ÉfflE MIG, Heden Ontvangen: bij J. A. de Rooij. a, i. ra Gemengd Nieuws. Van uitgaan gesproken, PLAATSELIJK NIEUWS. ADVERTENTIEN. een 2d„ BAKKERSKNECHT, 8CHA« 15 JU. Aritje Zeeman- K. Zeeman, GEVRAAGD: bij Johs. Kossen, Gomeenten. Aantal scholen jkroogen Ver houding. 6 131 1 21 1 21 1 21 2 37 1 18 Koog a/d Zaan 1 18 1 18 Egmond a/Zee 1 16 1 16 10 145 1 14 1 13 1 13 Rijp 1 12 1 12 Zand voort 2 24 1 12 Purmerend 6 70 1 11 Heemstede 2 23 1 11 Hoorn 8 92 1 11 Bergen 1 11 1 11 Terschelling. 3 33 1 11 In Amsterdam bevonden zich 247 scholen tegenover 1475 officieele kroe gen. Met de clandestine-kroegen mee, zal zich dus in Amsterdam 1 school te genover ongeveer 10 kroegen bevinden. In 1893 werd in geheel Noord-Hol- land voor de 459 openbare scholen f 4055669,72 J/2 uitgegeven (salarissen, leermiddelen, onderhoud, etc.). Dit on derwijs werd gevolgd door 91435 leer lingen (op 1 Jan. '94). Per leerling dus een uitgave van f 44,35J/2Hoe wel steeds beweerd wordt, dat het bij zonder onderwijs zooveel goedkooper is dan het openb., willen wij toch rekenen dat ook bij dat onderwijs per leerl. zoo veel betaald wordt. Wij komen dan tot een totaal bedrag voor lager onderwijs van f5660652,35, d. i. f6.44y2 per hoofd van de bevolking. In 1892 besteedde men in Noord- Holland ruim zeventien millioen gulden aan sterken drank, d. i. ruim twin tig gulden per hoold van de bevolking.6) Ruim zeventien millioen aan sterken drank in één jaar, dat is bijna zooveel als alle uitgaven door alle gemeente besturen van N. H., welke 1893 ruim negentien millioen beliepen Yan deze zeventien millioen eischte de Ned. Staat, als mede-vennoot bij de schenkerij f 4141935,01 al zijn aandeelV oorwaar een voordeelig zaakje! Moreel? Wel, wie denkt er aan moraliteit bij geldzaken Zaken zijn zaken, en ruim 4 mill. aan accijns, die zoo zonder eenig morren wordt op gebracht, wel, dat geeft een flinke verlichting aan den belastingdruk, ter wijl anders het verlangen naar een sterk progressieve inkomsten-belasting wel eens al te sterk kon worden Men kon nooit weten Bovendien ontvingen de verschil lende gemeenten in N.-H. nog ƒ205,493,925 aan „vergunningrechten" wat dus met den accijns een vrij willige jeneverbelasting Van ruim vier millioen drie honderd duizend gulden uitmaakt. Vergelijken wij daarmede de andere belastingen in hetzelfde jaar hoofdelijke omslagen (ink.-belas) f 4,073,260.71 grondbel. en rijksopc. en gem.-opc. 3,073,408.61* personeele belasting en opc. 5,007230.47 vrijwillige jeneverbelasting 4,347,428.93* f ij f-en-een-half millioen voor het on derwijs onzer kinderenruim zeventien millioen aan sterken drank. Is het niet zonderling, neen, is het niet diep treurigdat wij naast iederen gulden voor het geluk onzer kinderen er drie leggen om dat geluk te verwoesten Onderwijzers van Noord-Holland, welk resultaat denkt gij op deze wijze met uw werk te bereiken Zou het niet meer dan tijd zijn, dat gij beslist stelling naamt tegenover deze dreigende alcohol-overheersching Moet gij het niet doen in het belang Uwer leerlingen Moet gij het niet doen in het belang van Uw eigen werk Ouders die dit leest, wat dunkt U, zou het niet meer dan tijd zijn met deze geldverkwisting te eindigen Gevoelt gij iets van liefde voor Uw kinderen. Ja En durft gij met een gerust geweten Uw uitgaven aan drank blijven doen Durft gij, wetende welk een verderfelijken invloed Uw drinkend voorbeeld op Uw kind heeft, toch blij ven volharden in uw gewoonte Ouders en onderwijzers overdenkt deze dingen eens. Overdenkt ze en handel dan. Th. v. d. Woude. (Wordt vervolgd.) 1) Zie den brief van prof. Stokvis in het door de afd. Amsterdam der „Ned. Onderw. Propaganda- club" uitgebrachte rapport; „Alcoholgebruik hij kinderen". (De Grauw, Ouderk. a. d. Amstel, 5 ct.; 50 ex. f 1 60). 2) Dr. A. Smith. Die Alkoholfrage und ihre Bedeutung für Volkswohl und Volksgesundheit. Einc sozial-medizinische Studie für Aertse und ge- bildete Laien (Osiandersche Verlagsbuchhandlung. Tübingen 1895, 2 80 M.) 3) L. D, Mason M. D. Etiology of alcoholic Inebriety. Aangekondigd door dr. Spaink in het Ned. Tijdschr. v. Geneetkunde 1891, II. 2G7. 4) „Verslag v. d. Staat der Hoogere, Middelbare en Lagere Scholen in het Koninkrijk der Neder landen (1892—1893)». 5) Deze en volgende cijfers zijn ontleend aan het „Verslag over den toestand der provincie Noord- Holland in 1893». 6) De berekening in een volgend artikel. Hu de zomer weer iu het land is, worden door jong en oud reisplannen en plannetjes ontworpen en vroegere uitstap jes in herinnering gebracht. Dat is oiels vreemds. De teisgelegen- heid toch wordt elk j iar geschikter ge maakt en spjorweg- eu stoombootmaat schappijen doen hun best om tegemoet te komen iu de kosten van vervoer. Een bescheiden reisje ligt in onzen tijd ou Ier bijna ieders bereik, eu op een goeden dag gaan weldra weder honderden met een goedkoopen treiü onze grocte steden bezoe ken ,of de heerlijke omstreken van Haarlem, of het Gooi, of elders. Of ze gelijk hebben, die menschen. Ie der weldenkend burger zal die pleizierrei- zigers van harte een „goede reis" toewen- schen. Zoo'n uistapje kan zeer genoeglijk zijn en nuttig is het iu elk geval voor ieder, die de gelegenheid, om voor gerin ge kosten veel te profiteeren, op rechten prijs weet te stellen. Dat dit laatste in onze dagen nog niet tot de algemeene eigenschappen der menschen behoort, is treurig maar waar. Er zijn er nog al te veel, die netjes aangedaan uitgaan, doch als ze pas uit den trein zijn gestapt, met allen geweld willen loonen, dat ze zich eigenlijk niet weten te gedragen, dat ze niet kunnen (ot willen voldoen aan datgeen wat de gewone burgerlijke beleefdheid in billijkheid van ieder mensch vorderen mag. Dat is te bejammeren voor ons volk ia het algemeen en voor onze jon gelui van buiten in 't bijzonder. Er zijn gevallen bekend, dat eigenaars van schoone buitenplaatsen, den toegang tot hunne wandtlbosschen. en tuinen voor het publiek hebben moeten sluiten, om beveiligd te zijn voor de kwaadwilligheid eu vernielzucht van vreemde bezoekers, die maar niet schenen te begrijpen, dat een zorgvuldig geschoren grasperk niet dient om er over te rennen, of er op te gaan 1'ggen stoeien, dat e®n fraai bloem bed niet is aangelegd, om geplunderd te worden, dat een sierlijke boom niet is aangekweekt om verscheurd te worden en dat een tuinbank op een heuveltje, van waar men een heerlijk gezicht heelt op een vijver met een lief eilandje er in, niet daar geplaatst is, om er links en rechts let ters en wansmakelijke figuren eD insnijdin gen op aan te brengen, Zooiets is er gerlijk iu hooge mate. Ik herinner mij, dat ik op zekeren dag het genoegen had rond te dwalen in het Rijks museum te Amsterdam. Zooals ieder kan weten, is men daar kosteloos in de gelegenheid gesteld, om ontzettend, veel en velerlei schoons te zien en tevens veel te leereu op velerlei gebied. Daar kan men uren doorbrengen zon der iets te spreken of te vragen; men ziet maar om zich rond en dat ia ook voldoen de. Al loopen er honderden bezoekers door de zalen, men bemerkt niets wat op rumoer gelijkt. Eu ziet terwijl ik op dien middag in de schilderijenzaal mijne oogen den kost geef, word ik ik zou haast zeg gen opgeschrikt, door een gegil van eenige jongelieden, meisjes en knapen, die luid giebelend en in vuile taal hun pleizier te kennen geven bij het zien van eene schilderij. Eenige dames en heeren in mijne na bijheid zien ook om Daar die luidruchtige bezoekers, en op ieders gelaat bemerkt men eene uitdrukking van verbazing en ergernis. Lachen is aanstekelijk, maar hier in de echilderijenzaal was het ge lach van die jongelui bepaald walging- wekkend. Een uurtje latei liep ik in de beneden zaal en, waarlijk, dezelfde paren jon gelui komen de trappen afhollen, tierend en kraaiend van pleizier. „Die zijn zeker ook voor hun pleizier uit," zegt een burgerman, die met oplet tendheid een mcdel van een vaartuig be kijkt. Zoo als hij dit gezegd heeft, krijgt de man een stoot van een der meisjes, die door haar galant met een schaterlach op zij geduwd wordt. „We zullen maar denken ze bennen nog niet wijzer, meneerzegt de man, terwijl hij zich naar mij keert, Een der bedienden of conciërges, als men 't zoo noemen wil, maant de jonge lieden op btleefde wijze tot ordelijkheid aan. De man krijgt daarop een antwoord, dat een boerenwerkman van zijn baas niet zou kunnen uitstaan, „Waar komen die vandaan P" vraagt de beleedigde bediende aan zijn collega, „Uit A. zeggen ze. Waar dat ergens in de wereld ligt, weet ik niet. Maar als alle mensehen daar zoo zijn, als deze lui, dan zou ik er niet eens dood willen wezen." „Wat doen die menschen hier zegt een derde. „Ze passen hier niet 1* Ik kende A. wtl. Ik heb er vele men schen gekend en ik ken er nog van zeer nabij. Ik wist ook, dat niet alle men schen te A. zoo waren als deze lfti, maar dat vertelde ik niet aan den bediende. Ik was al blij, dat niemand der pietma kers mij kende, want ik zou mij geschaamd hebben, als een hunner mij aangesproken had. Mijn dag zou bedorven geweest zijn, dunkt mij. Zoo vaak er gesproken wordt over de nadeelen van kermis en over de voordee- len van het maken van uitstapjes of reis jes, komt mij die ontmoeting in het Rijks museum in de gedachten. De kermis heeft haar tijd gehad, zegt men, schaft ze af, en laten odzc jongelüi en anderen gebruik maken van de goid- koope reisgelegenheid en vreimde streken zien eu menschen leeren kennen en kunst stukken btschouwen, die onze bewondering wekken. Dat kost geen handvol geld en geeft meer en beter genot, dan al do ker missen samen. „Edele ontspanningen oe fenes een veredelenden invloed, maar ru we vermaken bederven den meusch," is er geschreven. Alles waar en goed Wat mij betreft, verdwijnen de kermissen zoo spoedig mo gelijk ik kan er best boiten. Maar waar moeten nu die pleizierige lui uit A. heen, die in het Rijksmuseum niet passen en waarschijnlijk evenmin op audere dergelijke plaatsen, waar ze komen binnenvallen Genieten doen zij niet van al het heerlijke wat hun daar aangeboden wordt en zij hinderen anderen door hun ongemanierd gedrag. Waar moeten zij nu heen, zij en huns gelijken uit B. en C. enz., het goheele alphabet uit? Zie, dat is de groote vraag. Wil meD, dat onze openbare wandel plaatsen, musea, enz. enz. toegankelijk worden voor iedereen, zonder onderscheid, en dat de genoegens, die allerlei inrich tingen zoo overvloedig kunnen schenken, genietbaar worden voor het algemeen, dan moeten alle ware vrienden der volksbescha ving zoo door eigen voorbeeld als door onderrichting, de menschen leeren begrij pen, wat waarlijk schoon is en goed eu wat niet. Ieder, die wat over anderen te zeggen heeft, wake er voor in zijne naaste omgeving, dat het ongepaste en on- welvoegelijke in handel en wandel buiten gesloten blijft. Eu zou dan misschien de kermis, niet als van zelve, zachtjesaan tot het verlede- ne gaan behooren Er is niets nieuws onder de zon. Dat beweert ten minste prof. Lombroso in The Contemporary Review en hij bewijst, dat veel wat wij aan onze eeuw toeschrijven, of althans aan den nieuwen tijd, reeds lang bekend is. De ouden bijv. kenden allang de bliksemafleiders, zij wisten in elk geval, hoe de bliksem kan worden aangetrokken. De Keltische sol daten plachten bij onweer op den grond te gaan liggen, terwijl zij naast zich hun ontbloote zwaarden met de punt naar bo ven in den grond plantten. Het moet ze ker Wel gebeurd zijn, dat de bliksem op en langs een zwaard in den grond sloeg, zon der den naastliggende strijder te deren. De Romeinen schijnen ook den bliksem afleider gekend te hebben en op den top van den hoogsten toren van 't kasteel Duino aan de Adriatische Zee heeft sinds onheuglijke tijden een lange ijzeren stang gestaan, In stormachtig zomerweer diende die stang ter voorspelling van boos weer. Stond de zee dreigend, dan werd een sol daat op post gezet bij deze stang. Van tijd tot tijd bracht deze de punt van zijn lans dicht bij de stang, en wanneer er vonken oversprongen tnsschen deze beide metalen voorwerpen, luidde hij de klok, om de visschers te waarschuwen. Gerbert (Hugues Capet) vond in de tiende eeuw een middel uit om den bliksem af te wenden van een veld, door daarin lange stokken te planten, waarop hij scherp ge-' slepen lanspunten had bevestigd- Iets anders. In 1662 was Frankrijk reeds in 't bezit van omnibussen. De Romeinen hebben in de Sahara zelfs reeds Artesische putten geboord. De vlak ten van de Libanon en van Palnoyra wer den kuustmatig besproeid; er worden daar nog sporen van putten en kanalen gevondeD. In 1685 schreef Papin in het Journal des Savants een verslag van een experi ment, gedaan door een zijner vrienden, ge naamd Wilde, die bloemen kon doen bloeien in een oogenblik tijd. Het geheim lag in de bereiding van den grond, maar 't weid er niet bij geopenbaard. Massage was ook reeds van ouds bekend onder de Romeinen. Paracelsus spreekt in zijn „Opera Medics^ over homoeopathie eu zegt dat gelijken door gelijken moeten genezen worden. De natuur zelf, zegt hij, bewijst het ons, door steeds neiging en begeerte tot vereenigen onder gelijken te vertoonen. Polybius spreekt ook over het zelfde onderwerp, AvicenDa en Mireppus speken reeds over oneindig kleine doses, toegediend van vergiften, niet r.ame arse- nik. De Arabieren gebruikten aloë en kamfer voor dezelfde doeleinden als wij. Op het gebied van chirurgische instru menten waren speculum, sonde en forceps reeds bekend in 500. In de ruïnes van Pompeï zijn van deze instrumenten ontgra ven, welke zich nu in hef museum yan Napels bevinden. In 1665 geeft Galande reeds een theo rie der psychische centra, en wees hij het voornaamste gedeelte der hersenen aan als den zetel van 't cenlrum der verbeeldings kracht, terwijl hij het centrum van 't ge- beugen in 't achtergedeelte plaatste. Aristoteles deelt mede, dat het zeewater drinkbaar gemaakt kan worden, door ko king en opvanging van dan damp. De Grieken bezaten het pilema, een wol len of linnen kuras, zóó dicht geweven, dat het voor de scherpste laDsen ondoor dringbaar was. De molens waarin de Romeinen hun olijven maalden, waren beter dan de tegen woordige. In 1200 hadden Chineezen reeds ijzeren buizen, ofschoon ze niet gegalvaniseerd wa ren. Glazen wonigen hadden reeds de Kelten in Gallië en cok de Siameezen in zeer vroege lijden. Htt irrigatie systeem, dat Engeland en Lombardije zeer vruchtbaar heeft gemaakt, bestond reeds ten tijde van Virgilius. Groot opzien wektinEn- geland de zelfmoord van lady M a r y B i 1 g h, vierde dochfei van den graaf Van D a r n 1 e y, nicht van den graaf Van Chichester. Sedert lang leed het jonge meisje (geboren in 1868) aan zware hoofdpijnen. Zij placht 's na middags in hot heerlijke p. rk van Cob- ham hall te wandelen en zondagavond vond men haar dood in een vijver van iiet afgelegenste gedeelte. Hare kleederen lagen keurig opgevouwen aan den oever. De poli tie te Parijs heeft in het Bois de Boulogne op r nacht 22 bedelaars en vagebonden aangehouden, die daar 's nachts verblijf hielden. Een hunner was gekleed in slangevel, naar hij zeide, tegen rheumatiek, dien hij als soldaat in Tonkin had gekregen, Tegen de vliegenplaag. Volgens eene wetenschappelijke vereeni- giug te Londen kan men gemakkelijk zor gen dat men op de tafel in de huiska mer geen last heeft van de vliegen. Dan hangt men aan den zolder een gekleurd net waarvan de mazen een voet wijd zijn. In Itilië spant men voor 't zelfde doel eenige. koorden onder den zolder langsde vliegen blijven daar op zitten, naar men zegt, en vergeten wat beneden hen is. Men kau 't beproeven. Tegen muizen en ratten. M beweert dat fijngestampte hittereen amandelen, met meel of suiker bestrooid, deze dieren verdrijven. Weereen moordenares. Ditmaal niet in Engeland maar in Spanje. Te Peraleda de la Mata, verza melde Rose Rujo, een dertigjarige vrouw, die niet al te goed bij haar verstand is, een dertiental kinderen om zich heen, door lekkernijen en lielkoozingen en ge deeltelijk door dat het eene kind het an dere volgde. Zij sloot deze kinderen, die van twee tot tien jaren waren, op in een kamer in haar huis. Daarna nam zij er een mee, zorgvuldig de deur achter zich sluitende; vijf minuten later kwam zij terug, greep weer een kind en verdween weer, zoo ging het negenmaal achtereen zij werd steeds meer opgewonden. Tosn zij echter voor den tienden keer kwam, waren de nog overige kindeien verdwe nen. Rose begon nu bang te worden en zij sprong zeit ook in den put waarin zij een voor een al de kinderen had geworpen. De weggeloopen kinderen maakten na tuurlijk alarm, de ouders en anderen dorpelingen kwamen toeloopen en men haalde de vrouw levend uit den put, met nog twee der kinderen. De zeven ande ren waren allen dood. Het scheelde niet veel of de bevolking van het dorp had de wreede vrouw verscheurd. Onterfd. Ne w-Y o r k heeft zijn beroemde zaak de Amerikaan- sche miljonnair Cornelius Vanderbilt, van wien wij onlangs een karakterschets gaven, heeft zijn zoon onterfd. Daarvoor had hij een degelijke reden. Want die zoon wil trouwen. Dat vindt trouwens de vader niet zoo erg, maar wel, dat die zoon bij zijn huwelijk meer de inspraak van zijn hart volgt dan zijn eigen belang. Want de uitverkorene van den jongen Vander bilt is een miss Wilson, die tot de rijk" ste familiën van New-York behoort. Zoo heel arm is ze ook nog niet, baar vader wordt op 15 miljoen dollars geschat, maar dat moet miss Wilson deelen met vier broeders en zusters, zoodat ieder maar kan rekenen op 3 milioen dollars. En de zoon van den rijken Vanderbilt heeft maar een particulier vermogen van een honderd duizend dollars en een betrekking als in genieur bij de Central-Railway-Comp Hon gerlijden zal bet paar zeker wel niet in de toekomst, maar hoog in aanzien zullen zij ook niet staan bij de dollar-menschen van New-York. Ondertusschen beweert men, dat de ou de Vanderbilt meer boos is omdat zijn zoon juist een Wilson koos, dan omdat hij een uiet-rijke nam de Wilsons nl. behooren tot die groep millionnairs, die steeds in vijandschap stonden met de Vanderbilts, en dezen veel afbreuk hebben gedaan. Daar zoowel de oude Vanderbilt als de zoon stijfkoppen zijn, verwacht men, dat de breuk tnsschen beiden onheelbaar zal blijken. Dienstbodenplaag. Een familie in Brooklyn heeft dezer dagen on dervonden, wat 't zegt dienstboden te hou den. Het nieuwe dienstmeisje was twee dagen in huis geweest, had goed gewerkt en lekker gekookt en werd door de fami lie reeds als een model beschouwd. Den derden dag echter was het eten aangebrand en mevrouw maakte aanmerking. De meid werd brutaal, mevrouw boos, eindelijk werd de meid weggejaagd. Zij was echter niet tevreden met het geld dat haar aangebo den werd, wilde de week uitbetaald heb ben, en loen mevrouw terugkwam van het zingen van haar klaagliederen bij de buien, vond zij Mary in haar kamertje verschanst. Een politie-agent met een paar hulpen had de grootste moeite om de schoppende, krabbende en bijtende meid het huis uit te krijgen, en daarna ging mevrouw de schade opnemen, die Mary onder de hand nog had aangericht. Den olieverfportretten in het salon waren de oogen uitgestoken en neus en ooren afgesneden in de piano waren verscheidene emmers water gegoten de klok was op den vloer te pletter ge gooid en pannekoeken met stroop waren op de ruiten geplakt. Iu audere kamers was eveneens schade aangericht, zoodat die model-meid de familie dour te staan mkot. De viouw des huizes denkt rr over, in het vervolg alle meiden te schu wen en zelf haar huiswerk te verrichten. Schaöen, II Juli 1896. Aan het postkantoor a 1- hier en de daaronder ressorteerende hulp kantoren werd gedurende de maand Juni ingelegd f8735.51, terugbetaald f8989.025. Het laatste, door het kantoor uitgegeven boekje draagt hst nummer 8274. Men bericht ons dat er morgenavond ic den tuin van den heer G. Broersma door de Harmoniekapel een Volksconcert zal worden gehouden. Het programma kunnen we evenwel niet mededeelen, daar dit nog niet scheen vast gesteld. Predikbeurten. De Godsdienst-oefeningen beginnen om Oy2 ure, des voormiddags. 12 Juli Geen dienst. 19 A. W. v. Kluijve. 26 A. W. v. Kluijve. Marktberichten. SCHAGEN.9 JULI 1896. Aangev. 5 Paarden i 75.a 125.— 9 Geldekoeien(magere) „140.— a 160.— 23 Vette Koeien «170a 220. 6 Kalfkoeïen 4 Vaarzen ,170.— a 200.— 70. 20 Nuchtere Kalveren 8. 10 Schapen magere 92 Idem, vette 26 Lammeren a 85.- u.— a 18.— 12.- a 16.— 16.- a 21.50 8.50 a 12.50 8 Bokken en Geiten 1.— a 7.— 20 Varkens (magere) 7.— a 10.— 25 Idem(vetfe) per K.G. —.30 a —.35 50 Biggen 2.50 a 5.50 40 Konijnen —.10 a .75 100 Kippen —.10 a 1.— 600 Kilogr. Boter .80 a 1.— 200 Kaas .20 a .35 3000 Kipeieren 2.50 a 3.— 2000 Eendeieren 3.— a 3.10 HOORN, 9 JULI 1896. Aangevoerd: Kleine Kaas, hoogste prjs f 25.— Com missie f22.Middelbare f aangev. 271 stapels, wegende 76769 Kilo. ALKMAAR, 10 JULI 1896. Kleine Kaas f 25.Commissie 23. Middelbare f 23. aangevoerd 500 stapels, wegende 175000 K.G. ALKMAAR, 10 JULI 1896. Aangev. Örauen 75 H.L. als; Cbev. f 4.75, Haver f 3.25, Bruine Bconen f 10.a 11.50, Grauwe Erwten f 15.—. EDAM, 9 Juli 1896. Aangevoerd 39 stuks boter per 5 HG. f ,55 a f.56. Grasboter f a Kipeieren f a f 3.50 per 100 stuks. ZAANDAM, 9 JULI 1896 Aangevoerd 13 stapels kleine Kaas, prjs f 22.50. ENKHUIZEN, 8 JULI 1896. Heden werden aangevoerd 15 stapels kaas, prijs 23,— per 50 KG. De pr jzen der zaden waren als volgt Karwjzaad f 12.— a f 12.25 Mosterdzaad f 11.- al 13.75 Maanzaad f6.— af Groene erwten f 9-50 a fl 0.50. Vale erwten f 9.50 a 12.—Wjker Vale f 7.50 a 9.—. Grauwe erwten f 10. a 14.50. Bruine boonen f 10.— a 10.50 Paardenboonen f 4.50 a 5.—. Gerst f 3.75 a 4.50, Haver f3.50 a4.— Aangev.: Vette Varkens f.15 a —.18 per V2 KG. Magere Varkens f 9.a f13.—p. st. Biggen f 3.— a 6 50 Scha pen f a Lammeren f a f Konjnen f —.45 a f 1.— Kip pen f —.75 a 1.25, eieren f 3.50 a f 3.75 per 100 stuks. Boter f0.50 f0.52* per kop. *Ht* Heden overleed na eene onge steldheid van 7 maanden, mijne geliefde Moeder, Mej. wed. H. Hopman, in den ouderdom van 69 jaren. C. H. HOPMAN. Hoorn, 8 Juli 1896. Algemeene Kennisgeving. Heden overleed mijn geliefde Echtgenoot iu den ouderdom van 56 jaar. Mede namens Kinderen en Be- huwdkinderen, Wed. ZEEMAN- van der moolen. Kolhorn, 7 Juli 1896. Hartelijke dankbetuiging aan Dokter Beeker van Bar- singerhorn, voor de zorgvolle behandeling, die mijn Man ia zijn lijden van hem heeft ontvangen. Wed. ZEEMAN- VAN DER MOOLEN. Kolhorn, 7 Juli 1896. eenigszins met het vak bekend; kan direct geplaatst worden Mr. Bakker.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 3