b. Ook in 1896 de opleiding van arbeid in kaasfabrieken. hoefsmeden te bevorderen, door het ver- De bepaling van verbod van zondags- Berlioz, een reus op muzi- leenen eener subsidie aan den cursus, te arbeid van vrouwen, in de arbeidswet kaal gebied, een componist van groot talent verbinden aan de Ambachtschool te Alk- van 5 Mei 1889, is voor de kaasfabrieken en oorspronkelijkheid, was zoo arm, d. Voort te zetten het onderzoeken van het gehalte van lijnkoeken van ver- vrijwel eene onmogelijkheid is, stelde de j blikken van een lange, magere persoonlijk De» duivel» kneelit, GEMENGD NIEUWS. ook in haar kinderen den peest der barm- ■olg rdan moet men beginnen met den eenvoud te betrachtenwant de lust tot weelde doodt de barmhartigheid". waren: gen, belanghebbenden bij den invoer van Een slachter te Höchst aan den Mam, - i a. Ook het volgend jaar het aan- Zwitsersche geiten op te roepen, waaruit had zijn dienstbode vergunning geweigerd, rnrtigneil en urr ie e me goe> g g houden en beschikbaar stellen van uit- zal moeten blijken ol de belangstelling om naar de kermis te gaan. Ten hoogste had opgewtkt. „M^r ZOT spraKjsij^ stekende springstieren te bevorderen. In voldoende is, en eene commissie te be- vertoornd daarover, besloot de meid het afwachting van den door Rijk en Pro- noemen, die in overleg met de heeren kind van den slachter, een jongentje van vincie te verleenen financieelen steun, R. Pisser Lz. en S. Zuurbier den aankoop zes m anden, te vergittigen met zwavel- wenschte het bestuur diligent te blijven zal kunnen bewerkstelligen. zunr. Het kind slikte de vloeistof niet in, en in de a. s. voorjaarsvergadering na- Door den heer C. Kooij Hz., werd in- doch bekwam ernstige brandwonden in den dere voorstellen te doen. geleid de bespreking van den Vrouwen- mond en a3u de kaken. dat maar. C. De proeven met bloembollencul- bepaling tuur in 1896 voort te zetten, echter uit- baar. Bekeuringen ook in dit gewest eene allerhinderlijkste hij allerlei werk, ook het onaangenaamste, .- bepaling. Vrouwenarbeid is daar onmis- gretig tannam. Het meest ging't hem aan't hartdat hij aanhondend bezig moest zijn voor Nieuw Leven. A. W. S. hebben dan ook her haaldelijk plaats. Besprekingen met den minister hebben tot geen resultaat ge leid. Va te hebben aangetoond, dat het sluitend te Callantsoog en te Anna Pau- lowna, daar de grond te Zandwerven voor de bloembollencultuur ongeschikt werd bevonden. weinig geld, terwijl hij grco'er werken had kannen coaiponeereD, als hij daartoe slechts tijd en gelegenheid had gehad. Op een avond, toen hij een van zijn eigen schitte- kaasmakersbedrijf zonder zondagsarbeid rende syanpbonitën dirigeerde, waren de schillende fabrikanten en het publiek heer Kooij namens het bestuur voor, dat maken der uitkomsten daarvan. Derge- de Vereeniging zich tot de Regeering zal lijke onderzoekingen waren vooral ge- wenden met het verzoek, art. 7 der Ar- bleken gewenscht te zijn, omdat tegen- beidswet zoodanig te wijzigen, dat het woordig zoovele soorten van inferieure mogelijk zal worden dat het personeel kwaliteit in den handel worden gebracht, in kaasfabrieken ook op zondag werk- Op voorstel van een der leden werd zaam mag zijn, wat noodzakelijk is om nog bepaald, dat het onderzoek zich niet een goed product te kunnen bereiden. beid niet van hem afgewend. Na afloop door Leo Tolstoi. In oude tijden leefde een goede, rijke man. Vele knechten lijfeigenen dienden hem, roemend hun edelen heer. Zij zeiden Daar is onder den hemel geen beter meester dan de onze. Hij voedt en kleedt ons goed, verdeelt den arbeid naar ozze krachten, geen onzer krenkt hij met een woord, hij is niet als die velen anderen, die hun knechten behandelen erger dan het vee des velds, schuld en onschuld straffen en niemand een goed woord gun nen. Onze heer wenscht ons liet goede, van uitsluitend tot lijnkoeken zal bepalen, doch zoo mogelijk ook zal worden uit gestrekt tot ander in den handel ge bracht krachtvoeder. e. Een wedstrijd voor ploegers te houden, en daardoor de arbeiders aan te sporen, zich verder te bekwamen in de behandeling der verschillende soorten van ploegen. I. De noodige stappen te doen om te komen tot het houden eener proef ten aanzien van den invloed van ver schillende bij de kaasbereidingge bruikelijke toevoegsels op de hoe danigheid en hoeveelheid der kaas, daar de bekende middelen, om het zuivel te doen rijzen als: zure wei, portel, en, vooral in den laatsten tijd, lange wei, vaak eene uitwerking hadden geheel te genovergesteld aan die, welke men daar van verwachtte. Of dergelijke schadelijke werking hare oorzaak vond in het melk zuur of eene bactereologische quaestie was, was eene open vraag. g. Zwitsersche geiten in te voeren. Deze geiten worden voor beste melk- geefsters gehouden. Een melkopbrengst van 500 liter per geit per jaar, mag niet te hoog genoemd worden en de inleider meende te mogen verwachten dat zij hier te lande wel zullen tieren. Het aantal geitenhouders ten onzent, in 1883 slechts 37 op de 1000 inwoners, zou toene men, wanneer de Vereeniging eens ging wijzen op de beduidende melkopbrengst en op de heilzame bestanddeelen der melk voor kinderen en zwakken. Die toena me van het aantal fokkers zou zijn in het belang van ambachts- en werklieden en van vele kleine burgers. Van den heer dr. Mulderoud-redacteur van het Landbouw-weekblad, was over deze zaak een schrijven ontvangen, waarin het on dersteunen eener geiten-vereeniging en het oprichten van geitebok-stations zeer werd aanbevolen. Naar aanleiding eener opmerking, dat vroeger aangewende pogingen tot in voering van Zwitsersche geiten zijn afge stuit op de hooge kosten, werd medege deeld dat de kosten met inbegrip van vracht en verdere onkosten f36 per geit zullen beloopen. Besloten werd, het bestuur te machti- Breebaart Kz., lid Door den heer J der Eerste Kamer, werd medegedeeld, wat in dat Staatscollege door hem was gedaan te dezer zake, doch vruchteloos, t poneeren van daar de minister van Waterstaat niet genegen is de begeerde wetswijziging tot stand te brengen. Door den heer L. 1. Groneman werd gewezen op de treurige ervaringen, wel ke voor betrokken, personen uit de wer king der thans bestaande wet voortvloei en. Het bestuur werd gemachtigd, stappen te doen, ten einde de begeerde wetswij ziging te verkrijgen. Met betrekking tot de door het bestuur gestelde vraagHoe zal de Vereeniging haar Vijfentwintig-jarig bestaan herden ken Werd het bestuur door de vergad. gemachtigd, een plan te beramen en dat in de a.s. voorjaarsvergad. ter tafel te brengen. Een woord van dank werd door voorz. gebracht aan de aftredende bestuursleden, de heeren K. Breebaart JzP. Buis Jz. en S. Zuurbiervoor al wat zij in het be lang der vereen, hadden gedaau. Naar aanleiding van den twijfel, in de vorige vergadering door den hr.dr. ten Bosch geopperd omtrent de onschadelijkheid van tuberculine - inspuitingen bij rundvee, deelt de heer Billrolh mede, dat op het veeartsenijkundig congres, dezen zomer te Bern gehouden, is erkend, dat tuber culine moet worden beschouwd als een uitstekend middel ter onderkenning van tuberculose en daarbij geheel onschade lijk is in de toepassing. Door den heer R. Pisser Lzwerd met het oog op een eventuecele ten toonstelling bij gelegenheid der herden king van het 25-jarig bestaan der ver een., medegedeeld, dat de 3 importeurs van Lincoln-rammon bereid waren, f 100. beschikbaar te stellen voor de uitloving van premiën aan afstammelingen van dat ras. Tijdens de vergadering werden 13 nieuwe leden aangegeven. z doet ons het goede en zegt ons het goede, 't concert kwam de onbekende op I N beter leven hebben, orkest, knielde neder en kuste Berlioz de Zoo%oemdftn de kJüec,(8 hünnen heer. handen Het was Pagamm, de groote vi- Eq den duiyel d het dat die knechts o Den, 'olge"d/n dag zondh.j Berl.oz en jn han|;en leef. een wissel ten bedrage van 20000 francs h maakt? der als een klem bewijs van holde, gebracht k||('cht.J die A,eb heettg fn beva] aan zijn gMU. Met dit geld was N >de Berlioz voorloopig uit de verlegen- Eei)? heid gered en kon hij zeven maanden I achtereen rustig doorbrengen inet het com- zijn beroemdste symphonie Romeo en Julia". Aan de edelmoedigheid van den eenen kunstenaar had de ander het te danken, dat hij gelegenheid had het beste werk dat hij ooit gemaakt heeft, te componeeren. Purée van aardappelen met ham. Maak een aardappelen-purée, doe er stukjes gebraden ham door, doe purée in ten schoteltje, tevochtig ze met gesmolten boter, strooi er beschuitkruimels op en bak dit, totdat het een l ruinen korst heeft. Wraak van eec dienstbo- de. niet omkeeren wilt. Sta slechts stil! Onzic, gij zijt niet le zwaar! Wanneer het daarop aankomt, dan kan ik jelui alle vier tegelijk er wel overdragen. Opgepast Mariam Sla je armen om mijn hals! Zoo! Vooruit." Marian lag in zijne urmen zooals Angel het gezegd had, en deze trok met haar af. Zq verdwenen om den hoek van den weg en slechts hol plassen van zijne schreden ia het water en de baoden van Marian'e hoed verrieden, waar zy waren. Izz Huett was de volgende. Daar komt hij," mompelde zij en aan de toon harer stem was het te hooren, dat hare lippen droog Van opgewondenheid wa ren. „En nu zal ik mijne armen om zijn bals slaan en hem aanzien, zooals Mariau het gedaan heelt." „Dat zal je toch niet veel helpen," zeide Tesz snel. „Alles op zyn tijd!" ging Izz nadenkend voort. „Soms omarmt men zelf en soms laat men zich ombelzen! Ik zal het nu doen." „Dat spreekt als een Doek, Izz." „Ja, ik heb mijn tijd nattig besteed en luisterde in de kerk scherp toe.' Angel Clare naderde nu nummer twee. Rustig en droomerig legde Izz hare armen om zyn hals en kalmpjes stapte Angel met haar voort. Toen men hooren kon, dat bij I >e beste vreugde. Een jong meisje, zeer vermogend en in de eerste kringen der stad verkeerend, was de bruid. Zij had haar hand en hart ge schonken aan een jong mensch nit den zelfden stand, maar die zijn grld en tijd besteedde om minder-bedeelden, vooral hen, die betere degen gekend haddeD, te steunen. Geen wonder, dat op den recep tiedag nu menschen kwamen, die anders bij de ouders dezer bruid geen toegang hadden. Een speelnootje maakte haar daarop op merkzaam. (,0/ sprak de bruid, *gij zult ze ook aan den bruiloftsdisch ont moeten. Ik ben vast van plan, aan he» werk van mijn echtgenoot deel te nemen, zijn vrienden zullen ook de mijne zijn daarom heb ik mijn ouders reeds overge haald hen in onze vreugde te doen dee- len.' Hoeveel meer gelukkige huwelijken zou den er zijn, als jonge vrouwrjes niet alleen uitspanningen, rijkdom en eer verwachtten in haar echt, maar ook de plichteD, die er uit voortvloeien, van den aanvaDg af met liefde en ijver vervullen wildon. Ge lukkig zijn er zoo. Maar moge hun ge tal voortdurend grooter worden Wij zouden hierbij nog herinneren kunnen aan het voorbeeld van een reeds bejaarde vrouw, die, aan het einde haars levens gekomen, verklaarde, dat de heerlijk ste dagen van haar langdurig leven altoos die geweest waren, waarop zij niet alleen zelve daden van liefde had verricht, maar knechten op te ruien, toen weder alle dienaars hunnen heer loofden, verhief Aleb zijn stem en sprak Waarom praalt gij, bro°d-rs, met de goedheid van onzen heer P Zrifs de dnivel zou goed zijn als men hem diende zooals wij onzen heer dienenWenscht onzen heer iets, wij doen het, wij raden zijne gedachten. Waarom zou hij dan niet goed ziju Verandert eens nw gedrag, doet uw werk eens slecht, Iet erop, hij zd zijne boosheid tegenover uw boosheid over- stellen en hy zal erger zijn dan de ergste meesters De aDdere knechten ontkenden dit lui de, zij w<dden met Aleb, dat het tegen deel gebeuren zou en Aleb nam de we Iden- schap aan. Hij zou zijn goeden heer boos maken, zei hij, en men mocht hem zijn feestkleed ontnemen, als hem dit niet ge lukte. Gebeurde liet tegendeel dan zou den alle auderen hem hun feestkleed ge- veD, doch zij moesten beloven dat, als men hem in boeien wilde slaan, zij zich daattogen als één man verzetten zouden. Aleb bloofde r6eds den volgenden morgen zijn weddenschap te winnen. Aleb was hoeder der schapen en on der die schapen was een mooi, wit dier, des meesters lievelingsschaip. Toen nu den anderen morgen de goede heer met gassen buitenkwam en zijn kost baar wit dier toonen wilde, wenkte des duivels knecht zijne makkers: tflet op, ik ga onzen meester boos maken." Alle knechten stonden voor de deur en zagen toe; hoog in een boom zat de duivel, ook hij keek naar zijn knecht. De heer ging met. zijn gasten in de kudde, toonde hun zijn schapen en lammeren en wilde hun ten slotte zijn besten hamel wijzen. Alle deze hameleD zijn mooi, zei hij, maar die daar met de gedraaide horens, geef ik niet voor goud; hij is mij liever dan mijn oogen. Verschrikt door de vele menschen ging de kudde op de vlucht, zoodat de gasten den kostbaren hamel niet konden zien. Er kwam rust, het mooie dier stond afgezonderd, doch nu joeg des duivels knecht de dieren weer door elkuuder en weder konden de gasten niet onderschei den, welke der dieren de kostbare hamel was. voor de derde maal terug kwam, kon men Retty onder het kloppen van haar bart zien beven. Hij stapte op bet roodharige meisje toe en terwyl bij haar omvatte, zag hij Tesz aan. Zijne lippen hadden niet duidelijker kun- ren zeggen: „Nu zal ik jou spoedig aan mijn bart dmkken.* Haar gelaat bewees, dat zjj hem verstaan bad; tij kon niet anders. De arme, kleine Retty iraekte, olscloonin gewicht de lichtste, bet Clare nog bet meest lastig Marien was sis een rak zout overge- toist, een dood gewicht san plcmpbeid. Izt had rustig en zalig in zijne aimen gelegen. Retty was echter onrustig en ongedurig vsn opgewondenbeid. Hij kwam toch over met het onrustig creatuur, zette baar neder en kwam tciog Tesz kon over de heg boven cp de bank hare gezelirnen ratwkeurig tien staan. Nu kwam de beurt aan kaar. Zij was verdrie tig, te ontdekken, dat tjjne tadetirg ook in haar bitnetste eigcnt-aid'ge trillingen te weeg bracht en uit vr.es, ticb te tullen veirtder, teckt zi; naar een nitweg. „Ik Lan bier heel goed den kant .'arga loc- pen," zeide zij, „ik kan er beter tegen dan de anderen. Gij sijt toch zeker al reeds moe de, mijnheer Clare*. „Neen, neen Tesz I' antwoordde hy vlug; en eer zij er op verdacht was, zat zij reeds op zyn arm. Drie Lea's eer dat ik Rachel heb", flui sterde bjj. „Zij zijn beter dan ik I" antwoordde zij grootmoedig. „Voor mij niot." Hij gevoelde, hoe zij gloeide en zwijgend gingen zij et nige schreden verder. „Ik hoop, dat ik u niet te zwaar ben zeide zy schuchter. „O neen I Gij zijt geen Marian I Znlk eeu klomp I Gij zijt als een zwevende vogel, hoog in het luchtruim zich verhef fende en zijn wit dons gelijkt bet mouselin, dat u omhult." „Het zou zeer aardig zyn wanneer het u werkelijk zoo toescheen 1* „Begrijpt go dan niet, dat ik drievierden van dezen arbeid op mij genomen beb om het vierde vierendeel ook te mogen ver richten „Neen I* „Ik had zulk een gelukkige gebeurtenis mij niet durven droomen." „Zeker het water is zeer spoedig ge rezen.' s:reaen, maar te zwak Hare versnelde ademhaling bewees kern gevolgen waren niet nitgebleveo. genae oogen tot hem op en Tesz ri<*d, dat zij over haar gesproken hadden. Hij zeide tiaar snel goedeDd&g en plaste het overstroomde eind weder door. De vier gingen als voorheen, totdat Marian het zwijgen verbrak, terwijl zij zeide „Neen, waarachtig waar, tegenover u heb ben wij toch geen knus. Bedroefd zag Tesz baar aan. „Wat meent go!" vroeg zj. „Dat hij n het liefste Tijden mag, verre weg het liefste l Wij konden het zien, toen bij u overdroeg. Hij zou u gekust hebben, wanneer gij hem hadt aangemoedigd." „Neen, neen,* antwoordde Tesz. Da vroolijkheid waarmede zij uitgegaan was, was verloren gegaan, maar vijandschap of kwalijk nemen was er het gevolg niet van. Het waren grootmoedige jongs hartenzij waren in landelijke, eenzame boeken opge- I groeid, en in hare eenvoudigheid waren zij niet boos op Tesz en nog minder dach ten zij er aan, haar een beentje te lich ten. Tesz gevo lde zich zeer ongelukkig. Zij kon het zicb niet meer verhelen, dat zij Angel lief bad, dat ook de anderen aan hem hare harten hadden verloren. Liefde is aan stekelijk, vooral bij jonge meisjes. Hare eerlijke Datonr had tegen hare neigitig ge streden, maar te zwaken de natuurlijke echter, dat zij hem heel duidelijk begrepen bad. Clare stond stil en boog baar ge'aat tot hem over. „O Tesz l" riep bij uit. Ce wangen van het meisje brandden on der het vuur van zyn adem, en nit opge wonden! eid kon zij kern niet in de cogen zien. Het viel Angel in, dat het niet recht eerHk ion rijn, em voordeel vtD dene po sitie le trekken; bij liet baar dus verder ongemoeid. Een beslissend lieldewooid was tot nog toe niet over bur-ne lippen geko men en teinggetiokkenheid scheen betden cp dit gebied zeer gewenscht. Bij ging des het verdere gedeelte vsn den weg lang zaam langs, om het roo lsrg mogelijk te deen duren; schielijk kwamen zjj evenwel van „Ik sta u nooit in den weg, geen enkele van n," verklaarde Tesz 'savonds op de slaapkamer, terwijl baar de tranen over de wangen rolden. „Ik kan er niets aan ver anderen. Ik geloof niet, dat bij er aan denkt, te gaan tronwen; maar zelfs wan neer hij mij vraagt, ik zon hem n oeten af wijzen, evenals eiken anderen msn.' „O, zondt gij dat doen Maar waarom toch f* vroeg Retiy verwonderd. „Ik kan het u niet zeggen. Maar ik zal eerlijk rijn. Zelfs wanneer ik mij niet in nw weg plaAts, zal bij geene van u ne men. „Ik heb bet nooit verwacht nooit daaraan gedacht 1" zuchtte Retly. „Maar ach ik won dat ik dood was." Het arme, dooreen angstig gevoel gekwelde de andere drie. Het kind, dat nauwelijks dat gevoel zelf begreep, wa» spoedig bereikt wetdde zich tot de beide andere meisjes, die van in hi t gericht drege van den weg r_B_ en a&rneletd liet Clare Tesz nit zijne armin juist waren verschenen. 'iptD- 1 „We zullen weder vertrouwelijk met haar Hare WicidimKH zagen met giooievra- omgaan,* zeide Retiy tot de beide anderen. „Zij d-mkt er evenmin aan, dat bij haar ne men zal, als wij voor ons het doen." „Ik zal er mij niet langer over bezorgd maken, wat ik nu te doen heb*, zeide Ma rian met haar diepste basstem. „Ik zon eeD melkboer in Stickieford getrouwd hebben, die al reeds tweemaal om mij geweest is. Maar bij mijn ziel, ik non liever dood, dan nu zijn vrouw zijn. Waarom zegjjj niets, Izz.' „Om de waarheid getrouw te blijven," mompelde Izz, „zoo bad ik zeker gedacht, dat bij mij van daag kussen zou, toen hij mij in zijn armen hield; stil lag ik aan zyn borsthopend en hopend, maar hij deed bet niet. Ik mag hier in Talbothays niet langer blijven. Ik ga naar buis." Zij kleedden zich uit en gingen te bed en wierpen zich daarop heen en weder, terwyl beneden regelmatig de druppels van do kaas pers afdropen. Zijt ge nog wakker, Tesz?" fluisterde een balt uur later een stem. Het was die Izz Huett. Tesz antwoordde bevestigend; dadelijk werden bij Retty en Marian de dekens op geslagen en klonk het zuchtend; „Wj ookl" „Ik zou wel willen weten, hoe zij er uit ziet, die dame die zijne familie voor hem moet hebbea bestemd.* „Ik ook!" „Een dame voor hem bestemd?" zeide Tesz opspringend met verstikte stem. „Ik heb daar nooit van gehoord.* „O ja, men fluistert er over eene jon ge dame nit zijn stand, door zyn eigen fa- mil'e uitgekozen de dochter van een dokter van Emminster. Men zegt, dat hij niet veel om haar geeft. Maar het is zeker, dat hij baar trouwen zal.* Zij hadden nog zeer weinig gehoord, maar genoeg om in het stille van den n?cht daaraan smartelijke gesprekken vast te kooo- pen. Zy stelden zich alle bijzonderheden voor, het geluk der bruid, haar kleed en baar sloier, haar tbuis, in het welke zij zalig en al leen met hem zou leven, wanneer bij de meisjes hier reeds lang vergeten zon hebben; zoo onderhielden zij zich en zachtten en weenden totdat de slaap haar hare treurig heid d-.ed vergoten. WORDT VERVOLGD. Toen sprakde heer tot Aleb: Aieb, lieve vriend, wees toch voor zichtig, och neem den hamel inst de ge draaide horens en breng hem lot mij. Nauwelijks had de hoer deze woorden gesproken of Aleb sprong als een leeuw midden in de kudde, hij greep het edele dier in de wol, pakte het toen bij den linkervoorpoot en sloeg het de hoogte in, dat de beenderen kraakten; de hamel snik te en kreuude van pijn en zonk op de knieën; hij had zijn poot gebroken. De gas ten en ook de knechts schreeuwden het nit en de duivel had een helsch plezier, tnen hij zag hoe kloek zijn knecht Aleb was. Er streek een wolk neer over het ge laat van den lieer, hij liet het hoofd han gen en sprak geen woord. Ook de gasten en de knechts zwegen nu, zij wachtten wat komen zon. De heer zweeg nog altoos, plotseling echter, als wilde hij een last van zich werpen, hief hij het hoofd op en zag naar den iieven blauwen hemel. Mild lachend zag hij toen weder Aleb aan en sprak: O Aleb, Aleb! Uw heer gebood u mij te grieven, mijn heer echter is mach tiger dan de uwe, gij hebt mij niet ge griefd, doch ik zal uwen heer grieven. Weet dan Aleb, dat gij geen strat van mij ontvangen znlt gij wildet misschien vrij zijn; hier in tegenwoordigheid van alle gasten geef ik n uwe vrijheid. Ga in vrede en neem uw feestkleed mede. En de goede heer ging met zijn gasten in hnis. De dnivel knarste de tanden, stortte zich van den boom en verzonk ii\ de diepte. Letlerk. Bijvoegsel De beroemde dr. Hei m werd bij een dame ontboden, die wegens haar hoogmoed bekend was. Bij 't bin nenkomen vroeg hij heel vriendelijk Nu, boe gaat 't, lieve mevrouw Mijnheer, antwoordde zij, ik ben gravinO, dat spijt me, hernam de dokter, maar van die ziekte kan 'k u niet genezen. Te Parijs is een 85—j a r i g e dame gestorven, die al baar geld, 600000 frs., aan haar beide dienstboden vermaakte; de een was 20, de ander 18 jaar bij haar in dienst geweest. VERZUCHTING. Ach, wanneet zal vrede op aard, Eens alom het licht doen dagen, Dat een schooner morgen spelt, En de mensch alleen gewagen "Van de hoogste liefdeleer Ach, wanneer Ach, wanneer zal men den drank, Die daar moordt zoo vele mannen, Die gemoed en lichaam sloopt, Uit de samenleving bannen P "Wanneer schenkt hem niemand meer? Ach, wanneer? Acb, wanneer zal blij de mensch, 's Levens heerlijkbeên genieten, Z inder zeltzncht, wrok en nijd, Zonder and'ren te verdrieten Met het ware en goede als leer, Ach, wanneer Ach, wanneer zal lasterzucht, Menschenhaat en logen kwijnen Wanneer zal alom op aard, 't Heerlijk licht der rede schijnen; Drukt geen duister ons meer neer; Ach, wanneer Acb, wanneer? Hoe weemoedvol Klinkt die som'bre vraag in 't leven, Telkens lnider, droever nog Wie zal ons het antwoord geven Moedig maar, door hoop gesterkt, Voortgewerkt W. M. Tz. Depetroleumstrijd.' Het is niet onbelangrijk, kennis te ne men van eene ciiculaire, welke door de bekende groote Antwerpsche firma H. Rieth Co. dezer dagen is verspreid en die een helder kijkje geeft op de ielheid waarmede de strijd tusschen Amerikaan- sche en Russische petroleum wordt gevoerd. De circulaire bevat aan den eenen kant eene afdruk var. een rondschrijven der Duisburgsche firma F. Faber. Daarin wordt gezegd dat deze firma (die agent is der Deulsch-Amerikaansche Petro- leum-Gezellschaftm den laatsten tijd van verschillende klanten (wederverkoopers) klachten heeft ontvangen, die ongetwijfeld daaraan moeten worden toegeschreven, dat die klanten niet alleen Amerikaansche maar ook Russische petroleum kochten en die soorten bij ongeluk vermengden, waardoor (volgens de firma Faber) de A- merikaansche petroleum zou lijden. Bij gevolg eischte de tirma dat bedoelde klan ten in 't vervolg alléén Amerikaansche pe troleum in den handel zouden brengen. Aan de andere zijde nu slaat een ant woord op dit rondschrijven aan de firma Faber, van de firma Rieth. Daarin wordt gezegd dat de D. A. P. G. geen of weinig Pennsylvanische petro leum meer heeft en in alie gevalle zelve bekend heeft, dat zij in de toekomst slechts de inferieure Lima-olie zal kannen importeeren. Waarschijnlijk zijn dus, zegt de firma Rieth, de klachten uwer klaDten het ge volg van Lima-olie en die poogt gij af te schuiven op de Russische petroleum. Dat moest gij toch niet doen, want onze Rus sische petroleum is het eenige product waar mede gij uwe Amerikaansche kunt verbe teren! Yoor het publiek, dat altijd door con currentie het best wordt gediend, is deze vinrige strijd belangrijk. Snelpersdruk van J. "Winkel te Behagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 6