b. Ook in 1896 de opleiding van arbeid in kaasfabrieken.
hoefsmeden te bevorderen, door het ver- De bepaling van verbod van zondags- Berlioz, een reus op muzi-
leenen eener subsidie aan den cursus, te arbeid van vrouwen, in de arbeidswet kaal gebied, een componist van groot talent
verbinden aan de Ambachtschool te Alk- van 5 Mei 1889, is voor de kaasfabrieken en oorspronkelijkheid, was zoo arm,
d. Voort te zetten het onderzoeken
van het gehalte van lijnkoeken van ver- vrijwel eene onmogelijkheid is, stelde de j blikken van een lange, magere persoonlijk
De» duivel» kneelit,
GEMENGD NIEUWS.
ook in haar kinderen den peest der barm-
■olg
rdan moet men beginnen met den eenvoud
te betrachtenwant de lust tot weelde
doodt de barmhartigheid".
waren: gen, belanghebbenden bij den invoer van Een slachter te Höchst aan den Mam, - i
a. Ook het volgend jaar het aan- Zwitsersche geiten op te roepen, waaruit had zijn dienstbode vergunning geweigerd, rnrtigneil en urr ie e me goe> g g
houden en beschikbaar stellen van uit- zal moeten blijken ol de belangstelling om naar de kermis te gaan. Ten hoogste had opgewtkt. „M^r ZOT spraKjsij^
stekende springstieren te bevorderen. In voldoende is, en eene commissie te be- vertoornd daarover, besloot de meid het
afwachting van den door Rijk en Pro- noemen, die in overleg met de heeren kind van den slachter, een jongentje van
vincie te verleenen financieelen steun, R. Pisser Lz. en S. Zuurbier den aankoop zes m anden, te vergittigen met zwavel-
wenschte het bestuur diligent te blijven zal kunnen bewerkstelligen. zunr. Het kind slikte de vloeistof niet in,
en in de a. s. voorjaarsvergadering na- Door den heer C. Kooij Hz., werd in- doch bekwam ernstige brandwonden in den
dere voorstellen te doen. geleid de bespreking van den Vrouwen- mond en a3u de kaken.
dat
maar.
C. De proeven met bloembollencul- bepaling
tuur in 1896 voort te zetten, echter uit- baar. Bekeuringen
ook in dit gewest eene allerhinderlijkste hij allerlei werk, ook het onaangenaamste,
.- bepaling. Vrouwenarbeid is daar onmis- gretig tannam. Het meest ging't hem aan't
hartdat hij aanhondend bezig moest zijn voor
Nieuw Leven.
A. W. S.
hebben dan ook her
haaldelijk plaats. Besprekingen met den
minister hebben tot geen resultaat ge
leid.
Va te hebben aangetoond, dat het
sluitend te Callantsoog en te Anna Pau-
lowna, daar de grond te Zandwerven
voor de bloembollencultuur ongeschikt
werd bevonden.
weinig geld, terwijl hij grco'er werken had
kannen coaiponeereD, als hij daartoe slechts
tijd en gelegenheid had gehad. Op een
avond, toen hij een van zijn eigen schitte-
kaasmakersbedrijf zonder zondagsarbeid rende syanpbonitën dirigeerde, waren de
schillende fabrikanten en het publiek heer Kooij namens het bestuur voor, dat
maken der uitkomsten daarvan. Derge- de Vereeniging zich tot de Regeering zal
lijke onderzoekingen waren vooral ge- wenden met het verzoek, art. 7 der Ar-
bleken gewenscht te zijn, omdat tegen- beidswet zoodanig te wijzigen, dat het
woordig zoovele soorten van inferieure mogelijk zal worden dat het personeel
kwaliteit in den handel worden gebracht, in kaasfabrieken ook op zondag werk-
Op voorstel van een der leden werd zaam mag zijn, wat noodzakelijk is om
nog bepaald, dat het onderzoek zich niet een goed product te kunnen bereiden.
beid niet van hem afgewend. Na afloop
door Leo Tolstoi.
In oude tijden leefde een goede, rijke
man. Vele knechten lijfeigenen
dienden hem, roemend hun edelen heer.
Zij zeiden
Daar is onder den hemel geen beter
meester dan de onze. Hij voedt en kleedt
ons goed, verdeelt den arbeid naar ozze
krachten, geen onzer krenkt hij met een
woord, hij is niet als die velen anderen,
die hun knechten behandelen erger dan
het vee des velds, schuld en onschuld
straffen en niemand een goed woord gun
nen. Onze heer wenscht ons liet goede,
van
uitsluitend tot lijnkoeken zal bepalen,
doch zoo mogelijk ook zal worden uit
gestrekt tot ander in den handel ge
bracht krachtvoeder.
e. Een wedstrijd voor ploegers te
houden, en daardoor de arbeiders aan te
sporen, zich verder te bekwamen in de
behandeling der verschillende soorten van
ploegen.
I. De noodige stappen te doen om
te komen tot het houden eener proef
ten aanzien van den invloed van ver
schillende bij de kaasbereidingge
bruikelijke toevoegsels op de hoe
danigheid en hoeveelheid der kaas, daar
de bekende middelen, om het zuivel te
doen rijzen als: zure wei, portel, en,
vooral in den laatsten tijd, lange wei,
vaak eene uitwerking hadden geheel te
genovergesteld aan die, welke men daar
van verwachtte. Of dergelijke schadelijke
werking hare oorzaak vond in het melk
zuur of eene bactereologische quaestie
was, was eene open vraag.
g. Zwitsersche geiten in te voeren.
Deze geiten worden voor beste melk-
geefsters gehouden. Een melkopbrengst
van 500 liter per geit per jaar, mag niet
te hoog genoemd worden en de inleider
meende te mogen verwachten dat zij
hier te lande wel zullen tieren. Het
aantal geitenhouders ten onzent, in 1883
slechts 37 op de 1000 inwoners, zou toene
men, wanneer de Vereeniging eens ging
wijzen op de beduidende melkopbrengst en
op de heilzame bestanddeelen der melk
voor kinderen en zwakken. Die toena
me van het aantal fokkers zou zijn in
het belang van ambachts- en werklieden
en van vele kleine burgers. Van den
heer dr. Mulderoud-redacteur van het
Landbouw-weekblad, was over deze zaak
een schrijven ontvangen, waarin het on
dersteunen eener geiten-vereeniging en
het oprichten van geitebok-stations zeer
werd aanbevolen.
Naar aanleiding eener opmerking,
dat vroeger aangewende pogingen tot in
voering van Zwitsersche geiten zijn afge
stuit op de hooge kosten, werd medege
deeld dat de kosten met inbegrip van
vracht en verdere onkosten f36 per geit
zullen beloopen.
Besloten werd, het bestuur te machti-
Breebaart Kz., lid
Door den heer J
der Eerste Kamer, werd medegedeeld,
wat in dat Staatscollege door hem was
gedaan te dezer zake, doch vruchteloos, t poneeren van
daar de minister van Waterstaat niet
genegen is de begeerde wetswijziging
tot stand te brengen.
Door den heer L. 1. Groneman werd
gewezen op de treurige ervaringen, wel
ke voor betrokken, personen uit de wer
king der thans bestaande wet voortvloei
en.
Het bestuur werd gemachtigd, stappen
te doen, ten einde de begeerde wetswij
ziging te verkrijgen.
Met betrekking tot de door het bestuur
gestelde vraagHoe zal de Vereeniging
haar Vijfentwintig-jarig bestaan herden
ken Werd het bestuur door de vergad.
gemachtigd, een plan te beramen en dat
in de a.s. voorjaarsvergad. ter tafel te
brengen.
Een woord van dank werd door voorz.
gebracht aan de aftredende bestuursleden,
de heeren K. Breebaart JzP. Buis Jz.
en S. Zuurbiervoor al wat zij in het be
lang der vereen, hadden gedaau.
Naar aanleiding van den twijfel, in de
vorige vergadering door den hr.dr. ten Bosch
geopperd omtrent de onschadelijkheid van
tuberculine - inspuitingen bij rundvee,
deelt de heer Billrolh mede, dat op het
veeartsenijkundig congres, dezen zomer
te Bern gehouden, is erkend, dat tuber
culine moet worden beschouwd als een
uitstekend middel ter onderkenning van
tuberculose en daarbij geheel onschade
lijk is in de toepassing.
Door den heer R. Pisser Lzwerd
met het oog op een eventuecele ten
toonstelling bij gelegenheid der herden
king van het 25-jarig bestaan der ver
een., medegedeeld, dat de 3 importeurs van
Lincoln-rammon bereid waren, f 100.
beschikbaar te stellen voor de uitloving
van premiën aan afstammelingen van dat
ras.
Tijdens de vergadering werden 13
nieuwe leden aangegeven.
z doet ons het goede en zegt ons het goede,
't concert kwam de onbekende op I N beter leven hebben,
orkest, knielde neder en kuste Berlioz de Zoo%oemdftn de kJüec,(8 hünnen heer.
handen Het was Pagamm, de groote vi- Eq den duiyel d het dat die knechts
o Den, 'olge"d/n dag zondh.j Berl.oz en jn han|;en leef.
een wissel ten bedrage van 20000 francs h maakt? der
als een klem bewijs van holde, gebracht k||('cht.J die A,eb heettg fn beva]
aan zijn gMU. Met dit geld was N >de
Berlioz voorloopig uit de verlegen- Eei)?
heid gered en kon hij zeven maanden I
achtereen rustig doorbrengen inet het com-
zijn beroemdste symphonie
Romeo en Julia". Aan de edelmoedigheid
van den eenen kunstenaar had de ander
het te danken, dat hij gelegenheid had het
beste werk dat hij ooit gemaakt heeft, te
componeeren.
Purée van aardappelen
met ham.
Maak een aardappelen-purée, doe er
stukjes gebraden ham door, doe purée in
ten schoteltje, tevochtig ze met gesmolten
boter, strooi er beschuitkruimels op en bak
dit, totdat het een l ruinen korst heeft.
Wraak van eec dienstbo-
de.
niet omkeeren wilt. Sta slechts stil! Onzic,
gij zijt niet le zwaar! Wanneer het daarop
aankomt, dan kan ik jelui alle vier tegelijk
er wel overdragen. Opgepast Mariam Sla je
armen om mijn hals! Zoo! Vooruit."
Marian lag in zijne urmen zooals Angel het
gezegd had, en deze trok met haar af. Zq
verdwenen om den hoek van den weg en slechts
hol plassen van zijne schreden ia het water
en de baoden van Marian'e hoed verrieden,
waar zy waren. Izz Huett was de volgende.
Daar komt hij," mompelde zij en aan
de toon harer stem was het te hooren, dat
hare lippen droog Van opgewondenheid wa
ren. „En nu zal ik mijne armen om zijn
bals slaan en hem aanzien, zooals Mariau het
gedaan heelt."
„Dat zal je toch niet veel helpen," zeide
Tesz snel.
„Alles op zyn tijd!" ging Izz nadenkend
voort. „Soms omarmt men zelf en soms laat
men zich ombelzen! Ik zal het nu doen."
„Dat spreekt als een Doek, Izz."
„Ja, ik heb mijn tijd nattig besteed en
luisterde in de kerk scherp toe.'
Angel Clare naderde nu nummer twee.
Rustig en droomerig legde Izz hare armen
om zyn hals en kalmpjes stapte Angel met
haar voort. Toen men hooren kon, dat bij
I >e beste vreugde.
Een jong meisje, zeer vermogend en in
de eerste kringen der stad verkeerend, was
de bruid. Zij had haar hand en hart ge
schonken aan een jong mensch nit den
zelfden stand, maar die zijn grld en tijd
besteedde om minder-bedeelden, vooral
hen, die betere degen gekend haddeD, te
steunen. Geen wonder, dat op den recep
tiedag nu menschen kwamen, die anders
bij de ouders dezer bruid geen toegang
hadden.
Een speelnootje maakte haar daarop op
merkzaam. (,0/ sprak de bruid, *gij
zult ze ook aan den bruiloftsdisch ont
moeten. Ik ben vast van plan, aan he»
werk van mijn echtgenoot deel te nemen,
zijn vrienden zullen ook de mijne zijn
daarom heb ik mijn ouders reeds overge
haald hen in onze vreugde te doen dee-
len.'
Hoeveel meer gelukkige huwelijken zou
den er zijn, als jonge vrouwrjes niet alleen
uitspanningen, rijkdom en eer verwachtten
in haar echt, maar ook de plichteD, die
er uit voortvloeien, van den aanvaDg af
met liefde en ijver vervullen wildon. Ge
lukkig zijn er zoo. Maar moge hun ge
tal voortdurend grooter worden
Wij zouden hierbij nog herinneren
kunnen aan het voorbeeld van een reeds
bejaarde vrouw, die, aan het einde haars
levens gekomen, verklaarde, dat de heerlijk
ste dagen van haar langdurig leven altoos
die geweest waren, waarop zij niet alleen
zelve daden van liefde had verricht, maar
knechten op te ruien,
toen weder alle dienaars hunnen
heer loofden, verhief Aleb zijn stem en
sprak
Waarom praalt gij, bro°d-rs, met de
goedheid van onzen heer P Zrifs de dnivel
zou goed zijn als men hem diende zooals
wij onzen heer dienenWenscht onzen
heer iets, wij doen het, wij raden zijne
gedachten. Waarom zou hij dan niet
goed ziju Verandert eens nw gedrag,
doet uw werk eens slecht, Iet erop, hij zd
zijne boosheid tegenover uw boosheid over-
stellen en hy zal erger zijn dan de ergste
meesters
De aDdere knechten ontkenden dit lui
de, zij w<dden met Aleb, dat het tegen
deel gebeuren zou en Aleb nam de we Iden-
schap aan. Hij zou zijn goeden heer boos
maken, zei hij, en men mocht hem zijn
feestkleed ontnemen, als hem dit niet ge
lukte. Gebeurde liet tegendeel dan zou
den alle auderen hem hun feestkleed ge-
veD, doch zij moesten beloven dat, als
men hem in boeien wilde slaan, zij zich
daattogen als één man verzetten zouden.
Aleb bloofde r6eds den volgenden morgen
zijn weddenschap te winnen.
Aleb was hoeder der schapen en on
der die schapen was een mooi, wit dier,
des meesters lievelingsschaip.
Toen nu den anderen morgen de goede
heer met gassen buitenkwam en zijn kost
baar wit dier toonen wilde, wenkte des
duivels knecht zijne makkers: tflet op, ik
ga onzen meester boos maken." Alle
knechten stonden voor de deur en zagen
toe; hoog in een boom zat de duivel, ook
hij keek naar zijn knecht. De heer ging
met. zijn gasten in de kudde, toonde hun
zijn schapen en lammeren en wilde hun
ten slotte zijn besten hamel wijzen.
Alle deze hameleD zijn mooi, zei hij,
maar die daar met de gedraaide horens,
geef ik niet voor goud; hij is mij liever
dan mijn oogen.
Verschrikt door de vele menschen
ging de kudde op de vlucht, zoodat de
gasten den kostbaren hamel niet konden
zien. Er kwam rust, het mooie dier stond
afgezonderd, doch nu joeg des duivels
knecht de dieren weer door elkuuder en
weder konden de gasten niet onderschei
den, welke der dieren de kostbare hamel
was.
voor de derde maal terug kwam, kon men
Retty onder het kloppen van haar bart zien
beven. Hij stapte op bet roodharige meisje
toe en terwyl bij haar omvatte, zag hij Tesz
aan. Zijne lippen hadden niet duidelijker kun-
ren zeggen: „Nu zal ik jou spoedig aan mijn
bart dmkken.* Haar gelaat bewees, dat zjj
hem verstaan bad; tij kon niet anders.
De arme, kleine Retty iraekte, olscloonin
gewicht de lichtste, bet Clare nog bet meest
lastig
Marien was sis een rak zout overge-
toist, een dood gewicht san plcmpbeid. Izt
had rustig en zalig in zijne aimen gelegen.
Retty was echter onrustig en ongedurig
vsn opgewondenbeid.
Hij kwam toch over met het onrustig
creatuur, zette baar neder en kwam tciog
Tesz kon over de heg boven cp de bank
hare gezelirnen ratwkeurig tien staan. Nu
kwam de beurt aan kaar. Zij was verdrie
tig, te ontdekken, dat tjjne tadetirg ook
in haar bitnetste eigcnt-aid'ge trillingen
te weeg bracht en uit vr.es, ticb te tullen
veirtder, teckt zi; naar een nitweg.
„Ik Lan bier heel goed den kant .'arga loc-
pen," zeide zij, „ik kan er beter tegen dan
de anderen. Gij sijt toch zeker al reeds moe
de, mijnheer Clare*.
„Neen, neen Tesz I' antwoordde hy vlug;
en eer zij er op verdacht was, zat zij reeds
op zyn arm.
Drie Lea's eer dat ik Rachel heb", flui
sterde bjj.
„Zij zijn beter dan ik I" antwoordde zij
grootmoedig.
„Voor mij niot."
Hij gevoelde, hoe zij gloeide en zwijgend
gingen zij et nige schreden verder.
„Ik hoop, dat ik u niet te zwaar ben
zeide zy schuchter.
„O neen I Gij zijt geen Marian I Znlk
eeu klomp I Gij zijt als een zwevende
vogel, hoog in het luchtruim zich verhef
fende en zijn wit dons gelijkt bet mouselin,
dat u omhult."
„Het zou zeer aardig zyn wanneer
het u werkelijk zoo toescheen 1*
„Begrijpt go dan niet, dat ik drievierden
van dezen arbeid op mij genomen beb
om het vierde vierendeel ook te mogen ver
richten
„Neen I*
„Ik had zulk een gelukkige gebeurtenis
mij niet durven droomen."
„Zeker het water is zeer spoedig ge
rezen.' s:reaen, maar te zwak
Hare versnelde ademhaling bewees kern gevolgen waren niet nitgebleveo.
genae oogen tot hem op en Tesz ri<*d,
dat zij over haar gesproken hadden. Hij
zeide tiaar snel goedeDd&g en plaste het
overstroomde eind weder door.
De vier gingen als voorheen, totdat Marian
het zwijgen verbrak, terwijl zij zeide
„Neen, waarachtig waar, tegenover u heb
ben wij toch geen knus.
Bedroefd zag Tesz baar aan.
„Wat meent go!" vroeg zj.
„Dat hij n het liefste Tijden mag, verre
weg het liefste l Wij konden het zien, toen
bij u overdroeg. Hij zou u gekust hebben,
wanneer gij hem hadt aangemoedigd."
„Neen, neen,* antwoordde Tesz.
Da vroolijkheid waarmede zij uitgegaan
was, was verloren gegaan, maar vijandschap
of kwalijk nemen was er het gevolg niet van.
Het waren grootmoedige jongs hartenzij
waren in landelijke, eenzame boeken opge-
I groeid, en in hare eenvoudigheid waren
zij niet boos op Tesz en nog minder dach
ten zij er aan, haar een beentje te lich
ten.
Tesz gevo lde zich zeer ongelukkig. Zij
kon het zicb niet meer verhelen, dat zij
Angel lief bad, dat ook de anderen aan hem
hare harten hadden verloren. Liefde is aan
stekelijk, vooral bij jonge meisjes. Hare
eerlijke Datonr had tegen hare neigitig ge
streden, maar te zwaken de natuurlijke
echter, dat zij hem heel duidelijk begrepen
bad.
Clare stond stil en boog baar ge'aat tot
hem over.
„O Tesz l" riep bij uit.
Ce wangen van het meisje brandden on
der het vuur van zyn adem, en nit opge
wonden! eid kon zij kern niet in de cogen
zien. Het viel Angel in, dat het niet recht
eerHk ion rijn, em voordeel vtD dene po
sitie le trekken; bij liet baar dus verder
ongemoeid. Een beslissend lieldewooid was
tot nog toe niet over bur-ne lippen geko
men en teinggetiokkenheid scheen betden
cp dit gebied zeer gewenscht. Bij ging
des het verdere gedeelte vsn den weg lang
zaam langs, om het roo lsrg mogelijk te
deen duren; schielijk kwamen zjj evenwel
van
„Ik sta u nooit in den weg, geen enkele
van n," verklaarde Tesz 'savonds op de
slaapkamer, terwijl baar de tranen over de
wangen rolden. „Ik kan er niets aan ver
anderen. Ik geloof niet, dat bij er aan
denkt, te gaan tronwen; maar zelfs wan
neer hij mij vraagt, ik zon hem n oeten af
wijzen, evenals eiken anderen msn.'
„O, zondt gij dat doen Maar waarom
toch f* vroeg Retiy verwonderd.
„Ik kan het u niet zeggen. Maar ik zal
eerlijk rijn. Zelfs wanneer ik mij niet in
nw weg plaAts, zal bij geene van u ne
men.
„Ik heb bet nooit verwacht nooit
daaraan gedacht 1" zuchtte Retly. „Maar
ach ik won dat ik dood was."
Het arme, dooreen angstig gevoel gekwelde
de andere drie. Het kind, dat nauwelijks dat gevoel zelf begreep,
wa» spoedig bereikt wetdde zich tot de beide andere meisjes, die
van
in hi t gericht
drege van den weg r_B_
en a&rneletd liet Clare Tesz nit zijne armin juist waren verschenen.
'iptD- 1 „We zullen weder vertrouwelijk met haar
Hare WicidimKH zagen met giooievra- omgaan,* zeide Retiy tot de beide anderen.
„Zij d-mkt er evenmin aan, dat bij haar ne
men zal, als wij voor ons het doen."
„Ik zal er mij niet langer over bezorgd
maken, wat ik nu te doen heb*, zeide Ma
rian met haar diepste basstem. „Ik zon eeD
melkboer in Stickieford getrouwd hebben, die
al reeds tweemaal om mij geweest is. Maar
bij mijn ziel, ik non liever dood, dan nu
zijn vrouw zijn. Waarom zegjjj niets, Izz.'
„Om de waarheid getrouw te blijven,"
mompelde Izz, „zoo bad ik zeker gedacht,
dat bij mij van daag kussen zou, toen hij
mij in zijn armen hield; stil lag ik aan zyn
borsthopend en hopend, maar hij deed bet
niet. Ik mag hier in Talbothays niet langer
blijven. Ik ga naar buis."
Zij kleedden zich uit en gingen te bed en
wierpen zich daarop heen en weder, terwyl
beneden regelmatig de druppels van do kaas
pers afdropen.
Zijt ge nog wakker, Tesz?" fluisterde een
balt uur later een stem. Het was die
Izz Huett.
Tesz antwoordde bevestigend; dadelijk
werden bij Retty en Marian de dekens op
geslagen en klonk het zuchtend;
„Wj ookl"
„Ik zou wel willen weten, hoe zij er uit
ziet, die dame die zijne familie voor hem
moet hebbea bestemd.*
„Ik ook!"
„Een dame voor hem bestemd?" zeide
Tesz opspringend met verstikte stem. „Ik
heb daar nooit van gehoord.*
„O ja, men fluistert er over eene jon
ge dame nit zijn stand, door zyn eigen fa-
mil'e uitgekozen de dochter van een
dokter van Emminster. Men zegt, dat hij
niet veel om haar geeft. Maar het is zeker,
dat hij baar trouwen zal.*
Zij hadden nog zeer weinig gehoord, maar
genoeg om in het stille van den n?cht
daaraan smartelijke gesprekken vast te kooo-
pen. Zy stelden zich alle bijzonderheden
voor, het geluk der bruid, haar kleed en baar
sloier, haar tbuis, in het welke zij zalig en al
leen met hem zou leven, wanneer bij de
meisjes hier reeds lang vergeten zon hebben;
zoo onderhielden zij zich en zachtten en
weenden totdat de slaap haar hare treurig
heid d-.ed vergoten.
WORDT VERVOLGD.
Toen sprakde heer tot Aleb:
Aieb, lieve vriend, wees toch voor
zichtig, och neem den hamel inst de ge
draaide horens en breng hem lot mij.
Nauwelijks had de hoer deze woorden
gesproken of Aleb sprong als een leeuw
midden in de kudde, hij greep het edele
dier in de wol, pakte het toen bij den
linkervoorpoot en sloeg het de hoogte in,
dat de beenderen kraakten; de hamel snik
te en kreuude van pijn en zonk op de
knieën; hij had zijn poot gebroken. De gas
ten en ook de knechts schreeuwden het
nit en de duivel had een helsch plezier,
tnen hij zag hoe kloek zijn knecht Aleb
was. Er streek een wolk neer over het ge
laat van den lieer, hij liet het hoofd han
gen en sprak geen woord. Ook de gasten
en de knechts zwegen nu, zij wachtten wat
komen zon. De heer zweeg nog altoos,
plotseling echter, als wilde hij een last
van zich werpen, hief hij het hoofd op en zag
naar den iieven blauwen hemel. Mild
lachend zag hij toen weder Aleb aan en
sprak:
O Aleb, Aleb! Uw heer gebood u
mij te grieven, mijn heer echter is mach
tiger dan de uwe, gij hebt mij niet ge
griefd, doch ik zal uwen heer grieven.
Weet dan Aleb, dat gij geen strat van mij
ontvangen znlt gij wildet misschien vrij
zijn; hier in tegenwoordigheid van alle
gasten geef ik n uwe vrijheid. Ga in
vrede en neem uw feestkleed mede.
En de goede heer ging met zijn gasten
in hnis.
De dnivel knarste de tanden, stortte
zich van den boom en verzonk ii\ de diepte.
Letlerk. Bijvoegsel
De beroemde dr. Hei m
werd bij een dame ontboden, die wegens
haar hoogmoed bekend was. Bij 't bin
nenkomen vroeg hij heel vriendelijk Nu,
boe gaat 't, lieve mevrouw Mijnheer,
antwoordde zij, ik ben gravinO, dat
spijt me, hernam de dokter, maar van
die ziekte kan 'k u niet genezen.
Te Parijs is een 85—j a r i g e
dame gestorven, die al baar geld, 600000
frs., aan haar beide dienstboden vermaakte;
de een was 20, de ander 18 jaar bij haar
in dienst geweest.
VERZUCHTING.
Ach, wanneet zal vrede op aard,
Eens alom het licht doen dagen,
Dat een schooner morgen spelt,
En de mensch alleen gewagen
"Van de hoogste liefdeleer
Ach, wanneer
Ach, wanneer zal men den drank,
Die daar moordt zoo vele mannen,
Die gemoed en lichaam sloopt,
Uit de samenleving bannen P
"Wanneer schenkt hem niemand meer?
Ach, wanneer?
Acb, wanneer zal blij de mensch,
's Levens heerlijkbeên genieten,
Z inder zeltzncht, wrok en nijd,
Zonder and'ren te verdrieten
Met het ware en goede als leer,
Ach, wanneer
Ach, wanneer zal lasterzucht,
Menschenhaat en logen kwijnen
Wanneer zal alom op aard,
't Heerlijk licht der rede schijnen;
Drukt geen duister ons meer neer;
Ach, wanneer
Acb, wanneer? Hoe weemoedvol
Klinkt die som'bre vraag in 't leven,
Telkens lnider, droever nog
Wie zal ons het antwoord geven
Moedig maar, door hoop gesterkt,
Voortgewerkt
W. M. Tz.
Depetroleumstrijd.'
Het is niet onbelangrijk, kennis te ne
men van eene ciiculaire, welke door de
bekende groote Antwerpsche firma H.
Rieth Co. dezer dagen is verspreid en
die een helder kijkje geeft op de ielheid
waarmede de strijd tusschen Amerikaan-
sche en Russische petroleum wordt gevoerd.
De circulaire bevat aan den eenen kant
eene afdruk var. een rondschrijven der
Duisburgsche firma F. Faber.
Daarin wordt gezegd dat deze firma (die
agent is der Deulsch-Amerikaansche Petro-
leum-Gezellschaftm den laatsten tijd van
verschillende klanten (wederverkoopers)
klachten heeft ontvangen, die ongetwijfeld
daaraan moeten worden toegeschreven, dat
die klanten niet alleen Amerikaansche
maar ook Russische petroleum kochten
en die soorten bij ongeluk vermengden,
waardoor (volgens de firma Faber) de A-
merikaansche petroleum zou lijden. Bij
gevolg eischte de tirma dat bedoelde klan
ten in 't vervolg alléén Amerikaansche pe
troleum in den handel zouden brengen.
Aan de andere zijde nu slaat een ant
woord op dit rondschrijven aan de firma
Faber, van de firma Rieth.
Daarin wordt gezegd dat de D. A. P.
G. geen of weinig Pennsylvanische petro
leum meer heeft en in alie gevalle zelve
bekend heeft, dat zij in de toekomst
slechts de inferieure Lima-olie zal kannen
importeeren.
Waarschijnlijk zijn dus, zegt de firma
Rieth, de klachten uwer klaDten het ge
volg van Lima-olie en die poogt gij af te
schuiven op de Russische petroleum. Dat
moest gij toch niet doen, want onze Rus
sische petroleum is het eenige product waar
mede gij uwe Amerikaansche kunt verbe
teren!
Yoor het publiek, dat altijd door con
currentie het best wordt gediend, is deze
vinrige strijd belangrijk.
Snelpersdruk van J. "Winkel te Behagen.