lid BltlffS-
AiidtcitiB- Luiliiiklai
van
Zondag 24 November 1895.
39ste Jaargang Eo. 3048.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN een dag vroeger.
Uitgever i. WINKEL.
ISureau: SCHAGEH, Laan, D
4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
GeineenteSchagen.
Bekendmakingen.
De Burgemeester van S c h a g e n,
brengt naar aanleiding van een ont
vangen telegram van den Heer Com
missaris der Koningin in deze provin
cie, ter kennis van belanghebbenden,
dat rechtstreeksche doorvoer door
België per spoor zonder overladen,
van levende varkens uit Ne
derland met ingang 20 dezer algemeen
is toegelaten.
Schagen, 19 November 1895.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Binnenlandsch Nieuws.
Tegen de Begrooting van Binnenland-
sche Zaken openbaart zich in de Twee
de Kamer een krachtig verzet. In het
Voorloopig Verslag over Hoofdstuk V
blijkt dit op verschillende plaatsen. En
dit behoeft geen verwondering te baren.
De Minister heeft nl. eenige posten op
de Begrooting gebracht, vooral ter be
vordering van onderwjsbelangen en met
name in het belang van de opleiding
der vrouw. Dat er zijn, die daarmede
niet zijn ingenomen, is even bekend als
dat anderen, en daaronder wij, eiken
stap in die richting met warmte toe
juichen en met allen ernst steunen. Even
bekend zjn de gronden, waarop die ge
voelens rusten, en het loont dus de
moeite niet, daarbj opzetteljk stil te
staan. Zj zjn trouwens in het Voorloo
pig Verslag uitvoerig ontwikkeld en daar
in te vinden voor ieder, die er belang in
stelt.
Er zjn echter bj de bestrijding dier
posten enkele stellingen geopperd, die wij
niet stilzwjgend kunnen voorbjgaan,
omdat zj een hoogst bedenkeljk karak
ter dragen.
„In de meeste afdeelingen", zoo lezen
wij vooreerst, „waren leden, naar wier
gevoelen het bevreemding moest wekken,
dat de Minister onder de tegenwoordige
politieke omstandigheden gemeend heeft
eene Begrooting als deze te moeten in
dienen. De Begeering, zoo luidde hun
betoog, is opgetreden met een beperkt
program en heeft als hare voornaamste
taak de regeling van het kiesrecht aan
vaard. Onder die omstandigheden had de
Regeering zich in hoofdzaak moeten be
palen tot bestendiging van bestaande
toestanden. De Minister van Binnenland-
sche Zaken doet dit niet. Op deze Be
grooting zjn tal van nieuwe onderwer
pen en regelingen gebracht. De Minister
beweegt zich daarbj in eene eenzjdige
richting, die, naar hj kon nagaan, geen
instemming kan vinden b j een der poli
tieke part jen, van welker samengaan het
optreden van deze Regeering het uitvloei
sel was."
Men kan het verwjt van eenzjdig-
heid verklaarbaar vinden in den mond
van hen, die hier aan het woord waren.
Dit komt er van als parijen samengaan,
die niet samen behooren. Doch waarom
de Minister die voorstellen niet had mo
gen doen, „onder de tegenwoordige
politieke omstandigheden", is een raadsel.
Die omstandigheden hebben er niets mede
te maken. Eene enkele opmerking zal
dit voldoende in het licht stellen. Ieder
der posten, waartegen men bezwaar heeft,
staat op zichzelf en kan naar zjn ei
gen verdiensten beoordeeld worden. En
als men ze alle verwerpt, kan men ten
slotte toch de Begrooting aannemen en
den Minister de gelegenheid laten
kiesrechtontwerp te verdedigen.
De „politieke omstandigheden" heb
ben dus met deze Begrooting niets te
maken, tenzj men zou moeten aanne
men, dat hier de bedenkeljke leer ver
kondigd wordt„G j, Minister, die Uwe
opkomst aan ons te danken hebt, zjt
aan ons verplicht, geen voorstellen te
zijn
doen, die ons onaangegaam zjn. Niet,
hoe gj over de "Volksbelangen denkt,
maar hoe wj ze beschouwen, moet U
ten richtsnoer strekkenDat deze leer
een gevaarljk karakter heeft, behoeft
niet opzetteljk betoogd te worden. En
dat die leer hier verkondigd wordt, is
meer dan eene onderstelling, is een feit
zooals nader bijken zal.
Eerst komt nog eene beschouwing,
die van eene zonderlinge verwarring van
denkbeelden bljk geeft. Volgens som
mige leden „heeft het den schjn alsof
de Minister, gebruik makende van de te
genwoordige politieke omstandigheden,
datgene tracht door te drjven, waarvoor
hj als Kamerlid steeds gejverd heeft,
maar op het bereiken waarvan, on
der andere omstandigheden geen kans
zou bestaan".
Hoe nu Wij zeiden reeds, dat de
„politieke omstandigheden" tot de stem,
die men over de bestreden posten zal
uitbrengen, niets afdoen. Maar dit daar
gelaten; welken gedachtengang veronder
stelt men hier b j den Minister De voor
standers van de ontworpen maatregelen
zullen er onder deze en onder andere
omstandigheden vóór stemmen. Men
schjnt dus te onderstellen, dat die niet
talrijk genoeg zjn om de posten te doen
aannemen, en dat dus tegenstanders zich
zouden moeten laten bewegen om vóór
te stemmen. De Minister zou derhalve
moeten geloovenlo. dat verwerping
dier posten hem tot aftreding zou nopen
2o. dat die tegenstanders dit een groote
ramp zouden achten, omdat dan het kies
recht-ontwerp van de baan zou raken.
Nu willen wj wel gelooven, dat de Mi
nister Van Houten zjn kiesrechtontwerp
zelf heel mooi vindt, doch om aan te
nemen, dat zijne medestanders in den
strjd tegen zjn voorganger, die hier aan
het woord zjn, het ook bijzonder be
wonderen, zou hj aan eene zelfverblin
ding moeten ljden, die men hem niet
mag toeschrjven.
Doch, al ware dit anders, dan nog
zou de Minister de geschiedenis der laat
ste jaren geheel moeten vergeten, en er
niet aan denken, dat zjne Roomsche
bondgenooten om een wet, die hun on
aangenaam was de wet-Bergansitu
tot invoering van den persoonljken dienst
plicht, een geheel ministerie van de
rechterzjde lieten vallen en de toenma
lige meerderheid deden uiteenspatten
Waarlijk met zulk eene ervaring voor
oogen, zou de Minister al heel kortzich
tig moeten zjn, indien hj meenen kon,
dat men nu ter wille van zjn kiesrecht
ontwerp zjne onderwj svoorstellen zou
aannemen
In het vorenstaande hebben wj met
begripsverwarring te doen. Wat nu volgt
is erger. De houding des Ministers werd
verklaard „uit een streven om steun te
zoeken bj zjne politieke tegenstanders
in zake het kiesrecht." Eenigen der le
den, die dit onderstelden, betreurden het
aan de Begrooting gegeven karakter
te meer, „omdat zj bereid waren, hem
bj het tot stand brengen der aanhangi
ge kiesrechtregeling te steunen, en zij
zich niet konden ontveinzen, dat de Mi
nister, door te volharden bj zjne voor
stellen betreffende het onderwjs, het
welslagen van dat wetsontwerp in de
waagschaal stelt."
Twee onderstellingen dus voor één,
die elkander aanvullen en samen beves
tigen, dat de opvatting, die wj omtrent
de eerst aangehaalde zinsnede ontwikkel
den, de juiste is.
Hier wordt van de linksche liberalen
ondersteld, dat zj om de onder wij svoor-
stellen de kieswet zullen aannemen, en
komt van de rechterzjde de bedreiging,
dat men om de onderwjsvoorstellen de
kieswet zal verwerpen.
Wordt er dus koopmanschap gedreven
in de volksbelangen?zouden wj wil
len vragen. Dat zj, die te kennen ge
ven eene wet, waarvan de totstandko
ming hun wenscheljk voorkomt, te wil
len verwerpen bj aanneming van ande
re voorstellen, die er ter wereld niets
mee te maken hebben, van anderen
onderstellen, dat deze juist het omge
keerde zullen doen, is te vergeven. Zoo-
als de waard is, vertrouwt hj zijne gas
ten. Een ernstige vraag echter is, of
zulk gekwansel geoorloofd is, of hier het
partijbelang niet op ergerljke w jze boven
het landsbelang gesteld is?
Men onderscheide hier wel. Het lands
belang te beoordeelen, afgescheiden van
het partjstandpunt, is een onmogelijke
eisch. Dat de linkerzjde minder met het
kiesrechtontwerp en meer met de onder
wjsvoorstellen ingenomen is dan de rech
terzjde, hangt geheel samen met en
wordt bepaald door de richting, die bei
den zjn toegedaan. En het is volkomen
geoorloofd niet alleen, maar het ligt ook
in den aard der zaak, dat men zich in
zjn oordeel laat leiden door de richting,
die men is toegedaan. De Roomschen
zjn dus geheel in hun recht, als zj te
gen, evenals de liberalen, wanneer zj
vóór de onderwjs - voorstellen stem
men.
Doch wat men nu van de eene zijde
verwacht en van de andere voornemens
is, is wat anders: het is niet, dat men
zich door partjstandpunt late leiden in
zjn oordeel over aanhangige voorstellen,
doch dat men over die voorstellen juist in
strjd daarmee stemmen zal, omdat het
partjbelang meebrengt andere ontwerpen
aangenomen of verworpen te krijgen.
Dit nu is aan de part jpolitiek een in
vloed toekennen, die het geoorloofde ver
re te buiten gaat. Voor zoover zj aan
de linkerzjde wordt toegekend, zal elke
berekening die daarop gebouwd wordt,
ook verkeerd uitkomen. Z j zal stemmen
voor eiken post der Begrooting, die haar
aannemeljk voorkomt, maar zonder
aan een bedenkeljken ruilhandel mee
te doen zich geheel vr j rekenen ten
aanzien van het kiesrechtontwerp, dat
zj, evenals de Begrooting, naar zjn ei
gen inhoud en zjn eigen verdiensten
beoordeelen zal. En als zj meent dat te
moeten verwerpen, zal het niet zjn, om
dat de Minister, die het voorstelde, zjn
eigen vaan ontrouw wordene, Tak's voor
stel op felst bestreed; en als zj tot de
aanneming zal kunnen meewerken, dan
zal het niet zjn, omdat de Minister haar
bj de Begrooting eenige vriendeljke
lonkjes gaf maar dan zal zj in het
eene en in 't andere geval zóo doen, om
dat naar haar inzien 'slands belang dit
van haar eischt.
Anna Paulowna 22 Nov. '95.
Op vrijdag den 29 dezer zal in ons
Nutsdepartemeut optreden, de heer
Henri IVI. DehrHing: van Rot
terdam, met een geheel nieuw programma.
Daar vermoedelijk velen de voordrach
ten van dezen zoo begaafde spreker
wenschen bij te wonen en de zaal betrek
kelijk weinig plaatsruimte aanbiedt, zij
herinnerd, dat toegang hebben leden met
hunne huisgenooten hovende 16 jaren, en
dat voorts kannen worden geïntroduceerd,
vreemdelingen en ook vrouwen tot gezinnen
behoorende waar geene personen zijn, die
als lid kunnen toetreden. Hiervan wordt
kennis gegeven aan den Voorzitter.
In de laatstgehouden ver
gadering van het „Witte kruis" te HEER
HUGOWAARD is gebleken, dat de toestand
der geldmiddelen der vereeniging gunstig
zijn te noemen.Besloten werd,het snelvlieten
de water uit de gemeeDteput bij school no.
2 scheikundig te laten onderzoeken, een
dergelijke put bij school no. 8 te slaan en
in beginsel besloten een nieuwe put bij
school no. 1 te maken.
- Tot Heemraad van den
polder HEER HUGOWAARD is op één
na algemeene stemmen benoemd, de heer
K. K i e f t, in de plaats van wijlen W.
de Groot.
Door het lage water ge-
raakte j. 1. Donderdagmiddag schipper A*
Baars met zijn geladen vaartuig onder
de brug te BURGERBRUG aan den
grond, en eerst des avonds ten ODgeveer
9 ure gelukte hel na vele vergeefscbe po
gingen het vaartnig uit zijn positie te
verlossen en de doorvaart weer te herstel
len. Een aantal vaartuigen waren inmid
dels uit beide richtingen aangekomen en
in hun vaart gestuit. Vrijdag trof een
peensuschuit hetzelfde lot wat den betrok
kene wel veel moeite berokkende, doch
ge n stremming der vaart veroorzaakte.
Eenige uitdiepingen der groote sloot,
weeiszjde van de Burgerbrug, is zeker
voor de schipperij zeer gewenscht.
De gemeente van AMERS
FOORT heeft besloten, dat in nieuw op
te trekken gebouwen het tonnenstelsel voort
aan verplichtend is en er deugdelijk drink
water moet aanwezig zjn,
Dezer dagen sprak voor
de UTRECHTSCHE afdeeling van „De
Dageraad* de heer Stoffel uit DeventerovQT
landnationalisatie Nadat hij uitvoe
rig deze theorie verdedigd had, werd, (vol
gens het verslag van de C o n t r.) aan
het debat o. a. deelgenomen door mr. F.
A. Van Hall, die op practische gronden
den inleider weersprak. Ten slotte ver
klaarde hij zicb bereid duizend H. A.
grond disponibel te Rellen voor hen, die
ze willen hebben, als een bewijs, dat hij
een proefneming als door den heer Stof
fel bedoeld, wil aanmoedigen, en dat kapi
talisten en grootgrondbezitters nog zoo
kwaad niet zijn als wordt voorgesteld.
Een man en vrouw te ROT
TERDAM hadden gisternacht bij afwezig
heid van de bewoonster, met bare toestem
ming hunnen intrek genomen op eene ka
mer in de Wijde Broedersteeg aldaar. Om
streeks 4 uur werden zij wakker en za
gen zij, dat er door de reten van de deur
rook de kamer binnendrong. Bij onder
zoek bleek dat de kamerdeur in brand
stond.Eene met petroleumgedrenkte mat was
daar tegen gelegd en in brand gestoken.
Met eigen middelen blusehten zij het vuur
eu gaven daarna aan de politie kennis
van hunne ontdekking. Aan deze bleek
het, dat men te doeu had met eene wraak
oefening van een vroegcren vrjer van de
bewoonster In de meeniDg verkeerende
dat zij tehuis was, had hij den brand
gesticht, omdat zij thans aan een ander
boven hem de voorkeur gaf. De dader is
bekend.
Rechtszaken.
Een jongen die erg drif tig is
en in zijn drift niet weet wat hij doet,
had zich eergisteren voor de Amsterdamsche
rechtbank voor een ernstig feit te verant
woorden. 't Ventje is 13 jaar oud en
neemt als belangstellend hoorder aan de
behandeling deel. In den avond van 27
Sept. jl. liepen te WEESP een paar werk
sters van de cacaofabriek, op de hielen
gevolgd door een bende kwajongens die
de meisjes allerlei leelijks toevoegden en
haar zelfs dreigden in het gericht te slaan.
Een der meisjes vluchtte daarop in een
gang, maar het besef, dat zij kloek ge
bouwd en de jongens geen reuzen waren,
gaf haar den moed weder naar buiten te
komen. Een van de jongens trad daarop
met uitgestrekte handen op haar toe, zij
maakte een afwerende beweging en wat
er daarna gebeurde weet zij niet. Maar
uit de verklaringen van andere getuigen
blijkt, dat zij een diepe snede in de bui
ging van den linkerarm had bekomen, die
een groote verbloeding en bewusteloosheid
te voorschijn riep. Een van de getuigen
herkent den jeugdigen bekl. als deugene
die op 't meisje toesprong en een van de
jongens buiten eede gehoord be
weert dat hij zijn makker met eeu mes
op het meisje heeft zien lostrekken. Of
echter de jongen al dan niet de waarheid
spreekt, valt heel moeilijk te zeggen. Door
een ander get. wordt nl. verklaard, dat hij
den jongen (get.) heeft hooren zeggen
„ik heb haar een goede snede gegeven*.
De doctor uit Weesp verklaart, dat de
hoofdslagader van den linkerarm van het
meisje was doorgesneden en legt een voor
't karakter van den bekl. gunstige ver
klaring af. Overigens komen de verklarin
gen van de getuigen niet in alle opzichten
met elkander overeen. De zaak schijnt
twijfelachtig.
Jhr. Baud doet opmerken dat de Wees
per straatjeugd niet onder doet voor
ds Amsterdamsche. Is iemand door de
uitdrukking „straatjeugd" gegriefd,
dan mogen de ouders der jongens zich dat
aantrekken, die niet beter op hun kinderen
toezien
De jongens die de hoofdrol sp6eldeD,
zijn de kinderen van een Wethouder en
van een Dominee te Weesp. Avond aan
avond worden de meisjes der fabriek te
Weesp lastig gevallen door een bende
jongens, die zich handtastelijkheden en uit
drukkingen veroorloven, welke lang niet
malsch zijn. Spr. acht het bewijs geleverd,
dat «ie bekl. de snede heeft toegebracht.
Ten aanzien van de straf meende spr. dat
men den jongen niet naar de gevangenis
moest zenden, maar liefst eene boete en
wel van f 200, moest opleggen. Pl. be
treurde 't dat men den jongen op de zit
ing had moeten brengen; betere, d.w.z.,
spoediger en krachtiger berechting op een
eenvoudiger wijze laat de wet niet toe.
De beki. zelf verklaardo dat hij door de
meisjes was aangevallen, dat hij zich ver
weerd had, en dat hij wel kan gestoken
hebbenhij weet het echter niet, want hij
is, zegt hij, zeer driftig en als hij driftig
is weet hij niet wat hij doet.
De verdediger, mr. Bruijn, meent dat
er een dwaling heeft plaats gegrepen en
dat niet zijn cliënt maar een andere jongen
de dader is. Handelsblad
Te LEER (L.) woont een w e-
duwnaar G. R., met drie kinderen, welk
gezin gedeeltelijk door de gemeente onder
honden wordt. De man had plannen ge-
ma kt om te tronwen met eene weduwe
met vier kinderen uit het naburige Kes-
sel, welk gezin eveneens door de gemeente
bedeeld wordt.
De inwoners van Leer schijnen daarme
de geen genoegen te nemen, althans Dins-
dag, den 12en dezer werd in de gemeen
te, hier en daar, aangeplakt dat er 's
avonds ten hoize van R. ketelmuziek zou
gehouden worden. Dit gebeurde, doch het
bleef niet bij muziek. Een welgezeten land
bouwer W. S. voerde persoonlijk eene vol
geladen kar steenen aan, liet met nog een
paar ingezetenen een achttal boerenjongens
goed drinken, waarna deze overgingen tot
plundering van het huis van R.
Het halve dak verdween, gaten werden
in den muur geslagen, deuren en ramen
uitgenomen, verschillende voorwerpen stuk
geslagen, ja een wonder mag het heeten
dat de bewoners er heelhuids zijn afgeko
men, want alleen op den zolder liggen
zeker een halve kar keien.
De Burgemeester die op een goede hon
derd pas daarvandaan woont, is tor plaatse
geweest om de menigte te waarschuwen,
doch verdween dasrna en, naar men zegt,
moet hij den veldwachter met ontslag be
dreigd hebben, zoo hij er zich mede durf
de bemoeien.
Dit zaakje werd zóó stil gehouden, dat
de marechaussee, die in den regel spoedig
op onderzoek is, eerst j.1. Maandag iets
van hoorde.
Dinsdag in den vroegen morgen waren
drie man der brigade Heijthuizen en vijf
man uit Roermond, onder bevel van kapi
tein Alard, reeds te Leer.
Getuigen- en verdachtenverhoor duurde
den geheelen dag, met het gevolg dat van
de acht hoofddaders zeven worden aange
houden de achste was afwezig doch wordt
opgespoord. Bovendien werd gearresteerd
de landbouwer S., hiervoren genoemd, als
medeplichtige.
Zij zijn alle geboeid door de marecbau-
sees uit Roermond naar de gevangenis
overgebracht.
ZUIDSCHARWOUDE. Onze ge
achte geneesheer, de heer dr. C. ten Bosch
gaat deze gemeente metterwoon verlaten,
om zich te "Voorburg, bij den Haag, te
vestigen; terwijl hij hier zal worden ver
vangen door den heer C. Bootlieb Jrarts
Ie Beets.
Te WITTELTE, (ge m, Die ve r)
heeft een vrouw haren man en vijf kin
deren in den steek gelaten om met een
ander naar Amerika te gaan. Zij was
met de schuit naat Meppel vertrokken om
daar boodschappen te gaan doen, waar
voor zij f 60 had meegenomen; maar kwam
niet terug.
Velen in en buiten HAAR
LEMMERMEER kennen de familie Kop-
pes, vroeger landbouwer op Wildenhorst
aan den Slolerweg in den Haarlemmer
meerpolder.
Nadat genoemde familie besloten had,
haar boerenplaats te verkoopen, werd de
2e zoon, oud 19 jaren, het vorige jaar
naar Rumeuië gezonden, en staat thans
aan het hoofd van het landbouwbedrijf van
een der polders, op last van de Rumeen-
sche regeering aan den Donau droogge-
IQ9&kt(
De oudste zoon, oud 21 jaren, staat
sinds jl. voorjaar aan het hoofd van eene
inrichting voor zuivelbereiding, te Qibson
County (N.-Amerika) na te Londen en
Berlijn onderwijs te hebben genoten.
De jongste zoon is op een school voor
zuivelbereiding te Bolsward, en nu heeft
de vader de betrekkiug van chef aanvaard
van eene groote landbouwonderneming bii
Edinburg in Schotland..
Of de leden van dit gezin eikanker ook
wat te vertellen zullen hebben al« zij We-
derkeeren, eu om moeders disch vereénigd
rijn, behoeft wel niet gevraagd te wor-
det* (Meerbode.)