Nationale Militie. Bei KiesrecMomwerp. Zondag 21 Juli 1895. 39ste Jaargang Fo. 3009. Paardenmarkt Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL Bureau: SCHAGEH, Laan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. dit nummer behoort een Bijvoegsel. Bij Gemeente Sc hagen. Bekendmakingen. POLITIE. NIEUWE te S C H A G E N. BURGEMEESTER en WETHOU DERS van §€HAGËV, bren gen ter kennis van belanghebbenden, dat door den RAAD dier gemeente, met goedkeuring van Heeren Gede puteerde Staten van Noord-Holland, aldaar is ingesteld een jaarlijksche Paardenmarkt, te houden in de maand JULI, en wel op den dag vóór dien waarop gelijke markt wordt gehouden te HAARLEMMER MEER, welke markt hoofdzakelijk is bestemd voor luxe- en r ij t u i g pa arden, geschikt voor den bui- tenlandschen handel en voor paarden geschikt voor de Remonte; de laatste vanaf driejarigen leeftijd. Be markt zal dit jaar worden geliouden op Donderdag 25 Juli a.s. voor de aangevoerde paarden zal geen markt- geld verschuldigd zijn. Heeren paardenfokkers e. a. worden beleefd verzocht tot het wel slagen dezer nieuwe markt, in het noordelijk deel dezer provincie die o. a. zeer wenschelijk wordt geacht door het Hoofdbestuur der Vereeni- ging van het Nederlandsch Paarden stamboek door het aanvoeren hun ner daarvoor geschikte dieren te wil len medewerken, óók in hun eigen belang. Kunnen toch die dieren te Heilagen van de hand worden gedaan, dan worden daardoor de be langrijke kosten vermeden van het vervoeren naar verder afgelegen mark ten, b. v. te Haarlem en elders, verbonden. Buitenlandsche kooplieden hebben, reeds verklaard, de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aanvoer gerekend kan worden. Binnenlandsch Nieuws. Niet eenvoudig? Men heeft als eene verdienste van het ontwerp van den heer Van Houten op AlltlEd ïïiBlWS- Mtriafir- k LofSiiüiw, Ter Secretarie alhier, zijn inlichtingen te bekomen omtrent een gevonden gouden oorknopje. Schagen, 25 Juai 1895, Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. De BURGEMEESTER van SCHA GEN, daartoe de noodige aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter voldoe ning aan do bestaande voorschriften, ter algemeens kennis, dat tegen den 9en Au gustus a.s., tot den werkelijken dienst wordt opgeroepen, de verlofganger van de lichting 1892 Wilhelmus Karei de Jong, behoorende tot het 4e Reg. Infanterie, om op den opgegeven datum voor des namiddags 4 ure bij zijn korps te Haar lem present te zijn. Schagen, 19 Juli 1895. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. den voorgroud gesteld, dat het niet een voudig was, niet zoo eenvoudig als het vorige. Men prijst dit, omdat ook de werke- ijkheid niet eenvoudig is en, zooals het N. v.d. D. opmerkte, „zich niet laat beschrijven in enkele formules". Ziedaar, al prijzende, den vinger ge- egd op de meest wonde plek van het nieuwe ontwerp. Zeker, het ontwerp van den heer Tak was eenvoudiger dan dat van den heer Van Houten. Maar men heeft ongelijk de twee ontwerpen uit dit oogpunt te vergelijken. Waarom Omdat beider methode ver schillend is. De heer Tak begreep in waarheid dat de werkelijkheid niet in enkele formules is te omschrijven en han delde daarnaar. Hij ging te werk als een beeldhouwer, heeft men gezegd die, wegbeitelend wat te veel was, overhield wat hij zich voorstelde, terwijl de heer Van Houten gearbeid heeft als een schilder,die het beeld zelf maalde met verscbillei.de trekken. Als men die beeld spraak wil volhouden, moet men erken nen, dat het beeld van Van Houten niet af is. Het is niets meer dan eene schets en eene volkomen schetswant eene goede schets moet, zij het ook slechts met enkele krabbels en breede trekken, de juiste omtrekken en het hoofdkarak ter van het origineel te zien geven. Dat doet de schets van Van Houten niet, juist omdat hij de werkelijkheid „in en kele formules" wilde schetsen en hij te spaarzaam geweest is in zijne formules en te weinig nauwgezet in de keuze er den grondeigendom te behartigen, hoofd zakelijk door het beheerschen van den waterstand in den polder. En daar om is het belang bij de werken van het waterschap rechtstreeks evenredig aan het grondbezit en staat dus zoowel de schotplichtigheid als de stembevoegdheid in het waterschap in onmiddellijk ver band tot de hoegrootheid van het grond bezit. Hoe meer bundertallen, hoe groo- ter aandeel in de lasten en hoe grooter aantal stemmen. En de keuren en ver ordeningen, die het waterschap uitvaar digt, hebben geen ander doel en strek ken niet verder dan tot behartiging van het waterschapsbelang, dat is het belang van den grondeigendom Als de vergelijking van den Minister opging, dan zou hij eene kostbare vondst gedaan hebben, want dan had hij voor de regeling van het gemeente-kiesrecht eenvoudig het voorbeeld der waterschap pen te volgen. En nergens is de rege ling van kiesbevoegdheid en belasting plicht eenvoudiger en billijker dan in de waterschappen. les voor gemeentekieswet; want weet men nu nog niet, welken invloed het Personeel op de kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer zal hebben, men weet er nog minder van hoe de gemeentebe lastingen er zullen uitzien, wanneer de voorgenomen verbetering daarvan zal hebben plaats gehad, en welke gevolgen de voorgenomen of aan te brengen ver anderingen op het gemeentekiesrecht heb ben zullen. Wat men zeker weet, is, dat men hier eene regeling voor zich heeft, die even min op eene goede gedachte rust als eene goede uitwerking bevat van het stelsel, waarvan zij heet de toepassing te zijn. het van van. Blijkt dit in het algemeen reeds uit hetgeen wij over het ontwerp en de ken merken gezegd hebben, nog meer bijzon der komt dit uit bij de regeling van het gemeentelijk kiesrecht. Of de Minister zich inderdaad wel juist rekenschap heeft gegeven van de beginselen waardoor hij zich heeft laten leiden, moet men wel betwijfelen, als men nagaat, wat over dat gemeentelijk kies recht gezegd wordt. Om te betoogen, dat men aan gemeenteraadskiezers een suppletoiren eisch van belastingplichtig heid mag stellen, zegt hij o. a.#Het recht om uitgaven aan anderen op te leggen, waarin men niet zelf zijn even redig deel draagt, heeft nimmer gunstig gewerkt. Hetzij daaruit schroomvallig heid ontsta, om het noodige te verrich ten, hetzij het leide tot bevoordeeling van de eene volkslasse boven de andere, een rechtssysteem, dat politieken invloed van geldelijk belang bij goed en zuinig beheer scheidt, wordt op miskenning der menschelijke natuur gebouwd." Als de algemeene stelling juist ware, dan had zij ook moeten toegepast wor den op de kiezers voor de Staten-Ge- neraal en de Provinciale Staten, en zoo men meende, dat zij voor dezen niet en voor den gemeenteraad wel gelden moest, dan had de reden daarvoor moeten aan getoond worden. De eenige poging, die hiertoe aange wend wordt, is de stelling dat de niet be lastingplichtige ingezetenen eener ge meente wel hebben te gehoorzamen aan de verordeningen, maar niet de finanti- eele gevolgen hebben te dragen van de te nemen besluiten. Maai is dat bij Sta- ten-Generaal en Provinciale Staten dan anders En nu volgt er nog eene motiveering van den allerzonderlingsten aard „Dat juist dit onderscheid (tus- schen onderworpen zijn aan de verorde ningen en bijdragen in de financiëele ge volgen) ook in de volksovertuiging van overwegend gewicht geacht wordt ten opzichte van het recht om tot de samen stelling van het bestuur mede te wer ken, bewijst de gewoonte om het kies recht voor waterschapsbesturen van schotplichtigheid afhankelijk te maken. Ofschoon ook de keuren en politieveror deningen, door deze besturen uitgevaar digd, voor allen verbindend zijn, zou het een, voor zoover der Regeering bekend, nog nimmer verdedigde nieuwigheid zijn, het kiesrecht van het bezit van grond in het waterschap los te maken." Inderdaad eene nieuwigheid, even zonderling en even ongehoord als de vergelijking, die hier gemaakt wordt tusschen een waterschap en eene gemeen te Een waterschap is een lichaam, uit sluitend bestaande om de belangen van Van het waterschapskiesrecht vindt men evenwel geen spoor terug in het voorgestelde gemeente-kiesrecht. Een voudig is de voorgedragen regeling wel. Al te eenvoudig. Men neemt slechts het kiesrecht van de Staten-Generaal, kapt er een staartje af, zet er een ander stukje voor in de plaats en klaar is men. Dat er zóó van de vooropgezette stel lingen niets terecht komt, blijktdadelijk. Er moest, zoo wordt uitvoerig betoogd, belastingplicht zijn om kiesrecht te ves tigen, en men zou dus natuurlijk in de gemeentebelastingen moet bijdragen maar neende uitverkorenen, die in de rijksbelastingen Detalen en daarom kies gerechtigd zijn voor de Tweede Kamer zijn daardoor ook van rechtswege kie zers voor den Gemeenteraad, als zij maar een jaar in de gemeente gewoond hebben. Waarom Omdat, ah de ge meente opcenten heft op die Rijksbelas tingen, zij dan moeten bijdragen in de gemeente-uitgaven. Of zij dat werkelijk doen,en hoe groot of hoe klein het in op centen te betalen bedrag zijn moge, dat alles doet er niet toe. Als er maar uitlicht bestaat, dat de kiezer in de op centen zal moeten bijdragen, ook al is dat dan slechts enkele stuivers, dan is het gevaar opgeheven, dat er volgens den Minister ontstaat uit het recht om uitgaven aan anderen op te leggen, waarin men niet zelf zijn evenredig deel draagt. Doch dat gevaar ontstaat onmid dellijk weder voor hen, die hun kiesrecht voor de Tweede Kamer niet ontleenen aan belasting betalen maar aan andere oorzaken. Die moeten in de rechtstreek- sche gemeentebelasting betalen. En voor die is het niet onverschillig, hoeveel of hoe weinig zij bijdragen. Neen, voor de zen is een minimum bepaald, dat naar plaatselijke omstandigheden op f 1 tot f 2.50 is bepaald. Waar nu niet eene gemeentebelasting geheven wordt, wat op dit oogenblik in 79 gemeenten het geval is, is het niet mogelijk kiesrecht voor den gemeente raad te erlangen anders dan door be taling van rijksbelasting. Dat staatje van 79 gemeenten is voorts slechts eene zeer onvolledige opgave. Men moet weten naar welk belastbaar inko men als minimum in elke gemeente be- 1 lastiug geheven wordt en naar welken maatstaf in de laagste klassen de aanslag geschiedt, om te kunnen nagaan, of niet in zeer vele gemeenten die bepaling vol komen nutteloos is. Zulk eene volledige opgave zou nog uit een ander oogpunt leerzaam zijn. Het ligt voor de hand, dat in de armste gemeenten het minimum belastbaar inkomen het laagst en de hef fingsmaatstaf het hoogst zal zijn, en dat dus in dm gemeenten, waar het gevaar, dat men ducht, (het plunderen der ge meentekas ten behoeve der onvermogen- den) het grooht is, de kiesgerechtigdheid tot de laagste klasse afdaalt! Met andere woorden, dat die bepaling juist tegen haar eigen doel ingaat! In waarheid *de werkelijkheid laat zich niet beschrijven in enkele formules" vooral niet wanneer de formules maar zoo in 't wilde neergeschreven zijn. Te CALLANTSOOG is op strand bij paal 7 gevonden een lijk het mannelijk geslacht, gekleed met blauw, eugelsche trui, geruit overhemd, witte wol- len kousen, pilow bovenbroek en een ri&m om het lijf- Het lijk verkeerde rc ver gevorderden Staat van ontbinding en scheen dat te zijn van een Engelsch matroos. In den broekzak waren 6 koperstukken Engelsch geld en een oud zakmesje aan wezig. In het wilde genomen zijn de formu Bij stemming voor leden van den gemeenteraad te OUDCARSPEL zijn 45 stemmen uitgebracht op den heer J. Butter Ci., en 44 stemmen op den heer A. Kroon Pzwelke heeren dus her kozen zijn. Bij stemming voorleden van den gemeenteraad te NOORD-SCHAR- WOUDE waren uitgebracht 85 stemmen, waarvan 2 blanco; op den heer K. van Neanes 69 stemmen, en op den heer Jb. Hopman Pz. 62 stemmen, welke heeren dus herkozen zijn. Op Maandag 5 Augustus zal te BARSÏNGERHORN een wie- Ierwedstrijd worden gehouden op de korte baau, omstreeks 200 a 300 Me ter. De prijzen zullen bestaan uit 3 me dailles, vergulde, zilveren en bronzen me daille. Aan de Dinsdag 1.1. te HEER HUGOWAARD aan den ^Hengstman* gehouden harddraverij namen 6 paarden deel. De prijs werd behaald door het paard van den heer K. Kruijer aldaar, de pre mie door dat van de» heer G. Paarlberg te Zijpe. Tot leden van den g e- meenteraad, te HEER HUGOWAARD werden herkozen, de heeren: Jb. Zwaag met 131 en G. Wijnker met 102 stemmen. Herstemming tusschen de heeren W. de Groet aftr. lid met 87 en P. van Rangen met 68 st. Verder bekwamen, de heeren: D. de Boer 83, K. van Dam 28 en K. Bakker 19 st. en eenige andere personen een minder aan tal. De landbouwer D. W. i n den RU1GEWEG (Zuid-Zijpe) kreeg j. 1. Woensdag een ernstig ongeluk. Terwijl W.van een ladder afklom,gleed deze uit en viel, en W. van een merkelijke hoog te medevallend, heeft het ongeluk dat hij een been boven de knie, en e8n arm beneden den elleboog breekt. Br. Adriani van St. Maartensbrug, heeft de deelen gezet en naar wij vernemen gaat het met den patiënt naar omstandigheden vrij goed. Wegens openbare dron kenschap en verstoring der orde is te MEPPEL in arrest genomen een wethou der eeuer naburige gemeente. Te VUCHT is Dinsdag ze kere Philip Schlenker, aldaar woonachtig, stervende langs den weg gevonden. Naar het gerucht wil, heelt hij zeer vroeg in den ochtend nog in eeDe herberg vertoefd en in de zoogenaamde „Hut" te Vacht (een berucht huis) zou hij door 2 huza- re mishandeld zijn geworden. De man is in eene arbeiderswoning op genomen en Woensdagmiddag overleden. Het lijk zal op last van den officier te 's-Hertogenbosch gerechtelijk geschouwd worden. De bewoonster der „Hut", die men in hechtenis wilde nemen, is voortvluchtig. De Provinciale Staten van NOORD-HOLLAND vergaderden donderdag ter afdoening der agenda. Onder meer werd subsidie verleend aan de teekenschool te Edam voor den tijd van 5 jaren, f 1000 per jaar aan de bew.ar- school op Terschelliug f 125 's jaars, voor de jaren 1895/98f 100 's jaars voor de jaren 1896/98 aan de algemeene bewaar school te Hyppolytushoef op Wieringen f 5000 's jaars voor de jaren 1896/98 ten behoeve van de Paardenfokkerij. Afwijzend werd beschikt op de subsidie aanvrage, gedaan door het bestuur der huishond- en industrieschool te Alkmaar. Aan de orde kwam mede het voorstel van Ged. Staten, om in de quaestie Cal— lantsoog te nemen het volgende besluit le. dat er geen termen bestaan de dni- nen van Callantsoog te brengen onder het gebied van den polder van dien naam 2e. dat er evenmin reden is, voor het onderhoud dier duinen, een nienw water schap op te richten 3e. dat er ook geen aanleidig is, wets ontwerpen-regeling te treffen van de ver dediging der geheele zeekust, van Rijn land af tot Den Helder, aangezien het on derhoud daarvaD, behalve de Hondsbos— sche zeewering, bij den Staat behoort 4e. alles wat door Ged. Staten is ver richt, ook het aanbieden eener prov. bij drage bij de uitvoering van buitengewo ne werken door h it rijk, goed te keuren 5e. goed te keuren de reeds gedane uit gaven 6e. Ged. Staten te machtigen, den Zanddijk voor den Vaardijk, geheel voor rekeniog der provincie, te laten maken door den polder Callantsoog, 7 e. al deze besluiten ter kennis te bren gen van den minister van waterstaat. Zooals bekend, heeft de commissie, met het onderzoek dier stukken belast, een rapport uitgebracht, waarin zij unaniem medegaat met Ged- Staten en oordeelt zij, dat het onderhoud der zeeweringen vol komen is geregeld, zoodat een nadere rege ling niet te pas komt, tenzij bij wijze van dading om aan het hangende geschil een einde te maken en bij welke dading de provincie bereid zon zijn in het onderhoud bij te drageö, niet als erkenning van het bestaan van een verplichting daartoe, doch om des vredes willeverder willen zij niet de duinen van Callantsoog brengen onder het gebied van den polder van dien naam ook niet voor dat onderhoud een nieuw waterschap oprichten en evenmin een wa terschapsregeling maken van de verdedi ging van de geheele zeekust van Rijnland af tot den Helder. Wel wilde zij toestaan de reeds uitge geven f 658 voor het reeds verrichtte werk en de gelden, nog noodig voor het maken van eeu zanddijk vóór den Vairdijk, en deze laatste slechts onder beding, dat reeds bij voorbaat wordt geprotesteerd tegeD el ke uitlegging, waardoor uit deze hande ling, in den uitersten nood gedaan, een erkenning van verplichting zou worden af geleid. Hoewel er een minderheid was, die oordeelde dat,waar Ged.Staten zoo zeker zijn van hun recht, de Staten zelf de conse quentie moesten aandarven om de aange vraagde gelden te weigeren en verder meenden dat Ged. Staten nog eens met de regeering ocerleg moesten plegen om tot een daling te komen, daar alsdan de zaak „au fond" zuiver zou zijn gesteld en de mi nister het formeels bezwaar niet meer zon kunnen opwerpen, deed die minderheid toch geen voorstellen in dien zin, overtuigd als zij was, dat alleen Ged. Staten het recht hebben, om voer de provincie te onderhan delen. Pont 1 van het voorstel van Gedepu teerde Staten werd aangenomen met 12 stemmen tegen. Pnnt 2 aangenomen met 9 tegenpunt 3 aangenomen met 12 tegenpunt 4 aangenomen met 5 tegen punt 5 aan genomen met algemeene stemmen. Toegestaan werd f 2600 hoogstens, voor de verbetering en herstelling van den weg opTessel van den Brug naar de Waal en f432 voor de voltooiing van de beharding Van den Wijk— Kuikenweg onder Heems kerk aan Z e en Dnin. Goedgekeurd werden verder de wijzi gingen in het bijzonder reglement van bestuur voor den polder Krommeniehet vastgestelde bijzondere reglement voor den nieuwen polder Vogelenzangvan den polder De Kuil op Ttssel en dat van den polder llostermeer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1