Donderdag 30 April 1896,
40ste Jaargang Do. 3094.
De Vreemde.
Q
S C HUTTE R IJ.
INSCHRIJVING
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: SCHAOEN» Laan, li 4.
3.60.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
GemeenteScbagen.
Bekendmakingen.
FEUILLETON.
K i e z e r s 1 ij s t e n.
Binnenlandsch Nieuws.
Anna Paulowna, 28 April '96.
Heden avond vergaderde de Kiesveree-
niging Algemeen Belangals afdteling
van de Centrale Liberale te Helder.
Anna Paulowna. 2 7 April.
Landbouw.
iki Nioiws-,
COURANT.
AlïHKltit- k Lmllmllai
POLITIE.
Ier Secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen te bekomen omtrent een ge
vonden boezelaar.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen gelet op art. 265 der Gemeentewet,
brengen ter kennis van belanghebben
den, dat het door Heeren Gedeputeerde
Staten op den 15en April 1896 goedge
keurde kohier van den hoofdelijken omslag
dezer gemeente en dat voor de belasting
op de honden, dienst 1896, gedurende
vijf maanden ter Secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
Beswaren tegen den aanslag kunnen
binnen 8 maanden na den dag der uitrei
king van het aanslagbiljet, bij den Baad,
op ongezegeld papier, worden ingebracht.
Scbagen, 21 April 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen biengen ter kennis van belangheb
benden, dat wegens het invallen van den
Hemelvaartdag op 14 Mei a s., dat
de gewone Donderdagsche Markt
aldaar in die week zal worden gehouden
op Woensdag.
Schagen, 21 April 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BEBMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
voor de
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der GemeenteS C HAGEN, noodigen bij
deze uit
1°. alle mannelijke ingezetenen, geboren
in het jaar 1871
2°. alle manuelijke ingezetenen, gebo
ren in de jaren 1862 tot en met 1870,
die, ofschoon in andere gemeenten reeds
ingeschreven, sedert de inschrijving van
het vorig jaar in deze Gemeente zijn ko
men wonen
8°. alle vreemdelingen, die sedert de
laatste inschrijving in de termen zijn ge
vallen, om als ingezetenen te worden be
schouwd j
om, met overlegging van een extract ge-
boerte-aktezoo zij elders geboren zijn,
zich ter inschrijving voor de schutterij
aan te melden ter Gemeente-Secretarie,
tusschen den 15den en den 31sten Mei
e. k.; terwijl voorts wordt medegedeeld,
dat voor die inschrijving tneer bepaaldelijk
zitting zal worden gehouden op alle werk
dagen des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Wordende hierbij, ter voldoening aan art.
8 van het Koninklijk besluit van den 21
sten Maart 1828, Staatsblad No. 6, nog
medegedeeld eenige bepalingen, vastgesteld
bij het Ilde hoofdstak der Schutterij wet,
betrekkelijk de inschrijving voor de Schut
terij, luidende
Artikel 6. Elk jaar, vóór den eersten
Juni, zullen de ingezetenen, die op den
lsten Januari van het jaar hun 25ste jaar
van ouderdom zullen zijn ingetreden, zon
der onderscheid of zij vermeenen mochten
al of niet tot de vrijgestelden of uit
gestotenen te behooren, verplicht zijn, zich
bij het bestuur der Gemeente, in welke
zij wonen, voor de schutterij te doen in
schrijven.
Artikel 7. Zij, die in meer dan eene
Gemeente hun gewoon verblijf houdeu, of
den zetel van hun vermogen hebben ge
vestigd, zullen tot de inschrijving verplicht
zijn, binnen die Gemeente, alwaar een
dienstdoende schutterij aanwezig is.
Bijaldien in die verschillende Gemeente al
leen dienstdoende of allen rustende schutterij
en bestian, zullen zij zich doen inschrijven in
de Gemeente,alwaar zij voorde personeels be
lasting zijn aangeslagen, en de ambtenaren
in die Gemeente, alwaar zij ambtshalve ver
plicht zijn, hnn verblijf te houden.
Artikel 8. Die van hunnen ouderdom geen
voldoend bewijs geven, zullen door het plaat
selijk bestuur worden ingeschreven, naar des-
zelfs oordeel, onverminderd de bevoegdheid
vanden ingeschrevene, om vin zijnjuisten
ouderdom, nader te doen blijken.
Artikel 9. Die bsvonden zullen worden
zich niet vóór 1 Juni te hebben doen in
schrijven, zullen door het plaatselijk be
stuur ambtshalve ingeschreven worden, en
door den schuttersraad worden verwezen
tot eene geldboete, terwijl zij daarenboven,
zonder loting bij do schutterij zullen wor
den ingelijfd, indien het zal blijken, dat
er, tijdenB de verzuimde inschrijving, geen
redenen tot uitsluiting of vrijstelling te
hannen aanzien bestonden.
Afgekondigd en aangeplakt te SCHA
GEN, den 28 April 1896.
Burgemeester en Wethouders voonoemd
De Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Roman van Robert Kohlrausch.
14.
Een paar dagen verliepen er voor Boysen
in de meest opgewekte stemming, die alleen
daardoor een weinig getemperd werd,
dat hij nog altijd te vergeefs wachtte op
een brief zijner moeder. Jaist wilde hij naar
het telegraatbnreau gaan, om nog eens een
telegram aan haar af te zenden, Iosd de be
diende binnen trad, om hem den brief over
te reiken. Haastig greep bij er naar, in de
stellige overtuiging, dat bet er een van de
hem zoo geliefde band zou zijn. Maar woe
dend wierp bij den brief op de tafel; hij was
niet van de hand zijner moeder; in ongelijk
matige verdraaide ietters droeg hij weder
hetzelfde adres als de vorige anomyne brief.
Boysen's eerste plan was, den brief ongele-
sen te verbranden, vervolgens echter dreef
de nieuwsgierigheid, omtrent die raadsel
achtige waarsobuwingen meer te vernemen,
hem tot het openscheuren van het couvert;
hjj las het schrijveD, en ontstelde geweldig.
Weder en weder las hij de met potlood ge
schreven woorden; vervolgens verfrommelde
hij den brief en slingerde hem in den haard.
Maar terwijl de vlammen het vuile papier
verteerden gevoelde bij dat de gloed on
machtig was, de woorden welke hij gelezen
had,uit zijn geheugen te verdrijven. Hij zag
ze voor zich, dulde hun kracht, bij las ze
opnieuw die gruwelijke woorden, die hij had
pogen te vernietigen: „Mijne waarschuwing
is te laat gekomen; gij hadt reeds meer ge
zondigd, dan ik gedacht had. Dat zult gij
moeten boeten Kom dit dus te weten: ,U-
we moedor is niet degene, waar gij haar voor
houdt, zoomin als gij haar eenig kind zijt. Gij
hebt een zuster, maar zij is niet uws vaders
dochter. Uw vader is u meer nabij, dan gij
denkt. Vrees een dubbele S in uw leven. Ik
sou u meer kunneD zeggen, maar ik laat u
aan uw geweten over. De wreker.*
Boysen trachtte te lachen maar de
stem weigerde hem deb dienst. Hij gruwde
van de groote gemeenheid van den schrijver,
verafschuwde het lage karakterbij wilde
al die laagheid op zijde schuiveD, maar
hij vermocht het niet. Als gloeiende koo
ien lagen die woorden op zijn hoofd en te
gelijk deed zijn hart hem een pijn, nooit te
voren gevoeld. Want ait al deze laagheid^
trad hem helder tegemoet, een naakte be
schuldiging, die, zoo zij niet gelogen
was, hem bet heiligen beeld ontnam, dat
hij zijn gansche leven vereerd had. Dat
beeld, waarop hij zijn oog met kinderlijk
vertrouwen had gevestigd in eiken kleinen en
grooten tegenspoed zijns leveos.
Hij deed zijn best, rustiger te worden en
met koel verstand te overleggen, wat hij van
dit alles denken moest. Een dubbele S. had
bi) te vreezeD in zijn leven. Zoo luidde de
woorden en plotseling werd hem duidelijk,
wat de schrijver bedoelde.
Saffi en Seals'ield!waren zij het die
den brief bedoelde Had die brief de waar
heid aangekondigd? en Boysen begon in
zijne opgewondenheid te gelooven, dat het
waar was had die wroetende ziel den sleu
tel gevonden van het raadsel, dat nu nit het
duistere verledene in bet licht trad? Dan
was de vreemde de geliefde zijner moeder
geweest, en Saffi zijne znstert
Met tegenzin bad hij dat vreeseljjke be
dacht. Ra stond bet voor hem, te voor
schijn geroepen uit het Terleden, als een
dreigende macht, niet meer te verbannen met
de kracht van een sterken geest. Was het
dan mogelijk, dat zulk een gedachte plaats
vinden kon in zijn geest Een gedachte,
die het beeld zijner moeder onteerde en
hem tegelijk de geliefde, de nauwelijks ge
vondene, ontrooven moest voor altijd Stond
hij dan zoo nanw met den amerik«an in
betrekking, zooals dit schrijven aanduidde;
was die zoodanig in bet leven zjjner moeder
opgetreden, dan mocht er voor den zoon
dier moeder geen gemeenschap meer bestaan
tnsschen hem en den verstoorder van dat
geluk; en ook de dochter van dien man,
hoe schoon zij ook zijn moobt, zij moest
nit zijn hart worden gebannen.
Was dat alles dan wel mogelijk Hij
vroeg het zich telkens meer afeerst met
het gevoel van hulpalooze vertwijfeling; dan
met de nauwkeurigheid van iemand, die de
waarschijnlijkheid en de onwaarschijnlijkheid
tegenover elkaar plaatst. Mr. Sealsfi-ild had
verklaard, nooit te voren in Duitsland ge
weest te zijn, was dat niet bewijs ge
noeg om deze verschrikkelijke aantijging te
ontzenuwen Maar terwijl Boysen zich aan
deze verklaring vasthield, kwamen er in zij
ne gedachten gezegden en aiidrakkingen
van don vreemde op, die hem ook dezen
grond ondor de vooten wegsloegen. De
belangstelling van den vreemde in hom
en zijn schilderjj, zjjo voortdurend vragen
naar Boysen's moeder, die overijlde uiting
bij Eva's opmerking over de gelijkenis der
beide vrouwen dat alles ontwaakte in
De Voorzitter van den Raad der Ge
meente behagen, brengt ter] kennis der be
langhebbenden, dat de lijsten der kiesge
rechtigden, ter benoeming van leden voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de
Provinciale Staten en den Gemeenteraad,
door hem op heden zijn gesloten dat die
lijsten op nieuw aan het Raadhuis zijn
aangeplakt, en aldaar van heden af gedu
rende veertien dagen (uitgezonderd Zon
en Feestdagen), des voormiddags van 9
tot 12 uur, voor een ieder ter inzage zul
len liggen.
Schagen, den 25 April 1896.
De Voorzitter voornoemd,
S. BERMAN.
Benoemd als Kaasmaker
in de Fabriek te Haringhuizen, J.
Schrieken, te Barsingerhorn.
Tegenwoordig wareu 22 leden.
zijn zie), om zijne kwelling nog grooter te
maken. En wanneer nn aan do moeder de be
langstelling gold, hetgeen de zoon ontvan
gen had als een hulde aan zijn werk, dan
verging ook de trots van zijnen arbeid in rook.
Saffi, zijne zuster! Terwijl hij er aan dacht,
meende hij den ring weder te zien, die aan
den vinger van het meisje schitterde en die,
als twee druppelen, water op dien zijner moe
der geleek. Ook aan die paar regels moest
hij weder denken, die gi schreven stonden
op dat papier, dat hij in de kamer zijrer
moeder had gevonden, die woorden van de
hand zijner moeder, die de gestorven vader
niet konden gelden. En nu kwam daarbij
nog een herinnering nit den tijd zijner kin
derjaren, welke hij bijna vergeten was. Aan een
tijd, in welken zijn moeder h8m verlaten had,
voor weken, wellicht voor maanden; wat
weet een kind van tijdrekening af? Maar
dat wist hij, dat hij langen tijd alleen ge
weest was met een oude dienstbode en dat
hem gezegd geworden was, dat moeder naar
familie gereisd was. Twintig jaren waren
er sedert dien tijd verloopen en twintig ja
ren kon Saffi ook ongeveer zjjn.
Urenlang doorliep hij rusteloos zijno ka
mers, dezelfde gedachten telkens weer in zijn
ziel overwegende. Vervolgens stormde hij
het huis nit, de stad nit, de hnizen voorbij
waamit bij eertijds den dienaar en Gloystedt
bad zien verscbjjnen, en zocht rust onder de
hoornen van het bosch. De herfstregen ver
koelde zijn koortsachtig gloeiend gelaat,
maar de vlammen in zijn hart werden er
niet door gebluscht; ellendig, evenals bij
was heengegaan, kwam hij thnis. En toen
hij nn in zijn kamer kwam; lag er weder
een briei op zijn schrijftafel, ditmaal van de
hand zijner moeder, de lang verlangde, vu
rig begeerde brief. Hij las, dan zij ziek ge
weest was, wellicht zieker nog, dan zij
het hem nn schreef, en bij het lezen meen
de hij hare stem te hooren, en den reinen
blik haror oogen te zien en voor dit beeld
verdween alle twijfel, smolt alle achterdocht
en bleof alleen en gevoel van diep berouw
in zijn ziel achter. Tranen vielen op het
papier, op de woorden der moeder, die alleen
om zijnentwille het leven nog lief had, en
toen zijne oogen door opwellende tranen be
neveld, het senrift niet meer konden lezeD,
drukte hij hut papier aan zijn lippen en
prevelde
.Vergeef mij, moeder, vergeef mij 1"
HOOFDSTUK 9.
Sedert dat oogenblik verdreef Boysen el
ke verdachtmakeade grdaebte. En wanneer
zij hem somstjjds nog eens te machtig wer-
Na opening de vergadering lezing en
goedkeuring der notulen bracht de voor
zitter in 't midden, dat de Kiesvereeniging
na de jongste verkiezing voor een lid der
Prov. Staten nog niet bijeen was geweest,
en daar bovendien de heer W a 11 e r in
ons midden was, greep hij deze gelegen
heid gaarne aan, ora den heer W. namens
de vergadering geluk te wenschen, met de
herneming van zijn zetel in de Staten, en
drukte den wensch uit, dat dit voor langen
duur mocht zijn. De vergadering gaf door
teekenen van bijval hiermede haar instem
ming te kennen. Vervolgens heette hij den
heer C. Prins Sz. als nieuw lid in ons
midden welkom.
Daarna werd overgegaan tot de bespre
king van een amendement op de Slatuten
de Liberale Centrale, ingediend door Bur
gerplicht in Den Helder, en strekkende,
om geen alge m eene leden aan te
nemen.
Dit amendement werd in discussie ge
bracht, en zal gesteund worden door den
Afgevaardigde der Vereeniging, waartoe
gekozen werd de heer Kooij. Tot plaats-
vervaagend-bestuurslid van den heer Wal
ler werd benoemd, de heer D. Rezelman.
De rekening en verantwoording van den
Penningmeester, op het convocatiebiljet
vermeld, bleef achterwege. Wel waren ds
stukken voorhanden, maar de Penning
meester was door ongesteldheid afwezig en
das niet in staat, enkele noodzakelijke
inlichtingen te geveD; Dit punt werd dus
verdaagd en daarna de vergadering geslo
ten.
Anna Paulowna, 28 April.
Het Departement van ,t Nut hield heden
avond weder etn vergadering, naar aanlei
ding van het bedanken van Dr.
Overduin, als geneesheer van het
Ziekenfonds.
Daar echter bleek, dat met 1 Mei a. s.
de heer J. Oostra, arts te Deventer zich
hier zal vestigen, behoefde het weinig over
weging uit te maken, witnde praktijk van
het ziekenfonds zal worden opgedragen.
De heer v. Wijk deelde bereids mede,
dat de heer Oostra gaarne die praktijk op
zich wilde nemen, en daarop werd met al-
gemeene stemmen de heer Oostra benoemd.
De voorzitter deelde vervolgens nog mede,
den, dan sloeg hij een blik in den brief zij
ner moeder, om ze tot zwijgen te brongen.
Slechts die vraag hield hem nog bezig, wie
hem toch die kwellingen bereidde en met
verhoogde argwaan rnstte zijn blik op het
ondoorgrondbaar gelaat van den kamerdie
naar. Eenmaal kwam hij er zelfs toe, ter
wijl da koeeht zijn heer rekening en verant
woording deed van het gehouden huishoude
lijk beheer, de openliggende boeken in te
zien en het schrift te vergelijken met den
anonyme brief. Maar geen spoor van ge
lijkenis mccht hij ontdekken.
Iu een langen, hartelijken brief schilderde
bii zijne moeder zijn leven in de stad; maar
geen woord over zijne onaangenaamheden
vond daarin een plaats- Zij moest bevrijd blij
ven van onrust en kommer. Daarenboven
had hij drak weik met zijn feest-gedicht.
Spoedig was het werk gereed en werd hem
de prijs toegewezen.
Ook de medewerking en de leiding werd hem
opgedragen, dat benijders daar in stilte
tegen hadden geageerd, bleef hem evenwel
verborgen, doch hij bedankte voor de
eer, die men hem loedacht. Een hoop die
hij in 't geheim had gekoesterd was niet
vervuld geworden. Hij bad zich met zijn
gedichten aan geen bepaalden tijd gebonden,
in wisselende vormon, had bij de beroemde
gestalten nit de geschiedenis en de verdich
ting dor Lagnnen-stad laten voorbijlrekken.
Marino Falieri, Sbylock en Porcia, de beide
Foscari, Katharino Cornaro, Othello en Des-
demona, zij allen moesten leven geven
aan bet knnstenaar-sfeest. En als Doede-
mona had bij gehoopt die eene te zien,
die voor hem deze als het ware verper
soonlijkte. Doch zijn verzoek was door
Eva's vader vriendelijk, doch beslist van de
hand geweien. „Wij bezoeken geen feeste
lijkheden,* had hij geantwoord en Boysen
durfde het niet wagen, na deze besliste
weigering nog meer aan te dringen. Da
vreogdo van het feest was evenwei voor
hom er af. Hjj legde zijn arbeid in handen
van het comité, het aan hare beroemde
krachten zoo zeide hij overlatende.
Zoodra mea hem om zijne halp verzocht,
weigerde hij, met te zeggen, dat bjj zich
wilde laten verrassen door het geheele werk.
Dat Saffi, dank zij het bidden en smeeken
van Buterweck, meesp den zon, versterkte
hem slechts in het besluit, zich verre van de
tentoonstelling te honden. Een steek
was er in zijn harte achtergebleven, na ont
vangst van den tweeden anonymen brief. Hij
was er bang voor, het moisjo te ontmoeteu,
dit hij in zijne gedichten eens zjjno zuster
had genoemd. Ook zij trachtte niet hem te
dat ook de bode van het Ziekenionds heeft
bedankt; maar dat door Commissarissen
in overleg met bet Bestuur, direct zal
worden zorg gedragen, dat bet fonds zoo
min mogelijk schade lijdt of leden verliest.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de
vergadering gesloten.
De aanbesteding voor de leverantie van
schoolbehoeften voor de openbare scholen
in deze gemeente heeft j. 1. Zaterdag plaats
gehad.
De heer W. C. Meilink te Zntphen
schreef in voor f 289,48 de heer H. P. M.
Verlinde te Bergen op Zoom voor f312.-
Aan den eerste is de leverantie gegund,
Zondag den 26 April, is te
Winkel in de kolfbaan van den heer
W. Smit, eene goedgeslaagde uitvoering ge
geven door de Zangvereenigmg Crescendo.
Jammer was het, dat de stukkeo, die
over 't algemeen flink uitgevoerd werden,
niet door een talrijker publiek werden aan
gehoord, want de opkomst was gering.
Als men den stand der gewassen in
Waard en Groet vergelijkt met dien
van het vorige jaar om dezen tijd, dan is
er merkbaar verschil te constateeren; maar
niet in ganstigen zin. Wel zijn alle za
den bijna zonder onderscheid onder gun
stige omstandigheden aan den grond toe
vertrouwd, maar de vochtige en zachte
April-dagen zijn schaaisch geweest, en het
langdurige schrale wtêr houdt de gunstige
ontwikkeling merkbaar tegen. En men
ziet gaarne dat er voorjaars wat gang ach
ter de zaken zit. Komen dan in Mei on
verwacht koude en gure tijden, d*n zijn
de gewassen er beter tegen bestand. Met
het oog op ritnaald en andere minder ge-
wenschte verschijningen, die telken jare
weer te verwachten zijn, is warm weer
dan ook zeer gewenscht. Alle gewassen
staan thans op regel, dat is al wat er
voorloopig van te zeggen is. De karwij
wacht op regen. Met het gras gaat het
ook niet raar wensch. Dan en spichtig
steken de nieuwe sprietjes hun lange
lichaampjes in de lucht, nieuwsgierig uit
kijkende, wa.tr de kameraads zoo lang blij
ven.
naderen en hare waarschuwing te volein
digen; eenmaal had zij hem, door tnsschen-
komst van Buterweck, doen groeten, wat de-
zo mismoedig had overgebracht. Da ir deze
eehter onbeantwoord bleef, had zij ook dat
achterwego g laten. Met een govoel dat het
midden hield tusschen genoegdoening en
medelijden, zag Boysen toch, dat zijn vriend
ondanks hot wegblijven van bem, niets met
Saffi vorderde. Geërgerd kwam Buterweck
meermalen thnis, dat hij haar in het café
chantant geiien had, maar dat bjj haar niet
had gesproken ea schold daarbij op bar-
baarsche manier 'op den ondeD, die bij nog
steeds S^ffi's vader noemde.
„Het is vee," riep bij toornig, „een
brntta bestra I Ik weet niet, welke dnivel
er in die kerel gevaren is, „geen vjjf
minuten meer laat hjj haar met mij alleen.
Als moet er geen woord gesproken worden,
dat hij niet hooren moet. Wanneer ik eena
niet thuis mooht komen, doe dan onderzoek
bij de politie naar mij, want dan heb ik
den ouden schavuit omgebracht.*
Zoo toornde en donderde hjj dagelijks
levendigerintnsschen was hij nog zeer
gelukkig, dat hij met Saffi nog zoo vele
malen op het tooneel kon te zamen zijn.
Boysen had haar ten wille van zjjn vriend,
een rol gegeven, waarin zjj de schoonheid
van haar wezen in het voordeeligste licht
kon plaatsen. Uit de volksmenigte op da
piazzetta zon zij te voorschijn treden ala
Venetiaansch bloemenmeisje en zon zij bare
bloemen over de omringenden uitstrooien
en dan een lied zingen, bij den klank der
mandoline, een van die hartstochtelijke, me
lancholieke liederen, waarin zjj haar gan-
scbe ziel zon kannen uitstorten,
dat wist Boksen, sedert hij haar de Haba-
nera had hooren zingen. Uit het lied soa
zich een dansmelodie ontwikkelen, eerst lang
zaam en in de maat, dan telkens vlugger
en vuriger, tot zij in een tarantella zon
overgaan; die zon door twee paren worden
gedanst in bonte kleerendracht. Saffi's dan
ser was Karol Buterweck zijn gondelier-
costnnm had hij reeds tienmaal gepast,
en dikwjjls wanneer de vriend, vredig aan
den maaltijd zat, sprong bij plotseling op,
zong of floot de hartstochtelijke dansmelo
die en begon in razende sprongen de ka
mer op en neer te hollen.
Immer opgewondener werd hij, hoe meer
de feestelijke dag naderde. Het was No
vember geworden, de boomen stonden kaal
en donkerder en droeviger werd het weer.
Een leelijke regenbui, vermengd met sneeuw
en hagel, kletterde tegen de ruiten, terwijl
Boysen zich voor het feeat aankleedde au
■2i