Donderdag 15 Januari 1896, 40ste Jaargang No. 3063. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTEEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL Bureau: £CHA«E!¥, Laan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Binnenlandsch Nieuws, FEUILLETON. SCHAGER Algemeen Wiens-, COURANT. Almtentie- Lniliinitlai In een vrij druk bezochte vergadering van landbouwers uit Wie- ringerwaard en omstreken, is met bij na algemeene stemmen besloten voor den 15en Februari niet te contracteeren voor den verbouw van suikerbeetwortelen be neden den prijs van 10 gld. per 1000 K. G. Aanleiding tot dit besluit vond men in dit teit, dat in andere streken wel te gen dien prijs wordt gecontracteerd. De handelaar in Manufac turen K., uit Wieringerwaard, was vrijdagavond met kar en ket io den Waardpolder. Toen hij om wilde keereD, liep de ket achteruit, met het ge volg, dat alles in de Molensloot terecht kwam. K. wist in tijds van zijn voertuig te springen, sneed de strengen door en met behulp van inmiddels toegeschoten arbei ders werd alles weer op den wal gehaald. K. heeft eenige waterschade geleden. —In de kolfbaan van den heer Jb. Ootjen te Barsingerhorn werd op den avond van Zondag, den 12en dezer, door het rederijkersgezelschap O. O. van Hoogwoud opgevoerd, het blijspel van G. van Moser, getiteldhen man van de wereld. Deze tooneelvoorstelling heeft algemeen voldaan en gaf het bewijs, dat het stuk van „von Moser" met zorg was bestu- t deerd door dames en heeren van O. O. Dat het aantal toeschouwers niet zeer groot was, is dan ook wel niet te wijten geweest aan gebrek aan ijver bij de wer kende leden der rederijkerskamer. Door de VereenigÏDg D. D. te Kolhorn, is ren adres ver zonden aan deu Raad der Gemeente Bar singerhorn. Daarin wordt uiteengezet, hoe de reorganisatie der Brandweer een ernstig punt vaL behandeling is geweest in de laatste vergaderingen, en tevens ge wezen op de middelen en de wijzigingen die tot verbetering zouden kunnen leiden. Vermindering voor persoueel en gedeelte lijke salarieering zijn de hoofdpunten van dat adres. Tot voorzitter van de af- deeling „Noor d-H o 11 a n d" van het Nederlandsch-Rundvee Stamboek is voor den tijd van drie jaren benoemd, de heer C. de Goede Hz,, te Purmerend. Het 6de noordel ij k mu- ziekfeest, dat dit jaar te GRONINGEN zou worden gehouden, is uitgesteld tot 1897. In zake den brand te HAL- LUM van vrijdagnacht j.1. is de politie ijverig werkzaam. Niemand twijfelt er eigenljjk aan, of er is kwaadwilligheid in het spel geweest. Omstreeks twee uur in den nacht was de surveilleerende marechaus see de boerderij nog gepasseerd zonder eenig onraad te hebben gezieu een half uur later stond de schuur in lichte laaie. Ailes wijst op de waarschijnlijkheid, dat het is gemunt geweest op den heer v. d. M., die bij den brand dan o k vrij wat schade lijdt, daar een zestal koeien, die hem toebehoorden en in het vuur zijn omgekomen, niet waren verzekerd. De oorzaak der spanning, die sedert eenigen tijd heerschte tusschen den heer v. d. M. en de vlasbrakende arbeidende bevolking, is hieruit voortgekomen, dat eerstgenoem de, die nog wat vlas had ter bewerking, dit, nadat bij in Hollum geen aecoord had kunnen treffen, naar Het Bildt zond om te worden geschoond. Daar werkt men goedkooper, terwijl de Raad dier gemeente, ter bestrijding van werkeloosheid, een premie heeft gesteld op den invoer van ruw vlas. Hst is wenschelijk, ten einde meer ver bittering hier te voorkomen, dat maatre gelen worden getroffen, waardoor de uit voer van ruw vlas uit deze gemeente worde tegengegaan. Terwij 1 de varkensuitvoer naar Duitschland de laatste maanden ge heel stil heeft gestaan, wordt thans —mis schien naar aanleiding daarvan een le vendige uitvoerhandel van geslachte varkens uit de Veenkolonië naar Engeland via Harlingen gedreven. Dit is de eeiste ait- vierhandel in vee, die rechts'reeks uit deze streken naar Engeland plaats heelt. 36. VAH Thomas Hardy. HOOFDSTUK V. Het was drie weken na de bruiloft, toen Clare de hoogte opstApte, die naar zijn ou derlijke wooing voerde. Terwijl bij deze naderde zng bij den toren in de avondsche mering opdoemen, als richtte deze eene ernsti ge vermaning tot hem en alsof die hem vroeg, met welk doe! hij hier gekomen was. Geen enkel levend wezen scheen notitie van hem te nemen en nog minder hem op te wach ten. Hij kwam aan als een geest, en zelfs de klank zijner eigen voetstappen had iets onaangenaams voor hem. Zijn levensheeld had zich verouderdvroe ger meende hij het te kennen van uit zijne overpeinzingen, nu dacht hij bet te kennen als een zwaar beproefd en ervaren man. De menuohheid stond hem nu niet meer voor oogen in dat veredelende,verheerlijkende waas, maar scherp en hoekig afgeteekend met een loerenden blik en valsch oog. Het leven dat hij geleid had gedurende die paar weken, was zeer wispelturig ge weest. Nadat hij werktuigelijk getracht had, zijn landbouwkundige opvoeding verder te vervolgen, daarin de lessen van groote mannen volgend, kwam bjj al weldra tot de slotsom, dat slechts weinige groote man nen het maar zoover gebracht hadden, om de vuurproef zelf te doorstaan. „Het is de hoofdzaaklaat u niet in de war bren gen," zegt de heidensohe moraal-prediker. Zoo had Clare het ook gemeend en toch bad de verwarring zich van hem meester gemaakt. „Laat uw bart zich niet bezwaren,maar Iaat het ook niet bevreesd zijn," zeide de groote Naza- rener. Clare wilde zich getrouw aan deze woorden houden en toch was hem het harte zwaar geworden, vaak had hg gewenscht, deze beide groote denkers eens te ontmoe- ten, om zich als mensch tot hen te wen den eu te vragen, hem de uitlegging hun ner woorden te geven. Zj:ne stemming sloeg in eene ver drietige neerslachtigheid over, totdat hij zich ten laatste voorpraatte, dat bij nog skebts op zjjn eigen leven nederzag als een onverschillige derde. Wa* hem het meest verbitterde, was de overtuiging, dat zijn troostelooze positie, slechts door een toevallige omstandigheid veroorzaakt was, doordat Tesz tot da fami lie D'Urberville behoorde. Waarom had hij, toen hjj te hooren kwam, dat Tesz vaD zulk een geslacht afstamde, haar niet, zijne grondbeginselen getrouw, links laten liggen Dat was nu de straf geweest, vau het verzaken van zijn overtuiging. Dan werd hij angstig en onrustig en zij ne onrust steeg steeds meer. Hij vroeg zichzelf af, of hij niet liefdeloos gehandeld had. Hij at en dronk zonder te weten, wat hij deed. Gedurende het eentonig voorbijgaan der dagen gevoelde en begreep hjj eerst reoht, hoe innig en vurig hij Tesz bemin de en hoe gelukkig haar bijzijn hem maakte. Bij zgn doelloos ronddwalen viel hem in een voorstad van een kleine landstad een rood en blauw gekleard biljet in het oog, waarop de groote voortreffelijkheid van Bra zilië werd opgehemeld. Land was er voor een waren spotprijs te koop. Tess kon in dit geval met hem medegxan en wellicht was in dat land met zijne geheel andere gewoonten en omgeving, haar bijzijn voor hem niet stuiiend. Kortom, hjj gevoelde een ster ke neiging, het met Brazilië te probeeren, bijzonder omdat nu juist de tijd voor de overvaart gunstig was. Poor deze gedachten beziggehouden, rioh- te hij zijne schreden naar Emmiaster, om zijne ouders met zijne plannen op de hoog te te brengen en hen zoo goed als het ging, zijne scheiding met Tesz te verbloemen. Clare had zijne onders het bezoek niet aangekondigdhij viel daardoor de oude lui onverwacht op het Ijji. Zgn vader en moeder zaten beiden in de woonkamer, doch geen enkele zijner broeders was aanwezig. Angel trad binnen en trok de deur zacht- kens achter zich toe. „Ja maar wBar is uw vrouw, lie ve Angel Dat noem ik nu eens eene ver rassing I* „Zjj is voor een tijdlang bij hare moeder. Ik kom in haast hierheen, omdat ik besloten heb, om naar Brazilië te gaan." „Naar Brazilië. Maar daar is alles Katho liek." „Zoo P Daaraan heb ik nog niet ge dacht 1* Maar zelfs de nieuwigheid en do weten schap, dat hij naar een roomsch land gaan zon, kon op den duur by zijn vader en zijn moeder de belangstelling in het huwelijk van hun zcon niet terughouden. Een 17-jarig jongeling, huisgenoot van den heer J. Klaaesen te THEEBROEK, gem. Dwingeloo, nam een naar hij meende ongeladen geweer ter hand en hield het gericht op een drie jarig meisj'e van dien heer. Het schot ging af en trof het kind met volle la ding in het voorhoofd, zoodat het dadelijk stierf. De jongeling is gearresteerd. Uit DOORNSPIJK wordt ge meld; Toen donderdagavond een paar jongens, J. N. en J. v. K., uitgingen, werd eerst genoemde op den weg door zekeren B. Doornwatrd onverhoeds met een mes in de rechterzijde der horstkas gestoken, waardoor een zeer diepe wond werd ver oorzaakt. Een geneesheer, wiens hulp werd ingeroepen, vond den gekwetste in hoogst bedenkelijken toestand. Praterij, waarbij ook een meisje was betrokken, schijnt de oorzaak van de daad te zijn. De dader is gevankelijk naar Zwolle overgebracht. Op nummer 905336 der v e r- loting van voorwerpen, aangekocht op de ten vorigen jare te Amsterdam gehouden Wereldtentoonstelling, is de eerste prijs ge vallen de gouden zuil, of f 100,000 gulden. Van den verderen uitslag meldt men nog het volgende Nummers 477103, collier van paarlen en diamanten; 318692, zilveren vaas; 1467984, diamanten broche 433384, eet kamer ameublement, (122 stuks); 462662, bureau Louis XIV; 1005225, salon-ameu blement, (241 stuks)1136225, marme ren beeld, La prêcheuse" op een kolom 1261112, eikenhouten kist met tafelzilver 750513, vitrine Lodewijk XV578357, zilveren beeld; 805548, geborduurd por tret van den Paus656711; vleugelpiano 32999, gebeeldhouwd beeld, //1'Aurore" 1181299, bronzen groep, #1'Adieu" 1041429, Japansche vaas, 1110229, da mes-statiekleed 439016, piano van Pleijel 830770 canapé niet tafel, fauteuil en hoekstoel, Btyle Empire; 521267, gebeeld houwd meubel, Henri II; 940595, bureau tafel367721, piano; 1013047, wit kora len parasol246754, canapé, fauteuil, en 2 stoelen en 585505, coupe Lodewijk XIV. „Wy kregen voor drie weken geleden het bericht aan ow huwelijk,* zeide mevrouw Clare, „uw vader stuurde u, zooals ge weet de erfenis uwer peet. Het was het beste, dat geen enkele van ons bij uw huwelijk tegenwoordig was, temeer daar gij van uit de boerderij en niet uit het ouderlijk huis trou wen wildet. U zou het maar moeite ge bracht en ons geen vreugde bereid hebben. Uwe broeders gevoelen dat zeer goed. Nu, dat is eenmaal gebeurd ec wanneer zij voor uw vak geschikt is, dan kunt gi;, hoop ik, gelukkig met haar worden. Doch ik had gaarne haar eerst gezien of tenminste iets naders van haar gehoord. Wij staarden haar ook geen geschenk, omdat wij niet wisten, wat zij aardig vinden zou; maar wij hebben het alleen uitgesteld, Angel, nw «ader noch ik hebben iets tegen n, wegens uw huwelijktoch gelooven wij tegenover □we vrouw een zekere teruggetrokkenheid in acht te moeten nemen, tot wij haar ge zien hebben. En nu hebt ge haar niet me degebracht. Dat schijnt zonderling. Er is toch niets gebeurd Hij zeide, dat zij het voor het beste gehouden hadden, dat zij naar baar eigen ouders ging terwijl bij hierheen kwam. „Ik wil daarmede niet zeggen, lieve moe der," ging hij voort „dat het van den be ginne af mijne meeniug is geweest, haar zoolang van het ouderlijk huis verwijderd te houden, totdat ik tot de overtuiging kwam, dat zij zich voldoende zou weten te presenteeren. Maar de gedachte aan Brazilië ia zoo haastig opgekomen. Ga ik daarheen, dan is het niet raadzaam, haar dadelijk bij mijn eerste reis mede te nemen; zij moet dan zoolang bjj haar moeder blij ven, tot ik terugkom." „En ik zal haar niet zien, voor gij beiden vertrekt f Hg geloofde, dat het wel niet vroeger het geval zou zijn. Oorspronkelijk was, zooals gezegd, zijn plan geweest, haar na een poos bij zijn ouders te brengen, opdat het voor oordeel een weinig verdwenen zou zijn andere gebeurrenissen hadden hem in dat voornomen gesterkt. Hij dacht na een jaar terug te komen en het kon mogelijk zijn, dat zy Tesz voor dien tijd te zien kwamen, oer hij voor de tweede maal, en dan met haar vertrok. FInks werd er brood binnengebracht en Angel zette zijn verdere plannen uiteen. Zijne moeder kon hem niet vergeven, dat bij zijne vrouw niet voorstelde. Door baar moederlijk mcd< gevoel was zij door Angel'a opgeiogenheid over Ttsz aangeeft ken gewoidcn en reeds zooreer, Zaterdag 1.1. heeft te LIEN- DEN zekere vrouw R. zich door ophan ging van het leven beroofd. Toen haar zood, die als gewoonlijk met negotie den boer op was geweest, thuis kwam, vond hij zijne moeder levenloos hangen. De vrouw is een twintigtal jaren geleden krank zinnig geweest en genezen. Toch leed zij aan vlagen van zwaarmoedigheid en in eeu van deze buien schijnt zij de hand aan zich zelve geslagen te hebben. Z o n d a g-n acht heeft een ernstige brand plaats gehad in het 7 >n Lennepkwartier, op Nieuwer-Am- stelsch gebied, net pas voltooide huis op den hoek van de Borger— en Ten Kate- stnten, waarvan nog slechts de beneden verdieping bewoond was door den winkelier Van den Bos, geraakte in biand, doordat eeu der kinderen van den bewoner een staandelamp omverwierp. In een oogen- hlik was de kamer geheel in vlammen. Juffrouw v. d. Bos slaagde er in, hare kin deren, waarvan er twee thuis waren, door een venster op straat te brengen en zelf ook veilig weg te komen, zonder echter van hare bezittingen iets te kuiiDen red den. Tegen tien uur stond het geheele hoekhuis, dat aan beide straten drie ramen breed is en vier verdiepingen heeft, in lichtelaaie. Van binnen is het geheele huis uitge brand. Gelukkig is de houten pui van den winkel niet slechts voor de helft aan getast, anders zou er zeker een instorting hebben plaats gehad vau de muren der drie bovenverdiepingen, die aan de hoekzijde geheel op het bout rusten. Een deel vari de bovenverdieping, aan de Burgerstraat, is ingestort. De bewoner was met een der kinde ren op reis, terwijl twee andere kinderen op straat waren. Zooals boven vermeld, Wiis de moeder met twee kinderen thuis, toen de brand uitbrak. Zij werden door de buren welwillend opgenomen. De winkel was verzekerd voor f 10000. Door den hu1p-posthode S., van Tiel op Varik, is bij de politie aangifte gedaan, dst hij Vrijdagavond omstreeks ba'fscht is aangevallen door dat zij zichzelve voorhield, dat er uit het ne- derige Nazereth wat goeds was gekomen, zoodat een boerenwoning in Talbo'h«ys ook wel een schoona vrucht kon opleveren. Zjj verloor Clare eeen enkel oogenhlik uit het oog, terwijl hij at. „Kunt gij mij haar niet beschrijven f Ik ben ervan overtuigd, dat zij zeer mooi moet zijn, Angel". „Dat begrijpt ge," zeide hij, achter scherts zijne bitterheid verbergend. „En toch zeker ook braaf en rechtscha pen P" „Braaf en rechtschapen, is zij". „Ik zie haar soms duidelijk voor mij. Gij zeidet vroeger, dat zij een lief figuurtje had, met bevallige vormen zij had roode lip pen. donkere wimpers en wenkbrauwen; het haar draagt zq in een dikken knot en de oogen «ijn diep-donker vioiet-blauw'. „Ja moeder, zoo is het". ,Ik zie haar precies voor mij. En daar zij zoo afgescheiden van de wereld leefde, had zij voor u zeker nauwelijks een jongenman ontmoet". „Nauwelijks". „Gij waart dus haar eerste liefde". „Dat was ik*. „Het zijn niet de slechtste vrouwen, die frissche roodwangige meisjes van het land. Ik had al gedacht dat mijn zoon, nu hjj toch landbouwer worden zou, bet wellicht beter voor hem zou oordeelon, een vrouw te ne men, die aau het vrije leven gewoon is". Zijn vader was weinig inschikkelijk maar toen het nar voor het lezen kwam, zeide de oude man tot zijne vrouw „Daar Angel gekomen is, geloof ik, dat wij beter deden het een-eo-dertigste hoofdstuk der spreoken te kiezen, dan het hoofdstak dat na aan de beurt is. „Gij hebt gelijk", zeide mevrouw Clare „De woorden van koning Lemnël (zij kon- de de bijbel evenals baar maa door en door) „Mijn zoon, uw vader heeft besloten, ons het kapittel uit de Spreuken tot lof eeuer deugd zame vrouw voer te lezen. Moge de hemel haar beschotten op al haar wegen." Clare werd de keel als dichtgeknepen. Het draagbare leesgestoelte werd midden in de kamer geplaatst en de oude heer Clare begon met de voorlezing van het tiende vers van het gekozen hoofdstuk. „Wie zal eene deugdelijke huisvrouw vin der want hare waardij is verre boven de robijnen. Het hart haars boeren vertrouwt op haar, zoodat hum g en goed zal ontbre ken. Zy doet hem goed en g« en kwaad, alle de dagen haars levens. Zjj zoekt wol en vlas. twee personen, die van hem eischten da /hij den postzak zon afgeven. ToeD S. hier aan geen gevolg gaf, werd hij met een stok op het achterhoofd geslagen, waar door hij op den grond viel. Na zich spoedig weder opgericht te hebben, schoot S. zijn revolver op de aanvallers af, waardoor dezen het hazenpad kozen. Een streep door de reke- n i n g. Naar de Echo van het land vaD Gnijk mededeelt, had een drietal pachters te Hapa het ongeluk gepasseerden zomer hunne veelbelovende velden te zien verhagelen, waardoor zij een groote schade leden. De Ministei verleende aan de getroffen be zittingen een j»ar vrijdom van grondlasten. Toende pachters de vorige week hunne pacLt- penningen aan een gevolmachtigde van de eigenaars kwamen afdoen, ve>zochten zij, om in 't bezit gesteld te worden van de geschonken belastingpenningen, daar zij en niet de eigenaar de lijdende partij geweest waren, doch dit werd hun geweigerdDe hee ren behielden de benefice en de pachters leden de schade. Men schrijft uit TERBORG Door een Duitschen jager, C. uit Em merik, is een schot gelost op een jongen, omdat deze tegen den jager zeide„dat zijn tamme eenden'; daar rnoogt gij niet op schieten." Voor het eertte schoot wist de jongen zich te verbergen achter een boom, doch toen hij daarop vluchtte, kreeg hij nog een tweede schot zoodanig, dat hij in ver schillende lichaamsdeelen hagelkorrels kre<g en genoodzaakt is het bed te honden. Do veehandelaar DeVries te LEER (Oost Friesland) vermiste Vrij dag p. ml 5000 mark, b staande in goud geld en papiergeld Aangezien men geen spoor van inbraak kon bespeuren, begon hij argwaan op de bij hem wonende 18—jari ge dienstbode te krijgen, die echter eerst alles standvastig bleef ontkennen. De poli tie, van de zaak verwittigd, gelukte het spoedig ,het meisje tot bekentenis te bren gen. Zij had de som geld onder do steen kolen in den kelder verborgen. Ze is ge arresteerd. en werkt met lust harer handen. Zij is als de schepen eens koopmans, zij doet baar brood van verre komen. En zij s'aat op als het nog nacht is, en geeft haren huize spijze, en haren dienstmaagden het bescheiden deel. Zij gordt hare lendenen met kracht en zij versterkt hare armen. Zij breidt hare hand palm uit tot den ellendige en zij steekt hare handen uit tot den nooddruftige. Zij beschouwt de gangen van haar huis en het brood der luiheid eet zjj niet. Hare kinderen Btaan op en roemen haar welgelukzalig, ook haar man en hij prijst haar, zeggende: Veledochteren hebben deugdelijk gehandeld, maar gij gaat die allen te boven." Toen de voorlezing ten einde was, zeide de moeder: „Ik heb onwillekeurig daarover moeten denken, boe dit kapittel, dat uwe waarde vader ons voorgelezen heeft, in eenige zijner hjj 'Onderhedun zoo goed op de vrouw past, die gij u hebt uitverkoren. Gy ziet, die volkomeue vrouw, was een arbeidzame, niet een lediggangster, niet een fijne dame, maar eene die hand en hoofd en hart, n den dienst harer naasten stelde. Hare zonen komen en prijsen haar welgelukzalig, haar man looit haar: Vele dochtereo hebben deugdelyk ge handeld, maar zij gaat die allen te boven." O, ik wensch, dat ik haar spoedig zien zal. Daar zij rein en deugdzaam is, is zy mij van harte welkom." Clare kon het nie langer meer uithouden. In zijne oogen kwamen de tranen te voor schijn, die zwaar schenen als gesmolten tin. Hg zeide haastig die beide edele zielen goe den nachtdie beiden, die hem zoo innig lief hadden, dia noch van de wereld, noch van het vleesch, ja zelfs geen denkbeeld hadden van den duivel in han eigen hart en voor wien dat alles iets onbestemds, iets on begrijpelijks was. Hij ging naar boven, naar zyn kamer, Zjjue moeder volgde hem en klopte aan zjjn deur. Clare opende en zag zijn moeder buiten staan, met zorg in haar trouwe oogen, „Angel," vroeg zij, „scheelt je iets, datgjj zoo vroeg naar boveu zijt gegaan P Ik ben er van overtuigd, dat er iets aan ontbreekt." „Ja moeder, ik ben ontstemd." Door haar, niet waar P Ik heb het reeds dadelijk bemerkt het moet om haar zijn! Hebt gij in de eerste huwolgksdagen reeds ongenoegen gehad." „Nu juist geen ongenoegen, maar er ont stond verschil van meening insschen ons I" „Angel, is zy werkelijk een jouge «rouw die zich niets omtrent haar vroeger leven heelt te verwij'en?* Met het instinot eener liefhebbende moeder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1