De Vreemde. Donderdag 28 Mei 1896. 40ste Jaargang Ho. 3101. D Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL. Bureau: iCHAO®Sf, Laan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Binnenlandse!) Nieuws. FEUILLETON. Spoorwegverbinding Schoorl- dam. ItCI j URANT. MrattMii- k LaiitiiillaS Vergadering van den Raad der gemeente Wieringerwaard, gehou den den 26 Mei 1896. Aanwezig de heeren Jb. Zijp IlzJ. D. Schenk, D. Kooij, J. L. 1. Groneman, T. Bakker Jz., de Burgemeester C. Dz. Bezelman, leden van Raad, en C. Haring- Aitizen, Secretaris. De Voorz. opent de vergadering. Na btëedigiug van den nieuw benoemden Secretaris heet de Voorz. hem welkom, wenscht hem geluk met de benoeming en hoopt, dat het hem gegeven zal worden de werkzaamheden aan het secretariaat ver bonden, in gezondheid en met ijver te vervullen. In antwoord op de toespraak van den Voorz., zfgt de secretaris den Burgemeester dank voor de welgemeende woorden, hem toegesproken, en de vriendelijke, welwillende wijze, opwelke hij hem heeft ontvangen. De eer, hem te beurt gevallen door de benoeming van Secretaris dezer gemeente, stelt hij op hoogen prijs, vooral wanneer hij bedenkt, geroepen te zijn om de plaats te vervullen van een zóó waardig en verdienstelijk Secretaris als de heer leengs blijkt te zijn geweest. Hij bedankt den Voorz., de heeren Wethouders en leden van den Raad^ voor het ia hem gesteld vertrouwen beveelt zich in hunne vriendschap aan en verklaart, dat het steeds zijn streven zal zijn, de betrekking naar behooren waar te nemen, en de belangen der gemeente Wieringerwaard te beharti gen. Na lezing en goedkeuring der notulen brengt de Voorz. ter tafel, een schrijven van den Commissaris der Koningin, hou dende advies in zake de regeling van het schoolgaan van kindereu uit deze gemeen te aau de school te Oudesluis. Daar in verband met dat advies een regeling, waarbij wordt toegestaan dat bij betaling van de kosten h f 15.'s jaars, Roman van Robert Kohlrausch. 21. Met bet angstzweet op het gelaat had Boysen zich aan de oude trapleuning vast geklemd, maar de gedachte, Saffi wellicht nog te kannen reddeD, gaf zijn verdoofde leden voor een oogenblik meer kracht. Hij moest tot haar, haar vergelden wat zij voor hem gedaan had, waarom nn dat plotselinge suizen in zijn ooren, waarom dat gewir war in zijn hoofd Was het Saffi, die bem riep, was bet zijn moeder P Hij moest staan blijven en luisteren, hij had de kracht niet meer zich te bewegen en terwijl de stem men tot hem doordrorigen, werden zij we der minder, dan weder geweldiger en Inider en verhieven zich tot een machtig koor, dat de aarde deed beven en de muren deed wankeleD. Vcor zijne oogen begon een zee van wolken op te stijgen en terwijl hij mei ze streed, voelde hij zich door hen opgeno men en meegevoerd. Hij trachtte zich vrij te maken van hnnne omarming, bij hief de voet op, greep met de banden in de lncht en zonk met een dof gesteun op den grond van den toren neder. Toen hij weder lot zicbzelven kwam, was het licht in de lantaarn aan het veidooven. Het flikkerde op en nedergaand, en in dit wisselende schijnsel ontdekte Boysen waar hij zich bevond. Hij lsg onder aan de trap, het voorhoofd deed hem pijn, zijn ledematen waren zwaar en als verlamd, maar hjj vermocht toch op te staan, en langzaam voorwaarts te schrijden. De berinnering aan het vrecselijke wat gebeurd was, dreef hem tot spoed. In huis zag hij licht, toen hjj den tuin betreden had; de deur was niet gesloten en op de trap reeds sbelde hem de dienstmaagd ie gemoet, cp wier gelaat duidelijk de doodsargst, die zjj om haar heer bad uitgestaan, op het ge laat te lezen stond. Zij deed een paar stappen terng toen zij hem zoo zag staan, door bloed overstroomd en lijkbleek, maar zij overwon haar schrik en nam dadelijk de noodige maatregelen. Doch hjj hield haar tegen en ziide met zjjn matte stem «Dat beeft geen haast Rii ke, dat moet blijven tot later. Gij meet mede kt mm, wij moeten mannen zoe- aan ouders kan worden vergund, hunne kinderen naar die school te zenden, met het oog cp de kinderen van onvermogen- den niet mogelijk is, stellen B. en W. voor, met het bestuur der gemeente Zijpe de genoemde regeling niet te treffen. De heer Zijp meent, dat, zonder dat beide gemeenten contracteeren, op verzoek van belanghebbenden tegen de betaling der kosteD, het bestuur der gemeente Zijpe in navolging van andere gemeenten, zou kunnen toestaan, de kinderen uil deze ge meente op hunne school toe te laten, zoo lang daardoor uitbreiding van het onder wijzerspersoneel niet noodzakelijk wordt, De heer Groneman beaamt zulks en de heer Bakker zegt, dat de heer Kaan,t bui ten den Raad dezer gemeente om, zich tot het bestuur der gemeente Zijpe zal moeten wenden. Hierna wordt besloten overeen komstig hei voorstel van B. en W. ThaDs wordt door B. en W. den Raad aangeboden, een uitvoerig en beredeneerd verslag van den toestand der gemeente ovtr 1895. Nadat een par.r wijzigingen zijn aange bracht, wordt het verslag in orde bevonden en goedgekourd. Verder wordt besloten tot af- en over schrijvingen vm eenige posten op de be- grooting van 1895. Naar aanleidii g van een reeds vroeger ge nomen besluit om de verzekering der ge meente-gebouwen tegen brandschade in een andere Maatschappij over te brengen en daartoe informatiën in te winnen, zegt de heer Zijpmet het oog op den ter mijn voor de opzegging bestemd, dat met deze zaak voortgang dient gemaakt fe wor den de geviasgde opgaven zijn reeds ver strekt. De heer Groneman wenscht, alvorens to^ verzekering bij een andere maatschappij over te gaan, eerst nog informatiën in te winnen bij de maatschappij „Nederlanden* te Zutfen. De heer Bakker acht het in het voor deel der gemeente, de panden afzonderlijk te verzekeren. Nadat aau den Voorz. de opdracht is ken met lichten en slokken en lijnen, twee menscben zijn er in de stadsgracht geval len." Een oogenblik zag de meid hem aan of hij dat alles ook in koorts sprak, maar neen, zijne oogen zeiden haar, dat hij de waarheid sprak. Zij maakte zich klaar met heen te gaan en de doode bleef alleen. Hot duurde lang eer zij de manneu bij elkander hadden, die bereid waren hulp te verleenen, maar eindelijk bewogen zij zich toch in de richting van de stadsgracht. Zoolang de nacht duurde was het zoeken eD dreggen vergeefs eerst toen de droeve November morgen kwam, vondeD zij de beide dooden. Ook in den dood bad hare vijandelijke om arming zich niet losgelaten en met geweld moest men de handen van het meisje van Heinrich losmaken. In diens gelaat waren woede, vertwijfeling en doodsangst tot een vreeselijke uitdrukking vereenigd. Saffi's gelaat was rustig; maar zonder die milde uitdrukking des vredes, maar mei een uit drukking van trots om den mond. Men had de lijken op den kant van de grasbermen gelegd, die nog geheel met sneeuw bedekt waren en toen Boysen het lichaam van Ssffi voor zich zeg, omgeven door dien witten, vlekkeloozen mantel van den winter, boog bij zich neder, vatte de kou de, van het water rog vochtige hand en sprak tot de docde „Aren kind," „arm kind, goed kind, nn ben je in waarheid voor mij gestor ven." HOOFDSTUK XIII. Boysens krachten waren ten einde, (oen hjj in huis was teruggekeerd en toen zijn treurig werk was afgedaan, zonk bij afgemat op ziin bed neder. Bij gevoelde nauwelijks, dat een haastig ontboden arfs, zin word reinigde en verbond, en zcodta hij alleen was, viel hij in een diepen sleep. Zoo lag hij tot den avond, bewegingloos en stil, een offer der veidoovirg. De vrienden des huizes kwa men en traden stil aan de doodsbaar, een heuvel van bloeit en loopte zich daarop, de geur doortrek de vertrekken; maar hij werd door dat alles niet gewekt. Eerst toen de schemering kwam, sloeg hij de cogen op <n zag om z ch heen, en net het oDtwaken kwam vcor de eerste maal wederom dat hevig, brai.der.de ge voel der smait over zijn geleden ver lies. Lichamelijk wes bij em weinig gcs'erkt en ver.'riechtlij veimccbt cp te staan en zijn klerdirg een weinig in orde te bren gen. Toen lij in de wcenkamcr trad, zag gedaan, de bestaande verzekering tegen 1897 op te zeggen, wordt de vergadering gesloten. Het Departement KolhorQ der Maatschappij tot ^Nut van 't Algemeen stelde op beide Pinksterdagen den inge zetenen der Gem. Barsingerhorn en Om streken, in de gelegenheid eene Tentoon stelling te bezoeken, die gehouden werd in de kolfbaan van den heer D. Kist te Kolhorn. Aldaar vond men, op sier lijke wijze gerangschikt de voortbreng selen van kunst en vlijt, op verwonderlijk nette wijze door damesviigercn gewrocht, alsmede tal van voorwerpen, die door mannelijke personen ter mededinging in gezonden waren en meer onder den alïe- meenen naam vau Huisvlijt—artikelen be kend zijn. Wat het werk der mannen betrof, had de Commissie het raadzaam geacht, dit in twee gioepen te verdeelen n.1. in inzendingen van vaklieden en in die van dilettanten. Bij de dames schijnt men eene derge lijke schifting minder noodzakelijk geacht te hebben. Er waren juist 100 inzendin gen, allen naar volgorde genummerd en voorzien vin den naam van den eigenaar ol eigenaresse. Daaronder waren eenige die buiten mededinging weuschten te blijven. H t publiek wist die echter niet te onder scheiden, omdat do regelings-commissie er niet op bedacht was geweest, het gewone herkenningsteken in dergelijke gevall n aan de voorwerpen vast te hechten n. 1. eene k art, waarop buiten mededinging. Bij eene volgende gelegenheid z-rl men daar waarschijnlijk wel op willen letter. De tentoonstelling gat te zien 43 stuks fraaie en 13 stuks nuttige handwerken, al len ingezonden door dames boven den 16 jarigen leeftijd. Yan mtisjrs beneden dien leeftijd vond men nog een achttal fraaie en een paar stuks nuttige inzendin gen. Ook op het gebied van Postzegel- en Bouquetwerk had men den strijd aanvaard en [9 inzendsters dongen daarin naar den prijs. Yan mannelijken arbeid waren door vak-lui 9 voorwerpen inge zonden, betrekking hebbende op het schil der- en timmerwerk; terwijl 16 inzendiu- hij eene gestalte aan het vecster staan, d'e zich omwendde bij zijn binnentreden, en nu zag bij een bekend, vertrouwd gelaat. Het was Karei Bnterweck, die door het telegram over den dood van Boysens moeder hierheen gesneld was en bem nu met uitgestoken han den legemoet kwam en zeide: „Arme kerel wie had dat gedacht, toen gij heengiDgt «Hoe goed van je, dat jo gekomen bent," gaf Boysen zaeht ten antwoord. «Dat zou mooi van me zijn, ais ik je in zulke dagen alleen liet 1 En dan «Heb je alles reeds gehoord?" „Alles, maar eerst hier. Ik heb baar ook reeds gezien cn zorg gedragen voor hare begrafenis." Zij traden te zamen aan de doodsbaar van Boysen's moeder en hier vertelde hij zijn vriend alles, wat bij beleefd bad in de laatste dagen, boe hjj zijne moeder verloren had en hoe SaflB voor hem gestorven was. Buierweck liepen de tranen langs de wan gen en hij mompelde: «Ik gon hei u, dat het zoo geloopen is." Boysen knikte en voegde er zacht aan toe: «Zij heeft het altijd gewenscht om voor mij te mogen sterven en gelukkig had zij toch ncoit weder geworden. Nu kan ik het wel zeggen; hare lie de voor mij, was haar alles en toen zij daarin gcene bevredi ging vond, was de aarde voor haar onge zellig en leeli;k geworden." Den volgenden morgen, vergezelden tij de moeder naar hare laatste rustplaats, op het kleine Kerkhof van de stad en toen de eer ste aardkluiten op de kist neerbonsden, meende Boysen dal zij op zijn hart vielen en hetzelve verpletterden. Maar vervolgens werd de knil gevuld, de bloemen bedekten ve'dra de aarde, de oude geestelijke sprak een kort troostwoord en er was geschied, wat geschieden moest. Voor hem was let zwaarste voorbij, vcor zijn vriend meest dat nog komen. Maar wanneer hij in zichzelf zijne eigene smart vergeleek met die van zijn vriend, dan meende bjj te gevoelen, loe veel dieper en doodelijker hijzelf gewond was. Over bet opene graf zag Bu'.erweck weder het leven in, een nieuw, ar der leven, een ander dap per strijden, nog onbestemd in zijn vormen, doch gerond en vast op zijn grondslagen. En Boysen gevoelde, dat bet niet Saffi's dood was, die zijn vriend tot dit besluit ge bracht ladonuitgesproken zweelde er iets anders in de lccht, ten rein, tot het goede aanzeilend gevoel, dat nrg geen naam had. En voor de tweede maal stonden de gen het vlecht- snij- zaag- en knutselwerk vertegenwoordigden. De zes dames en heeren, leden der jury, hadden dus gewis geene gemakkelijke taak gehad. De be kroningen door dit lichaam toegekend, be paalden zich tot 6 eerste prijzen, 3 tweede prijzen, 4 derde, 2 vierde en 1 vijfden prijs. Het Nuts-Bestuur kende later nog een paar Bestunrsprijzeri toe aan een paar inzendingen, die, naar zijn oordeel, zulks wel verdien d hadden. Niet correct was het echter op die voor- wirpen een kaart te hechten, waarop stond: Aanmoedigingsprijs. Daardoor kreeg het den schijn of die bekrooning van de Jury uitging en dit was toch zoo niet. De tentoonstelling werd, behalve door de massa inzenders en Nutsleden die vrij e itió hadden, door 183 betalenden bezocht. Na afloop had er eene verloting plaats van op de tentoonstelling aangekoebtte voor werpen achttien in 't geheel. Behal ve deze waren er nog 16 geschenken in gekomen, zoodat er voor de 600 geplaat ste loten, 34 prijzen beschikbaar waren. De uitslag der verloting was als volgt Prijs no. 1 getrokken door 517, no. 2 door 253, no. 3 door 37, no, 4 door 364, no. 5 door 110, no. 6 door 505, no. 7 door 92, no. 8 door 470, no. 9 door 520, no. 10 door 536, no. 11 door 94, no. 12 door 154, no. 13 door 558, no. 14 door 1, no. 15 door 542, no. 16 door 42, no. 17 door 539, no. 18 door 437, no. 19 door 546, no. 20 door 387, no. 21 door 532, uo. 22 door 490, no. 23 door 237, no. 24 door 157, no. 25 door 429, no. 26 door 180, no. 27 door 329, no. 28 door 369, no, 29 door 55, no. 30 door 598, no. 31 door 81, no. 32 door 107, no, 33 door 91, no. 34 door 557. De Secretaris van het Departement, de heer E. Kluijver, heeft vervolgens aau elk der inzenders eene uitnoodiging doen toe komen tot eene gezellige bijeenkomst op Zondag den 31en dezer. Op die bijeen komst zullen de prijzen, die in contanten b; staan, worden uitgereikt. Voordrachten, muziek, zang enz. zullen het genotvolle van dien avond zooveel mogelijk ver- hoogen. De ansjovis- en geepvis- vrienden den volgenden dag om een geopend graf, de eenigen waren zij, die de doode een vaarwel toeriepen. Geen van haar, die zich tot haar gerekend haddea te behooren, waren gekomenhet bericht dat Boysen aan den ouden Jaritz gezonden had, wsb onbeantwoord gebleven. Wat moesten ook vreemde menschon bij Saffi's graf? Liefde, dankbaarheid en medelijden spraken tot d9 doode in dit uur en legden bloemen op haar verschen grafheuvel. Toen de vrienden het kerkhof verlieten, nadat de plechtigheid was afgeloopen, zagen zij nog een ander versch graf, zonder een enkele versiering, of teeken van achting, liefde of dankbaarheid. «Nog veel te veel eer voor den schavuit, dat hij hier begraven ligt," mompelde Bnterweck. Boysen echter zeide: „Hij gevoelt niet dat hij hier ligt, en ook hij heeft veel geleden." Het was besloten, dat Boysen zijn vriend, d:e nog dienzelfden dag wederom naar huis ging, zou vergezellen. Het gerechtelijk on derzoek was Bpoedig geëindigd geweest en wat er neg te regalen viel in het sterfhuis, moest maar wachten fot een rustiger tijd. Nu dreven plicht en verlangen hem weg; de plicht jegens de doode, die hij beloofd had den man ter verantwoording te zullen roepen, die haar had doen lijden, en tegelijk gedre ven door een onrustig onverlangen naar het meisje, dat de dochter van dien man was. Op bet zware afscheid van de plaats zij ner jeugd, volgde een stille eentonige reis, De vrienden zaten alleen in een coupée. Bnterwccks opgewekte stemming was nog niet wtdergfkeeid en Boysen gevoelde nog altijd dat verlammende gevoel in de leden. Het was avond toen zij aankwamen, het zelfde nor omstieeks waarin Boysen den vo- rigen koer gekomen was, masr cn door een donkeren nevel omgeven en vanuit het huis van den vreemde begroette hem weder om de lichten, die nooit oitgebluscht sche nen te worden. Hjj moest er aan denken, hoe den eersten avond do verschijning van dien man bem had aangegrepen en hoe hij nu geroepen was, van het graf zijner moeder komende, dezen man ter verantwoor ding te moeten roepen, hier te moeten op treden als aanklager, wellicht als wreker. Bcysen was den volgenden morgen nog met aankleedcn bezig, toeD er aan zin kamer geklopt weid en op zijn „binnen* een bediende binnentred, een jong, vriendelijk pcrscon met open oog, de opvol ger maar cok het tegenbeeld van den doode. Hij breebt een zorgvuldig gesloten briefje van Eva's' hand. Het behelsde slechts weinige woorden; mtar daarnit sprak een gcherijen te Kolhorn leveren tot heden slechts matige uitkomsten op. Waar blij- veu de goede tijden van b. v. voor 10 jaar, toen in één enkelen nacht met één enkele beug tusschen de 30 en 40 dui zend stuks gevangen werden Thans is men al hoogst tevreden als men met 4 a 5 duizend vischjes thuis komt. En hoe weinigen treffen dit geluk? In de week van 10 tot 17 Mei waren er enkele boo ten die ruim 80 Gl. wisten te besommen. Toen werd er 7 Gl. per 1000 stuks uit betaald en heriettde de hoop in de harten der visschers. 17 tot 24 Mei daarentegen werd er geen droog brood verdiend. Deze weck heeft zich iets gunstiger ingezet en de prijzen zijn geklommen tot 8 Gl. Uit Amsterdam berichtte men dal per anker 28 Gl. uitbetaald werd voor de nieuwe visch, terwijl de prijs der overjarige op 30 Gl. bleef. Geep wordt ook niet gevangen. Eenige visschers hebben een paar keer eene min of meer gelukkige vangst gehad, maar dit is ook alles wat er voor te zeggen valt. De laatste markt was f 1075 per tal (200). Yoor de vele visschers, wier tijdelijke welstand van eene gelukkige vangst af hangt, is het te hopen dat de laatste week van Mei, benevens de maand Juni druk werk en gespekte beurzen mogen bren gen. De burgemeesters van de gemeenten Sint Maarten, Haringcarspel, Koedijk, Schoorl en Warmenhuizen hebben zich tot eene commissie gevormd, die het zelfde plan najagen wat de spoorweg verbinding dier plaatsen betreft. Die heeren zjjn vervolgens naar Haar lem, naar Jhr. Schorer gegaan, dien zij als Commissaris der Koningin en voor zitter van commissarissen der Holl. IJzeren Spoorwegmaatschappij, over hun ne plannen hebben gesproken. Door die bespreking hebben die heeren het oog op een ander plan laten vallen als op dat langs de Groote Sloot. Het is eene verbinding, vanaf het station Noord-Scharwoude over het dorp Noord- Scharwoude door het Ambacht tusschen pijnigende zielc-angst„Kom bij mij, zoo spoedig mogeljjk. Mijn vader is gister heengegaan, hjj was zeer opgewonden, en is tot dusverre nog niet teruggekomen. Wat zal ik doen? Help mij, geef mij raad." Boysen zond een paar regels tot antwoord en binnen een paar minuien was hij gereed, naar den overkant te gaan. Zonder zjjn vriend eerst goedenmorgon te zeggen, ver liet hij het hais; aan de andere zijde werd hij verwacht, de bediende voerde hem jjlinga de trap op. Zoo betrad hjj voor de eerste maal weder het buis dat hem heden met zijn grootste praal en zwart marmer nog duisterder en killer voorkwam, dan in het nur, toen de dreigende heer des huizes bem zjjn drempel had ontzegd. Waar was de man, wiens duistere geest nit deze donkere steeneo tot hem seheen te spreken Wat wachtte hem in dit huis, welke nieuwe droefenis, welke nieuwe schrik ging hij te gemoet Hij werd in de kamer gelaten, waar Mr. Saalsfield hem toenmaals had ontvangen en een oogenblik bleef hij alleen. Vervolgens werd de deur gespend en Eva kwam bin nen, bleek, met roodgeweende oogen, in eenvoudige, donkere klceding. Boysen gÏDg haar tegemoet; te spreken vermocht bjj evenwel nietzjjn eigene smart en de zor gen om haar stegen overweldigend in zijn borst op en beletten hem te spreken. Hij kon haar slechts de handen toestekeD, die zjj vatte en behield. Zij was de eerste, die vervolgens begon te spreken. „Wat treurige aiDgen hebt gij beleefden hoeveel heb ik aan u gedacht 1 En nn moet ik u ook reeds op den eersten dag kwel len met mijn nood- Maar ik ben zoo al leen en gij zjjt do eenige op de wereld Ook nu beletten haar de tranen te spre ken. In woorden vermocht hij niet te ant woorden, maar met een hartstochteljjke be- weging trok hjj haar tot zioh en zonder aarzelen, zonder tegenstand, vleido zjj zich in zijne armen. En terwjjl hnnne lippen elkander zochten en vonden, sloten zij in dit ernstig nur hun eersto verbond. „Nu behooren wjj te zamen, niet waar vroeg Boysen zacht, toen hjj haar weder losliet. «Voor altjjd," antwoordde zij en zag hem vast in de oogen. Hunne blikken zeiden elkander„Hier slechts was troost, wan neer er een troost voor belden was; hier skchtswas dat diepe, vol'e vertronweD, dat do ware liefde eener reine vriendschap zich scheppen kan; hier slceh's was de hoop, die een verre toekomst vol licht en zon-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1