A T J E H,
INDISCHE BRIEVEN.
Gemengd Nieuws.
Ter Overdenking.
Van rechten en plichten.
Leekerijmpjes.
Vervolg
Binnenlandse!) Nieuws.
A t j e li.
Ontwerp-kieswet.
dat er ook niet zoo'n behoefte bestaat.
Do heer Roogachaget vraagt aan den
beer W. Roggeveen, waarom hij zelf dan
maar niet water laat aanvoeren, als hij
er zoo van overtuigd is dat de kosten
wel gedekt zullen worden.
De heer W. Roggeveen dient den heer
Hoogschagen hierop, dat Spr. zijn zaken
en bezigheden heeft en niet als de heer
Hoogschagen, niets te doen heeft en ook
niet gelijk de heer Hoogschagen, zelf
water te koop heeft.
De heer Aajea stelt voor aan B. W.
over te laten naar bevind van zaken te
handelen. Als er nood is moet toch
raad geschaft.
Bij stemming wordt met 7 tegen 3
stemmen de gewenschte machtiging ver
leend. Vóór stemden de heeren Meurt
Buis, RoggeveenVlaming, HazeuAsjes
en Smit. Tegen de heerenC. Bijpoat
Rz., J. v. d. Maaien en G. A. Hoogscha
gen.
Yerder werd met 8 tegen 2 stem
men, overeenkomstig voorstel van den
heer Asjes, besloten, de grootte van de
nieuw te maken bak nog niet te bepa
len, maar met den heer v. d. Sleur te
overleggen of ze nog grooterdan 16000
L. inhoud zou kunnen zijn.
Thans deelde Voorz mede, dat B. en
W. verschillende opgaven hadden ont
vangen betreffende de levering van
klokken en torenuurwerk.
Na kennisname van verschillende aan
biedingen besluit de raad de levering
van het torenuurwerk te gunnen aan de
firmaGebrs.p.fle^ij» teMidwolde; doch met
betrekking tot de levering der klokken
zoowel aan de firmaGebrs. v.Bergen als aan
de firma Petit en iritze te Aarle-Rixtel
inlichtingen te vragen naar de klokken,
welke zij leverden van het gehalte gelijk;
Schagen behoeft.
Zoo noodig zal de raad dan een com
missie benoemen, die eenige van die
klokken zal gaan bezichtigen en hooren.
Daarna werd overeenkomstig het voor
stel van B. en W. de suppletoire be
grooting voor 1896 vastgesteld, ten einde
in staat te zijn de verplichte betalingen
in dit jaar te kunnen doen. De posten
op deze begrooting zijn uit den aard
der zaak allen voorwaardelijk; de eind-
regeling zal in de begrooting van 1897
kunnen worden opgenomen.
Yolgde nu de behandeling van een
punt, waarover de bespreking Yoorz. in
het belang der gemeente in comité
wenscht te doen plaats hebben.
Bij de nu volgende rondvraag wijst
de heer Bijpoat er op, dat de losse grond
op het markterrein niet bijzonder ver
mindert en de Schager kermis staat voor
de deur, waarvoor het terrein ontruimd
moet, Voorz. zegt, dat het terrein voor
dien tijd ontruimd zal zijn.
De heer Meura wijst er op, dat de
balkenvlotten in de slooten zeer de vaart
belemmeren.
Voorz. deelt mede, reeds herhaaldelijk
bij den opzichter over dat ongerief ge
klaagd te hebben. Zoo indien deze on
gewillig mocht blijken, zal proces-ver
baal tegen den aannemer opgemaakt
worden.
De heer v. d. Maaien merkt op, dat
nog altijd niet de afsluitrastering bij de
spoorovergangen is aangebracht.
Voorz. belooft de Directie der Holl.
Spoorweg-Maatschappij op hare nalatig
heid in deze te zullen wijzen.
Met betrekking tot den aanleg van de
telefoon, verzoekt de heer v. d Maaien
dat het Dag. Bestuur bij den heer Hu-
brecht pogingen aanwende, ten einde in
de kom van de gemeente ijzeren tele
foonpalen te krijgendie staan
zooveel netter en Spr. had van den heer
Wind vernomen, dat hiertegen bij de
Directie wel geen bezwaar zou bestaan.
Voorz. belooft, aan dit verzoek te zul
len voldoen.
De heer Hoogachagen vraagt er naar,
hoe ver het nu staat met den ligger
en kaarten der wegen het wordt hoog
tijd.
Voorz. deelt mede, dat dit werkje
niet zoo licht geteld moet worden. Er
zijn toch 58 kaarten benevens de noo-
dige beschrijving te makener wordt
met ijver aan gewerkt.
De heer W. Roggeveen vraagt of, ge
lijk dit jaar voorviel dat de Hoornsche
Voorjaarsmarkt tegelijk viel met onze
Schager markt, indien zulks weer
mocht te voorzien zijn, niet door B. en W.
een middel zou kunnen gevonden worden,
om te verkrijgen, datHoorn zijn markt ver
stelt. Men heeft Spr. ingelicht, dat Hoorn
zulks wel doet ten gerieve van Alk-
maar, als de voorjaarsmarkt op Zaterdag
(Alkm. markt) mocht vallen.
Voorz. belooft, in deze een onderzoek
in te stellen.
Insgelijks belooft Voorz., naar aanlei
ding van een desbetreffende door den
heer W. Roggeveen gedane opmerking,
aan de redactie van de Noord-Holl. en
Landbouw-jaarboekjes te verzoeken,
daarin te vermelden, den dag der jaar-
laarlijksche paardenmarkt.
Overeenkomstig de wenken van den
heer Vlamingzal het Dag. Bestuur den
heer v. d. Steur om inlichting vragen,
of het niet gevaar oplevert voor den
onderbouw, wanneer, gelijk nu bij den
bouw van toren en kerk schijnt te wor
den gevolgd, eerst een gedeelte wordt
gemetseld, terwijl het andere deel dan
wordt geheid. De heer Vlaming was van
oordeel, dat alles eerst afgeheid moest
worden, voor met metselen mocht wor
den begonnen.
Ten slotte belooft Voorz., in gevolge
do opmerking van den heer G. Asjes,
aan den aannemer te verzoeken, langs
de loodsen gooten voor den water-afvoer
aan te brengen, opdat niet op marktdag
bij regentijd het vee door het afspuitend
water overlast zou kunnen worden aan
gedaan.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Mevrouw de Weduwe Roek-
elra, in de laatste vergadering der Har-
moniekapel tot Beschermvrouw der
kapel benoemd, heeftjdie benoeming wel
willend aanvaard.
Ook de heer Razeu heeft zijne benoe
ming als Eere-voorzitter der vereeni-
girvg zich laten weiger Hen.
D insdagavond j.1. vergade r-
de ten lokale v. d. heer D. van Iwuigver,
de pas opgerichte Wielerclub. Een 14 tal
Wielrijders traden als lid toe. De naam van
de nieuw opgerichte club is: j Hermes.
Een bestuur werd gekozen en de gewone
verdere werkzaamheden werden geregeld.
De eerste tocht der vereeniging zal
plaats hebben op 2en Pinksterdag, afrit des
morgeus 9uur; dotl van den tocht:Medemèlik,
Zondagmiddag j.1. is onze
plaatsgenoot J.S. wederom met zijn rijwiel
van den Valkoogerdijk in een moddersloot
getuimeldditmaal evenwel doordat bij
zich op een vreemd ros had begeven, dat
zeker nog geen voldoende gehoorzaam
heid betoonde aan zijne anders toch zoo
vaste hand. Het w.is na een
driewielige tandem waarop zij met hun
beiden gezeten waren den achterman even
wel wist spoedig uit de weg te komen
maar de ongelukkige stuurman stoof met
fiets en kluis de sloot in en kwam er
bemodderd en alles behalve presentable
uit te voorschijn. Het strijdros had even
wel weinig schade btkomen.
Als er bij het schoorstee n-
vegen roet op uw tapijten is gekomen,
werp er dan evenveel zout op en veegal
les bij elkander weg. Er zal geen spoor
van roet overblijven.
-Een pijnlijk incident kwam
deze week voor in de zaal der rechtbank,
te Frankfort, na afloop van een echtschei
dingsproces. Het eenig kind, een klein
meisje, was aan den vader toegewezen. De
moeder bood hem 20C0 mark, indien hij
haar het kind wilde afstaan en de vader
nam dat voorstel dadelijk aan.
II et is nogal gebruikelijk
om kalveren, als ze diie of vier maanden
oud zijn, in de weide te brengen, waar
ze dan doorgaans geen bijvoer krijgen en
voor drinken niets anders dan w»ter. Ver
reweg beter is het, ze bij huis te hou
den, met goed hooi, karnemelk en haver
meel te voederen, maar hun tevens de ge
legenheid te verschaffen om in een omheinde
ruimte in de open lucht te kunnen rond-
loopen.
Een kalf, dat op één-jarigen leeftijd niet
s/4 der volwassen grootte bereikt heeft, is
slecht behandeld en dit geldt niet alleen
van vaars-, maar ook van stierkalven.
Men verkeert vaak in de
meenicg, dat frambozen het meeste geven,
als men de stengels bewaart. Dat is echter
onjuist. De veelheid van stengels schaadt
aan de hoedanigheid der vruchten. Het
beste is, dat men in Mei alle stengels bo
ven de acht of tien aan evn stoel wegsnijdt;
men krijgt dan overvloed van groote en
malsche frambozen. Om de stengels niet
alleen van boven, maar ook van onderen
te doen dragen, buigt men de toppen naar
een horizontale lat, waaraan men ze vast
bindt.
Der ij ke Griek Averof te
Altxandrië, die reeds een millioen drach
men uitgaf voor het restaureeren van het
stadion te Athene, heeft nu daar
voor nog 50000 diachmen jaarlijks be
schikbaar gesteld.
Wij hebben het tegenwoordig druk over
onze rechten. Iedereen spreekt er van en
iedereen komt voor de zijne op en strijdt
er soms voor met zeer groote heftigheid.
Niet alleen heeft elke stand en elk beroep
ook zijn bepaalde rechteD, waaraan men
niet wil laten tornen, wij houden er ook
nog rechten op na als ouders ea als le
den van ons gezin en als kinderen, ja, ik
hoor van zooveel rechten spreken en zoo
in allerlei kringen, dat zij niet allemaal
op te noemen zijn. Dat is voortreffelijk.
In een slavenmaatschappij en in een kring,
waar blind gezag heerscht en overal waar
de eene mensch meent, dat hij den ander
maar mag gebruiken in zijn belang, daar
hoort men niemand ooit van zijn rechten
praten, omdat het besef, dat hij ze heeft,
als onvervreemdbaar, daar is gestorven.
Als een mensch spreekt van zijn rechten,
en vooral als een mensch daarvoor opkomt
en er met groote warmte voor wil strijden,
al is die strijd zwaar, dan ligt daarin een
bewijs van zelfbewustzijn. Men hoort en
denkt en spreekt er slechts van, waar ook
wordt geleefd.
Het is tegenwoordig nauwelijks noodig
iemand aan zijn rechten te herinneren.
Maar iets anders is wel noodig en dat
wilde ik nu eens doen ik wilde asit u
vragen, als gij in een of ander opzicht
voor uw recht opkomt, niet anders dan
deze zeer gewone vraag: dat recht van o,
waarop steunt dat? Waarom hebt gij dat
recht P Een zeer eenvoudige vraag, Diet
waar maar is het u ook maar een een
voudige zaak om er op te antwoorden P
Ik ben bang, of eigenlijk ik hoop, dat gij
gevoelt, hoe deze vraag u iets herinneren
wil, dat veelal vergeten wordt, terwijl juist
dat veigeten iets bedenkelijks gaat geven
aan ons gepraat over rechten. Gij hebt
zekere rechten als ouderswaarom En
als kinderen waarom En als arbeiders
waarom En als menschenwaarom,
waarom
Om u wat op streek te brengen met uw
antwoord, wil ik u dit eene slechts herin
neren: elk recht steunt op een vervul
den plicht. En gast nu al die waarom's
maar beantwoorden in dit woord ligt het
geheim.
Daarom is het voortreffelijk voor nw
rechten op te komen, want dan zolt gij
natuurlijk beginnen met het vervullen van
uwe plichten: anders kont gij toch immers
het waarom niet beantwoorden. En mis
schien maakt dit n wat bescheidener in
het opkomen voor nwo rechten, en dat zou
nog zoo heel erg niet zijn. Het is althans
de overdenking waard. R. N.
De atorm, die men niet kan bezweren
Het leed, dat niemand weet te keereD,
Zij mogen noch 't vertrouwen rooven,
Noch levensmoed in ons veidooven.
In lief en leed
Altijd gtreed
Elkander helpend bij të'ètian,
Zoo kan men blij door 't leven gaan.
Veel deugt er niet op onze aard,
Alom heeischt nog de leugen.
Wat nood als elk voor zich maar zorgt,
Om altijd wel te deugen.
Een nobel drietal reist met ons,
Dat ons reeds vaak geriefde.
Houdt dus dat drietal steeds tot vriend.
Het heetgeloot, hoop, liefde.
Diukken ons soms zorgen,
Kommer, leed of pijn,
Wel ons als we er zlven
De oorzaak niet van zijn.
Dwinglandij keu re ieder af,
't Zij in hooge of lage kringen,
Zorg' slechts ieder, wat niet deogt,
In zich zeiven te bedwingen.
't Geven schenkt aan menigeen
Veel genot in 't leven
Maar men leere, in goeden ziD,
Ook elkaar vergeven.
W. M. Tz.
Over het uitbreken van
de cholera, melden telegrammen de vol
gende berichten,
In Alexandrië zijn tot dusverre 54 ziek
tegevallen sinds Zondagavond 28 nieuwe
gevallen en 20 dooden. In Kairo waar
van tot nu toe 2 gevallen waren geveld,
werden 9 gevallen en 9 dooden vastgesteld.
In KoDstantinopel is de quanrantaine van
uit Egypte met 10 dagen verhoogd gewor
den.
De berichten van Sardi
nië geven treurige bijzonderheden over
den toestand der bewoners. Te Dorgali,
Sant-Antioco en elders f moeten de men
schen zich voedeu met gras. Te Ag-
gino is door den belastinggaarder beslag
gelegd op den oogst; de bewoners moeten
hun kleederen verkoopen om aan geld te
komen voor voedsel. Te Burisardo, Terte-
tie en Barrus loopen de kleine grondeige
naars te bedelen.
Volgens de Meaaagero moet de minis
terpresident Di Rudini aan een deputatie
van Sardiuiërs, die hem met hun bedroe
vende omstandigheden in kennis kwamen
stellen, hebben geantwoord, dat in vele
■treken van Italië de ellende even groot
is.
Het Westelijk deel van
de stad Sherman in Texas, is verwoest
door een cycloon. Zestig inwoners zijn
gedood en nog veel mter gewond. In het
zuidelijk deel der stad zijn een veertigtal
menschen omgekomen. Sommige huizen
zijn van de fundeeringen gelicht en geheel
in puin geworpeD.
Men vreest, dat de berichten van het
platteland eveneens van zeer ernstigen aard
zullen zijn. Tot dusver weet met nog
maar alleen, dat bij Koroe acht personen
zijn verdronken in een waterhoos.
Om vermagerde paarden
weder ronde volle vormen te geven, ,voe-
dere men de haver niet heel, maar ge
broken, een weinig met water bevoch
tigd en met een toegift van een kleine
hoeveelheid zout. Ook een pond lijn
koeken per dag zal voordeelig zijn, om
het haar glanzend te maken en het
paard een welgedaan uiterlijk te geven.
Het Biek.
De stoffen, die de volken tot berei
ding van bier gebruiken, zijn zeer ver
schillend. In Duitschland staat de gerst
bovenaan, maar ook tarwe, haver, gerst
en rijst enz., leveren aan andere vol
ken goed bier. De Rus verkrijgt zelfs
bier uit ongekiemde roggein Egypte
bereidt men den zoogenaamden dahno
uit zwarte gerst, in Centraal-Afrika geeft
wild havergras, in Abessynië de irkus-
sio, in Arabië de Kafferst een dergelij-
ken drank. In Noorwegen bereidt men
uit de jonge suikerhoudende noten van
den wilden pijnboom en in Noord-Ame-
rika en Nieuw-Zeeland uit dievan, den
zoogenaamden spruit-den 't spruitbier.
Op de Zuidzee-eilanden dient een pe
persoort en in Zuid-Amerika de moniok
tot hetzelfde doel.
Men ziet daaruit, dat vele volken on
afhankelijk van elkaar tot de bierbe
reiding gekomen zijn en dat die dus o-
veroud is.
Te Brussel hebben in
drie weken tijds achttien zelf
moorden plaats gehad, de laatste
verleden Vrijdag.
Te Preston (Lancashire)
is een koopman in katoen, die een hond,
omdat het dier hem hinderde, wreedelijk
mishandeld had, tot veertien da
gen dwangarbeid veroordeeld.
Hij had het dier op zijn binnenplaats
vastgebonden en toen met kokend
water begoten, zoodat later, bij aan
raking het haar losliet.
UITTREKSELS.
Hldi, 19 April 1896.
Vrijdag. 17 April brachten we een
bezoek naar Oleh-leh en het schooDe
eiland Poeloe-Weh, waarover ik U later
uitvoeriger hoop te schrijven.
Dit nog alleen dat we van daar uit
eene wandeling maakten naar het berg-
meertje Anakh-laoêt (Kind der zee).
Dinsdag vertrokken uit Oleh-leh, 's mor
gens, 4000 man naar Anagaloeng en
Senelop en arriveerden daar omstreeks
half elf. Ze ontzetten de posten Lam-
soet, Lambarit, Anagaloeng en Senelop.
Te 3 uur kwam een trein van Anaga
loeng te Kotta-radja aan met 6 dooden
en 14 gewonden. De kolonne van Se
nelop was nog niet terug, toen we 's
vrijdagsavonds 6 uur weer van Oleh-leh
vertrokken. Daarvan kennen we de
verliezen nog niet. Er moet nog een
kapitein van de artillerie gesneuveld zijn,
maar wie is onbekend.
Naar wij gehoord hebben, (voor de
waarheid durven we echter niet instaan)
moet Toekoe Oemar een brief hebben
geschreven aan Generaal Vetter waarin
hij verlangt
le. Erkend te worden door onzen
Gouverneur Generaal, wat tot nog toe
niet het geval was, als Panglima prang
besar (groot oorlogshoofd.)
2e. Een inkomen van f 120000 per
jaar.
3e. De Militaire "Willemsorde.
4e Een Europeesch hoofdofficier als
gijzelaar; en
5e. Het recht om al onze buitenpos
ten te bezetten. Antwoord Vermoede
lijk granaten als voor ons de kans gun
stig is.
Vermoedelijk heeft het ontruimen en
verbranden onzer buitenposten ten doel,
den vijand meer in het open veld te lok
ken, daar hij zich altijd in en tusschen
de klapperbosschen verbergt met de
moeielijke toegankelijke bergen achter
zich.
Excuseer mijn slordig schrift, 't is
nacht en ik ben moe, maar de Koerier
kan u dit bericht nog brengen, want we
zijn hem voorbijgestoomd. Daarom schrijf
ik die haastig. Het scheepje is al ge
praaid. Hier alles wel aan boord. Adieu
De correspondent van het Randelallad
te Batavia seint
„Lam Djamoe wordt door den vijand
beschoten. Het weder is nog steeds
ongunstig. Er zijn vele zieken.
Algemeen wordt gezegd, dat met de
operaties tegen Toekoe Oemar op 25
Mei een begin zal gemaakt worden. Wij
zijn zeer op onze hoede. De vijand
heeft overal sterke bentings opgericht".
Uit bovenstaand telegram blijkt, dat
de vijand begint agressief op te tre
den.
Lam-Djamoe is een versterking, aan
de westzijde onzer stelling tegenover de
VI Moekims, waar Toekoe Oemar thans
vertoeft, gelegen. In loopgraven of ach
ter dijkjes zich verschuilend, beschiet hij
nu onze stelling, zonder ons vermoedelijk
ernstig nadeel te berokkenen. Het eeni
ge gevolg er van is dat hij onze troepen
afmat door tot grootere waakzaamheid te
dwingen.
Onze ernstigste vijand is op het oo-
genblik het slechte weder. De regens
maken het terrein drassig, het ageeren
wordt daardoor moeilijker en de gezond
heidstoestand dientengevolge ongunsti
ger.
Wordt het gerucht waarheid, dat met
de operaties tegen den vijand op den
tweeden Pinksterdag een aanvang zal
worden gemaakt, dan wacht ons de vol
gende week vermoedelijk belangrijk
nieuws. Bij den aanval op de eerste ver
sterkingen zal er voorzeker hevig ge
streden worden, doch slagen wij er in
ze te overmeesteren, zoo bestaat er alle
kans, dat het verzet zal afnemen.
Een schipper liggende
met zijn schuit aan den Kranenburger-
weg te 's-GRAVENAGE gevoelde
zich gistermiddag eenigszins onwel en
vroeg bijstand in een apotheek waar
men hem een 25 pillen gaf, in de ver
onderstelling dat de man aan een ge
brek in de spijsvertering leed.
De schipper namdeze hoeveelheid
waaronder 15 quinine pillen te gelijk
in, ten gevo'ge waarvan hij zéé ziek
werd dat hij per brancard naar het
gemeenteziekenhuis moest worden ver
voerd, waar zijn toestand vrij ernstig
werd geoordeeld.
Verschenen zijn de uitkomsten van
een onderzoek naar do vermoedelijke
gevolgen van het ontwerp-v. Houten,
ingesteld door een comité uit het „Alg.
Ned. Werkliedenverbond", het „Comité
voor Kiesrechtuitbreiding", de „Liberale
Unie", de „Nederlandsche Volkspartij",
den „Radicalen Bond" en de „Sociaal
democratische Arbeiderspartij".
In de inleiding wordt o. m. het vol
gende gezegd
Hoewel de commissie tot haar leed
wezen geen algemeene medewerking
heeft mogen vinden, heeft zij echter een
aantal gegevens verkregen, welke zij
heeft gemeend openbaar te moeten ma
ken zooals ze bij haar zijn ingekomen.
Slechts enkele lijsten heeft zij opzijde
moeten leggen wegens de onvolledigheid
der opgaven.
Het resultaat moge beneden de ver
wachting zijn gebleven, onbelangrijk is
het stellig niet. Er blijkt immers uit dat
er groepen van werklieden zijn, welke
bijna geheel van bet kiesrecht verstoken
blijven, en dat van de andere groepen,
zells van de meest welvarende, een be
langrijk deel het kiesrecht blijft missen.
De gezeten werklieden, die men reeds
jaren geleden voor het kiesrecht rijp
achtte, zelfs zij worden door het ontwerp
Van Houten slechts voor een deel tot
het kiesrecht geroepen.
En tevens blijkt, dat het kiesrecht aan
onder gelijke omstandigheden verkee-
rendo werklieden zoo ongelijkmatig wordt
toegekend (nu eens aan haast allen, soms
aan haast geen, meestal aan slechts een
bescheiden deeldat van een stelsel of
beginsel geen sprake kan zijn.
Verder blijkt dat de verkregen resul
taten een hooger cijter van kiesgerech
tigden opleveren dan de werkelijkheid
doen zal. En wel om de volgende rede
nen:
lo. Omdat geen rekening kon gehou
den worden met de steeds veelvuldig
voorkomende gevallen van onvermogen
tot betaling van de personeele en de be
drijfsbelasting
2o. omdat aanslag in de Pers. Bel.
is aangenomen overal waar een huurbe
drag is opgegeven, dat in de tabel dor
belastingwet aan aanslag is onderworpen.
Toch zal in vele gevallen dat bedrag
moeten verminderd worden en dan bui
ten den aanslag vallen, nl. waar in de
buursom begrepen is de huur van een
lapje grond bij de woning, dat gebezigd
wordt voor moes- of teelgrond, of de huur
van een schuur of bergplaats, welke niet
rechtstreeks voor woninggebruik dient.
Op het platte land waar dat regel is,
zal deze factor van beteekenis zijn en
het aantal kiezers dus minder worden
dan hier is opgegeven.
3o omdat ten aanzien van het ken-
teeken loon geen rekening gehouden kon
worden met de omstandigheid, dat velen,
welke in deze categorie vallen, niet elk
jaar de moeite zullen nemen om zich
aan te melden hetzij dan dat zij öf niet
elk jaar den patroon lastig willen vallen
om een verklaring, öf hun de lust ver
gaat indien zij, bij wisseling van patroon
of bedrijf, het eene jaar kiezer zijn en
het andere niet, óf bezigheid, vergeetach
tigheid of traagheid hun niet geringen
invloed doen gelden op het verzuimen
der aangifte. H.bld.
SPR ARKELS.
Water, beweging en matigheid zijn
de drie knapste doctors van de wereld.
Aanmatiging is in den regel een
prnik voor de kaalheid des verstands.
Een man is gewoonlijk het best te ken
nen aan de kringen, die hij niet frequen
teert,
Houdt uw eerlijke vijanden in het
oogmisschien worden zij nogeeos uw
beste vrienden.
Voor den arbeid zijt gij geboren en
in de wereld gekomen en ge zoudt ver
drietig zijn, dat gij aan het werk moet
Zie, alle schepselen, de leeuweriken en de
mieien, de spinnen en de bijen, hoe elk
ziju weik volbrengt en op zijne wijze arbeidt
aan de groots levenstaak. En gij zoudt
de uwe niet vervullen, den weg niet
gam, dim de menschelijke natuur u voor
schrijft Carolina Pichler.
De hond, die tegen de maan blaft,
is een verstandiger hond, dan de hond,
die tegen een hond grooter dan hij zelf
is blait.
Vele menschen hebben geen anderen
eer, dan die zij gewoon ziju aan het slot
van een brief te beweren, dat zij bezit
ten.
De edelste daden zijn niet altijd de
schitterendste. Een groot offer is gemakke
lijker in één uur te brengen dan duizend
kleine offers in den loop der jaren.
Uw vaders vriend kunt gij mis
schien eenmaal worden, maar uw moeders
kind blijft gij altijd. G. L. r. Loon.
Het is de dure plicht dezeB tijds da
vrouw niet slechts te vereeren, maar
ook over haar toestand na te denken.
Lorenz von Steins.
Kinderen beweenen de dooden niet.
Hester Wene.