A T J E H, INDISCHE BRIEVEN. Gemengd Nieuws. Ter Overdenking. Van rechten en plichten. Leekerijmpjes. Vervolg Binnenlandse!) Nieuws. A t j e li. Ontwerp-kieswet. dat er ook niet zoo'n behoefte bestaat. Do heer Roogachaget vraagt aan den beer W. Roggeveen, waarom hij zelf dan maar niet water laat aanvoeren, als hij er zoo van overtuigd is dat de kosten wel gedekt zullen worden. De heer W. Roggeveen dient den heer Hoogschagen hierop, dat Spr. zijn zaken en bezigheden heeft en niet als de heer Hoogschagen, niets te doen heeft en ook niet gelijk de heer Hoogschagen, zelf water te koop heeft. De heer Aajea stelt voor aan B. W. over te laten naar bevind van zaken te handelen. Als er nood is moet toch raad geschaft. Bij stemming wordt met 7 tegen 3 stemmen de gewenschte machtiging ver leend. Vóór stemden de heeren Meurt Buis, RoggeveenVlaming, HazeuAsjes en Smit. Tegen de heerenC. Bijpoat Rz., J. v. d. Maaien en G. A. Hoogscha gen. Yerder werd met 8 tegen 2 stem men, overeenkomstig voorstel van den heer Asjes, besloten, de grootte van de nieuw te maken bak nog niet te bepa len, maar met den heer v. d. Sleur te overleggen of ze nog grooterdan 16000 L. inhoud zou kunnen zijn. Thans deelde Voorz mede, dat B. en W. verschillende opgaven hadden ont vangen betreffende de levering van klokken en torenuurwerk. Na kennisname van verschillende aan biedingen besluit de raad de levering van het torenuurwerk te gunnen aan de firmaGebrs.p.fle^ij» teMidwolde; doch met betrekking tot de levering der klokken zoowel aan de firmaGebrs. v.Bergen als aan de firma Petit en iritze te Aarle-Rixtel inlichtingen te vragen naar de klokken, welke zij leverden van het gehalte gelijk; Schagen behoeft. Zoo noodig zal de raad dan een com missie benoemen, die eenige van die klokken zal gaan bezichtigen en hooren. Daarna werd overeenkomstig het voor stel van B. en W. de suppletoire be grooting voor 1896 vastgesteld, ten einde in staat te zijn de verplichte betalingen in dit jaar te kunnen doen. De posten op deze begrooting zijn uit den aard der zaak allen voorwaardelijk; de eind- regeling zal in de begrooting van 1897 kunnen worden opgenomen. Yolgde nu de behandeling van een punt, waarover de bespreking Yoorz. in het belang der gemeente in comité wenscht te doen plaats hebben. Bij de nu volgende rondvraag wijst de heer Bijpoat er op, dat de losse grond op het markterrein niet bijzonder ver mindert en de Schager kermis staat voor de deur, waarvoor het terrein ontruimd moet, Voorz. zegt, dat het terrein voor dien tijd ontruimd zal zijn. De heer Meura wijst er op, dat de balkenvlotten in de slooten zeer de vaart belemmeren. Voorz. deelt mede, reeds herhaaldelijk bij den opzichter over dat ongerief ge klaagd te hebben. Zoo indien deze on gewillig mocht blijken, zal proces-ver baal tegen den aannemer opgemaakt worden. De heer v. d. Maaien merkt op, dat nog altijd niet de afsluitrastering bij de spoorovergangen is aangebracht. Voorz. belooft de Directie der Holl. Spoorweg-Maatschappij op hare nalatig heid in deze te zullen wijzen. Met betrekking tot den aanleg van de telefoon, verzoekt de heer v. d Maaien dat het Dag. Bestuur bij den heer Hu- brecht pogingen aanwende, ten einde in de kom van de gemeente ijzeren tele foonpalen te krijgendie staan zooveel netter en Spr. had van den heer Wind vernomen, dat hiertegen bij de Directie wel geen bezwaar zou bestaan. Voorz. belooft, aan dit verzoek te zul len voldoen. De heer Hoogachagen vraagt er naar, hoe ver het nu staat met den ligger en kaarten der wegen het wordt hoog tijd. Voorz. deelt mede, dat dit werkje niet zoo licht geteld moet worden. Er zijn toch 58 kaarten benevens de noo- dige beschrijving te makener wordt met ijver aan gewerkt. De heer W. Roggeveen vraagt of, ge lijk dit jaar voorviel dat de Hoornsche Voorjaarsmarkt tegelijk viel met onze Schager markt, indien zulks weer mocht te voorzien zijn, niet door B. en W. een middel zou kunnen gevonden worden, om te verkrijgen, datHoorn zijn markt ver stelt. Men heeft Spr. ingelicht, dat Hoorn zulks wel doet ten gerieve van Alk- maar, als de voorjaarsmarkt op Zaterdag (Alkm. markt) mocht vallen. Voorz. belooft, in deze een onderzoek in te stellen. Insgelijks belooft Voorz., naar aanlei ding van een desbetreffende door den heer W. Roggeveen gedane opmerking, aan de redactie van de Noord-Holl. en Landbouw-jaarboekjes te verzoeken, daarin te vermelden, den dag der jaar- laarlijksche paardenmarkt. Overeenkomstig de wenken van den heer Vlamingzal het Dag. Bestuur den heer v. d. Steur om inlichting vragen, of het niet gevaar oplevert voor den onderbouw, wanneer, gelijk nu bij den bouw van toren en kerk schijnt te wor den gevolgd, eerst een gedeelte wordt gemetseld, terwijl het andere deel dan wordt geheid. De heer Vlaming was van oordeel, dat alles eerst afgeheid moest worden, voor met metselen mocht wor den begonnen. Ten slotte belooft Voorz., in gevolge do opmerking van den heer G. Asjes, aan den aannemer te verzoeken, langs de loodsen gooten voor den water-afvoer aan te brengen, opdat niet op marktdag bij regentijd het vee door het afspuitend water overlast zou kunnen worden aan gedaan. Hierna werd de vergadering gesloten. Mevrouw de Weduwe Roek- elra, in de laatste vergadering der Har- moniekapel tot Beschermvrouw der kapel benoemd, heeftjdie benoeming wel willend aanvaard. Ook de heer Razeu heeft zijne benoe ming als Eere-voorzitter der vereeni- girvg zich laten weiger Hen. D insdagavond j.1. vergade r- de ten lokale v. d. heer D. van Iwuigver, de pas opgerichte Wielerclub. Een 14 tal Wielrijders traden als lid toe. De naam van de nieuw opgerichte club is: j Hermes. Een bestuur werd gekozen en de gewone verdere werkzaamheden werden geregeld. De eerste tocht der vereeniging zal plaats hebben op 2en Pinksterdag, afrit des morgeus 9uur; dotl van den tocht:Medemèlik, Zondagmiddag j.1. is onze plaatsgenoot J.S. wederom met zijn rijwiel van den Valkoogerdijk in een moddersloot getuimeldditmaal evenwel doordat bij zich op een vreemd ros had begeven, dat zeker nog geen voldoende gehoorzaam heid betoonde aan zijne anders toch zoo vaste hand. Het w.is na een driewielige tandem waarop zij met hun beiden gezeten waren den achterman even wel wist spoedig uit de weg te komen maar de ongelukkige stuurman stoof met fiets en kluis de sloot in en kwam er bemodderd en alles behalve presentable uit te voorschijn. Het strijdros had even wel weinig schade btkomen. Als er bij het schoorstee n- vegen roet op uw tapijten is gekomen, werp er dan evenveel zout op en veegal les bij elkander weg. Er zal geen spoor van roet overblijven. -Een pijnlijk incident kwam deze week voor in de zaal der rechtbank, te Frankfort, na afloop van een echtschei dingsproces. Het eenig kind, een klein meisje, was aan den vader toegewezen. De moeder bood hem 20C0 mark, indien hij haar het kind wilde afstaan en de vader nam dat voorstel dadelijk aan. II et is nogal gebruikelijk om kalveren, als ze diie of vier maanden oud zijn, in de weide te brengen, waar ze dan doorgaans geen bijvoer krijgen en voor drinken niets anders dan w»ter. Ver reweg beter is het, ze bij huis te hou den, met goed hooi, karnemelk en haver meel te voederen, maar hun tevens de ge legenheid te verschaffen om in een omheinde ruimte in de open lucht te kunnen rond- loopen. Een kalf, dat op één-jarigen leeftijd niet s/4 der volwassen grootte bereikt heeft, is slecht behandeld en dit geldt niet alleen van vaars-, maar ook van stierkalven. Men verkeert vaak in de meenicg, dat frambozen het meeste geven, als men de stengels bewaart. Dat is echter onjuist. De veelheid van stengels schaadt aan de hoedanigheid der vruchten. Het beste is, dat men in Mei alle stengels bo ven de acht of tien aan evn stoel wegsnijdt; men krijgt dan overvloed van groote en malsche frambozen. Om de stengels niet alleen van boven, maar ook van onderen te doen dragen, buigt men de toppen naar een horizontale lat, waaraan men ze vast bindt. Der ij ke Griek Averof te Altxandrië, die reeds een millioen drach men uitgaf voor het restaureeren van het stadion te Athene, heeft nu daar voor nog 50000 diachmen jaarlijks be schikbaar gesteld. Wij hebben het tegenwoordig druk over onze rechten. Iedereen spreekt er van en iedereen komt voor de zijne op en strijdt er soms voor met zeer groote heftigheid. Niet alleen heeft elke stand en elk beroep ook zijn bepaalde rechteD, waaraan men niet wil laten tornen, wij houden er ook nog rechten op na als ouders ea als le den van ons gezin en als kinderen, ja, ik hoor van zooveel rechten spreken en zoo in allerlei kringen, dat zij niet allemaal op te noemen zijn. Dat is voortreffelijk. In een slavenmaatschappij en in een kring, waar blind gezag heerscht en overal waar de eene mensch meent, dat hij den ander maar mag gebruiken in zijn belang, daar hoort men niemand ooit van zijn rechten praten, omdat het besef, dat hij ze heeft, als onvervreemdbaar, daar is gestorven. Als een mensch spreekt van zijn rechten, en vooral als een mensch daarvoor opkomt en er met groote warmte voor wil strijden, al is die strijd zwaar, dan ligt daarin een bewijs van zelfbewustzijn. Men hoort en denkt en spreekt er slechts van, waar ook wordt geleefd. Het is tegenwoordig nauwelijks noodig iemand aan zijn rechten te herinneren. Maar iets anders is wel noodig en dat wilde ik nu eens doen ik wilde asit u vragen, als gij in een of ander opzicht voor uw recht opkomt, niet anders dan deze zeer gewone vraag: dat recht van o, waarop steunt dat? Waarom hebt gij dat recht P Een zeer eenvoudige vraag, Diet waar maar is het u ook maar een een voudige zaak om er op te antwoorden P Ik ben bang, of eigenlijk ik hoop, dat gij gevoelt, hoe deze vraag u iets herinneren wil, dat veelal vergeten wordt, terwijl juist dat veigeten iets bedenkelijks gaat geven aan ons gepraat over rechten. Gij hebt zekere rechten als ouderswaarom En als kinderen waarom En als arbeiders waarom En als menschenwaarom, waarom Om u wat op streek te brengen met uw antwoord, wil ik u dit eene slechts herin neren: elk recht steunt op een vervul den plicht. En gast nu al die waarom's maar beantwoorden in dit woord ligt het geheim. Daarom is het voortreffelijk voor nw rechten op te komen, want dan zolt gij natuurlijk beginnen met het vervullen van uwe plichten: anders kont gij toch immers het waarom niet beantwoorden. En mis schien maakt dit n wat bescheidener in het opkomen voor nwo rechten, en dat zou nog zoo heel erg niet zijn. Het is althans de overdenking waard. R. N. De atorm, die men niet kan bezweren Het leed, dat niemand weet te keereD, Zij mogen noch 't vertrouwen rooven, Noch levensmoed in ons veidooven. In lief en leed Altijd gtreed Elkander helpend bij të'ètian, Zoo kan men blij door 't leven gaan. Veel deugt er niet op onze aard, Alom heeischt nog de leugen. Wat nood als elk voor zich maar zorgt, Om altijd wel te deugen. Een nobel drietal reist met ons, Dat ons reeds vaak geriefde. Houdt dus dat drietal steeds tot vriend. Het heetgeloot, hoop, liefde. Diukken ons soms zorgen, Kommer, leed of pijn, Wel ons als we er zlven De oorzaak niet van zijn. Dwinglandij keu re ieder af, 't Zij in hooge of lage kringen, Zorg' slechts ieder, wat niet deogt, In zich zeiven te bedwingen. 't Geven schenkt aan menigeen Veel genot in 't leven Maar men leere, in goeden ziD, Ook elkaar vergeven. W. M. Tz. Over het uitbreken van de cholera, melden telegrammen de vol gende berichten, In Alexandrië zijn tot dusverre 54 ziek tegevallen sinds Zondagavond 28 nieuwe gevallen en 20 dooden. In Kairo waar van tot nu toe 2 gevallen waren geveld, werden 9 gevallen en 9 dooden vastgesteld. In KoDstantinopel is de quanrantaine van uit Egypte met 10 dagen verhoogd gewor den. De berichten van Sardi nië geven treurige bijzonderheden over den toestand der bewoners. Te Dorgali, Sant-Antioco en elders f moeten de men schen zich voedeu met gras. Te Ag- gino is door den belastinggaarder beslag gelegd op den oogst; de bewoners moeten hun kleederen verkoopen om aan geld te komen voor voedsel. Te Burisardo, Terte- tie en Barrus loopen de kleine grondeige naars te bedelen. Volgens de Meaaagero moet de minis terpresident Di Rudini aan een deputatie van Sardiuiërs, die hem met hun bedroe vende omstandigheden in kennis kwamen stellen, hebben geantwoord, dat in vele ■treken van Italië de ellende even groot is. Het Westelijk deel van de stad Sherman in Texas, is verwoest door een cycloon. Zestig inwoners zijn gedood en nog veel mter gewond. In het zuidelijk deel der stad zijn een veertigtal menschen omgekomen. Sommige huizen zijn van de fundeeringen gelicht en geheel in puin geworpeD. Men vreest, dat de berichten van het platteland eveneens van zeer ernstigen aard zullen zijn. Tot dusver weet met nog maar alleen, dat bij Koroe acht personen zijn verdronken in een waterhoos. Om vermagerde paarden weder ronde volle vormen te geven, ,voe- dere men de haver niet heel, maar ge broken, een weinig met water bevoch tigd en met een toegift van een kleine hoeveelheid zout. Ook een pond lijn koeken per dag zal voordeelig zijn, om het haar glanzend te maken en het paard een welgedaan uiterlijk te geven. Het Biek. De stoffen, die de volken tot berei ding van bier gebruiken, zijn zeer ver schillend. In Duitschland staat de gerst bovenaan, maar ook tarwe, haver, gerst en rijst enz., leveren aan andere vol ken goed bier. De Rus verkrijgt zelfs bier uit ongekiemde roggein Egypte bereidt men den zoogenaamden dahno uit zwarte gerst, in Centraal-Afrika geeft wild havergras, in Abessynië de irkus- sio, in Arabië de Kafferst een dergelij- ken drank. In Noorwegen bereidt men uit de jonge suikerhoudende noten van den wilden pijnboom en in Noord-Ame- rika en Nieuw-Zeeland uit dievan, den zoogenaamden spruit-den 't spruitbier. Op de Zuidzee-eilanden dient een pe persoort en in Zuid-Amerika de moniok tot hetzelfde doel. Men ziet daaruit, dat vele volken on afhankelijk van elkaar tot de bierbe reiding gekomen zijn en dat die dus o- veroud is. Te Brussel hebben in drie weken tijds achttien zelf moorden plaats gehad, de laatste verleden Vrijdag. Te Preston (Lancashire) is een koopman in katoen, die een hond, omdat het dier hem hinderde, wreedelijk mishandeld had, tot veertien da gen dwangarbeid veroordeeld. Hij had het dier op zijn binnenplaats vastgebonden en toen met kokend water begoten, zoodat later, bij aan raking het haar losliet. UITTREKSELS. Hldi, 19 April 1896. Vrijdag. 17 April brachten we een bezoek naar Oleh-leh en het schooDe eiland Poeloe-Weh, waarover ik U later uitvoeriger hoop te schrijven. Dit nog alleen dat we van daar uit eene wandeling maakten naar het berg- meertje Anakh-laoêt (Kind der zee). Dinsdag vertrokken uit Oleh-leh, 's mor gens, 4000 man naar Anagaloeng en Senelop en arriveerden daar omstreeks half elf. Ze ontzetten de posten Lam- soet, Lambarit, Anagaloeng en Senelop. Te 3 uur kwam een trein van Anaga loeng te Kotta-radja aan met 6 dooden en 14 gewonden. De kolonne van Se nelop was nog niet terug, toen we 's vrijdagsavonds 6 uur weer van Oleh-leh vertrokken. Daarvan kennen we de verliezen nog niet. Er moet nog een kapitein van de artillerie gesneuveld zijn, maar wie is onbekend. Naar wij gehoord hebben, (voor de waarheid durven we echter niet instaan) moet Toekoe Oemar een brief hebben geschreven aan Generaal Vetter waarin hij verlangt le. Erkend te worden door onzen Gouverneur Generaal, wat tot nog toe niet het geval was, als Panglima prang besar (groot oorlogshoofd.) 2e. Een inkomen van f 120000 per jaar. 3e. De Militaire "Willemsorde. 4e Een Europeesch hoofdofficier als gijzelaar; en 5e. Het recht om al onze buitenpos ten te bezetten. Antwoord Vermoede lijk granaten als voor ons de kans gun stig is. Vermoedelijk heeft het ontruimen en verbranden onzer buitenposten ten doel, den vijand meer in het open veld te lok ken, daar hij zich altijd in en tusschen de klapperbosschen verbergt met de moeielijke toegankelijke bergen achter zich. Excuseer mijn slordig schrift, 't is nacht en ik ben moe, maar de Koerier kan u dit bericht nog brengen, want we zijn hem voorbijgestoomd. Daarom schrijf ik die haastig. Het scheepje is al ge praaid. Hier alles wel aan boord. Adieu De correspondent van het Randelallad te Batavia seint „Lam Djamoe wordt door den vijand beschoten. Het weder is nog steeds ongunstig. Er zijn vele zieken. Algemeen wordt gezegd, dat met de operaties tegen Toekoe Oemar op 25 Mei een begin zal gemaakt worden. Wij zijn zeer op onze hoede. De vijand heeft overal sterke bentings opgericht". Uit bovenstaand telegram blijkt, dat de vijand begint agressief op te tre den. Lam-Djamoe is een versterking, aan de westzijde onzer stelling tegenover de VI Moekims, waar Toekoe Oemar thans vertoeft, gelegen. In loopgraven of ach ter dijkjes zich verschuilend, beschiet hij nu onze stelling, zonder ons vermoedelijk ernstig nadeel te berokkenen. Het eeni ge gevolg er van is dat hij onze troepen afmat door tot grootere waakzaamheid te dwingen. Onze ernstigste vijand is op het oo- genblik het slechte weder. De regens maken het terrein drassig, het ageeren wordt daardoor moeilijker en de gezond heidstoestand dientengevolge ongunsti ger. Wordt het gerucht waarheid, dat met de operaties tegen den vijand op den tweeden Pinksterdag een aanvang zal worden gemaakt, dan wacht ons de vol gende week vermoedelijk belangrijk nieuws. Bij den aanval op de eerste ver sterkingen zal er voorzeker hevig ge streden worden, doch slagen wij er in ze te overmeesteren, zoo bestaat er alle kans, dat het verzet zal afnemen. Een schipper liggende met zijn schuit aan den Kranenburger- weg te 's-GRAVENAGE gevoelde zich gistermiddag eenigszins onwel en vroeg bijstand in een apotheek waar men hem een 25 pillen gaf, in de ver onderstelling dat de man aan een ge brek in de spijsvertering leed. De schipper namdeze hoeveelheid waaronder 15 quinine pillen te gelijk in, ten gevo'ge waarvan hij zéé ziek werd dat hij per brancard naar het gemeenteziekenhuis moest worden ver voerd, waar zijn toestand vrij ernstig werd geoordeeld. Verschenen zijn de uitkomsten van een onderzoek naar do vermoedelijke gevolgen van het ontwerp-v. Houten, ingesteld door een comité uit het „Alg. Ned. Werkliedenverbond", het „Comité voor Kiesrechtuitbreiding", de „Liberale Unie", de „Nederlandsche Volkspartij", den „Radicalen Bond" en de „Sociaal democratische Arbeiderspartij". In de inleiding wordt o. m. het vol gende gezegd Hoewel de commissie tot haar leed wezen geen algemeene medewerking heeft mogen vinden, heeft zij echter een aantal gegevens verkregen, welke zij heeft gemeend openbaar te moeten ma ken zooals ze bij haar zijn ingekomen. Slechts enkele lijsten heeft zij opzijde moeten leggen wegens de onvolledigheid der opgaven. Het resultaat moge beneden de ver wachting zijn gebleven, onbelangrijk is het stellig niet. Er blijkt immers uit dat er groepen van werklieden zijn, welke bijna geheel van bet kiesrecht verstoken blijven, en dat van de andere groepen, zells van de meest welvarende, een be langrijk deel het kiesrecht blijft missen. De gezeten werklieden, die men reeds jaren geleden voor het kiesrecht rijp achtte, zelfs zij worden door het ontwerp Van Houten slechts voor een deel tot het kiesrecht geroepen. En tevens blijkt, dat het kiesrecht aan onder gelijke omstandigheden verkee- rendo werklieden zoo ongelijkmatig wordt toegekend (nu eens aan haast allen, soms aan haast geen, meestal aan slechts een bescheiden deeldat van een stelsel of beginsel geen sprake kan zijn. Verder blijkt dat de verkregen resul taten een hooger cijter van kiesgerech tigden opleveren dan de werkelijkheid doen zal. En wel om de volgende rede nen: lo. Omdat geen rekening kon gehou den worden met de steeds veelvuldig voorkomende gevallen van onvermogen tot betaling van de personeele en de be drijfsbelasting 2o. omdat aanslag in de Pers. Bel. is aangenomen overal waar een huurbe drag is opgegeven, dat in de tabel dor belastingwet aan aanslag is onderworpen. Toch zal in vele gevallen dat bedrag moeten verminderd worden en dan bui ten den aanslag vallen, nl. waar in de buursom begrepen is de huur van een lapje grond bij de woning, dat gebezigd wordt voor moes- of teelgrond, of de huur van een schuur of bergplaats, welke niet rechtstreeks voor woninggebruik dient. Op het platte land waar dat regel is, zal deze factor van beteekenis zijn en het aantal kiezers dus minder worden dan hier is opgegeven. 3o omdat ten aanzien van het ken- teeken loon geen rekening gehouden kon worden met de omstandigheid, dat velen, welke in deze categorie vallen, niet elk jaar de moeite zullen nemen om zich aan te melden hetzij dan dat zij öf niet elk jaar den patroon lastig willen vallen om een verklaring, öf hun de lust ver gaat indien zij, bij wisseling van patroon of bedrijf, het eene jaar kiezer zijn en het andere niet, óf bezigheid, vergeetach tigheid of traagheid hun niet geringen invloed doen gelden op het verzuimen der aangifte. H.bld. SPR ARKELS. Water, beweging en matigheid zijn de drie knapste doctors van de wereld. Aanmatiging is in den regel een prnik voor de kaalheid des verstands. Een man is gewoonlijk het best te ken nen aan de kringen, die hij niet frequen teert, Houdt uw eerlijke vijanden in het oogmisschien worden zij nogeeos uw beste vrienden. Voor den arbeid zijt gij geboren en in de wereld gekomen en ge zoudt ver drietig zijn, dat gij aan het werk moet Zie, alle schepselen, de leeuweriken en de mieien, de spinnen en de bijen, hoe elk ziju weik volbrengt en op zijne wijze arbeidt aan de groots levenstaak. En gij zoudt de uwe niet vervullen, den weg niet gam, dim de menschelijke natuur u voor schrijft Carolina Pichler. De hond, die tegen de maan blaft, is een verstandiger hond, dan de hond, die tegen een hond grooter dan hij zelf is blait. Vele menschen hebben geen anderen eer, dan die zij gewoon ziju aan het slot van een brief te beweren, dat zij bezit ten. De edelste daden zijn niet altijd de schitterendste. Een groot offer is gemakke lijker in één uur te brengen dan duizend kleine offers in den loop der jaren. Uw vaders vriend kunt gij mis schien eenmaal worden, maar uw moeders kind blijft gij altijd. G. L. r. Loon. Het is de dure plicht dezeB tijds da vrouw niet slechts te vereeren, maar ook over haar toestand na te denken. Lorenz von Steins. Kinderen beweenen de dooden niet. Hester Wene.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 3