Donderdag 18 Juni 1896
40ste Jaargang No. 3107.
Yallenfle Sterren.
J
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INDEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
{Bureau: ftCH-ACUKHf» B>aan, 1) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meor 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer
een Bijvoegsel.
behoort
GemeenteSchagen.
BekeBdraakiusen.
verleent vergunning,
Binnenlandsch Nieuws.
a. Staaf oefeningen.
b. Turnen aan verschillende toestellen.
d. Keurlurnen door de beste turners
der verschillende vereenigingen.
Uit St. Maartensbrug wordt
FEUILLETON.
WORDT VERVOLGD.
l 3
f-
Aligici Ritin
AliertEilie- k Laulliiillai
POLITIE.
Ter Secretarie alhier, zijn inlichtingen
te betonen, ontrent een gevonden, aldaar
gedeponeerden bril, terwijl inlichtingen
worden verzocht omtrent een verloren
patje, bevattende: choviot, wit zijden
ankertje, zwarte voering, flanel
en zwarte zijde.
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen
Gelet op art. 46 van de Politie-ver-
ordening voor die Gemeente
Brengen ter Algemeene Kennis
dat bet op den 22, 23, 25 en 28
Juni a.s. in Iet belang der openbare
orde verboden is, in de kom der gemeen
te, vanaf de punten waar de daartoe
betrekkelijke waarschuwingen zijn geplaatst,
anders dan
stiits te rui.
Overtreding wordt gestraft met eene
boete van ten hoogste 25 gulden, ol
hechtenis van ten hoogste 6 dagen.
Schagen, 12 Juni 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen
Gezien de artt. 10 en 145 van de po
litieverordening dezer gemeente,
aan de tappers, om gedurende de k e r-
m i s muziek te laten maken, danspartij
en te doen plaats hebben, en na bezet
ten tijd te tapper;.
Schagen, 12 Juni 1896.
De Burgemeester voorn.
S. BERMAN.
Zendag 14 Juni vergader
de te Barsingerhorn, ten lokale Slote-
makerde afgevaardigden der 5 gymnas
tiekverenigingen die in den zomer een ge-
zunelijken feestdag te Barsingerhorn zullen
houden.
Onder voorzitterschap van den heer Jb.
Koster uit Schagen, weid de vergadering
ongeveer ten 12 ure, met een opwekkend
woord geopend.
Eerstens werd de datum der a. s. feest
dag vastgesteld op 28 Augustus e. s.
Vervolgens werd het programma der
feestelijkheden opgemaakt als volgt
12 uurbijeenkomst der turners, ope
ning door den voorzitter,
1 uuroptocht der turners met mu
ziek en vaandels.
2 uur: groote gcmeenschc.ppelijke uit
voering op het terrein, hetwelk is samenge
steld als
C. fereeniging-turnen.
6. Aftocht met muzieknaar het lokaal.
Het entree hiervoor is f 0.25.
6 uurFeestmaaltijd, toegankelijk voor
turners met hunne dames.
En des avonds zal hoogst waarschijnlijk
een groot Bal-champêtre worden gehouden,
tegeu de toegangsprijs van f0.25 per persoon.
De Haraionieknpel van Schagen zal
wellicht de uitvoering door h ar zeer ge
waardeerde muziek opvroolijken en veraan
genamen.
De voorzitter sloot de vergadering met
een hartelijk en opwekkend woord, om
Zondag a. s. 21 Juni de voorturneis-les
te Wieringerwaard vooral in groolen getale
te komen bijwonen.
Wanneer het Balchampêtre geen plaats
kan vinden, zal hoogstwaarschijnlijk de Har
moniekapel van Schagen een avondconcert
geven op het gymnastiekterrein.
Doorloopeude kaarten zullen verkrijg
baar worden gesteld h f 0.75 voor een
lieer en Dame.
Roman van Robert Byr.
EERSTE BOEK. 3
Nadat dr. Scbmitz, Reimar een poosje bad
aangezien zeide hij eindelijk „Of er nu ver
betering komt of niet, do spauning is er
eeomaal en die blijft, zij is onvoorwaardelijk
noodig voor een rijksdag-verkiezing. Wij
staan or straks voor. Wanneer wij, onafhan-
kelijken, niet ageeren en de lui niet een
beetje opporren, sturen zij ons daar weer
een hoogeu sinjeur heen en verknoeien den
heelen rommel. Alles zou weer weldra een kalm
verloop hebben en de oude Seiler zou weder
de stemmen zijner slaven krijgen. Dat mag
niet zijn 1 De onmocdigen moeten lot de
erkenning van hun recht en hun macht ge
bracht worden en otsohoon hior ook in den
grond van de zaak al weinig kans op
eene overwinning is, omdat de streek hier
niet groot 'genoeg is om den doorslag
te geven, zoo mag ik geenszins toestaan, dat
ze hier tot dien ouden-wijven-gang terng-
keeren. Het aangroeien onzer partijgenoo-
ten moet voortgang hebben, een grootsch
gevoel van één te zijn, moet allen eigen
worden, de ijver voor de groote wereld be
wegen do zaak, moet opvlammen in aller
harten en den in den rijksdag in slaap geval
lene leiders der arbeiderspartijen doet het
goed, uit ban tukje wakker gedonderd te
worden, opdat zij eindelijk eens tot het be
wustzijn komen, dat zij door de geuade van
het volk de plaats aan de groene tafel in
nemen; en wanneer zij door een krachtdadig
optreden der arbeiders zich niet laten dwin
gen aan de spits hunner gelijken te gaan
Btaan, zullen zij van die hoogto worden af
gesleurd, om voor anderen plaats te ma
ken, die
Gaarne in hunne plaats daar zouden
willen zitten,* viel Reimar in. „Slechts zou
ik willen weten, wat dat alles to maken had
mot do krenkingen die alleen-staande per
sonen dreigden te worden aangedaan.*
Hij stiot ongeduldig het geometrische fi-
guar uit elkander, dat hij zelf wciktnigelijk
met Ineifers voor zich op de ta'el had in-
elkander gezet. Dokter Scbmitz, die zijne
dikwijls herhaalde gezegden, wel eenigszins
werktuigelijk en niot op die manier gcz'gd
had, dat zij indruk zouden gemaakt hebben
op de groote menigto, had daarbjj de wol
door de zon gebruinde, maar anders zer
schoon gevormde hand van den ingenieur
gadegeslagen en met de zijne vergele
ken, en lvwam tot de ontdekking, dat hij
voor de helderheid van de zijnen, ook wel
iets doen kon. Terwijl hij de korte, knok
kelige vingers allerlei bewegingen maken
liet en met zijn tandenstoker zijn nagels
reinigde, rolde hij zijn sigaar van den eenen
mondhoek naar den audere. voor bij Reimar
een antwoord gaf.
„Jij bent geen was-ech'e sociaal-demo
craat, men hoort en kan het je aanzien,"
zeide hij zonder da minste warmte, slechts
met geringschattenden spot. „Gij bestaat
nit twee helften, die zich tegenstrijdig doen
kennen erger nog dan het andere prodnet
van moeder natnnr, dat in haar eigenaar
dige domheid slechts helften produceert, dat
zich dan zooveel mogelijk trachten te ver
eenigen, wat men dan trouwen noemt. Ei
genlek ben ook ik slechtst half; hadjikjouw
voorkomen, jouw geest, jouw vleesoh, wat
zou ik niet zijn Jk zou er den wil voor
bobben, die jou mankeert om iets volko
mens te zijn. Waart gij, eooals ik, een
werkmanskind, gij zoudt anders spreken.
Het is bij n slechts een spel, zooals vroeger
toen gij nog een kleine jongen waart, die
een bezoek bracht in de slotenmakerswerk
plaats van mijn vader, of aan den timmer-
winkel; dingen die ik mij ncoit voorstellen
kon, dat iemand doen kon."
„En toeh is daardoor van mij geworden
wat ik ban, een man van den arbeid" knoopte
Reimar er met ernstigen nadrnk aan vast.
„Hat beste bewijs, dat het bij mij niet slechts
eon bloot spel is geweast, is dat ik gevolg
heb gegeven aan mijne neigingen voor han-
deuarboid, voor mijne kind rrlijka nioawsgie-
iige leergierigheid, voor den instinctmatigen
drang naar dergelijke bezigheid. Mij trok
aan, wat a afstietdat is geheel onaf
hankelijk van den bodem waarop wij groei
en. Hot is in ons leven en s'revon alles
geen overerving. Wanneer gij mij echter
mijn afkomst voorhoudt, om daaruit to mo
gen besluiten, dat het rajj aan echte liefde voor
hot volk ontbreekt, zoo geloof ik, dat ik zulk
oen gevolgtrekking als onwaar bestempelen
mag. Juist aan de omstandigheid dat mijn
vader een dokter was, dank ik een diepm
blik in de ellende ea dan jammer van da
armoede; ik heb daar beter gezicht op
dan meuigoen, die te midden van het volk
geboren on opgegroeid is, zooals bjjvoor-
beold
„Ik".
aQoed, zeggen wij: gij. Als er een is
gemeld, dat aldaar sinds Pinksteren in
vrij ernstigen tard liet roodvonk heerscht.
Bijna geen gezin, vraaiiu kinderen zijn, is
gespaard gebleven, zoodat in een dertigtal
huisgezinnen de ziekte heirscht. De school
is ontvolkt, ongeveer 60 pet. der school-;
gaande kinderen is ongesteld.
Op verzoek eervol onsla-
gen als notaris te Nieuwediep (Helder)
J. W. llattinga llaven.
Zondag 14 Juni j. 1. trok
ken te ongeveer 8 ure eeu 12-tal wielrij
ders der wi lerclub Hermes te SCHAGEN
uit. De tocht giug naar SchOOrldam, waar
de wielerclub Hollandia van Alkmaar en
Noordpunt van Den Helder, de troep tot een
vijftig-tal deden vermeerderen, waarna de
tocht na -r Egmoild aail Zee werd voort
gezet.
Tegen 2 ure was de wedstrijd uitge
schreven, waaraan eeni3-tal racersdeelnamen.
De prijzen, bestaande in kunstvoorwer
pen, werden gewohnen: le prijs, een
schrijfcassette, door den hesr P. Henijs
van Schagen 2e prijs, oen ombredoos,
door den heer W. Kerkmeer van Oudorp;
3e prijs, een sigarenstel, door den heer
JE. M. Wilterdink Jr. van Edam ter
wijl de tijdmedaille door den heer E. v. d.
Horst van Alkmaar aan de wielerclub
Hermes vereerd, gewonnen werd door den
heer Liolhard van Alkmaar.
D. ze medaille vtas een fraai zilveren,
met e«D gouden roos, versierd ktuis, ge
leverd door de firma Mej. Wed. Denijs
uit Schagen.
Hoewel de wedstrijd op het strand ge
houden werd en de baan ontzettend zwaar
reed, werd er, de omstandigheden in aau-
merking genomen, hard gereden en menig
nijdig rid deed de omstanders den over
winnaar toejuichen.
Vervolgens werden de prijzen in het lo
caal van den heer Oly uitgereikt, waarbij de
heer van Ranlwijk van den Helder, ee-
nige hartelijke en welgekozen woorden den
racers en den heer van der Horst toesprak.
Op 3 Julia. s. zal door de
Vereenigirtg van burgemeesters en secre
tarissen in Noord-Holland een buitenge
wone bijeenkomst gehouden worden te
ALKMAAR. Gezamenlijk zal een rijtoer
gewenst, zoo waa het m:jn vad9r, die met
al zijo krachten gestreefd heel t den meusche-
lijke nood te leeaigen, waar hij dien trof,
ja, hij heeft in hare doukerste hoeken alles
nagesnuffeld, heeft een hart gehad vol groo
te, reine menseheuliefde en bjj heeft wolda
den bewezen, waar het maar eenigsdns in
zijn mach! stond; dat alles west gij."
De advokoat hulde zich in cou rookwolk en
bracht zijn glas haastig naar de lippen om
het snol leeg te drinken, half onverstaanbaar
bromde hij een paar woorden, „niet
vergeten mij heeft studeeren laten."
„Maar daarom heb ik het niet gezegd,
om u daaraan te herinneren," viel Reimar
hem in de rede, terwijl hij de band afwe
rend ophief. „Ik wil daarmede slechts aan-
toonen dat ik een goedo leermeester voor
het aanschouwelijk onderwijs heb gehad.
Wanneer hij mij op zijno gangen met zich
in. d nam en dat deed hij met voorliefde,
om mij vroegtijdig te gewennm en mij do
bijna onoverwinnelijke schuwheid of vrees,
die een arts niet kennen mag, te ontnemen
want naar zijne meahing moest er ook
eenmaal uit mij een dokter groeien wan
neer hjj mij alzoo zi)n stelregels, zoo recht
hartelijk inprentte, dan gevoelde ik duide-
lijd hot onderscheid tnsschen mijne omge
ving en de beelden, die zich hier aan mijn
oog voordeden; zoo duidelijk, dat zij zich
voor eeawig in mijn ziel griefden, en zoo
doende heb ik bij al mjjn denken en
doen besturende indrukken reeds toenmaals
ontvangen, terwijl n, wat u in uwe kinds
heid omgaf, nauwelijks eigen geworden is,
en later ook gewis, daarvoor ken ik u goed
genoeg, zult gij het u niet meer eigen gemaakt
hebben. Zijn wen sohheeft mijn goeden vader
niet vervuld gezien. Het pijnlijke gevoel,
bij het tien van ziekte en gloeiende wonden,
is bij mij niet te verdrijven geweest; zoo
weinig zelfs, dat ik bij het zien van den ge-
ringsten pijn mij onaangenaam gevoelde aan
gedaan die tegenzin in het leelijke ligt nu
eenmaal in mijn natuur; maar juist daarom
wensch ik ook dat bet uit de wereld zal
verdwijnen. Een oneindig meddijden is mij
bijgeblevon met allen die lijdon, en de drang
om hen te helpen, tenminste daar, waar de
ongerechtigheid der menschen aan die ellende
schu'd hoeft."
„En daarom meent gij een socialist te
zijn Het leelijke op zijde te schuiven,
waar het niet uitgeroeid kan worden
Die smaad stak Reimar. Ia zenuwachtig
ongedu!d schoof hij het glas van zich a',
dat de andere, alsof hij de besteller van de
flesch was, ham als sjjo gastheer had inge
schonken-
worden gehouden over Bergen, Schoorl en
Groef naar Petten, waar een bezoek z.1
worden gebracht aan do Hondsbossche ztewe-
ring ea vandaar terug naar Alkmaar,
Een diner in hotel „Toelast" om 5s/4
uur, zal de leden weder vertenigen.
Mcnschrijft uit UTRECHT'
Sedert onheuglijke tijden hebben we
bier wonderdokters gehad. Menschen die
last hadden van de huig, konden tot voor
eenige jaren genezing van hunne kwaal
vinden in de Wijde Doelen, waar een
man woonde, die een drietal haren op de
kruin van het hoofd omhoog trok, daarin
een knoop legde en de lastige kwaal
was verholpen.
De oude knecht van de begraafplaats was
beroemd om het belezen van verstuikte
enkels en deed daarin voor geen enkelen
hoefsmid in don omtrek onder, die op de
zelfde onfeilbare wijze ffover koot geloopen*
piarden genazen.
Tegenwoordig woont er in het Lange
Roosendaal de wonderlijke genezingen
schijnen allen in het boveneinde der stad
te geschieden een melkboer-geneesheer,
die door zijne wonderbaarlijke herstellin
gen veel van zich doet spreken. Kranken
uit den beschaafden stand, menschen ffvan
het vak" zelfs, gaan voor zich zelf of met
de hunnen tot deztn man en, naar men
zegt, moeten de resultaten van hun be
zoek steeds verblijdend voor de pat ëntenzijr.
De melkboer is een fatsoenlijk man en weet
door den voortduienden omgang met lil
den uit de beschaafde klasse zich ook
zeer goed met zijne bezoekers uit de verschil
lende rangen der maatschappij te bewegen.
Geld, als belooiiing voor zijn behande
ling, vraagt hij niet en neemt hij zelfs
niet aan. Wanneer men er op aandringt
hem iets te geveD, dan is dit voor de armen
bestemd of.voor den spaarpot zijner
kinderen. Kistjes sigaren of andere ge
schenken, hem later gezonden, zijn zoo
vele bewijzen van de tevredenheid zijner
patiënten.
Er worden voorbeelden verhaald, en
van vertrouwbare zijde, van lieden, die
maanden lang geplaagd; waren door dulde-
looze kiespijn en zich eindelijk, vast be
sloten, naar den tandarts begaven om de
kiezen te laten trekken, maar nauwelijk8
in di;ns woning gekomen, de pijn wegen8
hunne zenuwachtigheid voelden verdwij
nen, en dan haastig terugkeerden oua daar
na weder door de onhoudbare smart te
worden geplaagd. In het Lange Roosen
daal vonden zij echter baat. Daar behoef
den geen kiezen te worden getrokken,
maar gingen zij rustig tegenover den melk
boer zitten, die hem een klein Mariabeeld-
je over de wang ea het voorhoofd
streek onderwijl eenige gebeden
prevelde en hen eindelijk huiswaarts zond
mot de verzekering, dat de pijn zou ver
dwenen zijn, alvorens zij te huis waren.
Op dezelfde wijze worden behandeld brand
wonden, zweren aan de vingers, de zoo
gevreesde negenoogen, verstuikingen van
den voet en wat den mensch al meer on
aangenaams kan ten deel vallen. En bij
alle gevallen moet steeds het beste succes
zijn opgemerkt. ;J|
Natuurlijk worden de genezingen toege
schreven aan suggestie, maar bij bakende
gevallen is de herstelling zoolang blijven
voortduren dat aan dien invloei moeilijk
meer geloofd kan worden.
Hoe groot die invloed anders is, bleek
voor eenigen tijd nog meer op komische
wijze in een naburig dorp.
Daar woonde een vijftigjarig man, die
in zijn leven veel leed had ondervonden,
doordien hij vreeselijk stotterde. Toen hij
dan ook eene advertentie in een der dag
bladen las, waarbij iemand verzekerde stot
teraars ia korten tijd radicaal te kunnen ge«
nezen, begaf hij zich onverwijld naar het
opgegeven adres en bleef daar veertien
dagen onder behandeling. Hij werd gene
zen en was daarvan zoo vast overtuigd
dat hij, voor h-t eerst iu zijn dorp terug
gekeerd rn eet) vriend ontmoet nde, dezen
dadelijk aansprak met: „P... p... p... Piet,
wil ik j' eens wat n.,. n. n. nieuws ver
tellen En toen de vriend zeiyja, nu
wat dan ten antwoord gafikikikik....
st... stotter niemeei P"
„Het zijn gevoelens, die ik niot over
meesteren kan," rechtvaardigde hij, wat
eigenliik naar zijne meoning geene veront
schuldiging behoefde. „Het is wellicht eon
overdreven fijnheidsguvoel."
„Een eebte aristocratische eigenschap.
Fijnheidsgevoel, goede gezindheid voor het
volk, menseheuliefde. Groote woorden, bol
le klanken I Wij hebben een gezond egoïs
me noodig. Dat kunnen wjj gebruiken, mijn
beste jongeD."
„Nu, dat behoeft men toch niot met
kunst en vliegwerk aan ie vangen. Ik
denk, dat ontwikkelt zich vanzelf. Heb ik,
toch evenals oen ander, wellicht dan op
eigenaardiger manier, de ongerechtigheid
persoonlijk leoren kennen, evenals met mijne
arme moeder het gebrek, toen vader ge
storven was en wij door allerlei slechte
streken van ons vermogen afiaakten."
„Door dat heerlijke groo'e kapitaal, dat
alles naar zich loehaalt en verslindt
en zich met menschenbloed en zweet
mast."
Reimar leunde met een gelaat vol afkeer
achterover.
„Hoor me toch eens dat dwaze oorlogs
woord 1 Zeg liever dadelijk: „Weg met al
het bozit."
„Wanneer je het beter vindt, waarom ook
niet meende doctor Scbmitz onverschillig
en slak het laatste eindje van zijn sigaar op
een houten pennetje om het zuiniger te
kunnen oprooken.
„Het is je toch geen ernst daarmede. Jij
doot alleen je best om voor jezelf een hoo-
gere plaats te verkrijgen. Stem dat maar
kalm toe."
„Stel het geval eens, ofschoon ik het je
niet gewonnen geef," lachte de nu zelf aan
geklaagde. „Wat ware het dan nog, w.n-
neer ik ook voor mijn persoon voorwaarts
wilde, naar eon plaats, waar ik ook in het
belang van het algemeen werkzaam zou kun
nen zijn Zal ik dan bij een paar beiel-
processen moeten verhongeren, die de een
of ander mij zoo goecf is mij te bezorgen
Een goed gezeten burger wondt zich zeker
niet tot mij, wanneer zijn zaken zuiver
zijn, en adellijke geldaangelegenhedan zijo
er ook niet to verhandelen en wanneer ik
zoo'n arme drommel uit de verlegenheid help,
is bef een eero-zaakjo! Hij h. eft slechts
zes mark per dagl Leef jij eens van de
eer alleen I Is het niet natuurljjk wanneer
ik mijn gedachte op die verkiezingen stel
Eerst schuift men er anderen voor, dau ein
delijk jezelf. Zoo ot anders, in do hoogto
wil een ieder. Wilt gij ook niet carrière
maken?"
Een winkelknecht te BRE
DA die Zaterdag de onvoorzichtigheid
beging, een vat spiritus bij het licht ee
ne? kaars sf te tappen, werd daarvan
het sLchtoffer. Op een gegeven oogen-
De aanvankelijke achterhoudendheid was
ten laatste een cynische openhartigheid ge
worden. Reimar was niet in staat iets
tegen die openhartige bekentenis in te bren
gen; die slotvraag ontlokte hem slechts een
bitter lachje.
„Carrière maken, ik Daartoe is wel
weinig oitziebt. Ik, die reeds drie-en-der
tig jaar ben, had djm'rmódo reeds een aan
vang moeten maken/Wié b°n ik Nauwelijks
heb ik oen definitieve ambtelijke aanstel
ling, en waarna ik wellicht niet eens ge
zocht had, ais moeders ziekte mij niot ge
dwongen had. De arme heeft het niet
eens beleefd, om haar wejêsch vervuld te
zien Reeds honderdmaal heb ik het be
treurd, niet weder bij particulieren mijn
werk gezocht ta hebben; maar nienwe
spoorwegen worden, nn do staat alles in
slikt, zoo weinig meer gebouwd en om als
werktuigkundige in eeu fabriek op te tre
den, daarvan hi.ddeo mij vele dingen terng
nu j«. laat ik hei maar bekennen,
voornamelijk de richting, die do arbeiders
beweging nu inslaat. Nu zal ik spoedig,
dan hierheen on dan daarheen gezonden
worden veel moeite zonder erkenning
van verdiensten. En dat schijnt zoo te
willen blijven, zoolang de regeeringsraad
Hollman mijn toekomst in handen heeft.
Hij maakte er volstrekt geen geheim van,
dat ik hem volstrekt oiet aansta".
„Hoe komt dat toch, hebt gij zijne vrouw
niet spoedig genoeg een bezoek gebracht?"
„Waarachtig wel; want dat had men mij
gezegd, dat hij op dit punt zeer precies was
ea zoo voegde ik mij in godsnaam, hoewel
zeer tegen mijn zin, naar dese onaangename
gewoonte. Het begin was zeer vriendelijk;
hij was toevallig thuis, ontving mij beleefd
on stelde mij dadelijk aan zijDo vrouw voor.
Zij vroeg mij r.aar hot een en ander, naar
mijn vroegere verblijfplaats, mjjne levenser
varingen; vervolgens kwam de praat over
kunst en schouwburg. Ik had den avond
te voren Emilia Galotti gozion, en toon
kwam natuurlijk ook Orsina ter sprake. God
weet, hot was mij alles onverschillig, en
toch schijn ik in do eene of audere uiting aan
stoot gegoven te hebben. De regeeriugsraad
werd hoe langer hoe koeler en hij liet mij
ten laatste ijskoud u:t. Mijne kunstbeschou
wingen bobben zoker met, de zijne niet ge
strookt maar men zou toch denken dat
duarbij onze kundigheid ais vakman niet iu
aanmerking komt. Ja, wannet het nu eens
over theoretische grondstellingen gehandeld
bad, dan had ik dat kunnen billijken."