Donderdag 30 April 1896, 40ste Jaargang Do. 3094. De Vreemde. Q S C HUTTE R IJ. INSCHRIJVING Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL Bureau: SCHAOEN» Laan, li 4. 3.60. Prijs per jaar f 3.Franco per post f Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. GemeenteScbagen. Bekendmakingen. FEUILLETON. K i e z e r s 1 ij s t e n. Binnenlandsch Nieuws. Anna Paulowna, 28 April '96. Heden avond vergaderde de Kiesveree- niging Algemeen Belangals afdteling van de Centrale Liberale te Helder. Anna Paulowna. 2 7 April. Landbouw. iki Nioiws-, COURANT. AlïHKltit- k Lmllmllai POLITIE. Ier Secretarie dezer gemeente zijn in lichtingen te bekomen omtrent een ge vonden boezelaar. Burgemeester en Wethouders van Scha- gen gelet op art. 265 der Gemeentewet, brengen ter kennis van belanghebben den, dat het door Heeren Gedeputeerde Staten op den 15en April 1896 goedge keurde kohier van den hoofdelijken omslag dezer gemeente en dat voor de belasting op de honden, dienst 1896, gedurende vijf maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Beswaren tegen den aanslag kunnen binnen 8 maanden na den dag der uitrei king van het aanslagbiljet, bij den Baad, op ongezegeld papier, worden ingebracht. Scbagen, 21 April 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Scha- gen biengen ter kennis van belangheb benden, dat wegens het invallen van den Hemelvaartdag op 14 Mei a s., dat de gewone Donderdagsche Markt aldaar in die week zal worden gehouden op Woensdag. Schagen, 21 April 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BEBMAN. de Secretaris, DENIJS. voor de BURGEMEESTER en WETHOUDERS der GemeenteS C HAGEN, noodigen bij deze uit 1°. alle mannelijke ingezetenen, geboren in het jaar 1871 2°. alle manuelijke ingezetenen, gebo ren in de jaren 1862 tot en met 1870, die, ofschoon in andere gemeenten reeds ingeschreven, sedert de inschrijving van het vorig jaar in deze Gemeente zijn ko men wonen 8°. alle vreemdelingen, die sedert de laatste inschrijving in de termen zijn ge vallen, om als ingezetenen te worden be schouwd j om, met overlegging van een extract ge- boerte-aktezoo zij elders geboren zijn, zich ter inschrijving voor de schutterij aan te melden ter Gemeente-Secretarie, tusschen den 15den en den 31sten Mei e. k.; terwijl voorts wordt medegedeeld, dat voor die inschrijving tneer bepaaldelijk zitting zal worden gehouden op alle werk dagen des voormiddags van 9 tot 12 ure. Wordende hierbij, ter voldoening aan art. 8 van het Koninklijk besluit van den 21 sten Maart 1828, Staatsblad No. 6, nog medegedeeld eenige bepalingen, vastgesteld bij het Ilde hoofdstak der Schutterij wet, betrekkelijk de inschrijving voor de Schut terij, luidende Artikel 6. Elk jaar, vóór den eersten Juni, zullen de ingezetenen, die op den lsten Januari van het jaar hun 25ste jaar van ouderdom zullen zijn ingetreden, zon der onderscheid of zij vermeenen mochten al of niet tot de vrijgestelden of uit gestotenen te behooren, verplicht zijn, zich bij het bestuur der Gemeente, in welke zij wonen, voor de schutterij te doen in schrijven. Artikel 7. Zij, die in meer dan eene Gemeente hun gewoon verblijf houdeu, of den zetel van hun vermogen hebben ge vestigd, zullen tot de inschrijving verplicht zijn, binnen die Gemeente, alwaar een dienstdoende schutterij aanwezig is. Bijaldien in die verschillende Gemeente al leen dienstdoende of allen rustende schutterij en bestian, zullen zij zich doen inschrijven in de Gemeente,alwaar zij voorde personeels be lasting zijn aangeslagen, en de ambtenaren in die Gemeente, alwaar zij ambtshalve ver plicht zijn, hnn verblijf te houden. Artikel 8. Die van hunnen ouderdom geen voldoend bewijs geven, zullen door het plaat selijk bestuur worden ingeschreven, naar des- zelfs oordeel, onverminderd de bevoegdheid vanden ingeschrevene, om vin zijnjuisten ouderdom, nader te doen blijken. Artikel 9. Die bsvonden zullen worden zich niet vóór 1 Juni te hebben doen in schrijven, zullen door het plaatselijk be stuur ambtshalve ingeschreven worden, en door den schuttersraad worden verwezen tot eene geldboete, terwijl zij daarenboven, zonder loting bij do schutterij zullen wor den ingelijfd, indien het zal blijken, dat er, tijdenB de verzuimde inschrijving, geen redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hannen aanzien bestonden. Afgekondigd en aangeplakt te SCHA GEN, den 28 April 1896. Burgemeester en Wethouders voonoemd De Burgemeester, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Roman van Robert Kohlrausch. 14. Een paar dagen verliepen er voor Boysen in de meest opgewekte stemming, die alleen daardoor een weinig getemperd werd, dat hij nog altijd te vergeefs wachtte op een brief zijner moeder. Jaist wilde hij naar het telegraatbnreau gaan, om nog eens een telegram aan haar af te zenden, Iosd de be diende binnen trad, om hem den brief over te reiken. Haastig greep bij er naar, in de stellige overtuiging, dat bet er een van de hem zoo geliefde band zou zijn. Maar woe dend wierp bij den brief op de tafel; hij was niet van de hand zijner moeder; in ongelijk matige verdraaide ietters droeg hij weder hetzelfde adres als de vorige anomyne brief. Boysen's eerste plan was, den brief ongele- sen te verbranden, vervolgens echter dreef de nieuwsgierigheid, omtrent die raadsel achtige waarsobuwingen meer te vernemen, hem tot het openscheuren van het couvert; hjj las het schrijveD, en ontstelde geweldig. Weder en weder las hij de met potlood ge schreven woorden; vervolgens verfrommelde hij den brief en slingerde hem in den haard. Maar terwijl de vlammen het vuile papier verteerden gevoelde bij dat de gloed on machtig was, de woorden welke hij gelezen had,uit zijn geheugen te verdrijven. Hij zag ze voor zich, dulde hun kracht, bij las ze opnieuw die gruwelijke woorden, die hij had pogen te vernietigen: „Mijne waarschuwing is te laat gekomen; gij hadt reeds meer ge zondigd, dan ik gedacht had. Dat zult gij moeten boeten Kom dit dus te weten: ,U- we moedor is niet degene, waar gij haar voor houdt, zoomin als gij haar eenig kind zijt. Gij hebt een zuster, maar zij is niet uws vaders dochter. Uw vader is u meer nabij, dan gij denkt. Vrees een dubbele S in uw leven. Ik sou u meer kunneD zeggen, maar ik laat u aan uw geweten over. De wreker.* Boysen trachtte te lachen maar de stem weigerde hem deb dienst. Hij gruwde van de groote gemeenheid van den schrijver, verafschuwde het lage karakterbij wilde al die laagheid op zijde schuiveD, maar hij vermocht het niet. Als gloeiende koo ien lagen die woorden op zijn hoofd en te gelijk deed zijn hart hem een pijn, nooit te voren gevoeld. Want ait al deze laagheid^ trad hem helder tegemoet, een naakte be schuldiging, die, zoo zij niet gelogen was, hem bet heiligen beeld ontnam, dat hij zijn gansche leven vereerd had. Dat beeld, waarop hij zijn oog met kinderlijk vertrouwen had gevestigd in eiken kleinen en grooten tegenspoed zijns leveos. Hij deed zijn best, rustiger te worden en met koel verstand te overleggen, wat hij van dit alles denken moest. Een dubbele S. had bi) te vreezeD in zijn leven. Zoo luidde de woorden en plotseling werd hem duidelijk, wat de schrijver bedoelde. Saffi en Seals'ield!waren zij het die den brief bedoelde Had die brief de waar heid aangekondigd? en Boysen begon in zijne opgewondenheid te gelooven, dat het waar was had die wroetende ziel den sleu tel gevonden van het raadsel, dat nu nit het duistere verledene in bet licht trad? Dan was de vreemde de geliefde zijner moeder geweest, en Saffi zijne znstert Met tegenzin bad hij dat vreeseljjke be dacht. Ra stond bet voor hem, te voor schijn geroepen uit het Terleden, als een dreigende macht, niet meer te verbannen met de kracht van een sterken geest. Was het dan mogelijk, dat zulk een gedachte plaats vinden kon in zijn geest Een gedachte, die het beeld zijner moeder onteerde en hem tegelijk de geliefde, de nauwelijks ge vondene, ontrooven moest voor altijd Stond hij dan zoo nanw met den amerik«an in betrekking, zooals dit schrijven aanduidde; was die zoodanig in bet leven zjjner moeder opgetreden, dan mocht er voor den zoon dier moeder geen gemeenschap meer bestaan tnsschen hem en den verstoorder van dat geluk; en ook de dochter van dien man, hoe schoon zij ook zijn moobt, zij moest nit zijn hart worden gebannen. Was dat alles dan wel mogelijk Hij vroeg het zich telkens meer afeerst met het gevoel van hulpalooze vertwijfeling; dan met de nauwkeurigheid van iemand, die de waarschijnlijkheid en de onwaarschijnlijkheid tegenover elkaar plaatst. Mr. Sealsfi-ild had verklaard, nooit te voren in Duitsland ge weest te zijn, was dat niet bewijs ge noeg om deze verschrikkelijke aantijging te ontzenuwen Maar terwijl Boysen zich aan deze verklaring vasthield, kwamen er in zij ne gedachten gezegden en aiidrakkingen van don vreemde op, die hem ook dezen grond ondor de vooten wegsloegen. De belangstelling van den vreemde in hom en zijn schilderjj, zjjo voortdurend vragen naar Boysen's moeder, die overijlde uiting bij Eva's opmerking over de gelijkenis der beide vrouwen dat alles ontwaakte in De Voorzitter van den Raad der Ge meente behagen, brengt ter] kennis der be langhebbenden, dat de lijsten der kiesge rechtigden, ter benoeming van leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, door hem op heden zijn gesloten dat die lijsten op nieuw aan het Raadhuis zijn aangeplakt, en aldaar van heden af gedu rende veertien dagen (uitgezonderd Zon en Feestdagen), des voormiddags van 9 tot 12 uur, voor een ieder ter inzage zul len liggen. Schagen, den 25 April 1896. De Voorzitter voornoemd, S. BERMAN. Benoemd als Kaasmaker in de Fabriek te Haringhuizen, J. Schrieken, te Barsingerhorn. Tegenwoordig wareu 22 leden. zijn zie), om zijne kwelling nog grooter te maken. En wanneer nn aan do moeder de be langstelling gold, hetgeen de zoon ontvan gen had als een hulde aan zijn werk, dan verging ook de trots van zijnen arbeid in rook. Saffi, zijne zuster! Terwijl hij er aan dacht, meende hij den ring weder te zien, die aan den vinger van het meisje schitterde en die, als twee druppelen, water op dien zijner moe der geleek. Ook aan die paar regels moest hij weder denken, die gi schreven stonden op dat papier, dat hij in de kamer zijrer moeder had gevonden, die woorden van de hand zijner moeder, die de gestorven vader niet konden gelden. En nu kwam daarbij nog een herinnering nit den tijd zijner kin derjaren, welke hij bijna vergeten was. Aan een tijd, in welken zijn moeder h8m verlaten had, voor weken, wellicht voor maanden; wat weet een kind van tijdrekening af? Maar dat wist hij, dat hij langen tijd alleen ge weest was met een oude dienstbode en dat hem gezegd geworden was, dat moeder naar familie gereisd was. Twintig jaren waren er sedert dien tijd verloopen en twintig ja ren kon Saffi ook ongeveer zjjn. Urenlang doorliep hij rusteloos zijno ka mers, dezelfde gedachten telkens weer in zijn ziel overwegende. Vervolgens stormde hij het huis nit, de stad nit, de hnizen voorbij waamit bij eertijds den dienaar en Gloystedt bad zien verscbjjnen, en zocht rust onder de hoornen van het bosch. De herfstregen ver koelde zijn koortsachtig gloeiend gelaat, maar de vlammen in zijn hart werden er niet door gebluscht; ellendig, evenals bij was heengegaan, kwam hij thnis. En toen hij nn in zijn kamer kwam; lag er weder een briei op zijn schrijftafel, ditmaal van de hand zijner moeder, de lang verlangde, vu rig begeerde brief. Hij las, dan zij ziek ge weest was, wellicht zieker nog, dan zij het hem nn schreef, en bij het lezen meen de hij hare stem te hooren, en den reinen blik haror oogen te zien en voor dit beeld verdween alle twijfel, smolt alle achterdocht en bleof alleen en gevoel van diep berouw in zijn ziel achter. Tranen vielen op het papier, op de woorden der moeder, die alleen om zijnentwille het leven nog lief had, en toen zijne oogen door opwellende tranen be neveld, het senrift niet meer konden lezeD, drukte hij hut papier aan zijn lippen en prevelde .Vergeef mij, moeder, vergeef mij 1" HOOFDSTUK 9. Sedert dat oogenblik verdreef Boysen el ke verdachtmakeade grdaebte. En wanneer zij hem somstjjds nog eens te machtig wer- Na opening de vergadering lezing en goedkeuring der notulen bracht de voor zitter in 't midden, dat de Kiesvereeniging na de jongste verkiezing voor een lid der Prov. Staten nog niet bijeen was geweest, en daar bovendien de heer W a 11 e r in ons midden was, greep hij deze gelegen heid gaarne aan, ora den heer W. namens de vergadering geluk te wenschen, met de herneming van zijn zetel in de Staten, en drukte den wensch uit, dat dit voor langen duur mocht zijn. De vergadering gaf door teekenen van bijval hiermede haar instem ming te kennen. Vervolgens heette hij den heer C. Prins Sz. als nieuw lid in ons midden welkom. Daarna werd overgegaan tot de bespre king van een amendement op de Slatuten de Liberale Centrale, ingediend door Bur gerplicht in Den Helder, en strekkende, om geen alge m eene leden aan te nemen. Dit amendement werd in discussie ge bracht, en zal gesteund worden door den Afgevaardigde der Vereeniging, waartoe gekozen werd de heer Kooij. Tot plaats- vervaagend-bestuurslid van den heer Wal ler werd benoemd, de heer D. Rezelman. De rekening en verantwoording van den Penningmeester, op het convocatiebiljet vermeld, bleef achterwege. Wel waren ds stukken voorhanden, maar de Penning meester was door ongesteldheid afwezig en das niet in staat, enkele noodzakelijke inlichtingen te geveD; Dit punt werd dus verdaagd en daarna de vergadering geslo ten. Anna Paulowna, 28 April. Het Departement van ,t Nut hield heden avond weder etn vergadering, naar aanlei ding van het bedanken van Dr. Overduin, als geneesheer van het Ziekenfonds. Daar echter bleek, dat met 1 Mei a. s. de heer J. Oostra, arts te Deventer zich hier zal vestigen, behoefde het weinig over weging uit te maken, witnde praktijk van het ziekenfonds zal worden opgedragen. De heer v. Wijk deelde bereids mede, dat de heer Oostra gaarne die praktijk op zich wilde nemen, en daarop werd met al- gemeene stemmen de heer Oostra benoemd. De voorzitter deelde vervolgens nog mede, den, dan sloeg hij een blik in den brief zij ner moeder, om ze tot zwijgen te brongen. Slechts die vraag hield hem nog bezig, wie hem toch die kwellingen bereidde en met verhoogde argwaan rnstte zijn blik op het ondoorgrondbaar gelaat van den kamerdie naar. Eenmaal kwam hij er zelfs toe, ter wijl da koeeht zijn heer rekening en verant woording deed van het gehouden huishoude lijk beheer, de openliggende boeken in te zien en het schrift te vergelijken met den anonyme brief. Maar geen spoor van ge lijkenis mccht hij ontdekken. Iu een langen, hartelijken brief schilderde bii zijne moeder zijn leven in de stad; maar geen woord over zijne onaangenaamheden vond daarin een plaats- Zij moest bevrijd blij ven van onrust en kommer. Daarenboven had hij drak weik met zijn feest-gedicht. Spoedig was het werk gereed en werd hem de prijs toegewezen. Ook de medewerking en de leiding werd hem opgedragen, dat benijders daar in stilte tegen hadden geageerd, bleef hem evenwel verborgen, doch hij bedankte voor de eer, die men hem loedacht. Een hoop die hij in 't geheim had gekoesterd was niet vervuld geworden. Hij bad zich met zijn gedichten aan geen bepaalden tijd gebonden, in wisselende vormon, had bij de beroemde gestalten nit de geschiedenis en de verdich ting dor Lagnnen-stad laten voorbijlrekken. Marino Falieri, Sbylock en Porcia, de beide Foscari, Katharino Cornaro, Othello en Des- demona, zij allen moesten leven geven aan bet knnstenaar-sfeest. En als Doede- mona had bij gehoopt die eene te zien, die voor hem deze als het ware verper soonlijkte. Doch zijn verzoek was door Eva's vader vriendelijk, doch beslist van de hand geweien. „Wij bezoeken geen feeste lijkheden,* had hij geantwoord en Boysen durfde het niet wagen, na deze besliste weigering nog meer aan te dringen. Da vreogdo van het feest was evenwei voor hom er af. Hjj legde zijn arbeid in handen van het comité, het aan hare beroemde krachten zoo zeide hij overlatende. Zoodra mea hem om zijne halp verzocht, weigerde hij, met te zeggen, dat bjj zich wilde laten verrassen door het geheele werk. Dat Saffi, dank zij het bidden en smeeken van Buterweck, meesp den zon, versterkte hem slechts in het besluit, zich verre van de tentoonstelling te honden. Een steek was er in zijn harte achtergebleven, na ont vangst van den tweeden anonymen brief. Hij was er bang voor, het moisjo te ontmoeteu, dit hij in zijne gedichten eens zjjno zuster had genoemd. Ook zij trachtte niet hem te dat ook de bode van het Ziekenionds heeft bedankt; maar dat door Commissarissen in overleg met bet Bestuur, direct zal worden zorg gedragen, dat bet fonds zoo min mogelijk schade lijdt of leden verliest. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. De aanbesteding voor de leverantie van schoolbehoeften voor de openbare scholen in deze gemeente heeft j. 1. Zaterdag plaats gehad. De heer W. C. Meilink te Zntphen schreef in voor f 289,48 de heer H. P. M. Verlinde te Bergen op Zoom voor f312.- Aan den eerste is de leverantie gegund, Zondag den 26 April, is te Winkel in de kolfbaan van den heer W. Smit, eene goedgeslaagde uitvoering ge geven door de Zangvereenigmg Crescendo. Jammer was het, dat de stukkeo, die over 't algemeen flink uitgevoerd werden, niet door een talrijker publiek werden aan gehoord, want de opkomst was gering. Als men den stand der gewassen in Waard en Groet vergelijkt met dien van het vorige jaar om dezen tijd, dan is er merkbaar verschil te constateeren; maar niet in ganstigen zin. Wel zijn alle za den bijna zonder onderscheid onder gun stige omstandigheden aan den grond toe vertrouwd, maar de vochtige en zachte April-dagen zijn schaaisch geweest, en het langdurige schrale wtêr houdt de gunstige ontwikkeling merkbaar tegen. En men ziet gaarne dat er voorjaars wat gang ach ter de zaken zit. Komen dan in Mei on verwacht koude en gure tijden, d*n zijn de gewassen er beter tegen bestand. Met het oog op ritnaald en andere minder ge- wenschte verschijningen, die telken jare weer te verwachten zijn, is warm weer dan ook zeer gewenscht. Alle gewassen staan thans op regel, dat is al wat er voorloopig van te zeggen is. De karwij wacht op regen. Met het gras gaat het ook niet raar wensch. Dan en spichtig steken de nieuwe sprietjes hun lange lichaampjes in de lucht, nieuwsgierig uit kijkende, wa.tr de kameraads zoo lang blij ven. naderen en hare waarschuwing te volein digen; eenmaal had zij hem, door tnsschen- komst van Buterweck, doen groeten, wat de- zo mismoedig had overgebracht. Da ir deze eehter onbeantwoord bleef, had zij ook dat achterwego g laten. Met een govoel dat het midden hield tusschen genoegdoening en medelijden, zag Boysen toch, dat zijn vriend ondanks hot wegblijven van bem, niets met Saffi vorderde. Geërgerd kwam Buterweck meermalen thnis, dat hij haar in het café chantant geiien had, maar dat bjj haar niet had gesproken ea schold daarbij op bar- baarsche manier 'op den ondeD, die bij nog steeds S^ffi's vader noemde. „Het is vee," riep bij toornig, „een brntta bestra I Ik weet niet, welke dnivel er in die kerel gevaren is, „geen vjjf minuten meer laat hjj haar met mij alleen. Als moet er geen woord gesproken worden, dat hij niet hooren moet. Wanneer ik eena niet thuis mooht komen, doe dan onderzoek bij de politie naar mij, want dan heb ik den ouden schavuit omgebracht.* Zoo toornde en donderde hjj dagelijks levendigerintnsschen was hij nog zeer gelukkig, dat hij met Saffi nog zoo vele malen op het tooneel kon te zamen zijn. Boysen had haar ten wille van zjjn vriend, een rol gegeven, waarin zjj de schoonheid van haar wezen in het voordeeligste licht kon plaatsen. Uit de volksmenigte op da piazzetta zon zij te voorschijn treden ala Venetiaansch bloemenmeisje en zon zij bare bloemen over de omringenden uitstrooien en dan een lied zingen, bij den klank der mandoline, een van die hartstochtelijke, me lancholieke liederen, waarin zjj haar gan- scbe ziel zon kannen uitstorten, dat wist Boksen, sedert hij haar de Haba- nera had hooren zingen. Uit het lied soa zich een dansmelodie ontwikkelen, eerst lang zaam en in de maat, dan telkens vlugger en vuriger, tot zij in een tarantella zon overgaan; die zon door twee paren worden gedanst in bonte kleerendracht. Saffi's dan ser was Karol Buterweck zijn gondelier- costnnm had hij reeds tienmaal gepast, en dikwjjls wanneer de vriend, vredig aan den maaltijd zat, sprong bij plotseling op, zong of floot de hartstochtelijke dansmelo die en begon in razende sprongen de ka mer op en neer te hollen. Immer opgewondener werd hij, hoe meer de feestelijke dag naderde. Het was No vember geworden, de boomen stonden kaal en donkerder en droeviger werd het weer. Een leelijke regenbui, vermengd met sneeuw en hagel, kletterde tegen de ruiten, terwijl Boysen zich voor het feeat aankleedde au ■2i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1