Donderdag 15 Januari 1896,
40ste Jaargang No. 3063.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTEEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
Bureau: £CHA«E!¥, Laan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenlandsch Nieuws,
FEUILLETON.
SCHAGER
Algemeen Wiens-,
COURANT.
Almtentie- Lniliinitlai
In een vrij druk bezochte
vergadering van landbouwers uit Wie-
ringerwaard en omstreken, is met bij
na algemeene stemmen besloten voor den
15en Februari niet te contracteeren voor
den verbouw van suikerbeetwortelen be
neden den prijs van 10 gld. per 1000
K. G. Aanleiding tot dit besluit vond men
in dit teit, dat in andere streken wel te
gen dien prijs wordt gecontracteerd.
De handelaar in Manufac
turen K., uit Wieringerwaard, was
vrijdagavond met kar en ket io den
Waardpolder. Toen hij om wilde
keereD, liep de ket achteruit, met het ge
volg, dat alles in de Molensloot terecht
kwam. K. wist in tijds van zijn voertuig
te springen, sneed de strengen door en met
behulp van inmiddels toegeschoten arbei
ders werd alles weer op den wal gehaald.
K. heeft eenige waterschade geleden.
—In de kolfbaan van den
heer Jb. Ootjen te Barsingerhorn
werd op den avond van Zondag, den 12en
dezer, door het rederijkersgezelschap O. O.
van Hoogwoud opgevoerd, het blijspel
van G. van Moser, getiteldhen man
van de wereld.
Deze tooneelvoorstelling heeft algemeen
voldaan en gaf het bewijs, dat het stuk
van „von Moser" met zorg was bestu-
t deerd door dames en heeren van O. O.
Dat het aantal toeschouwers niet zeer
groot was, is dan ook wel niet te wijten
geweest aan gebrek aan ijver bij de wer
kende leden der rederijkerskamer.
Door de VereenigÏDg
D. D. te Kolhorn, is ren adres ver
zonden aan deu Raad der Gemeente Bar
singerhorn. Daarin wordt uiteengezet,
hoe de reorganisatie der Brandweer een
ernstig punt vaL behandeling is geweest
in de laatste vergaderingen, en tevens ge
wezen op de middelen en de wijzigingen
die tot verbetering zouden kunnen leiden.
Vermindering voor persoueel en gedeelte
lijke salarieering zijn de hoofdpunten
van dat adres.
Tot voorzitter van de af-
deeling „Noor d-H o 11 a n d" van het
Nederlandsch-Rundvee Stamboek is voor
den tijd van drie jaren benoemd, de heer
C. de Goede Hz,, te Purmerend.
Het 6de noordel ij k mu-
ziekfeest, dat dit jaar te GRONINGEN zou
worden gehouden, is uitgesteld tot 1897.
In zake den brand te HAL-
LUM van vrijdagnacht j.1. is de politie
ijverig werkzaam. Niemand twijfelt er
eigenljjk aan, of er is kwaadwilligheid in
het spel geweest. Omstreeks twee uur in
den nacht was de surveilleerende marechaus
see de boerderij nog gepasseerd zonder
eenig onraad te hebben gezieu een half
uur later stond de schuur in lichte laaie.
Ailes wijst op de waarschijnlijkheid, dat
het is gemunt geweest op den heer v. d.
M., die bij den brand dan o k vrij wat
schade lijdt, daar een zestal koeien, die
hem toebehoorden en in het vuur zijn
omgekomen, niet waren verzekerd. De
oorzaak der spanning, die sedert eenigen
tijd heerschte tusschen den heer v. d. M.
en de vlasbrakende arbeidende bevolking,
is hieruit voortgekomen, dat eerstgenoem
de, die nog wat vlas had ter bewerking,
dit, nadat bij in Hollum geen aecoord had
kunnen treffen, naar Het Bildt zond om
te worden geschoond.
Daar werkt men goedkooper, terwijl de
Raad dier gemeente, ter bestrijding van
werkeloosheid, een premie heeft gesteld op
den invoer van ruw vlas.
Hst is wenschelijk, ten einde meer ver
bittering hier te voorkomen, dat maatre
gelen worden getroffen, waardoor de uit
voer van ruw vlas uit deze gemeente
worde tegengegaan.
Terwij 1 de varkensuitvoer
naar Duitschland de laatste maanden ge
heel stil heeft gestaan, wordt thans —mis
schien naar aanleiding daarvan een le
vendige uitvoerhandel van geslachte varkens
uit de Veenkolonië naar Engeland via
Harlingen gedreven. Dit is de eeiste ait-
vierhandel in vee, die rechts'reeks uit
deze streken naar Engeland plaats heelt.
36.
VAH
Thomas Hardy.
HOOFDSTUK V.
Het was drie weken na de bruiloft, toen
Clare de hoogte opstApte, die naar zijn ou
derlijke wooing voerde. Terwijl bij deze
naderde zng bij den toren in de avondsche
mering opdoemen, als richtte deze eene ernsti
ge vermaning tot hem en alsof die hem vroeg,
met welk doe! hij hier gekomen was. Geen
enkel levend wezen scheen notitie van hem
te nemen en nog minder hem op te wach
ten. Hij kwam aan als een geest, en zelfs
de klank zijner eigen voetstappen had iets
onaangenaams voor hem.
Zijn levensheeld had zich verouderdvroe
ger meende hij het te kennen van uit zijne
overpeinzingen, nu dacht hij bet te kennen
als een zwaar beproefd en ervaren man. De
menuohheid stond hem nu niet meer voor
oogen in dat veredelende,verheerlijkende waas,
maar scherp en hoekig afgeteekend met
een loerenden blik en valsch oog.
Het leven dat hij geleid had gedurende
die paar weken, was zeer wispelturig ge
weest. Nadat hij werktuigelijk getracht had,
zijn landbouwkundige opvoeding verder te
vervolgen, daarin de lessen van groote
mannen volgend, kwam bjj al weldra tot
de slotsom, dat slechts weinige groote man
nen het maar zoover gebracht hadden, om
de vuurproef zelf te doorstaan. „Het is
de hoofdzaaklaat u niet in de war bren
gen," zegt de heidensohe moraal-prediker.
Zoo had Clare het ook gemeend en toch bad
de verwarring zich van hem meester gemaakt.
„Laat uw bart zich niet bezwaren,maar Iaat het
ook niet bevreesd zijn," zeide de groote Naza-
rener. Clare wilde zich getrouw aan deze
woorden houden en toch was hem het harte
zwaar geworden, vaak had hg gewenscht,
deze beide groote denkers eens te ontmoe-
ten, om zich als mensch tot hen te wen
den eu te vragen, hem de uitlegging hun
ner woorden te geven.
Zj:ne stemming sloeg in eene ver
drietige neerslachtigheid over, totdat hij
zich ten laatste voorpraatte, dat bij nog
skebts op zjjn eigen leven nederzag als een
onverschillige derde.
Wa* hem het meest verbitterde, was de
overtuiging, dat zijn troostelooze positie,
slechts door een toevallige omstandigheid
veroorzaakt was, doordat Tesz tot da fami
lie D'Urberville behoorde. Waarom had
hij, toen hjj te hooren kwam, dat Tesz
vaD zulk een geslacht afstamde, haar niet,
zijne grondbeginselen getrouw, links laten
liggen Dat was nu de straf geweest, vau
het verzaken van zijn overtuiging.
Dan werd hij angstig en onrustig en zij
ne onrust steeg steeds meer. Hij vroeg
zichzelf af, of hij niet liefdeloos gehandeld
had. Hij at en dronk zonder te weten, wat hij
deed. Gedurende het eentonig voorbijgaan
der dagen gevoelde en begreep hjj eerst
reoht, hoe innig en vurig hij Tesz bemin
de en hoe gelukkig haar bijzijn hem
maakte.
Bij zgn doelloos ronddwalen viel hem
in een voorstad van een kleine landstad een
rood en blauw gekleard biljet in het oog,
waarop de groote voortreffelijkheid van Bra
zilië werd opgehemeld. Land was er voor
een waren spotprijs te koop. Tess kon in
dit geval met hem medegxan en wellicht
was in dat land met zijne geheel andere
gewoonten en omgeving, haar bijzijn voor hem
niet stuiiend. Kortom, hjj gevoelde een ster
ke neiging, het met Brazilië te probeeren,
bijzonder omdat nu juist de tijd voor de
overvaart gunstig was.
Poor deze gedachten beziggehouden, rioh-
te hij zijne schreden naar Emmiaster, om
zijne ouders met zijne plannen op de hoog
te te brengen en hen zoo goed als het ging,
zijne scheiding met Tesz te verbloemen.
Clare had zijne onders het bezoek niet
aangekondigdhij viel daardoor de oude
lui onverwacht op het Ijji. Zgn vader en
moeder zaten beiden in de woonkamer, doch
geen enkele zijner broeders was aanwezig.
Angel trad binnen en trok de deur zacht-
kens achter zich toe.
„Ja maar wBar is uw vrouw, lie
ve Angel Dat noem ik nu eens eene ver
rassing I*
„Zjj is voor een tijdlang bij hare
moeder. Ik kom in haast hierheen, omdat
ik besloten heb, om naar Brazilië te
gaan."
„Naar Brazilië. Maar daar is alles Katho
liek."
„Zoo P Daaraan heb ik nog niet ge
dacht 1*
Maar zelfs de nieuwigheid en do weten
schap, dat hij naar een roomsch land gaan
zon, kon op den duur by zijn vader en zijn
moeder de belangstelling in het huwelijk
van hun zcon niet terughouden.
Een 17-jarig jongeling,
huisgenoot van den heer J. Klaaesen te
THEEBROEK, gem. Dwingeloo, nam een
naar hij meende ongeladen geweer ter
hand en hield het gericht op een drie
jarig meisj'e van dien heer. Het schot
ging af en trof het kind met volle la
ding in het voorhoofd, zoodat het dadelijk
stierf. De jongeling is gearresteerd.
Uit DOORNSPIJK wordt ge
meld;
Toen donderdagavond een paar jongens,
J. N. en J. v. K., uitgingen, werd eerst
genoemde op den weg door zekeren B.
Doornwatrd onverhoeds met een mes in
de rechterzijde der horstkas gestoken,
waardoor een zeer diepe wond werd ver
oorzaakt. Een geneesheer, wiens hulp werd
ingeroepen, vond den gekwetste in hoogst
bedenkelijken toestand. Praterij, waarbij
ook een meisje was betrokken, schijnt de
oorzaak van de daad te zijn. De dader
is gevankelijk naar Zwolle overgebracht.
Op nummer 905336 der v e r-
loting van voorwerpen, aangekocht op de
ten vorigen jare te Amsterdam gehouden
Wereldtentoonstelling, is de eerste prijs ge
vallen de gouden zuil, of f 100,000
gulden.
Van den verderen uitslag meldt men nog
het volgende
Nummers 477103, collier van paarlen
en diamanten; 318692, zilveren vaas;
1467984, diamanten broche 433384, eet
kamer ameublement, (122 stuks); 462662,
bureau Louis XIV; 1005225, salon-ameu
blement, (241 stuks)1136225, marme
ren beeld, La prêcheuse" op een kolom
1261112, eikenhouten kist met tafelzilver
750513, vitrine Lodewijk XV578357,
zilveren beeld; 805548, geborduurd por
tret van den Paus656711; vleugelpiano
32999, gebeeldhouwd beeld, //1'Aurore"
1181299, bronzen groep, #1'Adieu"
1041429, Japansche vaas, 1110229, da
mes-statiekleed 439016, piano van Pleijel
830770 canapé niet tafel, fauteuil en
hoekstoel, Btyle Empire; 521267, gebeeld
houwd meubel, Henri II; 940595, bureau
tafel367721, piano; 1013047, wit kora
len parasol246754, canapé, fauteuil, en
2 stoelen en 585505, coupe Lodewijk XIV.
„Wy kregen voor drie weken geleden het
bericht aan ow huwelijk,* zeide mevrouw
Clare, „uw vader stuurde u, zooals ge weet
de erfenis uwer peet. Het was het beste,
dat geen enkele van ons bij uw huwelijk
tegenwoordig was, temeer daar gij van uit
de boerderij en niet uit het ouderlijk huis trou
wen wildet. U zou het maar moeite ge
bracht en ons geen vreugde bereid hebben.
Uwe broeders gevoelen dat zeer goed. Nu,
dat is eenmaal gebeurd ec wanneer zij voor
uw vak geschikt is, dan kunt gi;, hoop ik,
gelukkig met haar worden. Doch ik had
gaarne haar eerst gezien of tenminste iets
naders van haar gehoord. Wij staarden
haar ook geen geschenk, omdat wij niet
wisten, wat zij aardig vinden zou; maar wij
hebben het alleen uitgesteld, Angel, nw
«ader noch ik hebben iets tegen n, wegens
uw huwelijktoch gelooven wij tegenover
□we vrouw een zekere teruggetrokkenheid
in acht te moeten nemen, tot wij haar ge
zien hebben. En nu hebt ge haar niet me
degebracht. Dat schijnt zonderling. Er is
toch niets gebeurd
Hij zeide, dat zij het voor het beste
gehouden hadden, dat zij naar baar eigen
ouders ging terwijl bij hierheen kwam.
„Ik wil daarmede niet zeggen, lieve moe
der," ging hij voort „dat het van den be
ginne af mijne meeniug is geweest, haar
zoolang van het ouderlijk huis verwijderd te
houden, totdat ik tot de overtuiging
kwam, dat zij zich voldoende zou weten
te presenteeren. Maar de gedachte aan
Brazilië ia zoo haastig opgekomen. Ga ik
daarheen, dan is het niet raadzaam, haar
dadelijk bij mijn eerste reis mede te nemen;
zij moet dan zoolang bjj haar moeder blij
ven, tot ik terugkom."
„En ik zal haar niet zien, voor gij beiden
vertrekt f
Hg geloofde, dat het wel niet vroeger het
geval zou zijn. Oorspronkelijk was, zooals
gezegd, zijn plan geweest, haar na een poos
bij zijn ouders te brengen, opdat het voor
oordeel een weinig verdwenen zou zijn
andere gebeurrenissen hadden hem in dat
voornomen gesterkt. Hij dacht na een jaar
terug te komen en het kon mogelijk zijn,
dat zy Tesz voor dien tijd te zien kwamen,
oer hij voor de tweede maal, en dan met
haar vertrok.
FInks werd er brood binnengebracht en
Angel zette zijn verdere plannen uiteen.
Zijne moeder kon hem niet vergeven, dat
bij zijne vrouw niet voorstelde. Door baar
moederlijk mcd< gevoel was zij door
Angel'a opgeiogenheid over Ttsz
aangeeft ken gewoidcn en reeds zooreer,
Zaterdag 1.1. heeft te LIEN-
DEN zekere vrouw R. zich door ophan
ging van het leven beroofd. Toen haar
zood, die als gewoonlijk met negotie den
boer op was geweest, thuis kwam, vond
hij zijne moeder levenloos hangen. De
vrouw is een twintigtal jaren geleden krank
zinnig geweest en genezen. Toch leed zij
aan vlagen van zwaarmoedigheid en in eeu
van deze buien schijnt zij de hand aan
zich zelve geslagen te hebben.
Z o n d a g-n acht heeft een
ernstige brand plaats gehad in het 7 >n
Lennepkwartier, op Nieuwer-Am-
stelsch gebied, net pas voltooide huis op
den hoek van de Borger— en Ten Kate-
stnten, waarvan nog slechts de beneden
verdieping bewoond was door den winkelier
Van den Bos, geraakte in biand, doordat
eeu der kinderen van den bewoner een
staandelamp omverwierp. In een oogen-
hlik was de kamer geheel in vlammen.
Juffrouw v. d. Bos slaagde er in, hare kin
deren, waarvan er twee thuis waren, door
een venster op straat te brengen en zelf
ook veilig weg te komen, zonder echter
van hare bezittingen iets te kuiiDen red
den. Tegen tien uur stond het geheele
hoekhuis, dat aan beide straten drie ramen
breed is en vier verdiepingen heeft, in
lichtelaaie.
Van binnen is het geheele huis uitge
brand. Gelukkig is de houten pui van
den winkel niet slechts voor de helft aan
getast, anders zou er zeker een instorting
hebben plaats gehad vau de muren der drie
bovenverdiepingen, die aan de hoekzijde
geheel op het bout rusten. Een deel vari
de bovenverdieping, aan de Burgerstraat,
is ingestort.
De bewoner was met een der kinde
ren op reis, terwijl twee andere kinderen
op straat waren. Zooals boven vermeld,
Wiis de moeder met twee kinderen thuis,
toen de brand uitbrak. Zij werden door
de buren welwillend opgenomen.
De winkel was verzekerd voor f 10000.
Door den hu1p-posthode
S., van Tiel op Varik, is bij de politie
aangifte gedaan, dst hij Vrijdagavond
omstreeks ba'fscht is aangevallen door
dat zij zichzelve voorhield, dat er uit het ne-
derige Nazereth wat goeds was gekomen,
zoodat een boerenwoning in Talbo'h«ys ook
wel een schoona vrucht kon opleveren. Zjj
verloor Clare eeen enkel oogenhlik uit het
oog, terwijl hij at.
„Kunt gij mij haar niet beschrijven f Ik
ben ervan overtuigd, dat zij zeer mooi moet
zijn, Angel".
„Dat begrijpt ge," zeide hij, achter scherts
zijne bitterheid verbergend.
„En toch zeker ook braaf en rechtscha
pen P"
„Braaf en rechtschapen, is zij".
„Ik zie haar soms duidelijk voor mij. Gij
zeidet vroeger, dat zij een lief figuurtje had,
met bevallige vormen zij had roode lip
pen. donkere wimpers en wenkbrauwen; het
haar draagt zq in een dikken knot en de
oogen «ijn diep-donker vioiet-blauw'.
„Ja moeder, zoo is het".
,Ik zie haar precies voor mij. En daar
zij zoo afgescheiden van de wereld leefde, had
zij voor u zeker nauwelijks een jongenman
ontmoet".
„Nauwelijks".
„Gij waart dus haar eerste liefde".
„Dat was ik*.
„Het zijn niet de slechtste vrouwen, die
frissche roodwangige meisjes van het land.
Ik had al gedacht dat mijn zoon, nu hjj
toch landbouwer worden zou, bet wellicht
beter voor hem zou oordeelon, een vrouw te ne
men, die aau het vrije leven gewoon
is".
Zijn vader was weinig inschikkelijk maar
toen het nar voor het lezen kwam, zeide de
oude man tot zijne vrouw
„Daar Angel gekomen is, geloof ik, dat
wij beter deden het een-eo-dertigste
hoofdstuk der spreoken te kiezen, dan het
hoofdstak dat na aan de beurt is.
„Gij hebt gelijk", zeide mevrouw Clare
„De woorden van koning Lemnël (zij kon-
de de bijbel evenals baar maa door en door)
„Mijn zoon, uw vader heeft besloten, ons het
kapittel uit de Spreuken tot lof eeuer deugd
zame vrouw voer te lezen. Moge de hemel
haar beschotten op al haar wegen."
Clare werd de keel als dichtgeknepen. Het
draagbare leesgestoelte werd midden in
de kamer geplaatst en de oude heer Clare
begon met de voorlezing van het tiende vers
van het gekozen hoofdstuk.
„Wie zal eene deugdelijke huisvrouw vin
der want hare waardij is verre boven de
robijnen. Het hart haars boeren vertrouwt
op haar, zoodat hum g en goed zal ontbre
ken. Zy doet hem goed en g« en kwaad, alle
de dagen haars levens. Zjj zoekt wol en vlas.
twee personen, die van hem eischten da
/hij den postzak zon afgeven. ToeD S. hier
aan geen gevolg gaf, werd hij met een
stok op het achterhoofd geslagen, waar
door hij op den grond viel. Na zich
spoedig weder opgericht te hebben,
schoot S. zijn revolver op de aanvallers af,
waardoor dezen het hazenpad kozen.
Een streep door de reke-
n i n g.
Naar de Echo van het land vaD Gnijk
mededeelt, had een drietal pachters te Hapa
het ongeluk gepasseerden zomer hunne
veelbelovende velden te zien verhagelen,
waardoor zij een groote schade leden.
De Ministei verleende aan de getroffen be
zittingen een j»ar vrijdom van grondlasten.
Toende pachters de vorige week hunne pacLt-
penningen aan een gevolmachtigde van de
eigenaars kwamen afdoen, ve>zochten zij,
om in 't bezit gesteld te worden van de
geschonken belastingpenningen, daar zij en
niet de eigenaar de lijdende partij geweest
waren, doch dit werd hun geweigerdDe hee
ren behielden de benefice en de pachters
leden de schade.
Men schrijft uit TERBORG
Door een Duitschen jager, C. uit Em
merik, is een schot gelost op een jongen,
omdat deze tegen den jager zeide„dat
zijn tamme eenden'; daar rnoogt gij niet
op schieten."
Voor het eertte schoot wist de jongen
zich te verbergen achter een boom, doch
toen hij daarop vluchtte, kreeg hij nog
een tweede schot zoodanig, dat hij in ver
schillende lichaamsdeelen hagelkorrels kre<g
en genoodzaakt is het bed te honden.
Do veehandelaar DeVries
te LEER (Oost Friesland) vermiste Vrij
dag p. ml 5000 mark, b staande in goud
geld en papiergeld Aangezien men geen
spoor van inbraak kon bespeuren, begon hij
argwaan op de bij hem wonende 18—jari
ge dienstbode te krijgen, die echter eerst
alles standvastig bleef ontkennen. De poli
tie, van de zaak verwittigd, gelukte het
spoedig ,het meisje tot bekentenis te bren
gen. Zij had de som geld onder do steen
kolen in den kelder verborgen. Ze is ge
arresteerd.
en werkt met lust harer handen. Zij is als
de schepen eens koopmans, zij doet baar
brood van verre komen. En zij s'aat op als het
nog nacht is, en geeft haren huize spijze,
en haren dienstmaagden het bescheiden deel.
Zij gordt hare lendenen met kracht en zij
versterkt hare armen. Zij breidt hare hand
palm uit tot den ellendige en zij steekt hare
handen uit tot den nooddruftige. Zij beschouwt
de gangen van haar huis en het brood der
luiheid eet zjj niet. Hare kinderen Btaan op
en roemen haar welgelukzalig, ook haar man
en hij prijst haar, zeggende: Veledochteren
hebben deugdelijk gehandeld, maar gij gaat
die allen te boven."
Toen de voorlezing ten einde was, zeide
de moeder:
„Ik heb onwillekeurig daarover moeten
denken, boe dit kapittel, dat uwe waarde
vader ons voorgelezen heeft, in eenige zijner
hjj 'Onderhedun zoo goed op de vrouw past,
die gij u hebt uitverkoren. Gy ziet, die
volkomeue vrouw, was een arbeidzame, niet
een lediggangster, niet een fijne dame, maar
eene die hand en hoofd en hart, n den dienst
harer naasten stelde. Hare zonen komen en
prijsen haar welgelukzalig, haar man looit
haar: Vele dochtereo hebben deugdelyk ge
handeld, maar zij gaat die allen te boven."
O, ik wensch, dat ik haar spoedig zien zal.
Daar zij rein en deugdzaam is, is zy mij
van harte welkom."
Clare kon het nie langer meer uithouden.
In zijne oogen kwamen de tranen te voor
schijn, die zwaar schenen als gesmolten tin.
Hg zeide haastig die beide edele zielen goe
den nachtdie beiden, die hem zoo innig
lief hadden, dia noch van de wereld, noch
van het vleesch, ja zelfs geen denkbeeld
hadden van den duivel in han eigen hart en
voor wien dat alles iets onbestemds, iets on
begrijpelijks was. Hij ging naar boven, naar
zyn kamer,
Zjjue moeder volgde hem en klopte aan
zjjn deur. Clare opende en zag zijn moeder
buiten staan, met zorg in haar trouwe oogen,
„Angel," vroeg zij, „scheelt je iets, datgjj
zoo vroeg naar boveu zijt gegaan P Ik ben
er van overtuigd, dat er iets aan ontbreekt."
„Ja moeder, ik ben ontstemd."
Door haar, niet waar P Ik heb het reeds
dadelijk bemerkt het moet om haar zijn!
Hebt gij in de eerste huwolgksdagen reeds
ongenoegen gehad."
„Nu juist geen ongenoegen, maar er ont
stond verschil van meening insschen ons I"
„Angel, is zy werkelijk een jouge «rouw
die zich niets omtrent haar vroeger leven
heelt te verwij'en?*
Met het instinot eener liefhebbende moeder