vertrekje was met bloed bespat; tot een familiewapen, diende tot persoonlijk
zelfs op de gordijnen waren sporen van adres,
bloed waar te nemen.
Een afschuwelijk schouwspel.
En te midden van dit alles stond de 'cd, welke
moordenaar, die zich na het volbren- vinden van
gen zijner gruweldaad met een scheer
mes den hals had afgesneden en zich
ook aan den linkerpols eene ernstige
verwonding had toegebracht. De poli
tie bracht hem onmiddellijk naar het
Ziekenhuis, waar zijn toestand hoogst
bedenkelijk werd geacht.
Voor zooveel uit de gebaren van den
moordenaar valt op te maken, moet de (wrlgen 11 handteekeningen)
vrouw, nadat hij in den vroegen och-
haar naar hare kamer was voor
tend
gegaan, twist met hem hebben gekre-
Namens Kolonel Jf.E. Oli
phant, wordt ons verzocht het onder
staande aan onze Lezers te willen me-
dedeelen
Leger des HeUs. Kampdag.
Landkolonie.
Op den 21sten Augustus hield het
Leger des Heils een Kampdag te Goor
in Overijssel.
Begunstigd door het allerheerlijkste
weer spande deze Kampdag, een klei
ne velddag om zoo te zeggen, de kroon
over alle velddagen tot nu toe gehou
den. Het publiek, dat opgekomen was,
en een 1200 menschen bedroeg, was
voor een groot gedeelte een nieuw,
dat wil zeggen onbekend met het
Leger des Heis en zijn manieren en
gebruiken.
Dat dit nieuwe in den smaak viel,
bewees de goede geest, die er heerschte,
de enorme sympathie, waarvan de hou
ding getuigde en de ernstige indruk, die
gemaakt werd op alle aanwezigen voor
al ook bij de meetings, geleid door Ko
lonel en Mevrouw Oliphant en niet het
minst bij de muzikale bijeenkomst,
waar onder anderen Mevrouw Oliphant
een heerlijk lied ten beste gaf, waar
Adjudante Clevery afscheid nam van
Nederland, om te gaan naar Java en
waar de beslissing werd medegedeeld
omtrent de
Landkolonie,
waarover nu in de laatste maan
den zooveel en zoo verschillend gespro
ken is.
Wel, het feit is beslist, het Leger des
Heils heeft gekocht een uitmuntend ter
rein voor haar Landkolonie, dat tege
lijkertijd voor veel uitbreiding vatbaar I
is, waar voldoende water aanwezig is
en dat met heel weinig onkosten be
looft een zeer vruchtbaar en, wat niet
te versmaden is, een in alle opzichten
zeer productieve en lucratieve onderne
ming te worden.
BOER FISKE is aangesteld om het
practisch beheer op zich te nemen en
alle aanwezigen op den Kampdag wa
ren zeer ingenomen zoowel met den
aankoop als met die aanstelling. Boer
Fiske, een tamelijk welvarend man met
vrouw en zeven kinderen, waagt het
jnet de Landkolonie, zegt men in de
streken, waar hij bekendis, dan kun
nen wij ook wat goeds verwachten. En
voorzeker, daar, waren er daar die reeds
dadelijk zich opmaakten de Landkolo
nie van het Leger des Heils te steu
nen.
Dit zal zeker noodig zijn en wij moe
digen elk aan, dit te doen.
De Landkolonie zal gevestigd worden
op een half uur afstand van Barne-
veld op „De Groote Batelaar" en heeft
een uitgestrektheid van 87 H. A.
gen over geld, en die twist zou tot de
gruwzame daad geleid hebben. Terwijl d00(j on(jer ,je
hij haar, geheel gekleed als zij nog was was gestikt,
met de ééne hand by de keel greep en
achterover op het bed wierp, bracht hij
haar met een mes tal van wonden op
en aan het voorhoofd toe. Deze wonden
zyn echter van mindere beteekenis; haar
dood moet meer aan verworging wor
den toegeschreven; vandaar de akelig
verwrongen gelaatstrekken en het bloe
derig schuim op haar mond. Toen men
haar lijk vond, was dit reeds koud.
Niemand der buren heeft iets van
eene worsteling of van hulpgeroep ge
hoord, zoodat het tijdstip waarop de
moord gebeurde in het duister ligt.
Eene talrijke menigte bewoog zich
den geheelen middag in de nabijheid
van het pand, waar de moord plaats
greep.
Er bestaat weinig vooruitzicht, dat
de matroos in het leven zal blijven.
De toestand van den matroos A. C.
Weinroth was hedenavond, de belang
rijke verwondingen die hij zich had toe
gebracht in aanmerking genomen, vrij
bevredigend.
Moord en zelfmoord in
de Zandstraat te ROTTERDAM.
Boven het café van Adam Steek in
de Zandstraat No. 68, op eene voorka
mer der eerste verdieping, woonde se
dert eenigen tijd een 23-jarige vrouw,
in de wandeling bekend onder den naam
„kleine Nel», doch eigenlijk genaamd
Cornelia Tillegenkamp. Onder de in
tiemste harer kennissen behoorde een
Duitsch matroos, August Karl Wein
roth, die zoo dikwijls hij van zee te
rugkeerde, te harent zijn intrek nam.
Dezer dagen wederom hier met zijn
schip binnengevallen, zocht hij de vrouw
weder op.
Gisteren waren beiden uit en brach
ten zij een bezoek aan haren broeder,
in de Leeuwenlaan woonachtig, en in
den afgeloopen nacht te 31/, uur zag
men hem nog, geheel nuchter, aan de
deur harer woning cp de straat zit
ten.
Heden voormiddag omstreeks half elf
hoorde eene vrouw van gelijk gehalte,
eene kamer achter die van Cornelia Til
legenkamp bewonende, aan hare kamer
deur kloppen. Zij weigerde, ook toen
dit kloppen herhaald werd, de deur te
openen, in de meening dat het kwaad
volk was. De klopper begaf zich daar
op een trap hooger en klopte daar bij
eene der bewoonsters aan. Deze opende
en zag voor zich een man met afge
sneden hals en hevig bloedende polsen.
Geheel zijne kleeding droop van het
bloed. Spreken kon hij niet. Al wat hij
kon, was naar beneden te wijzen.
Een rauwe kreet om hulp weerklonk
door de woning, en weinige oogenblik-
ken later waren de buren bijeengeloo-
pen en werd de politie gehaald. Op de
kamer van Cornelia Tillegenkamp, een
vertrekje van enkele meters in het vier
kant, vond men de bewoonster, geheel
gekleed, achterover op haar bed liggen.
Het schuim stond haar op den vertrok
ken en bebloedeu mond. Alles in het
Een mislukte list.
Een boer moest in een onzer Zuid-
Hollandsche steden 5 cent marktgeld
betalen.
Teneinde daaraan te ontkomen gaf
hij den marktmeester een muntbiljet
van f 10Daar deze het nog al druk
had, zeide hij „pas het maar of geef een
dubbeltje" neen, zegt de boer, ik heb
niet anders.
De marktmeester telt hem nu in de
hand 45 centen, en haalt uit zijn tasch
nog IS» rolletjes elk van 60 cent. De
boer wil liever zilver hebben, maar
krijgt ten antwoord, „ik heb niet an
ders."
Met de opmerking «dat gebeurt mij
nooit meer" verlaat hij met zijn vracht
de markt
Scherpzinnigheid aan 't
postkantoor.
Als een bewijs van de scherpzinnig
heid der postadministratie, kunnen wij
o. a. het volgend staaltje aanvoe
ren.
Een uit Zwitsebland afgezonden post
kaart met de afstempeling 21-8-95,
werd reeds den twee en twintigsten
derzelfde maand, dus slechts één dag
later, des namiddags bezorgd te HAAR
LEM, niettegenstaande het adres niet
geschreven doch totaal geteekend
was.
Een kaartje van Holland duidde op
het land, het Haarlemsche wapen op
de stad en ten slotte de zinnebeeldige
voorstellirg van den naam benevens
der laatste weken hebben intusscben
hier en daar vrij ernstige schade te
weeggebracht.
Omtrent rogge, tarwe, gerst en mos
terdzaad kan worden medegedeeld, dat
daarvan een goede oogst wordt ver
wacht.
Terwijl de stand van het karweizacd
en der erwten over het algemeen uit
muntend wordt genoemd, kwamen daar
omtrent van enkele plaatsen mii.der
gunstige berichten.
Van stamboonen en uien wordt een
middelmatige oogst verwacht; het vlas
daarentegen belooft een zeer ruim be
schot.
De berichten omtrent de aardappelen
luiden zeer gunstig. De ziekte heeft tot
nog toe de planten niet dan bij uitzon
dering aangetast. Vooral op de hooge
gronden was de oogst der vroege soor
ten zeer goed en zeer overvloedig, ter
wijl de latere soorten mede een zeer
ruim beschot beloven.
De berichten omtrent de vruchtboo-
men luiden niet gunstig. De stormen
in het voorjaar tijdens den bloeitijd, heb
ben veel schade aangericht, zoodat de
opbrengst, vooral van den appelboomen,
gering zal zijn.
Het gewas der bloembollen wordt in
eenige gemeenten goed genoemd, in de
meeste echter middelmatig.
Zoowel de qualiteitals de quantiteit
van het gewonnen hooi worden ten-
den zeerste geprezen. Het grasgewas is over-
vloedig.
In sommige gemeenten intusschen
ondervinden de landerijen reeds de na-
deelen van den waterval der laatste
weken, die zoo groot is, dat de inwer
kingstelling der verschillende bemalingen
gevorderd wordt.
gedrag der beklaagde door zijne mede-
deelingen zulk een gunstigen indruk
moge verkregen hebben, dat zij eene
zeer kleine gevangenisstraf zal spleg-
gen, die wellicht reeds door de onder
gane preventieve hechtenis zal zijn ge
boet.
De oogst in Noord-Holland.
De laatt-Conrant behelst het volgen
de aangaande de verwachtingen omtrent
den oogst over 1895 in de provincie
Noord-Holland.
Over het algemeen mogen die ver
wachtingen gunstig worden genoemd.
De hevige winden en de vele regens
Een liefdesdrama?
Mede stond eergisteren voor de arr-.
rechtbank te UTRECHT terecht eene
jonge vrouw A. H., dochter van fatsoen
lijke ouders- die schreiende een droevig
verhaal aan den president, mr. Van
Ittersum, deed van den omgang met
een jongeling, een leerling van de vee
artsenijschool,tengevolge waarvan zij tot
het misdrijf gekomen was waarvoor zij
thans terecht stond: oplichting en po
ging daartoe. Op of omstreeks 16 Juli
had zij in verschillende manufactuurwin
kels op naam van bekende familiën te
Utrecht goederen gehaald en deze wa
ren haar ten deele afgegeven.
Mr. Van Geuns, officier van justitie,
had weinig mededoogen met de schrei
ende jonge vrouw. Hij zag in haar
slechts eene die, door den weg der on
zedelijkheid te betreden, langzaam zoo
diep was gezonken, dat zelfs haar ou
ders haar niet meer in huis wilden heb-
aen en zij op eene kamer moest gaan
wonen en daar op een minder eervolle
wijze moest trachten het brood te ver
dienen. Het beroep op den leerling van
de veeartsenijschool achtte de officier
weinig aannemelijk, aangezien deze aan
dtn commissaris van politie in zijne
woonplaats had verklaard,dat deze vrouw
volstrekt niet zijne beminde was, maar
een met wie hij voor geld verkeering had.
Geheel anders was echter de levens
schets die mr. Kooien van de beklaag
de gaf. Zij bad den jongeling, die bij
bare ouders in huis woonde, lief, en
omdat zij hem niet wilde laten loopen,
moest zij haar ouderlijke huis verlaten.
De jongeling had beloofd baar te zul
len trouwen, als bij door zijn examen
was gekomen.
In dat examen was hij tot dusver
niet geslaagd, maar zijne verklaring aan
den commmissaris van politie in zijne
woonplaats gedaan, was in lijnrechten
strijd met zijn groot aantal brieven die
bij de beklaagde gevonden zijn. In el-
ken brief spreekt hij van zijn oprechte
liefde niet alleen, maarvraagt hij
om geld, dat bekl. toen, met opoffering
van haar weinige goud en zilver, van
baar naaimachine zelfs, verstrekte. En
nu zij geheel uitgeput en beroofd, niet
meer bij hare ouders durvende aanko
men, ten slotte dit misdrijf begaat,
durft de jongeling haar zoo beleedigen.
Mr. Kooien beveelt de leziDg van die
brieven aan de rechters ten dringendste
aan en drukt, tegenover den eisch van
den officier van justitie van 6maan-
j den gevangenis, de hoop uit, dat de
I rechtbank van de levenswijze en het
Buitenlandsch Nieuws.
tot het scheepsvolk van den logger M. A.
137 en vier voeren op M. A. 67.
Het geneeskundig onderzoek, door dr.
Den Honter ingesteld, bracht aaD het licht,
dat hier een misdadig feit van hoogst ern-
stigen aard heeft plaats gehad, Het 6-t»l
is dan ook des avonds met den trein van
6.7 nur geboeid en onder geleide van 2
rijksveldwachters en 2 agenten »an politie
naar het huis van bewaring te Rotterdam
overgebracht.
Drie der onverlaten zijn gehnwd, nl.
M. en K. nit Huizen en K. te St. Anna
Parochie, terwijl twee van heu, Molenaar
en Yeeruiau uit Huizen, de beide belha
mels zijn, die de politie bij een vechtpartij
van Woeusdagavoud heelt gearresteerd en
tegen wie toen voor dat feit ook pro
ces-verbaal werd opgemaakt.
Met het oog op de nadoe-
de veehouders thans onder-
de tot heden op de veemark
ten gevolgde wijze van verkoop van vee,
is gister te PURMEREND de volgende
annGnce aangeplakt
De veehouders in Noord-Holland, bij
onderling contract verbondeD, verkoopen
hun »ee, na den len Sept. a.
ders dan voetstoots."
Het comité in de provincie
s. niet an
N.-Holland
Te ZEVENAAR is een wagen
met hooi omgeslagen. Twee arbeiders
geraaktm er onder. Een hunner werd
massa weggehaald. Hij
Een treurige daad.
Men meldt het volgende aan de N.R.Ct.
In ZANDPOORT zat ik gisteravond
(22 Ang.) in rustige rnst te genieten van
de kalme wijde zeevlakte, die in parelgran-
wen tint de lichteffecten waarspiegelde, die
de ondergaande zonneschijf in de wolken
tooverde, toen plotseling op het terrein
aan de zeezijde van het oude badhuis
drie scherpe knallen werden gehoord,drie nij
dige vlamstrepen gezien enj. het opeens
nit was aller rustig genieter: zenuwachtig
spoedde men zich naar de plaats des on-
heils en vond daar een werkman bloeden
de in het gras liggen. Met een zesloops-
revolver bad de ongelukkige, die reeds
s'middag om zijn rnstelooze en sombere
houding de aandacht had getrokken, zich
van kant willen maken.
Dr. Poolman, die spoedig op het ter
rein verscheen, evenals de politiebeambte,
brachten den man naar een hnis in het
dorp, waariu ook de apotheek gevestigd is
(vermoedelijk dr. P's woning) ec daar bleek
dat de delinquent twee kogels in het hoofd
had, die echter niet in de schedelholte wa
ren doorgedrongen en vermoedelijk gemak
kelijk te verwijderen zullen zyn.
Het hoofd van den man werd spoedig
verbonden, doch toen men daarop tracht
te iets uit hem te krijgen, zei hij geen
woord, doch wenkte alleen bij enkele
vragen. Waarschijnlijk is hij uit Amster
dam aikomstig. Op 't eerste gezicht oDt-
dekte de politie niets bij hem, waardoor
zijn identiteit kon vastgesteld worden. Suf
en met bebloede handen en kleederen, een
verband om het hoofd, zat hij in een arm
stoel voor zich uil te staren, terwijl door
de goede zorgen van de doktersvrouw een
bed voor hem werd gereed gemaakt. Men
is verlangend naar opheldering in deze ge
heimzinnige zaak.
Een klein scheepje, gela-
den met zand, is op de Maas te POUDE-
ROOIJEN tengevolge van den grooten
diepgang omgeslagen. De opvarende H. v.
d. Veen verdween onmiddellijk in de diep
te.
Bij het ruimen van een
beerpot in het gasthuis te OORSCHOT
viel d. d. een der arbeiders in den pot;
een ander, die hem redden wilde en met
een ladder er in afdaalde, sloeg, waar
schijnlijk bedwelmd, onmiddellijk achter
over en viel er ook in. Zoo ook een der
de, vierde, tot een vijfde toe. Een hun
ner was reeds bezweken toen men hem
bovenbracht. De toes'aod der anderen is
bedenkelijk.
Omtrent het ongeluk te Oorschot meldt
men nader, dat reeds des avonds het
tweede slachtoffer is overleden en
volgenden middag een derde.
Eén persoon is geheel hersteld.
Toen onlangs de oude
heer Mollen te Valken swaard stierf, werd
medegedeeld, dat met hem de laatste val
kenier in Nederland ten grave daalde. La
ter vernam men, dat zijn zoon het be
drijf zijne vaders zon voortzetten. De laat
ste valkenier moet echter een be
ambte in A r t i s zijn, wat blijkt nit een
interview, dat een korrespondent van de
N. R. Cl. met hem had.
Veel bezoekers van «Artis» zullen wel
bekend zijn met den ouden oppasser, die
over de roofvogels aangesteld is. Johannes
Willem Peels is zijn naam, en de last van
71 winters heeft zijn rug niet gekromd.
Des Zondags, als het mooi weer is, ziet
men hem in een groen jasje gekleed, en
op de koperen knoopen zijn valken afge
beeld. Dan heft hij het hoofd trotscher
omhoog, en als gij een praatje met hem
maakt, dan vertelt hij u van zijne jonge
re dagen, van valkenjachten op de heide,
van den vorstelijke jachtstoet van Willem
II, die zoo goed met zijn Engelsche jacht
vrienden overweg kon, van Willem III,
het eene oogenblik in drift opstuivend,
maar dadelijk weer goedhartig lachende, en
van koningin Sophie, die eene hartstoch
telijke jageres was, en met geestdrift de
jacht volgde.
Over den jongen Mollen sprekend, zeide
Peels:
Dat is geen valkenier. Hij vangt alleen
de valken, en verkoopt ze dan in Enge
land of Frankrijk, maar hij heeft er nooit
mee gejaagd en zon ze ook niet kunnen
dresseeren. (P Red.) Piet Mollen, een
broer van den ouden Mollen, die was een
valkenier. Hij is ergens in Engeland, maar
of hij dood is of levend, dat weet ik niet.
Dat Peels werkelijk op den naam valke
nier aanspraak heeft, blijkt ten volle nit
het slot van het intervieuw, dat wij hier
onder afdrukken
„Och, mijnheer ik ben geboren als val
kenier. Mijn vader was het, en de meesten
van mijn familie waren het. Mijn oom was
valkenier aan het Engelsche hof en ik ben
zelf ook tweemaal in Engeland geweest
voor mijnheer Newcombe van Nor
folk. Ja, die Engelschen zijn groote
liefhebbers er van en velen van hen wa
ren lid van de valkenclub op het Loo,
waar ODze Koning president van was. Toen
ik 18 jaar oud was, kwam ik bij prins
Trauttmannsdorff, maar toen hij van zijn
paaid viel en gewond werd, moest hij de
jacht opgeven; nu ging ik weer naar Bra
bant terug, en in 1844 werd ik valkenier
bij Willem II. Later kwam ik bij Willem
IH, tot de valkenjacht opgeheven werd."
„Waarom weid ze eigenlijk opgeheven?»
„Ocb, ziet n, Willem Drie was wat
driftig en kreeg mot met zijn Engelsche
vrienden. Nu. toen veranderde bij het uur
van het diner zoo, dat zij niet jagen kon
den. Toen gingen de EDgelscben toch ja
gen en aten later bij elkaar. En toen heeft
de Koning den heelen boel aan kant ge
daan. Hij liet de leeicn broekjes van de
valken opensnijden en liet ze allemaal weg
vliegen. «Later ben ik in „Artis» geko
men.»
„Dan zal je de koning wel dikwijls weer
gezien hebben, herkende hij je9"
«Wis en zeker, mijnheel! de Koning
vergat nooit iemand. Hij liep e«ns met
dr. Westerman in den tuin en toen zij mij
zagen, vertelde de directeur bem dat ik
nog zijn onde valkenier was. Toen lachte
de Koning en zeide: «Ja ik ken hem nog
wel. Dat is de jonge Peels". Ik zal nooit
meer op de valkenjacht gaan, mijnheer.
Ik ben nu veel te oud en al mijn mak'
kers zijn al laDg dood. Ik alleen ben over
gebleven, de laatste valkenier van Neder
land."
Deringstekeiij in O u d -
Hollandsch costuum die op Woensdag 28
dezer op Oud Holland zou plaats
hebben, is uitgesteld tot Woensdag 4 Sep
tember, wegens de barddraveiijen welke op
eerstgenoemden datum te ALKMAAR en
te GRONINGEN worden gehouden.
T o t d e OOST - DRENTSCHE
boeren komt tegenwoordig veel vraig uit
het Hannoverscbe en uit Munsteiland naar
aardappelen, welk artikel aldaar op verre
na niet zoo gunstig staat als bij ons. Bij
tientallen van wagenvrachten worden de
aardappelen dan ook|derwaarts vervoerd,
thans nog f 1.10 a f 1,20 per hectoli
ter.
Donderdagochtend om 11
uur is op den Stationsweg te ROTTER
DAM een 17-jarige bakkersknecht door
de hitte bevangen en ineengezakt, zoodat
hij op een handwagen naar zijn winkel
moest worden vervoerd.
Mede door de hitte, bezweek aldaar ook
eene vrouw, die aan de Coolskade aan de
waschkuip stond. Zij is hare woniag bin
nengedragen, was geneeskundige hulp werd
ingeroepen.
Polei overalit Jer woei.
Er is wellicht geen land, dat met meer
trots op zijn jongst verleden mag terug
zien dan DUITSCHLAND. Als een
Ptienix uit den worstelstrijd met Frankrijk
verrezen, vormt zijn Statenbond een beeld
van kloekheid en kracht. Zijn leger geldt
voor een model bij alle natiën en in overzee-
sche gewesten, treden Duitsche officieren
als hervormers en instructeurs op.
Tnrkijë, Japan, Persië, Argentijnscbe re
publiek, hervormden hnnne krijgsmacht
naar Duitschen trant, verzochten en ver
kregen van Z. M. "Wilhelm toestemming,
hunne legerafdeelingen tijdelijk onder
Duitsch commando te mogen plaatsen. De
jongste sta»t, die volgens Duitsch systeem
zal worden gedrild is Chili. In den loop
dezer maand vertrekken 30 officieren van
alle wapens naar deze Zuid-Amerikaansche
staat, om gedurende twee jaren de mili
tairen opvoeding dier landsverdedigers op
zich te nemen. Aan dit hooge militaire
aanzien, paart zich een toenemende voor
uitgang op economisch gebied. De aloude
Hanze—stedeD Hamburg, Bremen, Lubeck,
Kiel, om van de nitvoerhavens aan de
monden van Oder en Weicbsel maa: niet
te spreken, nemen bij het jaar in bloei en
uitgebreidheid toe.
Vooral Hamburg gaat met reuzenschre
den vooruit. Gedurende de laatste 25 jaar
is het scheepvaartsverkeer dier stad ver
driedubbeld. Drie-en-negentig geregelde
stoomvaartlijnen onderhouden met 693
stoombooten die per jaar 4938 reizen ma
ken, de gemeenschap niet alle deelen der
aarde. Ongeveer de helft van den geheelen
in* en uitvoer wordt door deze sloomboot-
lijnen verscheept. Verbazend zijn de cijfers
die de ingevoerde artikelen vertegenwoor
digen 1894 wees vooi koffie 194, wol 148,
katoen 78, henDep 23 millioen mark aan.
Huiden petroleam, suiker, graan, tabak
concurreeren met genoemde gestallen. Zie
daar eenige breede trekken, die duidelijk
de macht en wasdom van het Rijk ver
kondigen. Verwonderen kan het ons das
niet, dat, waar de Duitschers meeDen deze
grootscbe ontwikkeling aan de verkregen
eenheid te moeten danken, die wederge
boorte door heel het land met ongeken
de opgewektheid wordt gevierd. Ter he
rinnering aan den roemrijken strijd van
1870, werd heden de eerste steen gelegd,
voor een gedenkteeken van Keizer Wil
helm I. De indrukwekkende plechtigheid
was geheel getooid met den schitterenden
glaus van militaire pracht en praal. Bonds-
vorsten, veldmaarschalken, generaals en
hooggeplaatste hofdignitarissen met Wil
helm de II aan het hoofd, donderende
salvo's, en militaire muziek, toonen maar
al te zeer, dat het burgelijk element ook
thans wter in den blinkenden krijgsman
was opgegaan.
De oorkonde door den keizer bij deze
steeulegging voorgelezen, is eene interes
sante bijdrage van Dnitschland's jongste ge
schiedenis; ziehier den inbond
„Wij Wilhelm, door Godsgensde Duitsch
keizer, koning van Prnisen, doen hiermede
te weten, dat wij besloten hebben, in den
naam der vorsten en vrjje steden van bet
Rijk, den eersten steen te leggen tot een
gedenkteeken, dat door eene eendrachtige
wilsuiting der wetgevende lichamen gewijd
zal worden aan de gedachtenis van onzen
in God rustenden heer grootvader, zijne
Majesteit keizer Wilhelm den Grocte,
„Wij verrichten deze plechtige handeling
op den dag waarop vijf en twintig jaren
geleden, de onvergetelijke keizer Dnitsch-
lands zonen ia den strijd voor de eer en
de vrijheid des Vaderlands tot eene be
slissende zegepraal gevoerd heeft.
«Het brandend verlangen naar nationale
eenheid, mocht hij aan de Duitsche stam
men verzekeren en aan het herboren Rijk
innemeD, aan
deze
de hooge plaats doen
positie verbondeD.
„Niet zonder harde worstelirg, niet zon
der bloedigen strijd werd dit doel bereikt.
De offervaardigheid en de eendracht der
Duitsche vorsten, de wijze raad en krach
tige steun van zijnen kanselier, priDs Bis-
marek, de uitnemende krijgskunde van zij
nen genialen veldheer graaf Moltke, de
onvergelijkelijke bekwaamheid der leger
aanvoerders, de trouw en doodsverachting
van heel het volk, bleven echter een waar
borg voor den goeden nitalag.
„L it het bloedige zaad wies onder Gods
zegen de oogst op van Dnitschlands een
heid en onder bescherming van den met
harde offers bevochten viede mag Duitsch-
land zich zonder zorgen overgeven aan de
ontwikkeling zijner geestelijke goederen en
zijner maatschappelijke belangen. Na deze
ontwikkeling ging keizer Wilhelm baan-
breken voor kunst en wetenschap, akker
bouw en nijverheid, handel en scheep
vaart. ok aan de genezing der sociale
wonden, schonk hij zijne bijzondere aan
dacht. Aan hem is het te danken, dat
voor het eerst den weg werd betreden,
die leidt ter verbetering van bet welzijn
der arbeidende klasse. Tot zijn joDgsten
snik was hij bemint door het volk, ge
acht door zijne boodgenooten en eene
dankbare herinnering zal eteeds aan zjjn
verbonden blijven.
„Om getuigenis af te leggen van de on-
naam