In en om Parijs.
De Wereldtentoonstelling.
IJl
andeis f20 en meer voor i 000 pond werd
verkregen is de prijs nu f 7 f 8. Ge
lukkig dat er veel hooi is voor den land
man, wiens vee d<x>i het natte weer naar
binnen moet worden gehaald, daar de die
ren het land anders vertrappen, of
schoon de weidevelden er nog mooi uit
zien en nog gras genoeg aanwezig is.
De vereeniging D. O. G. te
BARSINGERHORN heeft wel veel succes
gehad met op den avond van Dinsdag j.1.
in eene buitengewone vergadering den heer
L. Jansen uit Haarlem, nit te noodi-
gen tot bet houden van lezing en voor
drachten, en daarbij de introductie zoo
ruim mogelijk te stellen.
Nieitegensttande het ruwe weder waren
de meeste leden van D. O. G., maar
stellig wel drie- of viermaal zooveel gein-
troduceerden aanwezig, waaronder zeer
vele menschen, d>e gewoonlijk nooit der
gelijke partijen bijwonen; g-en ver
gadering van groote schooljongens evenwel
Aan al die hoorders en hoorderessen
heeft de heer Jansen, met zijne knnstige
voordrachten van ernstige en komische
stokken,een genotvollen avond geschonken.
Vooral daar het meerendeel der voor
drachten tot de gnppige stokken bekoor
de, kon men in de zaal van Slotemaker
gemakkelijk vergeten, dat men straks door
regen en wind en modderplassen weer
naar huis zou moeten gaan, zoo niet
de voorzitter met de gebruikelijke slui-
tings rede een einde gemaakt had aan het
recht gezellig vrooljjk samenzijn.
Onder li et aidrnkken van
dit nummer vernemen wij, dat te ANNA-
PAULOWNA, aan het Westeinde, in
brand staan: twee drie huizen, w.o.
een herberg met loerderij.
Vergadering van den
Raad der gemeente ZIJPE, gehouden op
Dinsdag 5 November 1895, des morgens
ten 10 ure.
Afwezig de heer Francis.
Na opening der vergadering worden de
notulen gelezen en goedgekeurd.
De heer Feisser maakt evenwel de op
merking, dat de post Burgerlijke Stand, af
gescheiden is behandeld geworden van de
telefoon; spr. had, na mededeeling van den
voorzitter, dat de aansluiting niet te Pet
ten geschieden kon, zijn voorstel iuge-
trokkeu. Spr. wijst er evenwel op, dat de
telefoon-kwestie niet van de baan is en
hoopt, dat de voorzit'er daaromtrent in
lichtingen zal inwinnen.
Voorzitter doet daarvan gaarne toezeg-
g'ig-
De heer Zeeman merkt op, dat de aan
sluiting wel met Petten zal kannen ge
schieden; de heer Feisser had eveneens op
zijne gevraagde inlichtingen daaromtrent
een bevestigend antwoord ontvangen.
Werd nu in behandeling gesteld, arti-
kels-gewijze, de nieuwe verordening op den
Hootdelijken Omslag.
Art. 1 gaf de heer Nobel aanleiding tot
een opmerking, betreffende de alinea waar
bij bepaald werd dat f 8000.het hoog
ste cijter van den te heffen hoofd, omslag zou
mogen zijn. De heer Nobel zag dit cijfer
liever gesteld op f 9000.met het oog
op de te heffen opcenten. „Wanneer er staat
bet getal 8000.— dan kannen wij in
moeielijkheden komen wanneer wij de op
centen zouden, willen afschaffeu en weer
Zonder er veel bij te denken, wachtte
Tesz en weinige minuten later maakten man
cu p&ard naast baar balt.
Waarom verwijdert gij u op dit oogen-
blik?* vroeg D'Urberville, „op een Zondag
morgen zooals h<-den, nn iedereen nog in
bed ligt? Ik heb het bij toeval ontdekt, en
beb als de duivel moeten jagen om u in te
halen; zie mijn paard maar slechts aan. Waar
om gaat gjj nu too weg? Gij weet, dat nie
mand het u zal verhinderen als gij weg wilt.
Hoe onnood'g is het geweest, te voet te
gaan en dau mot zulk een last. Als een dwaas
beo ik achter je aau gerend, om de andere
belft van d-n weg bet goed voor je te rijden,
als je tenminste niet weder wilt omkeeren.*
„Ik sal nooit terugkomen,* zeide tij.
„Ik nam aan, dat go het niet zondt doen
ik zeide bet reeds. Nn, goed dan, leg je
vrachtje dan maar hier op, wellicht is het
geoorloofd je te belpon.*
Zij zett» haar maDd en haar handel in
den Dogcar. steeg zelf op en zette zich naast
hem neder. Zij wag niet bang meer voor hem
en de oorzaak harer onverschilligheid lag in
bar» droefheid.
D'Urbervil e stak werktuigelijk een sigaar op,
en de reis werd voortgezet onder korte, on
verschillige nietsbeteekeneude gesprekken en
bij had zijn strijd om de kns, in den verloo-
pen zomer, toeD zij in een tegenovergestelde
richting reden, reeds lang vergeten. Tesz
echter niet. Als een pop zat zij naast hem
en aDtwooide onverschillig op al sijo vragen.
Na een poos kwam het boschje in gezicht,
waar ichter het dorp Marlott lag en een paar
traneD rolden Tesz weldra over de wangen.
„Waarom weent ge?" vroeg hij koel.
„ik dacht er aan, dat ik daarachter ge
boren ben," antwoordde Teaz.
„Nn, ge moet toch ergens geboren zijn."
„Ik wilde, dat ik nooit geboren was
noch daar, noch ergeos elders.*
„Ba: wanneer gij niet gaarne naar Trant-
ridge gekomen zyt, waarom zyt gij dan ge
komen?"
Zn an'woorde niet.
„Ik wil er wel een eed op doen, dat gij
niet uit lietde voor mij naar Trandridge ge
komen zyt."
„Dat is zeker waar; want wanneer ik ge
gaan was nit liefde tot n, wanneer ik n
waarachtig had lie* gebad, zoo zon ik nn,
wegens mijne zwakheid niet znlk een haat en
afscbnw voor mijzelf koesteren. Mijne oogen
Wiren een wijle door u verblind; dat was
ales.*
Hij haalde de schouders op.
Zij eindigde; „Ik wist niet waf gij wildet,
voor het te laat was."
„Dat zegt iedere vronw.*
,11 oo kant gij wagen, zooiets te zeggen?"
een verandering in de verordening moeien
maken, zoo wij gedwongen waren dit
cijfer te overschrijden. Spr. hoopt natuur
lijk dat het nooit het geval zal zijn, maar
het is bij tvectneele moeielijk heden zeer
gemakkelijk.'
De heer Feisser ziet in het voorstel No
bel volstrekt geen gevaar; 't geeft den raad
allen in vereischte gevallen meer vrij-
heid.
Wordt vervolgens het voorstel van den
heer Nobel met algemeene stemman aan
genomen.
Art. 3. geeft den heer Vrijburg aanlei
ding, den raad in overweging te geren, om
het inkomen nit kapitaal zwaarder te belasten
i dan dat nit arbeid.
Spr. wijst er op, dat als een kapitalist
sterft de omstandigheden van de achter-
blijvenden dezelfde blijven en wanneer de
broodwinner sterft, de weduwe en kinde
ren soms gebrek moeten lijden. Spr. wil
er rekening mee honden of het inkomen
wordt verkregen, door arbeid, of door de ren
te van een kapitaal.
De h9er Feisser oordeelt het ook wel
eenigszins wenschelijk, daar het rijk te
dien opzichte ook is voorgegaan; maar Spr.
vindt, daar hier de goede gegevens ont
breken, de toepassing wel wat moeilijk.
De heer Vrijburg beaamt zulks, maar
beweert tevens, dat als men hiertoe het recht
heeft, dit toch een stap verder is. Spr.
vindt het hoogst billijk, de inkomens door
kapitaal verkregen hooger te treffen, de
menschen die door knippen hun inkomen
verkrijgen, staan, hoewel natnnrlijk niet
moreel, ep finsntieel gebied toch hooger.
De Voorzitter vindt dit geen maatregel
om renteniers in de gemeente te trekken
of te honden.
Wonlt vervolgens in beginsel besloten,
het inkomen door kapitaal verkregen hoo
ger te treffen dan dat door arbeid.
Tegen stemden de beerenSchuijt en
de Wit.
Vervolgens wordt met algemeene stem
men vastgesteld, dat iemand, die zijn inbo
or en of een gedeelte daarvan, dat door
kapitaal verkregen wordt, van 500.
f 1000, 1 klas hooger, f 1000.f 2000,
2 klas f 2000.f 3000, 2, klas en van
boven de f 4-000.4 klassen hooger zd
worden aangeslagen dan diegene die dat
zelfde inkomen geniet uit arbeid.
Bij art. 7 betreffende het pnnt, waarbij
zij, die kinderen, ouders, of schoonouders tot
hun last hebben, een of meer klassen
zooden verlaagd worden, oordeelt de heer
Zeeman het noodig, den leeftijd dier kinde
ren te bepalen. Spr. haalt met voorbeeld
aan, dat vele kinderen op 13-jarigen leef
tijd reeds verdienen en anderen op 20-
jarig leeftijd nog tot hunner ouders zijn
b.v., zij die stndeeren, zijn lang tot last han-
ner ouders en die ouders verkeeren gewoon
lijk toch in ganstige omstandigheden. Spr.zoo
natuurlijk kinderen met lichaamsgebreken
willen uitsluiten.
Vervolgeus wordt niet algemeene stem
men brsloten, den leeftijd op 51 jaar te
stellen en kinderen, die door lichaamsge
breken ongeschikt waren geheel of gedeel
telijk in hun eigen onderhoud te voorzien,
nit te si uiten.
De geheele verordening werd daarna,
zooals zij voorgesteld was, met algemeene
steirmen goedgekeurd.
De begrooting van het "Weesliuiö
lnidde in uitgaven
1. Belasting f 350.
2. Onderhond 200.
3. Aankoop Kleeren 250.
4. Provisie 1100.
5. Uitzetten 25.
6. Jaarw. VaderMoeder 250.
7. Kosten van beheer 25.
8. Begrafeniskosten 116 83
f 2316.83
en in ontvangsten
1. Batig saldo
2. Landbnnr
3. Rente-Kapitalen
4. Dienstbonen
5. Waaggeld
£36.83
1880
260.—
25.—
15.—
riep zij nit,terwijl zij zicb driftig tot hem wend
de; de toom over de haar aangedane schande
baande zich een uitweg en bliksemde in ha
re oogen. „Mijn God, ik zon je nit den wa
gen kannen schenren. Is het je dan nooit in
je hersenen gekomon, dat wij vrouwen ook
eergevoel en bloed hebben
„Slechts kond bloed," antwoordde hij la
chend. „Ik heb er spijt van, n leed cd on
recht gedaan te heben dat geef ik toe.*
In den toon zijner stem lag een sekere
bitterheid, toen bij voortging:
„Slechts gij behoeft mij dat niet met znlk
een nadruk voor de voeten te werpen. Ik
ben bereid te doen, wat maar eenigszins mo-
gel|ik is. Gij weet heel goed, dat het niet
noodig is, dat gij op het laDd werkt of an
deren arbeid verricht; gij kant a kleeden zoo
goed als ge het telf wilt, in plaats
van zoo kaal en sleoht, zooalg nu,
waar gij zooveel mogelijk bekrimpt, opdat er
geen band aan nw rok zal zijn, die niet van
nw eigen loon gekocht en betaald is ge
worden.*
Haar bovenlip krolde zicb verachtelijk, of
schoon in haar natuur de toorn maar zelden
op den voorgrond trad.
„Ik heb reeds gezegd, dat ik cooit iets
weder van n aannemen zalik wil
niet en ik kan niet, nooit, nooit!"
„Men zon meenen, dat gij een prinses waart
en niet bloot een ware, werkelijke D'Urber-
viile ha ha, ha! Goed Tess, mijn liefje
ik kan je niets meer beloven.
„Ik neem aan, dat ik een slechte kerel ben
een vervloekt slecht menscb, dat ik al
tijd slecht heb geleefd en altijd wellicht een
slecht mensch zal blijven; maar op mijn eere
woord, tegen n zal ik mij nooit meer slecht
gedrageD. En wanoeer ge in zekere omstan
digheden gij begrijpt mij wel 't zij
't een of 't ander noodig mocht hebben, zend
mij tijding en omgaande znlt gij het hebben.
Het kan zijn, dat ik niet in Traotridge ben,
want ik ga een poosje naar Londen, want ik
kan het bij de onde vronw niet meer uit
houden maar alle brieven worden dade
lijk aan mijn adres bezorgd."
Zij zeide hem, dat zij niet hebben wilde,
dat hij baar verder breDgen zon en onder
de boomgroep hielden zij halt. D'Urberville
steeg af, hief Tesz zorgvuldig van nit de
kar en zette dan baar goederen naast haai;
zij boog haar hoofd even, hare oogen op
zijn gelaat gevestigd hondend; vervolgens
wendde zij zich af om haar bagage voor
de thuisreis op te nemen.
Alex wierp zijn sigaar weg, stapte op haar!
toe en zeide:
„Zoo kant gij Diet van mij gaan, Tesz.
Kom!"
„Zooals gy vwkieat" antwoordde oy on-
t 2316.83
Deze begrootiog werd met algemee
ne stemmen goedgekeurd.
Bij de nn voigende algemeene rond
vraag vestigt de heer feisser de aandacht
der hoeren op de klasse, betreffende de per-
soneele belasMog hnnner gemeente.Spr. zegt,
dat de gemeente Zijpe gelijk staal met al
le gemeenten nit den omtrek, behalve: Eg-
mond, Bergen, Sint-Maarten, Petten,
Schoorl, Wieriagen en Calhntsoog, die la
ger staan, tegen een huarwaarde van f 0.50.
Zijpe staat gunstiger, tegen eene huur
waarde van (0.75; das zijn daardoor
nog vele arbeiders, die een woning be
neden f0.75 bewonen, vrij van belas
ting en spr. gelooft dat dit aantal
niet onbelangrijk is; maar de gemeenten
Zuid— Scharwoude, Noord- Scharwoude,
Ondcarspe] en Broek op Langedijk, staan
tegen f 1.doch de heer Feisser gelooft, dat
de gemeente Zijpe tot dat gunstige geval
niet zal kunnen gerekend worden.
De raad gaat nu over in geheime zit
ting, ter behandeling van het suppletoir ko
hier van den Hootdelijken Omslag.
Volgens achterstaande
advertentie is op de aanvrage om rijkssub
sidie voor den winterenrsus in landbouw
te WIERINGERWAARD gunstig be
schikt. Mannelijke personen boven de 14
jaar kunnen zich tot uiterlijk 10 Novem
ber aanmelden bij den heer W. Wijker,
aldaar. Het onderwijs, drie maal per week
twee lesnren, is kosteloos en zal worden
gegeven door de heeren Gesverste Anna
Panlowna en Wijker, te Wieringerwaard.
Het departement KOLHORN
der Maatschappij „Tot nut van 't alge
meen' beeft in zijne vergadering van 31
October 1.1. besloten in het a. s. voorjaar
opnieuw een wedstrijd uit te schrijven en
een tentoonstelling te houden van nut
tige enfraaie voorwerpen,vervaardigd door in
gezetenen der Gemeente Barsingerhorn,
Groetpolder tot de Boerensluis en Kreil,
Gemeente Wieringerwaard.
Het succes met de vorige tentoonstel
ling verkregen, wettigt het vermoeden, dat
velen zullen willen medewerken, door het
vervaardigen van nuttige en fraaie voor
werpen op allerlei gebied, de a.s. tentoon
stelling uog beter aan het doel te doen
beantwoorden, het doel n.1.: om in de lan
ge winteravonden, liefst nit min kostbaar
materieel, voorwerpen te maken, die ge
tuigen konnen, hoe daardooi gevoel voor
smaak, juistheid van het oog en vaardig
heid en vastheid van hand is ontwikkeld
verschillig, „gij ziet, gij hebt my volkomen
oedwongen."
Zij draaide zich weder om en hield haar
gelaat voor, maar bleef echter zoo kond als
marmer, toen hij haar een kas op de wang
drnkte. Bare oogen bleven verstrooid op de
verwijderde boomen gericht, terwijl haar de
kas gegeven werd, al* merkte tij nauwelijks
wat D'Urberville deed,
„Nn ook de andere waDg op de onde
kennismaking
Zij draaide baar hoofd om, zooals men
het op verlangen van een fotograaf zon doen
en bij kustte de andere wang, die evenals
de omliggende velden vochtig van den danw
was.
„Gij hebt mij nw mondje niet toegestoken
en mij niet terug gekust. Gij hebt het vrij
willig nog nooit gedaan ik vrees dat
gij mij nooit zendt liefhebben."
„Ik heb n dat reeds duidelijk genoeg ge
zegd het is waar. Ik heb n waarachtig
nooit liefgehad en ik geloof, dat ik het nooit
zal kannen.* Droevig voegde zij er aan toe:
„Het ton nn wel het beste voor my zijn, wan
neer ik in dit opzicht liegen kon, maar ik
bezit toch nog genoeg eergevoel, om deze
lengen hoe klein zij ook in uw oog zijn
mag, nit te spreken. Wanneer ik n liefhad,
dan zon ik alle reden hebben, bjj u te blij
ven; maar ik doe het Diet.*
Hij znchtte, alsof bet hem pijnlijk aandeed;
maar wist zelf Diet of het zijo hart, zijn gewe
ten of zijn edelmoedigheid betrof.
„Goed, gij zyt buitengewoon droefgeestig,
maar ik heb nn geen oorzaak ol reden n
welgevallig te zyn, en daarom kan ik met
overtniging zeggen dat gij er geen reden
voor hebt, ontevreden ie zyn. Gij kunt
schoonheid uw eigendom noemen, dat heer
lijke toegift der vrouw, hooggeplaatst of ne
derig en wanneer gij verstandig zijt ik
spreek tot n als practisch man, die n het
beste gunt zoo toon n weer aan de we
reld, voor gij verwelkt En nn nog
eenmaal Tesz, wilt gij mot mij terugkeeren.
Op mijn woord, ik laat n slechts zeer on
gaarne vertrekken
.„Nooit I Nooit I Ik heb mijn besluit ge
nomen, zoodra ik zag, wat ik eerder
had moeten zien. Nooit zal ik terugko
men
„Nn dan goeden morgen, nichtje van
vier maanden. Leef gelukkig!*
Hij steeg ving op, ordende de tengels
1 en was spoedig tosschen de booge, met
roode bessen behangen heggen verdwe-
nen.
Tesz zag nog een wijle rond en ging
dan langzaam het pad op naar hois 1
i
WORDT VERVOLGD.
en bevorderd, en menig doelloos en waar-
deloos nar nattig is doorgebracht. De com
missie van voorbereiding, best ande uit de
H. H. G. Betrs Cs., Jb. Bood IJz., en E.
Kluijver, geven gaarne iedereen verlangde
inlichtingen.
Verder besloot het Dept. in Dec. of
Jan. a. s. eene Volksvoordracht te honden,
toegankelijk voor iedereen, boven den 18
jarigen leeftijd, - waartoe eenige leden zich
bereid verklaarden als sprekers te zullen
optreden.
Te HELMOND is Zondag-
middag zekere W., ongeveer 50 jaar ond,
gehuwd en vader van 3 kinderen, in de
jenever gestikt.
De nitslag derindeafdee-
lingen v»n 't NederJandsch Onderwij
zers Genootschap gehouden stemming
ter verkiezing van een lid in het Hoofd
bestuur, zitting hebbende voor AMSTER
DAM, is als volgt:
Uitgebracht 2523 geldige stemmen, 26
blanco.
Daarvan verkregen de H. H.
Lohr 309 st., Nijk 250 st., Roest 573
st., Stamperius 232 st., Be Geus 1165 st.;
verdeeld 14 stvolstrekte meerderheid
1262. zoodat er herstemd moet worden
tusschen do H.H,: De Geus ea Roest.
Hoe het werk van den
onderwijzer soms gewaardeerd wordt
In de Zaanl. Ct. komt een ingezonden
stak voor, waarvan de schrijver den Raad
van Zaandam hulde betuigt, voor het uit
gesproken beginsel, van gelijke waardee
ring en dns gelijke belooning voor gelijke
diensten. De heer Zwaardemaker, merkt
de schrijver op, toch bad uitgerekend, dat
een lantarenopsteker 44 a 45 ct. verdien
de per werkuar. Dat was z. i. genoeg. En
een schoolmeester, die ook voor verlichting
zorgt, eveneens 40 h 45, soms wel 50 cent
per uur. Hij komt dus by zoo'n lantaarnop
steker niets te kort, en de Raad had groot
gelijk hem geen verhooging toe te staan
De Heer Mr. A. Maclaine Pont,
benoemd Substituut—officier van Justitie
bij de Arrondissements-Rechtbank te ALK
MAAR, is in eene den 2 Nov. j. 1. ge
houden plechtige buitengewone zitting als
zoodanig geïnstalleerd. Bij die gelegenheid
werd als naar gewoonte namens de balie
het woord tot den nieuwbenoemde gevoerd
door den Deken der orde van Advokaten.
Ook werd bij die rechtb. behandeld eene
strafvervolging, tegen een reeds bejaarden
huisvader te Alkmaar, woonachtig, wegens
het plegen van onzedelijke handelingen.
Voor deze afkeurenswaardige daad werd
door het openbaar Ministerie 4 maanden
gevangenisstraf geëischt. Uitspraak over 8
dagen.
Neg eens „Een vraag om
recht". (Ingezonden).
„Tijd is geld" als wij ons niet hass-
ten komt het adres te laat, en onze Oud-
Strijders krijgen nog geen pensioen.
Daarom aan 't werk Laat in elke stad
van ons vaderland één man zich belasten
met de zorg voor een adres van adbaesie
aan H. M. de Koningin Regentes, dat
spoedig door hem en anderen geteekend
en opgezonden wordt.
Opdat die adressen eensluidend mogen
zijn, stel ik voor, dat men er deze redac
tie aan geve
Aan Hare Majesteit
de Koningin Regentes der Nederlanden.
Mevrouw!
Begaan met den kommervollen toestand,
waariu velen onzer Oud-Strijders, dragers
van 't metalen Kruis en de Citadel-Me
daille, mannen van tachtig jaren en daar
boven, hunne laatste leveusdagen slijten
moeten,
meeoende voorts dat het op den weg der
Regeering ligt, in dezen toestand veran
dering te brengen,
wenden ondergeteekenden zich met den
meesten eerbied totUweMajeateit om hnn vol
le sympathie te betuigen met het reeds bijUwe
Majesteit ingekomen adres, waarin de wensch
wordt uitgesproken, dat aan deze Oad-
Strijders, voor zoover zij 't noodig heb
ben en verlangen, van Rijkswege worde
toegekend een pensioen.
Tot het afdoen zij het ter elfder ure
van deze nationale eereschuld door de
Regeering, roepen ook wij uwer Majesteit
goedwilligen steun in.
Met den meesten eerbied
van Uwe Majesteit de onderdanige Dienaren
en trouwe Ouderdanen.
(volgen de handteekeningen).
1. W. Drijver.
V. D. M.
Grosthuizen, 28 Oct. 1895.
XXVL
De Sluiting.
Sic transit gloria mundi zoo ver
gaat de wereldsche grootheid ia men
geneigd te zuchten, bij het aanschouwen
vau de afbraak der tentoonstelling, waar
gedurende den zomer zoovele Amsterdam
mers en buitenlieden zich kostelijk ver
maakt hebben. Een plaat van 't Zondags
nummer vaD een der bladen stelde haar
voor als een vuurwerk, dat door een oli
fant met een grooten snnit uitgeblazen werd,
wel nu, het was goed ook, dat die snuit
groot was, en dat een olifant aan 't blazen
was, want het slotstuk op Donderdag 1. 1.
is in een woord schitterend geweest.
De schoone dagen van Aranjuez die
voor altijd voorbij schenen, herleefden nog
eens op dien avond. Om zeven uur begon
de stroom, neen de stortvloed van bezoe
kers al en hield aan tot minstens een uur
of negen. Alle tonrniqaets lieten bezoekers
binnen, onverschillig of 't vrijkaarten- of
ticket-menschen waren, zelfs de uitgangs-
tourniqnets werden zoo gezet, dat heeren
met eeoige handigheid ook daar doorheen
konden komen. Vele alleenloopende bezoe
kers konden de aanzoeken van hnnkerende
straatjongens niet weerstaan, als deze vroe
gen, om de tweede persoon voor het ti
cket te mogen zijn.
Kortom 't was een gedraBg als slechts
zelden gezien was, aan alle ingangen. De
vaste gasten zag men natnnrlijk, du hier,
dan daarallerlei vroegere reeds ontsla
gen geëmployeerden kwamen nog eens een
kijkje nemen op 't terrein van hunne of
hare werkzaamheid; allen beijverden zieh,
de stervende de laatste eer te bewijzen. De
wereldbazar geleek op den wereld bazar
van den eersten zondagavond, en de koop
lieden stonden met een entrain tot koopen
nit te noodigen, als ze in lang niet ge
toond hadden. Ond-Hollandt schitterde
nog eens dank zij het ten vacra van
Wolff en de zijnen, op het Oud-Hollandt
van Mei en Juni en in het Hippodröme kon
men bijna niet doordringen. Bij Schiller
verdrong men zich voor 't buffet om een
glas bier of iets anders machtig te worden;
bij Blooker en Van Houten was 't stamp
vol; kortom half Amsterdam scheen 't erop
gezet te hebben, een laatsten indruk van
't tentoonstellingsterrein mee te nemen,
't Vuurwerk lokte om een uur of negen
natuurlijk de meeste bezoekers, die vol
enthousiasme de boeltezis der Koningin toe
juichten; maar nit wier midden ook nu en
dan uitroepen opstegen als„O, wat 'n
mooie rook 1' want de wind was als ge
woonlijk naar 't terrein, zoodat de rook,
waarmede de vuurwerkfirma nooit ka
rig geweest is, den toeschouwers vlak in
den oogen woei. Luchtpijlen bij dozijnen
vlogen door de lacht, spatten in veelkleu
rige bollen uiteen en deden langgerekte
hê-e-e's opgaan, maar intnsscben zette
menigeen de kraag van de jas op, want
de wind was frisch genoeg. „Tot weer
ziens vermeldde 't laatste stuk de En-
gelsche firma schijnt dns over haar suc
ces in Holland niet ontevreden te zijD.
Daarna de optocht met fakkellicht door
door de glazenwasschers, die natuurlijk
aanleiding tot hossen, dringen en vroo-
lij t heid te over gaf. Men zag bezoekers
meeloopen, die zóó met de tentoonstelling
op gehad hadden, dat ze nog een souve
nir wilden meenemen en met illnmineer-
glaasjes, flesscheD, reclameborden e. d.
rondliepen. Rondliepen, want gezeten werd
er niet veel; daarvoor was 't weer te
koud en waren de menschen te dol. En
er heerschte een sans-gène, als nog nooit
gezien was, onder die menigte. Grasper
ken en bloemen werden behandeld als af
gedragen kleeren, die men voor 't laatst
aan heeft en niet meer behoeft te ontzien.
Lastig wandelde, sprong en hoste men
door en over alles heen.
Geen wonder, dat er al zeer spoedig
groote dorst bleek te heerschen onder
die fideele menigte, een dorst zóó groot,
dat de nog aanwezige voorraad drankei,
vooral bier, ontoereikend bleek.
De waard nit de Alm kwam om een uur
of negen den bezoekers al meedeelen, dat
hij geen bier meer in voorraad had, op
Oud-Hollandt bij Lówenbriu waren de
vaten wat later ook al leeg en Fisslthaler
had noch bier, noch cognac meer.
Alleen de Fat;ade hield 't tot het laatst, en
dat was laat, vol. Daar werden den Ita-
liaanschen zangers en muzikante lauweren
met groote ïtaliaansche linten aangeboden,
als hulde aan hun lustig en opgewekt
spel. Diep in den nacht werd de aanvoer
der der Bella Sorentina in de „Pijp' ge
zien, met een krans om zijn nek.
Ook aan Wolff werd op Oud-Hollandt
nog een laatste hnlde gebrachttoespra
ken werden daar gehouden, gehost werd er
achter de muziek, die voor 't laatst nog
eens rond ging en zoo goed beviel dit
weer, dat enthousiasme bezoekers nog na
de sluiting een inval in 't stedeke beproef
den te doen, die echter door vroedsschap
en hellebardiers manmoedig afgeslagen werd.
En nn bekoort dit alles alweer tot de
geschiedenis; vele vreemdelingen zijn reeds
vertrokkenkisten bij menigte ziet men
aan de Hobbemastraat wegvoeren en ala
't maar wat vriezen wil, zat men
over een paar maanden 't terrein weer voor
een groot deel onder water staan en jong-
Amsterdam in sierlijke of niet sierlijke
bochten over de ijsvlakte zwieren, waar
eens Schiller bier achonk, Van Houten
zijne cacao te proeven en 't Hippodröme
gelegenheid tot rijden gaf. En nu de re
sultaten. Lezer houd mij ten goede, dat
ik 't stilzwijgen daarover bewaardie re
sultaten zijn zóó velerlei, dat daarmee nog,
wel een brief te vullen zon zijn; ga maar
eens na, aanknooping of bevestiging van
vriendschapsbanden tusschen rijken en per»
sonen beknibbeling der verdiensten van
de hoofdpersonen, processen met ontevreden
exposanten, baten voor de stad, schade
voor sommige inwoners de lijst is
lang genoeg, dankt mij. Lezer, mijn taak
als gids op de tentoonstelling is ten ein
det is mij een genoegen geweest, u te
vergezellen,en is n mijn gezelschap bevallen,
dan roep ik u een hartelijk „tot weer
ziens" toe op de tentoonstelling, die oti
wellicht in '98 wacht.
PARIJS, 4 November 1895.
Nog steeds wemelen onze couranten van