Vasthouden van Eenden. Donderdag 1 Augustus 1895. 39ste Jaargang ffo. 3012. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN éénjdag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedera regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. GemeenteSchagen. Bekendmakingen. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Art hur ZAPP. Alitiiei Wii m-, Mnïtlltiï- LllftllVlllL Uitgever J. WINKEL Bureau: SCHAOEÏ» Isaan, D 4. Burgemeester en Wethouders vat) SCHA GEN Gezien art. 45 van de politieverorde ning dier gemeente Brengen bij deze ter algemeene kennis, dat vanaf heden tot en met den twin tigsten October a.s. de eenden binnen die gemeente opgesloten of gehokt moeten worden. Nalatigheid is bij de politieverordening strafbaar gesteld, met eene botte van ten hoogste f 25 of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, den S0 Juli 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Vergadering vanden RAAD der gemeente ZIJPE, gehouden op dins dag 30 Juli des morgens ten 10 nre. Afwezig, de heer G Nieuwland, wegens ongesteldheid. Na opening der vergadering werden de notulen gelezen en goedgekeurd. Vervolgens aanbieding der gemeentere kening en benoeming van de heeren G. Nobel, K. Francis en J. v. Beusekom tot commissie voor het nazien dier rekening. Wordt nu voorgelezen en met algemeene «temmen goedgekeurd supl.—koh. honden belasting, ten bedrage van f 38. De geloofsbrieven der nieuwbenoemde raadsleden, de heeren G. NobelJ. Zeeman H. Feisser en G. C. Hulst, worden hier na door de heeren J. van BeusekomJok. Morra en G. Vrijburg nagezien en bij monde van eerstgenoemde wordt tot toe lating geadviseerd. Hiertoe wordt met al gemeene stemmen besloten. Aan de orde was daarna een adres van den klerk ter gemeentesecretarie, den heer Pieter Bakker, met het verzoek om eenigszins verhooging van jaarwedde. De heer Morra geelt te kennen, dat hij in beginsel voor een verhooging van jaar wedde is ten bedrage van f 100.maar spr. oordeelt beter, dit punt bij de a. s. gemeentebegrooting te behandelen. De heer Hulst zou het jammer vinden als Bakker tol zoolang zou motten wach ten, ook de h<er v, Beusekom oordeelt, hoe gauwer hoe lievir. De heer Nobel kan zich met het denk beeld van den heer Morra zeer goed ver eenigen, om dit punt bij de begrooting te behandelen; 't is wel niet in het voordeel van den adressant, maar spr. oordeelt de begrooting rei.e goede gelegenheid voor een dergelijk punt. De heer v. Beusekom ziet er geen kwaad in, het nu te behandelen. De heer Hulst licht nog in, dat Bak ker tot de aanvraag van verhooging is overgegaao, omdat hem zulks door eeD raadslid is aangeraden en natuurlijk met het denkbeeld, dat dat raadslid hem dan zoq steunen. De heer Vrijburg oordeelt, dat men al leen de zaak heeft te beschouwen uit een oogpunt van billijkheid. Bakker staat be kend als een uitstekend ambtenaar en naar Spr's. oordeel verdient Bakker niet genoeg om in zijne behoeften te kannen voorzien. Een gewoon ouderwijzer verdient ook minstens f 600-daarmede wil Spr. niet zeggen, dat hij het salaris op f 600.zou willen zien gebracht, maar f 500 zou niet te veel zijn en dan liefst met 1 Augustus. De heer Feisser acht de behandeling van dit punt ook zeer op zijn plaats bij de begrooting, maar om den adressant geen schade te doen lijden, zou spr.voorstellen, om wanneer bij de behandeling van de begrooting aangenomen wordt, de jaarwedde van Bak ker te verhoogen, over het nog overige gedeelte van dit jaar een gratificatie-ponds- ponds-gewijze toe te kennen, dus als de verhooging op f 50 of f 100 werd vastge- Sociale Roman uit het Vrouwenleven. 18. HOOFDSTUK XVII. Edith's dagen gingen geregeld voorbij, verdeeld tusscben drieërlei bezigheden college loopeu, lesgeven en thuis studeeren. Slechts nu en dan kreeg zij een uitnoodi- ging van een der families, waar zij privaat les gaf. Tusschen haar en hare collega's was neg volstrekt geen verkeer ont staan, daar haar daarvoor den tijd ont brak. In den loop van den tijd kreeg zij een hoisgenoote, eveneens een studente, die veel van zich spreken deed. Dat was een adellijke, rijke poolscbe,die meer uit curiositeit dan uit eenig ander oogpunt, op studie ge gaan was. Zij had een oude dame, die zj als „tante* aansprak, bij zich, om zich in staat te stellen, ook haar gezelschapsver- keer, dat haar levendigen geest ononttaerljk geworden scheen, vol te konnon houden en ook thuis besoeken te kunnen ontvangen. Zij had de geheele eerste étage, van het huis, waarvan Edith slechts een bescheiden kamertje bewoonde, gehuurd. De omgang tusschen de beide dames, ontstond bij hare gemeenscbappeljke studies bjjna als vanzelf en ook haar vriendel jke o itnoodiging voor het eerste, groote gezel schap, dat de Poolsche in hare woning ont ving, kon Edith onmogelijk afwjzen. De gasten van de Poolsche bestonden groo- lendeels uit oollega's en de professoren der universiteit met huDne echtgenooten. Edith kwam voor de eerste maal met hare lee raars in een nauweren, meer intiemen om- gang.Zij was optogen over de ongedwongen vriendeljkheid, waarmede de gestrenge hee- 'en, die zij onbegrsnsaen eerbied toedroeg *ich bewogen. Een harer lievelings-leeraars in de na- 'QQrkunde, een nog jonge man, die even er*ig was, wikkelde haar in een druk ge- ^Pfok. Edith deed hem een vraag over het ®er«te exameD, over den duur en den om- *a8 van hetgeen gevraagd werd, en hoor- 8 üiteoü zettingen van haar leer aar met gesteld, Bakker 5/j, van f 50 of f 100 als gratificatie zou krijgen. De heer Morra verklaart dan zijn voor stel in te trekken, waarna het voorstel Feisser met algemeene stemmen wordt goed gekeurd. Niets meer te behandelen zijnde, sluit de voorzitter de openbare vergadering en gaat de raad in comité, ter behandeling reclames Hoofd. Omslag. Verslag der vergadering van den RAAD der gemeente Wierin- gerwaard, gehouden op Dinsdag 30 Juli 1895, des voormiddags ten 10 ure. Tegenwoordig alle leden. Na opening der vergadering en lezing der notulen, welke goedgekeurd werden, deelde Voorz,, de heer C. Rezelman Dz mede, dat de nieuwe benoemde onderwij zeres, Mej. Bolop den bepaalden tijd in betrekking was getreden. Uit het procesverbaal der gebonden kas- verificatie bleek, dat de ontvangsten over den loopenden dienst bedroegen f 16739.72, de uitgaven f 16122.18, het batig saldo f 61754. Van Ged. Staten was bericht ontvangen der goedkeuring van het in vorige vergad. genomen besluit, betreffende eenige af- en overschrijving. Voorz. deelde mede dat in den toestand aan de Nieuwe Sluis verbetering was ge' bracht. Hierna ging de raad in comité ter be handeling van reclames op den Hoofde- lijken Omslag. Na heropening werd de Gemeente-rek dienst 1894, aangeboden. De ontvangsten besomden f 12392.05% de uitgaven f 11852.881/., en het batig saldo f 539.22. Insgelijkt werd aangeboden de rekening, dienst 1894, van het Burgelijk Armbestuur bedragende in ontvangst f 2800 uitgaaf f 2921.50 en een nadeelig saldo ad f 121.50. De heeren J. D. Schenk en R. Dz, Kaan werden benoemd tot leden der Com missie tot het onderzoek der zooeven aan geboden rekeningen. Bij de rondvraag werd door den heer R. Dz. Kaan gevraagd of, nu de plaat de meeste belangstelling aan, toen plotse ling een jeugdige dame met boogroode wangen en njdig sobitterende oogen op hen toekwam en hem met vibreerendo stem en met onvervalsoht zwitsersch dialect verwij- tend toeriep, waarom hij zich voor haar verborg, zj had hem te vergeefs in alle ka mers gezocht. Zj verveelde zich en wilde naar huis. Met eeu verlegen lachje stelde deproffes- sor de scheldende aan Edith voor„Mij- ne vrouw.* Mevrouw de proffessor mat Edith met zulk een vjandigen blik, dat Edith zich ge krenkt en bevreemd gevoelde. Bet was een mooie blondine met rjzige, sierljke vormen, maar de opmerkingen, die zj nu en dan in het gesprek wierp, dat de proflessor nog een poosje voortzette, ver rieden maar te duidelijk bare gansche on bekendheid met al wat aan de universiteit verbonden was, en toonden baar domheid klaar en helder. Plotseling nam zj den professor onder den arm en voerde bem, zonder Edith meer dan een trotsch hoofdknikje te gunnen, met een knorrig „Kom man 1* weg. Beteuterd, niet weinig gekrenkt, bleef Edith achter en martelde haar hersens te vergeefs met de vraag, waardoor zj zich wel die zoo dnideljk getoonde vjandschap van de professors-vrouw, op den hals gehaald had. De oplossing van dit raadsel werd haar door een mede-studente gegeven, die zich spoedig, nadat de professor verdwenen was bj Edith voegde. De jonge professorsvrouw was om hare bespotteijke jalousie bekend en ook wegens den haat, waarmede zj alle vrouwelijke studenten bejegende. Bet was dat onver- drageljke gevoel van hare geestelijke min derheid, dat nergens zoo aan den dag kwam als in het verkeer met de leerlingen van haar man. Bovendien zoo bracht de er varene collega Edith op de hoogte is het eeo oude regel geworden, dat van geene zjde de vrouweljke studenten met meer voor-oordeel worden behandeld, dan joist door de vrouwen van de profes sors. Deze pijnlijke ervaring deed Edith elk verder gezelschappeljk verkeer vermjden. Zoo leeide zj eenzaam, geheel door haar arbeid in beslag genomen. Droeve dagen kwamen. Door het beengaan harer leerlin gen, leed haar nu al reeds klein inkomen d*ar zeer veel door. Er waren weken, dat zj van niets anders leefde dan van brood en thee. Maar zj hield zich dapper staan- j de, de liefde voor hare studie, de jjver, sing van het P o s t k a n t o o r op handen is, het niet gewenacht is, dat er plaatsing wordt verkregen van een brievenbus in d e B u u r t. De heer Rezelman deelt mede, dat dit punt in de vergad. van Burg. en Wetb. reeds ter sprake is gebracht, en dat door dit college bij tijde werk gemaakt zal worden, de plaatsing van bedoelde bus te verkrijger.. De heer J. L. T. Groneman acht het beter niet te wachten, maar nu reeds de noodige stappen daartoe te doen. Ook acht de heer J. L. 1. Groneman het gewenscht, dat bedoelde brievenbus, zoowel als de bns aan het postkantoor zelve, grooter afmetingen moge ontvangen dan thans het geval is, nu de opening in de bus zoo klein is, dat men er de meeste moeite mede heeft, eenigszins dikke dienst brieven of drukwerken er door te steken. Heeft men thans brieven of stukken van eenigen omvang, dan moet men die steeds in hnis brengen van den brievengaarder. Spr. gelooft dat het gewenscht is, zich vooral te verslaan met den heer Heyligers van Schagen. De heer R. Dz. Schenk vraagt of na niet ook de gelegenheid wordt aangeboden, een betere regeling ten opzichte der bus lichting en den bestelling te verkrijgen De heer J. L. T. Groneman wijst er op hoe onlangs de pogingen tot verkrijging van een tweede bestelling mislukten en vraagt, of misschien de Raad niet goed zal doen, zich te dier zake te wenden tot den Minister Voorz. belooft, alles aan te wenden, ten einde te verkrijgen dat aan de geopperde bezwaren zooveel mogelijk worde tegemoet gekomen. Hierna werd de vergadering gesloten. Bij het uitspoelen van ee nig waschgoed gleed de meer dan zestig jarige vrouw van D. H. te OUDCAR- SPEL verleden Woensdag in de diepe ringvaart. Toen zij uit haar benarden toestand verlost was, moest geneeskundige hulp worden ingeroepen, om de oude vrouw van de schrik te doen bekomen. om het doel, dat z j zich gesteld had, te be reiken, sterkte bare kracht. De haar door Margot's echtgenoot aange boden ondersteuning, ter tegemoetkoming van de kosten voor hare stadie benoodigd, had zij zoo bepaald afgeweten, dat mijn heer Tonnies er niet meer op teruggeko men was. Van haar broeder had zg in het geheel geen finaneieele hulp te wachten. Integendeel, in zjne zeldzame brieven klaagde hj steen en been. In zjn klein garnizoen, waren de goudvisschen zeer dun gezaaid en geen enkele van de voorhanden zjnde had nog willen bijtan. Daarom had hj besloten, zich naar de provincie-hoofdstad te laten verplaatsen, om daar zjn geluk te beproeven. Van Margot kwamen de brieven zeer on regelmatig. Eerst drukten die brieven opge togenheid en verrukking uit over allerlei nieawigheden en rijkdom, later werden de brieven zeldzamer en de toon treuriger. Zj spraken van ontnuchtering, ontgoocheling en zj vervulden Edith's hart met angst en vreeze voor Margot. Op een zekeren dag kwam er een brief, waarin melding gemaakt werd van een be zoek van een luitenant Könen„gj weet wel, die mooie luitenant, met dien prachti- gen baard.* Van toen af begon de corres pondentie in te slapen en waoneer Edith niet af en toe de verzuimende gemaand had, zou waarschjnljk in het geheel geen antwoord op hare brieven gekomen zjn. Luitenant KOnen speelde zelfs in die vluchtig terug geschreven regelen nog de hoofdrol. Hoe schoon, hoe onderhondend, welk een ridder lijk persoon, wat een aangename manieren, 1 dit alles scheen de briefschrjlater reeds goed te weten en schilderde zj in de bekoorljk- ste kleuren. Nu traden er lange tusschenpoozen in, slechts om de twee of drie maanden kwa men er een paar regels, die niets anders dan variaties waren op hetzelfde thema „Ik weet niet, waar mjn hoofd staat. Mor gen groot feest bj den handelsraad H. Kö nen is daar ook, door Ods geïntroduceerd, j Tonnies is brommerig en onaardig als al tijd." Van toen af een lang, onbegrijpelijk stil zwijgen, dat door een telegram van Margot's echtgenoot eensklaps werd onderbroken. „Margot verdwenen. Weet niet waarbeen. Waoneer zj bj u is, dadelijk telegrafisch bericht.* Edith telegrafeerde terug, dat zj sedert weken geen enkele tjding van Margot oot- I vangen had. Drie dagen later kwam er een brief met het postmerk Havre en van Mar got's hand. De briei luidde: „Wanneer gj dezen brief ontvangt, zjn wij reeds in volle zee en in weinige dagen gelukkig en wel in New-York. Wjl Gj zult bet reeds wel geraden hebben, wie die wij zjn, Könen en ik. Vervloek mij niet, voor gj mj gehoord hebt. Ik heb Könen altjd lief gehad, van bet eerste oogeoblik af. Later is mj dat dnideljk geworden. Ja, gj hebt wel gelijk gehad, met mj te waarscha- wen, liefste Editb. Dat ik ook niet naar u heb willen luisteren. Ja, er is niets afschu welijker, niets ellendiger, niets menschont- eerender dan een hnweljjk uit berekening, wanneer men de beeltenis van een ander in het harte draagt. Wellicht, wanneer ik hem nocit had leeren kennenZiet ge, ik heb geen oogenblik berouw over hetgeen ik gedaan heb. Ik gevoel mj zoo heerljk te moede als een gevangene, die jarenlang in een donkeren kerker gezeten heeft en nu dat vriendel jke, lachende zonlicht weer mag aan schouwen en die gulden vrjbeid weer te gemoet (reedt. Hoe bet eigenl jk gekomen is, ik weet het niet. Wanneer iemand mj tien minuten geleden gezegd had, dat ik ik zou hem hebben uitgelachen. En toch hing ik.plotseling aan zjn hals, en lachtte en weende in één ademtocht en zag en hoorde niets meer, dan hem, hem alleen. Ziet ge, toen eerst heb ik gevoeld hoe schoon, hoe wonderschoon toch het leven is. En al was Tonnies nu ook honderd malen rijker, ik zou niet willen roilen voor geen geld (er wereld. Liever alles ontberen en werken met hem, wien zelfs iedere bloeddroppel in mjn lichaam toebehoort, dan ia overvloed en weel de te leven met hem, die mj tegenstaat,dien ik haat, die brrr laat ik er niet meer aan denken. Vreeseljk waren de weken die onvermijdelijk op dat zalige oogenblik volgen moesten. Welk een marteling, welk een ver schrikkelijke geheime str jd. leder woord een lengen, iedere blik bedrog. Bonderd listen moest ik bezinnen om Tonnies ver van mj ver wijderd te houden. Sedert Könen mj gekust had, waren mjne lippen geheiligd en niemand buiten hem,mocht ze meer aanraken. En ver volgens nam ik een besluit. Weg, mj in de armen der vrjheid werpen, ót sterven. Dit leven van lengen en bedrog was een smaad, welke ik niet laoger in staat was te dragen. Könen heeft sich geen oogenblik bedacht En dat ia mj bet beste bewjs, dat het ook bj hem geen liefdesroes is, maar een heili ge, alles bedwingende liefde waarmede ik meermalen den spoc heb gedreven, üj heeft zjn schitterende carrière om mj opgegeven; ik heb zorgeloosheid en overvloed achterge laten. Wie bemint, zal ons begrijpen en ver- Men schrijft uit ANNA-PAU- LOWNA. Op een door het bestuur van dezen pol der opgemaakte voordracht ter benoeming van een heemraad, zijn geplaatst de hee ren M. KoomenG. H. Geerligs en L. Metselaar, allen in den polder woonach tig- Door het polderbestuur is besloten het 50-jarig bestaan van den polder na af loop van den oogst feestelijk te herden ken. Een crediet van hoogstens f 1000 is hiervoor nit 's polders kas toegestaan. In den nacht vanMaandag op Dinsdag 1.1, is te GROENVELD, ge meente Sint Maarten, bj den heer W. K. een konijn met 8 jongen uit het hok, na bij de woning staande, gestolen. Het hok was weder geheel gesloten, zooals het behoorde. Zaterdag 27 Juli 11. zijn weder bij den heer G. C. te HARING HUIZEN op last van den heer G. Mujs plaatsvervangend districtsveearts te Schagen, twee varkens verbrand, welke verschijnse len van vlekziekte vertoonden; daarna werd het geheele hok met toebehooren eveneens verbrand. Zaterochtend is te HAAKS BERGEN een 66-jarige voerman van zijne kar gevallen en daaronder geraakt; de wie len gingen hem over den borst. De man voelde geen pijn en ging bij een boer in huis, waar hij eeu kopje koffie gebruikte; doch zonk toen plotseling dood neer. Het volgende wordt van TUBBERGEN in O. gemeld: Een jongen van 16 jaar had eenregge- aar in den mond, die, terwijl hij over een sloot sprong, door deze beweging en de daardoor veroorzaakte te diepe ademhaling naar binnen ging en wel door de lucht pijp, zoo dat de aar in de longen drong. Onmiddellijk werd geneeskundige hulp ingeroepen, en het mocht de arts geluk ken, de aar door de zijde te verwijderen en aldus de knaap te redden. De patiënt bevindt zich naar omstandigheden wel. ontsehuldigen. De gerechtelijke scheiding zal voor mij gemakkeljjk te verkrijgen zijn, en dan zal ons verbond ook wettelijk gesloteo worden. En niets zal aan ons geluk ontbre ken, niets! Köneu is vol moed eu hesp. Wanneer «le nood dringt, zal ik met hem werken. Aau zijne zijde deins ik voor niets en niemand terug.... Edith's streng zedelijk ontwikkelde natnur kwam in het eerst natuurlijk in opstand tegen het gebeurde; maar boe verder zij las en hoe meer zij alles overdacht, des te warmer werd het haar om het harte en teolaatste loste haar toorn zich op in eon gevoel van diop medelijden met haar zuster. Wel was Margot te berispen, omdat zij eens zoo licht zinnig zulk een ernstige stap had gedaan, alleen nit berekening. Maar was zij daarvan alleen de schuld? En was niet toenmaals, toen zij zulk eec onteerendee handel met zich zelve gedreven had, toen zg zich gebogen had vcor het gouden kalt, al was dan toen haar verbond door de wet bekrachtigd geworden, was baar schuld dan toen Diet grooter ge weest dan na, nu zjj gehoor gaf aan die heilige roepstem der liefde; nu zij den man die haar volgens recht en geweten toebe hoorde, al was hij nu niet haar man volgens instellingen, door gewone stervelingen daar- gesteld? Droegen ook niet de gebruiken en de gewoonten van de wereld waarin zij ver keerde, er toe bijhaddc-n hare opvoeders daaraan ook geen schuld? Hadden niet de genen, die in hare oogen de hoogste auto riteit waren, eens tot haar gepredikt: „Gij arm meisje, moobt u niet afzonderen; uwe roeping is, een man te huwen, die in staat is, n voor immer voor alle zorgen te vrijwa ren. Uw schoonheid moet gij gebruiken in den strijd om het bestaan. De lielde besiaat niet; dat is maar een fantasie van een opgewonden geest. Een kalm, gezellig leven en geen zorg, dat zijn de factoren voor een gelukkigen echt. Al het andere is onzin. Van liefde kan een mensch niet eten 1 En toch was dete leer die de meisjes hoorden verkondigen nit den mond van haar vader, tegen wien zij opzagen als tegen een onfeilbaar mensch een valsche leer, een leugen, die duizenden en weer dui zenden ongelukkigen echtbreuken eu meer dergelijken tengevolge heeft. Aan wie de schuld? HOOFDSTUK ACHTTIEN. Edith had haar examen met glans gedaan. Edele trots eu gepaste hoogmoed vervulden hare ziel, toen haar het dokters-diploma werd 1 overhandigd. Als 8landplaais voor hare werkzaamheid

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1