Aluitniit- hïïnk Sterren. Donderdag 25 Juni 1895 NlJlf'i- 40ste Jaargang Ho. 3109, ilillfl Prov. Staten N.-Holland. 'v* Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a 1 e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL Bureau: SCIIAÖK®i I^aan, II 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeen teSchagen. iSekeodmakiujien. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn in lichtingen te bekomen omtrent een ge vonden Vrouwenzak, inhoudende: een zakdoek, een portemonnaie inet eenig 8eld- Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN; Gelet op art. 11 van het Koninklijk Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no 6) en art. 10 en 11 der Wet van 11 April 1827 (Staatsblad no, 17); Brengen ter kennis van belanghebben- den 1°. dat de alphabetische naamlijst van alle de binnen deze gemeente voor de Schutterij ingeschrevenen voor de lichting 1896, vanafheden tot en met den 26 Juni a. s. ter Secretarie ter inzrge is gelegd 2°. dat de loting zal plaats heb ben ten Raadhuize, op Zaterdag 27 Juni a. s. des voormiddags ten 10 ure. S c h a g e n, 18 Juni 1896 Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris. DENIJS. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestun der Gemeente Schagen, brengt bij dezer ter kennis van de ingezetenen dier ge meente, dat het kobier No. 7 voor de belasting op het Personeel,dieustjaar 1895/96, op den Hen dezer door den Heer Directeur der Directe Belastingen te Amsterdam, is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te gaven, teneinde alle gerechtelijke ver volgingen, welke nit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 18 Juni 1896. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, SBERMAN. FEUILLETON. Roman van Róbert Byr. EERSTE BOEK. 4. In het wezen der beide datnes die met Reimar alleen gebleven waren, liet zich een zekere onzekerheid en verlegenheid niet ont kennen. Zelfs de niinoodiging der oude barones, om plaats te nemen, werd niet ge daan, dan na eenig aarzelen, net alsof haar een weigering niet onaangenaam geweest zou zijn. Zij leidde daarbij den gast zoo, dat hij met zijn rug naar een hoek kwam te zit ten, waar in wonderlijke wanorde een paar rieten Btoelen om een kleine bloementafel geschoven stonden. Dat moet de met oude meubelen opgesier de kamer zeker eeo deftig aanzien geven, zeide Reimar bij zichzelf; dat herinnerde bena zoozeer aan het doen zijner moeder, na den dood van zijn vader, toen ook bij hen de armoede zijn intrek had g.uomon en moe der met de nit de schipbreuk geredde meu belen nog allerlei gezelligs en geriefelijks aan hun klein boisje had trachten te geven zij waren echter niet meer in staat haar eigen oude oogen te foppen, laat slaan dus de scherpziende van vreemden- Bij dit alles ontbrak er aan die kamer toch geen zeke re hniselijkhei den dat deed hem goed. Toch had hij het gevoel, dat bij niet lang zou mogen blijven. Hoe vriendelijk de barones ook het doodonschuldige gesprek, dat bij een eerste kennismaking eigen is, gaande hield, het kon hem niet ontgaan, dat zij evenals hare dochter als op spelden zat, en zoo wil de hij de eerste de beste kleine pauze te baat nemeD, om op te staan en heen te gaan, Dit plan werd even wei door het bin nentreden van den baron verijdeld. „Ha, wat zie ik I onze lieve vriend, mijn heer de ingenieur Weimar." „Reimar," veroorloofde de zoo levendig begroete zijn naam te verbeteren. „Welk een aangename verrassing 1" ging baron Braodolf voort, over de opmerking heenglijdende, alsof hjj dezelve niet noodig had, daar het slechts een klein verspreken van hem geweest was. „Het is ongemeen lief van n, dat gij reeds vandaag ik kan mij dat voorstellen, de gezondheid mijner vrouw was het doel uwer reis zeer vrien delijk I Zij is menigmaal het slachtoffer ha ter zenuwen. Een beetje schrikachtig,j Binnenlandsch Nieuws. Zondag 21 Juni werd te WieringerwaarddegewestelijkeVoor- turnersklasse van het N. G. V. gehou den. E-u twintigtal turners kwamen te Schagen aan en werden met rijtuigen ge haald. Vertegenwoordigd warenDe Amster- damsche gymn. vereen. Amstels gymn. vereen, en Holland, allen van Amsterdam; Coocordia van Zaandam Jahn van West- zaanDe Hilversumsche gymn. vereeD. van HilversumKr-cht en Vlugheid van Alkmaar; Oefening kweekt Kunst van, den Helder; Sparta, van Winkel; De West trios van BarsingerhornLycurgus van Schagen en Olympia van Wieringerwaard. Na eene serie staafoefenigen in de open lucht afgewerkt te hebben, werd er in de kolfbaan van den heer Boon aau rek, brug en paard geturnd. Vele toeschouwers wa ren aanwezig en allen, die dien morgen daar hebben doorgebracht, zijn zeker zser vol daan huiswaarts gekeerd, want er werd kraning gewerkt zooals men het niet da gelijks ziet. 's Middags werden de heer- ren weder over Schagerbrug naar Scha gen gebracht, vanwaar zij met den trein van 4 uur vertrokken. B ij d e o p 20 J u n i j. 1. t e W ieringerwaard gehouden herstemming werd tot lid van den Raad dier gemeente gekozen de beer As. SLEUTEL, mit 24 stemmen. De heer Dk. KATER verkreeg 14 stemmen. Door de ALKMAARSCHE tramvereeniging is aan verschillende ge meentebesturen concessie aangevraagd voor het leggen van rails voor een paarden tram van Alkmaar naar Oudkarspel, langs de dorpen Oudorp, St. Pancras, Broek in Langedijk, Zuid-Scharwoude en Noord- Schar wouwde. O ok de uit leden der Twee de Kamer gevormde Platte- landsclub ;s ontbonden. nerveus dat is heden ten dage niet an ders bij de dames; men kent dat reeds. Maar die bezorgdheid van n was waarlijk te groot ik neem dat niet zwaar op, ik ben daaraan gewoon." „Vandaag is alles weder in orde. Niet waar, mjjn lieve; gij bevindt u vandaag we der wel evenals een vischje in het wa ter f Apropos, visch, daar heb ik reeds achter kunnen komeo. Maar wat, gij wilt toch niet reeds weder beengaan Dat mag niet, gij moet in elk geval het avondeten met ons gebruikeo, dat staat mijn vrouw niet anders toe. Niet waar mijn schat, gij laat mijnheer den ingenieur zoo maar niet gaan; gij geeft bevel, dat men nog een couvert voor hem bijzet P" Hij streelde haar met joviale innigheid over den wang, zooder den hangen blik op te merken, met welken zij hem aanzag, leder zijner woorden geleek eeu liefkozing, het was, alsof hij den toehoorder met zijn wee- ke, vleiende stem tot over de ooren in de stroop zette. De zoo dringend uitgenoodigde kon niet zonder onbeleefd te zijn, de uitnoodiging af wijzen. Reinar mompelde zoo iets van laat worden, lastig vallen. Terwijl hem dit ech ter door don heer des huizeB lachend nit het hoofd gepraat werd, kon hij nog juist opmerken, hoe de tweede dochter opstond en alt de tafel, die voor de sofa stond, een sleutel wegnam, waarmede zij de denr uil- sloop. De oude barones volgde haar bijna onmiddelyk. „Pardonneer mij, mijnheer de inginieur wanneer ik n intusschen aan bet gezelschap van mijn man overlaat," had zij slechts op vriondelijken toon, als een echte dame der groote wereld, gezegd. „Ga; ga maar lieve I" riep de gastheer haar schertsend na, „dat laat gij u toch niet nit de handen nemen, om de boel daar achter zelve te regelen." En zich tot Rli- mar wendende, ging hy voort: „Zij heeft nu eenmaal geen rust of zij moet alles in ons klein huishonden door haar eigen vingers laten gaan; dat schijnt haar in het bloed te sitten. Mijn Erna gelijkt haar in dat alles, als twee druppelen water. Maar ge duld is het eerste gabod in het huwelijk. Daarin zult gij n ook eenmaal moeten schikken, myn beste. Gij zijt immers nog niet ge neen neen; gy hebt het nog niet noodig geacht u reeds in i'amiiiezorgen te steken. Zeer wijs Maar vroeger of later— maar dat raad ik ie aan, breng nooit je volle vrijheid ten offer. Het doet er ook volstrekt geen kwaad aan, wanneer ge De Glasslijpers te MAAS TRICHT. In den loop der vorige week is voor de 93 werkloozen ontvangen van T. te A. 5.B. te K. 3.K. te H.5.—H. te M. 10.—; 8. te D. 25.— D. te E. 5.-; G. te G. 1.—; H. te Z. 250; B. te 's G. 10.—; M. te 's G. 1.S. te A. 10.M. te A. 10. V. te V. 0.25 B. te 's G. 10.—; K. te H. 1.D. te L. 100.jK. te's G. 25.van de fiets 2.50Saldo fiets 17.—; J. te 's G. 1.—; K. te D. 25.—; G. te A. 2.50 D. te A. 0.25 H. te A. 25.—; S. te A. 60.—; H. te A. 60.—; T. P. te A. 0.25; G. B. H. K. S. 7.52; Luctor et Emergo 1.N. N. te A. 3.W. te A. 1.A. te A. 5.L. W. te A. 2.50L. te A. 2.50 D. te A. 2.50; K. te A, 10.—; N. te A. I.—; B. te A. 2.50v. L. te A. 25,—; T. te A. 5.—; D. te 's G. 10.A. te 's G. 1.-; G. teA. 5.—; K. te U. 1,50; M. te M. 1.W. te G. 2.50 L. H. D. te U. 1.—; B. te P. 1.—; V. te K. 10.—; Z. te R. 10.—; W. te B. 1.—; J. R. te E. 2.50 V. te A. 5.V. en 15. te B. 7.—; H. te A. 1.—; E. te H. 1.—; M. te U. 1.—; U. te L. 2.50 B, te L. 2.50; G. te S. 10.U. te H. 5.—; G, te P. 2.50; D. te W. 2.—; A. A. B. C. te N. 10.8. te A. 5. S. te V. 2.50 R. te L. 1.G. E. te S. 1.—; K. te 's G. 2.50; K. te H. 10 G. te 's G. 2.50 K. te S. A. P. I.—H. G. 10.—; D. te H. 2.50; H. M. te A. 25.K. te A. 5.—; W. te A. 1.—; S. te D. 2.50 P. te 'sG. 1.25; H. te A. 5 C. te A. 10 B. te A* 10.—; T. te V. 5. N. te L- 2.50 M. te Z. 12.—; W. te G. 1.—. Te zamen f 700.02. Te veel ij v e r. Een buitengewoon voorval heeft naar Be St. meldt, op het dorp M. in de pro vincie Utrecht een groot aantal gemoade- ren in beweging gebracht, vooral land bouwersgemoederen. Iemand had den dominee gereden, die ic de vacature kwam preeken, zooals dat van oudsher de ge woonte is geweest. Kort daarop ontvangt hij voor zijn liefdedienst een waarschuwing zoo nu en dan eens over het touw springt. Oader anderen, gy kent dat ding, die roode Snsel, zeker beef goed een alleenloopend persoon is dat ook niet kwalijk t6 nemen." „Ik heb haar gisteren voor de eerste maal gezien," verzekerde Reimar. „Eu toen reeds haar naam geweten?" giggelde de baron en zag K-m sluw en twij felend in de oogen. Onwi lekeurig gevoelde Reimar zich als door een blik van Hilde bespot. „Die jonge man, die naast haar stond, heeft haar naam uitgeroepen," verklaarde hy met koelen erost, welke op den baron niet zonder terugwerkenden indruk bleef. „Nu, nu, ik heb je niet op den tand willen voelen; ik meende, dat zoo bij ons mannen, on der elkaar. Overigeus, zullen wij niet gaan zitten?" Den gast de sofa aanwijzende, zet te de baron zich zelf op een fauteuil neder. ,'t Was eigenlijk een veiduiveide geschie denis gisteren, 't had mij bijna den gehee- len handel van mijn paarden in 't honderd gestuurd, 't had mij ook den rommel kun nen kosten. Dat lagere element gait bru taal en blind, zonder onderscheiding of na denken op de boel los, als kwade, wilde buffels. Den wagen had ik vandaag eiganlijk naar den smid moeten sturen, ik heb de schade echter vrijwel verbeterd, anders wa ren mijne dames zeker niet weder ingeste gen. Tot mijn gelnk heeft bet rijtuig het ook uitgehouden tot vaudaag. Wij hebben er de paarden nog voor kunnen spannen en naar het station kunnen rijden. Nu is er DÏet zooveel meer aau gelegen. Het zal nu wel weder eenigen tijd dnren, eer ik weder een span paarden bij elkander heb, of ik moest er spoedig een vinden, die voor de rijdressnnr geschikt is. Maar remontepaar- den waren mij liever. Ik moot altijd zoo iets te doen hebben voor tijdverdrijf, dat is een behoefte voor mij geworden. Het is hier anders wel wat vervelend, vooral voor een ouden ritmeester, zooals ik. Gij hebt immers ook gediend niet waar Zoo een jaar bij de artillerie; no, dan begrijp je ten minste ook iets van het paardenvleesch." Nu was de baron op een thema gekomen waarop hy goed thuis scheen te zyn, en waarop hij zich met voorliefde scheen te be wegen; terwijl Reimar elechts voor toehoor der speelde. Zoo kwam de baren nogmaals op de verkochte paarden terag en vertelde aitvoerig, hoe by zo zelt naar het station had moeten rijden, daar zijn eigea koetsier de hand had verstuikt eu zoodoende ook don vorigen dag al niet tegenwoordig was geweest. Zoo ging het maar onafgeloopen voort, tot hy zichzelven plotseling in de rede viel, van den ontvanger der directe belastingen' dat bij dit niet mag doen, omdit hij zijn paard heeft aangegeven als werkpaard, en het nu gebruikt voor pleizierrijden. Bovendien voegde de ontvanger er tot verduidelijking bij, dat hij, (Je ontvanger) een rijtuig moest huren als hij er een noo dig had, dus dat dominé dat ook maar moest doen. Eert gevolg van een ea ander zon zijn, dat alle bosten hun tent wagens en tilbury's wel konden verkoopen of hun paard in een boogere klisse zouden moeten aangeven. Zij geven het aileen aan in de 3e klasse, maar gebruiken het om nit rijden te gaan, bij bruiloften, be grafenissen, om te g*an ^vrijen' enz. en neg nooit werd daai tot beden aanmerking op gemaakt. De betrokken predikant heeft echter de zaak bij hoogere autoritei ten onderzocht, en kreeg de geruststellen de tijding', dat de ontvanger in dit geval abuis had, en dus zijn waarschuwing voor 't vervolg wel kon sparen. Moord op A. E. Hoogste- deu. Naar men meldt, is de voorloopige hechtenis van J. E. de Yos, verdacht van den moord op den jongen Hoogsteden, door de Rotterdamsche rechtbank ver lengd. De commissie uit het Ne- derlandsch Landbonwcomi'.é tot het uit brengen van een rapport, betreffende landbouwcrediet,heeft zich geconstitu eerd als volg :jmr. N. G. Pierson, Voorzitter, H. E. Bultman, Armand Sassen, F. B. Löhnis, P( E. L. Waldeck. J. Bs. Wes- terdijk, jhr. mr. ~W. II. de Savornin Lobman, F. E, s' Jacob. mr. A. Slote- maker en mr. A. Ferf, secretaris Naar het Vad, verneemt, zijn tot de nieuwe club van de vooruit strevend liberale pa:tij voorloopig toege treden, de heeren: Cremer, Drueker, Ker- dijk, Goeman Borgesius, Lieftinck, Lely, Heldt, Francombe Sanders, Hartogh, Rink, De Kanter, E. Smidt, A. Smit, Sxeeenge, Pijnacker Hordijk, Schaafsma en Veegens. „Maar zie daar na eens heb ik het niet gezegd Hij had in bet vuur van het gesprek zijn stoel vooruitgeschoven, en had toen eenige rystkorrels in het oog gekregen, die op het gladde tafelvlak lagen. Reimar had ze reeds lang gezien, en met den haastig nit de kast te voorschijn gehaalden sleutel in verband ge bracht, die door een mode journaal onvol doende bedekt, op de plaats lagen, vanwaar streks de gastvrouw zich straks zoo be dremmeld had verwijderd. De baron be greep zeer goed, dat zijn gast eveneens dit alles had opgemerkt en zoodoende deed hy hij de wolk van onwil van zijn gelaat ver dwijnen en wees nu zelt met een goedmoe dig, spottend laebje naar de verraderlijke overblijfselen. „Nn kunt go zien waarmede mijne goede vrouw zich den tijd verdrijft. Die arme, hare oogen zijn lijdend geworden, zij mag zich nu niet meer met lecture bezig houden, de dokters hebben haar dat streng verbo den; nu neemt zij natuurlijk andere bezig heden als tijdverdrijf te baat, rijst uitzoeken en meer dergelljko tentwerkjes. Maar men raag van die diogen niet te veel zeggen, anders wordt zij zoo melancholisch. Ja, hare ge zondheid is lang niet van de beste. Gelooft ge, dat wij hier anders in dit beloofde land zonden zitten, wanneer niet onze eerste doctoren landelijke eenzaamheid aanbevolen hadden, en streng verboden haddenelke omgang met opwekkend en gewoonlijk daar door vermoeiend gezelschap? Dat aiies was natuurlijk in de residentie niet te vermij den geweest od zoo moesten wy, of wij wil den of niet, besluiten, om ons op Bsrnhau- sen te begraven. Winter en zomar, het is een verduiveld hard te dragen besluit; maar wat doet men al niet voor zyn gezondheid? En ik zou er nog niets van zeggen, als het slot in een beteren toestand was. Maar zoo als gij bemerkt znlt hebben, behoeft het een zeer groote reparatie en om het weder zoo in te richten men heeft toch ook zijne verplichtingen en heeft ook niet dadelijk de middelen daartoe zoo maar voor de hand liggen. Zoo bleef dat zoodoende ach terwege en waren wij verplicht deze bosch- wachterswoning te betrekken. Zy is een weinig onbehaaglijk maar het houten huis is warm in den winter ea koel in den zo mer. Ik geef er tevens de voorkeur aan op mijn eigen bezittingen te wonen en ik wil het wul bokennen, ik hang verbazend aan nit oude familieslot eu breng allerlei offers, om het te behouden. De Brandolfs zyn reeds zoo lang eigenaars van Berohausen geweest, dat men het by my als een gebrek aan Voorgesteld wordt door Ged. Staten te beffen 7 opcenten op de hoofdsom der belasting op de getouwde eigendommen, eveneens 7 op die op de ongebouwde ei gendommen en 4 op die op het persoceel, de beide eersten op den dienst 1897, de laatste op dien van 1897/98. Door het bestuur der vereeniging Maat schappij voor den «versenden stand, afdee- liug ambachtscholen te AMSTERDAM, wordt bestendiging verzocht van het sub sidie ad f 6000 's jaars, om dat te be stemmen, f 4000jvoor de le ambachtsschool en 2000 voor de avondteekenschool. Ged. Staten stellen voor het gevraagde subsidie toe te staan voor de jaren 1897—1901. Reeds eeuwen lang ligt op den z. w. dijk van den Thamer binnenpolder, op particulier eigendom, een weg die in 1858 door den polder is beheerd gn sedert on derhouden. Jaren lang is er strijd gevoerd over de vraag of deze weg, het Zijdveld ge naamd, is een openbare weg en is hij ge weest een bron van twist tusschen hen die beweren eigen?ars te zijn van den grond en hem die van den weg gebruik maken. Kostbare processen zijn over dien weg en het recht van al of niet-afsluiten gevoerd. Bij Ged. Staten kwamen tal van klach ten in, doch nooit is door hen of door een rechtelijk college uitgemaakt ot het Zijdveld is een voor het openbaar ver keer openstaande weg. Nu het reglement op de wegen voor schrijft, dat van laatsbedoelde wegen in elke gemeente liggers moeten worden vastgesteld, zsl een administratieve beslis sing worden verkregen, door den weg al al dan niet te brengen op den ligger der gemeente Uithoorn. - Maar nu heeft het bestuur van den Thamerpolder een besluit genomeD, strek kende om het Zijdeveld aan het polder- veikeer te onttrekken en alzoo als weg te laten vervallen, waardoor de beslissing over de vraag of het Zijdeveld is een voor het algemeen verkeer openstaande weg en dus op den ligger moet worden awma'amniiiiri'-'yïïimbbmmacgiiii iiwih—a—aa— eerbied zou beschouwen, wanneer —doch daar roept men ons reeds aan tafel, zooals ik zie, en de dames wachten op ons. Geheel en al zonder complimenten, zooals ik dat zoo gaarne ia myn eigen huig heb. Wy zijn op bet land en mogen n als vrieod des hui zes beschouwen." Hij was,zoodra de denr geopend werd en een dinaar in de deur verschenen was, opgestaan; had Reimar onder den arm genomen en was met hem reeds op den drempel, toen bij de laatste woorden sprak, die door de dameB heel goed gehoord werden, en by de ba rones verwarring schenen wakker to roe pen. „Voor mijnheer den baron is alles gereed'!* liet Hilde op een dettigen toon hooren en maakte tegenover haar vader een diepe hof- neiging, wat de baron met een vrooljjk tikje op haar wang beloonde. „Daar kleine heks", lachtte hij, „zijt ge weder in uw hnmeur, dat is goed." Zij vatte eveneens schertsend zijn hand en kusite die. Reimar vond, dat zij er daar bij zeer bekoorlijk uitzag. Zij had intus schen de gelegenheid te baat genomen om van japon te verwisselen. Het eenvoudige kleed ,maar van uiterst sierlijke snit, maakte dooreen donkerrood corset, een eigenaardig effect en was het door dezen weerschijn, of door bet effect van het licht, dat haar gelaats trekken er veel frisscher uitzag dan te voren Oofehet rijke haar was zorgvuldiger opgemaakt enjvastgestoken. „Dat is slechts voor den gast* moest Reimar zich bekennen en hoe weinig hy ook met hare ontvangst ingenomen was, gevoelde bij zich hierdoor toch zeer ge streeld. Hare moeder en zuster schenen het niet voor noodwendig gehouden te hebben, hem eene bijzondere eer aan te doen, slechts haar schort had Erna afgelegd en ofschoon hare handen nu goed gewasschen waren, za gen zij er toch nog geducht rood uit. Hoe goed onderhouden en blank speelden daartegen de slauke vingers van Hilde met het servot, het glas en het brood, waarvan zij kleine brokjes afkruimelde, oon ze dan heel coquet tusschen de blinkende tanden te da- wen. Zij had zich tusschen Reimar en haar va der geplaatst. Do ronde tafel was netjes ge dekt, maar zeer spaarzaam bezet met spij zen. Een glazen vaas met amandelen en rozijnen, eenige druiven, sneden brood, oen sierlijk vlootje boter en een porcoleinen kan met eenige kopjos, vulden da plaats op tafel voor Hilde. De vervulliog van het ambt vin schenkster scheen de haar toegedach te bezigheid to zijn, die zij vervulde met een gracie, die hare hendighe'd daarin

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1