Donderdag 17 October 1895.
39ste Jaargang No. 3037.
FEUILLETON.
en
■Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
Bareau: SCHAOKÜ» I«aan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel,
13e Red.
GemeenteSc hagen.
Bekendmakingen.
Binnenlaudsch Nieuws.
2. van
Inde provincie GRONIN
GEN wordt eene beweging optouw ge
zet om van de regeering te verkrijgen,
dat vergoeding wordt vastgesteld voor
koeien, waarvan, wegens verborgen
gebreken der dieren, het vleesch voor
de consumtie werd afgekeurd. De Sla-
gersvereeniging te Groningen heeft in
dien zin een adres aan de regeering ge
richt en onderscheidene landbouw-ver-
eenigingen zijn voornemens daaraan ad-
heasie te betuigen.
- Te 's GRAVENHAGE is Za
terdag circa|8 uur, een ramp veroorzaakt
door het instorten van een hnis en wel
in de Tulpstraat no. 61, eene zijstraat
of steegje van den Loosduinschenweg,
achter welk perceel, bestaande uit een
koetshuis en éen bovenverdieping, een
sloot loopt.
Onder geweldig gekraak stortte het
huisje in, naar men zegt door onder
mijning van de fundamenton door de
aanwezigheid van de bovenbedoelde vui
le sloot, die gedeeltelijk aan particulie
re eigenaren, gedeeltelijk aan een open
baar lichaam toebehoort.
Het huisje was bewoond door het ge
zin Dieriks.
De vader, een timmerman, was reeds
vroeg naar zijn werk gegaan, maar de
moeder en de vier kinderen kwamen
onder het puin, met het ongelukkig ge
volg, dat de vrouw door verstikking om
het leven kwam, terwijl de kindertjes
gelukkig niet levensgevaarlijke wonden
aan hoofd en armpjes bekwamen.
Met groote toewijding kweten zich
de heer Wilson, fabrikant van gastoe-
stellen, wiens werf aan het ingestorte
perceel grenst, zijn zoon en zijn talrijk
personeel, van het eerste reddingswerk.
De arme moeder lag bewegingloos
met het gezicht in de sloot en verborgen
onder beddegoed.
Vóór weinige dagen was haar pasge
boren kind begraven.
De brandweer verscheen op het ter
rein, maar voor haar was niet veel
meer te doen, dan het nemen van ee
nige veiligheidsmaatregelen.
De sloot, waarin het perceel stortte,
is een modderpoel waarop alle riolen
van het laatste gedeelte van den Loos-
duinschen weg uitloopen. Zij staat on
der uitsluitend beheer van Delftland.
De zwakke toestand van het gebouw
was den eigenaar niet onbekend.
illditl
Ainrttilii- k lanlliiillai
hetwelk wij voor de Abonnés in de ge
in eenten:SCHAGEN, ANNA PAULO WNA,
WIEBINGERWAARD, OUDESLUI8 en
BARSINGERHORN, reeds Dinsdag ver
zonden hebben.
POLITIE.
Ter secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen te bekomen, omtreut twee gevon
den dwarseinden van een kippen
hok.
Tot Hoef d-I ngeland van
het waterschap Schager en h iedorper Kog
gen* is benoemd de Heer A, Schenk van
BARSINGERHORN.
Zondagavond omstreeks
8 ure brandde de dubbele boerenplaats
van mej. de Wed. Bron», te BURGER-
BRUG, in de Zijpe, tot den grond toe at.
Oorzaak onbekend, alles was ve zekerd.
Aan de Maandag 14 Octo-
ber j.1. gehouden harddraverij, bij mej. de
Wed. de Wit aan 't ZAND in de Zijpe,
namen 8 paarden deel.
De le prijs, een nikkelen servies, werd
gewonnen door het paard van den heer
jP. van Dijkberijder de heer S. Ktcaks
te Zijdewind. De 2e prijs, een vergald
waterstel, door het paard van den heer
G. Paarlberg te Zijpe, berijder eigenaar.
De 3e prijs, twee bloempotten, door het
paard van den heer C. van der Oord Pz
te Zijpe, berijder de eigenaar. De prijzen
werden finaal vereerd.
Gisteren-ochtendwerd uit
de ZAAN, aan den kant van Oostknollen
dam, opgevischt het lijk van den 25-jsri-
rigen A. S., werkman te Westknollendam.
Thomas Eardy.
Eerste Boek.
HOOFDSTUK III.
Te8Z Durbeyfield gelukte bet niet zoo
spoedig, de ergernis op zijde te zetten.
Langen tijd had zij geen lust meer tot dan-
sod, ofschoon vele dansers een vriendelijk
oog op haar lieten vallen; maar deze spraken
niet zoo beschaafd als de vreemde jonge
ling. Maar na verloop van eenige oogen-
blikken, schudde toch ook zij de minder
aangename gewaarwording van zicb af
en gaf een der jonge landlieden, die haar
om eeD dans smeekte, een toestemmend ant
woord.
Zij bleef bij hare vriendinnen tot het don
ker werd en gaf zicb met lnst aan den
dans over, evenwel vrij van eenigen harts
tocht; zij danste, omdat het haar vermaakte,
en sij het aardig en prettig vond, sierlijk
rond te draaien. De strijd tnsseben de jon
gens om een dans met haar, wekte bare
vroolijkheid op verder niets; en wan
neer zij te lastig werden, staarde zij ze
heen.
Zij zou wellicht langer gebleven zjjn,
maar het zonderlinge uiterlijk van haar va
der viel haar weder in en maakte haar be
zorgd, en nieuwsgierig om te weten te ko
men. wat er eigenlijk met hem gebeurd
was, deed dit haar den danser in den steek
laten en hare schreden naar bet dorp rich
ten, naar de plaats, waar haar ouderlijke
woDing stond.
Zij was nog vele honderd ellen ervan
verwijderd, toen andere geluiden, dan die zij
zoo even verlaten had, haar gehoorvlies de
den trillen, geluiden, die zij zeer goed kende,
ja te goed. Het was het regelmatig stoten
van de wieg op den grond, terwijl eeo
vrouwelijke stem in een schrikbarend snel
tempo het geliefde lied van „het wollige
schaap'' zong
Slaap kindje, slaap,
Daar buiten loopt een schaap
Zij wist, dat het stampen van de wieg
en het gezang gelijktijdig zonden ophou
den, voor één enkel oogenblik maar, en dat
een slem in den boogsten toonaard zon uit
gillen
«God zegene uwe oogjes als diamanten
Volgens verklaring van den mede aldaar
wonenden C. V., zijn beiden met een zoo-
genaamden hardroeier (die al tamelijk oud
en voor twee persoaen niet meer sterk
genoeg was) de Za&d overgevaren. In het
midden gekomen ontstond plotseling een
herig lek, zoodat de boot, in een oog
wenk met water gevuld, weldra in zinken
den toestand verkeerde. Op eeaige meters
afstand van den wal sprong A. S. nit bet
vaartuig waardoor dit omkantelde. Het
mocht hem met veel inspanning gelukken
zich naar den wal te werken, terwijl eerst-ge-
noemde verdronk.
De Minister vanB. Z heeft
gunstig beschikt op de aanvrage om subsi
die voor een wintercursus in laild-
bouwkunclo te ANNA PAULO WNA.
Het is te hopen, dat belanghebbende jongelie
den van deze gelegenheid gretig zullen ge
bruik maken, om hunne theoretische tea-
nia te vermeerderen, die voor den practi-
schen landbouwer van zoo groote waarde is,
Het onderwijs zal voor de leerlingen ge
heel kosteloos zijn, zoodat nitmaud om
fieancicele redenen achterwege behoeft te
blijven. De aanmelding voorden cursus
moet geschieden bij den heer Geever»die
met den heer Raap het onderwijs zal ge
ven.
De cursus begint 1 November.
In de onmiddellijke nabij-
heid van CALLANTSOOG, van de plaats,
waar de walvisch op het strand werd ge
worpen, dreef den 13a een lijk Daar de
kust, dat in vrij ver gevorderden staat van
ontbinding verkeerde. Vermoedelijk is het
afkomstig van een der opvarenden van het
onlangs verongelukte schip De Elbe».
Naar men meedeelde werd ook den 12e
een lijk op het strand alhier, en tevens een
vracht hout gevonden.
In den nacht van zater-
dag op zondag is een hevige brand uit
gebroken in de stoombleekerij van V i s-
e e r, gelegen aan de Bleekersvaart
onder HEEMSTEDE. Ook de daarnaast
gelegen stoombleekerij van Breet werd
door de vlammen aangetast. Het mocht
de dorpsbrandweer met hare eenig be
schikbare brandspuit eerst na veel moeite
gelukken, den brand te bedwingen. Eerste
gemelde bleekerij werd geheel vernield,
de andere brandde schoon nit. Daar vele
wasschen onderhanden waren of ter ver
zending gereed stonden, is de geleden
schade vrij aanzienlijk.
De Bierbrouwer ij de ge-
kroonde Valk te AMSTERDAM is op de
Internationale Tentoonstelling te Bordeau
voor haar Stout bekroond met eene
Gouden Medaille, zijnde de hoogste
onderscheiding voor dit artikel.
Een knaapje van elf jaren
bevond zich te BORNE op een korenmo
len. In een onbewaakt oogenblik geraakte
de knaap met den hals verward in het
touw, waarmede de molen in beweging ge
bracht wordt. Toen de molenaar hem kwam
zoekeD, vond hij den knaap dood in het
touw hangen,
Zekere D., ond 18 jaar en
woonachtig op het zoogenaamde „Ond
Kerkhol", gelegen nan den straatweg tus-
schen TOLEN en POORTVLIET, beging
Vrijdagavond de onvoorzichtigheid, om, ge
zeten op een zwaar beladen wagen met
suikerbieten, op den Zuiddijk den wagen
te k6eren met het gevolg, dat deze
omsloeg en van den dijk tuimelde. D. kwam
in een sloot terecht en kreeg de volle la
ding op net lichaam, zoodat de ongeluk
kig, totaal verpletterd, onmiddellijk een
lijk was.
I B ij 't d o z ij n B ij een g i s-
ter door het Hof te DEN HAAG ge
geven uitspraak betreffende een civiele
vordering, werden, ingevolge opdracht van
een der partijen, aan de tegenpartij niet
minder dan 28 eeden opgelegd.
en nwe roode wangen en nwen zoeten
mond en ieder deel van uw gezegend
lichaam."
Na dezen uitroep zon het zingen en het
stooten van de wieg weder beginnen, en
de roem van het „wollige schaap" verder
verkondigd worden. Zoo was het schouw
spel inderdaad, toen TeBz de denr opende
en op den drempel staan bleef, om de scène
aan te zien.
Trots het gezang, maakte het inwendige
van de hut op do zinnen van het meisje
een onnitsprekelijk trenrigen indruk. Van
de feestvreugde op het frissche dansveld,
tot den ellendigen toestand van dit door
kaarslicht beschenen vertrek, welk een
stap! Naast deze gewaarwording drong
zich nog bet zelfverwijt, dat zij oiet thuis
gebleven was, om haar moeder bij den hui-
selijken arbeid te helpen, in plaats van bui
ten pret te maken.
Nog altijd stond haar moeder, zooals zij
haar verlaten had, te midden van een groep
kinderen, over een tobbe met waschgoed
gebogen, waaraan zij reeds maandag begon
nen was en na aan bet eind van de week
nog niet gereed gekomen wes. Daarvan
was Tesz maakte er zich nn een ver
wijt van bet witte kleed de schuld, dat
zelfde kleed, dat baar moeder met eigen
hand gewasscben en gestreken had.
Zooals gewoonlijk balanceerde moeder
Durbeyfield op één been naast de tobbe,
met het andere bezorgde zij de bovenom
schreven bezigheid: het wiegen van haar
jongste. De klossen onder de wieg had
den op den steenenvloer onder bet gewicht
van zoovele kinderen, reeds zoovele jaren
bnnne diensten gedaan, dat zij haast vlak
geworden waren, voodat het werktuig gewel
dig op en neer ging, en de zuigeling als
een blok bont in de wieg heen en weer
rolde, wanneer vrouw Dnrbeyfield, meege
sleept door haar gezaDg, met alle kracht
het oude werktuig heen en weer schom
melde.
Niknak, niknak, zoo ging de wieg. De
vlam van de kaars werd lang en smal en
begon geweldig te flikkeren; het zeepsop
droop van moeder Durbevfield's armen en
het lied was ODgeveer jnist ten einde gegild,
toen de vrouw baar dochter in de deur
bemerkte. Tesz' moed-r bad een groote
voorliefde voor muziek en geen lied kwam
in het Blackmootdal, zonder dat zij het niet
binnen een week kende.
Ook nn verried haar gezicht, hoe frisch
en bnpsch zij er in baar jeugd had uitgezien,-
I het was jiocrwaarscbijnlijk, dat do lieftallig
heid, welke Tesz de hare mocht noemen, eene
erfenis van haar moeder was, die geen aan
spraak op ridderljjke of grafelijke afkomst ma
ken konde.
„Ik zal de wieg aanstonds wel in bewe
ging honden, als ik mijnjnrk heb uitgetrok
ken, en n bij het uitwringen helpen", zeide
Tesz. „Ik dacht, dat ge reeds lang klaar
waart."
Tesz' moeder was volstrekt niet nit haar
humeur, dat hare dochter haar zoo lang met
bet werk alleen gelaten had, zij gelastte
haar nooit iets, wat betrekking op het huis
werk had, daar het in haar natuur lag, de
boel maar nit te stellen, als zij het wat
moeielijk of te veel vond. Hedenavond scheen
zij nog opgeruimder dan gewoonlijk. In den
blik van de moeder lag iets droomerigs,
iets genoegelijks, waarvoor het meisje geen
verklaring vinden kon,
Het is goed, dat ge komtzeide vrouw
Durbeyfield, zoodra de laatste toon in sterk
fortomissimo was weggestorven. „Ik moet
weg, om nw vader te halen. Eerst wil ik
n echter vertellen, wat er voorgevallen
is."
„Sedert ik weg was vroeg Tesz.
„Ja".
„Heeft het iets'gemeen, met dat vader dezen
middag in een rijtuig werd thuis gebracht
Waarom beeft hg dat gedaan Ik had wel
in den grond willen wegzinken; zoo heb ik
mij geschaamd."
„Dat hing reeds met de zaak samen. Wij
hebben ontdekt, dat wij de voornaamste edel
lieden nit den ganschen omtrek zijn; ons ge
slacht reikt ver over den tijd van Olivier
Grumble, tot aan de dagen der heidens, de
Turken. Wij hebben monumenten, grafgewel
ven, helmen en sabels en de hemel weet,
wat al niet meer. Ten tijde
van den heiligen Karei werden wij tot rid
ders van den heiligen Uk geslagen en onze
werkelijke naam is D' Ur her villa. Maakt n
dat niet trots Daarom kwam vader in een
rijtuig thuis niet, omdat hij dronken was,
zooals de menschen meenden."
„Dat verheugt mij. Zonden wij er nat van
kannen hebben, moeder P"
„Natuurlijk Men gelooft, dat wij het nog
ver zullen brengen. Zeker, er znllen scharen
der onzen io prachtige koetsen tot ons ko
men, zoo spoedig zij alles znllen welen. Uw
vader heeft alles vernomen, toen hij van
Honrcastle thuis kwam,en hij heeft mij dadelijk
onzen geheelen stamboom opgageven."
„En waar is vader nn vroeg Tesz haastig.
Hare moeder gaf een onbestemd antwoord,
toen zij zeide
tig zeide, hg wilde den dokter in Honr
castle opzoeken; bij heeft geen krachten ge-
Een onhartelijk vader.
De vorige week verdronk te VIERVER-
LATEN (prov. Groningen) een zoontje van
schipper Oostra nit A d u a r d. Volgens de
N. Pr. Cr. Ct. hebban deze Oostra en
oen andere zoon, den jongen voor hun
noeg, zoorls het schijnt. Hij heeft te veel
vet om zijn hart, zeide hij."
Jane Durbeyfield kromde eene harer, door
het heete water geschroeide duimen en
maakte daarvan met behulp van haar
wijsvingers een C en wees met de andere
de opening aan.
„Op dit oogenblik, zeide bij tot nw va
der, „is uw hart zoo ver ingesloten zoo
ver. Deze ruimte is nog open. Wanneer het
zoo ver gekomen is, zoo vrouw Dnrbey
field sloot hare vingers tot een cirkel
„dan zult gij uitteren tot een schaduw,
mijnheer Durbeyfield. Dat beeft hij gezegd.
Gij kunt nog tien jaar leven gij kunt ook
binnen tien maauden dood zijn, of binnen
tien dagen."
Tesz zag baar mot der ontsteld aan. Haar
vader kon mogelijkerwijs reeds zoo spoedig
in het eeuwige duister verdwgnen, trots
zjjne plotselinge grootheid P
„Maar waar is vader nn?" vroeg zij nog
eenmaal. Hare moeder wierp haar een ver
wijtenden blik toe.
„Nu, wees niet zoo opbruisend en er
gerlijk 1* zeide zij. „De arme man gevoelde
zich na deze mededeeling zoo zwak dat
hij een half nnrtje naar Rollivers is gegaan.
Hij moet zich een weioig sterken voor de
reis van morgen met de bijenkorven, die ge
leverd moeten worden, of wij van hooge
familie zijn of niet. Hij moet reeds kort na
twaalven op weg, daar de afstand zeer groot
is."
„Hij moet zich sterken1'' riep Tesz heftig,
terwijl de tranen haar over de wangen rol
den. Mijn God, hij gaat naar de kroeg om
zich te sterken,! En gij, mo:-der, gij zgt daar
mede tevreden!"
Haar verwijt en haar toon schenen bet
gansche vertrek te vullen en zelts haar moe
der een treurig gezicht te geven.
„Neen, neon," antwoordde doze, ,ik ben
er volstrekt niet mede tevreden. Maar wat
moet ik doenP Ik heb er slechts op gewacht
dat gij thuis kwaamt en op het hnis past,
opdat ik gaan kan, om hem (e halen."
-,Ik zal gaan."
„Neen, neen, Tesz! Gij weet wel, dat dat
niets geeft."
Tesz sprak niet tegen. Zij wist heel goed
wat die opmerking harer moeder zeggen wil
de. Jak en hoed van moeder DnrbeyfiJd hin
gen op den stoel aan hare zijde, reeds heimelijk
klaar gezocht voor den tocht, wiens oorzaak
de onde vrouw meer beklaagde, dan de nood-
weodigheid om te gaan.
„Raadpleeg de waarzegger", Zeide vrouw
Jane haastig. Vervolgens droogde zy haar
tranen en maakte zich klaar.
oogen zÏ6n verdrinken, zonder een enkele
poging tot redding aan te wenden.
Toen Oostra zag, dat zijn kind in de diep
te verdwenen was zoo deelt mea m'de,
riep hij de menschen, die bezig waren
met het kind op te visschen, toe: r Als jij
hem hebt, leg hem dan daar neer, dan kan
ik hem vanavond halen!"
De avond kwam, Oostra voer weder met
zijn schnit voorbij de plek alwaar zijn
kind verdronken was, informeerde, of men
hem gevonden had, en ging met zijn schnit
door naar Ad aard. Den volgenden mor
gen werd de knaap opgevischt.
Naar aanleiding van de omstandigheden,
is door een rijksveldwachter te Groningen
procesverbaal opgemaakt.
Te HARLINGEN komen veel
gevallen van typhns voor, in één straat
zelfs 5. Den ingezetenen is verboden het
water uit de Spoorsloot te gebruiken, daar
dit door typhus-bacillen is besmet.
Eeo ingezetene, te AVEN-
HORN, de heer V., heeft in den nazomer
bij zijn regenbak een platten bak
laten maken, die door een schot in tweeén
verdeeld is, evenwel zóó, dat dit schot
niet tot den bodem van den bak komt,
terwijl een stukje van den bodem af een
rooster ligt.
In het eene deel van den bak is grot
grint en in bet andere deel fijn grint aan
gebracht, dat rust op genoemd rooster. Op
het grove grint is een tweede rooster. Het
water, van het dak komende, loopt over
den laatsten rooster, waarop bladeren en
ander grof vuil blijven liggen, door het
grove grint en verzamelt zich onder den
eerstgenoemden rooster.
Vervolgens stijgt het in het tweede ge
deelte van den bak door het fijne grinten
stroomt door een afvoerbuis, boven aan
dit gedeelte van den bak aangebracht, n ar
den regenbak. Het vroeger kwalijkriekende
en melkachtige water is thans klenr- en
reukloos. Wie zuiver helder water wil
hebben, laat bij zijn regenbak een derge
lijke filter maken.
Het 9-j arig zoontje van
den heer Wardenaar te DIRKSHORN,
redde j.1. Donderdag een 4-jarig kind, T. V.,
uit de Ringsloot. Het is te begrijpen dat,
De „waarzegger" was een oud, dik boek,
dat op de tatel lag, en zoo versleten was,
dat het wit reeds overal zoo ver was afge
scheurd, dat de letters reeds bot op den kant
stonden. Tesz nam het op, terwyl haar moe
der het hnis verliet.
Deze wandeling, om haar echtgenoot in de
kroeg op te zoeken, was te midden van het
gewoel en gehuil harer kinderen, een bijzon
dere uitspanning en genoegen voor vrouw
Durbeyfield. Hem bij Rollivers te vinden,
dair twee of drie nur te zitten aan zijne
zijde, alle nieuwtjes aan te hooren, en alle
sorgen te vergeten, - dat maakte haar gelukkig.
Alle ontberingen en moeilijkheden, nam daar
den schijn van onwerkelijkheid aan; zjj verzoD-
ken tot bloote dingen voor warmere ge
waarwordingen en stonden niet langer als
iets beanstigends voor haar. Het jonge volkje
dat dan uit het gezicht was, was dan
eerder een aangename en benijdenswaardige
toegift; de beslommeringen des levens waren
haar dan niet zonder humor of vroolijkheid.
Zij gevoelde weder zoo iets als vroeger,
toen tij aan de zijde van een vrijer gezeten
was en zich het hof door hem maken liet,
zonder een oog te hebben voor de gebreken
van sijn karakter, slechts door deze ééne ge
dachte bezig gehouden: dat hij haar en zii
hem lief had.
Toen Tesz met de jongste kinderen alleen
was, ging zg dadelijk met het waarzeggers-
boek in den stal en stak het daar onder het
dakstroo. Een schrikbarende bijgeloovige
angst voor dit gevaarlijke boek weerhield ha
re moeder, toe te staan, dat het ook slechts
een enkelen nacht in de woning bleef, en tel
kenmaal wanneer het gebrnikt was, moest
het dadelijk weder worden opgeborgen.
Toen Tesz weder beneden kwam, dacht zij
er over na, wat haar moeder op dezen dag in
dit wonderlijke boek kon hebben nagezocht.
Zij vermoedde dat de ontdekking harer nieu
we aikomst, daarmede samenhing; maar dacht
or volstrekt niet aaD, dat het alleen haar gelden
kon. Vervolgens haastte zij zich de boel op
te redderen, daarbij bedrijvig geholpen door
haar negenjarig broertje Abraham en haar
twaalf en een halfjarig zustertje Eiisa-Lon-
isa, genaamd Liza-Ln; haar jongste zusjes
waren resdB in bed. Tnsschen Tesz en het
daaropvolgende familielid was een tusschen-
ruimte van meer dan vier jaren; de knaap
die dat tdjjperk had aangevuld, was zeer jon^
gestorven en dat gaf Te-zeen moederlijke
gezag, wanneer zy mat de jongeren alleen
was. Na Abraham kwamen nog twee meisjes
Hope en Modest?, vervolgens een knaap »au
J vier jaar en dan Baby, die aauweiyks twaalf