De Vreemde.
Donderdag 28 Mei 1896.
40ste Jaargang Ho. 3101.
D
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: iCHAO®Sf, Laan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Binnenlandse!) Nieuws.
FEUILLETON.
Spoorwegverbinding Schoorl-
dam.
ItCI
j
URANT.
MrattMii- k LaiitiiillaS
Vergadering van den Raad
der gemeente Wieringerwaard, gehou
den den 26 Mei 1896.
Aanwezig de heeren Jb. Zijp IlzJ.
D. Schenk, D. Kooij, J. L. 1. Groneman,
T. Bakker Jz., de Burgemeester C. Dz.
Bezelman, leden van Raad, en C. Haring-
Aitizen, Secretaris.
De Voorz. opent de vergadering. Na
btëedigiug van den nieuw benoemden
Secretaris heet de Voorz. hem welkom,
wenscht hem geluk met de benoeming en
hoopt, dat het hem gegeven zal worden
de werkzaamheden aan het secretariaat ver
bonden, in gezondheid en met ijver te
vervullen.
In antwoord op de toespraak van den
Voorz., zfgt de secretaris den Burgemeester
dank voor de welgemeende woorden, hem
toegesproken, en de vriendelijke, welwillende
wijze, opwelke hij hem heeft ontvangen.
De eer, hem te beurt gevallen door de
benoeming van Secretaris dezer gemeente,
stelt hij op hoogen prijs, vooral wanneer
hij bedenkt, geroepen te zijn om de
plaats te vervullen van een zóó waardig en
verdienstelijk Secretaris als de heer leengs
blijkt te zijn geweest. Hij bedankt den
Voorz., de heeren Wethouders en leden
van den Raad^ voor het ia hem gesteld
vertrouwen beveelt zich in hunne
vriendschap aan en verklaart, dat het steeds
zijn streven zal zijn, de betrekking naar
behooren waar te nemen, en de belangen
der gemeente Wieringerwaard te beharti
gen.
Na lezing en goedkeuring der notulen
brengt de Voorz. ter tafel, een schrijven
van den Commissaris der Koningin, hou
dende advies in zake de regeling van het
schoolgaan van kindereu uit deze gemeen
te aau de school te Oudesluis.
Daar in verband met dat advies een
regeling, waarbij wordt toegestaan dat bij
betaling van de kosten h f 15.'s jaars,
Roman van Robert Kohlrausch.
21.
Met bet angstzweet op het gelaat had
Boysen zich aan de oude trapleuning vast
geklemd, maar de gedachte, Saffi wellicht nog
te kannen reddeD, gaf zijn verdoofde leden
voor een oogenblik meer kracht. Hij moest
tot haar, haar vergelden wat zij voor hem
gedaan had, waarom nn dat plotselinge
suizen in zijn ooren, waarom dat gewir
war in zijn hoofd Was het Saffi, die bem
riep, was bet zijn moeder P Hij moest staan
blijven en luisteren, hij had de kracht niet
meer zich te bewegen en terwijl de stem
men tot hem doordrorigen, werden zij we
der minder, dan weder geweldiger en Inider
en verhieven zich tot een machtig koor,
dat de aarde deed beven en de muren deed
wankeleD. Vcor zijne oogen begon een zee
van wolken op te stijgen en terwijl hij mei
ze streed, voelde hij zich door hen opgeno
men en meegevoerd. Hij trachtte zich vrij
te maken van hnnne omarming, bij hief de
voet op, greep met de banden in de lncht
en zonk met een dof gesteun op den grond
van den toren neder.
Toen hij weder lot zicbzelven kwam, was
het licht in de lantaarn aan het veidooven.
Het flikkerde op en nedergaand, en in dit
wisselende schijnsel ontdekte Boysen waar
hij zich bevond. Hij lsg onder aan de
trap, het voorhoofd deed hem pijn, zijn
ledematen waren zwaar en als verlamd, maar
hjj vermocht toch op te staan, en langzaam
voorwaarts te schrijden.
De berinnering aan het vrecselijke wat
gebeurd was, dreef hem tot spoed. In huis
zag hij licht, toen hjj den tuin betreden had;
de deur was niet gesloten en op de trap
reeds sbelde hem de dienstmaagd ie gemoet,
cp wier gelaat duidelijk de doodsargst, die
zjj om haar heer bad uitgestaan, op het ge
laat te lezen stond. Zij deed een paar
stappen terng toen zij hem zoo zag staan,
door bloed overstroomd en lijkbleek, maar
zij overwon haar schrik en nam dadelijk de
noodige maatregelen.
Doch hjj hield haar tegen en ziide met
zjjn matte stem «Dat beeft geen
haast Rii ke, dat moet blijven tot later. Gij
meet mede kt mm, wij moeten mannen zoe-
aan ouders kan worden vergund, hunne
kinderen naar die school te zenden, met
het oog cp de kinderen van onvermogen-
den niet mogelijk is, stellen B. en W.
voor, met het bestuur der gemeente Zijpe
de genoemde regeling niet te treffen.
De heer Zijp meent, dat, zonder dat
beide gemeenten contracteeren, op verzoek
van belanghebbenden tegen de betaling
der kosteD, het bestuur der gemeente Zijpe
in navolging van andere gemeenten, zou
kunnen toestaan, de kinderen uil deze ge
meente op hunne school toe te laten, zoo
lang daardoor uitbreiding van het onder
wijzerspersoneel niet noodzakelijk wordt,
De heer Groneman beaamt zulks en de
heer Bakker zegt, dat de heer Kaan,t bui
ten den Raad dezer gemeente om, zich tot
het bestuur der gemeente Zijpe zal moeten
wenden. Hierna wordt besloten overeen
komstig hei voorstel van B. en W.
ThaDs wordt door B. en W. den Raad
aangeboden, een uitvoerig en beredeneerd
verslag van den toestand der gemeente ovtr
1895.
Nadat een par.r wijzigingen zijn aange
bracht, wordt het verslag in orde bevonden
en goedgekourd.
Verder wordt besloten tot af- en over
schrijvingen vm eenige posten op de be-
grooting van 1895.
Naar aanleidii g van een reeds vroeger ge
nomen besluit om de verzekering der ge
meente-gebouwen tegen brandschade in
een andere Maatschappij over te brengen
en daartoe informatiën in te winnen, zegt
de heer Zijpmet het oog op den ter
mijn voor de opzegging bestemd, dat met
deze zaak voortgang dient gemaakt fe wor
den de geviasgde opgaven zijn reeds ver
strekt.
De heer Groneman wenscht, alvorens to^
verzekering bij een andere maatschappij
over te gaan, eerst nog informatiën in te
winnen bij de maatschappij „Nederlanden*
te Zutfen.
De heer Bakker acht het in het voor
deel der gemeente, de panden afzonderlijk
te verzekeren.
Nadat aau den Voorz. de opdracht is
ken met lichten en slokken en lijnen, twee
menscben zijn er in de stadsgracht geval
len."
Een oogenblik zag de meid hem aan of
hij dat alles ook in koorts sprak, maar
neen, zijne oogen zeiden haar, dat hij de
waarheid sprak. Zij maakte zich klaar met
heen te gaan en de doode bleef alleen. Hot
duurde lang eer zij de manneu bij elkander
hadden, die bereid waren hulp te verleenen,
maar eindelijk bewogen zij zich toch in de
richting van de stadsgracht. Zoolang de
nacht duurde was het zoeken eD dreggen
vergeefs eerst toen de droeve November
morgen kwam, vondeD zij de beide dooden.
Ook in den dood bad hare vijandelijke om
arming zich niet losgelaten en met geweld
moest men de handen van het meisje van
Heinrich losmaken. In diens gelaat waren
woede, vertwijfeling en doodsangst tot een
vreeselijke uitdrukking vereenigd. Saffi's
gelaat was rustig; maar zonder die milde
uitdrukking des vredes, maar mei een uit
drukking van trots om den mond.
Men had de lijken op den kant van de
grasbermen gelegd, die nog geheel met
sneeuw bedekt waren en toen Boysen het
lichaam van Ssffi voor zich zeg, omgeven
door dien witten, vlekkeloozen mantel van den
winter, boog bij zich neder, vatte de kou
de, van het water rog vochtige hand en
sprak tot de docde
„Aren kind," „arm kind, goed kind,
nn ben je in waarheid voor mij gestor
ven."
HOOFDSTUK XIII.
Boysens krachten waren ten einde, (oen hjj
in huis was teruggekeerd en toen zijn treurig
werk was afgedaan, zonk bij afgemat op ziin
bed neder. Bij gevoelde nauwelijks, dat een
haastig ontboden arfs, zin word reinigde
en verbond, en zcodta hij alleen was, viel
hij in een diepen sleep. Zoo lag hij tot den
avond, bewegingloos en stil, een offer der
veidoovirg. De vrienden des huizes kwa
men en traden stil aan de doodsbaar, een
heuvel van bloeit en loopte zich daarop, de
geur doortrek de vertrekken; maar hij werd
door dat alles niet gewekt.
Eerst toen de schemering kwam, sloeg
hij de cogen op <n zag om z ch heen, en
net het oDtwaken kwam vcor de eerste
maal wederom dat hevig, brai.der.de ge
voel der smait over zijn geleden ver
lies.
Lichamelijk wes bij em weinig gcs'erkt
en ver.'riechtlij veimccbt cp te staan en
zijn klerdirg een weinig in orde te bren
gen. Toen lij in de wcenkamcr trad, zag
gedaan, de bestaande verzekering tegen
1897 op te zeggen, wordt de vergadering
gesloten.
Het Departement KolhorQ
der Maatschappij tot ^Nut van 't Algemeen
stelde op beide Pinksterdagen den inge
zetenen der Gem. Barsingerhorn en Om
streken, in de gelegenheid eene Tentoon
stelling te bezoeken, die gehouden werd
in de kolfbaan van den heer D. Kist
te Kolhorn. Aldaar vond men, op sier
lijke wijze gerangschikt de voortbreng
selen van kunst en vlijt, op verwonderlijk
nette wijze door damesviigercn gewrocht,
alsmede tal van voorwerpen, die door
mannelijke personen ter mededinging in
gezonden waren en meer onder den alïe-
meenen naam vau Huisvlijt—artikelen be
kend zijn. Wat het werk der mannen
betrof, had de Commissie het raadzaam
geacht, dit in twee gioepen te verdeelen
n.1. in inzendingen van vaklieden en in
die van dilettanten.
Bij de dames schijnt men eene derge
lijke schifting minder noodzakelijk geacht
te hebben. Er waren juist 100 inzendin
gen, allen naar volgorde genummerd en
voorzien vin den naam van den eigenaar
ol eigenaresse. Daaronder waren eenige die
buiten mededinging weuschten te blijven.
H t publiek wist die echter niet te onder
scheiden, omdat do regelings-commissie er
niet op bedacht was geweest, het gewone
herkenningsteken in dergelijke gevall n
aan de voorwerpen vast te hechten n. 1.
eene k art, waarop buiten mededinging.
Bij eene volgende gelegenheid z-rl men
daar waarschijnlijk wel op willen letter.
De tentoonstelling gat te zien 43 stuks
fraaie en 13 stuks nuttige handwerken, al
len ingezonden door dames boven den 16
jarigen leeftijd. Yan mtisjrs beneden
dien leeftijd vond men nog een achttal
fraaie en een paar stuks nuttige inzendin
gen. Ook op het gebied van Postzegel-
en Bouquetwerk had men den strijd
aanvaard en [9 inzendsters dongen daarin
naar den prijs. Yan mannelijken arbeid
waren door vak-lui 9 voorwerpen inge
zonden, betrekking hebbende op het schil
der- en timmerwerk; terwijl 16 inzendiu-
hij eene gestalte aan het vecster staan, d'e
zich omwendde bij zijn binnentreden, en nu
zag bij een bekend, vertrouwd gelaat. Het
was Karei Bnterweck, die door het telegram
over den dood van Boysens moeder hierheen
gesneld was en bem nu met uitgestoken han
den legemoet kwam en zeide:
„Arme kerel wie had dat gedacht,
toen gij heengiDgt
«Hoe goed van je, dat jo gekomen bent,"
gaf Boysen zaeht ten antwoord.
«Dat zou mooi van me zijn, ais ik je in
zulke dagen alleen liet 1 En dan
«Heb je alles reeds gehoord?"
„Alles, maar eerst hier. Ik heb baar ook
reeds gezien cn zorg gedragen voor hare
begrafenis."
Zij traden te zamen aan de doodsbaar
van Boysen's moeder en hier vertelde hij
zijn vriend alles, wat bij beleefd bad in de
laatste dagen, boe hjj zijne moeder verloren
had en hoe SaflB voor hem gestorven was.
Buierweck liepen de tranen langs de wan
gen en hij mompelde: «Ik gon hei u, dat
het zoo geloopen is."
Boysen knikte en voegde er zacht aan
toe: «Zij heeft het altijd gewenscht om
voor mij te mogen sterven en gelukkig had
zij toch ncoit weder geworden. Nu kan ik
het wel zeggen; hare lie de voor mij, was
haar alles en toen zij daarin gcene bevredi
ging vond, was de aarde voor haar onge
zellig en leeli;k geworden."
Den volgenden morgen, vergezelden tij de
moeder naar hare laatste rustplaats, op het
kleine Kerkhof van de stad en toen de eer
ste aardkluiten op de kist neerbonsden,
meende Boysen dal zij op zijn hart vielen
en hetzelve verpletterden. Maar vervolgens
werd de knil gevuld, de bloemen bedekten
ve'dra de aarde, de oude geestelijke sprak
een kort troostwoord en er was
geschied, wat geschieden moest.
Voor hem was let zwaarste voorbij, vcor
zijn vriend meest dat nog komen. Maar
wanneer hij in zichzelf zijne eigene smart
vergeleek met die van zijn vriend, dan
meende bjj te gevoelen, loe veel dieper en
doodelijker hijzelf gewond was. Over bet
opene graf zag Bu'.erweck weder het leven
in, een nieuw, ar der leven, een ander dap
per strijden, nog onbestemd in zijn vormen,
doch gerond en vast op zijn grondslagen.
En Boysen gevoelde, dat bet niet Saffi's
dood was, die zijn vriend tot dit besluit ge
bracht ladonuitgesproken zweelde er iets
anders in de lccht, ten rein, tot het goede
aanzeilend gevoel, dat nrg geen naam
had.
En voor de tweede maal stonden de
gen het vlecht- snij- zaag- en knutselwerk
vertegenwoordigden. De zes dames en
heeren, leden der jury, hadden dus gewis
geene gemakkelijke taak gehad. De be
kroningen door dit lichaam toegekend, be
paalden zich tot 6 eerste prijzen, 3 tweede
prijzen, 4 derde, 2 vierde en 1 vijfden
prijs. Het Nuts-Bestuur kende later nog
een paar Bestunrsprijzeri toe aan een
paar inzendingen, die, naar zijn
oordeel, zulks wel verdien d hadden.
Niet correct was het echter op die voor-
wirpen een kaart te hechten, waarop stond:
Aanmoedigingsprijs. Daardoor kreeg het
den schijn of die bekrooning van de Jury
uitging en dit was toch zoo niet.
De tentoonstelling werd, behalve door
de massa inzenders en Nutsleden die vrij
e itió hadden, door 183 betalenden bezocht.
Na afloop had er eene verloting plaats van
op de tentoonstelling aangekoebtte voor
werpen achttien in 't geheel. Behal
ve deze waren er nog 16 geschenken in
gekomen, zoodat er voor de 600 geplaat
ste loten, 34 prijzen beschikbaar waren.
De uitslag der verloting was als volgt
Prijs no. 1 getrokken door 517, no. 2
door 253, no. 3 door 37, no, 4 door 364,
no. 5 door 110, no. 6 door 505, no. 7
door 92, no. 8 door 470, no. 9 door 520,
no. 10 door 536, no. 11 door 94, no. 12
door 154, no. 13 door 558, no. 14 door 1,
no. 15 door 542, no. 16 door 42, no. 17
door 539, no. 18 door 437, no. 19 door
546, no. 20 door 387, no. 21 door 532,
uo. 22 door 490, no. 23 door 237, no. 24
door 157, no. 25 door 429, no. 26 door
180, no. 27 door 329, no. 28 door 369,
no, 29 door 55, no. 30 door 598, no. 31
door 81, no. 32 door 107, no, 33 door
91, no. 34 door 557.
De Secretaris van het Departement, de
heer E. Kluijver, heeft vervolgens aau elk
der inzenders eene uitnoodiging doen toe
komen tot eene gezellige bijeenkomst op
Zondag den 31en dezer. Op die bijeen
komst zullen de prijzen, die in contanten
b; staan, worden uitgereikt. Voordrachten,
muziek, zang enz. zullen het genotvolle
van dien avond zooveel mogelijk ver-
hoogen.
De ansjovis- en geepvis-
vrienden den volgenden dag om een geopend
graf, de eenigen waren zij, die de doode
een vaarwel toeriepen. Geen van haar, die
zich tot haar gerekend haddea te behooren,
waren gekomenhet bericht dat Boysen
aan den ouden Jaritz gezonden had, wsb
onbeantwoord gebleven. Wat moesten ook
vreemde menschon bij Saffi's graf? Liefde,
dankbaarheid en medelijden spraken tot d9
doode in dit uur en legden bloemen op
haar verschen grafheuvel.
Toen de vrienden het kerkhof verlieten,
nadat de plechtigheid was afgeloopen, zagen
zij nog een ander versch graf, zonder een
enkele versiering, of teeken van achting,
liefde of dankbaarheid. «Nog veel te veel
eer voor den schavuit, dat hij hier begraven
ligt," mompelde Bnterweck. Boysen echter
zeide: „Hij gevoelt niet dat hij hier ligt,
en ook hij heeft veel geleden."
Het was besloten, dat Boysen zijn vriend,
d:e nog dienzelfden dag wederom naar huis
ging, zou vergezellen. Het gerechtelijk on
derzoek was Bpoedig geëindigd geweest en
wat er neg te regalen viel in het sterfhuis,
moest maar wachten fot een rustiger tijd.
Nu dreven plicht en verlangen hem weg; de
plicht jegens de doode, die hij beloofd had
den man ter verantwoording te zullen roepen,
die haar had doen lijden, en tegelijk gedre
ven door een onrustig onverlangen naar het
meisje, dat de dochter van dien man was.
Op bet zware afscheid van de plaats zij
ner jeugd, volgde een stille eentonige reis,
De vrienden zaten alleen in een coupée.
Bnterwccks opgewekte stemming was nog
niet wtdergfkeeid en Boysen gevoelde nog
altijd dat verlammende gevoel in de leden.
Het was avond toen zij aankwamen, het
zelfde nor omstieeks waarin Boysen den vo-
rigen koer gekomen was, masr cn door een
donkeren nevel omgeven en vanuit het
huis van den vreemde begroette hem weder
om de lichten, die nooit oitgebluscht sche
nen te worden. Hjj moest er aan denken,
hoe den eersten avond do verschijning van
dien man bem had aangegrepen en hoe
hij nu geroepen was, van het graf zijner
moeder komende, dezen man ter verantwoor
ding te moeten roepen, hier te moeten op
treden als aanklager, wellicht als wreker.
Bcysen was den volgenden morgen nog
met aankleedcn bezig, toeD er aan zin
kamer geklopt weid en op zijn „binnen*
een bediende binnentred, een jong,
vriendelijk pcrscon met open oog, de opvol
ger maar cok het tegenbeeld van den doode.
Hij breebt een zorgvuldig gesloten briefje
van Eva's' hand. Het behelsde slechts
weinige woorden; mtar daarnit sprak een
gcherijen te Kolhorn leveren tot heden
slechts matige uitkomsten op. Waar blij-
veu de goede tijden van b. v. voor 10
jaar, toen in één enkelen nacht met één
enkele beug tusschen de 30 en 40 dui
zend stuks gevangen werden Thans is
men al hoogst tevreden als men met 4
a 5 duizend vischjes thuis komt. En hoe
weinigen treffen dit geluk? In de week
van 10 tot 17 Mei waren er enkele boo
ten die ruim 80 Gl. wisten te besommen.
Toen werd er 7 Gl. per 1000 stuks uit
betaald en heriettde de hoop in de harten
der visschers. 17 tot 24 Mei daarentegen
werd er geen droog brood verdiend. Deze
weck heeft zich iets gunstiger ingezet en
de prijzen zijn geklommen tot 8 Gl. Uit
Amsterdam berichtte men dal per anker
28 Gl. uitbetaald werd voor de nieuwe
visch, terwijl de prijs der overjarige op 30
Gl. bleef.
Geep wordt ook niet gevangen. Eenige
visschers hebben een paar keer eene min
of meer gelukkige vangst gehad, maar dit
is ook alles wat er voor te zeggen valt.
De laatste markt was f 1075 per tal (200).
Yoor de vele visschers, wier tijdelijke
welstand van eene gelukkige vangst af
hangt, is het te hopen dat de laatste week
van Mei, benevens de maand Juni druk
werk en gespekte beurzen mogen bren
gen.
De burgemeesters van de gemeenten
Sint Maarten, Haringcarspel, Koedijk,
Schoorl en Warmenhuizen hebben zich
tot eene commissie gevormd, die het
zelfde plan najagen wat de spoorweg
verbinding dier plaatsen betreft.
Die heeren zjjn vervolgens naar Haar
lem, naar Jhr. Schorer gegaan, dien zij
als Commissaris der Koningin en voor
zitter van commissarissen der Holl.
IJzeren Spoorwegmaatschappij, over hun
ne plannen hebben gesproken.
Door die bespreking hebben die heeren
het oog op een ander plan laten vallen
als op dat langs de Groote Sloot.
Het is eene verbinding, vanaf het station
Noord-Scharwoude over het dorp Noord-
Scharwoude door het Ambacht tusschen
pijnigende zielc-angst„Kom bij mij, zoo
spoedig mogeljjk. Mijn vader is gister
heengegaan, hjj was zeer opgewonden, en
is tot dusverre nog niet teruggekomen.
Wat zal ik doen? Help mij, geef mij
raad."
Boysen zond een paar regels tot antwoord
en binnen een paar minuien was hij gereed,
naar den overkant te gaan. Zonder zjjn
vriend eerst goedenmorgon te zeggen, ver
liet hij het hais; aan de andere zijde werd
hij verwacht, de bediende voerde hem jjlinga
de trap op. Zoo betrad hjj voor de eerste
maal weder het buis dat hem heden met
zijn grootste praal en zwart marmer nog
duisterder en killer voorkwam, dan in het
nur, toen de dreigende heer des huizes bem
zjjn drempel had ontzegd. Waar was de
man, wiens duistere geest nit deze donkere
steeneo tot hem seheen te spreken Wat
wachtte hem in dit huis, welke nieuwe
droefenis, welke nieuwe schrik ging hij te
gemoet
Hij werd in de kamer gelaten, waar Mr.
Saalsfield hem toenmaals had ontvangen en
een oogenblik bleef hij alleen. Vervolgens
werd de deur gespend en Eva kwam bin
nen, bleek, met roodgeweende oogen, in
eenvoudige, donkere klceding. Boysen gÏDg
haar tegemoet; te spreken vermocht bjj
evenwel nietzjjn eigene smart en de zor
gen om haar stegen overweldigend in zijn
borst op en beletten hem te spreken. Hij
kon haar slechts de handen toestekeD, die
zjj vatte en behield. Zij was de eerste,
die vervolgens begon te spreken.
„Wat treurige aiDgen hebt gij beleefden
hoeveel heb ik aan u gedacht 1 En nn moet
ik u ook reeds op den eersten dag kwel
len met mijn nood- Maar ik ben zoo al
leen en gij zjjt do eenige op de wereld
Ook nu beletten haar de tranen te spre
ken. In woorden vermocht hij niet te ant
woorden, maar met een hartstochteljjke be-
weging trok hjj haar tot zioh en zonder
aarzelen, zonder tegenstand, vleido zjj zich
in zijne armen. En terwjjl hnnne lippen
elkander zochten en vonden, sloten zij in
dit ernstig nur hun eersto verbond.
„Nu behooren wjj te zamen, niet waar
vroeg Boysen zacht, toen hjj haar weder
losliet.
«Voor altjjd," antwoordde zij en zag hem
vast in de oogen. Hunne blikken zeiden
elkander„Hier slechts was troost, wan
neer er een troost voor belden was; hier
skchtswas dat diepe, vol'e vertronweD, dat
do ware liefde eener reine vriendschap
zich scheppen kan; hier slceh's was de hoop,
die een verre toekomst vol licht en zon-