GEMENGD NIEUWS.
Werk, maar geniet ook.
ook -wegens haar belang een aandeel bij
het welzijn van Zuid-Afrika, welken
belangen, zooals herhaaldelijk is verze
kerd, ook dierbaar zijn aan de Britsche
regeering.,
De heer "Willem Harcourt zal heden
verzoeken over dit onderwerp eenige in
lichtingen te mogen vragen.
Dat geeft dus weer een parlementair
tournooispel, maar of daardoor in de on
tevredenheid van president Kruger en
zijn regeering te gemoet gekomen zal
worden, betwijfelen wij,
Eene bedekte ontevredenheid straalt
weer in de Engelsche pers tegen
DUITSCHLAND door.
De bekende onderkoning en diplomaat
uit China is na de bijwoning der feesten
in Moskou, te Berlijn aangekomen. De
keizer van het Hemelsche Rijk in eigen
persoon, zou met geen hoogere eerbewij
zen zijn intrede te Berlijn hebben kun
nen doen, als thans Hung Chang ten
deel vielen. De bladen beweren, dat
het bezoek van den Chineeschen onder
koning aan Duitschland in verband staat
met het doen van bestellingen van oor
logsschepen, wapenen en munitie en met
onderhandelingen over het zenden van
Duitsche officieren, tot reorganisatie van
het chineesche leger. Een honderdtal
officieren zouden onder nadere goedkeu
ring tijdelijk in chineeschen dienst treden.
Ook zou de Staats-secretaris van buiten-
landsche zaken, baron von Marschall, met
den Chineeschen staatsman van meening
hebben gewisseld over de handels- en
politieke betrekkingen tusschen Duitsch
land en China.
De Engelsche bladen zien in den
hoofschen ontvangst een honigmiddel,
om zich van den Chineeschen handel
meester te maken. Dat in de grootste
Aziatischen Staat met zijn driemaal hon-
der millioenen zielen, Duitschland de
eerste Yiool zal spelen, is te erg voor Al-
bion. Daarom begint men al vast Li
Hung chang te bewerken, door hem me
de te deelen, dat'- de schitterende ont
vangst niet zijn persoon, maar de Chi
neesche dubbeltjes gold. Ziedaar over
al ontevredenheid, zelfs heeft ze ook ons
bevangen.
Wij ergeren ons, dat bij het uiteen
gaan van de TWEEDE KAMER voor het
zomerreces 30 wetsontwerpen, waaron
der zeer belangrijke, onafgedaan zijn ge
bleven. Wanneer zullen de heeren op
het Binnenhof toch eens begrijpen, dat
spreken, van zilver doch zwijgen van
goud is? Eenige onvruchtbare redevoe
ringen minder, waar het volk toch geen
belang in stelt, en wat meer afgedaan
werk zouden wij wenschen.
Ve Vacature ontving de V 01-
gende merkwaardige aanvrage
„Daar ik gepasseerde maand Maart
mijn akte heb behaald voor onderwij
zers, ben ik zoo vrij uw te vragen of
uw ook elkon Dinsdag de Courant Va
cature gratis wil overzenden aan onder
staand adres.
„Ik wilde nu ook eens gaarne naar
eenige betrekkingen zien.
„Wanneer ik de courant niet gezon
den krijgt, zou ik toch gaarne een ant
woord van uw Edls wachten."
TeStettinheeftde drie-
en-een— halfjarige zoon van een schrijn
verdiept was.
Mama, nog een kopje Ik heb nog thee,"
vroeg Hilda.
„Slechts een halfje," verzocht de barones.
„Ah, d-iar vind ik eindelijk een Philippien-
tje," weodde zich Hilda, die reeds eenige
maDgelen tussehen hare blanke tanden had
doen verdwijnen, zich tot haar buurman.
„Willen we? Of geven, óf nemen."
„Waarom niet? Dan kan ik er zeker van
zjjn, dat ik niet vergeven zal worden."
„Lloedat?" vroeg zij verwonderd en liet
een van de twee mangelen in zijn band vallen,
terwijl zij de andere in haar mond stak.
Hij volgde daarop haar voorbeeld en reik
te haar met de linkerhand bet kopje too,
dat hij de barones afgenomen had.
„Dat is toch zeer eenvoudig. Wantrou
wende heerschers honden er immers voor
proevers op na, maar goeden morgen Phi
lippientje, onderbrak hij plotseling met een
lacb zijn eigen woorden, toen zij, zonder aan
hunne afspraak te denken, het kopje in zijne
handen overgaf.
„Ach neen; verraad 1 Dat geldt niet I" riep
zij nu onder lachen en plagen. „Dat is te
gen den goeden toon, een overval, het verdrag
was nog niet eens goed gesloten. Ik had
nog niet eens kunnen zeggen, dat ik er aan
zal denken."
Zij verweerde zich zoo goed, dat Reimar
wel moest toestemmen. Hij greep nn zelf
ook een mangel en had bij zjjn eerste
greep geluk. Het verdrag werd vernieuwd
en nu door een handslag bezegeld. Vervol
gens ontspon er tnsschen hen beiden een
vroolijk gesprek, terwjjl de oude baron rus
tig zijn courant bleef lezen, de oude barones
met dikke naalden zat te breien en van nit
de salon een zeer correct voorgedragen noc
turne van chopin werd gehoord.
Het verstommen der muziek maande hem
evenwel tot vertrekken aan, en scheen hem een
teeken dat hij voor een eerste bezoek lang ge
noeg geblevenwas.Vol schrik werd hij gewaar,
dat de baron zijn sigaar bijna teneinde had op
gerookt en met eece verontsebnldiging over
zijn laat heengaan, wilde hij vertrekken, toen
ook Erna reeds in de deur verscheen en bare
erntstige oogen met een blik vol verwijt op
haar zuster richtte.
Nn scheen ook de baron zijn goede luim
terug gekregen to hebben/ bij overlaadde
den afscheid nemende mot de aangenaamste
gezegden. Reimar moest beloven, spoedig
terog te komen; hy beloofde het gaarne,
werker zelfmoord* gepleegd, Tijdens de
afwezigheid zijner ouders hing hij zich
aan een gordijnkoord op. Eenige oogen-
blikken te voren had hij aan zijne ouders
gezegd, dat het toch wel grappig moest
zijk als iemand zichzelf ophing.
De kleine had er zeker de proef van
willen nemen, met gevolg, dat hij den
dood vond.
,Door den band komt
men in stand 8 is wHeeos gezegd.
Voorzoover dit gezegde waarheid kan
bevatteD, is dit misschien wel bij geen
mensch beter uitgekomeD, d»n bij zeke
ren Roussean, die in het begin der 17de
eeuw te Parijs woonde.
Deze Roussean was, wat men thans zon
noemen, drogist.
In een Decembernacht van het jaar
1625 brak in zijn huis brand nit, en wel
zoo hevig, dat Roussean en zijn gezin
met achterlating van al wat zij op de
wereld bezaten, zich gelukkig prezen dat
zij het leven uiat hadden verloren.
Na de eerste ontsteltenis evenwel, kwam
Roussean tot het besef in welk een on-
gelukkigen toestand hij nu met de zijnen
verkeerde. Brand waarborgmaa'schappijen
bestonden destijds nog nietRousseau
wa3 geruïneerd.
Om zoo mogelijk nog eenig geld en
andere dingen van waarde te vinden, al
ware het geheel of gedeeltelijk versmol
ten, liep de drogist met zijne beide ze
nen een paar dagen na den brand over
Je puinhoopen rond en woelden zij zoo
nauwlettend mogelijk, den grond
om.
In den toonbanklade was geld gebor
gen geweest, daarnaast en daaronder wa
ren verfstoffen, een kistje vermiljoenrood,
een pot met schellak en een bak met
hars.
Toen men op deza plaats steenen en
verkoolde balken had weggeruimd, stiet
men op eene harde roodgekleurde massa,
waarin men gouden en zilveren munt
stukken ontdekte. Natuurlijk werden de
samengesmolten klonten bijelkander ge
zocht en meegenomen naar de woning van
Rousseau.
Terwijl men daar bezig was om door
kloven de geldstukken los te maken,
trok het de aandacht, dat de indrukken
der geldstukken en van de daarop voor
komende cijfers en figuren zoo nauwkeurig
in de harde stukken van de roode mas
sa waren afgezet.
Hierdoor kwam Rousseau op de ge
dachte om schellak, hars en vermiljoen
samen te smelten en deze massa te vor
men tot lange stokken, die na afkoeling
in den handel konden worden gebracht,
om te dienen voor verzegelen als uien in
vroegere jaren met was deed.
De noodlottige brand had de uitvinding
van het thans alom gebruikte zegellak
doen ontstaan, en Rousseau's fortuin was
gemaakt.
Juist in dien tijd toch werd eene aan
zienlijke dame in Parijs onverwachts zeer
ernstig ongesteld. Er werd gesproken van
vergiftiging. Aan verdachtmaking geen
gebrek
Bij onderzoek evenwel bleek, dat de
ziekte ontstaan was door gekleurde ouwels,
waarmede tot op dien tijd, vooral in voor
name kringen, de brieven werden gesloten.
Onmiddellijk maakte Rousseau van de
gelegenheid gebruik, om zijn fabrikaat
steeds te verbeteren en aan den man te
brengen en toen zelfs aan het Franscbe
kuste de baroopg voor de herhaalde uitnoo-
diging de hand, wenschte haar spoedig ver
betering met hare oogen en dankte de lieve
pianospeelster voor baar heerlijke muziek.
Ten laatste deed hij Hilde nog het genoe
gen, bij bet overgeven van zijn hoed, niets
te antwoorden dan, „dank n. Te veel goed
heid 1* om zoodoende zijn philippientje op
de beleefdste manier te verliezen.
„Goeden morgen, philippientje !"Hoe vroo
lijk klonk dat 1 Zij riep het als een overmoe
dig kind.
Haar lachen klonk hem nog in de ooren,
toen hij hot hnis verliet, waarnit hij de her
innering aan een behaaglijk, vredig, buwe-
lijkgeluk medenam.
Boven op de eetkamer, waar Erna's vlij
tige handen reeds bezig waren, de sarvetten
op te vouwen, de overblij selen van het maal
weg te bergen en de tafel op te ruimen,
hield de huisvader nog een kleine nabetrach
ting.
„Ein aangename jonge man voor zijn
sfeer," zeide hij welwillend. „Wie mij toch
gezegd heeft, dat hij socialistische neigin
gen Maar waarom zijt gij niet in
bet salon verschenen voor het souper" Ook
zijn verwijt had den zachten toon behoa-
den.
„Maar papa?" beantwoordde Hilde dit
verwijt, „men is er daar veiliger als men
door die nauwe deur iemand aan tafel moet
geleiden, en bovendien, waarvoor al die be
weging
„Juist, bij zulke lui moet men de eti
quette in acht nemen, omdat zij dadelijk
gelooven, dat men met hen van dezelfde
soort is. En zoolang het eenigszins moge
lijk is, moet men het hoofd hoog houden
Overigens, dat souper I Kondt gij tenminste
niet iets meer gebraad op tafel gebracht
hebben?"
De barones rechtvaardigde zich tegen dit
verwijt.
„Wij konden met den besten wil van de
wereld niet meer op tafel brengen. Het
is alles, wbt er gisteren is overgebleven.
Zelfs al hadden wij naar de stad gestunrd,
het zon te vergeefs geweest zijn, da luidjis
willen niet meer en gij hebt mjj goen
geld
De stem werd ten laatste onhoorbaar,
terwijl zij er ijverig mede bezig was, het ge
vallen maaswerk op te nemen.
„Mijn God 1 Ge hebt toch ook gehoord,
dat de paarden mij per wissel tallen be-
Hof het zegellak de onwels verdrong, won
bij daarmede in één jaar meer, dan hij
door den brand had verloren.
De kok van prins Bis-
marek is te Friedrichsrah in hechtenis
genomen en gevankelijk naar AltoDa ge
bracht. Hij schijnt onder een valschen
naam daar g.iwoocd te hebben en word
niet alleen van diefstal, maar ook van
een misdrijf tegen de zedelijkheid be
schuldigd. Ten huize van een vrouw,
die zijne moeder heette te zijn, vond de
justitie eene menigte voorwerpen nit prins
Biémarck'g huis.
De kroningsdag in Rus
land.
Langzamerhand wordt het bekend, dat
niet alleen in St. Petersburg, maar ook
de verschillende plaatsen in het binnen
land van Rusland zeer ruwe fooneelen
zijn voorgevallen en wet de zaak nog
leeiijker maskt, dat het volk zelf deze
tooneelen heett begonnen, onder zinspeling
op het manifest des Keizers, hetwelk gra
tie toestond voor kleine misdaden. Eigen
aardig genoeg is in dit opzicht een mede-
deeliug uit Koslow. Dronken volkshoopen
riepen daar voor particuliere huizen de
eigenaars naar buiten, verlangden geld
van hen en dreigden in geval van wei
gering, het huis te verwoesten, de bewo
ners te doodeu. Verschillende huiseige
naars lieten zich bang maken en betaal
den, anderen echter traden moediger op
en wezen de onbeschaamde lieden terng.
Het beste verstond een zekere meneer
Gw de kunst om het met deze lui
klaar te spelen.
Toen zij tot hem kwamen met de
woorden „Geef ons geld, anders zullen
we je huis vernielen en slaan we je
dood," hield hij hun op kalmen toon de
straffen voor, die hen zouden treffen. Maar
daarvan wildon zij niets weten. „Was er
dan geen krocingsmanifest, volgens het
welk alle misdrijven werden vergeven P"
„Zeker is dat er," zeide de heer
Gw, „en dit manifest schenkt ook mij
genade, als ik een paar van jou schurken
neerschiet.'" Op hetzelfde oogenblik baalde
hij een geladen revolver uit zijn zak en
richtte die op da belhamels.
Deze zeer eigenaardige uitlegging van
het manifest en ook de gapende revolver,
maakten een bijzonderen indruk op de mas
sa zij zetten het op een loopen en be
proefden of ze in andere straten wat vrees-
achtiger menschen aantroffen.
Daar hebbtn zij dan ook vrij wat booze
dingen uitgehaald, zij sioegen de mannen
en beleeedigden op de vreeselijkste wijze
vrouwen en meisjes. Waar de politie on-
dertusschen was en waarom de mannelij
ke bevolking gezamenlijk niet optrad tegen
de dronken menigte, wordt niet gezegd.
Volgens de Grasdhanin kwam het in
een dorp in het gouvernement Jekaterinos-
law tot een Jodenvervolging, ook al ten
gevolge der Kroningsfeesten. De dronken
boeren plunderden een huis en al de meu
bels van den Israëliet Abraham FriedmanD,
plunderden den winkel van een ander en
staken dien daarna in brand, waarbij een
dronken boer in de vlammen omkwam.
Ook werden nog andere winkels leegge
haald en verwoest. De oorzaak schijnt te
wezen dat de Israëlieten op den kronings-
dag hun winkels hadden gesloten. Toen
nu de voorraad brandewijn in het dorp op
was, verlangden de boeren meer en vielen
de Joden aan. Vooral op Friedmann wa
ren zij zeer verbitterd, wijl zij beweerden,
,aald worden, die moet ik toch eerst inlos"
sen, dat gaat met denzelfdea gang als ik
nienwe paarden koop. Het gij weet n
anders zoo goed te behelpen. Daar is ten
minste een geluk, dat Böblen die flesschen
Rauenthaler niet ook nog leeggedronken
beeft. Overigens is het een goed merk, daar
tollen wij meer van koopen. Het schip
slingert weer eens een beetje. Hij schud
de de flesch eens heen en weer en goot het
laatste druppelije nog in zijn glas, en liet
dit op zijn tong droppelen. „Ja, wanneer
ik nog een9 mjjn paarden op de wedrennen
kon laten loopen. Drie prijzen heeft die
Lönhof weder ingeslikt. Een verduiveld
gelukkige kerel. Hg was ook reeds voor
twintig jaar geleden op zwart zaad; maar
toen trok hij bet hoogste lot. Heeft hij
zijn vrouw niet ver weggehaald uit een
ohocoiade-fabriek maar dat beloof ik je,
die cacao was van het zuiverste water. Een
ieder heeft niet zoo'n ongeluk dat de
schoonpapa, vcor dat men aan een erfenis
toekomt, holla-hop gaat. Ja, geluk moet
men hebben I Hij heeft nu stallen en ren
paarden, terwijl anderen gebrek moeten lij
den.*
„Ziet gij dan niet papa, hoe gij mama
kwelt?" deed Erna zich hooren; terwijl zij
naast haar moeder was gaan staan.
„Ik Kwellen Hij was verwonderd.
„Waarachtig, men zal toch eens zijn gemoed
wel eens mogen luchien, wanneer men zich
aan die geldzucht niet dood ergeren wil.
Ik kwellen, ik, die geen diertje
„Laat maar, laat maar kind 1" stelde de
barones haar dochter gerust en wischte
zieh de tranen van de wangen. „Papa
heeft gelijk. Gij moogt hem niet meer ver
toornen."
„Zij heeft heden een zeer eigenaar
dige stemming, haar goavernante-
dag," zeide Hilde, die zich boven op de la-
fel geplaatst had en daar eenige mangelen
zat te knabbelen- „Mij hoeft zij ook reeds
een heele dosis bestaffende blikken toege-
slicgerd. Zeg hot nn maar, als gij iets voor
mij op uw hart hebt, miss Ergernis.
Wat was er nu weder, dat niet deugde?"
„Uw manier van met heeren om te gaan,
als gij het dan juist hooren wilt," antwoor-
de Erna op bitsen toon, zonder hare bezighe
den te staken. „Er zijn toch mannen, die
voor een dergelijk katttn- en muizenspel te
goed zije."
„Bevalt hij jon?" Hilde zag haar snater
dat zijn hnis op een stuk land stond, dat
aan hen, de boeren, in eigendom toekwam.
Zij kenden der. prins.
In de rus Choisenl te Parijs woout ee
ne dame van 83 jaar, eene mevr. B., die
een inkomen beett van 50000 fres. s
j ars. Moeilijk kunnende gaan, leeft zij se
dert gernimen tijd afgezonderd vin de
wereld, in weiuig anders belangstellende
dan in de aanstaande kroning van Prins
Viotor tot Keizer van Frankrijk.
Deze bejaarde, maar hartstochtelijke
Bonapartistische had een jongen Deschamps,
gewezen straatventer, in haren dienst, die
door zijn aangename manieren en voor
gewend vurig Bonapartisme een overwe
genden invloed op "tiaar verkreeg. Voor de
gezelligheid bracht hij onlangs een vriend,
zekeren Lavin in huis, dien hij door
haar als tweeden knecht wist te doen
aan nemen en met wien hij een fraai plan
netje bedacht
Op een goeden dag namelijk maakten
zij der oude dame wijs, dat de prins in
het land gevallen maar overweldigd en in
de gevangenis geworpenwas. Zij verkocht
een effect om geld te hebben voor zijne
bevrijding. Daarop stelde de Prins in de
verbeelding der twee jonge oplichters zich
candidaat voor den Gemeenteraad.
„Dat was het begin van het einde",
zeiden zij. Mevr. B. offerde eenige hon
derden fres. voor aanplakbiljetten. Zoo
veel trouw zou niet onbeloond blijven.
Eenige Prinseeen van den bloede zouden
mevrouw B, bezoeken.
Buiten zichzelve van opgewondenheid
stopte deze de twee deugnieten de han
den vol geld om een luisterrijk dejeuner
voor Hare Doorluchtigheden te bereiden.
En zij kwamenvier prinsessen van 't
geslacht der Proven 9 salsche Rose Pon
pon, trouwe bezoeksters van den „Roo-
den Molen' en andere plaatsen van on
schuldig vermaak. De champagne stroom
de en 't feest liep uitmuntend af.
Helaas, Deschamps en Latru namen 't
er van lieverlede zoo goed van, dat zij
onlangs wegens openbare dronkenschap
werden opgebracht en in bun roes alles
uitbrachten. Zij verdedigden zich na, met
te betuigen, dat zij nooit iets gevraagd
hadden.
Mevrouw gaf hun geld om aan den
prins te zenden zij wisten zijn adres niet
en dus nn ja, dus badJen zij geen
betere bestem ming er voor weten te be
denken dan te drinken op de gezondheid
Van Zijne Keizerlijke Hoogheid.
De repnblikeinschgezinde commissaris
van politie echter heeft hen doen opslui
ten.
Tegen de tering.
Op het oogenblik, nn geleerden en spe
cialiteiten zich ijveiig bezighouden met het
zoeken naar een middel tegen de longte
ring, is de vermelding vsd het volgende
feit niet onbelangrijk
Er bestaat in Rusland een uitgestrekt
plateau van ruim 540.000 vierkante mij
len oppervlakte, waar minerale wateren
van alle soorten in overvloed ontspringen
en waar da tering absoluut onbekend is.
Niet alleen merkwaardig is het, dat nog
nimmer een geval van longtering onder de
bewoners dezer hoogvlakte geconstateerd
werd, doch opmerking verdient het, dat
de weinige borstlijders, die naar deze land
streek gezonden werden, zonder eenige uit
zondering van hun kwaal met buitengewo
ne snelheid herstelden. In deza streek van
den Transbaïkal is de lucht droog eD zui-
spottend aan, slingerde als een schoolmeisje
met de beenen en geeuwde: „Wilt gij misschien
ontrouw worden Gun anderen ook een
bootje genoegen; men zou hier anders van
verveling in dit heerlijke vaderland sterven;
gij zult ook altijd geen marmeren beeld te
genover uw Heinrich geweest zijn. Zonder
aanmoediging waagt die er zich nooit aan."
„Om zijn hals ben ik hem niet gevallen;
daartoe was ik te trots."
In ééa sprong stond Hilde met beide voe
ten op dm giond, onmiddellijk slechts door
de ronde tafel gescheiden, vlak tegenover
hare zuster, gereed om den strijd te be
ginnen.
„Mijn trots behoeft gij niet op te roepen,"
voer zij scherp nit en hare oogen bliksem
den als vuurkogels in het doodsbleoke ge
laat. „Mijnentwege was ik tenminste te
trots, op een knaap te wachten, die niet
den moed heeft, met mij om te gaan, en
wien de kracht ontbreekt, mij d9 plaats iD
zijne familie te doen innemen, welk men mi)
weigert."
„Onbeschaamd 1" liet zich na de baron
hooren. „Een ongehoorde onbeschaamdheid
van dien ouden waterbederver. Als die zoon
maar naar mijn zin is wat is bij Een
armzalige mijnheer Seiler."
Bij den slag, dien de zuster haar toege
voegd had, had ook Erna zich hoog opge
richt; het bloed was haar naar de wangen
gestroomd; maar zij overwon hare opge
wondenheid en zonder op de woorden der
vertoornde zuster te letten, zeide zij,
met moeite hare drift in bedwaDg hou
dende
„Ik kan er den man slechts hooger om
achten, die het gebod zijns vaders
eert," en zij verliet daarop de kamer door de
deur, die op den gang aitkomt.
De moeder nam zwijgend haar werk bij
elkander en volgde baar.
„Daar gaan zg heen, die beide ODgeluk-
kigen en weenen mot elkander," zeide de
baron, van zijn stoel opstaande. „Ja, ja
men heeft zoo zijn krnis te dragen 1" Hij
omhelsde zijn dochter, die hare tanden in
de lippon groef en er nu juist niet erg ze
gevierend uitzag. „Ziet ge, wij verstaan
en begrijpen elkander. Thuis Bah. Dat
is een bespottelijk idee 1 Men moet het
leven genieten, Wat zon het leven
zijn, zonder een beetje genot en vroolijk-
heidl"
En het glas nog eenmaal boven den ge
ver. De koude is er somtijds hevig, de
thermometer wijst er zoo nn en dan 50
graden beneden het vriespunt aan. Altijd
echter kan men er heerlijk vrij ademen,
omdat het er nimmer waait of guur is. In
een niet zoo vergelegen streek, aan deze zij
de van den Baïkal, waar het klimaat bij
na gelijk is aan dat van het Transbaïkal-
schejplateau, vindt men enkele borstlijders,
die bijna uitsluitend uit andere streken af
komstig zijn.
Ook daar geneest de tering veel ge
makkelijker en spoediger dan elders.
Zou het zoolang gezochte middel niet
daar te vinden zijn
Hoe het zij, te wenschen is het, dat
specialiteiten al hua attentie op dit land
vestigen, en dat zij met nauwgezetheid
het klimaat en de daar ontspringende
mineraalwateren bestudeereH, daar deze
streek spoedig het Russische heisteltingen-
soord zou kuanen worden voor lijders
aan deze verschrikkelijke ziekte,
Baas Thomas werkte van den vroe
gen morgen tot den laten avond. Het ge-
heele dorp prees hem wegens zijue ruste-
looze werkzaamheid, de vogels in de hoo
rnen evenwel keken hem zeer bedenkelijk
aan, wanneer zij dien onvermoeide hoorden
klagen, dat de dag hem nog te kort was.
Hij had toch wel kuauen zingen, doch
dat viel hem niet in. Wie hem daartoe
zou hebben uitgenoodigd, dien zou hij ge
antwoord hebben„Ik ben niet gestemd
tot zingen, ik heb te veel te doen, de
tijd is mij te kort."
Daar hij geheel voor zijn arbeid leefde,
zoo ging bij alles wat in de schepping niet
alleen tot nut geschapen is, maar vooral
dient tot verhooging en bevordering van
het schoone in God's schepping, met min
achting voorbij. Nooit had hij den tijd,
zieh te verheugen in de schoonheid eener
bloem of in die van een vlinder, en evenmin
had hij den tijd, zijn blik op te slaan tot
het uitspansel en daar in die tallooze ster
ren de grootheid der schepping te bewou-
deren.
Maar eindelijk moest de rusteloos wer
kende toch stilstaan voor één dat is de
dood. Die gebood hem, voor eeuwig rust
te nemen. Eu ziet, de wereld geraakte
door zjiu rust niet nit haar voegan. Ook
zonder deu rusteloozen arbeider werd het
land bebouwd, doch zijne erfgenamen meen
den, dat hij met al zijn werken hen een
veel grooter vermogen had moeten nala
ten. Het viel hun nog niet eens mee.
Wat daaruit te leeren valt
Dat de Schepper de natnur niet zoo
heerlijk geschapen zou hebben, als Hij
niet gewild had, d»t wij ons ook in die
heerlijkheid zouden verheugen.
Bont gekleurd.
Wanneer een groene jongen blauwen
Maandag houdt, met de roode vlag in de
hand, gegrepen door de politie, bont en
blauw geslagen wordt en bij zijn vader
een wit voetje ziet te krijgen, maar deze
hem zijn gedrag zwart op wit verft.
Jongeheer. Pa, zijn er ook houten spoor
wegen
Papa. Weineen, jongen, hoe kom je
daaraan
Jongeheer. Wel, omdat hier overal te
lezen is Hullandsche IJzeren spoorweg
openden mond houdende, ofschoon er niet
een droppel meer uitkwam, snakte hij er
naar als een visch in het water.
HOOFDSTUK 4.
Toon Reimar de volgende maal naar
Bernbausen kwam, vond hij niets meer te
rug van dat beeid vau stille vrede, dat de
vorige maal zulk een gunstigen indruk op
he mbad gemaakt en hem gedurende al
dien tijd trouw bijgebleven was En was
dat alles dan toenmaals bloot een droom
geweest
Hij had met opzet een geheelee tijd na
zijn eerste bezoek laten verstrijken, hoe
zeer hij ook eiken avond naar de |groene
burchtrnïne getrokken werd, en hij had eerst
den zondag voorzijn tweede bezoek uitgezocht
opdat zijn ijver niet al te indringerig
zou schijnen en voor een deel ook, om
dat hem gedurende de week zijn vrije
doen en laten ontbrak. In do stille hoop,
dat h j ongestoord in den familiekring zon
mogen blijven, was hij reeds iets vroeger
op stap gegaan, en slapte hij ditmaal rustig
voort; niet, dat zijn bart niet even onrustig
klopte; maar bij werd nu niet gedreven door
bet aarzelen en twijfelen van de vorige keer;
na evenwel klonken hem de woorden van
dent baron in de ooren, dat iedere flinke jonge
man op een vriendelijke opname in zijn bnis
niet slechts rekenen kon, maar dal hij dien
evengaarne in zijn familie zon opnemen,
Wel was Reimar zich bewnst, dat hij er nog
ver van af was om zooiets op zichzelf toe
toe passen, zoo hoog hadden zjjne wenschen
zich nog niet uitgestrektop een met vroo
lijk praten doorgebracht uurtje kan men
zulke plannen niet bouwen. Aan deze droo-
merijen overgegeven, terwijl hij laogzaam
het bergstraatje langsstapte, kon hot gemak
kelijk dat hij zijn gansche phantasie, liet
werken, dat bij het verledon en de toekomst
weder voor zijn geest haalde. Had hij hier
op dezelfde plaats aan het oude muurwerk
reeds halt gemaakt Maar te vergeefs
vestigde hij den blik omboogvan den boo-
gen muur viel zelfs niet de schaduw van een
enkel bloemblaadje.
Het is nog te vroeg voor haar, de zon
staat nog te boog, en mistroostig stapte bij
den weg weder langs, als een moede gast,
die niet aan bot deerpoortje kloppen durft.
Ook de ontvangst door de ingedommelde
maagd aan de voordeur, geleek niets op
datgene, wat hij verwacht had.
WORDT "VERVOLGD.