j Zondag 13 Octobsr 1895. 0 39ste Jaargang No. 303S. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN een dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer'5 ct. Groote letters worden naar plsatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. is een romans van Tlioinas Ilardy, der boeiendste en degelijkste uit de moderne Engelsche letterkun de. Door dezen roman in ons blad als feuilleton op te nemen, meenen wij onze Lezers, en onze Lezeressen voor namelijk, boeiende lectuur aan te bie den. Wij maken reeds in dit nummer daarmede een begin. GemeenteSchagen. misbruik van sterken drank Binnenlaudsch Nieuws. Een timmerman uit FIN- STERWOLDE is te Berlijn op zonder linge wijze gestikt. Hij had in een kliniek aldaar een operatie aan de keel ondergaan en werd als genezen ontslagen, maar moest nog drie zilveren buisjes in de keel dragen. De man bracht een bezoek bij een zuster en nam daar een der buisjes uit zijn keel, juist dat, hetwelk men hem verboden had er uit te nemen. Zijn maar^ blijft zuster W6rd op hetzelfde oogenblik in °Pe I den winkel geroepen en toen zij terug kwam, vond zij den ongelukkige ge stikt. (N. Gr- Ct,) issi Nitm-, Mms- Lniimi Uitgever J. WINKEL. Bureau: SCHAGEI, Laan, JD 4. „TESZ" stigste bezwaren tegen het ontwerp, dat de Minister geheel wegneemt Helaas neen waarvoor hij afdoende verbetering nog maar in uitzicht steH. de Red. Bekendmakingen. in- POLITIE. Ter secretarie dezer gemeente zijn lichtiDgen te bekomen, omtrent een gevon den portemonnaie, inhoudende eenig geld. De Burgemeester der gemeente Scha- gen, overwegende, dat bij gelegenheid der loting voor de Nationale Militie in den regel vele lotelingen zi:h overgeven aan dat dien tengevolge twistpartijen ont staan, die de orde verstoren, en hartstoch ten worden gevoed, die slechts schade doen aan lichaam en geest; Maant bij deze belanghebbenden aan, om op den dag der loting voor de nationale Militie, zijnde Woensdag a. sgeen sterke drank te schenken van 's morgens O tot 's mid dag-s 3 u.nr, en zulks ter voorko ming van de noodzakelijkheid dat door hem, Burgemeester, krachtens art. 11 der algemeene politieverordening de tijdelijke sluiting van koffiehuizen en tapperijen zou moeten worden gelast. Schagen, 11 October 1895. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Dat bezwaar betreft de heffing der gemeen te opcenten, die tot een hooger aantal zul len moeten geheven worden. In beginsel ziet de Minister daarin geen bezwaar. Wij ook niet. Het is een van die ge deelten zijner Memorie, waarmede wij volkomen instemmen, waar hij zegt „Een grooter aantal opcenten op eene billijke gerekende belasting werkt zeker niet slechter dan een grooter aantal, toegepast op eene belasting, welke, als de tegenwoordige, èn wat de bepalingen betreft, èn wat de toepassing aangaat, zooveel te wenschen overlaat." Ook zijn wij het in beginsel met den Minister geheel eens, wanneer hij zegt „De wetgever regele de Rijksbelasting zoo goed mogelijk, en is dit gedaan, dan worde beslist, hoe de gemeentebelastin gen moeten zijn, om zich op bevredigen de wijze daarbij aan te sluiten." In beginsel zijn beide stellingen juist, maar er zijn in de omstandigheden be zwaren tegen de toepassing van die be ginselen. Wat de laatste stelling be treft, hebben de meeste, en vooral de grootste gemeenten, geen keuze. En het is zeer onbillijk, dat de Minister zich op eene andere plaats in zijne Memorie smalend uitlaat over gemeenten, „die niets beters wisten te doen, dan opcen ten tot een steeds hooger bedrag te heffen." Waar elke andere uitweg haar versperd was, het Rijk zijne uit- keeringen verminderde on aan de meenten steeds nieuwe en grootere gaven oplegde, daar moesten zij opcenten heffen, en zouden zij dat een hooger aantal moeten doen, als ge uit- wei tot de ....in herziening van het Personeel de opbrengst der belasting en daardoor ook die der opcenten deed dalen. En nu zou dit, volgens de eerste stel ling geen bezwaar hebben, indien inder daad de nieuwe belasting volkomen billijk geregeld werd. Maar het geval kan zich voordoen, en daarop was ons bezwaar ten deze gegrond, dat er onder degenen, die hooger zouden worden aangeslagen dan vroeger en zoodanigen zullen er zijn voorkomen, die door de boven dien verhoogde opcenten van dat hooger bedrag zwaarder gedrukt worden, dan met de billijkheid is overeen te bren gen. te keeren, gevonden door conversie van Nationale Schuld, dan kunnen zij in het begin van 1896 beschikbaar zijn." „Hier uit," zegt de Minister, „zon aan de ge meenten eene naar bilbjkheid door de wet te regelen vergoeding kunnen worden gegeven voor de vermindering, die ha re inkomsten ondergaan tengevolge van de verlaging van het bedrag, waarover de opcenten worden geheven. Het hef fen van een grooter aantal opcenten in 1896 dan op de kohieren in 1895 is be rekend, zou buiten aanmerking blijven." Hieruit blijkt, dat de Regeering denkt, spoedig met de regeling der gemeente- financiën gereed te zijn, daar zij den maatregel blijkbaar alleen voor 1896 noodig acht. Dit buiten beschouwing latende, is het plan des Ministers als overgangsmaatregel zeer voldoende. Nu het Rijk weder eene nieuwe greep gaat doen in de gemeente-financiën, zullen zij door dien maatregel voorloopig in den zelfden staat gehouden worden, doordien het Rijk aan de gemeenten betaalt het verscnil, dat ontstaan zal door het hef fen van een zelfde getal opcenten van een kleinere hoofdsom. Zoo de gemeen ten, om de begrooting sluitend te maken, meer opcenten moeten heffen dan het vorig jaar, dan blijven die meerdere op- oenten bij de verrekening buiten aan merking, m. a. w. de opbrengst daar van vloeit geheel in de gemeentekas en wordt niet in mindering gebracht van de Rijksbjdrage. Een goed voornemen, maar helaas! niet meer dan een voornemen! Een voorne men, welks vervulling tot zekere hoog te afhankelijk wordt gesteld van de me de voorgenomen, maar nog niet eens voorgestelde conversie der Staatsschuld. Wie zegt ons, dat niot in de staat kundige of in de finantieële wereld zich omstandigheden zullen voordoen, die het tot stand brengen der conversie onmoge lijk maken of doen uitstellen? En zoo zij slaagt, of het den Minister gegeven zal zijn, daarna eene wet te doen aan nemen, waarbij de bedoelde uitkeeringen worden vastgesteld Wij heben alleu eerbied voor de goe de voornemens van de Regeering en van de Staten-Generaal, maar zelfs, al staan nj in de wet, dan blijven toezeggingen en voornemens niet meer dan dat. De wet, waarbij in 1885 de uitkeering uit het Personeel gefixeerd werd, bepaalde, dat zij vóór 1 Januari 1896 moest wor- Heden, Vi ij dagmorgen, is in de Groote Keeten, gemeente CALLANTSOOG, de boerenwoning, toebe- hoorende aan de Erven Jimmink en be woond door Jb. de Geus, tot den grond toe afgebrand. Niets is gered kannen worden. Als een treurige bijzonderheid moet daarbij worden gemeld, dat de knecht, die doofstom was, in de vlammen is omgekomen. De oorzaak van den brand is onbe kend. Toezegging van beroep tot Predikant der Ned. Herv. Gem. te ÜRSEM is gedaan san den heer .4. Stram- roodProponent te Oudkarspel. —Te GIETELOO waren eenige jongons in een notenboom geklommen, om er noten af te siaan met een gaffel, dii een der jongens liet vallen. Een der pun ten kwam in het hoofdje van een vierja rigen knaap, die dood op de plaats bleef. Tegen Zaterdag 12 October is door het hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche onderwijzers en het bestuur der atdeeling HELDER van ge. noemde Bond een vergadering uitgeschre ven in 't lokaal Casino te Helder. Als spreker zal optreden de heer C. V. Gerritsen, lid der Tweede Kamer, en het ondeiwerp zal zijn: de aanschrijving van B. en W. van Helder aan de onderwij zers Janzen en Reitsuna. De vergadering zal te 6 nar aanvangen. Beroepen tot Predikant van de Ned. Herv. Kerk te HENSBROEK, de heer A. Stramrosd, Proponent te OUD- KARSPEL. Te ASTEN heerscht de kink- hoest zeer hevig. Er zijn reeds 20 kinde ren aan bezweken. De minister van Financiën heeft het Voorloopig Verslag over het ontwerp tot herziening van het Personeel beant woord. Erkend moet worden, dat hij met groote handigheid zijn ontwerp verde digt. Eene handigheid, die zich vooral daarin openbaart, dat hij zich krachtig verweert, waar hij zich sterk gevoelt, maar luchtigjes heenglijdt over betwist bare punten. Menig gedeelte van deze uitvoerige Memorie zouden wij ten volle kunnen onderschrijvenmaar op alle punten, waaromtrent wij bedenkingen hadden, blijven wij met den Minister verschil len j wij kunnen hem bijv. niet toegeven, dat een sterker progressie, vooral te vinden in den grondslag mobilair, on doelmatig zou zijn, en tot eene mindere opbrengst zou leiden, zooals hij beweert. Wij kunnen evenmin toegeven, dat de kinderaftrek in zijn stelsel goed is ge regeld, zooals hij uitvoering tracht aan te toonen. Wij zijn het evenmin met hem eens, dat er niets te doen zou zijn voor hen, die vroeger niet in het Pa tent, en thans wel in de Bedrijfsbelasting zijn aangeslagen, en die bovendien door een hoogeren aanslag in het Personeel zullen getrofien worden. Die voorbeelden zijn met andere te vermeerderen. Indien ons, voor de behan deling der wet in de openbare vergade ring, nog tijd rest, komen wij waar- üe Minister spreekt over dit bezwaar niet. Waarschijnlijk laat hij dit na, om dat hij dan zou moeten toegeven, op dit gevolg der voorgedragen regeling niet bedacht te zijn geweest. Gelukkig komt hij zelf met een an der bezwaar. Hij wijst er op, dat, als na de herziening van het Personeel de gemeente-belastingen gewijzigd worden, er spoedig wederom belangrijke wijzi gingen zullen moeten volgen, zoodra de nieuwe, wettelijke regeling der gemeen te-financiën tot stand komt. Om nu te gemoet te komen aan het bezwaar, dat de nieuwe personeele belasting en de gemeentelijke regelingen, op de nieuwe wet gegrond, niet tegelijk zijn in te voe ren, is de Minister voornemens een mid del aan te wenden, dat, als het toege past wordt, tevens ons bezwaar uit den weg ruimt. „Verbeteringen der financiëele verhou ding tusschen Rijk en gemeenten," zegt de Minister, „zal onvermijdelijk mee brengen een hooger totaal der uitkee ringen aan de gemeenten (die, volgens eene andere plaats in de Memorie, niet meer naar de opbrengst van het Perso neel, maar naar een anderen maatstaf zullen berekend worden.) Kon die ver betering tegelijk met de herziening der personeele belasting worden ingevoerd, dan zou de Staat al dadelijk de verhoog de uitgaaf doen. Nu dat niet geschiedt, kan er geen overwegend bezwaar in lig gen, om een deel van hetgeen de schat kist tijdelijk bespaart (en de gemeenten dus te min ontvangen) door het onver mijdelijk uitstel van de nieuwe regeling der verhouding tusschen Rijks- en ge- meentefinaneiën, te gebruiken tot het wegnemen der moeilijkheid, uit den o- den herziendat was nog meer dan een voornemen en meer dan eene toezegging: dat was een gebiedend voorschriftdat was een middel, waarmede de wetgever, die zeer wel begreep dat hij onrecht pleeg de tegenover de gemeenten met die wet, zijn geweten in slaap suste, door te doen gelooven, dat dit onrecht niet langer dan tien jaren duren zou. En wat antwoordt nu deze Minister, die de gemeenten met beloften in eene Memorie tevreden wil stellen, op de vraag naar de toepassing van dit gebiedend voorschrift „Dat de regeling der wet van 26 Juli 1885 Staats blad No. 1671) niet vervalt op 1 Janu ari 1896, maar blijft doorloopen tot de voorgeschreven herziening zal hebben plaas gehad." Met andere woorden: de gemeenten moeten maar wachten. En in hetzelfde stuk, waarin zóó gesproken wordt over die voorgeschreven herziening, meent men ernstige bezwaren uit den weg te kunnen ruimen door het mede- deelen van maatregelen, die men in een gegeven geval zou kunnen nemen En waartoe is dat noodig De voorge stelde uitkeering zal wel gekweten kun nen worden uit de bate der conversie, maar zij is niet van die conversie hankelijk Zij berust op de maatregelen, die ten aanzien van het Personeel ge nomen worden, en daarin moet bij de wet het Personeel voorzien worden. Een en kel artikel, dat het recht der gemeenten vaststelt, is voldoende. De uitvoering is nader te regelen. En als dan de conversie niet tot stand komt Dan draagt het Rijk den last, en wij zouden wel eens willen vernemen, waarom het Rijk dit minder goed zou kunnen doen dan de gemeenten, of min der daartoe geroepen zou zijn Zoo de wet hierin niet voorziet, is het voornemen lofwaardig, het eene verbetering af- 6» ""6 "ti- u 0 schijnlijk op enkele dier punten, vooral vergangstoestand voortvloeiend. Worden op het laatste, terug. Thans hebben wij bijv. de middelen, om een hooger be- oaa bezig te houden met een der ern-1 drag aan de gezamenlijke gemeenten uit Een mevrouw, wonende in het Kenaupark te HAARLEM, heeft de jongelieden, die deze week aldaar moesien loten, uitgeuoodigd, om in haar woning gratis brood eu koffie te komen gebruiken. Uit BARNEVELD meldt men dat T. v. B., die lijdende was aan bloed vergiftiging ten gevolge van het leggen van tabak op eene wonde, reeds aan de gevolgen is overleden. Arbeiderswoningen! Dr. Saltet, directeur van den gemeente lijken gezondheidsdienst te AMSTERDAM, heeft ongeveer een maand in Engeland vertoefd, om een onderzoek naar de arbei derswoningen in te stellen, met het oog op de belangen van Ams'erdam. De heer Saltet, die met zijn verslag ge reed is, verklaart zich voor geregelde in spectie door een afzonderlijken tak vau dienst, die niet in verband staat met pu blieke werken of politie. Ook verwacht dr. Saltet meer van publicatie dan van ontei gening, boeten of andere strafien. Gedurende eenige maan- den achter eenvclgens zijn outvreemd van de mailboot Prins Hendrik op het tentoon stellingsterrein te AMSTERDAM, ten nadeele van den pachter der buffetten, O. H. Reinst 180 groote lepels, 227 dito vorken, 163 dito messen, 71 kleine dessertlepels, 78 dito vorken, 45 dito messen, 720 theelpeltjes, alle op den steel gemerkt *20" en van vernikkeld wit metaal; 100 bier- bakjes, 4 peper- en zoutstelletjes, 3 me nuhouders, 8 presenteerblaadjes en eenige knrken met vernikkaid wit metalen knop pen. De commissaris van politie in de 3e sectie te Amsterdam verzoekt opsporing, inbeslagneming en bericht. Het voetstoots verkoope" van slachtvee op de Pnrmerender week" markt neeft reeds opgehouden. Door he* verzet van de slagers werden de prijzen zoodanig gedrukt, dat de landlieden begre pen hebben een anderen weg te moeten inslaan. Een 100-tal hebben zich thans veree- niogd om een fonds te vormen, waaruit eventueele vergoeding, tengevolge van af keuring van voor de slachtbank bestemd vee, zal worden bestreden. De leden van deze vereeniging betalen daarvoor f 1 per verkocht beest. Tot 1 November bestaat nog gelegenheid om zich aan te sluiten, zoodat het getal leden aanzienlijk kan wor den. Aan den burgemeester van Purmerend, jhr. C. v. Citters, is het eere-voorzitter- schap opgedragen, en de heer J. Worp, gemeente-secretatris, is met de administra tie belast. Alzijn de varkensprijzen nog altijd bijzonder laag, toch blijkt het, dat er nog wel voordeelen met het mei ten kunnen worden behaald, mits men de zaak maar op de rechte wijze aanpakt. Iemand te WINSCHOTEN kocht op 80 Mei j. 1. bij levend gewicht, vier jonge varkens, samen 330 halve kilo voor 146,20 Hij mestte tot 28 Augustus. De krulstaarten hadden in dien tijd 9 H. L. gerstemeel en 6 baal spoeling, respectievelijk voor f 30.15 en f 20.15 verorberd. Drie varkens, samen 692 halve K.G. zwaar, werden toen voor f 110.75 verkocht. Daar de gezamenlijke kosten f 96.50 waren, was de winst f 14.22 en had de mester bovendien nog een varken over van 190 halve K. G. Een zeldzame vondst. Onder HOEVEN (N. B) nabij nacht poet W. ter plaatse „de Zegge" heeft men bij het graven in de heide diep in den grond een schip gevonden. Het schip is nog vrij gaaf en is voorzien van anker en kettingen. Men verdiept zich in gissingen hoe het vaartuig d ar gekomen is. Sommige ver moeden bij de St. Elisabetsvloed; anderen beweren dat aldaar vroeger een vaart heeft geloopen genaamd „Passiona" of Passier vaart. De burgemeester vau Hoeven heeft last gegeven, niets van de vondst te ver wijderen. Een nieuwe uitvinding! In een koffiehuis te BOXTEL trad een boer, half aangeschoten, waggelende da gelagkamer binnen en bestelde een glaasje klare, hetgeen hem bij herhaling geweigerd werd. De kastelein, die gaarne van het in van boertje verlost wilde zijn, nam zijn toe vlucht tot een grap. Hij maakte hem wijs, dat er door de groote heeren in Den Haag een wetsbepaling is aangenomen, volgens welke alle twijfelachtige dronkaards voort aan gepeild moeten worden door een „kla- reometer." Wijst het werktuig bij onder zoek 15 aan, betgeen 15 fboordevollttjeB" beteekent, dan is èn kastelein èn de ge peilde strafbaar. Onze leuke herbergier neemt een thermometer van den wand, plaatst hem met het bolletje in den mond van den boer, terwijl deze met een paar verwilderde oogen in angst afleest15,16, 18, 21, 24. Halt 1 roept de kastelein, en de boer ver wijdert zich haastig, mompelende: *Dui- velsch ding! Wie dè toch nitgep rek kezeerd hee Te BRAKEL kreeg een kind van even 18 maanden, door een geriugen val, een klein wondje aan den tong. Er onstoad een nitbloeding, welke door den geneeskundige niet te stuiten bleek. Het kind is na eenige uren bezweken. Tijdens een kort maar h e- vig onweer sloeg te GAMEREN het he melvuur, waarschijnlijk door den schoor steen, in de woonkamer van de wed. v. d. H. en baande zich een weg door 't ach terhui» naar buiten, zonder schade of brand te veroorzaken. Rampinde Delistraat te ROTTERDAM. E«sn vreeselijk gekraak, vermengd met hulpkreten en gekerm, deed Vrijdagochtend te ruim 10 ureu al wat in de Rijnhaven werkzaam was, verschrikt tezamen loopen naar de Delistraat te -Katendrechl, waar zware opstijgende stofwolken de plaats aan wezen, waar een ongeluk gebeurd was. A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1