Ludovicus. Gemengd Nieuws. op het volgende neer: ondoorschijnend met hier en daar een „De Jenever is wel schadelijk voor de lichter wolkje gezondheid maar als men ze vergelijkt met Een vreeselijke eenr, die reeds be de werking vaD de bedwelmende dranken dwelmt, is in de zaal en maakt zich dade- uit het buitenland, bijv. met de Absioth, lijk meester van ieder die binnentreedt. 13 ze onachnldig als water-en-melk. Daar om leve de Hollandsche Nijverheid 1 Hip, hip hip, hoera Waarom in de practijk de FraDscheab- sinth zooveel schadelijker is dan de Hol landsche jenever ,is mij nooit recht geble ken. In Parijs is het absinth-gebrnik vol strekt niet zoo algemeen en zóó in groo- te mate, als het jenever-gebruik in Hol land. Stel a niet voor, dat (natuurlijk in 't algemeen gesproken) een Parijzenaar, evenals sommige Hollanders, 's morgens zeer vroeg reeds zijn bedwelmend vocht zal nemeD. Een Paruien gebruikt ab- op als tweede laag weer rijshout of tak ken van naaldboomen komen. Hierop worden in parallelle richtiüg latten gelegd en de tnsschenruimten met zaagsel aangevuld, zood&t een gelijk mogelijke oppervlakte ontstaat, waardoor het ontstaan van grootere openingen, door welke de lucht heendring», onder het ijs verhinderd wordt. De gansche hoogte van dezen onderbouw moet, wanneer hij belast is, liefst niet minder dan 75 c M. bedragen. Op deze onderlaag word het ijs gelegd. Daaromtrent is nog op te meikenle., dat het ijs zoo mogelijk sterk moet zijn en vrij van onreinheden 2o. dat het in riet het hoofd achteroverbnigen, een mond I groote, vierhoekige blokken gezaagd en Het is een geur die aan de natuur herin nert, een geur van geheimzinnige kruiden in de diepten der bosschen of op esnzame open plekken verborgeD, van een gewas ontloken onder tropische hitte. Yan tijd tot tijd grijpt een band een karaf en giet het ijskoude water druppel voor druppel in het glas. Het wolkje vormt zich, komt naar boven en draait rond. De hand grijpt het glas aan, men die drinkt, oogen, die zich sluiten De man zwelgt de vergetelheid in verandert zich zeiven kunstmatig, hij hij sinth voor het dejeuner en voor het diner, geest beide warme maaltijden. De absinth is ook volstrekt niet geschikt om bij eenigs- zins groote hoeveelheden tej worden ge bruikt, daar zij dan te ganw walging op wekt. Een Hollandsch werkman die twaalf borrels per dag aankan is volstrekt geen curiositeit, terwijl drinkers van twaalf glazen absinth per dag, niet be staan. Wenden wij ons eens, tot de meer ge zeten kringen. De jheeren' die in hnn vast café, vier h vijf bitteitjes pakken, zijn zeer algemeeD, terwijl de betere stan den in Parijs het met éen of twee #o- péritils' doen. Het is dan ook opmer kelijk hoe weinig beschonken menschen men in de wereldstad op straat tegen komt. Ik wil daarom in het geheel het ab- ainth-gebruik niet verdedigen; ik wil al leen trachten een eenvoudige schets geeft zich andere oogen, een anderen hem te geven, zonder partij te kiezen tnsschen den Hollandschen jenever, de Fransche absinth, o f de geheel onthou ding. Behalve in de gewone koffiehuizen, wordt de meeste absinth in de eigenaardige proeflokalen gedronken, die men in alle wijken van Parijs aantreft. Nemen wij een voorbeeld. Het is noch een café, noch een wijn huis, het heeft iets van beide. Het is zoo'n plaats waar men bijna nitslaitend absinth drinkt. Yan bniten is het een hoog, breed huis met witgeschilderd houtwerk, heldere rniten ea een flink, net voorkomen. Het heelt iets deftigs, iets ernstigs. Het is men ziet het reeds van buiten klaarblijkelijk, dat men daar binnentreedt om zijn zaken te eindigen. Het inwendi ge is in overeenstemming met het uiter lijke. Alle voorwerpen zijn net, zoo'n schitterende zindelijkheid, zoo'n koude weelde. In de geheele lengte een groote tinnen toonbank, waar honderd een plaatsje kunnen vinden. Tegen den muur achter de toonbank, tegenover de drinkers, een spiegel, planken met glazen en flesschen, tegen den anderen muur, tusschen de openslaande deuren, overai waar maar een plaatsje open is, groote vaten met metalen kranen. Aan iader einde van de toonbank een koperen dia— tilleerkan en overal daarachter de bedien den met hun zwarte voorschoten, die, al hebben ze geen bewegingen te maken, dan die voor het inschenkeD en vullen der glazen noodig zijn, het toch druk heb ben. Men drinkt niets dan absinth. De rij glazen is groen, zoo melkachtig geel-groeD, deze bij het transport met zoo scherp mo< gelijke kanten moeten bewaard worden So. dat het ijs niet in de ruimte moet geworpen worden, maar er zoo nauwkeu rig mogelijk in gepakt moet worden 4. dat alle reten met zaagsel moeten dicht- gestopt, en dit ook tnsschen de lagen moet gestrooid worden. Boven op het ijs wordt weer zaagsel gestrooid en ook aan de wan den iedere opening daarmee zorgvuldig ge stopt. Legt men ten slotte een flinke laag stroo, of takken van naaldhont op den voorraad, zoo is deze zoo goed verzekerd als het mogelijk is. Een orgineel denkbeeld. De groote Fransche beeldhouwer David d' Angers had eens het zeldzame idee om de nagedachtenis van beroemde mannen te eeren, door rijksmunt te laten slaan, voor zien van hnn beeldenaar. Den lsten April 1839 sohreef hij toen aan Charles Blanc. f Ik moet n een denkbeeld mededeelen dat voor het eerst in mij opkwam in het salon van Goethe, in 1828- Het maakte indruk op alle personen, waaruit bet gezel schap van dezen beroemden grijsaard be stond. Het is ditMen graveert op het geld de beeltenis van dec regeerenden vorst. Waartoe dient dat Zon het niet beter zijn, op vastgestelde tijdstippen geld te doen slaan met de beeltenis van beroemde en groote mannen Het komt mij voor, dat men op die wijze het geld zou veredelen. Het volk zou op het geld prijs stellen als op een portretalbum waaraan een heele ge schiedenis is verbonden. Iedereen zon om zoo te zeggen een Pauthéoo in den zak dragen. Wat dunkt n daarvan, mijn vriend Honderd maunen als Parmentier zijn bij voorbeeld wel een koning waard zooals Lo- dewijk XV en het volk stelt meer belang in de beeltenis van den man, die het voor hongerdood heeft bewaard, dan in het ge laat van hem die de natie o&teerd en ge plunderd heelt...." Troef. Een eenoogige, die gaarne toonde dat hij geestig was, ontmoette een Het bewaren van ijs. fikschen bochel op zijn morgenwandeling, Het eenvoudigste is het voor kleinere ,Wel vriend!" zeide hij, ffje hebt je vracht Het nor van de absinth is voor het unr der droombeelden, der visioe nen. Hij ziet niets, hij wil niets zien van de straat, het wa^er, de wolken, de voorbijgangers, zijn gelijken, die hem aanraken, aan wie hij verbooden is door dezelfde wet van arbeid en ellende. In dat gias daar gevold met het troebele vocht, ziet hij al wat hij wil zieD, maar wat hij ziet vertelt hij niet over. De gansche wereld, die in hem tintelt en popelt door dien geheimzinnigen genr der wouden, houdt hij voor zich al leen. Voor hem alleen ook de feeën, die in gazen japonnen langs de oppervlakte van deze poel zweven. Voor hem alleen ook de wreede duiveltjes, die door zijn keelgat springen, hnn wilde dansen uitvoeren iD zijn hart en zijn hersenen, door zijn ar- meo, zijn handen snellen, ja zelfs de top pen zijner berende vingers niet met rust laten. Hij zegt niets, geen woord. De wijn drinker is een babbelaar, de absinth—drin ker een zwijger. Hij wenscht zijn visi oenen zijn droomen voor zich alleen. De absinth-drinkers staan naast elkaar en toch afgezonderd. Slechts weinigen kennen el kaar, nog minder spreken te zamen. De dronkenschap, in die walgelijkheid, zooals wij die in Holland kennen, met zijn vloe ken, scheldeD, vechtpaitijen en wat dies meer zij, komt dsn ook slechts sporadisch voor. Waarom de jenever, dan zooveel beter is dan de absinth P Mij is 't niet recht dnidelijk. weken geleden uit de gevangenis wasont-! Een koninklijk recht, slagen, waar hij zes-en-een-half jaar tucht- i Toen zekere staatsman onlangs na huristraf had ondergaan, had besloten zich lang in de sociëteit gezeten te hebben des te wreken op allen, die tegen hem als avonds laat te huis kwam en de kamer - wilde binnentreden, was het zijne echige- noote die de kamer opende en haar gemaal met een flinke boetpredikatie ontving. Maar onze staatsman wist snel aan die redevoering een einde te maken en zelfs zijne vertoornde gade een glimlach af te persen door de opmerkingAlleen de Koning heeft het recht de Kamer met eene rede te openen.' Te Essen is een schrijn- werker tot 4 maanden gevangenisstraf ver oordeeld wegens majesteitschennis. Dat is op zich zelf niets bijzonders. Maar het bijzondere is, dat hij aangeklaagd werd door zijn eigen zoon, uit wraakzucht, om dat de vader weigerde, toestemming te ge ven tot een huwelijk. Een klein uitstapje! Heeft de man een reden tot echtschei ding, als de vrouw een uitstapje doet, zonder dat haar echtgenoot er van weet? Deze vraag had het gerechtshof te Edin- burg voor een paar dagen te beantwoor den. Een zekere heer N., lid van de Ko ninklijke Academie van Schotland, vroeg echtscheiding aan. Hij was in het jaar 1889 getrouwd, had twee kinderen gehad, die echter beiden gestorven waren. Toen het laatste der twee overleden was, was zijn vrouw, een burgeres van het vrije verhoudingen, wanneer men den gsvoor- raad in een of ander gebouw kan bewa ren. De bodem moet dan van steen of leem zijn en een weinig rond liggen. Dan moet men zorgen voor het onmiddellijk wegvloeien van het gesmolten water. On geveer 75 c.M. van de buiteuwanden, tim mert men houten wanden, welke de ei genlijke ijsruimte begrenzen. Tusschen die wanden, de buiteu- en binnenwanden brenge meit een laag grove stukken steen, welke het water doorlaten en hier op, mutsaardhont n.1. Het overige van de ruimte wordt met materiaal gevuld, dat zoo slocht mogelijk de warmte geleidt, nadat men aan een der binnenwanden een dubbele deur gemaakt haeft. Als onder laag voor het ijs legge men eveneens eerst een laag grove brokken steen, waar- al vroeg geladen 1" t Daar kunt gij niet over oordeelen man want je hebt de beide luiken nog niet open', liet de andere erop volgen. Om den smaak van medi cijnen weg te nemen. Eeu kleine hoeveelheid extract van zoet hout neemt den smaak van aloë weg, en die van zouten gaat verloren in pepermunt- water. Melk vermindert den bitteren smaak van chiniue, en kruidnagelen die van sen- nebladeren. Wonderolie proeft men niet als zij met eiwit vermengd is. Een hoogstgevaarlijk mensch maakt seder een week den om trek van Hirschberg in Siberië onveilig. Een zekere Maiwald uit Leipe, die drie getuigen waren opgetreden. Hij kocht een geweer en begaf zich bet eerst naar Leipe, waar hij het huis zijns zwagers in brand stak. Daarna schoot hij op zijn moedei, die z. i. boeten moest, omdat hij zulk een slechte kerel was geworden. De vrouw werd door een toevallige om standigheid niet gekwetst. In den waan, haar gedood te hebben, trok Maiwald naar het huis van den burgemeester, die inder tijd een aanklacht had ingediend. Nadat hij op diens vrouw had geschoten zonder deze te raken, achtte hij het raadzaam Leipe te verlaten. Óp den weg naar Tolkenhain ontmoette hij een oud vrouwtje, dat hij vriendelijk groette. Toen zij bem voorbij was, greep hij haar echter aan en poogde hij haar te worgen. Toen zij om hulp riep, sloeg de woesteling haar od het hoofd met het doel haar het bewustzijn te doen verliezen. Plot seling sprong hij echter op en vluchtte. Dezelfde persoon staat nog onder verden king een timmerman nit Hirschberg ver moord te hebben. NaarhetschijBtkrijgtde sociaal-democratische leer in het Belgische leger veel volgers. Naar de Chronique uit gezeghebbende bron verneemt, luiden de rapporten der generaals en officieren zeer verontrustend; zij zijn het allen eens in dit opzicht, dat zij niet meer kunnen in staan voor hnn soldaten. Het Titu s-g ezelschap. In Londen is een vereeniging, die zich zoo noemt. Zij ontleent dien naam aan den Romeinschen keizer Titus, die eens zeide, dat hij eiken dag verloren achtte, waarop hij niets goeds had verricht. De leden der vereeniging zijn verplicht dage lijks ten minste éene daad van hulpvaar digheid en liefde te volbrengen. Had ie der mensch maar zoo'n vereeniging Nieuw Leven. A. W. S. De grootste klok der we- reld is die van een Chineesch klooster (boa- zenklooster) in de nabijheid van PekiDg. Zij is 7 meter hoog. Alle boeken van Boeddha zijn er op geschreven. DeEngelsche veestapel was bij het einde van 1894 samengesteld als volgt 2092290 paarden, 10780796 runderen, 80037818 schapen en 3794043 varkens. Frankrijk kan in zijnbe- hoefte aan eetbare kastanjes niet zelf voor zien en ontvangt daarvan jaarlijks nog 210000 centenaars uit Italië, waar 50000 hectaren alleen met edele kastanjeboomen beplant zijn. Iets nieuw t. Is er ook wat nieuws van daag vroeg eeu nieuwtjesjager van zeker dagblad deu inspecteur van het politiebureau, waar hij 'b morgens was ingeloopen. Nie mand verongelokt, den hals gebroken of verdronken, verbrand, van een steiger ge vallen, geen dief gepakt of zoo iets De inspecteur keek hem een paar mi nuten aan en zat zich te bedenken. Nu, zeg dan eens op, is er niets nienws van daag Ja wel, antwoordde de inspectenr. Wat dan De balie waar je tegen aanleunt, is juist nieuw geverfd. de hare gemaakt had. En haar nu alleen in bet boerenleven echter te laten, stond ge lijk met goed te keuren, dat zij deze verkre gen kundigheden wederom zou verloeren en zij dus later niet zoo goed zouden harmonioeren. En om nog eene andere reden wenschte hij haar onder zijne hoede te houden. Zij ne ouders hadden natuurlijk geweuscht, haar eenmaal te zien, voor zij naar de plaats hunner bestemming zouden vertrekken, en ofsehoon de meening van tijne ouders geen invloed op zijn besluit had uitgeoefend, zoo wilde hij toch ook niet, dat Tobz hun ganscb zou mishagen. Hij geloofde derhalve, dat eenige maanden van onafgebroken samen zijn met zijne baisgenooten, gedurende dat hij een vaste plaats zocht, wat Tesz wel licht voor een groote beproeving aanzag, voor haar toch van zeer veel goeden ia- vloed zou zijn. Angel was bij een der naburige boeren een meelmolen wezen bezichtigen om daar iets te zien, dat hg later op zijn gedoe ook in praktijk wenschte te brengen; hij had al zijne zaken nog eens rijpelijk overdacht en was vast besloten thuisgekomen, om nog eenigen tijd iD dien molen werkzaam te zijn- En wat bad hem daartoe gedreven? Ze ker de gelegenheid, om bet malen en buide len te leeren en tevens, omdat deze mo len vroeger nog in het bezit geweest was van een tak van den onden D'Urborville. Zoo werden bij Angel steeds de practiscbe vra gen beslist door bij-omstaDdighedeD, die met de zaak volstrekt niets gemeen hadden Zij besloten daarom te zamen, na de brui loft daarheen te trekken en in plaats van een reisje door stedeu en landerijen te ma ken, daar een veertien dagen te bljjven. «Vervolgens tallen wij eenige boerderijen onder Londen bezichtigen, welke mij zijn aanbevolen geworden,* zeide Angel, ,en in Maart en April brengen wij mijne onders een bezoek.* Vragen van verschillenden aard deden zich aan Tesc voor; maar verdwenen weder even spoedig, en de dag, die gewichtige dag, op welken zij de zijne zon worden, ver hief zich schrikwekkend, hoe langer, hoe dichterbij komend. De een pd dertigste De cember, was de dag. „Zijn vrouw 1" fluis terde zij. „Kan het werkelijk zijn Zij bei den steeds samen, niet te scheiden, iedere gebeurtenis gemeenzaam te dragen; kon dat werkelijk zijn En waarom niet En toch waarom Op een zondagmorgen keerde liz Hnett nit de kerk terng en zeide heimelijk tot Test„Gij zijt dezen morgen niet afgele zen geworden „Hoe ,Gy hadt toch hedenmorgen afgelezen moeten wordenantwoordde zij, Tesz kalmpjes aanziende. „Gjj zult toch op 31 December bruiloft vieren De andere knikte. „Gij moet toch driemaal worden afgelezen en nn blijven er nog slechts twee zondagen over." Tesz voelde boe bleek zij werd. Izz had geluk het moest driemaal geschieden. Had Angel het vergeten Wanneer da» het geval was, zoo moest nog een week met trouwen gewacht worden en dat was een ODganstig geval. Hoe kon zij Angel daar aan herinneren? Zij,die tot dusverre zoo terug- Houdend was geweest, nn plotseling zoo vol ijver en baast? Een gelukkig toeval kwam haar evenwel te bnlp. Itz had over het geval met vronw Erich gesproken en deze nam het voorrecht der gehnwde vronw te baat en informeerde belangstellend naar dit pnnt. „Hebt gij daaraan niet gedacht," mjjnheer Angel Ik meen aan het aflezen „Natuurlijk antwoordde Clare, „dat heb ik niet vergeten*. Zoodra hij met Tesz alleen was, zeide bij „Verontrust n niet over deze zaak. Een stille dienst is voor ons veel aangenamer, ik heb daarover voornit beslist, zonder nw raad in te winnen. Wanneer gij nu op zondagmorgen naar de kerk gaat, znlt gij uw naam niet hooren, zelfs al zoudt gij het nu wenschen.* „Ik wensch hem ook niet te hooren antwoordde Tesz trotsch. Desniettemin, was het voor haar een groote verlichting, te weten, dat de zaken haar gewonen gang gingen, daar zij reeds gemeend had, dat iemand, om hetgeen er me» baar gebeurd was, de aflezing had ver boden. „Ik vt rontrustie mij,* zeide zg tot zich zelf. „Al dit groote geluk zal later zeker op mij worden gewroken. Zoo zal het wel geschieden. Ik wilde maar, dat de gewone aflezing gedaan was.* Maar alles ging goed. Zij overlegde bij zichzelf of het hem aangenamer zou zijn, dat zij in het oude witte kleed trouwde, dan dat zij een nienw kocht. De vraag werd spoe dig opgelost, doordat er aan haar adres een groot pak werd bezorgd. Daarin vond zij alles, van den hoed tot de schoenen toe, ge heel geschikt voor een eenvoudige bruiloft, zoools zij zelf van plan was geweest te niezen. Hij betrad het huis kort nadat het pakkket bezorgd was en hg hoorde dat Tesz het opende. Eenige minuten later kwam zij beneden, met roode wangen eu tranen in de oogen. „Hoe opmerkzaam zijt gij fluisterde zij, hare wangen tegen zijo schouder drukkend. „Zelfs aan handschoenen en zakdoeken hebt gij gedacht l Mijn schat, mijn alles, hoe goed «yt 80 1* „Neen, neen Tesz het handelt hier slechts over de gevatheid van een handelsvrouw in Londen dat is allos.* HOOFDSTUK IX. ADgel gevoelde behoefte, ver verwijderd van de boerderij, neg een enkelen dag met Tesz alleen door te brengen, terwijl zg nog brnid en bruidegom waren een roman tisch samenzijn, vol eenvondige bekooring en aantrekkelijkheid. Hij gat derhalve voor, dat hg de volgende week nog eenige zaken bad in da naastbgzijnde stad en verzocht Tesz, hem te vergezellen. Clare's leven op de boerderij was in verge- lijkingmet dat, wat hij vroeger plaobt te leiden, seereenzaam geweest.Maandenlang was hijniet in de nabijheid eener stad geweest en wan neer hg reed, dan nam hij van den boer diens hengst en rijtnigje. Op dezen dag maakte zij evenwel eveneens van dit voertuig ge bruik. Voor de eerste maal in haar leven gingen zij als paartje, arm in arm, van den eenen winkel naar den andere. Het was een dag voor kerstmisoveral waren de winkels op zijn schitterendst uitgestald en opgesierd. Tesz betaalde het gelnk aan Angels arm rond te mogen dwalen, met de straf, dat zg om hare schoonheid het meest werd aange zien. 's Avonds keerden zg naar de herberg terng, waar zij paard en rgtuig hadden neer gezet en Tesz wachtte in de gang, terwijl Angel even heenging, om naar paard en wagen te zien. De gewone gelachkamer was vol gasten, die bestendig in en nit liepen. Wanneer de deur geopend werd, viel het volle licht telkens op Tesz' gelaat. Onder anderen kwamen ook twee mannen haar voorbij, die haar met groote opmerkzaam heid monsterden. Een van beiden scheen «eer verrast, en Tesz verbeeldde zioh, dat het een persoon nit Trantridge was, of schoon dat dorp mijlen en mijlen ver verwg- d ird lag, zoodat zij zich eigenlgk wel moest vergissen. „Een lief deerntjezeide de eene. „Ja, lief genoegMaar wanneer ik mij niet vergis Het slot der opmerking ging in een dof gemompel over. Clare die juist ait den stal terugkwam en met den man juist tegelijk op den drempeljtrad, hoorde de woorden en zag Tesz ineenkrim pen. De beleediging, die hij haar toegevoegd geloofde, deed zgn bloed koken en nog voor hg goed wist wat hg dsed, liet hij met volle kracht zgn vnist kennia maken met 's mans kin, zoodat hij in de corridor terugtui melde. De man vloog op en scheeo geneigd den aanval te beantwoorden, zoodat Clare naar buiten trad en een vechtende bondig aan nam. Zgn tegenstander scheen zich even wel te bezinnen. Hij zag Tesz, toen hg haar voorlegging aan en zeide tegen Clare „Ik vraag n om vergiffenis mijnheer I Het was eene vergissing. Ik hield haar voor een meisje nit onze omgeving.* Clare, die gevoelde, dat hg te heftig was geweest en dat hij eigenlgk een goede straf verdiende, omdat hij Tesz alleen had laten staaD, besloot bij zichzelf te doen wat zgne gewoonte bij dergelijke gevallen was en drukte den man als pleister een goede fooi in de hand; zg gingen vervolgens als goede vrienden uiteen. Zoo spoedig Clare de tengels in de hand had en met zgne gezellin voort gegaan was, wandelden ook de beide man nen in dezelfde richting. „Was het werkelijk eene vergissing vroeg de tweede. „Neen waarachtig niet Maar waarom zoa ik dien mynheer beleedigen." Juist waren Tesz en Angel uit het gezicht. WOEDT VERVOLGD. Amerika, ziek geworden en de dokter had verandering van lucht voorgeschreven. Om dien raad op te volgen, logeerde zij bij verschillende vriendinnen op 't land en schreef regelmatig aan haar man. Deze had geen reden om te denken, dat zijn vrouw slecht handelde. Terwijl hij zich bevond tusschen de bergen van Schotland, ging zijn vrouw naar Londen, terwijl hij beslist had, dat zij bij vrienden van hem zou logeeren. Groot was echter de ver bazing van den heer N., toen hij bij die vrienden kwam en gevaar werd, dat zijn vrouw er niet eens was geweest. Nog dacht hij niets kwaads, want hij wa» niet pessimistisch. Maar wel was hij ongerust. Doch het duurde drie en een halve maand toen verwaardigde zioh mistress N. hem een telegram te zendenheel uit Syd- ney, in Australië, en daarin vroeg zij om geld, ten einde naar Londen terug te rei zen. Hij was zoo goed aan haar wensch te voldoen; maar toen zij terng was diende hij een klacht in bij de justitie en vroeg echtscheiding aan, tengevolge der talrijke mededeelingen die hij met aandoenlijke eenstemmigheid van zijn vrienden ontving. Een reis naar Australië gaat niet zonder eenig gevaar gepaard, daarom had mevrouw N. zich op haar onderzoekingstocht naar beter lucht doen vergezellen door een huis- vriend van haar man. Deze vriend, die thans in Engelsch-Indië is, had haar niets durven weigeren, maar had haar ten slot te schandelijk verlaten. De rechters te Edinburg noemden zoo'n uitstapje van de vrouw ongeoorloofd en spraken de scheiding nit. Hypnotisme. Te Petersburg is een jong meisje, mej. Roumyantsef, wegens vergiftiging van haar vader tot een zekere straf veroor deeld. In hooger beroep werd de straf ech ter tot vijf jaar gevangenis verminderd op grond dat zij onder den invloed van hyp notische suggestie de misdaad had gepleegd. Mej. Routnyantseff was verlietd op een kapper, die op bevel van een geneesheer, moest masseeren. Op diens aanstoken heeft zij haar vader, een rijk grondeigenaar, om het leven gebracht door middel van een langzaam vergif. Drie maanden lang zag zij het lijden van den armen man aan, zon der de minste wroeging. Ook bij het ver hoor bleef de beschuldigde volmaakt on verschillig. Haar advocaat vond hierin aan leiding een geneeskundig onderzoek der verstandelijke vermogens van het meisje te verzoeken. Dit werd toegestaan en bracht aan het licht, dat de kapper haar in hyp- notischen toestand had gesuggereerd, haar vader te vermoorden. Van een bestraffing ol gerechtelijke ver volging van den kapper meldt het bericht niets. Een dood. Voor eenige dagen hoedde een meis je van 20 jaar bij het gehucht Vaas in Wallis (Zwitserland) de koeien. Daar het tamelijk kond was, deed zij haar best een vuurtje aaD te steken. Dat bekwam haar echter slecht, de wind joeg een vonk naar haar toe, die haar kletreu op den mg in den brand stak. Zij bemerkte daarvan echter niets, voor de vlam haar hoofd be reikte en toen stond zij ineens in de brsnd. Zij trachtte, door zich over den grond te rollen, het vuur uit te dooven, maar het waaide zoo hard, dat haar dit niets hielp; de wind wakkerde steeds de vlammen aan. Toen schijnt ze zich te hebben willen outkleeden, maar weldra kon ze geen ge bruik meer maken van haar deerlijk ver brande handen. Toen richtte ze rich naar den kant van het dorp, maar zij kon dit niet nreer bereiken en viel aan het voet pad neer. Haar kreten werden echter gehoord en men kwam haar te hulp, maar ongeluk kig te laat. Van haar kleeren had ze niets meer aan dan de kousen en de schoe nen. Bijna het geheele lichaam was één brandwonde. En toch stierf zij eerst tien dagen later, na eeD ontzaglijk lijden. Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen. verschrikkelijke

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 6