Kamers m AM
Zondag 27 October i895.
39ste Jaargang Ho. 3040.
31" OCTOBER.
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN een dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
Bureau: SCHAGEMi Laan, D 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
ONTVANGSTEN.
Alitieii Iisiws-,
Aimlcitie- Lufliivllil
GroiFfiart
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SC H A. Gr 13 IV, biengen t8f
kennis van
en, dat de
G-roote IVojaa.raveema.rlit
aldaardit jaar zal worden geLouden op den
SC HAGEN, 19 October 1895-
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S- BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Eindelijk is het wetsontwerp inge
diend, dat de oprichting van Kamers
van Arbeid beoogt. Wij hebben dit ont
werp met ingenomenheid ontvangen en
zien de behandeling en invoering ervan
met belangstelling tegemoet.
Onze ingenomenheid vloeit in de eerste
plaats voort uit het besef van de nood
zakelijkheid der oprichting van bedoelde
kamers. Wij hebben dit herhaaldelijk
betoogd, en wanneer de Regeering in hare
Memorie van Toelichting gronden voor
die noodzakelijkheid aanvoert, preekt zij,
wat ons betreft, voor reeds bekeerden.
Wij komen daarop dus nu niet terug,
want onze meening daaromtrent wordt
eigenlijk vrij algemeen gedeeld, zooals
ook in de Memorie van Toelichting
wordt erkend.
In de tweede plaats begroeten wjj het
ontwerp met vreugde omdat de wijze,
waarop de Regeering de Kamers van
Arbeid in het leven wil roepen, geheel
overeenstemt met de denkbeelden, die
wij daaromtrent bij herhaling hebben
ontwikkeld, zoodat wij eigenlijk zouden
kunnen volstaan met de verklaring,dat het
voorstel der Regeering in hoofdzaak vol
komen beantwoordt aan onze wenschen,
en wij dus niet beter verlangen, dan dat
het ontwerp zoo spoedig mogelijk wet
worde.
Het feit eener zoo volkomen instem
ming met de Regeering voorstelt, is ech
ter te zeldzaam, dan dat wij ons niet
het genoegen zouden gunnen van al
thans in korte trekken omtrent de hoofd
punten daarvan rekenschap te geven.
Een belangrijk punt van verschil is
geweest, of de Kamers van Arbeid bij
de wet of bij Koninklijk besluit moesten
worden ingevoerd. De Regeering bewan
del tin deze den juisten middenweg. Zij
wil bij de wet de hoofdbeginselen vaststel
len en daarvoor aan de instelling meer
waarborgen van duurzaamheid geven, dan
wanneer zij bij Koninklijk besluit ware
ingevoerd. De bijzonderheden der rege
ling worden daarentegen aan de uitvoe
rende macht overgelaten en daardoor
kunnen de instellingen gemakkelijk met
de behoeften en eischen des tijds in
overeenstemming gehouden worden en
behoeft niet elke wijziging van prac-
tischen aard op eene dikwijls lastig te
verkrijgen wetswijziging te wachten.
Bij Koninklijk besluit wordt ook vast
gesteld, waar een Kamer van Arbeid
wordt opgericht, dat is „voor ééne ge
meente of voor verschillende gemeenten*,
waar „de behoefte daaraan is gebleken
en eene behoorlijke samenstelling moge
lijk blijkt."
Er wordt niet aangegeven, hoe een en
ander blijken moet. Dat kan dus ook
bewezen worden door den aandrang van
belanghebbenden.
Het doel is o. i. in art. 2 met vol
komen juistheid omschreven
„De Kamer van Arbeid heeft ten doel
de belangen van patroons en werklieden
in onderlinge samenwerking te bevor
deren door;
„het verzamelen van inlichtingen over
arbeidsaangelegenheden
het dienen van advies aan de hooiden
der departementen van algemeen bestuur
en de besturen van provinciën en gemeen
ten, hetzij op aanvrage van die autoriteiten,
hetzij uit eigen beweging, ten aan
zien van alle onderwerpen, welke de
belangen van den arbeid raken
het voorkomen en vereffenen van
geschillen over arbeidsaangelegenheden,
ook, voor zoover noodig, door te bever
ken, dat eene scheidsrechterlijke uit
spraak tusschen de partijen, die zij met
heeft kunnen verzoenen, tot stand ko-
m Dit is de taak, die misschien met
wat andere woorden, over het algemeen
aan de Kamers van Arbeid wordt toe
gedacht.
Zeer terecht hecht de Regeering eraan,
dat de Kamers haar kracht moeten vin
den in het winnen van het vertrouwen
der belanghebbende partijen. Vooral wat
het laatste, hoogst belangrijke punt, be
treft. Zij wijst erop en wij zeggen het
haar na, dat menig geschil waarschijnlijk
niet zulke groote proportiën zou hebben
aangenomen, dat menige werkstaking
niet zoude zijn uitgebroken, althans een
minderen omvang zou hebben verkregen,
of binnen een korter tijdbestek zou zijn
geëindigd, indien er gelegenheid ware
geweest naar grieven en aanklachten een
onderzoek te doen instellen door der za
ke kundige mannen, door beide partijen
als hare vertegenwoordigers aangewezen.
Te dikwijls heerscht tusschen patroons
en werklieden een onderling wantrou
wen, dat de beslechting van geschillen
in der minne onmogelijk maakt."
Daar de door de Kamers te benoemen
verzoeningsraden uit een gelijk getal ver
tegenwoordigers van patroons en werk
lieden zullen bestaan, geeft die samen
stelling reeds een waarborg, dat de par
tijen daarin vertrouwen zullen stellen.
„Daarenboven" hierop vestigen wij
vooral met instemming de aandacht
„zal de voortdurende aanraking, die er
zal bestaan tusschen de vertegenwoordi
gers van beide partijen, bijdragen tot
meerdere waardeering van elkanders ge
voelens en belangen en van lieverlede
het onderling wantrouwen kunnen doen
verminderen". Dit is onbetwistbaar juist
en daarom ook wil de Regeering met
alle recht de Kamers of hare afdeelingen
doen samenstellen uit patroons en werk
lieden in gelijken getale, en wil zij wel
de afdeelingen (dat zijn de vertegenwoor
digers van verschillende vakken) afzon
derlijk doen vergaderen, maar noch de
Kamers, noch hare afdeelingen verdeelen
in sectiën, bestaande uit patroons en werk
lieden, ieder afzonderlijk, die afzonder
lijke vergaderingen zouden houden. Zelfs
tegen afzonderlijke voorvergaderingen
van patroons en van werklieden, verklaart
de Regeering zich op dezelfde gronden
ongeveer als die wij daarentegen steeds
aangevoerd hebben. Evenals wjj geeft zij
toe, dat afzonderlijke vergaderingen niet
te beletten zijn maar zij voegt er, ins
gelijks in overeenstemming met ons vroe
ger geuit gevoelen bij, dat zulke niet
voorgeschreven, afzonderlijke vergade
ringen een ander karakter hebben en dat
de wet in ieder geval ze niet moet uit
lokken.
Ook verheugt het ons, dat het door ons
gewenschte element der onpartijdige der
den in de Kamers, volgens het reege-
ringsontwerp, niet ontbreken zal. De al-
deelings-voorzitters en de algemeene voor
zitter moeten en de secretarissen hunnen
buiten de leden worden gekozen. De
voorzitters hebben raadgevende stem.
Aan de goede keuze daarvan hecht de
Regeering veel en inderdaad hangt daar
van voor den goeden gang van zaken
alles af.
Bij zooveel overeenstemming zouden
wij wel enkele bedenkingen kunnen in
het midden brengen, maar zij zouden
slechts ondergeschikte punten betreffen,
en daarom willen wij die laten rusten,
om daarmede het voorbeeld te geven van
wat wij wenschelijk achten: eene alge
meene samenwerking om dit onderwerp
nu spoedig af te doen en niet aan klei
ne bezwaren te blijven hangen. Hier is
algemeene samenwerking mogelijk en kan
de politiek geheel blijven rusten. Alle
partijen hebben de invoering van Ka
mers van Arbeid gewenscht, de werklie
den verlangen er naar, en voor verdere
stappen op het gebied der sociale wet
geving is dit het onmisbaar begin. Draalt
men met de behandeling, dan stelt men
dit onderwerp, dat met de politiek niets
te maken heeft, bloot aan alle gevaren
van den politieken strijd; wordt het niet
spoedig af gedaan, dan loopt men gevaar
het te zien stranden op de klippen der
kieswet. Is eenmaal de opwinding, die
den strijd over de regeling van het kies
recht kenmerkt, weder heerschende in de
gemoederen, dan is er weinig kans op
het tot stand komen van een onderwerp,
dat met den politieken strijd niets te
maken heeft, maar waaraan men dan
ook geen aandacht schenken kan in da
gen, waarin die strijdt het hevigst
woedt.
Laat men zich daarom haasten. Men
kan dat gemakkelijk doen. Er zijn over
deze aangelegenheid al zooveel stukken
gewisseld, de zaak is zoo veelzijdig toe
gelicht, de verschilpunten zijn zoo be
kend, dat men inderdaad nu zich niet
lang meer te beraden heeft, om tot ee
ne beslissing te komen, waarbij te meer
haast noodig is, omdat de instelling, die
thans in het leven geroepen wordt, in
de toekomst belangrijke vruchten be
looft, maar om die te geven, eerst tijd
noodig heeft, om tot volle ontwikkeling
te komen.
Vergadering van den
RAAD der gemeente Barsinger-
horn gehouden op Dinsdag den
22 October 1895, des nammiddsgs ten
2 uur.
Afwezig de heeren IV. Kosten en J.
Blaauboermet kennisgeving.
Na opening der vergadering worden de
notulen gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde wordt gesteld de begroo-
ting der gemeente voor 1896.
De Commissie belast met het onderzoek
dezer begrooting, rapporteert tot onveran
derde goedkeuring.
Alleen bij Hoofdstuk onderwijs* wor
den eenige besprekingen gehouden
Gelezen wordt daaromtrent het in eene
vorige vergadering amgehouden adres van
den heer G. HolleHoofd der School van
Haringhuizen, om zijne belooning voor het
geven van Herhaliiigsonderwijs met f 25 te
willen verhoogen en alzoo gelijk te stellen
met het bedrag, hetwelk zijn collega's ge
nieten.
De voorzitter deelt mede, dat de meer
derheid van Burgemeester en Wethouders
den post op de begrooting reeds met het
gevraagd bedrag heeft verhoogd. De min
derheid meende, dat het zeker gerechtvaar
digd is, dat de hoofden der scholen te
Barsingerhorn en te Kolhorn meer belooning
voor het herhalingsonderwijs krijgen dan
adressant, daar het getal kinderen, die
aan dit onderwijs deelnemen te Hariughui-
zen, steeds minder is dan in de andere
scholen.
De commissie wijst op de billijkheid
van het verzoek, dasr adressant even
veel lesnren heeft als zijn collega's.
Bij stemming wordt het verzoek met 4
tegen 1 stem, die van den voorzitter, toe-
den Secretaris 525.
Ontvanger 200.
Presentiegeld der Raadsleden 100.
Jaarwedden en toelagen voor Ambtenaren
en bedienden ter Secretarie, den conciërge
en de boden 270.—
Reiskosten enz. 30.
Kosten van licht en brandstoffen 35.
Schrijf- en bureaubehoeften, druk- en
bindwerk, briefporten, vrachtloonen en
andere kleine nitgaven 175.—
Kosten van het onderhonden en schoon
houden van het gebouw of vertrek
bestemd voor de vergaderingen van
den Raad en van den Burgemeester en
Wethouders, mitsgaders de secretarie
dezer gemeente 60.
Onderbond en aankoop van meubelen
voor die gebouwen of vertrekken 20.
Kosten van het aanleggen en bijhonden
der registers van den Burgerlijken Stand 70.
Idem van de dubbelen der leggers en
plans van kadaster 1.
Idem van de bevolkingsregisters 1.
Kosten van de Kiezerslijsten en het
uitoefenen der kiesverricbtingen 40.
Kosten van aanplakken en omroepen enz. 15.
Kosten van staats- en prov.- blad en
andere bladen 20.
Kosten van zegels van registers,
rekeningen, enz. 60.
Boekwerken voor het archief 20.
Idem van Advertentiën 10.
Kosten voor bet leveren van verver-
schingen in vergaderingen en op de
gemeentesecretarie,uitgenomen die, welke
op verkiezingen betrekking hebben 50.
Totaal f 2202—
Hoofdstuk 2.
Koslen van iovordering der Plaatselijke
Belasting en teruggave deswege.
Kosten op de invordering vallende f 25.
Uitkeering aan bet Rijk van het aandeel
in de kwade posten, wegens de directe
belastingen, (wet van 29 Juli 1848,
Staatsblad No. 32 en 18 September
1852, Staatsblad No. 177) 20—
Jaarwedde van haven en kaaimeesters 20.
Vergoeding van het Rijk van 21/» Pet.
van het onzuiver bedrag der grond
en personeele belasting, ten behoeve der
gemeente geheven, voor zoover de opcea-
ten betreft 60.
Kosten schatting en herschatting, in
gevolge de drankwet 15.
Belooning en kostw bij het lossen van
vee te Kolhorn 5.
Op de begrooting is niet opnieuw ge
bracht een bedrag van f 240.hetwelk
Mej. S. van der Woude geniet als assisten
te voor het geven van onderwijs in de
nuttige handwerken aan de school te
Kolhorn.
B. en W. deelen mede, dat Mej. van
dei Woud* in 1888 is aangesteld toen
er ruim 200 kinderen ter school gingen.
Dit getal is sedert verminderd tot onge
veer 140, zoodat de hulp van deze on
derwijzeres gemist kan worden, te meer
daar dan nog hel personeel bestaat nit een
hoofd der school, 2 onderwijzers en 1 on
derwijzeres.
De heer Beert betreurt het, dat men
een ijverige onderwijzeres zal moeten mis
sen, maar met het oog op het getal kinderen
meent ook hij, dat hare hulp thans ont
beerd kan worden.
Overeenkomstig het voorstel van B. en
W. wordt besloten.
De GemeentebegrootiDg luidt als volgt.
UITGAVEN.
Hoofdstuk 1.
Kosten van het Huishoudelijk Bestuur.
Jaarwedde van den Burgemeester t 400.
da Wethouders 100.
Totaal f 145.
Hoofd stuk 3.
Kosten van onderhond van Gemeen
te-eigendommen en deswege
verschuldigde lasten.
Afdeeling I.
Jaarwedden.
Jaarwedden van de opzichters van ge
meentewerken, klokkenluiders, klokke
nisten, uurwerkmakers f 100.
Jaarwedde van den molenaar in de
Deellanden 25.
Idem van twee opzichters over de alge
meene begraafplaatsen,tevens doodgravers! 220.
Afdeeling II.
Onderhoud van gehouwen enz.
Onderhoud van huizen, torens, poorten
en dergelyken f 400.—
Dag- en weekgelden der werklieden en
dergelijke bedienden in dienst der ge
meente, mitsgaders verdere kosten der
fabricage 60.
Afdeeling III.
Wegen, pleinen, vaarten, bruggen, plantsoenen
en andere werken.
Onderhoud van straten en pleinen 25.
Onderhond van pompen en riolen 15.
I Onderhoud vau havens,vaarten,kaaimuren,
sluizen en andere waterwerken
Diep- en schoonhouden van havens,
grachten, slooteu, putten f
Onderhoud van klokken, horlogiën,
speelwerken en dergelyken 25.
Onderhond van begraafplaatsen en
kosten van begraving
Idem van landerijen met inbegrip der
kosten van hokken en dammen 40.
Idem en daarstelling van gemeentelijke
urinoirs en privaten
Voor den aanplant en het snoeien van
boomen en heesters 20.
Afdeeling IV.
Lasten.
Grondlasten wegens landeryen f 120.
Dijk- en polderlasten 275.
200—
10.-
50—
5—
Totaal f 1590—
Hoofdstuk 4.
Kosten der openbare veiligheid
en van de brandweer.
Afdeeling I.
Jaarwedden.
Jaarwedden van de veldwachters f 800.—
Jaarwedden van hooistekers 40.
Onkosten van de brandspuitlieden 50.
Bureaukosten der brandmeesters 12.50
Gratificatiën aan de veldwachters 75.
Afdeeling II.
Andere kosten wegens de openbare veiligheid,
als onderhoud, enz.
Kleeding en uitrusting van de agen
ten van politie en veldwachters f 80.
Onderhond der hooistekersgereedschap-
pen 10.—
Onderhond der brandspuiten, brand
ladders enz. 50.
Onderhond der lantaarns en verdere
kosten van verlichting 40.
Kosten in 't belang der openbare
veiligheid 30.
Totaal f 1187.50
Hoofdstuk 5.
Kusten der Plaatselijke Gezondheids-
politie.
Kosten van de doodschouw en de
vaccinatie 100.-
Kosten wegens het ophalen van haard-
asch, vuilnis en faecaliën 100.-
Belooning van keurmeesters over 't vee 5.-
Kosten bij epidemische ziekten
1—
Totaal f 206—
Hoofdstuk 6.
Kosten van het Onderwijs.
Afdeeling I.
Lager Onderwijs.
Jaarwedden der onderwijzers f 7035.
Kosten voor het herhalings-ondeiwijs 150.
onderhoud van scholen en
onderwyzerswoningen 300.
Kosten van het aanschaffen en onder
houden van 8choolmeubelen f 175.
Kosten van het aanschaffen en onderhon
den van schoolboeken, leermiddelen, en
schoolbehoeften 400.—
Kosten van verlichting en verwarming
en van het schoonhouden der schoollo-
calen 300.—
Kosten van belooningen en eereblijken. 1.
Belooning aan Mej. G. van der Hoek,
voor het geven van onderwijs in de
handwerken aan de school teHaringhuizen 125.
Idem aan Mej. H. van der Woude aan
de school te Barsingerhorn 240.
Bijdrage aan leeren Kerkvoogden der
Hervormde Gemeente te Kolhorn, in het
onderhoud der kerkstraat tevens toegang
gevende tot de openbare school 15.
Totaal f 8741—
Hoofdstuk VII.
Kosten van bet Armwezen, mitsgaders
subsidiën en bijdragen aan verschillende
en daarmede in verband staande
instellingen.
Belooning van doktoren, heelmeesters,
vroedmeesters, vroedvrouwen, enz. f 1550.
Geneesmiddelen voor behoeftigen 1.
Kosten van verpleging van arme krank
zinnigen 185.
Subsidiën aan armbesturen, te weten
a. aan het algemeen BnrgerUjk
armbestuur
1050—
Totaal f 2786—
Hoofdstuk VIII.
Renten eD aflossingen.
Renten van geldleeningen f 123.75
Aflossing van geldleeningen 500.
Totaal f 623.76
Hoofdstuk X.
Andere uitgaven niet onder de vorige
hoofdstakken behoorende.
Kosten vallende op het honden der
loting der Nationale Militie en Schut
terij 5—
Kosten van begeleiding van militie-
plichtigen en verlofgangers f 5.
Kosten van den yk en herijk der maten
en gewichten mitsgaders voor bet lokaal
deswegens 5.
Kosten voor openbare vermakeiykhe-
den of feesten en voor het uitsteken
van vlaggen 25.
Kosten van brandverzekering van
gebouwen 100.
Kosten ten behoeve van den telefoondienst 235.
Subsidie voor den wagendienst van Bar
singerhorn naar Schagen 200.—
Subsidie aan de afdeeling Barsingerhorn
der Noord-Hollandsche vereeniging het
Witte Kruis, voor het maken van een
regenwaterbak 50.
Totaal f 625.-
Hoofdstuk 12.
Onverziene uitgaven.
Onvoorziene uitgaven f 243.75
VERZAMELING DER UITGA YEN.
Benaming.
Hoofdstuk 1. Kosten van Huishoudelyk
Bestuur f 2202.
Hoofdstuk 2. Kosten van invordering
van de Plaatselijke belasting en teruggave
deswege 145
Hoofdstuk 3 Kostea van onderhoud
van gemeente-eigendommen en de
deswege verschuldigde lasten 1690,—-
Hoofdstuk 4. Kosten der openbare
veiligheid en brandweer 1187.50
Hoofdstuk 5. Kosten der plaatselijke
gezondheidspolitie 206.
Hoofdstak 6. Kosten van het onder-
wys 8741.
Hoofdstuk 7. Kosten van het armwezen;
mitsgaders subsidiën en bydragen aan
onderscheidene daarmede in verband
staande instellingen 2786-
Hoofdstnk 8. Rente en aflossingen 623.75
Hoofdstak 10. Andere uitgaven niet
onder de vorige Hoofdstakken behoorende 625.
Hoofdstuk 12. Onvooizieae nitgaven 243 75
f 18360—
Hoofdstuk I.
Ontvangsten wegens vroegere diensten.
Batig aaldo dar laatste door Gedepu
teerde staten gesloten rekening, voor
zooverre daaraan niet reeds eene
bepaalde bestemming is gegeven f 97.74
Hoofdstuk 2'
Inkomsten van Gemeente-eigendommen
en bezittingen.
Huur van huizen en andere gebouwen 75.
Huur of pacht van landeryen 2326—
Totaal 2401.—
Hoofdstuk TTT
Opbrengst van belastingen en btffiogen.
Afdeeling I.
Opeenten van 's Rijks directe belastingen.
40 opcenten op de hoofdsom der belasting
op de gebouwde eigendommen f 987.49
10 opcenten op de hoofdsom der belasting
op de ongebouwde eigeudommeu t 898.67