Donderdag 18 Juni 1896 40ste Jaargang No. 3107. Yallenfle Sterren. J en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INDEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL {Bureau: ftCH-ACUKHf» B>aan, 1) 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meor 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer een Bijvoegsel. behoort GemeenteSchagen. BekeBdraakiusen. verleent vergunning, Binnenlandsch Nieuws. a. Staaf oefeningen. b. Turnen aan verschillende toestellen. d. Keurlurnen door de beste turners der verschillende vereenigingen. Uit St. Maartensbrug wordt FEUILLETON. WORDT VERVOLGD. l 3 f- Aligici Ritin AliertEilie- k Laulliiillai POLITIE. Ter Secretarie alhier, zijn inlichtingen te betonen, ontrent een gevonden, aldaar gedeponeerden bril, terwijl inlichtingen worden verzocht omtrent een verloren patje, bevattende: choviot, wit zijden ankertje, zwarte voering, flanel en zwarte zijde. Burgemeester en Wethouders van Scha- gen Gelet op art. 46 van de Politie-ver- ordening voor die Gemeente Brengen ter Algemeene Kennis dat bet op den 22, 23, 25 en 28 Juni a.s. in Iet belang der openbare orde verboden is, in de kom der gemeen te, vanaf de punten waar de daartoe betrekkelijke waarschuwingen zijn geplaatst, anders dan stiits te rui. Overtreding wordt gestraft met eene boete van ten hoogste 25 gulden, ol hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, 12 Juni 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van Schagen Gezien de artt. 10 en 145 van de po litieverordening dezer gemeente, aan de tappers, om gedurende de k e r- m i s muziek te laten maken, danspartij en te doen plaats hebben, en na bezet ten tijd te tapper;. Schagen, 12 Juni 1896. De Burgemeester voorn. S. BERMAN. Zendag 14 Juni vergader de te Barsingerhorn, ten lokale Slote- makerde afgevaardigden der 5 gymnas tiekverenigingen die in den zomer een ge- zunelijken feestdag te Barsingerhorn zullen houden. Onder voorzitterschap van den heer Jb. Koster uit Schagen, weid de vergadering ongeveer ten 12 ure, met een opwekkend woord geopend. Eerstens werd de datum der a. s. feest dag vastgesteld op 28 Augustus e. s. Vervolgens werd het programma der feestelijkheden opgemaakt als volgt 12 uurbijeenkomst der turners, ope ning door den voorzitter, 1 uuroptocht der turners met mu ziek en vaandels. 2 uur: groote gcmeenschc.ppelijke uit voering op het terrein, hetwelk is samenge steld als C. fereeniging-turnen. 6. Aftocht met muzieknaar het lokaal. Het entree hiervoor is f 0.25. 6 uurFeestmaaltijd, toegankelijk voor turners met hunne dames. En des avonds zal hoogst waarschijnlijk een groot Bal-champêtre worden gehouden, tegeu de toegangsprijs van f0.25 per persoon. De Haraionieknpel van Schagen zal wellicht de uitvoering door h ar zeer ge waardeerde muziek opvroolijken en veraan genamen. De voorzitter sloot de vergadering met een hartelijk en opwekkend woord, om Zondag a. s. 21 Juni de voorturneis-les te Wieringerwaard vooral in groolen getale te komen bijwonen. Wanneer het Balchampêtre geen plaats kan vinden, zal hoogstwaarschijnlijk de Har moniekapel van Schagen een avondconcert geven op het gymnastiekterrein. Doorloopeude kaarten zullen verkrijg baar worden gesteld h f 0.75 voor een lieer en Dame. Roman van Robert Byr. EERSTE BOEK. 3 Nadat dr. Scbmitz, Reimar een poosje bad aangezien zeide hij eindelijk „Of er nu ver betering komt of niet, do spauning is er eeomaal en die blijft, zij is onvoorwaardelijk noodig voor een rijksdag-verkiezing. Wij staan or straks voor. Wanneer wij, onafhan- kelijken, niet ageeren en de lui niet een beetje opporren, sturen zij ons daar weer een hoogeu sinjeur heen en verknoeien den heelen rommel. Alles zou weer weldra een kalm verloop hebben en de oude Seiler zou weder de stemmen zijner slaven krijgen. Dat mag niet zijn 1 De onmocdigen moeten lot de erkenning van hun recht en hun macht ge bracht worden en otsohoon hior ook in den grond van de zaak al weinig kans op eene overwinning is, omdat de streek hier niet groot 'genoeg is om den doorslag te geven, zoo mag ik geenszins toestaan, dat ze hier tot dien ouden-wijven-gang terng- keeren. Het aangroeien onzer partijgenoo- ten moet voortgang hebben, een grootsch gevoel van één te zijn, moet allen eigen worden, de ijver voor de groote wereld be wegen do zaak, moet opvlammen in aller harten en den in den rijksdag in slaap geval lene leiders der arbeiderspartijen doet het goed, uit ban tukje wakker gedonderd te worden, opdat zij eindelijk eens tot het be wustzijn komen, dat zij door de geuade van het volk de plaats aan de groene tafel in nemen; en wanneer zij door een krachtdadig optreden der arbeiders zich niet laten dwin gen aan de spits hunner gelijken te gaan Btaan, zullen zij van die hoogto worden af gesleurd, om voor anderen plaats te ma ken, die Gaarne in hunne plaats daar zouden willen zitten,* viel Reimar in. „Slechts zou ik willen weten, wat dat alles to maken had mot do krenkingen die alleen-staande per sonen dreigden te worden aangedaan.* Hij stiot ongeduldig het geometrische fi- guar uit elkander, dat hij zelf wciktnigelijk met Ineifers voor zich op de ta'el had in- elkander gezet. Dokter Scbmitz, die zijne dikwijls herhaalde gezegden, wel eenigszins werktuigelijk en niot op die manier gcz'gd had, dat zij indruk zouden gemaakt hebben op de groote menigto, had daarbjj de wol door de zon gebruinde, maar anders zer schoon gevormde hand van den ingenieur gadegeslagen en met de zijne vergele ken, en lvwam tot de ontdekking, dat hij voor de helderheid van de zijnen, ook wel iets doen kon. Terwijl hij de korte, knok kelige vingers allerlei bewegingen maken liet en met zijn tandenstoker zijn nagels reinigde, rolde hij zijn sigaar van den eenen mondhoek naar den audere. voor bij Reimar een antwoord gaf. „Jij bent geen was-ech'e sociaal-demo craat, men hoort en kan het je aanzien," zeide hij zonder da minste warmte, slechts met geringschattenden spot. „Gij bestaat nit twee helften, die zich tegenstrijdig doen kennen erger nog dan het andere prodnet van moeder natnnr, dat in haar eigenaar dige domheid slechts helften produceert, dat zich dan zooveel mogelijk trachten te ver eenigen, wat men dan trouwen noemt. Ei genlek ben ook ik slechtst half; hadjikjouw voorkomen, jouw geest, jouw vleesoh, wat zou ik niet zijn Jk zou er den wil voor bobben, die jou mankeert om iets volko mens te zijn. Waart gij, eooals ik, een werkmanskind, gij zoudt anders spreken. Het is bij n slechts een spel, zooals vroeger toen gij nog een kleine jongen waart, die een bezoek bracht in de slotenmakerswerk plaats van mijn vader, of aan den timmer- winkel; dingen die ik mij ncoit voorstellen kon, dat iemand doen kon." „En toeh is daardoor van mij geworden wat ik ban, een man van den arbeid" knoopte Reimar er met ernstigen nadrnk aan vast. „Hat beste bewijs, dat het bij mij niet slechts eon bloot spel is geweast, is dat ik gevolg heb gegeven aan mijne neigingen voor han- deuarboid, voor mijne kind rrlijka nioawsgie- iige leergierigheid, voor den instinctmatigen drang naar dergelijke bezigheid. Mij trok aan, wat a afstietdat is geheel onaf hankelijk van den bodem waarop wij groei en. Hot is in ons leven en s'revon alles geen overerving. Wanneer gij mij echter mijn afkomst voorhoudt, om daaruit to mo gen besluiten, dat het rajj aan echte liefde voor hot volk ontbreekt, zoo geloof ik, dat ik zulk oen gevolgtrekking als onwaar bestempelen mag. Juist aan de omstandigheid dat mijn vader een dokter was, dank ik een diepm blik in de ellende ea dan jammer van da armoede; ik heb daar beter gezicht op dan meuigoen, die te midden van het volk geboren on opgegroeid is, zooals bjjvoor- beold „Ik". aQoed, zeggen wij: gij. Als er een is gemeld, dat aldaar sinds Pinksteren in vrij ernstigen tard liet roodvonk heerscht. Bijna geen gezin, vraaiiu kinderen zijn, is gespaard gebleven, zoodat in een dertigtal huisgezinnen de ziekte heirscht. De school is ontvolkt, ongeveer 60 pet. der school-; gaande kinderen is ongesteld. Op verzoek eervol onsla- gen als notaris te Nieuwediep (Helder) J. W. llattinga llaven. Zondag 14 Juni j. 1. trok ken te ongeveer 8 ure eeu 12-tal wielrij ders der wi lerclub Hermes te SCHAGEN uit. De tocht giug naar SchOOrldam, waar de wielerclub Hollandia van Alkmaar en Noordpunt van Den Helder, de troep tot een vijftig-tal deden vermeerderen, waarna de tocht na -r Egmoild aail Zee werd voort gezet. Tegen 2 ure was de wedstrijd uitge schreven, waaraan eeni3-tal racersdeelnamen. De prijzen, bestaande in kunstvoorwer pen, werden gewohnen: le prijs, een schrijfcassette, door den hesr P. Henijs van Schagen 2e prijs, oen ombredoos, door den heer W. Kerkmeer van Oudorp; 3e prijs, een sigarenstel, door den heer JE. M. Wilterdink Jr. van Edam ter wijl de tijdmedaille door den heer E. v. d. Horst van Alkmaar aan de wielerclub Hermes vereerd, gewonnen werd door den heer Liolhard van Alkmaar. D. ze medaille vtas een fraai zilveren, met e«D gouden roos, versierd ktuis, ge leverd door de firma Mej. Wed. Denijs uit Schagen. Hoewel de wedstrijd op het strand ge houden werd en de baan ontzettend zwaar reed, werd er, de omstandigheden in aau- merking genomen, hard gereden en menig nijdig rid deed de omstanders den over winnaar toejuichen. Vervolgens werden de prijzen in het lo caal van den heer Oly uitgereikt, waarbij de heer van Ranlwijk van den Helder, ee- nige hartelijke en welgekozen woorden den racers en den heer van der Horst toesprak. Op 3 Julia. s. zal door de Vereenigirtg van burgemeesters en secre tarissen in Noord-Holland een buitenge wone bijeenkomst gehouden worden te ALKMAAR. Gezamenlijk zal een rijtoer gewenst, zoo waa het m:jn vad9r, die met al zijo krachten gestreefd heel t den meusche- lijke nood te leeaigen, waar hij dien trof, ja, hij heeft in hare doukerste hoeken alles nagesnuffeld, heeft een hart gehad vol groo te, reine menseheuliefde en bjj heeft wolda den bewezen, waar het maar eenigsdns in zijn mach! stond; dat alles west gij." De advokoat hulde zich in cou rookwolk en bracht zijn glas haastig naar de lippen om het snol leeg te drinken, half onverstaanbaar bromde hij een paar woorden, „niet vergeten mij heeft studeeren laten." „Maar daarom heb ik het niet gezegd, om u daaraan te herinneren," viel Reimar hem in de rede, terwijl hij de band afwe rend ophief. „Ik wil daarmede slechts aan- toonen dat ik een goedo leermeester voor het aanschouwelijk onderwijs heb gehad. Wanneer hij mij op zijno gangen met zich in. d nam en dat deed hij met voorliefde, om mij vroegtijdig te gewennm en mij do bijna onoverwinnelijke schuwheid of vrees, die een arts niet kennen mag, te ontnemen want naar zijne meahing moest er ook eenmaal uit mij een dokter groeien wan neer hjj mij alzoo zi)n stelregels, zoo recht hartelijk inprentte, dan gevoelde ik duide- lijd hot onderscheid tnsschen mijne omge ving en de beelden, die zich hier aan mijn oog voordeden; zoo duidelijk, dat zij zich voor eeawig in mijn ziel griefden, en zoo doende heb ik bij al mjjn denken en doen besturende indrukken reeds toenmaals ontvangen, terwijl n, wat u in uwe kinds heid omgaf, nauwelijks eigen geworden is, en later ook gewis, daarvoor ken ik u goed genoeg, zult gij het u niet meer eigen gemaakt hebben. Zijn wen sohheeft mijn goeden vader niet vervuld gezien. Het pijnlijke gevoel, bij het tien van ziekte en gloeiende wonden, is bij mij niet te verdrijven geweest; zoo weinig zelfs, dat ik bij het zien van den ge- ringsten pijn mij onaangenaam gevoelde aan gedaan die tegenzin in het leelijke ligt nu eenmaal in mijn natuur; maar juist daarom wensch ik ook dat bet uit de wereld zal verdwijnen. Een oneindig meddijden is mij bijgeblevon met allen die lijdon, en de drang om hen te helpen, tenminste daar, waar de ongerechtigheid der menschen aan die ellende schu'd hoeft." „En daarom meent gij een socialist te zijn Het leelijke op zijde te schuiven, waar het niet uitgeroeid kan worden Die smaad stak Reimar. Ia zenuwachtig ongedu!d schoof hij het glas van zich a', dat de andere, alsof hij de besteller van de flesch was, ham als sjjo gastheer had inge schonken- worden gehouden over Bergen, Schoorl en Groef naar Petten, waar een bezoek z.1 worden gebracht aan do Hondsbossche ztewe- ring ea vandaar terug naar Alkmaar, Een diner in hotel „Toelast" om 5s/4 uur, zal de leden weder vertenigen. Mcnschrijft uit UTRECHT' Sedert onheuglijke tijden hebben we bier wonderdokters gehad. Menschen die last hadden van de huig, konden tot voor eenige jaren genezing van hunne kwaal vinden in de Wijde Doelen, waar een man woonde, die een drietal haren op de kruin van het hoofd omhoog trok, daarin een knoop legde en de lastige kwaal was verholpen. De oude knecht van de begraafplaats was beroemd om het belezen van verstuikte enkels en deed daarin voor geen enkelen hoefsmid in don omtrek onder, die op de zelfde onfeilbare wijze ffover koot geloopen* piarden genazen. Tegenwoordig woont er in het Lange Roosendaal de wonderlijke genezingen schijnen allen in het boveneinde der stad te geschieden een melkboer-geneesheer, die door zijne wonderbaarlijke herstellin gen veel van zich doet spreken. Kranken uit den beschaafden stand, menschen ffvan het vak" zelfs, gaan voor zich zelf of met de hunnen tot deztn man en, naar men zegt, moeten de resultaten van hun be zoek steeds verblijdend voor de pat ëntenzijr. De melkboer is een fatsoenlijk man en weet door den voortduienden omgang met lil den uit de beschaafde klasse zich ook zeer goed met zijne bezoekers uit de verschil lende rangen der maatschappij te bewegen. Geld, als belooiiing voor zijn behande ling, vraagt hij niet en neemt hij zelfs niet aan. Wanneer men er op aandringt hem iets te geveD, dan is dit voor de armen bestemd of.voor den spaarpot zijner kinderen. Kistjes sigaren of andere ge schenken, hem later gezonden, zijn zoo vele bewijzen van de tevredenheid zijner patiënten. Er worden voorbeelden verhaald, en van vertrouwbare zijde, van lieden, die maanden lang geplaagd; waren door dulde- looze kiespijn en zich eindelijk, vast be sloten, naar den tandarts begaven om de kiezen te laten trekken, maar nauwelijk8 in di;ns woning gekomen, de pijn wegen8 hunne zenuwachtigheid voelden verdwij nen, en dan haastig terugkeerden oua daar na weder door de onhoudbare smart te worden geplaagd. In het Lange Roosen daal vonden zij echter baat. Daar behoef den geen kiezen te worden getrokken, maar gingen zij rustig tegenover den melk boer zitten, die hem een klein Mariabeeld- je over de wang ea het voorhoofd streek onderwijl eenige gebeden prevelde en hen eindelijk huiswaarts zond mot de verzekering, dat de pijn zou ver dwenen zijn, alvorens zij te huis waren. Op dezelfde wijze worden behandeld brand wonden, zweren aan de vingers, de zoo gevreesde negenoogen, verstuikingen van den voet en wat den mensch al meer on aangenaams kan ten deel vallen. En bij alle gevallen moet steeds het beste succes zijn opgemerkt. ;J| Natuurlijk worden de genezingen toege schreven aan suggestie, maar bij bakende gevallen is de herstelling zoolang blijven voortduren dat aan dien invloei moeilijk meer geloofd kan worden. Hoe groot die invloed anders is, bleek voor eenigen tijd nog meer op komische wijze in een naburig dorp. Daar woonde een vijftigjarig man, die in zijn leven veel leed had ondervonden, doordien hij vreeselijk stotterde. Toen hij dan ook eene advertentie in een der dag bladen las, waarbij iemand verzekerde stot teraars ia korten tijd radicaal te kunnen ge« nezen, begaf hij zich onverwijld naar het opgegeven adres en bleef daar veertien dagen onder behandeling. Hij werd gene zen en was daarvan zoo vast overtuigd dat hij, voor h-t eerst iu zijn dorp terug gekeerd rn eet) vriend ontmoet nde, dezen dadelijk aansprak met: „P... p... p... Piet, wil ik j' eens wat n.,. n. n. nieuws ver tellen En toen de vriend zeiyja, nu wat dan ten antwoord gafikikikik.... st... stotter niemeei P" „Het zijn gevoelens, die ik niot over meesteren kan," rechtvaardigde hij, wat eigenliik naar zijne meoning geene veront schuldiging behoefde. „Het is wellicht eon overdreven fijnheidsguvoel." „Een eebte aristocratische eigenschap. Fijnheidsgevoel, goede gezindheid voor het volk, menseheuliefde. Groote woorden, bol le klanken I Wij hebben een gezond egoïs me noodig. Dat kunnen wjj gebruiken, mijn beste jongeD." „Nu, dat behoeft men toch niot met kunst en vliegwerk aan ie vangen. Ik denk, dat ontwikkelt zich vanzelf. Heb ik, toch evenals oen ander, wellicht dan op eigenaardiger manier, de ongerechtigheid persoonlijk leoren kennen, evenals met mijne arme moeder het gebrek, toen vader ge storven was en wij door allerlei slechte streken van ons vermogen afiaakten." „Door dat heerlijke groo'e kapitaal, dat alles naar zich loehaalt en verslindt en zich met menschenbloed en zweet mast." Reimar leunde met een gelaat vol afkeer achterover. „Hoor me toch eens dat dwaze oorlogs woord 1 Zeg liever dadelijk: „Weg met al het bozit." „Wanneer je het beter vindt, waarom ook niet meende doctor Scbmitz onverschillig en slak het laatste eindje van zijn sigaar op een houten pennetje om het zuiniger te kunnen oprooken. „Het is je toch geen ernst daarmede. Jij doot alleen je best om voor jezelf een hoo- gere plaats te verkrijgen. Stem dat maar kalm toe." „Stel het geval eens, ofschoon ik het je niet gewonnen geef," lachte de nu zelf aan geklaagde. „Wat ware het dan nog, w.n- neer ik ook voor mijn persoon voorwaarts wilde, naar eon plaats, waar ik ook in het belang van het algemeen werkzaam zou kun nen zijn Zal ik dan bij een paar beiel- processen moeten verhongeren, die de een of ander mij zoo goecf is mij te bezorgen Een goed gezeten burger wondt zich zeker niet tot mij, wanneer zijn zaken zuiver zijn, en adellijke geldaangelegenhedan zijo er ook niet to verhandelen en wanneer ik zoo'n arme drommel uit de verlegenheid help, is bef een eero-zaakjo! Hij h. eft slechts zes mark per dagl Leef jij eens van de eer alleen I Is het niet natuurljjk wanneer ik mijn gedachte op die verkiezingen stel Eerst schuift men er anderen voor, dau ein delijk jezelf. Zoo ot anders, in do hoogto wil een ieder. Wilt gij ook niet carrière maken?" Een winkelknecht te BRE DA die Zaterdag de onvoorzichtigheid beging, een vat spiritus bij het licht ee ne? kaars sf te tappen, werd daarvan het sLchtoffer. Op een gegeven oogen- De aanvankelijke achterhoudendheid was ten laatste een cynische openhartigheid ge worden. Reimar was niet in staat iets tegen die openhartige bekentenis in te bren gen; die slotvraag ontlokte hem slechts een bitter lachje. „Carrière maken, ik Daartoe is wel weinig oitziebt. Ik, die reeds drie-en-der tig jaar ben, had djm'rmódo reeds een aan vang moeten maken/Wié b°n ik Nauwelijks heb ik oen definitieve ambtelijke aanstel ling, en waarna ik wellicht niet eens ge zocht had, ais moeders ziekte mij niot ge dwongen had. De arme heeft het niet eens beleefd, om haar wejêsch vervuld te zien Reeds honderdmaal heb ik het be treurd, niet weder bij particulieren mijn werk gezocht ta hebben; maar nienwe spoorwegen worden, nn do staat alles in slikt, zoo weinig meer gebouwd en om als werktuigkundige in eeu fabriek op te tre den, daarvan hi.ddeo mij vele dingen terng nu j«. laat ik hei maar bekennen, voornamelijk de richting, die do arbeiders beweging nu inslaat. Nu zal ik spoedig, dan hierheen on dan daarheen gezonden worden veel moeite zonder erkenning van verdiensten. En dat schijnt zoo te willen blijven, zoolang de regeeringsraad Hollman mijn toekomst in handen heeft. Hij maakte er volstrekt geen geheim van, dat ik hem volstrekt oiet aansta". „Hoe komt dat toch, hebt gij zijne vrouw niet spoedig genoeg een bezoek gebracht?" „Waarachtig wel; want dat had men mij gezegd, dat hij op dit punt zeer precies was ea zoo voegde ik mij in godsnaam, hoewel zeer tegen mijn zin, naar dese onaangename gewoonte. Het begin was zeer vriendelijk; hij was toevallig thuis, ontving mij beleefd on stelde mij dadelijk aan zijDo vrouw voor. Zij vroeg mij r.aar hot een en ander, naar mijn vroegere verblijfplaats, mjjne levenser varingen; vervolgens kwam de praat over kunst en schouwburg. Ik had den avond te voren Emilia Galotti gozion, en toon kwam natuurlijk ook Orsina ter sprake. God weet, hot was mij alles onverschillig, en toch schijn ik in do eene of audere uiting aan stoot gegoven te hebben. De regeeriugsraad werd hoe langer hoe koeler en hij liet mij ten laatste ijskoud u:t. Mijne kunstbeschou wingen bobben zoker met, de zijne niet ge strookt maar men zou toch denken dat duarbij onze kundigheid ais vakman niet iu aanmerking komt. Ja, wannet het nu eens over theoretische grondstellingen gehandeld bad, dan had ik dat kunnen billijken."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1