TKSZ,
Donderdag 23 Januari 189S.
40ste Jaargang JTo. 3065.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
Bureau: 8CHAGE5J, liaan, II 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
GemeenteSchagenJ
Bekendmakingen.
FEUILLETON.
Binnenlaudsch Nieuws.
Tessel, 20 J a d. I n de v e r-
gadering van den Tesselschen schippers
en visschersbond, is besloten, zich eerlang
tot de regeering te wenden met het ver
zoek, om titel VII, aitt. 443462 Wet
boek van Koophandel in dien geest aan
te vallen, dat het bedrag van bergloon
voor op zee opgeviachte voorwerpen nauw
keuriger bepaald wordt. Dit zou zeer in
het belang zijn der arme visschers, die
vaak met groot gevaar goederen opvisschen
en dan een karig bergloon ontvangen.
Anna Paulowna, 21 Januari
SEHACEE
AIieieei Nieiws-
CODRAHIT.
Aiitrmtit- Laoiloivllai
Da Voorzittsr van den Gemeenteraad te
SCHAGEN Doodigt bij deze, naar aanlei
ding van art. 7 der wet van 4 Joli 1850
(Staatsblad No. 37), gewijzigd bij art.,
VII der wet van 6 November 1887»
(Staatsblad No. 193) de mannelijke inwo
ner» der gemeente uit, om, zoo zij in eene
andere gemeente in de personeele belasting,
dienst 1894/95, ter zake van hunne wo-j
ning naar eene hoogere huurwaarde dan
die, welke volgens art. 1, letter a. en b.
van de wet van 24 April 1843 (Stasts-I
blad No. 15), o! in de grondbelasting
dienst 1895 in eene andere gemeente oi
in meer gemeenten te zamen tot een be-,
drag van ten minste f 10,zijn aange
slagen, daarvan door overlegging der voor
voldaan geteekende aanslagbiljetten vóór
15 Februaii a. s. te doen blijken.
Evenzoo worden oitgenoodigd de manne
lijke inwoners der gemeente, hoofden van.
gezinnen of alleen wonende personen zijn-1
de, die van den inwonenden eigenaar of
eersten huurder van een woonhuis of
afgezonderd gedeelte van het woonhuis,
waarvan de huurwaarde voor de personee
le belasting ten minste op het dubbele
gesteld is van bet laagste in deze ge
meente voor den vollen aanslag vereischte
bedrag zijnde f 24, gedurende 9 maanden
voorafgaande aan den 15en Februari a. s.,
een gedeelte in huur hebben gebad en
bewoond, «aarvoor geen afzonderlijk aan
slag in de persooneele belasting geschiedt,
maar waarvan de jaarlijksche huurwaarde,
ongestoffeerd, in verhouding tot de be
lastbare huurwaarde van het woonhuis of
afgezonderd gedeelte van het woonhuis
geschat, het voormelde bedrag van f 24,
bereikt, daarvan onder overlegging
van de gevorderde bescheiden, vóór
15 Februari a. s. aangifte te
doen.
38.
vas
Thomas Eardy.
De weerzin om de ouders van Angel om
hulp te vragen, zou mettertijd, meende Tesz,
wel bedaren wat haar eigene ouders betrof
was juist bet tegendeel bet geval; zij kon
et niet toe geraken hen te bezoeken. Na bet
korte bezoek, dat zij beD gebracht had, kort
na haar huwelijk, hadden de?e lieden niet
andera gemeend, dan dat zg heenging, om
zich voor altijd met haren echtgenoot te ver
eenigen en zij bad niets gedaan om hen
uit den droom te helpen; zij wachtte rustig
zijn terugkomst af met de door niets gewet
tigde boop dat hij wel spoedig zoo terog-
keeren. Hare ouders de waarheid mede te
deelen, dat rij een arme vrouw was, afhan
kelijk van den arbeid barer handen, dat zen
te veel voor haar geweest zijn.
Daar schoten haar de diamanten in de ge
dachte. Zg wist niet waar Clare ze gebracht
had; maar al spoedig kwam zij tut de slot
som dat ze haar, in de verhondiug waarin
ze tot elkander stouden, in bet geheel niet
toekwamen.
Intuaseben waren de dagen van haar echt
genoot niet zonder zorgen voorbijgegaan.
Oogenblikkelijk werd hij door de koorts
aangetast, nadat hg eerst een onaangename
en ruwe zeereis achter den rug had.
Nadat Tesz zich van haar laatste goud
stuk had gescheiden, was zg van verdere
middelen ontbloot gedurende het jaargetij
de, dat bet zeer moeielgk is werk te vin
den. Niet bewnst, hoe zelden in
telligentie, energie, gezondheid en arbeids-
lnst in alle levenskringen vereenigd zijn, bad
zg geen trek in buiselgk weikzij was
bang voor steden, groote hnizen, menscben
met geld en invloed, en voor itder ander
die geen boer was.
De kleine melkergen, die haar des zomers
werk versobaft hadden, hadden nu geen werk
meer. Een onderkomen zon baar wellicht
in Talbotbays niet geweigerd zijn geworden,
wellicht den ook slechts met het oog op
haar positie; maar zij bon riet besluiten
daar been te gaan, dat zoo haar te vele her
inneringen baren.
Zg bevond zich nn op weg naar een
diep in bet lard liggende pachttoeve, waai-
Tea slotte wordt herinnerd, dat de man
geacht wordt te betalen den aanslag zijner
vrouw in de grondbelasting, de vader dien
zijner minderjarige kinderen, wegens de
goederen, waarvan hij het vruchtgenot heeft,
en dat aanslagen in de grondbelasting we
gens onverdeelde onroerende goederen, óók
gelden voor den mede-eigenaar, wiens naam
niet bij' den aanslag in het kohier is ver
meld, mits zijn aandeel in dien aanslag
ten minste f 10,bedraagt.
De modellen voor de aangiften, bedoeld
bij art. 1, letter C. en het 4e lid van
art. 7 in verband met art. 1, letter B.
der wet, zijn kosteloos ter secretarie dezer
gemeente verkrijgbaar.
Schagen, den 21 Januati 1896,
De Voorzitter voornoemd,
S. BERMAN.
Zondag, den 19 Februari,
brandde het huis, bewoond door den timmsr-
manP. Oorthuis en den winkelier J. Jongkind
te Heer Hugowaard, door onbekende
oorzaak tot den grond af.
De inboedels van beide gezinnen gingen
mede in de vlammen op.
Tijdens het uitbreken v»n den brand was
niemand der bewoners thuis. Oorthuis en zijn
gezin waren den vorigen dag uitgegaan
Jongkind was ter kerk eD zijne vrouw bij
een der buren.
Ook het hoofdbestuurvan
het Nederlandscb Onderwijzers GeDoot-
schap heeft zich met een adres gewend tot
H. M. de Koningin-Regentes, waarin het,
met betrekking tot de bekende zaak-
Akkerman, verzoekt, het besluit van
Ged. Staten van Noord-Holland waar
bij goedkeuring werd onthouden asD het
besluit van den gemeenteraad van Sint-
Maarten om den onderwijzer Akker
man eervol te ontslaan te willen hand
haven.
Het hoofdbestuur stelde een onderzoek
in naar de feiten die aanleiding hebben
kunnen geven tot het verleenen van onge
vraagd ontslag en zest daaromtrent:
heen zg door Mariau in een brief was heen
geroepen, die haar eerst na groote omwe
gen had bereikt. Marian had ergens ge
hoord, wellicht van Izz Hnett, dat Tesz bij
baar man vandaan was, en toen h»d het
goedmoedige meisje, na aan den drank ver
slaafd, in een goede bui geschreven, dat eg
ook naar die hoeve zon gaan en dat
het haar aangenaam zon zijn, daar
Tesz ook te zien, daar er nog een plaats
over was, tenminste zoo het waar was, dat
zij weder net als vroeger met haar handen
het brood verdienen moest.
Met het korter worden van de dagen, was
bij Tesz de hoop op eene verzoeiiiog met
baar man ook meer en meer verdwenen, en
zg kreeg in haar geheele wezen iets onna
tuurlijks en droomerigs, dat hsar nog maar
slechts werktnigelgk den strgd om het bestaan
deed voeren.
Onder de bedenkelijkheden van haar verla
ten toestand, was niet de mioste, een
zekere deftigheid, die zij van Clare bad over
genomen en die het aantrekkelijke van haar
wezen nog aanmerkelijk verhoogde. Zoolang
zij de kleederen nog droeg, die zg in haar
bruidsdagen zioh had aangeschaft, vrijwaar
de haar znlks voor onbetamelijkheden, wan
neer do en dan eens een oog met welge
vallen op haar rustte; maar zoodra zij ech
ter genoodzaakt werd, het grove kleed der
veldarbeidster aan te trekkeD, moest zij me
nig ongepast en kwetsend woord aanhooren;
toch ondervond rij niets dat haar bepaald
▼rees inboezemde, tot er iets gebenrde in een
achtermiddag in November.
Zij had den weg naar de in het Hoogland
gelegene pachthoeve ingeslagen, juist in
de richting van het door ADgel'a vader be
woonde dorp.omdAt het denkbeeld, eens onbe
kend in dat hoiz te komen, voor haar een
groote bekoorlgkheid bad. Maar daar baar
eigenlijk doel booger lag, was zg weldra
verplicht, meer oostelijk te gaan en sloeg te
voet den weg Daar het dorp Cbaik-Newton
in, waar zij wilde overnachten.
De straat slingerde zich lang en eentonig
voort en daar de dagen reeds kort werden,
viel de duizternis neer, vcor Ttaz baardoel
in het oog had. Zij had den top van een
bcnvel bereikt vanwaar zg de straat in al
bare wendingen kon overzien; toen tij ach
ter zich schreden vernam en weinige oogin-
bükken later door een man werd ingehaald.
Hg trad lsngs Tezs heen en zeide:
Goeden avond, schoon kind,* waarop zg
beleefd antwoordde.
Ofschoon de duisternis reeds begon te
vallen en de omtrek reeds in bet donker
lag, was het nog licht genoeg, om iemands
dat het tot do overtuiging is gekomen,
dat aan den ouderwijzer Akkerman niets
anders kan worden ten laste gelegd, dan
dat hij geheel onwillekeurig, verzuimd heeft
verlof te vragen om zich uit de gemeente
te verwijderen, toen hij wegens ernstige
ziekte zich ter verpleging in het Burger-
Ziekeahuis te Amsterdam moest doen op
nemen, voor welk verzuim bij bij schrijven
van den 29en Augustus 1895 aan den
Raad der gemeente deemoedig verontschul
diging heeft gevraagd;
en mocht al voor dat verzuim eene ern
stige berisping verdiend zijn, ontslag uit
zijne betrekking is voor den jon/en onder
wijzer, die overigens tot groote tevreden
heid van de autoriteiten zijne taak verricht
te, eene te zware straf, al meent men ook
geene rekening te moeten honden met zijn
ziekelijken toestand in dien tijd.
De Gemeenteraad van Win
schoten heeft tot directeor der gasfa
briek benoemd den heer J. W. J. Klaas-
sen aldaar,
Door haar hoed gered!
Een dame te Scheveningen deelt
mede, dat zij door haar hond van een
groot gevaar werd gered. Nadat zij om
streeks 10 uur te bed was gegaaD, werd zij
tegen 11 nur door den hond gewekt, die
door hijgen, blazen en krabben haar wak
ker maakte. Opstaande bemerkte zij, dat
in de kenken, waar de hond 's nachts
verblijf hield, een begin van brand was
ontstaan. Gelukkig was de keukendeur
opengelaten, zoodat het trouwe dier zijn
meesteres kon waarschuwen, die nu het
gevaar in den aanvaDg wist te stuiten.
H. Ct.
Zondag werd te Purmerend
eene vergadering gehouden van muziekdi
recteuren van den Prov. Bond van Harmo
nie- en Fanfarecorpsen in Noord-Holland.
Tot leden der Jury voor den in Juli te
Beverwijk te houden wedstrijd,werden
benoemd de herren: Richard Hol te Utrecht,
G. Mann te Leiden, H. Völlmar te 's-Gra-
venhage, G. K. G. van Aken te Amers
foort en Jos. Kessels te Brussel.
Hierna werden de verplichte nummers
voor den wedstrijd vastgesteld.
trekken te doen herkennen. De man draaide
zich om, toeD hij haar voorbij was en Haarde
haar aan.
„Duizend donders, dat is waarachtig de
meid, die in Trantridge geweest is die
vriendin van den jongenheer D'UrbervilleP
Ik was toenmaals ook daar, ofschoon ik er
no niet meer ben".
Zij herkende in bem dien rGode jongen,
wien Angel in de herberg dien vuistslag had
toegediend, omdat hij haar beleedigd had.
Zij werd door een kwellende angst aange
grepen tij gaf hem geen abtwoord.
„Zeg nn eecs dat het waar is, wat ik
loeDtnaals tegen ow hoogverheven gemaal
beb gezegd, hè, slnwe heks I No moest je
mij Dog om vergiffenis vragen, voor wat hij
mij toenmaals deed."
Tesz kon nog steeds geen antwoord ge
ven. Voor haar gejaagde ziel scheen er
maar één nitweg. Zij nam plotseling de
beenen bij elkaar en vloog pijlsnel been,
zonder om te zien, de straat volgend, tot
zij aan eeD deor kwam, die direct toegang
tot een afgesloten boschroimte gaf. Tesz
snelde daar binnen en drong zoo diep in
het groen door, tot eene ontdekking bgna
niet meer mogelijk scheen.
De blaren onder hare voeten waren droog
en het gebladerte van altijd groen zijnde
biroiken, die onder de hooge boomen groei
den, boden bescbntting voor den regen ge
noeg. Tesz haalde zooveel mogeljk deze
bladeren bgeeo, maak e daar eeD stapel,
en een soort bed van en kroop daariD.
De slaap die haar oogleden sloot, waa na
tuurlijk een onmatige. Zg geloofde gebeim-
sinnig stemmen te booren, overtuigde sich
er eohter van, dat het de wind waa. Zij
zeg in haar gedachten baar man aan de
andere zijde van den wereldbol in een warm
klimaat, terwijl zg bier in de konde lag.
Zoo er op de wemld, nog wel znlk een el
lendige zijn als zg vroeg Tesz zich afen
aan haar verloreo leven denkend, zeide zg
„Alles ia gdel." Zg herhaalde bet woord
werktuigelijk, totdat zij ten laaiste meende,
dat zg eigenlgk in den tegenwoordigen tijd
niet meer thuis behoorde. Salomon had dat
recdz voor twee dnizend jaren nitgesproken
en al behoorde zg niet tot de groote den
kers, zij ton in hare veroordeeling nog
verder gegaan zijn. Wanneer alles slechts
jjdel wps, wat zon er dan nit geboren knn-
nen worden Ach, bet was nog erger dan
gdel, ongerechtigheid, IgdeD, misdand en
dood. De vroow van Angel Clare streek
met baar baDd ever baar voorhoofd, en
voelde onder baar ztchUn boid, zeer duide
lijk 4e welving van baar sebedcJ en den
- De eigen begratenisfondseD, zooaïi
ze genoemd worden, zijn thans op alle
dorpen van ons eiland gevestigd zij wor
den alle kosteloos beheerd, bezitten ruime
kassen en deze laten toe, dat hoogstens
6 a 9 maanden contributie betaald be
hoeft te worden, terwijl de uitkeeringen
booger zijn dzu van elders gevestigde fond
sen van dien aard.
De deelneming in begrafenissondsen el
ders is dan ook verbazend verminderd en
zal stellig binnen ettelijke jaren geheel
geëindigd zijn. handelsblad.
Met een zekere voorliefde
zijn te Kolhorn door Dames- en Hee-
ren-dilettanten, de tooneelwerken ingestu
deerd die a. s. Zondag opgevoerd zollen
worden, ten voordeele van het eerstvolgen
de schoolfeest. Het is dan ook bui
ten twijfel dat „S of Z* van Jnstus v.
Maurik een stnk is, dat goed in elkander
zit en meer dan waard, gezien te worden;
kortom, als de uitvoering beantwoordt aan
de verwachtingen, die de repetities doen
koesteren, dan kan de 26 Januari een ge
notvollen avond geven.
E en werkman van den heer
J. Blaauwloer uit den Waardpolder
had, nu ongeveer drie maanden geleden
het ongeluk zijne horloge te verliezen, zoo
hij meeüde op eene wandeling naar Scha
gen. Verleden Zaterdag echter, terwijl een
paar man op het land van den heer B.
bezig waren mollen te vangen, kwam het
verloren gewaande horloge terecht. Al dien
tijd had het op 't land gelegen en zijn
behoorlijk aandeel gehad van vorst, regen,
sneeuw, enz. Het uurwerk werd aac den
verheugden eigenaar terug bezorgddeze
wond het op en het brave horloge liep
rand harer oogbolten en dacht, dat de tijd
komen zou, dat deze een deel zouden nitma-
van een doodshoofd. „Ik wenschte, dat het
zoover reeds was I* zeide zg.
Midden in deze gedachte boorde zij op
nieuw een eigenaardig vreemd geruiseh onder
de bladeren. Het kon de wind zijn, maar
het was nu toch te duidelijk. Menigmaal ge
leek het een zucht, dan weder eens een
vleugelslag, vervolgens een soort van gor
gelen en rochelen. Spoedig werd het haar
doidelijk, dat die tonen af komstig waren van
de rondzwervende dieren. Ware zg bier on
der vriendelijker omstandigheden geweest
zij zou er zich door verootrnst gevoelen,
maar afgescheiden van de menschbeid, ge
voelde zg geen vrees.
Eindelijk vertoonde zich aan den hemel
eene schemering. Nadat het buiten reeds
een poosje dag was, werd bet ook in het
bosch dag.
Zoo spoedig het daglicht sterk genoeg was,
kroop Tesz van uit haar bladerhuisje en zag
zonder vre^s rondom zich. Daar vertoonde het
sich, wat haar 's nachts onrast had ver
oorzaakt. Onder de boomen lagen verscheide
ne fasanten, het sohoone vederenkleed met
bloed bevl-kteenigen waren dood, eenigen
bewogen nog awak de vleugels, eenigen staar
den naar den hemel en verroerden nog kramp
achtig de pooten, maar ook velen warndes
nachts reeds uit hun lijden verlost, omdat
hunne levenskrachten verlamd waren.
Tesz begreep dadelijk wat er gebeurd was.
De dieren waren daags te voren door een
jachtgezelschap aangeschoten geworden,
maar hadden toch nog kracht genoeg gehad,
te ontsnappen en hadden nu in hnn schuil
hoek den laatsten adem uitgeblazen. Teas
maakte medelijdend aan het lijden van de
levenden eun einde, worgde zoovelen als zij
vinden kon en liet ze vervolgens üggeD,
zooals sij ze gevonden had, totdat de jagers
sooals veelal het geval was, ze op han
nazoeking zouden vinden.
„Arme schepsels hoe kon ik, getuige
van uw lgden zgnde, mijzelf voor het onge
lukkigste wezen op aarde honden zeide
zij en voltrok onder tranen van medelgden
baar vernietigingswerk zoo pijnloos mogeljjk.
„Ik onderga geen spoor van lichamelgke
smart, ik ben niet gewond en bloedend,
maar beb twee gezonde armen, om voor mg
zelve het levensonderhoud te verkrijgen P Zg
schaamde zich baar angstgevoel, dat zg in
den verloopen nacht had ondervonden en
dat op niets anders ge grond was, dan op het
bewustzijn der willtkenrige veroordeeling
der maatschappij.
weer door, alsof er niets gebeurd was.
Het Departement KolhOFÜ
der Maatsch. tot ,Nut van het Alg.' zal
zijne vergadering van Januari doen samen
vallen met de voorgenomen Volksvoor
lezing. Verschillende sprekers zullen op
treden. Ioo mogelijk zal ook dien avond
aan C. fliewobter de Medaille uitgereikt
worden, hem verleend wegens het met le
vensgevaar redden van een jeugdigen dren
keling.
- De groote hond van schip-
per de J. nit B a r s i n g e r h o r n, liep
in den avond en in den Dacht van Vrij
dag op Zaterdag, los door Eolhorn, in
strijd met de PoJitie-verordening. De voor
bijgangers werden lastig gevallen, aange-
bast enz. Zaterdagmorgen echter, tegen 6
uur, werd de politie gewaarschuwd, baar de
passage belemmerd en zelfs onveilig werd.
Driemaal werd op het gevaarlijke dier ge
schoten, doch zonder gevolg, daar een
zwarte hond in het duister al moeilijk te
onderscheiden is. Eindelijk maakte een aan
gebrachte sabelslag een eind aan 't toonvel.
De hond was niet dood, maar droop af
en nam al bloedend de wijk n»ar 't schip,
legen den eigenaar is proces-verbaal op
gemaakt.
1896.
J.l. Zaterdag-avond vergaderde de Kies-
vereenigiDg Algemeen Belangtevens afdee-
ling van de Centr. Lib. Kiesvereeniging
voor de verkiezing van leden voor
de Prov. staten in het H O O f d k i e s-
district Schagen.
Door ongesteldheid van den Voorzitter
werd de vergadering belegd door den vice-
voorziter, den heer L. Metselaar.
Deze deelde mede, dat de nieuwe be
stuursleden de HH.: M. H. Kooij en R.
Blankenvoortachtereenvolgens zijn opge
treden als secretaris en plaatsvervangend
secretaris.
De rekening en verantwoording over het
dienstjaar '95 werd, daar enkele posten nog
niet in orde zijn, aangehouden.
Naar aanleiding van een schrijven van
het Hoofdbestuur van de Centr. Lib. Kies
vereeniging voor de verkiezing leden van
HOOFDSTUK VIII.
Het was helder dag geworden en Tess
ging, voorzichtig den straatweg zoekend, weer
op pad. Voorzichtigheid was onnoodig,
geen ziel was te zien en Tesa stapte rustig
voorwaarts, terwijl zij aan het lgden der
arme doode vogels dacht en overpeinsde,
dat haar ongeluk nog te dragen was, wan
neer zg zioh slechts zoo opheffen kon dat
zg boven de meeoing der wereld verheven
was. Maar dat kon niet geschieden, zoo
lang Clare deze meening deelde.
Zij bereikte Cbaik-Newton en ontbgtte in
een herberg, waar sg onaangenaam verraat
werd, door de aardigheden van een paar
jongelui, omtrent haar persoon. Anderszgds
gevoelde zij zich daardoor gestreeld, want
dan ook zou zg hare aantrekkelykheid te
genover baar Angel niet verloren hebben.
Toch had zij moeite genoeg, zieh in geen
ongelegenheid te brengen en zich geen laa-
tigen vrijer op den bals te halen. Daarom
besloot zij in het vervolg Diemand meer
door haar niterlgk in verleiding te brengen.
Zoo spoedig zij het huis achter cish bad,
trad zg het bozch in, en nam nit haar mand
een van baar oudste werkplunjes, die Bij,
Dadat zij Talbotbays verlaten had, niet we
der had aangetrokken. Vervolgens kwam
zg op de goede gedachte, oit haar bundel
een zakdoek te nemen en die over het
hoo d te binden, zoudat hare wangen en
kin bedekt waren, alsoi zg t&ndpgn bad.
Vervolgens sehoof zij den doek tot op do
wenkbrauwen en ging, zoo tegen ieders bru
taal bewonderend oog geborgen, haar treu-
rigen weg.
„Wat een vogelverschrikster,* aeide de
eerste voorbijganger, tot zijn metgezel.
Tranen van medelijden kwamen Tesz, in
de oogen, toen zg dit hoorde. „Vfat hin
dert het mg,* zeide zg. „Neen, er is mg
niets aan gel gen. Ik wil nu altijd leeljjk
blijven, omdat Cl«re er mei ia en ik me
mand heb, die iets met mg op heelt. Die
mgn man geweest is, is heengegaan en houdt
met meer van mg en toch heb ik bem nog
zoo waarachtig lief en wil van niemand an
ders iets weten; het ia mij hetseltde, of zij
mij aanzien of niet I"
Zoo schreed Tesz voorwaarts eene ge
stalte die deel uitmaakt van eea landgezicht,
een veldarbeidster in haar winterkleeding
eene granwe hoofddoek, een roode halsdoek,
een groote wollen rok en daarover een brui
ne omslagdoek en leuren handschoenen. Ieder
draadje vau dit costuum ia afgedragen en
onder dun invloed van «on, regen en
wind versleten. Nu veiraadde niets
meer aan baar, hare jeugd.