Adda, die eeuwig over liefde en
trouwen dachten?
Hetgeen sy en die ernstige zoo weinig opeen
hofmaker gelijkende mijnheer Drager, met
elkander te verhandelen hadden, onderscheid
de zich als de dag van den nacht, v n de gewo
ne onderwerpen die jongelui plegen te hou
den, die een rendez-vous hebben. Zij over
legde niet lang. De voorslag van den stu
dent kwam haar eigen wenscben en verlan
gen zoozeer te gemoet, dat zij besloot aan
het verzoek van dr. Diager te voldoen. Maar
toen den volgenden morgen mijnbeer Dra
ger haar, atraleud van vreugde, tegemoet
trad, kon zij toch een lichte verlegenheid
niet van zich afzetten.
De student betoonde zich ook heden on-
bevangen en hartelijk.
„Nu, zeg mij toch eeDB, juffrouw,* sprak
by haar toe, zich op een bank naast haar
nederzettend,,wat is er toch gebeord? Waar
mede heelt men u het leven lastig gemaakt?'
Zy gemakte in een levendige verwarring.
„Laten wij die pijnlijke zaak toch laten rus
ten mijnheer Diagei?" verzocht zij.
„Goed, zooals ge wilt,* gaf hy haar goed
moedig toe en voegde er met vriendelijk
lachje aan toe: „Weet go, ik kon mij eigen
lijk wel gevleid gevoelen.*
„Gevleid?*
„Nu ja, dat men mij waarachtig in staat
acht gevaarlijk voor een vroow te wo-den.
Ik bid n, zie ik er nit als een held nit een
liefdes-in'rige?*
Ediih hield het hoofd gebogeD, en zoekon
zij niet zien,hoe hij bij den epottendeo toon
waarm.de de beer Drager zich met dit ge
val vermaakte, zijne mondhoeken
smartelijk trilden en zijne ocgen droevig op
haai gevestigd waren.
Het joDge meisje was deze wending van
het gesprek zeer pijnlijk. Zij kon mijnheer
Drager >och onmogelijk zeggen, dat Daar haar
idee een man,dien men met hart en aiel zou
door den dikken rook. Eon flinke opkomst,
en op de tafeltjes stonden al glazen ge
noeg daar zou goed geld van komen.
Hij keek nog eens en begon de condities
te lezen van den verkoop.
Naést het tafeltje, geleand tegen den
deurpost stond de afslager; hij had ook
een kaal gezicht en was heel in 't zwart,
net als de meeste boeren, illsen geen pet
had hij op en zijn haren had hij bij de
slapen naar voren gestreken in glad ge
krolde lokken. Lijdelijk wachtte hij tot
hel lezen gedaan was. Toen slikte hij
eens.
Wie zet dat in en biedt daar geld
voor
De woning van Pieter Karsten met
derdehalf bunder best land. Wie zet dat
in P
Twè dazend, riep er een. 't Was wel
vijf waard Twee duizend is geboje geld,
dreunde de afslager, wie zeit beter
't Was heel stil in de zaal, alleen de
rookwolkjes kringelden lustig op naar da
bruine houtzolderiug. Toen kwam er een
die beter zsi, en nog eeD, en nog een
soms twee tegelijk en daartnsschen
altijd de droge stem 7an den afslager, het
bod herhalend, droog en hard zonder ee-
nige emotieen de notaris met een lang
potlood zijn kin steunend als hij de bieders
monsterde.
Vier dnizend acht honderd galden is
gebojen om vierduizend acht honderd
gulden, eenmaalom vier duizend acht
honderd galden andermaal niemand
meer P Om vier duizend acht honderd
galden ten derden male.
Toen kwam er weer leven. Er werd ge
roepen en gestampt en gelachen en ge
klonken en het strijkgeld rammelde op
tafel.
Hij zat in het opkamertje achterin
bij het raam me de knieën over el
kaar en gebogen, het grijze hoofd rustend
op de vereelte hand. Zoo tuurde hij naar
buiten waar alles nat was en mieze-
Vier duizend acht honderd, herhaalde
hij bij zich zelf, half lnid.
Ja, Karsten, 't is niet veel, zei de
notaris, 't valt me niet mee.
Hoeveel zou d'r schoon voor me o-
verschieten, notaris als alles er af is?.
Nu, ik denk goed twee duizend.
Toen was het weer stil in de kamer.
De notaris rekende en zijn klerk schreef
krassand het proces-verbaal bij. De oude
keek naar buiten. Van den grijzen
toren galmde klokgelui; hoog golfden de
slagen weg over de lage huizen. Hij kon
juist ia het kerkportail zien, boe de kos
ter aan het touw trok; en de jongens die
uit school kwamen mochten meedoen. Dat
was voor Aart Joosten, die aan de kanker
gestorven was; hij had veel geledeo,ujaar nu
was ie dood, en zaligdood. üe dood gal
toch rust aar. ieder aan ieder. En hij
zuchtte.
Twee duizend een honderd vijftig
gulden, Ka.sten, zei de notaris, zijn pot
lood neerleggend. Er kan nog wat bij
komen in den afslag, maar veel denk ik
toch niet.
En acht-en-twintig honderd moest hij
hebben. Dat moest, anders zou het uiet ba
ten
Langzaam ging hij heen, de herberg uit
in den killen regen, die zijn kleereu door
weekte
Het moest.
kunnen liefhebben^ geen Adonis behoefde te
zijn.
„Het is zeer beschamend,* merkte rij op,
om toch iets te zeggen, „en voor meisjes in
mijne en mijoe zusters positie, zeer hinder
lijk en beleedigend, dat men overal en van
een ieder wantrouwen en verdachtmaking te
vreezen heeft, zoodra de omstandigheden ons
met een man in intiemer aanrakiDg brengen.
Alsof men geen andere gemeenscbappelijzo
gevoelens kan hebben dan over
„Beminnen en trouwen", vnlde de jonge
geneesheer aan, toen Editb verlegen zweeg.
„Daar hebt gij gelijk in," ging bij voort en
zag haar weder open en onbevangen in bet
gelaat. „Dat is teer treurig en beklagens
waardig. Maar vergeef mij mijne openhartig
heid, is het in het leven niet veelal zoo?
Gaan wij het gewone soort menscheu eens
na. Is het Diet in mindere standen evengoed
als in deftige kringen het geval, dat men ie
joDgelui te zamen brengt, alleen om ze te laten
tronweD.
Is daartoe niet reeda alles op ingericht,
van onze vroegste jeogi af? Met het gewo
ne schoolonderricht van jongens en meisjes
begint het reeds en dat gaat zoo ten allen
tijden van oas leven door. En door deze
alscheiding en vervreemding van deze twee
geslachten gebeurt bet, dat wanneer
de jongemannen en jongedoebters bij zeke
re gelegenheid te zameu worden gebracht,
elke onbevangenheid, elke hartelijkheid, elke
ongekunstelde toon, een onmogelijkheid is ge
worden. Vandaar dat schnwo, opgesierde,
weinig kinderlyke in ooze jonge meisjes, dat
ons bijna dwiDgt haar te bespotten.*
Ediih zweeg. Zij dacht aan het gezelschaps
leven, zooals dit in hare kringen gevoerd
werd; zij herinnerde zich bet leveu en de
gesprekken harer zusters, en zy moest hem
volkomen gelijk geven. Hevig klenrde zij,
toen zich het gesprek harer zusters over de
verhouding vau zichzelf tegenover Dr. Drager
herinnerde en dat was zeer zeker een be
wijs te meer voor zijne redeneerins.
WORDT VERVOLGD.
Er was nog twee honderd gulden bij
gekomen in den afslag. Hij had alles bij
elkaar geschraapt en zijn laatste stuk van
waarde verkocht het oude horloge van
zijn grootvader die ook Pieter heette.
Nu ontbrak er nog maar goed honderd
gulden aan. Waar «ou hij die krijgen? L;e-
nen? Misschisn was er wel iemand die het
zou dorn, maar dat wilde hij niet. Terug
geven zon hij het toch niet kannen, neen
nooit. Hij was oud hard werken ging
niet meer, en zijn dochter had zelf veel
noodig, voor zichzelf en voor haar kinde
ren, en het pensioentje was erg schraal.
Hij had maar één dochter, ééa kind.
Die was getrouwd, in de stad of ei
genlijk getrouwd geweest. Ze was nu we
duwe, sinds een paar weken pas.
Hij had nooit veel zin gehad in dat
huwelijk.
Zij waren maar boerenmenschen, hij en
zijn dochter, en zijn schoonzoon was 'n
meneer. Die was aan het spoor. Maar
z'n dochter was zoo gek op den jongen,
't was z'n eenig kind. O, ze waren zoo
op mekaar, die twee.
Nu was dat alles voorbij. Zijn schoon
zoon was gestorven en net op den dag van
de begrafenis had de ou ie man een briefje
gekregen van den chef, om eens op het bu
reau te komen. Toen hij van het kerk
hof terugkeerde, was hij er heengegaan.
De chef had heel bedenkelijk geke
ken.
O, zoo, de schoonvader van meneer
W.
En de beambte had hem een heele
uitlegging gegeven van wat de overledene
doen moest op het bureau en van zijn
boeken en zijn kas, en hoe die niet klop
ten met elkaar.
De oude had daar niet veel vaa begre
pen; maar wei begreep bij, dat er iets niet
in orde was en dat hij kon bijpassen, om
dat hij borg was en zoo spoedig mo
gelijk ook om de zaak niet ruchtbaar te
maken Dat had hij begrepen. De me
neer van 't bureau had 't belrag op een
papiertje geschreven, dat papiertje had
hij weggestopt in den perkemeiiten omslag
van zijn zakboek en dat weer diep in zijn
binnenzak. Toen was hij naar het sterf
huis geloopen, waar de familie nog was om
wat te gebruiken.
Maar hij kon niets gebruiken.
^Scheelt er iets aan had er een ge
vraagd.
»Aan mij niemendal," had hij geant
woord en verder gezwegen tot ze weg wa
ren.
Toen was hij op eens vlak vóór zijn
dochter gaan staan; .net zijn linkerhaoJ
in de binnenzak, waar de portefeuille zat
en hij had haar aangekeken in haar mooie
blauwe oogen.
Die waren nu rood opgezet en haar
hootd hing als geknakt.
Was ie heusch zjo'n goeie man voor
je altijd vroeg hij.
Er liepen groote tranen langs haar wan
gen en snikkend sloeg ze haar armen om
zijn rimpeligen halsU kou niet be
ter voor me zijn dan hij. De oude liet de
portefeuille los pn trok zijn hand terug.
't Is goed kind, zti hij zacht, 't
is goed
Niemand moest het weten wéérom hij
eigenlijk zijn boel verkocht had nie-
mend, en nooit zijn dochter, neen die
noot.
Wat hij zou gaan beginnen P Hij wist
bet niet en bij wilde er ook nog niet
aan denken. Eerst moest hij die laatste
honderd gulden hebben. De meneer van
't bureau had hem nog ren maand tijd
gegeven. En de helft was er al van om.
's Nachts lag bij de dagen te tellen die
nog overbleven. Die racbteD, o God, die
nachten Dan ging alles door zijn hoofd.
Dan was het om bem been zoo stil en hij
hoorde het kloppen van zijn slapen, dof
bonzend.
Hij was klaar wakker, hij stond op en
liep de woning door nog maar een paar
weken en hij zou er uit moeten om plaats
te maken voor den kooper, en waarheen
dan Eu die honderd gulden Hij
kon niet slapen, onmogelijk. Hij stak een
lamp e aan. Hoe leeg was het hier al
les wat waarde ba l, was weg. Doelloos
trok hij een lade open van de oude lata
fel, die nog overschoot ook leeg. Al
leen het kerkboek van zijn vrouw zaliger
lag erin, en zijn boekje van hel fonds. Als
hij dood was, kon hij ten minste nog goed
begraven wordeD. Honderd-twintig stond
eropzoodra hij dood was werd het nitbe-
taald, had de bode gezegd. De oude wreef
zich over het voorhoofJ 't was eigen
lijk zoüde en jammerhonderd twintig
gulden om er onder gebracht te wordeu.
Hij nam een stuk krant en pakte het boek-
jj erin, en daarbij een klein kattebelletje
wBarop hij groote hanepooten gekrabbeld
had met een stompje potlood, bij het flauw-
lichtend lampje. Dat kostte hem heel veel
moeite. Morgen zou-ie het meegeven aan
Piet van buurman, als die met de melk
naar stad ging, om het te bezorgen bij den
meneer van 't bureau 'i Was zoo goed als
geld en hij zou er toch wel onder komeu
vaa de armen. Dan werd er niet ge
luid zooals voor Joosten eD de kist was
wat ruwer maar ru'ten zou hij toch
welrusten.
Het «weet stond hem op 't voor
hoofd, maar nu was het ook klaar, het
adresjj stond er op. Hij znchtte diep. Zoo
licht voelde hij zich nu, o zoo licht. Bui
len kwam de dag aan; een witte nevel
als een wolligen sluier hing er over het
land. Hij blies het lampje uit; in de
kamer was het nog donker. Strompelend
ging hij naar de hooge bedstede m den
hoek. Hij was zoo moe, «oo moe en toch
voelde hij zich zoo verlicht die loo—
den last, die hem neergedrukt had, wis su
weggevallen en die loomheid, die na over
hem kwam, had iets behagelijks.
De bedstede was zoo hoog even ras
ten, op den stoel er naast. Wat duurde
het iang eer de dag vol doorbrak. De ne
vel werd niets mindereen dikke
mist kwam er en wat suisde het
als zware regenneen toch niet
het werd rood, in de verte de dag
kwam langzaam nu werd het lichter,
heel licht.... maar het suisde nog
altijd altijd door
Het snizen hield op, toen de volle dag
er was, blond en warm. Er viel een
gouden lichtstreep door de bleek-groene
ruitjes op de roode tegels van den vloer
en in de hooge bedstee, die leeg was en op
den oude die nog op zijn stoel zat naar
het raam gekeerd, waardoor de dag geko
men was, het hoofd neergezonken en zijn
knokige hand op het pakje met de hane
pooten, dat zoo goed als geld was.
De dood die rust bracht aan ieder..
R.Nbld.
Als een rnerkwaardig-
heid van den grooten brand te San Fran-
cisco dient nog vermeld te worden, dat
de brandweermannen, toen er op een ge
geven oogenblik gebrek aan water was, de
slangen volgens de N. Y. Herald
in eenige wijntanks in de nabijheid
legden en wijn in de vlammen spoten. Er
werden niet minder dan 18000 gallons
druivensap verbruikt.
De handelswijk te Minneapolis is mede
door een zwaren brand geteisterd, die voor
dollars 2000 schade aanrichtte en aan
negen personen het leven kostte.
Zijn verdiende loon.
Een pochhans kwam in een restaurant
te Mecrane. Hij dineerde goed, trok zijn
gigareukoker uit den zak en nam daaruit
bedachtzaam een havanna. Hierop greep
hij even bedachtzaam naar zijn portefeuille;
nam daaruit een biljet vau vijf mark, stak
het in braud en stak daarmede ziju si
gaar aan. Toen een der gasten opmerkte,
dat hij beter had gedaan met het biljet
aau een armen drommel te geven, begon
de jonge man te lachen en liet het over
blijfsel van het biljet zieD. Op hetzelfde
oogenblik stierf hem echter de lach op de
de lippen en riep hij uit: Drommels, dat
was een echte!" Weder bracht hij de por
tefeuille te voorschijn en onder het ge
lach der aanwezigen constateerde hij, dat
hij, in plaats van een der voor zijn doel
na&remaakte biljetten, een echt biljet vau
vijf mark had genomen.
Men leest in 't Soc. Weekblad
onder liet opschrift „Ontslagen":
„In zekere Ntderlandsche plaa's, niet
erg up to date den naam zullen wij
verzwijgen woonde ean dame. Deze da
me wandelde op zekeren dag over straat
en vroeg aan een werkmaD:
„Waar woont Jansen?"
„Daar," antwoordde de man, haar een
hnis aan den overkaut der straat wijzen
de.
Zeg eens, kan jij niet met twee woor
den spreken?"
r Ja, als u zelf er mee begint."
De dame ging naar den patroon van
den werkman, en beklaagde zich over het
gedrag van dien man. De werkman kreeg
zijn geld en werd weggestuurd.
„Hoe dom kon men toch zijn in zoo'n
plaatsje
't Is jammer dat het blad de namen
niet openbaar maakt. De d-me en de pa
troon verdienden dat zij gelijk men
het noemt „aan de publiciteit werden
prijs gegeven".
Een berucht Spaan se h
zakkenroller José Soler y Molto, dien men
sedert negen jaar in Frankrijk waaode, is
te Getafe, nabij Madrid, onder cnrieuse
omstandigheden in hechtenis genomen. Hij
bad een fraai landgoed gekocht, dat bij
zorgvuldig onderhield en brbouwde, en waa
onder den naam van Julio Varona een
der notabelen der sireek gewordentoen
hij evenwel op een zijner talrijke roof
tochten dezer dagen de portefeuilfe vau 'n
rijk koopman te Araujuez rolde, wist deze
toevallig van den diet een volledig signa
lement te geven, zoodat men hem uit-
sp urde en op zijn landgoed in hechtenis
kou nemen. De politie bracht haar arres
tant in zijn tigeu landauer Kaar Madrid.
De stad Gliniany in Gali-
cië is door braod zwaar geteisterdhet
centrum werd geheel vernield. Honderden
zijn zonder dak-
Uit Porto-Rico werdt belicht, dat 39
huizen te Barerqanit* zijn afgebrand de
schade is zeer aanzienlijk.
Te Dublin vond dezer dagen
een werkman eene gesloten blikken bus
op straat liggen. Terwijl bij de bus tracht
te fe openen, on'.plolie zij en de man
werd zwaar gewond. Hij is bezweken.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.