Een noodlottige gewoonte. Iets uit een Parij- schen briel. knaap, die zich Ivo noemde »n vertelde, dat hij ongeveer z<s jaren geleden, door bedelaars gestolen was. Uit de vertellingen ran den bedelaar, bij wien hij die jaren heeft doorgebracht, gelooft hij te mogen beslniten, dat hij oit de nabijheid van Ma ria Bistrica ontvoerd werd. De bedelaars dwongen hem tot bedelen, maar deden hem anders volstrekt geen kwaad. Hij bleef ook niet altijd bij denzelfden be delaar, maar werd somwijlen voor een tijd lang aan andere weggeschonken. In de laatste jaren was Ivo bij een troep, door wien hij als trekdier gebrnikt werd. Hij moest een wagen, een zoogenaamde bazar, van plaats tot plaats trekken. Eindelijk werd dit leven den knaap te moeielijk en hij besloot de eerste de beste gelegenheid de vlocht te nemen. Deze gelegenheid bood zich dan ook voor eenige dagen geleden aan. De troep legerde zich in een bosch. Toen de bede laars allen sliepen, sloop Ivo weg en ver stopte zich in een hollen boom. Daar bleef hij tot den volgenden middag en hoorde hoe er in den omtrek schreenwend en vloekend naar hem gezocht werd. Eerst toen zij allen verdwenen waren, kroop Ivo nit den boom en ging bedelend tot Agram. Ivo ia een sardige, zeer vroolijke knaap, olsehoon hi- door de uitgestane ontberin gen eenigszins bij zijn leeftijd ten achter is. De politie zorgde voor den kleinen drommel en deed natnnrlijk allerlei na sporingen. Schoone zeden. Wanneer in Bretagne, de moeder van een zuigeling sterft, zoo wordt het kind door de andere moeders derzelfde gemeente als haar eigen kind verzorgd tn opgepast. De geestelijke kiest een moeder nit, in welke hij bijzonder veel vertrou wen stelt en zij ontvangt den heiligen plicht, voor het kind te zorgen, als of het een geschenk van den hemel is. Is één moe der te arm, zoodat zij het kind niet on derhonden kan, zoo vereenigen er zich meerderen voor dit doel. Eene van de moedera neemt het kind in huis en de an dere, verplegen het en passen Int op ieder op haar beurt. Alles wat op de geboorte van het kindbe trekking heelt, wordt in Bretagne met vro me gebruiken omgeven. Niemand gaat aan een vrouw, die een kind draagt voor bij, zoiider te zeggen „God zegene u/" Zelfs de diepgewortelde haat zal door dezs schoone zeden ontwapend worden. De on- verzoenlijkste mensch zal zijn grootsten vij and een goeden wensch toeroepen, wan neer deze een klein kind op den arm heeft. Het testament over ver- smaadde liefde. In Putney (Engeland) stierf voor wei nige wekeD, de 78-jarige juffrouw Betty Bloomer, met achterlating van een vermo gen van ongeveer een millioen francs. Het testament van de dame luidde „Ik ben niet uit vrijen wil alleen ge bleven, driemaal was ik verloofd, en drie maal door tronwelooze mannen verlaten geworden. „Zoo bestem ik, dat de rente van mijn vermogen alle jaren zal worden verdeeld, onder vijf ongehuwde dames, die haat veertigste jaar hebben bereikt en bewij zen kunnen, dat bij haar een verloving door het verraad van een man is afgebro ken'. De slotzin luidde„Wanneer er somwijlen in een jaar geene liefhebbers zich komen aanmelden, wat ik bij de ver dorvenheid der manoen zeer sterk betwij fel, zoo moet men de rente bij het kapi taal voegen.' Volgens mijn bescheiden meeniog is 't een noodlottige en helaasalgemeen ver spreide gewoonte, om tut kleine jongens te zeggen Huil toch niet, wees flink, be denk toch dat je een jongen bent, meis jes huilen jongens niet". 'tls een zeer alledaagsch argument en wordt bij alle mogelijke gelegenheden ge bruikt, 't meest echter als een jongen valt of zich bezeert, 't Is zoo gemakkelijk, 't is zulk een oud beproefd middel en voor komt doorgaans een schreeuwparty. Een jongen die een„keel opzet" is een hinderlijke gast in huis of kinderka mer en door aldus te werken op zijn eergevoel of wat er voor door gaat, kan men 't kwaad in 't begin stuiten. Maar en dat geef ik in ernstige overweging aan alle moeders en onderwij zeressen, kinderjuffrouwen en opvoedsters in 't algemeen maar legt men er niet den grondslag mee voor het zelfbe wuste gevoel van meerderheid, dat de mees te mannen aan den dag leggen Waarom moet men een jongen, reeds van zijn vroegste jeugd af, inprenten dat 't lafheid is om te doen als een meis je? Natuurlijk zal hij dan een meisje als een minder soort wezen gaan beschouwen. font. Dan leert men hem dat *een longt** dit of dat niet doet, hij komt dua al heel spoedig tot de conclusie, dat een jongen een hooger wezen is. Tweede fout 1 Nu kan men wel zeggen dat 't een tol t ander leidt, maar het vraagstuk wordt versterkt, door dat er twee kanten san zijn, die beide in gelijke richting wer ken, n.1. de inferioriteit van het meisje en de superioriteit van den jongen. Het directe gevolg is, dat de jongen naarmate hij onder wordt, de vrouw gaat snbstitueeren voor het meisje en man zijnde niet laatdunkende minachting neer ziet op het zwakke geslacht. -,n waarom vraag ik u Wy syn het zwakke geslacht wat ons physiek betreft, tot op zekere grens is dit waar ofschoon wij aan den andeien kant vrij wat meer verdragen kannen dan de mannen. Is een man ziek O lieve deugd het huis staat op stelten, hij is brom mig, onredelijk, driltig, ongeduldig, natuurlijk och, arine hij is zitk Maar wij, er is zoo veel lichamelijk leed, dat in stilte gedragen moet worden, omdat de betamelijkheid 't zoo voorschrijft. Wij lijden veel, hebben erge pijn maar we doen het met saaingeknepen lip pen neen, met een glimlach liefst. Ea wat kleine onaangenaamheden be treft, hoor een man eens fulmineeren en stampvoeten als.... er iets is, dat hem hin dert, als... 't is te gek, maar toch... 't is waar.... als.... een knoopje van zijn man chet of overhemd afspringt, of als hij 't een of ander moet verrichten, dat hem verveelt, maar wij.... wij stumpers wij ondervinden in het huishoudelijke leven niets dan teleurstellingen eu tegen vallertj es en onze dag is vaak een aaneenschakeling van vervelende plichten, maar wa houden ons maar kalm en gaan stil onzen gaiig, doende de dingen, die onze hand te doen vindt. En de moraliteit Och neen, daar spreek ik liever niet over mannen en vrouwen hebben daarin zulk een verschillenden standaard, diedoor de mannetjts is vastgesteld Voor henvrijheid boven alles vrijheid in den meest nitgebreiden zin en in de prettigste beteekenis van 't woord. Voor onsbeperking in den ergsten zin. En dat is maar goed ook, anders zon het nog erger zijn in de maatschappij. Ik wil mij niet verzetten legen de con ventie (de grenzen der zedelijkheid) ais een gevangen leeuw, die zich opwerpt tegen de tralies van zijn hok. O neenik weet, dat de tralies noodig zijn, ik leg er mij bij neer en kijk er kalm door heen naar de groote wereld er buiten, waar de mannen vrij rondloo— pen. 't Is heel goed, dat de man andere plichten en rechten heeft daD de vronw; hij is anders georganiseerd, hij stelt hoogere eiscben aan 't leven.best.maar. ik voor mij heb nooit ingezien, waarin de door hem zoozeer geroemde meer derheid bestond. Een der eerste voorwaarden van een welgeordeud menschenleven is plichtsge voel te bezitten en daarin staat de vrouw zeker boven den man. Gaat maar alleen eens na op school: hoeveel jongens er blijven zitten op H. B. S. en gymnasia, hoo dikwijls ze zakken,bij examens, hoeveel privaatlessen zij noodig hebben, terwijl men zelden hoort van meisjes die niet willen leeren. En dan later 't schulden maken ik stip 't maar even aan in 't voorbijgaan.— Wie hoort er ook van meisjes, die meer uitgeven dan haar zakgeld? „De mannen hebben meer behoeften" wordt er gezegd; toegegeven maar wie schept die behoeften? de manueu zelf, niet waar? Uit honderd voorbeelden noem ik er een: 't bittertje voor 't eten. Dat wordt door bijna eiken man gebrnikt. Zonden wij dames ook niet een klein extraatje willen genieten tnsschen de koffie en 't middageten? Een likeurtje een ge bakje een stukje chocolaat?? En toch is het bij ons lang niet zulk een gewoonte als bij de heeren der schepping. Verder maar neen ik ga niet verder, het zou er veel van hebben, alsof ik de leden van het sterkste geslacht zou willen „aftuigen* om eens een zeer bana le uitdrukking te bezigen en dat is geens zins mijn plan. Het eenige, wat ik met dit schrijven op 't oog heb is een verzoek aan mijn zusteren om toch niet haar zooutjes, neef jes, kleinzoontjes, vriendjes, in 't kort de kleine mannetjes in hare omgeving, te willen aanmoedigen in het denkbeeld, dat 't iets grootsch, iets verhevens, iets supe rieurs is om een jongen te zijn. Prent hem van zijn eerste jaar af ach ting en liefde voor 't meisje in, geen min achting; slechts door gelijkstelling, door samenwerking kan de positie der vrouw woiden verbeterd en dat moet het streven van elke vrouw zijD. Aan ons is de taak om 'l nieuwste ge slacht op te voeden, aan ons de roeping om de vrouw hoog te hrudan. Amst .Cl. Thérèsb Hoven". Een anecdote van Was hington. Een anecdote, die van Washington ver haald wordt, doet het nut van twee wet gevende Kamers aardig uitkomen. Thomas JeffersoD, die een voorstander was van één Kamer, was bij Washington, die er twee wilde hebben, te dineeren ge- noodigd. De thee was rondgediend. Toen Jeffer- sob een gedeelte van het kokend heete treksel op zijn schoteltje wilde overgie ten, hield Washington hem tegen, zeg gende „Wat gaat ge doen?" „Wel", zei Jefferaon verbaasd, „i'< giet een gedeelte van mijn thee op mijn scho teltje over, zooals men wel meer doet! „Waarom „Om ze te laten bekoelen; zoo heet kan ik ze niet drinken.' „Dus: ge hebt er twee koppen voor noodiggij kunt uw thee zoo maar niet drinken en maakt een tweeden kop van uw schoteltje?' «Zeker,* antwoordde Jtfferson, meer en meer verwonderd, „dat is een middel om mij niet te brandeD, en de voorzichtigheid gebiedt mij, zoo te handelen." „Welnu,* hernam Washington, „om de zeltde reden willen wij ook twee Kamers hebben. De voorzichtigheid gebiedt het volk, niet een wet te laten slikken, die zoo kokend nit de hartstochtelijke beraad slagingen van een Kamer komtzij moet den tijd hebben om te bekoelen door in een tweede Kamer behandeld te wor den.' Vertaalde namen. Als men de namen vaD beroemde per sonen vertaalt, verliezen zij veel van den weidschen klank, dien zij in onzr ooren hadden, maar tegelijk bespeurt men hoe zij in die van hun eigen volk moeten klinken. BijvoorbeeldPanebiano beteekent WittebroodCalderon de 1» Barca, Boot ketel Espartero, grasvlechterSerrano, Hooglander; Herrera, Smidsvrouw; Her- rere, Smid Topete, Stamper Shakespea- re, schudspeerLongftllow, Lsnge Kerel Grant, VergunningBeaconsfieid, Baken- veld Gladslone, Blijdesteen Plantagenet, BremplantBourbon, Modder. Gambetta beteekent in het Italiaassch beentje, en Zola modderkluit. Grevy is in het Engelsch saus, enz., enz. Uitspraak tot echtschei ding. Wanneer de vrouw van een Turk vraagt„Mag ik uitgaan en de man zegt„Ga en voegt er niet aan toe „maar kom spoedig terug", dan geldt het paar als gescheiden. In een kiesbareel te Na pels bezweek de leuning van een trap on der het gedraDg der kiezers, met het ge volg dat een 60-tal personen naar bene den werden gedrongen. Men heeft een doode en twee stervenden weggevoerd een 40-tal is gewond, waaronder 14 vrij ernstig. Eene Fabriek ingestort. Te Eschweiler zou, naar ons van parti culiere zijde wordt medegedeeld, gisteren de stoomketel in een groote draadfabriek zijn gesprongen. Daardoor zou het fabrieks gebouw ingestort en zouden 60 dooden en 40 gewonden onder de puinhoopen uit gehaald zijn. Nadere bijzonderheden ont breken. Volgens den correspon dent van de Daily News te Konstautino- pel, sterven honderden menscheu in Ar menië den hongerdood. Schooljongen s-o pstellen. Een onderwijzer geeft inzage in een paar opstellen, die in zijn school zijn ge maakt, en die wij om den ongewilden hu mor welke er uitspreekt, hier woordelijk weergeven. Het schaap. Als mea het streelt, geeft het een zachten toon van zich, omdat het zoo zacht is. Men gebruikt het voor vi oolsnaren, waut het schaap is zeer gedul dig. Men kan het daarom slachten. Ook kan men het vel gebruiken. Dat heeft vier pooten, die onder den buik zitten, 2 zitten aan den kop, twee aan den staart. Be rivier. De rivier giet haar water in den oceaan. Ofschoon zij daar den naam niet behoudt, vereenigt haar water zich met het water van den oceaan. Zooals de rivier baar loop voleindigt, zoo voleindigt ook de mensch zijn levensloop. Elk mensch moet aan zijn leven een einde maken, want de spreuk zegt «Alle menschen moeten sterven 1' Een echt Amerikaansche geschiedenis wordt verteld door het Cin- cinnati-Morning-Paper. Een eerlijke Zweed trok met zijn vrouw ea zijn kinderen naar Upper Yakima Washington, koopt daar een stuk land en begint zijn huisje te bouwen. Bij het inheien vau den eersten paal spoot er een wel te voorschijn, en welk een: de heerlijkste ijzerhoudende bron, die men zich maar denken kan. Een fa meus watertje, waarvan de familie, die haar huis een eindje verder beeft opgetrokken, eiken dag dxiukt en waarvan zij groeit, zooals men alleen van staal water kan groei en. Eens, dat was voor een dag of acht, komt er een onweer op, en het dondert en bliksemt en krak slaat de bliksem iu het blokhuis, maar doet noch mr. Pe ter Stromstadt, noch diens vrouw, noch diens kinderen eenig kwaad, behalve de schrik. In de vroegte staat de vrouw op, gaat naar den haard en wil het vnur aanmaken. Zij grijpt naar de tang en kan dieniet weer loslaten. Zij begint te schreeuwen en haastig spriDgt nu haar man nit het bed, loopt op zijn schreeuwende vrouw toe en wil haar de tang ontrukken maar zijn hand blijft er ook aan vast zitten, even vast als die zijner vrouw. Eindelijk rukl hij zich met inspanning van krachten los, wikkelt een lap om zijn hand en scheurt ook zijn vrouw de tang uit de hand. Nu neemt de vrouw de ijzeren geemailjeerde koppen en vaten nit de keukenkast, neen, ze hoeft ze niet te grijpen, ze ko men vanzelf op haar toe, ze blijven aan haar vingers hangen, als zij ze op tafel wil zetten. Weer komt de man er aan met zijn met lappen omwoelde handen en de koffie komt eindelijk gelukkig op tafel. Nu zullen de kinderen opstaan, maar een moet eerst losgemaakt worden van 't ijzeren ledikant, kort en goed, „de bliksem heeft de heele familie, die zoo vol ijzer zat, magnetisch gemaakt,' en weldra zal men ze allen, den man, de vrouw en de kinderen in New-York kun nen zien iu een Variété-Schouwburg als levende magneten, naar wie alles wat van ijzer is, maar zoo toevliegt. Zeeslang. Een filisoof in den dop. Door een 12-jarigen leerling het was een Ecgelsche, want het verhaaltje is aan een Engelsch blad ontleend bad een opstel geschreven over „de speld", waarin hij o. a. de volgende bijzonder heden mededeelde Een speld is een zeer eigenaardig voor werp. Hat heeft een ronden knop en scher pe punt. Wanneer iemand een speld in zijn lichaam steekt, prikt ze. De menschen maken van de spelden gebruik, als de knoopen van de kledingstukken at zijn. Men kan spelden van 12 cents den brief koopen. A's men spelden doorslikt, moet men aan de gevolgen sterven, en duizen den levens hebben zij gered. «Wel, Jimmvzei de onderwijzer, die met hel nazien vao dit opstel bezig was, „wat bedoelt gij met die laatste opmer king en duizenden leveDS hebben zij gered «Wel*, antwoordde de jeugdige filo soof, die zich zeer verbaasde over het weinige doorzicht van zijn leermeester, «door ze niet in te slikken." Iets voor boomkwee kers! De appelboom van G. Zeilmaker te Frederiksoord was door e3n geit geheel vao zijn bast ontdaanhet scheen dat de boom stervende was. Zeilmaker nam toen van een anderen appelboom een tak, onge veer van gelijke dikte als de stam van den van zijn bast berooiden boom, en met de schors van dezen tak werd nu het jonge appelboompje bekleed. Volgens een deskundige zou het boompje toch moeten sterven, maarde natuur gaat boven de leer de schors hechtte zich vast aan den stam en de boom groeit en tiert weer als te voren. Van Mannel Carcia, den beroemden zangonderwijzer, weten de Es- gelsche bladen een karakteristieke anecdo te te vertellen. Hij was indertijd onder wijzer van de eens zoo beroemde zangeres Antoinette Sterling en liet deze zich voor al oefenen in het middenregister der stem. „Maar waarom vormt u mijn stem niet in de hoogte riep deze eens op vertwij felden toon. „Dat zal ik n dadelijk eens zeggen,* antwoordde hij. „Ziet u dezen elastieken band,ik trek hem naar onderen en boven uit, wat is het gevolg In het mid den wordt hij dunner. Zoo is het precies met de stembanden. Wilt u nu nog uw stembanden in Je hoogte ontwikkeld hebben? Zeker niet, wel Gelukt. „Jongenssprak een meester tot zijn klasse, nadat bij een voorbeeld van hulp vaardigheid had aangehaald „je kunt al len nuttig zijn, als je maar wilt, en als je anderen tracht te helpen Toen hij de vragende blikken zag, ging hij voort„Ja, ik ineen het in ernst. Houdt je oogen maar open en je handen klaar. Je zult de gelegenheid wel vinden. Vandaag overeen week moet ieder mij eens vertelleD, hoe hij geslaagd is". Den volgenden Maandag zag deze beste ouderwijzer zooveel vergenoegde gezichten, dat hij reeds merkte, hoe men zijn les had opgevolgd. Jan had iederen morgen water voor zijn moeder gehaald, en was vau plan daarmede voort te gaan. Karei had zijn jongste zusje in een wagentje ge reden, waardoor de kleine veel pret en moeder de handen wat vrij had gekregen. Mietje had de kous afgebreid, waaraan grootmoeder begonnen was, en ze had dit stil gedaan, in den morgen, toen groot moeder nog sliep. Wat had deze opgeke ken Zoo had ieder wat te vertellen, en de slotsom was, dat allen tevreden en ge lukkig waren. Wie verblijdt zich niet, als de kinde ren zulke opvoeders hebben N. Leven. Toen de Schah van Per- zië te Berlijn was, werd hem ook het Pruisische Ministerie plechtig voorgesteld. De benrt kwam aan den toenmaligen Mi nister van Justitie, met de woorden Le Ministre de la Justice want de heei- scher van het Perzische rijk werd in het Fransch toegesproken. Justice, justice? herhaalde de Schah nadenkend maar eens klaps viel de beteekenis van het woord hem in. Ah justice, zeide hij en maakte een beweging van ophangen. Een dure rariteit. Het grootste kerkboek ter wereld be vindt zich in de kathedraal te Moskou- Het is een geschenk van de moeder van Czaar Peter de Groote. De zwaarte van dit respectabele boek bedraagt 160 Bus- sische ponden, en het moet steeds door twee mannen in de kerk gebracht worden. De band is kwistig met goud en edelge steenten versierd, en heeft op zichzelf reeds 1,200,000 roebels of bijna 2y2 milli oen gulden gekost. En tóch sterven er nog Bussische boeren van den honger Een nieuwigheid voor den herfst. Gaan de dames nit wandelen, zij hebben niet veel aDgst, dat ze verkreukelen zul len, de groote mouwen, opgeblazen als ballons, te persen in haar eveneens wijd- nitstaande mouwen van de mantels. De Mode heelt eenvoudig jacquetten bedacht zonder mouwen. Een dame steekt baar blouse-mouwen door de gaten van het jacquet en klaar is het vrouwelijke keesje. Hel is nog eeuvoudiger dan de muren en tuinlalteu van den perzikenman der achiti-ude eeuw; maar je moet het maar weten en bovendien ieder moet het maar dragen en de tooraangeefsters moe ten het maar in de mode gebracht heb ben, anders helpt n die eenvoudigheid niets. Doch de kogel is door de kerk, mag ik de dames verzekeren het parool zal over de heele linie met den herfst laiden wandeltoilet, blonse met jacquet, de eer ste met renzen-mouwen, de tweede zon der mouwen. Met de damcskleeding houden zich hier niet alleen de modemaaksters bezig, zelfs de prefect van politie neemt deze kleeding in zijn stndie en zoig op. Het werd dan ook tijd. Men zou op het laatst geen japonnen maar alleen zonavenbroeken op den boulevard gaan dragen. Wacht eens een beetje! roept dö prelect, ik ben er ook nog! Met carneval laat ik zooiets toe, maar de andere 363 dagen van het jaar knnt gij uw zoua ven broeken aan den kapstok hangen, tenzij gij mij bewijst dat gij wiel- rijdster zijt eu niet dat vrouwelijke cos- tnnm aantrekt om de aandacht to trek ken. Is eenmaal het bevel uitgevaardigd, dan houden de dames dit voor gezegd. De po litie ziet hier niemand door de vingers en het kan een fictie geweest zijn van Figa ro, die bij den Grand—prix den ex-presi dent Casimir met zijn rijwiel door een po litieman buiten de baan liet brengen ze teekent in ieder geval het machinale van des Parijschen sergeant de ville. Men is hier overigens op het stuk van verkleeden, bniten het carnaval, zeer streng. Het meisje, dat zich, als artillerist verkleed, op den spoorweg begaf om de volle vracht te ontdnikeo, weid tot een maand zitten veroordeeldhier kwam wel bij oplichterij; maar met dat al heeft deze week nog een andere juffer, die met een kepi op en een paardendeken om, de rue d' Aboukir op stelten zette, zich hooren ver- oordeelen tot een week brommen. „Juf frouw is zat,' zei zekere dienstmeid, toen men haar vroeg of mevrouw thuis was, hiermee te kennen gevend, dat juffrouw te zeggen voldoende was." Het jufje met de kepi en de paardendeken echter was werkelijk boven haar bier. Niet met een kepi, maar naar een kepi zocht een andere jonge dame, van Mon- tanban afkomstig, mejuffrouw Corin. Deze „kepi" is haar broer, dient bij het 129e de ligne en is sergeant. Doch zij kon den onderofficier niet vinden. Zij kwam hulp bij hem zoeken, daar zij totaal broo deloos en zonder betrekking was. Zij vond den onderofficier niet, noch in de kazerne, noch bij zijn vrienden. Parijs is groot en kwam het hierdoor, kwam bet door de verlatenheid, die men nooit sterker gevoelt, dan alléén tusschen duizenden menschen, die men niet kent juffer Corin werd op de brug van Solférino doer wanhoop aan gegrepen. Zij sprong in de Seine, doch werd door een wielrijder nog lerend opge- vischt. Toen de sergeant het nieuws ver nam, trok hij de haren nit het hoofd. Zijn kolonel is een medelijdend man en nu is 't meisje nit Montauban gouvernante bij de kinderen van den kolonel van het 129e. Zekere heer Dnfauceau eveneens zonder betrekking, wachtte de wanhoop niet af. Hij liet voor zijn laatste centen twee biljetten drukken met: „7e demande un emploispelde de twee plakkaten op zijn hoed, vóór één en achter één, en ging toen bedaard wandelen van af het Grand Hotel tot de Porte St. Martin. Het duurde geen uur of hij had een baan tje. Nu, de aitvinder van deze nieuwigheid verdient ook dat hij wat onder de tanden krijgt. Het idee is subliem. Betere annonce om werk is er wel niet in onze drnkke, woelige stad. En weldra zult ge, blijven de navolgers niet uit en waarom zouden zij het allerlei soorten levende ad- vertentiën over denboulevard zien stappen. Ginds ziet ge reeds in uw verbeelding, in de drukke avenue de V Opéra een dik ke dame langzaam voortscbarreleneen groot papier hangt als een sluier achter aan haar mats Ik bied m ij ssd als keuken meid; kook een burgerpot, zoowel als de fijnste gerech ten. Vereischt loon: 300 francs. Ben dadel ij k disponibel. Pierre Véron meent, dat het ingenieuss van deze nieuwe manier, zich volstrekt niet in de praktijk behoeft te beperken tot em ployés, koks, stalknechts en keukenmeiden. Men zou zelfs heele elegante strikjes waar van breede lintjes afhangen, kunnen heden- ken vleesch- of oranjekleurige op zwarte, lichtroode op blonde haren van meisjes diea prendre zijn voor een wettig huwelijk. Een opschrift: „Ik ben 19 jaar, wensch te huwen, breng 80,000 francs rente mêe* zeu de a-indacht trekken op alle badplaatsen. Minder dan 80,000 francs kan ook nog. Maar wat moeten dan de meisjes aanvan gen zonder bruidschat Maar die komen niet op badplaatsen Zeg dat zachtjes. Er worden in de wereld zoo menigmaal spie ringen uitgegooid om kabeljauwen te van gen., Zijn woord gehouden. De zer dagen is een hnis te Parijs, in de Rue Fontaine-au-Roi, afgebroken, waaraan zich een merkwaardige geschiedenis vastknoopte. Aan den mnnr van dit hnis werd den 24en Mei 1871 een knaap van 12 jaren geplaatst, die door de Boldaten van Versailles met een bende communisten op een barrikade was aange troffen. Met dezen zou hi) word»n doodge schoten. Reeds stelde men bet kind in postuur, toen de knaap, die al sijn koelbloedigheid had bewaard, den bevelvoereoden officier smeekte, hem toe te slaan even zijn horloge naar zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 3