De Vreemde. Donderdag 12 Maart 1896. 40ste Jaargang No. 3079. en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL Bureau: fiCHAOKN. liaan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Alzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 et. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmakingen. Brongas! SCIAGER Alimu Nicnws-, COURANT. Aiurieitic- Lailliiillal üeiiieenteSchagen. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn in lichtingen te bekomen omtrent een op de markt van 5 dezer achtergebleven kalf. Binnenlandsch Nieuws. Dinsdag den 10 Maart had te Winkel de verkiezing plaais van een lid »oor den Gemeenteraad in de plaats van wijlen den heer H. Rezelman. V»n de 210 kiezer», die op de lijst staan, hebben 117 gestemd, Per telegraaf meldt men ons, dat er herstemming z*l moeten plaats hebben, tusschen Hen heer J. Over met 55 stemmen enden heer K, Vriesdie 24 stemmen verkreeg. In de scholen te Kerkbuurt en Difk8horn, gem. Haringcar- s p e 1, zal eene proef genomen worden met de SChoolspaarbank. Te Waarland in dezelfde gemeente bestaat er sinds ver scheiden jaren een, die daar goed werkt. In haar laatstgehouden vergadering be sloot de vereeniging #Nut en Genoegen" te Dirkïhorn, in genoemde dorpen een der gelijke inrichting in 't leven te roepen en benoemde zij een commissie, bestaande uit de heeren: J. Dam, K. IJ ff, en C. N i e- r o p, om een plan van regeling op te maken, en dit ter goedkeuring aan #Nut en Genoegen f aan te bieden. 9 De schoenmaker A, R. te Alkmaar, die Maandagmiddag wegens niet-betaling van de verschuldigde huur penningen door den deurwaarder met zijn gezin en inboedel op straat was gezel, heefl zieh deze zaak zoo aangetrokken, dat hij het noodlottig besluit nam, zich te ver drinken. Om 4t nur werd zijn lijk uit het Groote Noord-Hollandsch kanaal opge- vischt. Hij laat eene vrouw met eene dochter achter. FEUILLETON. Roman van Robert Kohlrausch. 1. I. Welkom, welkom l Evviva Riccardo 1" Hij Btond in de wijd geopende poort van den voortuin, die zich slechts eenige meters breed voor langs de villa uitbreidde, zwaai de met de armen in de lucht en kneep de oogeD toe, daar juist een straal van de on dergaande zon hem vlak in de oogen scheen. Maar sjjn lachen scheen daardoor nog vrien delijker, en ook in zjjn luid scherpklinkende stem was een toon van warme en oprechte vrengde. Deze begroette wenkte bem toe, terwijl hij bedachtzaam en niet al te snel uit het rij tuig steeg, waarvan het portier door een be diende in bonte livrei open gebonden werd Na stond de nienw aangekomene voor zijn vriend, vatte zijne beide handen, en zeide, terwijl hij hem diep in de oogeo zag: „Daar ben ik, kunt gjj mij herbergen P* „Doe mij geen vragen, waarop ik je toch niet antwoord, dat i» overbodig," ant woordde de andere lachend en monsterde rijn gast met nieuwsgierige blikken. Hu moest het hoofd daarbijeen weinig achteroverbuigen,w»nt de ander was wel een hoofd grooier en zij ne kleine magere fignnr viel bijna in bet niet, door de booge breedgeschouderde ge stalte van zjjn vriend. Vervolgens uitte hij den Bitslag van zijn onderzoek in de weinige woorden: „Drommels kerel, je kant je laten sien," aprong in twee sprongen de stoep op, opende de huisdeur, plaatste zioh daarnevens en seide; .Mijn hnis wacht op u, treedt bin nen, signor Riccardo!" De gast liet zich een oogenblik tijd voor hij asn de nitnoodiging gevolg gaf, en wierp eerst nog een blik op bet hnis dat bem wachtte. Er was meer dan de Dienwsgierige vraag van een vreemde in dezen blikhet was de snelle scherpe monsteriDg van een kunstken ner, die verheugd en genietend op het huis daar voor hem rost. Uit gele baksteen en witte zandsteen, sierlijk opgetrokken, verhief zioh de villa met hare gevels en torentjes, in den vorm van doitscbe Renaissanes, bont eigenaardig en fantastisch, en den nieuwaangekomeno scheen het toe, als stonden allerlei vriendelijke welkomsgioeUn Een 18-j^rig meisje, J. V., moet bekend hebben, den brand te ASPE- REN aangestoken te hebben. Zvj loopt met negotie, waaronder ook lucifers. Zij bad willen probeeren of de lucifers nat waren geworden door den regen en er een aangestoken, welke zij brandende in een hooimijt had geworpen. Het meisje moet niet wel bij het hoofd zijn. Zondagmiddag omstreeks 12 uur is prol. D. van Hnen Noman plotseling overleden 's Morgens had hij zich, uiterlijk zoo gezond als ieder ander, naar zijne badkamer begevenzijn wat lang wegblijven maakte zijne huisgenooten i og niet ongerust, daar dit wel meer ge schiedde. Doch toen men, na herhaald kloppen geen gehoor kreeg, liet men de deur openbreken en vond men Hen boog- leeraar dood op den gro> d liggende voor het. bad. Een beroerte moet hem getrof fen hebben, terwijl hij zich aankleedde. Prof. Stokvis en eenige geneesheeren uit de buurt werden geroepen, doch hulp kon niet meer baten. Den 20 October 1885 werd prof. No- man aan de Amsterdamsche universiteit benoemd. De geneeskundige faculteit heeft in den laatsfen tijd veel verloren. Pas is een opvolger benoemd voor prof. Van der Mej, of prof. Noman, die zeer bevriend was met Van der Mey en zeel gezien bij en ge waardeerd door de studenten, ontvalt haar in de kracht zijns levens; hij was nog geen 42 jaar oud. Heden zou het stoffelijk over schot om 12 uur op Zorgvlied worden ter aarde besteld. Nu allerwegen naar brongas wordt ge zocht, kan het misschien nut hebben de aandacht van belanghebbenden en liefheb bers van verlichting te vrstigen op het feit, dat te BRANDWIJK, in de Al- blasserwaard, sinds oude tijden bij win teravond en vriezend weder vele knapen zich op het ijs vermaken met bet zoeken naar zoogenaamd „blazen" of luchtbellen tnsecben de voegen der steenen. Terwijl hij echter nu de trap opsteeg de dienaar vclgde op gepasten afstand met het reisgo d was zijn gastheer reeds weder in be weging. Als bad hij antwoord op een vraag te geveD, riep hij met spottende buiging „Jawel, italiaansch hebben wij ook geleerd, Vervolgens wipte hij voor den gast in hnis en riep, met het hoofd half naar dezen toegedraaid„Ik zal maar voorgasD, om n te leiden," en wipte even beweeglijk als voorheen, de treden op, die ook hel in wendige van het hnis nog van de portiere scheidden. „Wij zijn er," zeide hij en bleef aan den voet van de trap, die naar de bovenver dieping voert, staan, om zijn vriend den tijd te gunnen, eens rond te zien. D.ize liet zijn blik langs trap en vestibule rondgaan en knikte zwijgend, maar vriendelijk. Em rij ke, eenigszins weekelijke praoht omgaf hem reeds hier. Dikke, donkere, met roode ran den omzoomden loopera bedekten de treden en vloer; jaebtingredignten, gewei, schilden, draperiën van zware slof, hingen aan de wanden. De beweeglijke eas'beer had intusschen een denr opengestooten, die tegenover de trap lag. .Hier ia de eetkamer" riep hij, „dat zal wellicht het verlaDgde doel zijn na znlk een lange reia. Binnen een kwar tiertje, w^nnear gij o van het reis-alo' zult hebben gereinigd wacht u een konink lijk maal. Verachrik 8 raks miar niet," tig weea op een knn8tig gemaakte bel, die naast den ingang van de eetkamer hing, „wanneer Angnst op dit vreeselijk- instrument mnziek begint te maken. Ik boud reeds vijf minuten te voren, mijne ooreu toe." De aangesprokene die de trap was op gestegen, zonder de eetkamer meer dan een vluchiigea blik te gunnen, wendde zicb om ea lachte hartelijk. „In uw eigen huis?' vropg hg. .Och lieve God I" Dat was alles wat hg ten antwoord kreeg eu op zulk een kla gende wijie, dat hg er zooveel te hartelg- ker om lachen moest. Maar de toon der droefheid was reeds dadelgk weder verdwe nen, toen zgn vriend bgna zonder tusschen- poozen voortging: „Dat is namelgk Au gust," zeide hg en wees op den dienaar, die met het reisgoed stond te waebteu. E>n zeldzame kerel, voor wien gij u niet genoeg in acht nemen kunt, - dat wil zeggen, stelen doet bg niet, daartoe is bg te verstandig. Aogust, draag de bagage van mgnheer Boysen naar zijn kamer." „Jawel, mgnheer Buterweck." onder het ijs, waarin dan voo'zichtig met een spijker of ander scherp voorwerp een kleine opening wordt gemaakt. Vervol gens wordt een brandende lucifer boven deze opening gehouden, waarop niet zelden een vlam omhoog stijgt van een halven meter of meer. Ofschoon deze vlam spoe dig daalt, kan zij toch so ns geruimen tijd branden. Stellig stroomt dus uit dez- o- pemng in meerdere of mi >dere mate gas, die zich uit den bodem outwikkelt en aan de oppervlakte des waters onder den ijs vloer samenstroomt, waardoor de dusge naamde blazen" ontslaan. Tot welk>- belangrijke ontdekkingen men op d t gebied nog komen kan, zon misschien een onderzoek leereu. Door de Reder ij kerskamer wMoliire" van 'tVi-rlaat, gem. Oude- N i e d o r p, werd Zondag j 1. in de her berg van C, v. d. H >ek te Haringhuizen eene openbare uitvoering gegeven. De twee tooneelstukjes, die werden opgevoerd, wa ren gelibld 1, Jeame, of de vrouw van den Diamantslijper2. Een prijs nit de Loterij, of voer geld kan men alles koopen," Daar deze vereeniging onder boven- genoemden naam, al reeds jaren heeft be staan, doch door gemis aan leden niet in het openbaar koD optreden, zoo mogen de tegenwoordige leden hopen, dat de door hen ten uitvoer le brengen tooneel- stnkjes even zoo flink van stapel mogen loopen, als die van jongstleden zondag. Daar het weer niet bijzonder mooi was, mag de opkomst van het publiek in betrek- kelijken zin, voldoende geacht worden. De Tweede Kamer heefl het wetsvoorstel van den heer Gerrit sen tot facnltatiefstelling van den poli- tieken eed in de Provinciale en in de Gemeentewet, met 44 tegen 17 stemmen aangenomen. Naar de bekende Haag- sche correspondent der Zotph Ct. mede deelt, blijft het plan bestaan om de open bare behandeling van de Kieswet in de Tweede Kamer ongeveer midden Mei te beginnen. Mijnheer Boterweck was echter, zonder een antwoord af te wachten, beiden reeda vooruit de tweede trap opgesneld, waarhij zijn wijde broekspijpen hem om de magere beaneD fladderden. „Ik zal ja,je paleis laten zien," bil was reeds boven, toen bij dat vijn vriend toeriep. Boysen volgde hem lang zaam en liet niet na, zijne omgeving nauw keurig op te nemen. Boven ontving hem zijn vriend bi) de ge opende deur der kamer. „Treed binnen en weea voor de tweede maal welkom." Hij schudde bem opnieuw de band eu trok, zon der Boysen los te laten, deze door de wijd geo pende denr binnen. „Deze kamer is de nwe, zoolang gij mij de eer zult aandoen, haar als uw eigen te beschouwen. Zie e»ns om je heen, maak het je g> makkelijk, wasch je en kom dan eten, wanneer de bel bene den het jongste gericht saokond'gt. Weg was bij. Boysen stond alleen ia de schoone kamer, welks vensters op de straat uitzicht gaven en welks inrichting in nog ster kere mate rijkdom aantoonden, dan de trappen en vestibule. Een zwaar smyrnatapqt waarin de voet wegvonk, bed kie dun geheelen vloer en daar op lagen allerlei k eurige en exentrieke kleed jes en «ellen in schitterende wanorde door een. Op een 'alel je aan hot venster, 1 gen velerlei velschillende sigaretienéiois en an deren heeren-snnis'ertjen door elkander, Asebbakjes, bierglazen, pijpen en al wat maar eenigszins door een heer kon worden heg-erd lag in bonte afwisseling dooreen. Alles ad mde rijkdom, overvloed en weelde. U't rood peluche bestond het bekleedsel van stoelen, divans en canapées; poriières en de voorhangen waren van dezelfde stof ver vaardigd en hingen voor alle vensters in breede, zachte, dof glanzende plooien neder. Een brnin.met sierlijke goudarabesken voorzien behang, bedek'e de wanden, en kunstige schilderijen en brons-groepen, brachten daarin een grootsche schakeeriog. Een zscht geluid riep Boysen in de aan grenzende kamer, die van de eerste slechts door een half teruggeslagen portière geschei den was. Hier had de dienaar de bagage ge plaatst en vroeg naar verdere bevelen. Boy sen was gewoon, zichzelf te bedienen en zei de hem met een paar vriendelijke woorden goeden dag. Maar zijne blikken volgden die fi>nnr, die bgna onhoorbaar over bet tapijt gleed en de deur bijna gernischloos achter zich Bloot. Hel gezicht van dien man was bem te voren ook reeds opgevallen hij meen de nooit znlk een ijzige kalmte op een jong gelaat aanschouwd te hebben. Ook bg de luide scherts vsn sjjn vriend, had geen schijn Men deelt ons mede, dat de j. 1. Maandagavond te Wieringer- waard gehouden vergadering van het Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, zeer talrijk bezocht was en zich kenmerkte door derzei ver belangrijk heid en groote gezelligheid. Belangrijk was deze bijeei.k»m-', omd it door den heer Dr. J. «J. O. Over duin eene lezing werd g houden ove. het verstrek ken van eerste hulp bij onge lukken, w>rike voordr cht door den hoogst aangeiminen en boeieuden toon eu uite-st. heldere en be atielijke voorstelling tea zeerste de aand cht van het auditori um boeide. De gezell'gh id dezer echte Nutsvergs- deeiug werd nog verhoogd door het op treden der Z^ngvereeniging «Apollo", welke eenige nummers ten beste g«f, als mede door den heer F*. Stadt, den direc'enr van genoemd koor, die met veel succes een paar soli voordroeg. Benoemd tot kaasmaker door de Kaasvereeniging te Burgerbrug, P, Delver te Z ij p e. Na toelatingsexamen zijn Ar ie Bol Ct. en Jacoib Kossen Kt., beiden van BarBingerhorn, aangenomen als leerlingen voor den eerst volgenden cursus aan de Ambachtsschool te Alkmaar. - In het dorp ZALK is Maan- dsgmorgen io het hnis van en bewoond door den smid H. van Nee, brand uitge broken, die door de flinke werking der brandspuit tot het achterhuis beperkt bleef. Tijdens den brand vermiste men een zak met rijksdaalders en guldens tot een bedrag van f 110, waarom men zware ver moedens kreeg tegen den inwonenden knecht, een jongen van 16 jaar, omdat hij van meer diefstallen verdacht werd. Aan den burgemeester heeft hij ver klaard, niet alleen voor eenigen tijd bij een buurman uit diens winkellade f 15 aan kwartjes en dubbeltjes te hebben ont vreemd en uit eene portemonnaie van zijn baas f 0.60, maar ook Zondagavond den zak met geld te hebben gesiolen uit eene lade iD de kast van de slaapkamer en dien van een glimlach dit gelaat geplooid en de grijze oogen hadden even verstandig maar ook even koel voor zich uitgezien, als nu, terwijl hij de kamer uitgleed. „Wellicht groeit daar nog een model voor mij nit," mompel de Boysen, terwijl bij zgn koffer opende en de noodwendigste bnnooHigdheden er nit nam die een zorgvuldige moederhand bovenop had gelegd. Bnysen's toilet was spoedig gereed; ver volgens trad bij in zijn zitkamer terug, en vandaar op een over de straat nitgebonwd balcon. Slechts op eenige hooge gevels, op torenspitsen en weerhanen lag nog een hel der schijnsel der ondergaande zon, als laatste afscheidsgroet. Bijzonder helder schitterde dit licht op een vergalde weerhaan van bet huis dat jnist tegenover lag De zon was ook reeds voor Boysen's oogen heengegaan, maar die gtoet der scheidende zag hg wel en het vriendelijke lichten trok ztin oog naar het huis van den overbnnr. Het was nog stati ger eo indrukwekkendir dan de overige der straat, toch scheen het den beschouwer toe, als stond bet atgescheidener v»n de wereld dan de overigen. Het waB van brninroode steen gebouwd, in den voortnin bloeide g en enkele bloem, slecnts donkergroene s'rniken hieven hnn hoofd omhoog; de vensters waren door uit- g bouwde konijnen reeds eenigszins aan het oog onttrokken, en van velen dier vensters waren de gordijnen dichtgeslo'en. Het eenige vriendelijke a<n het gebonw was die glim mende weerhaan en toen Boysen den blik naar kern ophief, had ook hij zgn glans verloren bet metaal was mat en droef, de zon was heengegaan. Boysen ging in de kamer terog en na klonk het alarmmakende instrument, dat bem naar de eetkamer riep; beneden vond hij zijn vriend reeds wachtende. De tafel stond gedekt en versierd, door houten lniken was het heengaande daglicht gebannen, en ondereen groot klokvormig melkwit glas, dit door een roodenslnier was omzoomd, brandde een hel dere gasvlam. Het licht viel op een ruiker late, roode, heldere rozen, die op de tafel geplaatst waren, wekte honderderlei scha keering en geschitter in het zilvergoed en kris tal, en schiep een overmoedige verwarring van klenr en glans. De vrienden namen te genover elkander plaats en Buterweck's eer ste werk was, den rozenruikor op zgde te sebniven, die hem geen vrij gezicht op Boy sen toeliet. „Onzin 1" riep bg nit. „Rozen kan ik allen dagen zien. Maar jou heb ik sedert wacht eens, hoe lang is dat reeds? te hebben geborgen in den schoor steen van de alleenstaande smederij en daarop Maandagmorgen met een lucifer brand te hebben gestioht in het hooi, liggende op den zolder van het achterhuis, om zoodoende door den brand den diefstal te dekken, wat niet is gelukt, wijl het voorste gedeelte van het huis, waarin de k«st stond, niet is ve>b and. Dn dader is gevankelijk naar Zwolle oveigebr^ch. Handelsblad Een verliefd paar ge stoord. Maandagavond om elf unr nar werden Ie inwoners v«n OOSTERWOLüE opgeschrikt door het klappen der klok en het geroep v»n brand. In ten oogenblik was er veel volk op de been. Menigeen verliet in al lerijl het bed. Waar was de brand P Op dit ongewone nur 't w»s erg duister zag men uit een schoorsteen van de openbare school vonken in het luchtruim zweven. Men spoedde zich derwaarts eo vond een der kachels met een groot vuur aangelegd. De brand be paalde zich gelukkig tot in de kachel. Maar nn het raadselhoe kwam daar nu vuur in die kachel P Het dienstmeisje van het hoofd der school was dien avond enkele uren met haar geliefde uitgegaan. Buiten weteD der huisgenooten ging dit verliefde paartje in een schoollokaal zijn iotrek nemen. Men had daarbij de kachel aangelegd. Jammer voor hen, trokken de pas schoon gemaakte pijpen zoo erg, dat er buiten vonken zichtbaar werden Velen pruttelden om de verstoring en andeten gingen lachond huiswaarts en na korten tijd was de gewone stilte in het nach telijk uur wedergekeerd. Handelsblad. Gemengd Nieuws. Sneeuw in Oostenrijk. In Oostenrijk—Hongarije is ontzaglijk veel sneeuw gevalles. Bij Fiume is door de sneeuwstormen het spoorwegverkeer voor onbepaalden tijd gestremd. De scho len zijn gesloten evenals de schouwbur gen. Op de straten ondervindt het verkeer t^^— sedert vier jaar heb ik je niet gezien. Jal ja hè, wij worden drommels-onde kerels Wanneer wij nn maar eens wat verstandi ger werdenDat wil zeggen, daarbij heb ik alleen het oog op mijzelf; want gij met nw naar-soliede leefwijze en nwe onver teerbare leefregels, ziet er op het oog reeds zoo deugdzaam en verstandig nit, dat ik weder een voorbeeld aan u zal moeten ne men, evenals in de schoone dagen, van weleer, toen ik altijd met de knieën door de broek thnis kwam, in ons liet, ond ge boortenest. Hoe dikwijls zijt gij mjj reeds als voorbeeld gesteld en hoe wonder is bet toch, dat ik je daarom nooit heb kannen haten. Wonderknapen zijn over bet algemeen voor hunne makkers een grnwel, maar ondanks dat alles, was jjj toch altijd een aardige vent." De dienaar, die onhoorbaar af- en aanging en de spijzen opgedragen had, had nn nii fijn geslepen karaffen rooden wijn geschonken, en de hnisbeer hiel zijn glas omboog en riep: „Alla vostra,'— maar hij liet zich naowelijks tijd tot drinken, zoo onophoude lijk was «jjn tong in beweging. „En voor alles, waar hebt ge ja schepping „Min schepping?* „Nu ja, je portret meen ik, groot, on schuldig kind. De nieuwste schepping van je meesterhand, waarmede gjj de harten en hooiden mijner medeburger^ en kunstkt nuers in verrukking hoopt te brengen." B >ysen w is een weinig rood geworden, toea zyn werk ter sprake kw>m en een warme straal flikkerde ia zgn oog. „Die schepping zoa je niet weinig in verlegenheid hebben gebracht,* zeide hij. „Het is bij na zoo groot als de wand daarboven. De reis hierheen heelt het alleen moeien ma ken, en het hangt nn wellicht op zgn plaats in de tentoonstelling. Wederzien mag ik het wellicht niet voor de openig, anders ton mijn eerste gang morgen daarheen zgn." Boterweck legde het hoofd een weinig op zijle en zag zijn vriend met een nit- drnkking van bezorgdheid, half ernstig, half spottend aan. „En gij hebt das werkelijk, die zedige" hij haspelde een weinig, als wilde dat woord hem niet over de lippen „die ze dige, zalige Desdemona geschilderd „Niet die zedige en ook niet die zalige," antwoordde Beysen lachend en toch met een zekere warmte, „maar die jonge, die schoone, in het oogenblik, waarop sij Othel- lo smeekt, haar niet te dooden 1* „Zoo, zool* „Wat bedoelt ge „Ik wil maar zeggen, zonder a na jalst

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1