vertrekje was met bloed bespat; tot een familiewapen, diende tot persoonlijk zelfs op de gordijnen waren sporen van adres, bloed waar te nemen. Een afschuwelijk schouwspel. En te midden van dit alles stond de 'cd, welke moordenaar, die zich na het volbren- vinden van gen zijner gruweldaad met een scheer mes den hals had afgesneden en zich ook aan den linkerpols eene ernstige verwonding had toegebracht. De poli tie bracht hem onmiddellijk naar het Ziekenhuis, waar zijn toestand hoogst bedenkelijk werd geacht. Voor zooveel uit de gebaren van den moordenaar valt op te maken, moet de (wrlgen 11 handteekeningen) vrouw, nadat hij in den vroegen och- haar naar hare kamer was voor tend gegaan, twist met hem hebben gekre- Namens Kolonel Jf.E. Oli phant, wordt ons verzocht het onder staande aan onze Lezers te willen me- dedeelen Leger des HeUs. Kampdag. Landkolonie. Op den 21sten Augustus hield het Leger des Heils een Kampdag te Goor in Overijssel. Begunstigd door het allerheerlijkste weer spande deze Kampdag, een klei ne velddag om zoo te zeggen, de kroon over alle velddagen tot nu toe gehou den. Het publiek, dat opgekomen was, en een 1200 menschen bedroeg, was voor een groot gedeelte een nieuw, dat wil zeggen onbekend met het Leger des Heis en zijn manieren en gebruiken. Dat dit nieuwe in den smaak viel, bewees de goede geest, die er heerschte, de enorme sympathie, waarvan de hou ding getuigde en de ernstige indruk, die gemaakt werd op alle aanwezigen voor al ook bij de meetings, geleid door Ko lonel en Mevrouw Oliphant en niet het minst bij de muzikale bijeenkomst, waar onder anderen Mevrouw Oliphant een heerlijk lied ten beste gaf, waar Adjudante Clevery afscheid nam van Nederland, om te gaan naar Java en waar de beslissing werd medegedeeld omtrent de Landkolonie, waarover nu in de laatste maan den zooveel en zoo verschillend gespro ken is. Wel, het feit is beslist, het Leger des Heils heeft gekocht een uitmuntend ter rein voor haar Landkolonie, dat tege lijkertijd voor veel uitbreiding vatbaar I is, waar voldoende water aanwezig is en dat met heel weinig onkosten be looft een zeer vruchtbaar en, wat niet te versmaden is, een in alle opzichten zeer productieve en lucratieve onderne ming te worden. BOER FISKE is aangesteld om het practisch beheer op zich te nemen en alle aanwezigen op den Kampdag wa ren zeer ingenomen zoowel met den aankoop als met die aanstelling. Boer Fiske, een tamelijk welvarend man met vrouw en zeven kinderen, waagt het jnet de Landkolonie, zegt men in de streken, waar hij bekendis, dan kun nen wij ook wat goeds verwachten. En voorzeker, daar, waren er daar die reeds dadelijk zich opmaakten de Landkolo nie van het Leger des Heils te steu nen. Dit zal zeker noodig zijn en wij moe digen elk aan, dit te doen. De Landkolonie zal gevestigd worden op een half uur afstand van Barne- veld op „De Groote Batelaar" en heeft een uitgestrektheid van 87 H. A. gen over geld, en die twist zou tot de gruwzame daad geleid hebben. Terwijl d00(j on(jer ,je hij haar, geheel gekleed als zij nog was was gestikt, met de ééne hand by de keel greep en achterover op het bed wierp, bracht hij haar met een mes tal van wonden op en aan het voorhoofd toe. Deze wonden zyn echter van mindere beteekenis; haar dood moet meer aan verworging wor den toegeschreven; vandaar de akelig verwrongen gelaatstrekken en het bloe derig schuim op haar mond. Toen men haar lijk vond, was dit reeds koud. Niemand der buren heeft iets van eene worsteling of van hulpgeroep ge hoord, zoodat het tijdstip waarop de moord gebeurde in het duister ligt. Eene talrijke menigte bewoog zich den geheelen middag in de nabijheid van het pand, waar de moord plaats greep. Er bestaat weinig vooruitzicht, dat de matroos in het leven zal blijven. De toestand van den matroos A. C. Weinroth was hedenavond, de belang rijke verwondingen die hij zich had toe gebracht in aanmerking genomen, vrij bevredigend. Moord en zelfmoord in de Zandstraat te ROTTERDAM. Boven het café van Adam Steek in de Zandstraat No. 68, op eene voorka mer der eerste verdieping, woonde se dert eenigen tijd een 23-jarige vrouw, in de wandeling bekend onder den naam „kleine Nel», doch eigenlijk genaamd Cornelia Tillegenkamp. Onder de in tiemste harer kennissen behoorde een Duitsch matroos, August Karl Wein roth, die zoo dikwijls hij van zee te rugkeerde, te harent zijn intrek nam. Dezer dagen wederom hier met zijn schip binnengevallen, zocht hij de vrouw weder op. Gisteren waren beiden uit en brach ten zij een bezoek aan haren broeder, in de Leeuwenlaan woonachtig, en in den afgeloopen nacht te 31/, uur zag men hem nog, geheel nuchter, aan de deur harer woning cp de straat zit ten. Heden voormiddag omstreeks half elf hoorde eene vrouw van gelijk gehalte, eene kamer achter die van Cornelia Til legenkamp bewonende, aan hare kamer deur kloppen. Zij weigerde, ook toen dit kloppen herhaald werd, de deur te openen, in de meening dat het kwaad volk was. De klopper begaf zich daar op een trap hooger en klopte daar bij eene der bewoonsters aan. Deze opende en zag voor zich een man met afge sneden hals en hevig bloedende polsen. Geheel zijne kleeding droop van het bloed. Spreken kon hij niet. Al wat hij kon, was naar beneden te wijzen. Een rauwe kreet om hulp weerklonk door de woning, en weinige oogenblik- ken later waren de buren bijeengeloo- pen en werd de politie gehaald. Op de kamer van Cornelia Tillegenkamp, een vertrekje van enkele meters in het vier kant, vond men de bewoonster, geheel gekleed, achterover op haar bed liggen. Het schuim stond haar op den vertrok ken en bebloedeu mond. Alles in het Een mislukte list. Een boer moest in een onzer Zuid- Hollandsche steden 5 cent marktgeld betalen. Teneinde daaraan te ontkomen gaf hij den marktmeester een muntbiljet van f 10Daar deze het nog al druk had, zeide hij „pas het maar of geef een dubbeltje" neen, zegt de boer, ik heb niet anders. De marktmeester telt hem nu in de hand 45 centen, en haalt uit zijn tasch nog IS» rolletjes elk van 60 cent. De boer wil liever zilver hebben, maar krijgt ten antwoord, „ik heb niet an ders." Met de opmerking «dat gebeurt mij nooit meer" verlaat hij met zijn vracht de markt Scherpzinnigheid aan 't postkantoor. Als een bewijs van de scherpzinnig heid der postadministratie, kunnen wij o. a. het volgend staaltje aanvoe ren. Een uit Zwitsebland afgezonden post kaart met de afstempeling 21-8-95, werd reeds den twee en twintigsten derzelfde maand, dus slechts één dag later, des namiddags bezorgd te HAAR LEM, niettegenstaande het adres niet geschreven doch totaal geteekend was. Een kaartje van Holland duidde op het land, het Haarlemsche wapen op de stad en ten slotte de zinnebeeldige voorstellirg van den naam benevens der laatste weken hebben intusscben hier en daar vrij ernstige schade te weeggebracht. Omtrent rogge, tarwe, gerst en mos terdzaad kan worden medegedeeld, dat daarvan een goede oogst wordt ver wacht. Terwijl de stand van het karweizacd en der erwten over het algemeen uit muntend wordt genoemd, kwamen daar omtrent van enkele plaatsen mii.der gunstige berichten. Van stamboonen en uien wordt een middelmatige oogst verwacht; het vlas daarentegen belooft een zeer ruim be schot. De berichten omtrent de aardappelen luiden zeer gunstig. De ziekte heeft tot nog toe de planten niet dan bij uitzon dering aangetast. Vooral op de hooge gronden was de oogst der vroege soor ten zeer goed en zeer overvloedig, ter wijl de latere soorten mede een zeer ruim beschot beloven. De berichten omtrent de vruchtboo- men luiden niet gunstig. De stormen in het voorjaar tijdens den bloeitijd, heb ben veel schade aangericht, zoodat de opbrengst, vooral van den appelboomen, gering zal zijn. Het gewas der bloembollen wordt in eenige gemeenten goed genoemd, in de meeste echter middelmatig. Zoowel de qualiteitals de quantiteit van het gewonnen hooi worden ten- den zeerste geprezen. Het grasgewas is over- vloedig. In sommige gemeenten intusschen ondervinden de landerijen reeds de na- deelen van den waterval der laatste weken, die zoo groot is, dat de inwer kingstelling der verschillende bemalingen gevorderd wordt. gedrag der beklaagde door zijne mede- deelingen zulk een gunstigen indruk moge verkregen hebben, dat zij eene zeer kleine gevangenisstraf zal spleg- gen, die wellicht reeds door de onder gane preventieve hechtenis zal zijn ge boet. De oogst in Noord-Holland. De laatt-Conrant behelst het volgen de aangaande de verwachtingen omtrent den oogst over 1895 in de provincie Noord-Holland. Over het algemeen mogen die ver wachtingen gunstig worden genoemd. De hevige winden en de vele regens Een liefdesdrama? Mede stond eergisteren voor de arr-. rechtbank te UTRECHT terecht eene jonge vrouw A. H., dochter van fatsoen lijke ouders- die schreiende een droevig verhaal aan den president, mr. Van Ittersum, deed van den omgang met een jongeling, een leerling van de vee artsenijschool,tengevolge waarvan zij tot het misdrijf gekomen was waarvoor zij thans terecht stond: oplichting en po ging daartoe. Op of omstreeks 16 Juli had zij in verschillende manufactuurwin kels op naam van bekende familiën te Utrecht goederen gehaald en deze wa ren haar ten deele afgegeven. Mr. Van Geuns, officier van justitie, had weinig mededoogen met de schrei ende jonge vrouw. Hij zag in haar slechts eene die, door den weg der on zedelijkheid te betreden, langzaam zoo diep was gezonken, dat zelfs haar ou ders haar niet meer in huis wilden heb- aen en zij op eene kamer moest gaan wonen en daar op een minder eervolle wijze moest trachten het brood te ver dienen. Het beroep op den leerling van de veeartsenijschool achtte de officier weinig aannemelijk, aangezien deze aan dtn commissaris van politie in zijne woonplaats had verklaard,dat deze vrouw volstrekt niet zijne beminde was, maar een met wie hij voor geld verkeering had. Geheel anders was echter de levens schets die mr. Kooien van de beklaag de gaf. Zij bad den jongeling, die bij bare ouders in huis woonde, lief, en omdat zij hem niet wilde laten loopen, moest zij haar ouderlijke huis verlaten. De jongeling had beloofd baar te zul len trouwen, als bij door zijn examen was gekomen. In dat examen was hij tot dusver niet geslaagd, maar zijne verklaring aan den commmissaris van politie in zijne woonplaats gedaan, was in lijnrechten strijd met zijn groot aantal brieven die bij de beklaagde gevonden zijn. In el- ken brief spreekt hij van zijn oprechte liefde niet alleen, maarvraagt hij om geld, dat bekl. toen, met opoffering van haar weinige goud en zilver, van baar naaimachine zelfs, verstrekte. En nu zij geheel uitgeput en beroofd, niet meer bij hare ouders durvende aanko men, ten slotte dit misdrijf begaat, durft de jongeling haar zoo beleedigen. Mr. Kooien beveelt de leziDg van die brieven aan de rechters ten dringendste aan en drukt, tegenover den eisch van den officier van justitie van 6maan- j den gevangenis, de hoop uit, dat de I rechtbank van de levenswijze en het Buitenlandsch Nieuws. tot het scheepsvolk van den logger M. A. 137 en vier voeren op M. A. 67. Het geneeskundig onderzoek, door dr. Den Honter ingesteld, bracht aaD het licht, dat hier een misdadig feit van hoogst ern- stigen aard heeft plaats gehad, Het 6-t»l is dan ook des avonds met den trein van 6.7 nur geboeid en onder geleide van 2 rijksveldwachters en 2 agenten »an politie naar het huis van bewaring te Rotterdam overgebracht. Drie der onverlaten zijn gehnwd, nl. M. en K. nit Huizen en K. te St. Anna Parochie, terwijl twee van heu, Molenaar en Yeeruiau uit Huizen, de beide belha mels zijn, die de politie bij een vechtpartij van Woeusdagavoud heelt gearresteerd en tegen wie toen voor dat feit ook pro ces-verbaal werd opgemaakt. Met het oog op de nadoe- de veehouders thans onder- de tot heden op de veemark ten gevolgde wijze van verkoop van vee, is gister te PURMEREND de volgende annGnce aangeplakt De veehouders in Noord-Holland, bij onderling contract verbondeD, verkoopen hun »ee, na den len Sept. a. ders dan voetstoots." Het comité in de provincie s. niet an N.-Holland Te ZEVENAAR is een wagen met hooi omgeslagen. Twee arbeiders geraaktm er onder. Een hunner werd massa weggehaald. Hij Een treurige daad. Men meldt het volgende aan de N.R.Ct. In ZANDPOORT zat ik gisteravond (22 Ang.) in rustige rnst te genieten van de kalme wijde zeevlakte, die in parelgran- wen tint de lichteffecten waarspiegelde, die de ondergaande zonneschijf in de wolken tooverde, toen plotseling op het terrein aan de zeezijde van het oude badhuis drie scherpe knallen werden gehoord,drie nij dige vlamstrepen gezien enj. het opeens nit was aller rustig genieter: zenuwachtig spoedde men zich naar de plaats des on- heils en vond daar een werkman bloeden de in het gras liggen. Met een zesloops- revolver bad de ongelukkige, die reeds s'middag om zijn rnstelooze en sombere houding de aandacht had getrokken, zich van kant willen maken. Dr. Poolman, die spoedig op het ter rein verscheen, evenals de politiebeambte, brachten den man naar een hnis in het dorp, waariu ook de apotheek gevestigd is (vermoedelijk dr. P's woning) ec daar bleek dat de delinquent twee kogels in het hoofd had, die echter niet in de schedelholte wa ren doorgedrongen en vermoedelijk gemak kelijk te verwijderen zullen zyn. Het hoofd van den man werd spoedig verbonden, doch toen men daarop tracht te iets uit hem te krijgen, zei hij geen woord, doch wenkte alleen bij enkele vragen. Waarschijnlijk is hij uit Amster dam aikomstig. Op 't eerste gezicht oDt- dekte de politie niets bij hem, waardoor zijn identiteit kon vastgesteld worden. Suf en met bebloede handen en kleederen, een verband om het hoofd, zat hij in een arm stoel voor zich uil te staren, terwijl door de goede zorgen van de doktersvrouw een bed voor hem werd gereed gemaakt. Men is verlangend naar opheldering in deze ge heimzinnige zaak. Een klein scheepje, gela- den met zand, is op de Maas te POUDE- ROOIJEN tengevolge van den grooten diepgang omgeslagen. De opvarende H. v. d. Veen verdween onmiddellijk in de diep te. Bij het ruimen van een beerpot in het gasthuis te OORSCHOT viel d. d. een der arbeiders in den pot; een ander, die hem redden wilde en met een ladder er in afdaalde, sloeg, waar schijnlijk bedwelmd, onmiddellijk achter over en viel er ook in. Zoo ook een der de, vierde, tot een vijfde toe. Een hun ner was reeds bezweken toen men hem bovenbracht. De toes'aod der anderen is bedenkelijk. Omtrent het ongeluk te Oorschot meldt men nader, dat reeds des avonds het tweede slachtoffer is overleden en volgenden middag een derde. Eén persoon is geheel hersteld. Toen onlangs de oude heer Mollen te Valken swaard stierf, werd medegedeeld, dat met hem de laatste val kenier in Nederland ten grave daalde. La ter vernam men, dat zijn zoon het be drijf zijne vaders zon voortzetten. De laat ste valkenier moet echter een be ambte in A r t i s zijn, wat blijkt nit een interview, dat een korrespondent van de N. R. Cl. met hem had. Veel bezoekers van «Artis» zullen wel bekend zijn met den ouden oppasser, die over de roofvogels aangesteld is. Johannes Willem Peels is zijn naam, en de last van 71 winters heeft zijn rug niet gekromd. Des Zondags, als het mooi weer is, ziet men hem in een groen jasje gekleed, en op de koperen knoopen zijn valken afge beeld. Dan heft hij het hoofd trotscher omhoog, en als gij een praatje met hem maakt, dan vertelt hij u van zijne jonge re dagen, van valkenjachten op de heide, van den vorstelijke jachtstoet van Willem II, die zoo goed met zijn Engelsche jacht vrienden overweg kon, van Willem III, het eene oogenblik in drift opstuivend, maar dadelijk weer goedhartig lachende, en van koningin Sophie, die eene hartstoch telijke jageres was, en met geestdrift de jacht volgde. Over den jongen Mollen sprekend, zeide Peels: Dat is geen valkenier. Hij vangt alleen de valken, en verkoopt ze dan in Enge land of Frankrijk, maar hij heeft er nooit mee gejaagd en zon ze ook niet kunnen dresseeren. (P Red.) Piet Mollen, een broer van den ouden Mollen, die was een valkenier. Hij is ergens in Engeland, maar of hij dood is of levend, dat weet ik niet. Dat Peels werkelijk op den naam valke nier aanspraak heeft, blijkt ten volle nit het slot van het intervieuw, dat wij hier onder afdrukken „Och, mijnheer ik ben geboren als val kenier. Mijn vader was het, en de meesten van mijn familie waren het. Mijn oom was valkenier aan het Engelsche hof en ik ben zelf ook tweemaal in Engeland geweest voor mijnheer Newcombe van Nor folk. Ja, die Engelschen zijn groote liefhebbers er van en velen van hen wa ren lid van de valkenclub op het Loo, waar ODze Koning president van was. Toen ik 18 jaar oud was, kwam ik bij prins Trauttmannsdorff, maar toen hij van zijn paaid viel en gewond werd, moest hij de jacht opgeven; nu ging ik weer naar Bra bant terug, en in 1844 werd ik valkenier bij Willem II. Later kwam ik bij Willem IH, tot de valkenjacht opgeheven werd." „Waarom weid ze eigenlijk opgeheven?» „Ocb, ziet n, Willem Drie was wat driftig en kreeg mot met zijn Engelsche vrienden. Nu. toen veranderde bij het uur van het diner zoo, dat zij niet jagen kon den. Toen gingen de EDgelscben toch ja gen en aten later bij elkaar. En toen heeft de Koning den heelen boel aan kant ge daan. Hij liet de leeicn broekjes van de valken opensnijden en liet ze allemaal weg vliegen. «Later ben ik in „Artis» geko men.» „Dan zal je de koning wel dikwijls weer gezien hebben, herkende hij je9" «Wis en zeker, mijnheel! de Koning vergat nooit iemand. Hij liep e«ns met dr. Westerman in den tuin en toen zij mij zagen, vertelde de directeur bem dat ik nog zijn onde valkenier was. Toen lachte de Koning en zeide: «Ja ik ken hem nog wel. Dat is de jonge Peels". Ik zal nooit meer op de valkenjacht gaan, mijnheer. Ik ben nu veel te oud en al mijn mak' kers zijn al laDg dood. Ik alleen ben over gebleven, de laatste valkenier van Neder land." Deringstekeiij in O u d - Hollandsch costuum die op Woensdag 28 dezer op Oud Holland zou plaats hebben, is uitgesteld tot Woensdag 4 Sep tember, wegens de barddraveiijen welke op eerstgenoemden datum te ALKMAAR en te GRONINGEN worden gehouden. T o t d e OOST - DRENTSCHE boeren komt tegenwoordig veel vraig uit het Hannoverscbe en uit Munsteiland naar aardappelen, welk artikel aldaar op verre na niet zoo gunstig staat als bij ons. Bij tientallen van wagenvrachten worden de aardappelen dan ook|derwaarts vervoerd, thans nog f 1.10 a f 1,20 per hectoli ter. Donderdagochtend om 11 uur is op den Stationsweg te ROTTER DAM een 17-jarige bakkersknecht door de hitte bevangen en ineengezakt, zoodat hij op een handwagen naar zijn winkel moest worden vervoerd. Mede door de hitte, bezweek aldaar ook eene vrouw, die aan de Coolskade aan de waschkuip stond. Zij is hare woniag bin nengedragen, was geneeskundige hulp werd ingeroepen. Polei overalit Jer woei. Er is wellicht geen land, dat met meer trots op zijn jongst verleden mag terug zien dan DUITSCHLAND. Als een Ptienix uit den worstelstrijd met Frankrijk verrezen, vormt zijn Statenbond een beeld van kloekheid en kracht. Zijn leger geldt voor een model bij alle natiën en in overzee- sche gewesten, treden Duitsche officieren als hervormers en instructeurs op. Tnrkijë, Japan, Persië, Argentijnscbe re publiek, hervormden hnnne krijgsmacht naar Duitschen trant, verzochten en ver kregen van Z. M. "Wilhelm toestemming, hunne legerafdeelingen tijdelijk onder Duitsch commando te mogen plaatsen. De jongste sta»t, die volgens Duitsch systeem zal worden gedrild is Chili. In den loop dezer maand vertrekken 30 officieren van alle wapens naar deze Zuid-Amerikaansche staat, om gedurende twee jaren de mili tairen opvoeding dier landsverdedigers op zich te nemen. Aan dit hooge militaire aanzien, paart zich een toenemende voor uitgang op economisch gebied. De aloude Hanze—stedeD Hamburg, Bremen, Lubeck, Kiel, om van de nitvoerhavens aan de monden van Oder en Weicbsel maa: niet te spreken, nemen bij het jaar in bloei en uitgebreidheid toe. Vooral Hamburg gaat met reuzenschre den vooruit. Gedurende de laatste 25 jaar is het scheepvaartsverkeer dier stad ver driedubbeld. Drie-en-negentig geregelde stoomvaartlijnen onderhouden met 693 stoombooten die per jaar 4938 reizen ma ken, de gemeenschap niet alle deelen der aarde. Ongeveer de helft van den geheelen in* en uitvoer wordt door deze sloomboot- lijnen verscheept. Verbazend zijn de cijfers die de ingevoerde artikelen vertegenwoor digen 1894 wees vooi koffie 194, wol 148, katoen 78, henDep 23 millioen mark aan. Huiden petroleam, suiker, graan, tabak concurreeren met genoemde gestallen. Zie daar eenige breede trekken, die duidelijk de macht en wasdom van het Rijk ver kondigen. Verwonderen kan het ons das niet, dat, waar de Duitschers meeDen deze grootscbe ontwikkeling aan de verkregen eenheid te moeten danken, die wederge boorte door heel het land met ongeken de opgewektheid wordt gevierd. Ter he rinnering aan den roemrijken strijd van 1870, werd heden de eerste steen gelegd, voor een gedenkteeken van Keizer Wil helm I. De indrukwekkende plechtigheid was geheel getooid met den schitterenden glaus van militaire pracht en praal. Bonds- vorsten, veldmaarschalken, generaals en hooggeplaatste hofdignitarissen met Wil helm de II aan het hoofd, donderende salvo's, en militaire muziek, toonen maar al te zeer, dat het burgelijk element ook thans wter in den blinkenden krijgsman was opgegaan. De oorkonde door den keizer bij deze steeulegging voorgelezen, is eene interes sante bijdrage van Dnitschland's jongste ge schiedenis; ziehier den inbond „Wij Wilhelm, door Godsgensde Duitsch keizer, koning van Prnisen, doen hiermede te weten, dat wij besloten hebben, in den naam der vorsten en vrjje steden van bet Rijk, den eersten steen te leggen tot een gedenkteeken, dat door eene eendrachtige wilsuiting der wetgevende lichamen gewijd zal worden aan de gedachtenis van onzen in God rustenden heer grootvader, zijne Majesteit keizer Wilhelm den Grocte, „Wij verrichten deze plechtige handeling op den dag waarop vijf en twintig jaren geleden, de onvergetelijke keizer Dnitsch- lands zonen ia den strijd voor de eer en de vrijheid des Vaderlands tot eene be slissende zegepraal gevoerd heeft. «Het brandend verlangen naar nationale eenheid, mocht hij aan de Duitsche stam men verzekeren en aan het herboren Rijk innemeD, aan deze de hooge plaats doen positie verbondeD. „Niet zonder harde worstelirg, niet zon der bloedigen strijd werd dit doel bereikt. De offervaardigheid en de eendracht der Duitsche vorsten, de wijze raad en krach tige steun van zijnen kanselier, priDs Bis- marek, de uitnemende krijgskunde van zij nen genialen veldheer graaf Moltke, de onvergelijkelijke bekwaamheid der leger aanvoerders, de trouw en doodsverachting van heel het volk, bleven echter een waar borg voor den goeden nitalag. „L it het bloedige zaad wies onder Gods zegen de oogst op van Dnitschlands een heid en onder bescherming van den met harde offers bevochten viede mag Duitsch- land zich zonder zorgen overgeven aan de ontwikkeling zijner geestelijke goederen en zijner maatschappelijke belangen. Na deze ontwikkeling ging keizer Wilhelm baan- breken voor kunst en wetenschap, akker bouw en nijverheid, handel en scheep vaart. ok aan de genezing der sociale wonden, schonk hij zijne bijzondere aan dacht. Aan hem is het te danken, dat voor het eerst den weg werd betreden, die leidt ter verbetering van bet welzijn der arbeidende klasse. Tot zijn joDgsten snik was hij bemint door het volk, ge acht door zijne boodgenooten en eene dankbare herinnering zal eteeds aan zjjn verbonden blijven. „Om getuigenis af te leggen van de on- naam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 2