In en om Parijs. De Wereldtentoonstelling. IJl andeis f20 en meer voor i 000 pond werd verkregen is de prijs nu f 7 f 8. Ge lukkig dat er veel hooi is voor den land man, wiens vee d<x>i het natte weer naar binnen moet worden gehaald, daar de die ren het land anders vertrappen, of schoon de weidevelden er nog mooi uit zien en nog gras genoeg aanwezig is. De vereeniging D. O. G. te BARSINGERHORN heeft wel veel succes gehad met op den avond van Dinsdag j.1. in eene buitengewone vergadering den heer L. Jansen uit Haarlem, nit te noodi- gen tot bet houden van lezing en voor drachten, en daarbij de introductie zoo ruim mogelijk te stellen. Nieitegensttande het ruwe weder waren de meeste leden van D. O. G., maar stellig wel drie- of viermaal zooveel gein- troduceerden aanwezig, waaronder zeer vele menschen, d>e gewoonlijk nooit der gelijke partijen bijwonen; g-en ver gadering van groote schooljongens evenwel Aan al die hoorders en hoorderessen heeft de heer Jansen, met zijne knnstige voordrachten van ernstige en komische stokken,een genotvollen avond geschonken. Vooral daar het meerendeel der voor drachten tot de gnppige stokken bekoor de, kon men in de zaal van Slotemaker gemakkelijk vergeten, dat men straks door regen en wind en modderplassen weer naar huis zou moeten gaan, zoo niet de voorzitter met de gebruikelijke slui- tings rede een einde gemaakt had aan het recht gezellig vrooljjk samenzijn. Onder li et aidrnkken van dit nummer vernemen wij, dat te ANNA- PAULOWNA, aan het Westeinde, in brand staan: twee drie huizen, w.o. een herberg met loerderij. Vergadering van den Raad der gemeente ZIJPE, gehouden op Dinsdag 5 November 1895, des morgens ten 10 ure. Afwezig de heer Francis. Na opening der vergadering worden de notulen gelezen en goedgekeurd. De heer Feisser maakt evenwel de op merking, dat de post Burgerlijke Stand, af gescheiden is behandeld geworden van de telefoon; spr. had, na mededeeling van den voorzitter, dat de aansluiting niet te Pet ten geschieden kon, zijn voorstel iuge- trokkeu. Spr. wijst er evenwel op, dat de telefoon-kwestie niet van de baan is en hoopt, dat de voorzit'er daaromtrent in lichtingen zal inwinnen. Voorzitter doet daarvan gaarne toezeg- g'ig- De heer Zeeman merkt op, dat de aan sluiting wel met Petten zal kannen ge schieden; de heer Feisser had eveneens op zijne gevraagde inlichtingen daaromtrent een bevestigend antwoord ontvangen. Werd nu in behandeling gesteld, arti- kels-gewijze, de nieuwe verordening op den Hootdelijken Omslag. Art. 1 gaf de heer Nobel aanleiding tot een opmerking, betreffende de alinea waar bij bepaald werd dat f 8000.het hoog ste cijter van den te heffen hoofd, omslag zou mogen zijn. De heer Nobel zag dit cijfer liever gesteld op f 9000.met het oog op de te heffen opcenten. „Wanneer er staat bet getal 8000.— dan kannen wij in moeielijkheden komen wanneer wij de op centen zouden, willen afschaffeu en weer Zonder er veel bij te denken, wachtte Tesz en weinige minuten later maakten man cu p&ard naast baar balt. Waarom verwijdert gij u op dit oogen- blik?* vroeg D'Urberville, „op een Zondag morgen zooals h<-den, nn iedereen nog in bed ligt? Ik heb het bij toeval ontdekt, en beb als de duivel moeten jagen om u in te halen; zie mijn paard maar slechts aan. Waar om gaat gjj nu too weg? Gij weet, dat nie mand het u zal verhinderen als gij weg wilt. Hoe onnood'g is het geweest, te voet te gaan en dau mot zulk een last. Als een dwaas beo ik achter je aau gerend, om de andere belft van d-n weg bet goed voor je te rijden, als je tenminste niet weder wilt omkeeren.* „Ik sal nooit terugkomen,* zeide tij. „Ik nam aan, dat go het niet zondt doen ik zeide bet reeds. Nn, goed dan, leg je vrachtje dan maar hier op, wellicht is het geoorloofd je te belpon.* Zij zett» haar maDd en haar handel in den Dogcar. steeg zelf op en zette zich naast hem neder. Zij wag niet bang meer voor hem en de oorzaak harer onverschilligheid lag in bar» droefheid. D'Urbervil e stak werktuigelijk een sigaar op, en de reis werd voortgezet onder korte, on verschillige nietsbeteekeneude gesprekken en bij had zijn strijd om de kns, in den verloo- pen zomer, toeD zij in een tegenovergestelde richting reden, reeds lang vergeten. Tesz echter niet. Als een pop zat zij naast hem en aDtwooide onverschillig op al sijo vragen. Na een poos kwam het boschje in gezicht, waar ichter het dorp Marlott lag en een paar traneD rolden Tesz weldra over de wangen. „Waarom weent ge?" vroeg hij koel. „ik dacht er aan, dat ik daarachter ge boren ben," antwoordde Teaz. „Nn, ge moet toch ergens geboren zijn." „Ik wilde, dat ik nooit geboren was noch daar, noch ergeos elders.* „Ba: wanneer gij niet gaarne naar Trant- ridge gekomen zyt, waarom zyt gij dan ge komen?" Zn an'woorde niet. „Ik wil er wel een eed op doen, dat gij niet uit lietde voor mij naar Trandridge ge komen zyt." „Dat is zeker waar; want wanneer ik ge gaan was nit liefde tot n, wanneer ik n waarachtig had lie* gebad, zoo zon ik nn, wegens mijne zwakheid niet znlk een haat en afscbnw voor mijzelf koesteren. Mijne oogen Wiren een wijle door u verblind; dat was ales.* Hij haalde de schouders op. Zij eindigde; „Ik wist niet waf gij wildet, voor het te laat was." „Dat zegt iedere vronw.* ,11 oo kant gij wagen, zooiets te zeggen?" een verandering in de verordening moeien maken, zoo wij gedwongen waren dit cijfer te overschrijden. Spr. hoopt natuur lijk dat het nooit het geval zal zijn, maar het is bij tvectneele moeielijk heden zeer gemakkelijk.' De heer Feisser ziet in het voorstel No bel volstrekt geen gevaar; 't geeft den raad allen in vereischte gevallen meer vrij- heid. Wordt vervolgens het voorstel van den heer Nobel met algemeene stemman aan genomen. Art. 3. geeft den heer Vrijburg aanlei ding, den raad in overweging te geren, om het inkomen nit kapitaal zwaarder te belasten i dan dat nit arbeid. Spr. wijst er op, dat als een kapitalist sterft de omstandigheden van de achter- blijvenden dezelfde blijven en wanneer de broodwinner sterft, de weduwe en kinde ren soms gebrek moeten lijden. Spr. wil er rekening mee honden of het inkomen wordt verkregen, door arbeid, of door de ren te van een kapitaal. De h9er Feisser oordeelt het ook wel eenigszins wenschelijk, daar het rijk te dien opzichte ook is voorgegaan; maar Spr. vindt, daar hier de goede gegevens ont breken, de toepassing wel wat moeilijk. De heer Vrijburg beaamt zulks, maar beweert tevens, dat als men hiertoe het recht heeft, dit toch een stap verder is. Spr. vindt het hoogst billijk, de inkomens door kapitaal verkregen hooger te treffen, de menschen die door knippen hun inkomen verkrijgen, staan, hoewel natnnrlijk niet moreel, ep finsntieel gebied toch hooger. De Voorzitter vindt dit geen maatregel om renteniers in de gemeente te trekken of te honden. Wonlt vervolgens in beginsel besloten, het inkomen door kapitaal verkregen hoo ger te treffen dan dat door arbeid. Tegen stemden de beerenSchuijt en de Wit. Vervolgens wordt met algemeene stem men vastgesteld, dat iemand, die zijn inbo or en of een gedeelte daarvan, dat door kapitaal verkregen wordt, van 500. f 1000, 1 klas hooger, f 1000.f 2000, 2 klas f 2000.f 3000, 2, klas en van boven de f 4-000.4 klassen hooger zd worden aangeslagen dan diegene die dat zelfde inkomen geniet uit arbeid. Bij art. 7 betreffende het pnnt, waarbij zij, die kinderen, ouders, of schoonouders tot hun last hebben, een of meer klassen zooden verlaagd worden, oordeelt de heer Zeeman het noodig, den leeftijd dier kinde ren te bepalen. Spr. haalt met voorbeeld aan, dat vele kinderen op 13-jarigen leef tijd reeds verdienen en anderen op 20- jarig leeftijd nog tot hunner ouders zijn b.v., zij die stndeeren, zijn lang tot last han- ner ouders en die ouders verkeeren gewoon lijk toch in ganstige omstandigheden. Spr.zoo natuurlijk kinderen met lichaamsgebreken willen uitsluiten. Vervolgeus wordt niet algemeene stem men brsloten, den leeftijd op 51 jaar te stellen en kinderen, die door lichaamsge breken ongeschikt waren geheel of gedeel telijk in hun eigen onderhoud te voorzien, nit te si uiten. De geheele verordening werd daarna, zooals zij voorgesteld was, met algemeene steirmen goedgekeurd. De begrooting van het "Weesliuiö lnidde in uitgaven 1. Belasting f 350. 2. Onderhond 200. 3. Aankoop Kleeren 250. 4. Provisie 1100. 5. Uitzetten 25. 6. Jaarw. VaderMoeder 250. 7. Kosten van beheer 25. 8. Begrafeniskosten 116 83 f 2316.83 en in ontvangsten 1. Batig saldo 2. Landbnnr 3. Rente-Kapitalen 4. Dienstbonen 5. Waaggeld £36.83 1880 260.— 25.— 15.— riep zij nit,terwijl zij zicb driftig tot hem wend de; de toom over de haar aangedane schande baande zich een uitweg en bliksemde in ha re oogen. „Mijn God, ik zon je nit den wa gen kannen schenren. Is het je dan nooit in je hersenen gekomon, dat wij vrouwen ook eergevoel en bloed hebben „Slechts kond bloed," antwoordde hij la chend. „Ik heb er spijt van, n leed cd on recht gedaan te heben dat geef ik toe.* In den toon zijner stem lag een sekere bitterheid, toen bij voortging: „Slechts gij behoeft mij dat niet met znlk een nadruk voor de voeten te werpen. Ik ben bereid te doen, wat maar eenigszins mo- gel|ik is. Gij weet heel goed, dat het niet noodig is, dat gij op het laDd werkt of an deren arbeid verricht; gij kant a kleeden zoo goed als ge het telf wilt, in plaats van zoo kaal en sleoht, zooalg nu, waar gij zooveel mogelijk bekrimpt, opdat er geen band aan nw rok zal zijn, die niet van nw eigen loon gekocht en betaald is ge worden.* Haar bovenlip krolde zicb verachtelijk, of schoon in haar natuur de toorn maar zelden op den voorgrond trad. „Ik heb reeds gezegd, dat ik cooit iets weder van n aannemen zalik wil niet en ik kan niet, nooit, nooit!" „Men zon meenen, dat gij een prinses waart en niet bloot een ware, werkelijke D'Urber- viile ha ha, ha! Goed Tess, mijn liefje ik kan je niets meer beloven. „Ik neem aan, dat ik een slechte kerel ben een vervloekt slecht menscb, dat ik al tijd slecht heb geleefd en altijd wellicht een slecht mensch zal blijven; maar op mijn eere woord, tegen n zal ik mij nooit meer slecht gedrageD. En wanoeer ge in zekere omstan digheden gij begrijpt mij wel 't zij 't een of 't ander noodig mocht hebben, zend mij tijding en omgaande znlt gij het hebben. Het kan zijn, dat ik niet in Traotridge ben, want ik ga een poosje naar Londen, want ik kan het bij de onde vronw niet meer uit houden maar alle brieven worden dade lijk aan mijn adres bezorgd." Zij zeide hem, dat zij niet hebben wilde, dat hij baar verder breDgen zon en onder de boomgroep hielden zij halt. D'Urberville steeg af, hief Tesz zorgvuldig van nit de kar en zette dan baar goederen naast haai; zij boog haar hoofd even, hare oogen op zijn gelaat gevestigd hondend; vervolgens wendde zij zich af om haar bagage voor de thuisreis op te nemen. Alex wierp zijn sigaar weg, stapte op haar! toe en zeide: „Zoo kant gij Diet van mij gaan, Tesz. Kom!" „Zooals gy vwkieat" antwoordde oy on- t 2316.83 Deze begrootiog werd met algemee ne stemmen goedgekeurd. Bij de nn voigende algemeene rond vraag vestigt de heer feisser de aandacht der hoeren op de klasse, betreffende de per- soneele belasMog hnnner gemeente.Spr. zegt, dat de gemeente Zijpe gelijk staal met al le gemeenten nit den omtrek, behalve: Eg- mond, Bergen, Sint-Maarten, Petten, Schoorl, Wieriagen en Calhntsoog, die la ger staan, tegen een huarwaarde van f 0.50. Zijpe staat gunstiger, tegen eene huur waarde van (0.75; das zijn daardoor nog vele arbeiders, die een woning be neden f0.75 bewonen, vrij van belas ting en spr. gelooft dat dit aantal niet onbelangrijk is; maar de gemeenten Zuid— Scharwoude, Noord- Scharwoude, Ondcarspe] en Broek op Langedijk, staan tegen f 1.doch de heer Feisser gelooft, dat de gemeente Zijpe tot dat gunstige geval niet zal kunnen gerekend worden. De raad gaat nu over in geheime zit ting, ter behandeling van het suppletoir ko hier van den Hootdelijken Omslag. Volgens achterstaande advertentie is op de aanvrage om rijkssub sidie voor den winterenrsus in landbouw te WIERINGERWAARD gunstig be schikt. Mannelijke personen boven de 14 jaar kunnen zich tot uiterlijk 10 Novem ber aanmelden bij den heer W. Wijker, aldaar. Het onderwijs, drie maal per week twee lesnren, is kosteloos en zal worden gegeven door de heeren Gesverste Anna Panlowna en Wijker, te Wieringerwaard. Het departement KOLHORN der Maatschappij „Tot nut van 't alge meen' beeft in zijne vergadering van 31 October 1.1. besloten in het a. s. voorjaar opnieuw een wedstrijd uit te schrijven en een tentoonstelling te houden van nut tige enfraaie voorwerpen,vervaardigd door in gezetenen der Gemeente Barsingerhorn, Groetpolder tot de Boerensluis en Kreil, Gemeente Wieringerwaard. Het succes met de vorige tentoonstel ling verkregen, wettigt het vermoeden, dat velen zullen willen medewerken, door het vervaardigen van nuttige en fraaie voor werpen op allerlei gebied, de a.s. tentoon stelling uog beter aan het doel te doen beantwoorden, het doel n.1.: om in de lan ge winteravonden, liefst nit min kostbaar materieel, voorwerpen te maken, die ge tuigen konnen, hoe daardooi gevoel voor smaak, juistheid van het oog en vaardig heid en vastheid van hand is ontwikkeld verschillig, „gij ziet, gij hebt my volkomen oedwongen." Zij draaide zich weder om en hield haar gelaat voor, maar bleef echter zoo kond als marmer, toen hij haar een kas op de wang drnkte. Bare oogen bleven verstrooid op de verwijderde boomen gericht, terwijl haar de kas gegeven werd, al* merkte tij nauwelijks wat D'Urberville deed, „Nn ook de andere waDg op de onde kennismaking Zij draaide baar hoofd om, zooals men het op verlangen van een fotograaf zon doen en bij kustte de andere wang, die evenals de omliggende velden vochtig van den danw was. „Gij hebt mij nw mondje niet toegestoken en mij niet terug gekust. Gij hebt het vrij willig nog nooit gedaan ik vrees dat gij mij nooit zendt liefhebben." „Ik heb n dat reeds duidelijk genoeg ge zegd het is waar. Ik heb n waarachtig nooit liefgehad en ik geloof, dat ik het nooit zal kannen.* Droevig voegde zij er aan toe: „Het ton nn wel het beste voor my zijn, wan neer ik in dit opzicht liegen kon, maar ik bezit toch nog genoeg eergevoel, om deze lengen hoe klein zij ook in uw oog zijn mag, nit te spreken. Wanneer ik n liefhad, dan zon ik alle reden hebben, bjj u te blij ven; maar ik doe het Diet.* Hij znchtte, alsof bet hem pijnlijk aandeed; maar wist zelf Diet of het zijo hart, zijn gewe ten of zijn edelmoedigheid betrof. „Goed, gij zyt buitengewoon droefgeestig, maar ik heb nn geen oorzaak ol reden n welgevallig te zyn, en daarom kan ik met overtniging zeggen dat gij er geen reden voor hebt, ontevreden ie zyn. Gij kunt schoonheid uw eigendom noemen, dat heer lijke toegift der vrouw, hooggeplaatst of ne derig en wanneer gij verstandig zijt ik spreek tot n als practisch man, die n het beste gunt zoo toon n weer aan de we reld, voor gij verwelkt En nn nog eenmaal Tesz, wilt gij mot mij terugkeeren. Op mijn woord, ik laat n slechts zeer on gaarne vertrekken .„Nooit I Nooit I Ik heb mijn besluit ge nomen, zoodra ik zag, wat ik eerder had moeten zien. Nooit zal ik terugko men „Nn dan goeden morgen, nichtje van vier maanden. Leef gelukkig!* Hij steeg ving op, ordende de tengels 1 en was spoedig tosschen de booge, met roode bessen behangen heggen verdwe- nen. Tesz zag nog een wijle rond en ging dan langzaam het pad op naar hois 1 i WORDT VERVOLGD. en bevorderd, en menig doelloos en waar- deloos nar nattig is doorgebracht. De com missie van voorbereiding, best ande uit de H. H. G. Betrs Cs., Jb. Bood IJz., en E. Kluijver, geven gaarne iedereen verlangde inlichtingen. Verder besloot het Dept. in Dec. of Jan. a. s. eene Volksvoordracht te honden, toegankelijk voor iedereen, boven den 18 jarigen leeftijd, - waartoe eenige leden zich bereid verklaarden als sprekers te zullen optreden. Te HELMOND is Zondag- middag zekere W., ongeveer 50 jaar ond, gehuwd en vader van 3 kinderen, in de jenever gestikt. De nitslag derindeafdee- lingen v»n 't NederJandsch Onderwij zers Genootschap gehouden stemming ter verkiezing van een lid in het Hoofd bestuur, zitting hebbende voor AMSTER DAM, is als volgt: Uitgebracht 2523 geldige stemmen, 26 blanco. Daarvan verkregen de H. H. Lohr 309 st., Nijk 250 st., Roest 573 st., Stamperius 232 st., Be Geus 1165 st.; verdeeld 14 stvolstrekte meerderheid 1262. zoodat er herstemd moet worden tusschen do H.H,: De Geus ea Roest. Hoe het werk van den onderwijzer soms gewaardeerd wordt In de Zaanl. Ct. komt een ingezonden stak voor, waarvan de schrijver den Raad van Zaandam hulde betuigt, voor het uit gesproken beginsel, van gelijke waardee ring en dns gelijke belooning voor gelijke diensten. De heer Zwaardemaker, merkt de schrijver op, toch bad uitgerekend, dat een lantarenopsteker 44 a 45 ct. verdien de per werkuar. Dat was z. i. genoeg. En een schoolmeester, die ook voor verlichting zorgt, eveneens 40 h 45, soms wel 50 cent per uur. Hij komt dus by zoo'n lantaarnop steker niets te kort, en de Raad had groot gelijk hem geen verhooging toe te staan De Heer Mr. A. Maclaine Pont, benoemd Substituut—officier van Justitie bij de Arrondissements-Rechtbank te ALK MAAR, is in eene den 2 Nov. j. 1. ge houden plechtige buitengewone zitting als zoodanig geïnstalleerd. Bij die gelegenheid werd als naar gewoonte namens de balie het woord tot den nieuwbenoemde gevoerd door den Deken der orde van Advokaten. Ook werd bij die rechtb. behandeld eene strafvervolging, tegen een reeds bejaarden huisvader te Alkmaar, woonachtig, wegens het plegen van onzedelijke handelingen. Voor deze afkeurenswaardige daad werd door het openbaar Ministerie 4 maanden gevangenisstraf geëischt. Uitspraak over 8 dagen. Neg eens „Een vraag om recht". (Ingezonden). „Tijd is geld" als wij ons niet hass- ten komt het adres te laat, en onze Oud- Strijders krijgen nog geen pensioen. Daarom aan 't werk Laat in elke stad van ons vaderland één man zich belasten met de zorg voor een adres van adbaesie aan H. M. de Koningin Regentes, dat spoedig door hem en anderen geteekend en opgezonden wordt. Opdat die adressen eensluidend mogen zijn, stel ik voor, dat men er deze redac tie aan geve Aan Hare Majesteit de Koningin Regentes der Nederlanden. Mevrouw! Begaan met den kommervollen toestand, waariu velen onzer Oud-Strijders, dragers van 't metalen Kruis en de Citadel-Me daille, mannen van tachtig jaren en daar boven, hunne laatste leveusdagen slijten moeten, meeoende voorts dat het op den weg der Regeering ligt, in dezen toestand veran dering te brengen, wenden ondergeteekenden zich met den meesten eerbied totUweMajeateit om hnn vol le sympathie te betuigen met het reeds bijUwe Majesteit ingekomen adres, waarin de wensch wordt uitgesproken, dat aan deze Oad- Strijders, voor zoover zij 't noodig heb ben en verlangen, van Rijkswege worde toegekend een pensioen. Tot het afdoen zij het ter elfder ure van deze nationale eereschuld door de Regeering, roepen ook wij uwer Majesteit goedwilligen steun in. Met den meesten eerbied van Uwe Majesteit de onderdanige Dienaren en trouwe Ouderdanen. (volgen de handteekeningen). 1. W. Drijver. V. D. M. Grosthuizen, 28 Oct. 1895. XXVL De Sluiting. Sic transit gloria mundi zoo ver gaat de wereldsche grootheid ia men geneigd te zuchten, bij het aanschouwen vau de afbraak der tentoonstelling, waar gedurende den zomer zoovele Amsterdam mers en buitenlieden zich kostelijk ver maakt hebben. Een plaat van 't Zondags nummer vaD een der bladen stelde haar voor als een vuurwerk, dat door een oli fant met een grooten snnit uitgeblazen werd, wel nu, het was goed ook, dat die snuit groot was, en dat een olifant aan 't blazen was, want het slotstuk op Donderdag 1. 1. is in een woord schitterend geweest. De schoone dagen van Aranjuez die voor altijd voorbij schenen, herleefden nog eens op dien avond. Om zeven uur begon de stroom, neen de stortvloed van bezoe kers al en hield aan tot minstens een uur of negen. Alle tonrniqaets lieten bezoekers binnen, onverschillig of 't vrijkaarten- of ticket-menschen waren, zelfs de uitgangs- tourniqnets werden zoo gezet, dat heeren met eeoige handigheid ook daar doorheen konden komen. Vele alleenloopende bezoe kers konden de aanzoeken van hnnkerende straatjongens niet weerstaan, als deze vroe gen, om de tweede persoon voor het ti cket te mogen zijn. Kortom 't was een gedraBg als slechts zelden gezien was, aan alle ingangen. De vaste gasten zag men natnnrlijk, du hier, dan daarallerlei vroegere reeds ontsla gen geëmployeerden kwamen nog eens een kijkje nemen op 't terrein van hunne of hare werkzaamheid; allen beijverden zieh, de stervende de laatste eer te bewijzen. De wereldbazar geleek op den wereld bazar van den eersten zondagavond, en de koop lieden stonden met een entrain tot koopen nit te noodigen, als ze in lang niet ge toond hadden. Ond-Hollandt schitterde nog eens dank zij het ten vacra van Wolff en de zijnen, op het Oud-Hollandt van Mei en Juni en in het Hippodröme kon men bijna niet doordringen. Bij Schiller verdrong men zich voor 't buffet om een glas bier of iets anders machtig te worden; bij Blooker en Van Houten was 't stamp vol; kortom half Amsterdam scheen 't erop gezet te hebben, een laatsten indruk van 't tentoonstellingsterrein mee te nemen, 't Vuurwerk lokte om een uur of negen natuurlijk de meeste bezoekers, die vol enthousiasme de boeltezis der Koningin toe juichten; maar nit wier midden ook nu en dan uitroepen opstegen als„O, wat 'n mooie rook 1' want de wind was als ge woonlijk naar 't terrein, zoodat de rook, waarmede de vuurwerkfirma nooit ka rig geweest is, den toeschouwers vlak in den oogen woei. Luchtpijlen bij dozijnen vlogen door de lacht, spatten in veelkleu rige bollen uiteen en deden langgerekte hê-e-e's opgaan, maar intnsscben zette menigeen de kraag van de jas op, want de wind was frisch genoeg. „Tot weer ziens vermeldde 't laatste stuk de En- gelsche firma schijnt dns over haar suc ces in Holland niet ontevreden te zijD. Daarna de optocht met fakkellicht door door de glazenwasschers, die natuurlijk aanleiding tot hossen, dringen en vroo- lij t heid te over gaf. Men zag bezoekers meeloopen, die zóó met de tentoonstelling op gehad hadden, dat ze nog een souve nir wilden meenemen en met illnmineer- glaasjes, flesscheD, reclameborden e. d. rondliepen. Rondliepen, want gezeten werd er niet veel; daarvoor was 't weer te koud en waren de menschen te dol. En er heerschte een sans-gène, als nog nooit gezien was, onder die menigte. Grasper ken en bloemen werden behandeld als af gedragen kleeren, die men voor 't laatst aan heeft en niet meer behoeft te ontzien. Lastig wandelde, sprong en hoste men door en over alles heen. Geen wonder, dat er al zeer spoedig groote dorst bleek te heerschen onder die fideele menigte, een dorst zóó groot, dat de nog aanwezige voorraad drankei, vooral bier, ontoereikend bleek. De waard nit de Alm kwam om een uur of negen den bezoekers al meedeelen, dat hij geen bier meer in voorraad had, op Oud-Hollandt bij Lówenbriu waren de vaten wat later ook al leeg en Fisslthaler had noch bier, noch cognac meer. Alleen de Fat;ade hield 't tot het laatst, en dat was laat, vol. Daar werden den Ita- liaanschen zangers en muzikante lauweren met groote ïtaliaansche linten aangeboden, als hulde aan hun lustig en opgewekt spel. Diep in den nacht werd de aanvoer der der Bella Sorentina in de „Pijp' ge zien, met een krans om zijn nek. Ook aan Wolff werd op Oud-Hollandt nog een laatste hnlde gebrachttoespra ken werden daar gehouden, gehost werd er achter de muziek, die voor 't laatst nog eens rond ging en zoo goed beviel dit weer, dat enthousiasme bezoekers nog na de sluiting een inval in 't stedeke beproef den te doen, die echter door vroedsschap en hellebardiers manmoedig afgeslagen werd. En nn bekoort dit alles alweer tot de geschiedenis; vele vreemdelingen zijn reeds vertrokkenkisten bij menigte ziet men aan de Hobbemastraat wegvoeren en ala 't maar wat vriezen wil, zat men over een paar maanden 't terrein weer voor een groot deel onder water staan en jong- Amsterdam in sierlijke of niet sierlijke bochten over de ijsvlakte zwieren, waar eens Schiller bier achonk, Van Houten zijne cacao te proeven en 't Hippodröme gelegenheid tot rijden gaf. En nu de re sultaten. Lezer houd mij ten goede, dat ik 't stilzwijgen daarover bewaardie re sultaten zijn zóó velerlei, dat daarmee nog, wel een brief te vullen zon zijn; ga maar eens na, aanknooping of bevestiging van vriendschapsbanden tusschen rijken en per» sonen beknibbeling der verdiensten van de hoofdpersonen, processen met ontevreden exposanten, baten voor de stad, schade voor sommige inwoners de lijst is lang genoeg, dankt mij. Lezer, mijn taak als gids op de tentoonstelling is ten ein det is mij een genoegen geweest, u te vergezellen,en is n mijn gezelschap bevallen, dan roep ik u een hartelijk „tot weer ziens" toe op de tentoonstelling, die oti wellicht in '98 wacht. PARIJS, 4 November 1895. Nog steeds wemelen onze couranten van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 2