GEMENGD NIEUWS. Werk, maar geniet ook. ook -wegens haar belang een aandeel bij het welzijn van Zuid-Afrika, welken belangen, zooals herhaaldelijk is verze kerd, ook dierbaar zijn aan de Britsche regeering., De heer "Willem Harcourt zal heden verzoeken over dit onderwerp eenige in lichtingen te mogen vragen. Dat geeft dus weer een parlementair tournooispel, maar of daardoor in de on tevredenheid van president Kruger en zijn regeering te gemoet gekomen zal worden, betwijfelen wij, Eene bedekte ontevredenheid straalt weer in de Engelsche pers tegen DUITSCHLAND door. De bekende onderkoning en diplomaat uit China is na de bijwoning der feesten in Moskou, te Berlijn aangekomen. De keizer van het Hemelsche Rijk in eigen persoon, zou met geen hoogere eerbewij zen zijn intrede te Berlijn hebben kun nen doen, als thans Hung Chang ten deel vielen. De bladen beweren, dat het bezoek van den Chineeschen onder koning aan Duitschland in verband staat met het doen van bestellingen van oor logsschepen, wapenen en munitie en met onderhandelingen over het zenden van Duitsche officieren, tot reorganisatie van het chineesche leger. Een honderdtal officieren zouden onder nadere goedkeu ring tijdelijk in chineeschen dienst treden. Ook zou de Staats-secretaris van buiten- landsche zaken, baron von Marschall, met den Chineeschen staatsman van meening hebben gewisseld over de handels- en politieke betrekkingen tusschen Duitsch land en China. De Engelsche bladen zien in den hoofschen ontvangst een honigmiddel, om zich van den Chineeschen handel meester te maken. Dat in de grootste Aziatischen Staat met zijn driemaal hon- der millioenen zielen, Duitschland de eerste Yiool zal spelen, is te erg voor Al- bion. Daarom begint men al vast Li Hung chang te bewerken, door hem me de te deelen, dat'- de schitterende ont vangst niet zijn persoon, maar de Chi neesche dubbeltjes gold. Ziedaar over al ontevredenheid, zelfs heeft ze ook ons bevangen. Wij ergeren ons, dat bij het uiteen gaan van de TWEEDE KAMER voor het zomerreces 30 wetsontwerpen, waaron der zeer belangrijke, onafgedaan zijn ge bleven. Wanneer zullen de heeren op het Binnenhof toch eens begrijpen, dat spreken, van zilver doch zwijgen van goud is? Eenige onvruchtbare redevoe ringen minder, waar het volk toch geen belang in stelt, en wat meer afgedaan werk zouden wij wenschen. Ve Vacature ontving de V 01- gende merkwaardige aanvrage „Daar ik gepasseerde maand Maart mijn akte heb behaald voor onderwij zers, ben ik zoo vrij uw te vragen of uw ook elkon Dinsdag de Courant Va cature gratis wil overzenden aan onder staand adres. „Ik wilde nu ook eens gaarne naar eenige betrekkingen zien. „Wanneer ik de courant niet gezon den krijgt, zou ik toch gaarne een ant woord van uw Edls wachten." TeStettinheeftde drie- en-een— halfjarige zoon van een schrijn verdiept was. Mama, nog een kopje Ik heb nog thee," vroeg Hilda. „Slechts een halfje," verzocht de barones. „Ah, d-iar vind ik eindelijk een Philippien- tje," weodde zich Hilda, die reeds eenige maDgelen tussehen hare blanke tanden had doen verdwijnen, zich tot haar buurman. „Willen we? Of geven, óf nemen." „Waarom niet? Dan kan ik er zeker van zjjn, dat ik niet vergeven zal worden." „Lloedat?" vroeg zij verwonderd en liet een van de twee mangelen in zijn band vallen, terwijl zij de andere in haar mond stak. Hij volgde daarop haar voorbeeld en reik te haar met de linkerhand bet kopje too, dat hij de barones afgenomen had. „Dat is toch zeer eenvoudig. Wantrou wende heerschers honden er immers voor proevers op na, maar goeden morgen Phi lippientje, onderbrak hij plotseling met een lacb zijn eigen woorden, toen zij, zonder aan hunne afspraak te denken, het kopje in zijne handen overgaf. „Ach neen; verraad 1 Dat geldt niet I" riep zij nu onder lachen en plagen. „Dat is te gen den goeden toon, een overval, het verdrag was nog niet eens goed gesloten. Ik had nog niet eens kunnen zeggen, dat ik er aan zal denken." Zij verweerde zich zoo goed, dat Reimar wel moest toestemmen. Hij greep nn zelf ook een mangel en had bij zjjn eerste greep geluk. Het verdrag werd vernieuwd en nu door een handslag bezegeld. Vervol gens ontspon er tnsschen hen beiden een vroolijk gesprek, terwjjl de oude baron rus tig zijn courant bleef lezen, de oude barones met dikke naalden zat te breien en van nit de salon een zeer correct voorgedragen noc turne van chopin werd gehoord. Het verstommen der muziek maande hem evenwel tot vertrekken aan, en scheen hem een teeken dat hij voor een eerste bezoek lang ge noeg geblevenwas.Vol schrik werd hij gewaar, dat de baron zijn sigaar bijna teneinde had op gerookt en met eece verontsebnldiging over zijn laat heengaan, wilde hij vertrekken, toen ook Erna reeds in de deur verscheen en bare erntstige oogen met een blik vol verwijt op haar zuster richtte. Nn scheen ook de baron zijn goede luim terug gekregen to hebben/ bij overlaadde den afscheid nemende mot de aangenaamste gezegden. Reimar moest beloven, spoedig terog te komen; hy beloofde het gaarne, werker zelfmoord* gepleegd, Tijdens de afwezigheid zijner ouders hing hij zich aan een gordijnkoord op. Eenige oogen- blikken te voren had hij aan zijne ouders gezegd, dat het toch wel grappig moest zijk als iemand zichzelf ophing. De kleine had er zeker de proef van willen nemen, met gevolg, dat hij den dood vond. ,Door den band komt men in stand 8 is wHeeos gezegd. Voorzoover dit gezegde waarheid kan bevatteD, is dit misschien wel bij geen mensch beter uitgekomeD, d»n bij zeke ren Roussean, die in het begin der 17de eeuw te Parijs woonde. Deze Roussean was, wat men thans zon noemen, drogist. In een Decembernacht van het jaar 1625 brak in zijn huis brand nit, en wel zoo hevig, dat Roussean en zijn gezin met achterlating van al wat zij op de wereld bezaten, zich gelukkig prezen dat zij het leven uiat hadden verloren. Na de eerste ontsteltenis evenwel, kwam Roussean tot het besef in welk een on- gelukkigen toestand hij nu met de zijnen verkeerde. Brand waarborgmaa'schappijen bestonden destijds nog nietRousseau wa3 geruïneerd. Om zoo mogelijk nog eenig geld en andere dingen van waarde te vinden, al ware het geheel of gedeeltelijk versmol ten, liep de drogist met zijne beide ze nen een paar dagen na den brand over Je puinhoopen rond en woelden zij zoo nauwlettend mogelijk, den grond om. In den toonbanklade was geld gebor gen geweest, daarnaast en daaronder wa ren verfstoffen, een kistje vermiljoenrood, een pot met schellak en een bak met hars. Toen men op deza plaats steenen en verkoolde balken had weggeruimd, stiet men op eene harde roodgekleurde massa, waarin men gouden en zilveren munt stukken ontdekte. Natuurlijk werden de samengesmolten klonten bijelkander ge zocht en meegenomen naar de woning van Rousseau. Terwijl men daar bezig was om door kloven de geldstukken los te maken, trok het de aandacht, dat de indrukken der geldstukken en van de daarop voor komende cijfers en figuren zoo nauwkeurig in de harde stukken van de roode mas sa waren afgezet. Hierdoor kwam Rousseau op de ge dachte om schellak, hars en vermiljoen samen te smelten en deze massa te vor men tot lange stokken, die na afkoeling in den handel konden worden gebracht, om te dienen voor verzegelen als uien in vroegere jaren met was deed. De noodlottige brand had de uitvinding van het thans alom gebruikte zegellak doen ontstaan, en Rousseau's fortuin was gemaakt. Juist in dien tijd toch werd eene aan zienlijke dame in Parijs onverwachts zeer ernstig ongesteld. Er werd gesproken van vergiftiging. Aan verdachtmaking geen gebrek Bij onderzoek evenwel bleek, dat de ziekte ontstaan was door gekleurde ouwels, waarmede tot op dien tijd, vooral in voor name kringen, de brieven werden gesloten. Onmiddellijk maakte Rousseau van de gelegenheid gebruik, om zijn fabrikaat steeds te verbeteren en aan den man te brengen en toen zelfs aan het Franscbe kuste de baroopg voor de herhaalde uitnoo- diging de hand, wenschte haar spoedig ver betering met hare oogen en dankte de lieve pianospeelster voor baar heerlijke muziek. Ten laatste deed hij Hilde nog het genoe gen, bij bet overgeven van zijn hoed, niets te antwoorden dan, „dank n. Te veel goed heid 1* om zoodoende zijn philippientje op de beleefdste manier te verliezen. „Goeden morgen, philippientje !"Hoe vroo lijk klonk dat 1 Zij riep het als een overmoe dig kind. Haar lachen klonk hem nog in de ooren, toen hij hot hnis verliet, waarnit hij de her innering aan een behaaglijk, vredig, buwe- lijkgeluk medenam. Boven op de eetkamer, waar Erna's vlij tige handen reeds bezig waren, de sarvetten op te vouwen, de overblij selen van het maal weg te bergen en de tafel op te ruimen, hield de huisvader nog een kleine nabetrach ting. „Ein aangename jonge man voor zijn sfeer," zeide hij welwillend. „Wie mij toch gezegd heeft, dat hij socialistische neigin gen Maar waarom zijt gij niet in bet salon verschenen voor het souper" Ook zijn verwijt had den zachten toon behoa- den. „Maar papa?" beantwoordde Hilde dit verwijt, „men is er daar veiliger als men door die nauwe deur iemand aan tafel moet geleiden, en bovendien, waarvoor al die be weging „Juist, bij zulke lui moet men de eti quette in acht nemen, omdat zij dadelijk gelooven, dat men met hen van dezelfde soort is. En zoolang het eenigszins moge lijk is, moet men het hoofd hoog houden Overigens, dat souper I Kondt gij tenminste niet iets meer gebraad op tafel gebracht hebben?" De barones rechtvaardigde zich tegen dit verwijt. „Wij konden met den besten wil van de wereld niet meer op tafel brengen. Het is alles, wbt er gisteren is overgebleven. Zelfs al hadden wij naar de stad gestunrd, het zon te vergeefs geweest zijn, da luidjis willen niet meer en gij hebt mjj goen geld De stem werd ten laatste onhoorbaar, terwijl zij er ijverig mede bezig was, het ge vallen maaswerk op te nemen. „Mijn God 1 Ge hebt toch ook gehoord, dat de paarden mij per wissel tallen be- Hof het zegellak de onwels verdrong, won bij daarmede in één jaar meer, dan hij door den brand had verloren. De kok van prins Bis- marek is te Friedrichsrah in hechtenis genomen en gevankelijk naar AltoDa ge bracht. Hij schijnt onder een valschen naam daar g.iwoocd te hebben en word niet alleen van diefstal, maar ook van een misdrijf tegen de zedelijkheid be schuldigd. Ten huize van een vrouw, die zijne moeder heette te zijn, vond de justitie eene menigte voorwerpen nit prins Biémarck'g huis. De kroningsdag in Rus land. Langzamerhand wordt het bekend, dat niet alleen in St. Petersburg, maar ook de verschillende plaatsen in het binnen land van Rusland zeer ruwe fooneelen zijn voorgevallen en wet de zaak nog leeiijker maskt, dat het volk zelf deze tooneelen heett begonnen, onder zinspeling op het manifest des Keizers, hetwelk gra tie toestond voor kleine misdaden. Eigen aardig genoeg is in dit opzicht een mede- deeliug uit Koslow. Dronken volkshoopen riepen daar voor particuliere huizen de eigenaars naar buiten, verlangden geld van hen en dreigden in geval van wei gering, het huis te verwoesten, de bewo ners te doodeu. Verschillende huiseige naars lieten zich bang maken en betaal den, anderen echter traden moediger op en wezen de onbeschaamde lieden terng. Het beste verstond een zekere meneer Gw de kunst om het met deze lui klaar te spelen. Toen zij tot hem kwamen met de woorden „Geef ons geld, anders zullen we je huis vernielen en slaan we je dood," hield hij hun op kalmen toon de straffen voor, die hen zouden treffen. Maar daarvan wildon zij niets weten. „Was er dan geen krocingsmanifest, volgens het welk alle misdrijven werden vergeven P" „Zeker is dat er," zeide de heer Gw, „en dit manifest schenkt ook mij genade, als ik een paar van jou schurken neerschiet.'" Op hetzelfde oogenblik baalde hij een geladen revolver uit zijn zak en richtte die op da belhamels. Deze zeer eigenaardige uitlegging van het manifest en ook de gapende revolver, maakten een bijzonderen indruk op de mas sa zij zetten het op een loopen en be proefden of ze in andere straten wat vrees- achtiger menschen aantroffen. Daar hebbtn zij dan ook vrij wat booze dingen uitgehaald, zij sioegen de mannen en beleeedigden op de vreeselijkste wijze vrouwen en meisjes. Waar de politie on- dertusschen was en waarom de mannelij ke bevolking gezamenlijk niet optrad tegen de dronken menigte, wordt niet gezegd. Volgens de Grasdhanin kwam het in een dorp in het gouvernement Jekaterinos- law tot een Jodenvervolging, ook al ten gevolge der Kroningsfeesten. De dronken boeren plunderden een huis en al de meu bels van den Israëliet Abraham FriedmanD, plunderden den winkel van een ander en staken dien daarna in brand, waarbij een dronken boer in de vlammen omkwam. Ook werden nog andere winkels leegge haald en verwoest. De oorzaak schijnt te wezen dat de Israëlieten op den kronings- dag hun winkels hadden gesloten. Toen nu de voorraad brandewijn in het dorp op was, verlangden de boeren meer en vielen de Joden aan. Vooral op Friedmann wa ren zij zeer verbitterd, wijl zij beweerden, ,aald worden, die moet ik toch eerst inlos" sen, dat gaat met denzelfdea gang als ik nienwe paarden koop. Het gij weet n anders zoo goed te behelpen. Daar is ten minste een geluk, dat Böblen die flesschen Rauenthaler niet ook nog leeggedronken beeft. Overigens is het een goed merk, daar tollen wij meer van koopen. Het schip slingert weer eens een beetje. Hij schud de de flesch eens heen en weer en goot het laatste druppelije nog in zijn glas, en liet dit op zijn tong droppelen. „Ja, wanneer ik nog een9 mjjn paarden op de wedrennen kon laten loopen. Drie prijzen heeft die Lönhof weder ingeslikt. Een verduiveld gelukkige kerel. Hg was ook reeds voor twintig jaar geleden op zwart zaad; maar toen trok hij bet hoogste lot. Heeft hij zijn vrouw niet ver weggehaald uit een ohocoiade-fabriek maar dat beloof ik je, die cacao was van het zuiverste water. Een ieder heeft niet zoo'n ongeluk dat de schoonpapa, vcor dat men aan een erfenis toekomt, holla-hop gaat. Ja, geluk moet men hebben I Hij heeft nu stallen en ren paarden, terwijl anderen gebrek moeten lij den.* „Ziet gij dan niet papa, hoe gij mama kwelt?" deed Erna zich hooren; terwijl zij naast haar moeder was gaan staan. „Ik Kwellen Hij was verwonderd. „Waarachtig, men zal toch eens zijn gemoed wel eens mogen luchien, wanneer men zich aan die geldzucht niet dood ergeren wil. Ik kwellen, ik, die geen diertje „Laat maar, laat maar kind 1" stelde de barones haar dochter gerust en wischte zieh de tranen van de wangen. „Papa heeft gelijk. Gij moogt hem niet meer ver toornen." „Zij heeft heden een zeer eigenaar dige stemming, haar goavernante- dag," zeide Hilde, die zich boven op de la- fel geplaatst had en daar eenige mangelen zat te knabbelen- „Mij hoeft zij ook reeds een heele dosis bestaffende blikken toege- slicgerd. Zeg hot nn maar, als gij iets voor mij op uw hart hebt, miss Ergernis. Wat was er nu weder, dat niet deugde?" „Uw manier van met heeren om te gaan, als gij het dan juist hooren wilt," antwoor- de Erna op bitsen toon, zonder hare bezighe den te staken. „Er zijn toch mannen, die voor een dergelijk katttn- en muizenspel te goed zije." „Bevalt hij jon?" Hilde zag haar snater dat zijn hnis op een stuk land stond, dat aan hen, de boeren, in eigendom toekwam. Zij kenden der. prins. In de rus Choisenl te Parijs woout ee ne dame van 83 jaar, eene mevr. B., die een inkomen beett van 50000 fres. s j ars. Moeilijk kunnende gaan, leeft zij se dert gernimen tijd afgezonderd vin de wereld, in weiuig anders belangstellende dan in de aanstaande kroning van Prins Viotor tot Keizer van Frankrijk. Deze bejaarde, maar hartstochtelijke Bonapartistische had een jongen Deschamps, gewezen straatventer, in haren dienst, die door zijn aangename manieren en voor gewend vurig Bonapartisme een overwe genden invloed op "tiaar verkreeg. Voor de gezelligheid bracht hij onlangs een vriend, zekeren Lavin in huis, dien hij door haar als tweeden knecht wist te doen aan nemen en met wien hij een fraai plan netje bedacht Op een goeden dag namelijk maakten zij der oude dame wijs, dat de prins in het land gevallen maar overweldigd en in de gevangenis geworpenwas. Zij verkocht een effect om geld te hebben voor zijne bevrijding. Daarop stelde de Prins in de verbeelding der twee jonge oplichters zich candidaat voor den Gemeenteraad. „Dat was het begin van het einde", zeiden zij. Mevr. B. offerde eenige hon derden fres. voor aanplakbiljetten. Zoo veel trouw zou niet onbeloond blijven. Eenige Prinseeen van den bloede zouden mevrouw B, bezoeken. Buiten zichzelve van opgewondenheid stopte deze de twee deugnieten de han den vol geld om een luisterrijk dejeuner voor Hare Doorluchtigheden te bereiden. En zij kwamenvier prinsessen van 't geslacht der Proven 9 salsche Rose Pon pon, trouwe bezoeksters van den „Roo- den Molen' en andere plaatsen van on schuldig vermaak. De champagne stroom de en 't feest liep uitmuntend af. Helaas, Deschamps en Latru namen 't er van lieverlede zoo goed van, dat zij onlangs wegens openbare dronkenschap werden opgebracht en in bun roes alles uitbrachten. Zij verdedigden zich na, met te betuigen, dat zij nooit iets gevraagd hadden. Mevrouw gaf hun geld om aan den prins te zenden zij wisten zijn adres niet en dus nn ja, dus badJen zij geen betere bestem ming er voor weten te be denken dan te drinken op de gezondheid Van Zijne Keizerlijke Hoogheid. De repnblikeinschgezinde commissaris van politie echter heeft hen doen opslui ten. Tegen de tering. Op het oogenblik, nn geleerden en spe cialiteiten zich ijveiig bezighouden met het zoeken naar een middel tegen de longte ring, is de vermelding vsd het volgende feit niet onbelangrijk Er bestaat in Rusland een uitgestrekt plateau van ruim 540.000 vierkante mij len oppervlakte, waar minerale wateren van alle soorten in overvloed ontspringen en waar da tering absoluut onbekend is. Niet alleen merkwaardig is het, dat nog nimmer een geval van longtering onder de bewoners dezer hoogvlakte geconstateerd werd, doch opmerking verdient het, dat de weinige borstlijders, die naar deze land streek gezonden werden, zonder eenige uit zondering van hun kwaal met buitengewo ne snelheid herstelden. In deza streek van den Transbaïkal is de lucht droog eD zui- spottend aan, slingerde als een schoolmeisje met de beenen en geeuwde: „Wilt gij misschien ontrouw worden Gun anderen ook een bootje genoegen; men zou hier anders van verveling in dit heerlijke vaderland sterven; gij zult ook altijd geen marmeren beeld te genover uw Heinrich geweest zijn. Zonder aanmoediging waagt die er zich nooit aan." „Om zijn hals ben ik hem niet gevallen; daartoe was ik te trots." In ééa sprong stond Hilde met beide voe ten op dm giond, onmiddellijk slechts door de ronde tafel gescheiden, vlak tegenover hare zuster, gereed om den strijd te be ginnen. „Mijn trots behoeft gij niet op te roepen," voer zij scherp nit en hare oogen bliksem den als vuurkogels in het doodsbleoke ge laat. „Mijnentwege was ik tenminste te trots, op een knaap te wachten, die niet den moed heeft, met mij om te gaan, en wien de kracht ontbreekt, mij d9 plaats iD zijne familie te doen innemen, welk men mi) weigert." „Onbeschaamd 1" liet zich na de baron hooren. „Een ongehoorde onbeschaamdheid van dien ouden waterbederver. Als die zoon maar naar mijn zin is wat is bij Een armzalige mijnheer Seiler." Bij den slag, dien de zuster haar toege voegd had, had ook Erna zich hoog opge richt; het bloed was haar naar de wangen gestroomd; maar zij overwon hare opge wondenheid en zonder op de woorden der vertoornde zuster te letten, zeide zij, met moeite hare drift in bedwaDg hou dende „Ik kan er den man slechts hooger om achten, die het gebod zijns vaders eert," en zij verliet daarop de kamer door de deur, die op den gang aitkomt. De moeder nam zwijgend haar werk bij elkander en volgde baar. „Daar gaan zg heen, die beide ODgeluk- kigen en weenen mot elkander," zeide de baron, van zijn stoel opstaande. „Ja, ja men heeft zoo zijn krnis te dragen 1" Hij omhelsde zijn dochter, die hare tanden in de lippon groef en er nu juist niet erg ze gevierend uitzag. „Ziet ge, wij verstaan en begrijpen elkander. Thuis Bah. Dat is een bespottelijk idee 1 Men moet het leven genieten, Wat zon het leven zijn, zonder een beetje genot en vroolijk- heidl" En het glas nog eenmaal boven den ge ver. De koude is er somtijds hevig, de thermometer wijst er zoo nn en dan 50 graden beneden het vriespunt aan. Altijd echter kan men er heerlijk vrij ademen, omdat het er nimmer waait of guur is. In een niet zoo vergelegen streek, aan deze zij de van den Baïkal, waar het klimaat bij na gelijk is aan dat van het Transbaïkal- schejplateau, vindt men enkele borstlijders, die bijna uitsluitend uit andere streken af komstig zijn. Ook daar geneest de tering veel ge makkelijker en spoediger dan elders. Zou het zoolang gezochte middel niet daar te vinden zijn Hoe het zij, te wenschen is het, dat specialiteiten al hua attentie op dit land vestigen, en dat zij met nauwgezetheid het klimaat en de daar ontspringende mineraalwateren bestudeereH, daar deze streek spoedig het Russische heisteltingen- soord zou kuanen worden voor lijders aan deze verschrikkelijke ziekte, Baas Thomas werkte van den vroe gen morgen tot den laten avond. Het ge- heele dorp prees hem wegens zijue ruste- looze werkzaamheid, de vogels in de hoo rnen evenwel keken hem zeer bedenkelijk aan, wanneer zij dien onvermoeide hoorden klagen, dat de dag hem nog te kort was. Hij had toch wel kuauen zingen, doch dat viel hem niet in. Wie hem daartoe zou hebben uitgenoodigd, dien zou hij ge antwoord hebben„Ik ben niet gestemd tot zingen, ik heb te veel te doen, de tijd is mij te kort." Daar hij geheel voor zijn arbeid leefde, zoo ging bij alles wat in de schepping niet alleen tot nut geschapen is, maar vooral dient tot verhooging en bevordering van het schoone in God's schepping, met min achting voorbij. Nooit had hij den tijd, zieh te verheugen in de schoonheid eener bloem of in die van een vlinder, en evenmin had hij den tijd, zijn blik op te slaan tot het uitspansel en daar in die tallooze ster ren de grootheid der schepping te bewou- deren. Maar eindelijk moest de rusteloos wer kende toch stilstaan voor één dat is de dood. Die gebood hem, voor eeuwig rust te nemen. Eu ziet, de wereld geraakte door zjiu rust niet nit haar voegan. Ook zonder deu rusteloozen arbeider werd het land bebouwd, doch zijne erfgenamen meen den, dat hij met al zijn werken hen een veel grooter vermogen had moeten nala ten. Het viel hun nog niet eens mee. Wat daaruit te leeren valt Dat de Schepper de natnur niet zoo heerlijk geschapen zou hebben, als Hij niet gewild had, d»t wij ons ook in die heerlijkheid zouden verheugen. Bont gekleurd. Wanneer een groene jongen blauwen Maandag houdt, met de roode vlag in de hand, gegrepen door de politie, bont en blauw geslagen wordt en bij zijn vader een wit voetje ziet te krijgen, maar deze hem zijn gedrag zwart op wit verft. Jongeheer. Pa, zijn er ook houten spoor wegen Papa. Weineen, jongen, hoe kom je daaraan Jongeheer. Wel, omdat hier overal te lezen is Hullandsche IJzeren spoorweg openden mond houdende, ofschoon er niet een droppel meer uitkwam, snakte hij er naar als een visch in het water. HOOFDSTUK 4. Toon Reimar de volgende maal naar Bernbausen kwam, vond hij niets meer te rug van dat beeid vau stille vrede, dat de vorige maal zulk een gunstigen indruk op he mbad gemaakt en hem gedurende al dien tijd trouw bijgebleven was En was dat alles dan toenmaals bloot een droom geweest Hij had met opzet een geheelee tijd na zijn eerste bezoek laten verstrijken, hoe zeer hij ook eiken avond naar de |groene burchtrnïne getrokken werd, en hij had eerst den zondag voorzijn tweede bezoek uitgezocht opdat zijn ijver niet al te indringerig zou schijnen en voor een deel ook, om dat hem gedurende de week zijn vrije doen en laten ontbrak. In do stille hoop, dat h j ongestoord in den familiekring zon mogen blijven, was hij reeds iets vroeger op stap gegaan, en slapte hij ditmaal rustig voort; niet, dat zijn bart niet even onrustig klopte; maar bij werd nu niet gedreven door bet aarzelen en twijfelen van de vorige keer; na evenwel klonken hem de woorden van dent baron in de ooren, dat iedere flinke jonge man op een vriendelijke opname in zijn bnis niet slechts rekenen kon, maar dal hij dien evengaarne in zijn familie zon opnemen, Wel was Reimar zich bewnst, dat hij er nog ver van af was om zooiets op zichzelf toe toe passen, zoo hoog hadden zjjne wenschen zich nog niet uitgestrektop een met vroo lijk praten doorgebracht uurtje kan men zulke plannen niet bouwen. Aan deze droo- merijen overgegeven, terwijl hij laogzaam het bergstraatje langsstapte, kon hot gemak kelijk dat hij zijn gansche phantasie, liet werken, dat bij het verledon en de toekomst weder voor zijn geest haalde. Had hij hier op dezelfde plaats aan het oude muurwerk reeds halt gemaakt Maar te vergeefs vestigde hij den blik omboogvan den boo- gen muur viel zelfs niet de schaduw van een enkel bloemblaadje. Het is nog te vroeg voor haar, de zon staat nog te boog, en mistroostig stapte bij den weg weder langs, als een moede gast, die niet aan bot deerpoortje kloppen durft. Ook de ontvangst door de ingedommelde maagd aan de voordeur, geleek niets op datgene, wat hij verwacht had. WORDT "VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6