HAAR ROMAN. WORDT VERVOLGD. „Id zekereD zin is deze stap ook vol strekt niet te veroordeelen, want officieel bent u zijn vrouw niet eens, u bent de vrouw va" Paul Tarussi, dus mijn echt genoot?. Voor de wet zijl u mijn vronw, n draagt mij» mam. Ik verlaat New- York en wij trekken met de rest van mijn vermogeD, dat nog groot genoeg is, naar het Zuiden. Amerika is groot en niemand zal er daar aan twijfelen, dat n mijn wet tige echtgenoofe bent." 1^1 Moord in eene Pastorie. Z»terd/>gmo'gec ten 4 uur kl>pte een persoon n de deur der pastorie van Oudezel' (Fransch Vl-andereiDe meid stond op, ope- de de deur, en op hrtzellde oog-nblik sprong de kereJ binnen en sloeg baar met eenen h*mer Op bet hoofd. De arme vrouw riep ouj hulp en vit-1 bloedend ten gronde; de pastoor snelde toe en daarop nam de moordenaar de vlucht, in haast zijnen hoed en den hamer acherlatende. Dank a»n deze stukkan is men erin geslaagd, te weten wie de moordenaar is en hem aan te houden te Poperingbe (West- Ylaanderen). Het is een inwoner van Oudezele. De pastoorsmeid is een paar uren na den aanslag gestorven. In het natuurkundig l a- boratorinm der universiteit te München is men er in geslaagd, goede Röntgen- beelden te verkrijgen met een pose van één enkele seconde. De BöntgeDsiralen zijn ook in deD Beierschen Landdag ter sprake gekomen, toen door de regeering werd voorgesteld, 23000 Mk. beschikbaar te stellen ter ver- giooting van het physisch laboraio turn te Würzbnrg. Sprekers uit alle partijen gaven te kennen dat op Beieren de ver plichting rust out aan eeD man als Böutgen, op wien het heeie beschaafde meuscbdotn de oogen gevestigd houdt, een behoorlijke weikplaats te verschaffen. Het voorstel werd aangenomen. Op het tooneel liep het derde bedrijf van het drama teneindede heldin zou sterven. Ma r men kon nog niet beslist zeggen ot zu'k een ramp wel zon volgen. Hei drama was mt Frankrijk afkomstig en stelde de zenuwen op een baide proef. El ke nieuwe verschijn mg, elke handeling bracht de toeschouwers in steeds grooter opgewondenheid en ri< p het verdoofd ge voel knLStmatig weer wakker. Na het d-rde bf drijt was het grootste gedeelte van het publiek blij, dat er voor eenige minuten pauze was. Alleen een jon ge brunette, de r<chts in de stalLs zat, keek nog omfg w ud naar het scherm en verwachtte met duidelijke belangstelling de Voortzeit.i g van het drama. Op dit oogen- b ik fluisterde een zachte mannenstem haar in b> t oor „Kent u, mevrouw, de geschiedenis van Shah Nadir De jonge dan e zag des onbekende, die haar zoo driest waagde aan te spreken met strcDgen buk aan. Het was een man met een slanke, h< oge gestalip, niet heel jong meer, maar met een aangenaam uiteilijk, en die m spijt van zijn eenigszins opge- dwongen gedrag, toch den indruk maakte van een Zeer fatsoenlijk welopgevoed menscb. »Weest n niet boos, meviouw," ver volgde de onbekende, „ik heb de vrijheid genomen, n opmerkzaam te beschouwen en ben als een lanatieke zielkundige tot de volgtnde slotsom gekomen: Als een geschiedenis op de planken aan itmand zooveel belangstelling kan inboeztmen, dan kent die iemand bf het theater heele- maal nitt, bf men wenscht zelf zoo iets te beleven...* „En tot welke categorie rekent u mij P" vroeg glimlachend de jonge dame, aan wie het onderhoud belang begon in te boeze men. //Natuurlijk tot diegenen, die iets der gelijks wenschen te beleveD. Uw geheele wezen duidt dat aaD u ontbreekt nooit, als een groote kunstenares optreedt in een mooi stakde schouwbnrg is de plaats, waar u het liefst uw lijd doorbiengt." „Wat volgt daaruit „Niets bijzonders, behalve het feit, dat u bestendig haakt naar het ge heimzinnige, het roerende, dat n zich verbluf hield, zoodat bem niets overbleef dan naar Marlott te gaan en daar naar baar te vra gen.BoerGroby,die zoo bard voor Tesz geweest was, gal Angel een ps ard en wagen, daar deze zijn e gen gehnnrd stel reeds bad weggezon den. Cl<re gebruikte dit gespan tot bet diehst bij Marlot! gelegen doip, waar bij bet te rugzond en zelf naar een herberg ging om te overnachten. Den volgenden morgen ging bij te voet naar de geboorteplaats zjjoer lieve T ai. Bet huis, in hetwelk Tesz de jaren harer kindsheid had doorgebracht, werd nu door een ander huisgezin bewoond, dat Tesz niet eens persoonlijn kende Allen die tot dit huisgezin behoorden, waren in den tuin en druk aan den arbeid, alsof deze baarstede nooit met de geschiedenis van endtren ooit ie>s te maken gehaa had en dat id har ne oortu kloek als een sprookje mt vroeger dagen. Zelis de vo gels longen haar lentelied alsoi zij nie mand miS!> n. Toen Clare deze lieden, wien zelfs de naam van bun voorganger ontschoten wasf om inlichtingen vroeg, kwam hi. toch ein delijk te weien, dat John Dorbeyfitld dood w»a en rijne widuwe met dekindereD naar Kirgsbere bad tn wnlen gaan, maar te recht g< komen waren op et n plaats, waar«aD bem den naam omschoten was. Van dit oogeiiblik af werd bet huis, dat Tesz be weend bad, een arschnw voor Angel en haastig verwi:derde bij zicb, zonder meer een blik op htt onschuldige huis te wer pen. Zi n weg voerde bem voorbjj de weide, waar bjj Tesa het eerst op do drtsplaats had od moet. Het maak<e op bem et d even droe*en indruk als h t buis en baas ïg step te hjj op bet Kerk bol toe. Taescben de vele grats'eeneD on dekte bij er eene van een Weinig bfere makelij dan de rest. Het opscbrilt luidde als volgt ,Tt r ber nnt ring aan Jobn Durbejfield, „vroeger D Urberviile, lid van de eens (oo „machtige lamilie van dezen naam en daarin verdiept, dal n, om kort te gaan, gaarne den roman zondt beleven, die in elke vrouw leeft, vooral Wanneer zij joeg is en schoon.,.. Als u wilt, staat n dadelijk zulk een roman ter beschikking." Hij zeide dit alles zoo eenvoudig, zoo oprecht, in zijn blik, in zijn woordeD lag niets kwetseods, zoodat de dame zich nau welijks kon ergeren over den vreemdeling. Zij glimlachte eeoigszins mt de hoogte en antwoordde „Uw voornemen schijnt eerlijk, maar on gelukkig veroorloven de omstandigheden mij niet op uw voorslag iD te gaan. Voor eerst zoo ik de rol van een romanheldin niet weten te spelen...." „En ten tweede vroeg de onbekende, alsof bij de noidzkelijkheid volstrekt niet inzag in dat eerste geval de dame gelijk te geven. „Ten tweede, wijl ik morgenochtend naar mijn ouders ga en wijl waarschijnlijk mijn zoster en mijn man op mij wachten bij den uitgang van den schouwburg. U ziet dus, dat mij zelfs de tijd ontbreekt om een roman tot uitvoering te brei gen." De joDge vrouw begreep eigenlijk niet, waarom zij zich had ingelaten met een vol slagen vreemde. Niemand zou haar ooit verdacht hebben van zooveel vrijpostigheid en het was heel wel mogelijk, dat haar gevoel er schuld aan had, dat de drama tische kunst zijn invloed deed gelden. Maar zij wist. dat er geen gevaar dreigde van dezen man dien zij voor vijf minnten nog niet kende en dien zij over vijf minuten weer zoa hebben vergeten. „Als het u, mevrouw, alleen aan tijd ontbreekt,* vervolgde de vreemdeli'-g, „dan kan deze hinderpaal overwonnen worden. Ik herinnerde u al aan de geschiedenis van Nadir.... U kent dezen heer zeker neg wel uit de sprookjes Van Duizend-en-Een- nacht „U meent zeker den Shah, die zich er steeds over ongerust maakte, dat het leven zoo kort is, en wien de oude toovenaar iD één minuut de gebeurtenissen van ze ven jiren liet beleven." „Ja, mevrouw, dat bedoel ik juist." „M ar ik geloof niet aan tooverij „Wilt n mij toestaan, u van dit onge loof te genezen Tot aan het laatste be drijf is er nog juist tien minuteD pauze. U kunt imtig op uw plaats blijven zitten en ik zal mij van geen list bedienen en toch zult n, als n dat wilt, in deze tien minuten het belangwekkendst en roe- rendst gedeelte van uw roman bele ven De dame lachte vroolijk. „Zeg u eens", vroeg zij levendig, „is uw profetie geen al te groot zelfver trouwen „Wilt u „Nu ja!* De onbekende boog zich een weinig voorover en staarde de jonge vrouw onaigewend iD het gelaat. „Ik btD Paul Tarnssi", zeide hij met duidelijke stem, „Werkelijk Dat is de naam van mijn man", riep de dame verwonderd uit. „BeDt u een bloedverwant van hem P" „Geenszins mevrouwIk ben alleen de werkelijke Paul T-russi, terwijl die an dere mijn naam gi stolen heeft". „Wat blieft u „De zaak is zoo: Uw man was, toen hij in Amerika woonde, bij mij in de zaak in betrekking. Hij genoot mijn ver trouwen, dat hij echter misbruikte hij stal niet alleen mijn vermogen, maar ook mijn papieren. Zijn werkelijke naam is Joseph Krnschitzki, hij verhuisde naar de Veree- nigde Staten, wijl Europa's grond hem on der de voeten brandde." De jonge vrouw zag den vreemdeling met wijd geopende oogen aanhaar lippen begonnen te beven. „U schertst, niet waar „Tot mijn leedwezen scherts ik niet, „rechtstrteks afstammende van de roemrij- „ko linie van Sir Bryan D'Urberville, een „ridder nit het leger van den veroveraar. „Gestorven 10 Maart 18—. .Hoe zijn die machtigen gevallen l" Een man die op bet kerkhof aan het werk was, had Angel gadegeslagen en was dichterbij gekomen. „Ja mijnheer,1' zeide bjj, „daar ligt de man, die bier niet blijven wilde, maar naar Kingbere gebracht wilde worden, waar sij- ne voorvaderen liggen." „En waarom heeft men dien wenseh niet vervuld .Ach ja, het geld waarde beer, het geld God zegene uwe ziel mijnheer, maar ik zal het niemand zeggen maar deze steen is zelfs niet betaald." „Zoo? Wie heeft dien gemaskt De man noemde den naam en Clare sprak dezen aan, to<n hij bet kerkhof bad verla ten. Hij bevond de opgave jnist en vol deed de rekening. De afstand van Marlott naar het oord waar Jo»n zicb, volgens ingewonnen be richten, opbonden moest, was voor een voet ganger te Y»r, maai ADgel bad behoefte alleen te zijn cd zoo besloot bij Daar het volgende spoorwegstation te waDdelen en vaDdaar zijn tocht voor te zetten. Tegen zoven uur in dm avond bereikte bij ein delik de plaats waar Josn zich moest be vinden. Bet dorp was klein en zoo vernam Clare ge makkelijk, dat de ramilie Durbeyfii ld inderdaad daar woonde en kort daarop stond bij voor hun ne woDing; deze lag eenigszn t van de hoo d- straat verwijderd, in een ommuurden iuïd, en zoo goed als bet ging, bad mm bet plom pe ameublement daar onder oak gebracht. Hel was blijkbaar, dat alles er op ingericht was, zipb schuil te bonden en dat bet hnn wenseh was, dat bij baar niet zou vindeD, Angel had derhalve bet gevoel, alsof hij baar niet bezoebt, maar overviel. maar spreek de waarheid en kan u bewij zen, d t ik P<ul Tarussi ben. Bovendien ben ik in het b-zit van papieren, algege ven door de politie te Nrw—York, w.arin alle regeeringen dm «ad? verzocht wordeD den misdtdiger Joseph Krnschitzki gevan- g n te Demec, daar hij zich beeft schuldig gemaakt aan diefstl, san gebruikmaking van valsche papiereuen aan biga mie „Aan bigamie?* „Ja, aan een dubbel huwelijk. Uw man is in Amerika tweemaal gi-trouwd. Als 't blieft, hier zijn de bewijzen. Wilt u een blik slaan in deze papieren Da onbekende nam een met ambtelijke zegels voorzien pakje papieren uit den zak. „Zij zijn in de Engelsche taal", zeide zij aarzelend. „Juist. Dit is de taal van Amerika. U verstaat geen Engelsch Maar zoo veel zult u, hoop ik, wel begrijpen, dat deze papieren handelen over Paul Tarnssi on Josep Krnschitzki. Ook zal het u ver- vermoedelijIr mogelijk zijn het woord „Bi gamie" te lezen. Niet w-» r »0, dat is verschrikkelijk riep de jonge viouw wanhopig uit. „Den diefstal van mijn vermogen zou ik Krnschitzki nog vergeven maar hij heeft mij ook mijn vrouw ontnomeu, die met hem vluchtteDat kan ik hem niet vergeven. Mijn vrouw hveft, denk ik, hem den sleutel van m\jn brandkast verschaft". „O, welk een laagheide. „Ja en nu wil ik mij wreken Daar toe ben ik hierheen gegaan en heb mij terstond naar de politie hier begeven Uw man is misschien op dit oogenblik ge vangen genomen „O, mijn GodHoe zal miju erme moeder dat verdragen P* „Enmijn zuster,"stamelde de arme vrouw. „En u zelf? Of denkt u niet aan u zelf P* „Wat zal ik doen f Waarheen zal ik vluchten „Ik km u een raad geven, waardoor te vens de ramp kan worden voorkomen". De dame wrong de handen en zag met vochtige oogen op naar den onbeke,nde. „Heb medelijden als htt mogelijk is als u een hart heb....* „Ik wil erbarmen hebben, maar onder é»n voorwaarde." „Ik neem die aan." „Wees niet overijld, mevrouw het. zon u knnnen berouwen.... Ik neem mijn a-nklacht terug, onder voorwaarde, dat u nog dezen nacht met mij naar Ame rika vluclt." „Is u krankzinnig „O Deen, ik ben in zeer normalen toe stand Ik zti u reeds, dat ik mijn geld niet zoozeer betreur, maar voor mijn eer als echtgenoot, zal ik strijdeD. Joseph Kruschiizki heelt n ij mijn vrouw ontroofd, ik wil de zijne on'voeren." „Wees niet zoo goddeloos wat wilt „Dat gebeurt niet „Dan wordt uitgevoerd, wat niet te vermijden is." „H-b medelijden I* „Ik kan nietWilt n, of rsiet Kom, ga met mij of wilt u liever de minnares van Krnschitzki blijven P" „U beleedigt mijriep de jonge vrouw op heftigen toon nit, „Neen, ik stel de zaak voor, zooals zij is Bedenk eeDS, dat u op deze wijze uw moeder verschoont van krenkin gen, schade en allerlei onaangenaamhe den De dame boog het hoofd en dacht na. De glans in haar oogen verdween, zij beet zich bijna de lippen ten bloede. Eindelijk richtte zij het hoofd op, zrg ▼astbesloten hem aan en zei met toou- looze stem: „Welaan, het zij zoo Zij stond op j hij bood haar den arm, zij trok hem mee naar den foyer. Daar bleef de onbekende staan, glim lachte geheimzinnig en zeide, de dame aanziende: „Het gordijn gaat dadelijk op. Zullen wij terugkeertn en het laatste btdiijf zien P* „Wat Nn zien „U bent vergeten, mevrouw, dat ik u een roman beloofdeIk hoop, dat hij belangwekkend was „Ik begrijp u niet!" „En toch is de zaak zoo eenvoudig. He den las ik de volgende woorden van een schrijver: „Snel is de bliksem, maar nog sneller de overgang van een vronw van de onschuld tot de zonde." En nu wilde ik beproeven, of dat waar was.« „Hoe Ik stond in den foyer, toen u binnen kwaamt met een man. Ik begreep uit de gesprekken, dat u de vrouw waart van Paul Tarussi. Ik heb een aanbevelingsbrief aan uw man en vermoedde dat n het Engelsch niet kendeVan dat alles heb ik gebruik gemaakt." Met een blik vol toorn zag de dame den onbekende aan. „Wie bent u daD iD weikelijkhtid P" «Mijn naam is Joseph Krnschitzki, mijn vermogen is mij niet ontroofd, ook heb ik geen twee vrouwen... Overigens de bel luidt. Haust u, mevrouw, anders Verzuimt u het vierde bedrijf." Gekreukt wendde de jonge vrouw zich af. Kraschi'.zki echter keek haar na en zeid- zacht. Nu, de roman is wel wat te gauw nit!" (O.ergenomeu uit de Amsterdumsche Cl.) VIJF DOLLARS. De volgende verinakt-lijke geschiedenis wordt door een Amerikaanscbe dame ver teld. „Ik dronk op een avond thee bij een zekere mevrouw Baker. Toen wij ons aan tafel zetten, tastte meneer Baker toeval lig in zijn vesizak en voelde daar een banknoot van vijf dollars, die bij er ge dachteloos in gestoken had. „Dat is geen plaats voor papieren geld", zei hij, „ik had het in mijn beurs moeten stekeD. Hier Fanry", voegde hij er bij tot zijn vrouw, „heb jij Diet juist wat geld noodig „Dank je wel", antwoordde deze, gr ld kan ik altijd gebruiken". Zij vouwde de banknoot op en schoof haar onder den rand van het theeblad om haar gas<eo verder te bedienen. Aan haar rechterzij zat tante SuzaDna, een oude bekende die van tijd tot tijd naaide voor mevr. Baker. Zij was juist aan 't werk geweest bij deze en zou naar huis gaan. Toen mevrouw Baker haar thee inschonk, zag zij de reke ning van tante Suzanna liggen, die reeds tamelijk was opgeloopen en op Zaterdaga vond betaald moest worden, „Hier, tantelief, ik zal u deze vijf dol lars in afbetaling geven," zei ze en stak het papieren geld onder tante's bord. „Wel bedankt", autwoordde deze, „maar dat geld beh iorl me niet, ik ben de 15 dollars, die ik Zaterdagavond ontvang, schuldig aan onze lieve Grace. Ik moest eergister mijn huur betalen en had niet genoeg geld bij de hand en toen heeft Grace het mij geleend". Grace, een wees, was een nicht van me vrouw Baker en met haar broeder Frank in het huis der Bakers en pension. Zoodra tante Suzanna nu de 5 dollars in handen had, gaf zij ze aan Grace. „Neemt n dat eerst, de rest krijgt u als ik het ook ontvang." „Heel goed", antwoordde Grace lachend, „en daar we van avond blijkbaar allen grooten lust hebben om onze schalden te betalen, wil ik het ook doen. Hier, Frank, ik ben je nog geld schuldig voor de mu ziek, die je voor mij hebt gekocht, neem dil in afkorting". En zij wierp haar broeder de banknoot toe. „Dat is inderdaad een wonderlijk bil jet", zei de heer Baker, „ik wou maar, dat iemand mij ook wat. schnldig was en mij er een deel van betaalde," „Dat kan gebeuren 1* riep Frank lachend. „Ik ben u mijn kostgeld voor deze maand nog schuldig en betaal er nu een deel van". Onder algemeene vrooüjkheid nam de heer Baker weer het geld en wierp het zijn vronw toe met de woorden„Het is weer het jouwe, Jeniy, want wat ik heb, behoort ook jou. Het geld is nu rondgegaan." „Én het zal nog eenmaal de ronde doen," zeide mevrouw Baker op levendi ge!) toon. „Ik houd er van dat het geld circuleert. Hier tante hebt u het weer, nu heb ik u tien dollars betaald." Zeker," hernam deze en reikte het papiertje weer aan Grace over, „en nu heb ik u tieD dollars betaald.' „En jij, Frank," zeide Grace, ziehier, nu heb je van mij tien dollars ontvan gen voor de muziek." Zij reikte haar broeder het biljet over. „En nn betaalde ik u tien dollars van mijn kostgeld," zeide deze en het geld was weer in handen van den huisheer. „Heelt men ooit zoowat wonderlijks gezien," riep Grace uit. „Het is onzin," zeide de heer Baker. „Niet in 't minst," hernam zijn vrouw, „alles gaat heel eerlijk en rechtvaardig toe." „Zeker," zeide Frank. „Toen het geld u behoorde, kon u er mee doen, wat u wilde. Behoort het mij, dan heb ik het zelfde recht, evenals al de anderen. Het gaat in deze volkomen juist toe." „En deze banknoot heeft nog haar taak Ditt volbracht," begon mevrouw Beker, „dat zal ik je tooneD, beste man, als je haar mij nog eens weer geven wilt." „Ik doe dat met genoegen," zeide haar man lachend. „En ik geef ze weer aan u, tante Su zanna, ik was u 15 dollars schnldig ik heb mijn schuld betaald." „Ongetwijield meviouw, en zie hier Grace, nn heb ik u betaald, wat ik schuldig was." „Ik neem het in dank aan, tante Su- zanna," antwoordde Grace. „En nu is het tijdstip gekomen waarop deze wonderlijke banknoot moet worden gedeeld.Want,Frank, ik ben ze jou niet heelemaal meer schnl dig Hoeveel moet ik je nog betalen „Twee dollars en 62 cents". „Kun je wisselen P" „ZekerTwee dollars 38 cents terug, als je blieft. De betoovtnng is verbroken, Giace, jij en ik doelen de bnit". „Deze banknoot overtreft alle, die er ooit geweest zijn in haar soort," riep Gra ce uit. „Welke som heeft zij nu eigenlijk vertegenwoordigd 15 dollars gaf mevr. Baker aan tante Suzinna, 15 dollars was lante SuzaDna mij schuldig, en ik 12 dol- lais 62 ct. aan Frank; 10 dollars heeft deze aan meneer Baker betaald dnswij hebben met 5 dollars rekeningen tot een bedr.g van 52 dollars 62 cents voldaan," „Het is allein-tal onzin, ik blijf er bij," viel de heer Baker haar in de rede." „U straks «'len D°g het*elfde schuldig als „Als het niets dan onzin was, hoe kon de banknoot, die u uw „rouw gaaft, zoo maar tusschen ons beiden worden verdeeld?" vroeg Grace. De heer Baker bromde nog wat en schoon ook al de anderen beweerden dat de rekening in orde was, hij bleef vo'lhou- den, dat „alles onzin was 1" [Zbld. A. Ct.) Te Brugge is gestorven de oudste der Belgische componisten, Bos schop. Hij laat een onfzitgiijk vermogen na, althans in 63n der Belg. bladen leest men dat hij o. a. vermaakte aan een vriend te Brugge 500000 fr., aan een jong vio- lonist Queekers, die te Parijs studeert 100000 tr.50000 trs. voor behoeftige musici, enz. Een geheimzinnige erfe nis. Te Brussel stierf onlangs een onde da- roe, die haar erfgenamen een groot ver mogen had nagelaten. Er werden echter tot ieders verbazing, fr. 30000 vermist. Hoe men ook in alle meubelen zocht, er werd geen spoor van het geld gevonden. Nu wilde het geval, dat de doode, op haar uitdrukkelijk verlangen, in hare kleederen begraven was. Daardoor verzochten de eif- genamen de justitie verlof het lijk te mo gen opgraven, ten einde de kleeren te kunnen onderzoeken. Zulks geschiedde en werkelijk vond men in de voering van een der onderkleeren de vermiste 80000 frs. te rug. Men kan zich voorstellen, dat de erf genamen met een geheel ander gezicht het kerkhof verlieten, dan voor eenige wekeD, toen zij de oude tante begraven hadden. UitMoskou wordt bericht, dat in het gouvernement Pensa het ver keer geheel is gestremd door zware sneeuw stormen. Vele personen zijn omgekomen. - De voortvluchtige nota ris Verhaegen uit Brussel is Zondag te Bu- dapest gearresteerd. De Belgische regeering zal onmiddellijk zijn uitlevering aanvragen. Het onderzoek van het parket heeft aan het licht gebracht, dat de Dotaris zich reeds anderhalf jaar geleden in financieels moeilijkheden bevondsommige crediteu ren hadden toen reeds zooveel moeite geld van hem los te krijgeD, dat de vrederech ter er bij te pas moest komen. Van dien tijd af begon hij de hem toevertrouwde soinmeD aan te spreken om de meestdrin- gende betalingen te voldoen. Toch had al les nog terecht kunnen komen, want de prak'ijk bracht hem jaarlijks ongeveer 150000 francs op, maar ongelukkige spe en latiën verhaastten den Krnch. Het pas sief beloopt, voor znover thans bekend, bij na een millioen francs. Tot de slachtoffers behoort o. a. een inwoner van Brussel, die onlangs 100000 frs. had geërfd en deze som aan den no taris had toevertrouwd; hij is nu zijn geheele eifenis kwijt. Ook de opbrengst der feesten en inschrijvingen ten bate van de weduwe van den verongelukten lucht reiziger Toulet is in de d b c 1 e ver dwenen. Een groot aantal kleine rente niers en boeren uit de omstreken zijn tot den bedelstaf gebracht. Men spreekt van een tekort van meer dan 2 millioen franc. Een zijner cliënten schiet er 400000 franc bij in, maar de meeste slachtoffers zijn kleine grondbezitters en boeren uit de naburige dorpen, die hem hun spaar penningen hadden toevertrouwd. Een geheimzinnige aan slag wordt uit Bath gemeld. Een persoon, die tot dasver onbekend is gebleven, belastte een kruier met het bestellen van een pakje bij zekeren heer Darke. Toen deze het opende, ontplofte het pakje, dat een blikke bus bevatte; Darke werd ernstig in het gezicht gewond, en zal waarschijnlijk zijn linkeroog moeten verliezen. Een dergelijk pakje werd aan een an deren kruier gegeven om het bij Dark's zwager, den heer Crisg, te bezorgen. De besteller kreeg echter achterdocht en legde het pakje in het veld neer. Toen de aan slag op Darke bekeDd werd, deed de kruier mededeeling van het gebeurde aan de po litie, die het pakje ging halen. Nadat het op het politiebureau in een emmer met water was gedompeld, ontplofte het. Uit de stukken bleek, dat beide bommen van hei zelfde maaksel waren. Val den dader heeft men nog geen spoor kunnen ont dekken, en men begrijpt niet wat den man kan bewogen hebben tot de laaghartige daad. De spin. Zijn er waarlijk afschuwelijke beesten t Ja antwoordde Armand Leyritz, de ge leerde filosoof, die als een specialiteit op dit gebied de verschillende diersoorten be studeerd heeft. Ja, er zijn leelijke beesten, niet met het oog op hun anatomische ge steldheid, die altijd en in alle opzich ten een meesterstuk is, doch in betrek king tot hnn bewerktniging, hun lichaams vorm en hnn gehoele uiterlijk, dat dikwijls walging opwekt. Van dit denkbeeld uit gaande, beschreef Armand Leyritz onlangs de padden; thans beeft hij een beschrijving gegeven van de spin. Vanaf de zonderling gevormde kreeftspin (z. g. hooiwagen) met haar lange dunne pooten, die de kiudeiea

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 2