torium te Luik studeert, heeft in den Cercle artistique te AntwerpeD voor het eerst een concert gegeven en veel succes gehad. Chef, vriendelijk: Mijn- heer Meijer, mijn vrouw heelt, daar we onverwacht bezoek hebben gekre gen, een huiselijk feestje aangelegd. Hebt u hedenavond soms reeds bezet? Meijer, gevleidMijnheer, ik heb den ganschen avond ter beschikking. Chef, nog vriendelijker: O, dan wilt u zeker wel dezen avond in mijne plaats overwerken, om het grootboek, dat nogal ten achteren is, bjj te schrij ven Haast u langzaam. Een bekwaam heelkundige was, wan neer hij eene belangrijke operatie moest verrichten, gewoon te zeggen„Niet te haastig, want wij hebben geen tijd te verliezen." Hetjongste nommer der N e u e M u s i k-Z t g. bevat, onder meer bijzonderheden omtrent Beetho- ven's leven een paar aardig anecdo- ten. De componist Himmel was aan het phautaseeren en speelde op het klavier allerlei niets zeggende loopjes en figuur tjes. Beethoven luisterde een half uur lang en riep plotseling ongeduldig uit „Maar begin dan toch eens eindelijk. De koning van Pruisen liet door zijn gezant aaD Beethoven vragen, of deze liever 50 dukaten of een koninklijke orde had. „Vijftig dukaten", gaf Beethoven met nadruk ten antwoord. Beethoven stierf, maar men weet, aan waterzucht. Na een uiterst pijnlij ke operatie had de meester nog humor genoeg om uit te roepen„Beter wa ter in het lichaam dan in de muziek." Te Gloucester heerscht eene ernstige pokkenepidemie. In de zeven weken van 8 Febr. tot 28 Maart, zijn de gevallen 9, 61, 50, 79, 180, 155 en 154 geweest, en sedert schijnt de ziekte steeds toe te nemen. Tot dusver waren 188 personen, meest kinderen, er aan gestorven. Vele aanvankelijk herstelden zullen naar men vreest levenslang blind zijn. Volgens de Times zijn de autori teiten te Gloucester zeer nalatig ge weest ten aanzien van de vaccinatie, niet uit overtuiging, maar uit slofheid. Gisterenmorgen zijn te Eijssel vijf der soldaten, verge ven bij den brand van hot hospitaal van den Heiligen Verlosser, met veel plechtigheid en onder algemeene deel neming begraven. Naar men thans verzekert hadden de soldaten bij het blusschingswerk dorst gekregen en de liefdezusters daarom limonade voor hen bereidbij vergissing schijnen de on- gelukkigen van den brand uit het hos pitaal geredde flesschen vergif te heb ben aangesproken. De overige soldaten, voor wier leven men vreesde, zijn hersteld, Brillen der Eskimo's. De Eskimo's, die te midden der ver blindend witte sneeuwlichtweerkaatsen- de ijsmassa's en tooverachtig schitte rende ijsbergen wonen, hebben brillen uitgevonden, die slechts een zeer klein gedeelte van dit voor de oogen nadee- lige schitterlicht doorlaten. Deze bril len bestaan uit twee zeer dunne plank jes, waarin door middel van een visch- graat een fijn gaatje is geboord. Deze beide doorboorde plankjes bedekken de oogen en worden met behulp van een pees vast gemaakt. Burgerlijke Stand. Gem. 8CHAGM. Gem. Anna Paulowna. Ter Courantdrukkerij HH« van J Winkel, H HBS worden alle Druk- fUiH werken billijk en IHïHÜ EU spoedig afgeleverd. |H|| meesleepte. Een steeds diepere hartstocht klonk nit hare woorden, een koen prijsgeven van haar innerlijke natuur, een onthullen der ziele, van welke de sluiers wegvielen, als door vlammen verteerd. Haar lichaam be woog sich zacht heen en weder op de maat een warme gloed van zinnelijk genot scheen haar te doorstroomen, een wild vuur haar te doorlichten,dat uit verborgene diepten zijn oorsprong vond, dat zij over de mannen wereld aan hare voeten uitzond, harten ver zengend en oogen met brandend verlangen vervullend. Boysen was de eenige, die baar weder stond hij hoorde sleohts met een half oor en zag slechts met halve oogen. Hij gevoel de hare verteerende blikken onophoudelijk op ziob gericht, onder welks gloeiende aan raking hem het bloed naar de wangen steeg. Hij wist, dat deze oogen alle anderen in de zaal de richting aanwezen, waar bij zat, dat hjj het doel was van ieders nieuwsgierigheid. Het scheen hem toe als stond hijzelf daar boven, gedoemd tot een rol, die hij zichzelf niet had uitverkoren, en die hij toch ni6t kon afweren. En nu terwijl Saffi de laatste tonen der Habanera song, hartstochtelijker en vuriger, luider nog dan te voren, zag hij, hoe het meisje de hand ophief en de roode roos hem werd toegeworpen, met de zelfde zekerheid als te voren de pijl was afgeschoten geworden. Weder verhief zich het gebrul, een don derende bijval. Bojrsen scheen het toe, als gold bem dat lawaai, dat da-capo-roepen, dat aan alle zijden weerklonk. En nu zag hij werkelijk hoe aan een tafeltje naast hem, twee jongelui de glazen ophieven en hem toedronken, jaloersch op den Boysen gegeven voorrang. Het was hem ondoenlijk nog langer te blijven in de nabijheid van het meisje, dat hem aantrok en afstiet tegelijk Ea terwijl SafiS zich lachend op het tooneel vertoonde, buigende voorden ontvangen lof, fluisterde Boyien zijn vriend toe,Nu is het mooi ge noeg. Ik ga." „Je hebt gelijk," was hst antwoord, „en mij doet gij er een dienst mede. Den weg zult gij wel vinden, met vragen wordt men wijs. Alzoo, ga njjn waarde en raak niet onder Daarvoor moet men Am e" rikaan wezen. De Protestactsche geestelijken in den Amerikaauschen Staat Ohio, hebben dezer dageti een diner gehad, waaraan zij zeer genoeglijk samenzaten en een uitmun tenden eetlust betoonden. Maat op eens werd er een kreet gehoord. Een Her predi kanten stond op, hij wees op een schotel, die juist gediend was, en die den naam droeg van Spaaosche uien, en stelde voor dat men aan dit gerecht niet zou raken, als protest legen de Spanjaarden, die de Cabacen zoo slecht behandelen 1 Het voor stel werd bij acclamatie aangenomen. Maar het mooiste is, dat deze zooge naamde Spaansche nien meestal van Cuba komen en daar door de inboorlingen wor den verkocht. Het jubileum der vork. Negenhonderd jaar is het reeds geleden dat de vork, een onzer onontbeerlijkste eetgereedsehappen, haar intocht in Europa deed. In den herfst van den jare 995 huw de een zoon van den doge van Venetië, Pietro Orseolo, met de Byzantijnsche prin- ces Argila, eene zuster van den Oost—Ro- meinsche keizer. Terwijl men tot dien tijd te Venetië de spijzen met de vingers naar den mond gebracht had, bediende prinses Argila zich tot dat doel van een vork met twee tanden en een gouden lepel. De le pel was voor de Venetianen niets nieuws, de vork echter wel. De Venetiaansche dames haastten zich, het voorbeeld der Byzatijn- sche te volgen en hoewel de hanteering van de vork haar in den beginne lastig viel, werd het nieuwe gebruik oüder de deftige Venetiaansche families meer en meer algemeen, ook ondanks de spotters en ze- depreken die in het nuttig instrument een belachelijk en schadelijk product der Ve netiaansche smaakverfijning zagen. Het duurde verscheidene eeuwen, voordat de vork haar weg door het overige Italië vond. Eerst in het renaissance-tijdperk, oDge- veer van 1350 af, kwam de vork te Florence en de overige Italiaaneche steden in zwang. Wanneer het gebruik der vork in Duitschland algemeen werd, is niet be kend. In Frankrijk hoorde men eerst in 1379 van haar bestaan, toen zij ook op een lijst van het koninklijk zilverwerk voorkwam. Het eten met vorken werd ech ter in Frankrijk eerst in het jaar 1550 mode. In het jaar 1608 bracht de Corga- te haar direct uit Venetië naar Engeland over. Zij kwam daar eerst aan het eind der 17e eeuw in algemeen gebruik. Te genwoordig bedient men zich bijna over de geheele beschaafde wereld van de vork. De vergiftige Vogel. Onder al de duizenden gevederde schep selen bestaat er slechts één, de Rpir ïï'Doob, of vogel des doods, die vergiftig is. Deze zonderlinge en vergiftige vogel soort behoott op het eiland Nieuw-Guinea te huis. Deze vogel wordt beschreven de grootte te hebben van eene gewone tam me duif, grijs van kleur en met een bij zonder langen staart, die aan het uiteinde schitterend rood is. Hij is een moerasvo gel en wordt alleen in de uitgebreide stil staande wateren langs de meren van het binnenland van het eiland gevonden. De Rpir heeft een krommen bek, die zoo scherp is als de sporen van eenen haan en daar bij hol. Het vergift, waarvan de vogel voorzien is, bevindt zich in het opperste gedeelte van den bek, juist beneden de neusgaten, en wel in eene vleeschachtigen knobbel in het gehemelte. Wanneer de vo gel zijnen snavel in het vleesch van het de rijtuigen." „Goeden nacht," zeide Boysen, stond op en begon zich met moeite een weg door de saamgepakte menschemnassa te banen. Het scheen hem toe, als hoorde bjj van het too neel een onverstaanbare uitdrukking van on wil, maar hij keerde niet terug en zag ook niet om. Doch ook in de zaal werd zijn af tocht gezien, aller blikken zochten hem op nieuw, spotwoorden vlogen heen en weder. Josef en Potifar de knische Jozef 1" rie pen een paar lachende stemmen hem toe. Hij schreed voorwaarts, zonder er acht cp te slaan, maar in zijn hart brandde toorn en afschuw. Hij gebrnikte zijne ellebogen om zich ruimte te verschaffen. Zoo landde hij eindeljjk bij de denr aan, vatte de kruk en duwde haar open. Lnid viel de denr in 't slot, het alarm der zaal veranderde in een dof gegons, diep ademend zoog hij de fris- sche lacht in hij was alleen I HOOFDSTUK 5. Hoe goed deed het hem, in de koele, ▼erfrisschende nachtlncht door de straten te wandelen. In den beginne ging hij snel vooruit, om een groote ruimte tnsschen zich en dat gehate krot te maken; vervolgens echter kortte hij zijn schreden in en slen terde langzaam verder, met een gevoel van dnnrverkregen vrijheid. Gemakkelijk kwam bij door vragen op den rechten weg. In het inwendige der stad was nog leven en beweging. Verscheidene lichten doken van nit de duisternis op, naderden en ver dwenen weder even ving; het gelijkmatige gehamer van paardenhoeven, het naderbij komend en wegstervend gedonder van rij tuigen, het voornaam gedempt rollen van gummiraderen, het doffe dreunen der omni bussen, dat alles vervulde de lucht. Maar hoe verder Boysen zich van het middelpunt verwijderde, des te vrediger en stiller werd bet om hem heen. Slechts de wind, die tegen de avond was opgestoken, rukte hier of daar een zonnescherm heen en weer, liet de glazen in een lantaarn rinkelen of deed de teletoondraden tegen elkander slin geren. In de Tocrstad lagen de straten stil en slachtoffer slaat, krijgt deze knobbel eene drukking, welke het vergif uitlaat en in de wond brengt. Niemand, hetzij inboorling of iemand anders, heeft men ooit gevonden, die hersteld is, na van de Rpir gebeten te zijn. Het lijden ia zulks gevallen, dat de slacht' ffers te verduren hebben, wordt ge zegd hartverscheurend te zijn en is erger dan de gevolgen van een beat van de ra telslang of het Gda-monster. Eenigen tijd geleden trouw de een mooi, achttien jarigboerinnetje in de OpperPslts met een rijken grijsaard van 78 jaren, om baren vader te redden uit gelde lijke ongelegenheden. Haar onverschilligheid voor baren man veranderde weldra in haaf, toen hij gierig bleek te zijn en haar slecht behandelde. Het kwam tot heftige tooneelen tusschen man en vrouw, en op zekeren dag velde zij hem met een hamerslag neder en sneed hem den hals af. De jonge vrouw beweerde voor het ge rechtshof te Am berg, dat zij den moord pleegde in zelfverdediging tegen haren ïnaD, die haar mishandelde, omdat zij een onnoodige uitgaaf (voor een zakmes) had gedaan. Maar het hielp haar niet. De gezworenen verklaarden haar schuldig en zij werd ter dood veroordeeld. Haar vader, die werd beschuldigd van haar aangespoord te hebben tot de mis daad, werd vrijgesproken. Door de Basische sterre- kundigen worden groot# toebereidselen gemaakt voor het stelselmatig waarnemen van de aanstaande zonsverduistering. De sterrewacht van Poekowa zendt daartoe een wetenschappelijke expeditie naar den beneden—Amoer. Da Academie van we tenschappen heeft op Nova-Zembla de plaats voor een waarnemingsstation uitge kozen, de Natuurkundige Vereeniging te Kazan desgelijks, terwijl de directeur van het meteorologisch observatorium te Ir- koetsk Woznesenski, naar Olakminsk aan de Leua gaat, in opdracht van het Aar- drjjkskondig Genootschap. Het Astrono misch Genootschp, eerst enkele jaren ge leden opgericht, zendt drie expsditiën uit, naar de Lena, de Ob en naar het noor den van Uleaborg. Daarenboven gaan prof. Gbasenapp en Woezjichofski voor eigen rekening waarnemen in het noor den van Finland. De Fransche regeering zal waarschijn lijk, op verzoek van het Bureau des Longiludes, een expeditie zenden naar Jeso, het noordelijkste der groote Japan- sche eihnden. De totale zonsverduistering van 9 Au gustus is in onze streken niet waar te nemen wel in bet noordoosten van Europa en in Noord-Azië. Een voordeelig baantje, maar niet gezond. De handel in alcoholische dranken, in 't groot en in 't klein, is zeker een van de voordeeligste zaakjes die men bij de hand kan nemen, maar gezond is het niet. Volgens ofliciëele opgaven waren er in Pruisen van 11904 dooden brouwers, branders, wijnhandelaren, bierbottelaars, hotelhouders en herbergiers slechts 7839 die hnn natuurlijken dood stierven, 2167 aan beroerte, 459 aan dionkemanswaanzin, 807 aan zelfmoord, 632 door een of ander ongeval. Ook uit Engeland wordt thans, evenals onlangs uit Frankrijk, een nachtelijk olitantenavontuur gemeld. Het stadje Taonlon werd de zer dagen door het bezoek van een rei zend beestenspel vereerd, welks pièce de rèsistance eene zachtzinnige olifante was, die meer dan drie ton woog en zoo graot eeutonig voor hem de echo herhaalde de schreden van den wandelaar. Na was bij aan een lange straat genaderd, die hem nog eentoniger en langer toescheen dan een te voren. Een hooge, donkere toren verhief zich in het midden van de straat omhoog, bij wist na waar hij was. De gevangenis 1 Zijn vrieod bad hem die aangewezen, toen zij er 's avonds waren voorbijgegaan en ter wijl hij onder de grauwe maren doorliep, moest hij weder aan de arme ongelnkkigen denken, die hier een groot deel van hun levensdagen troosteloos moesten doorbren gen. En daar was ook de plaats, die hij straks vlnchtig had gade geslagen, toen zijne op merkzaamheid er voor gevraagd was. Nu overliep hem een rilling, terwijl hij in de een zaamheid van den nacht de plaats aan schouwde, waar aan zoo menig leven een einde was gemaakt. Op eenige passen af- stands zag hij reeds den nienwen muur, die opgericht was voor de nieuwsgierigen oo gen van hen, die er op belast waren, den laatste stuiptrekkingen bnnner medemen- schen gade te slaan. Daar op den hoek, zon morgenochtend eene menschenmenigte zich verdringen, te vergeefsch trachtende den dichten rauur met haar oogen te doordrin gen, begeerig de ooren spitsend om het doodsklokje te hooren.dat het laatste uur van den misdadiger zou aankondigen, de adem inhoudende om het doffe geroisch der bijl te vernemen, dat het hoofd van den onge lukkige van den romp zal scheiden. Daar bewoog zich daar niet reeds iets op die onheilspellende plaats P Als een schaduw maakte een gestalte zich van den muur los, trad eeD paar schreden vooruit de straat op en bleef daar staan, als vastgenageld aan de plaats. Boysen was ongeveer een dertigtal schre den van hem verwijderd, maar zijn scherp oog zag duidelijk de gestalte. Hij dempte zijne schreden onwillekeurig, zonder te we ten, wat hij deed en ging langzamer verder dan te voren. Bewegingloos voor hem, stond een man want een man was het, dat zag hij duidelijk en staarde onafge broken naar den donkeren, hoogen mnur.Nn echtir netst bjj tcih de naderende schiedn was als „oen villa in een voorstad". ".Ge zegde olifante, die zich vrij wat scheen te vervelen, besloot het stadje eens op aar eigen gelegenheid te gaan aanschouwen en brak 's nachts ter sluiks los. Zij wasech ter nog niet ver gegaan, toen een heerlij ke geur uit een bakkerij haar reukorgaan streeldede avonturierster besloot een na der onderzoek in te stellen en drukte met zacht geweld de deur in. In de bak kerij deed zij innig vergenoegd zich te goed aan 2 zikken meel, elk van 140 pond, 20 pond rozijnen, 14 busten fram bozengelei, 14 pond amandelen en 7 pond citroenschillen, alles „schoon opmakende Na dat maal geraakte de olifante in znlk een goede luim, dat zij op een naburig plaatsje een dansje ging doen, waarbij zij twee pompen en andere kleine hindernis sen wegrukte. Het rumoer wekte de bu ren en spoedig daarop stond de olifante weer op stal. Een noodlottige brand legde in den nacht van 1 April het kas teel van den Poolschen graaf Kwilecki (te Oberzedlitz in Posen) in de ascli. Een dochter van den graaf, een meisje van 10 jaar, trachtte haar leven te redden door een sprong ui', een venster; zij kwetste zich doodelijk en overleed kort daarna. Hare gouvernante en eene dienstbode, die eveneens naar beneden sprongen, brach ten er het leven af, maar werden toch zwaar gekwetst. Men meldt nit Göttingen. In de Burgstraat 48 woonde de onge huwde 24-jarige Louise Segmann bij de familie Dahling, die het buiten den echt geboren meisje als kind sangenomon had den. Een in hetzelfde huis wonende 28- jarige glazenwassuher knoopte nu met Louise een liefdesbetrekking aan, waaruit het vorige jaar een meisje werd geboren. In de kamer van Laise hoorde men eer gisteren een zwaar steunen en rochelen. Men drong daarop de kamer binnen, in welke men het kind dood op den grond vond liggen, en de moeder hangende aan de beddenr met afgesneden polsen. De laatste, waarbij de levensgeesten nog niet geheel schenen verdoofd, werd dadelijk af gesneden en naar het ziekenhuis getrans porteerd. Bij de instructie werd vastge steld dat de moeder in een aanval van waanzin, haar kind met arsenicum ver giftigd heeft en zich vervolgens zelf van het leven heeft trachten te berooven. Het is ook mogelijk, dat de aanleiding tot de ze daad in andere omstamdigheden te zoe ken is. Hypnotische Wandaden. Te Londen geeft een hypnotiseur voor stellingen, die een grooten vloed van nieuwsgierigen tot zich trekken. Het hoofdnummer van zijn programma bestaat hierin dat hij een 29-jarig jongmensch vertoont, dat door hem door middel van suggestie in een langdurigen slaap gebracht is. Thans bevindt de jonge man zich 20 dagen in een slaap, die hem op 30 dagen gesuggereerd is. De slapende maakt een jammerlijken indruk. Zijn gelaat is lijk kleurig, de pols, die slechts 50 slagen in de minunt maakt, zwak, het aantal adem halingen per minuut, is tot acht gedaald en door de beenen loopen af en toe schok kende rillingen. De oogen zijn gesloten en worden de oogleden van elkaar verwij. derd, dan draait de oogappel naar boven en naar buitende pupillen zijn sterk verwijd en doen denken aan de gebroken oogen van een stervende. De lichaams temperatuur bedraagt 36.2 graad, iets min der dan normaal dus. De slapende wordt met gepeptoniseerde melk gevoed. Om de gevoelloosheid van den ongelukkige aan het publiek te bewijzen, onderwerpt de hyp- vernomen hebben, hij wendde ziek ter zijde, draaide zich om en ging voorwaarts de straat af. Boysen volgde hem en zag zijn gestalte voor 2ich nit gaan, onzeker, strom pelende. Was bet een dronken man, die daar zooeven gestaan had, of was het er een, wiens zinnen beneveld waren P Doch dronken lni plegen hun weg te ver volgen, onbekommerd of een menscbenoog hen aan8cbonwt; deze man echter aoheen den blik te gevoelen, die van nit de dnisternis op hem rustte, en scheen daarvoor te vloch ten. Somwijlen wendde hij sich om, zag z[jn vervolger aan en ging dan vlugger, maar ook onbeholpener voorwaarts. Nu ge schiedde het weder 1 Hij bevond zich juist onder een lantaarn, toen hij opnieuw een oogenblik staan bleef en met zijn oogen den naderbijkomenden Boysen zocht. Was het dan mogelijk Had Boysen het gelaat her kend, dat daar door de flikkerende vlam werd beschenen Was zijne fantasie niet nog te veel opgewonden, dat bij personen meende te zien, waarmede zijn geest zioh bovennatuurlijk had bezig gehouden? Hg vroeg het zichzelf af, met kloppend hartdit eene stond echter by hem vast zekerheid moest hij hebben. Wanneer hg zich niet bedrogen had, kende hij den weg, die de donkere gestalte voor hem volgen zon, en hg wilde hem nagaan tot aan het doel. No zag de ander niet meer om aan de andere zijde van de straat waren de schreden van een paar laatkomers opgedo ken en deden de geheele straat door hnn gelach en gebabbel weerklinken. Nu boog echter de vervolgde een zijstraat in en Boysen snelde vlugger op don hoek toe, die de ander was omgegaan. Het was ook zijn weg, die by naar huis in moest; de Kei zerstraat was de ander ingegaan. Op den hoek bleef Boysen weder staan en zag scherp de stille straat in. Daar was zijn man; daar giDg hg den weg, dien Boysen hem in den geest had voorgeschreven, daar schitterden de lichten van de pronkkamers van den vreemde en verlichtten zgn pad. Nu h'eld hg stil, scheen naar een sleutel te z09- ken, vervolgens weerklonk bet zachte knar- sepde gelnid van een geopend wordende tuindenr. Zware schreden werden ua op notiseur iem aan allerlei pijnigingen. En zulks geschiedt in een dar meest beschaaf de landen, van Europa aan 't eind der 19e eeuw! Ingeschreven van 31 Maart tot 3I April 96. Geboren Pieter Dirk, z. v. Pieter Mie nes en van Elizabeth Kommer. Ondertrouwd^: Comelis Groot, jongman, oud 29 jaren, "wonende te Heer Hugo- waard en Geertje Bierman, jongdochter, oud 22 jaren, wonende te Schsgen. Getrouwd gesne. Overleden Jannetje Govers, oud 51 jr. en 6 mnd., echtgenoote van Klaas EriksS Ingeschreven van 1 31 Maart 1896. GeborenAntje, d. v. M. Wissekerke eu T. Brands. Adriana, d. v. J. Wouden berg en D. van Eeteren. Johanna Marti- na, d. v. Th. A. Smits en M. Roeleveld. Corne'is. z. v. G. de Lseuw en N. Breed. Ondertrouwd2 paren. GetrouwdH. J. Waller en J. G. Stork. O. H. Geevers en K. Wilms. Overleden Trijntje Molenaar, d. v. K. Molenaar en T. Bects, oud 8 jaren. Gem. Sint-Maarten. Ingeschreven van 1 31 Msart 1896. Geboren, Ondertrouwd en Gehuwd Geene. Overleden: 11 Maart, Antje Ruiter oud 4 Maanden, d. v. Jan Ruiter en van Ca- tharina Jacobina de Jong. 14 dito. Johan- nes Leiding, ond 83 jaren, Echtgenoot v. Geertruij van Kenlen, eerder weduwe v. Neeltje Nijst. 14 dito. Pieter Langedijk, oud 69 jaren, Echtgenoot v. Jannetje Dries- sen. 30 dito. Jacob Groenveld, ond 15 ja- reD, z. v. Jacob Groenveld en nn wijlen Grietje Kuiper. Gem. Barsingerhorn. Ingeschreven van 1 31 Maart 1896. Geboren 5 Maart. Nicolaas. z. V. Jan Tuinman en v. Johanna Margrietta Cathe- lijna Dubbelman. Pietertje, d. v. Jan Tuin man en v. Johanna Margrietta Cathelijna Dubbelman. 7 dito. Gerrit, z. v- Pieter Bood en v. Neeltje Sluis. 7 dito. Come lis, z. v. Simon Kossen en v. Grietje Hart. 8 dito. Arie, z. v. Harm Liefhebber en v. Antje Kooij. 18 dito Jacob z. v. Pieter Bol en v. Neeltje Timmerman. 22 dito. Jacobus, z. v. Tbeodorus Willem Beeker en v. Adriana Johanna van Rbijn. Ondertrouwd en Getrouwd: Geene. Overleden 1 Maart. Een levenloos aan gegeven kind v. Comelis Dekker en v. Grietje Kooij. 29 Febr. Antje Bakker, we duwe v. Jan Snijders, oud 69 jaren. 3 Maart. Comelis van der Oort, echtgenoot v. Antje Swaag, oud 34 jaren. 6 dito. Griet je Pronk, weduwe v. Jan Bakker oud 66 jaren. 15 dito. Anna Schoor], d. v. Come lis en v. Gomelia Spaans, oud 11 jaren. 23 dito. Antje Hoekstra, d. v. Leendert Hoekstra en v. Dieuwertje Gijzen, oud 35 jaien. het plaveisel vernomen, een zware denr viel met een dof drennen in het slot, de man was thuis. Het was das geen beeld zijner opgewonden gedachten geweest, het was leven en werkelijkheideen mensch van vleesch en been, een mensch, dien hg kende, dien hg voor een paar nnr geleden in zgn rijtuig had zien naar hnis gaan, en die nn weder was gaan rondwandelen in den een zamen Dacht, de vreemde P Waarom smartte hem deze zeldzame en toeb wellicht weinig beteekenende ontmoe ting P Waarom gevoelde hg een «teek in het harte, toen de man jnist deze woning binnentrad P Boysen vroeg het ziohzelf af; terwijl hg over zgn gevoelens trachtte te glimlachen. Maar het lachen wilde niet vlot te voor zgn geest steeg het beeld eener reine meisjesgestalte, die bij voor eeoige aren geleden voor de eerste maal gezien had, en die hg ondervond het levendiger in dit oogenblik, dan in de nren die zoo anders dan gewoonlijk waren voorbijgegaan dat zij een macht in zijn leven was gewor den, die wellicht zgn toekomst, zgn noodlot in de hand hield. En het deed hem wee dit meisje, dat in zgn ziel het eerste onge-' kende vnnr der liefde had doen ontvlam men, in aanraking, ja in nanwe verbintenis stond, met iemand, wiens handelingen zeer zonderling en achterdochtwekkend waren. Hij had een poos geaaraeld, eer hjj de Keizerstraat instapte en het bnis van zgn vriend opende. Binnen waren gangen aorri- dor nog verlicht; toch gevoelde Boysen de eenzaamheid en de stilte, die hem ontving. Hg was het zoo gewoon, dat de stem zijner moeder hem begroette, wanneer bg thnis kwam; maar terwgl hg daar aan dacht, betrapte hij zichzelf op de gedachte, hoe het zgn zon, als een andere, jonge, geliefde stem, hem het welkom toeriop. Geliefd Beminde bg dan *gne moeder niet boven alles, kon er in de wereld een stem wezen, welke hem ooit dierbaarder wor den zon, dan die milde, troostende van zgn onde moeder Boos op zichzelf steeg hij de trap op en ging Daar zgn kamer. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6