lallende Sterren. Donderdag 13 Augustus 189S. D 40ste Jaargang ITo. 3123. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL Btireau: SCMAOBSW. &aan, 15 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60* Alzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN v.an 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Binnenlandse!) Nieuws. FEUILLETON. Anna Paulowna 10 Aug. '96. Raadsvergadering te Oude Niedorp, op Dinsdag 11 Aug. 1896, voorm. 10 ure. mi OURANT. AiiertBiliÊ- Liillmllii Te Nieuwe Niedorp verga derde den 8sten Augustus de afdeeling Nieuwe Niedorp van den a 1 d a ar gevestigden BOERENBOND (dat is geen afdeeling van den Bond te Utrecht.) Van de 67 leden waren 22 aanwezig. Wegens het bedanken van den heer 1). van der Stok als lid en Voorzitter der af deeling, nam de heer J. Coster de leiding der vergadering op zich en opende deze met een woord van welkom en met den wensch, dat deze bijeenkomst den Bond tot heil zou zijn. De notulen der vorige vergadering wer den gelezen en goedgekeurd. Aan de orde is punt 1 der convocatie: Benoeming van een bestuurslid, in plaats van den heer D. v. d. Stok, die bedankt heeft. Na twee vrije stemmingen werd bij herstemming de heer J. Kuilman met 15 van de 22 stemmen gekozen. Deze heer neemt zijne benoeming aan, alhoewel 't volgens Spr.'s meening beter was, dat een boer verkozen ware. Volgt nu punt 2 Bespreking van mid delen, die leiden kunnen tot uitbreiding van deü Bond." Voorz. wijst er op, dat elke zaak, dus ook de Boud, wel met tegenwind, heeft te kampen; maar met een goeden wil, zal men dien overwinnen. Te Wognum en Wijde-Wormer zijn af- deelingen gestichtWieriugeiwaard en Winkel hebben toezegging gedaan; op meer dere plaatsen worden maatregelen tot stichting eener afdeeling genomen. De heer B. Kuilman leest de circulai re, die aan verschillende personen is ge zonden voor, wijstj op hetgeen daarop is ge volgd en is van meening, dat besprekin gen als te Wijde Wormar stellig tot uitbreiding van den Bond zullen leiden. Ech ter kost het reizen van zoo'n afgevaardigde geld en op Spr.'s voorstel besluit men dit in 't vervolg uit de aldeelingskas te be talen. De heer J. Kuilman zou als propaganda voor den Bond in enkele groote bladen met ingezonden stukken willen bekend ma- Roman van Bolert Byr. DERDE BOEK. 18. Hoewel baron Brandolf dadelijk reeds van plan was het goed te verkoopen, aarzelde hij de eerste oogenblikken toch om toe te happen; maar dit geschiedde alleen om zoo veel mogelijk van den kooper ta plukken. Hij had zich tevens in het hoofd gezet, dat de eigenlijke kooper niemand anders dan mijn- hoer Seiler zijn kon, die hem, nadat hij al zijne goederen had gekocht, ook nog het laatste stukje wilde ontrooven, om zoodoen de de vornietiging der oud-adellijke familie Brandolf te kunnen vieren. In ieder geval was de oude verstandige fabrikant hardnek kig iu zijne aanbiedingen gebleven. Da prins, die achtor de schermen zat, was on geduldig en niet karig, hij willigde in alles in, en baron von Brandolf kon met de opbrengst van zijn puinhoop, zooals hij de ruïne noem de, de drukkendste verplichtingen aflossen; er bleef hem bovendien nog een aardig som metje over, waarvan hij uitstekend kon le ven. Maar het was zeker niet groot genoeg om daar in de residentie een zekeren staat mede op te hoaden. Zulk eene bedenking kwam er in zijn arm dwaas hoofd niet optoen hij te weten kwam wie de eigenlijke kooper was, had hij in zijn fantastisch brein zijn toekomstbeelden reeds in gereedheid. Hij geloofde nu den toover- sleutel in de hand te hebben, die hem ook in de toekomst alles goeds zon aanbrengen. Ook tot hem waren reeds geruchten doorge drongen, dat prins Eduard zeer vele belang stelling koesterde voor de jongste holdame zij ner tante, en hij had, hoewel schijnbaar heftig het hoofd schuddende en met de wenk brauwen fronsende, toch gretig naar deze berichten gelaisterd. Nu was ,hem opeens alles duidelijk geworden. Wie anders dan Hilde kon den koop hebben doen sluiten en de aandacht van den hoogen kooper op Bern- hansen vestigen? De kleine wist van hare posilie partij te trekken, zij dacht aan do ha ren en dat was braaf van haar. Zoo kwam de eer hiervan aan zijne lieveling toe, die hij echter wel kwalijk nam, dat zij hem geen kleinen wenk gegeven had; dan had bj) het landgoed niet zoo voor eeu appel en eon ei van do hand gezet. Diep gevoelde hij ken, dat de Bond te Nieuwe Niedorp geen deel uitmaakt van dien te Utrecht en in tegenstelling met laatstgenoemde, niet van kerkelijke of politieke kleur is. De heer B. Kuilman heeft te Wijde Wormer hen, die alleen heil een in christe- lijken boerenbond zien, aangespoord, lid van dien te Utrecht te worden; doch de heer J. Kuilman zon dit ook niet te veel wil len doeri; daar volgens Spr's. meening een boerenbond met baronnen euz., die per soonlijk met den landbouw niets hebheD uit te staan, van weinig belang voor 't platteland is. De heer B. Kuilman zegt, dat men door 't houden van zulke bijeenkomsten reeds vanzelf publiciteit aan den boerenbond te N. Niedorp geeft en toont enkele couran ten, die een artikel betreffende de verga dering te Wijdu Wormer behelzen. Ook deelt spreker mede, dat kort na de oprich ting in de „Nieuwe Rotterdammer* en het „Handelsblad" gunstige redactioneele arti kelen zijn geplaatst. De heer J. B. Willeen zou aan 't voor stel J, Kuilman willen toevoegen 't rond zenden van een circulaire, waarin aange boden wordt, iemand uit N. Niedorp ter bespreking van 't onderwerp boerenbond te zullen afvaardigen, zoodra het verlan gen daartoe aan 't bestuur der afdeeling is kenbaar gemaakt. De heer R. Swagerman acht een aanbie ding als de heer J. B. Willeen zou willen doen, bezwaarlijk, daar de herhaalde reizen van een spreker de kas deerlijk zouden havenen, Nadat nog vele- op en aanmerkingeh zjjn gehoord, wordt tan laatste besloten, over eenkomstig 't voorstel J. Kuilmanook 't voorstel JB. Willeen wordt aangeno men, echter zoo gewijzigd, datjmen't afge vaardigd van een spreker alleen monde ling zal aanbieden. Hierna wordt nog ter sprake gebracht, het behartigen van plaatselijke belan gen. Zoo zou de heer R. Swagermanals het nog niet te laat was, er bij het gemeen tebestuur op willen aandringen, dat de subsidie aan de stoomtram Wognum— Schagen verleend werd op voorwaarde, dat echter daarover het leed niet. De handel was en bleef geschied eu voor zijne toe komst zon gezorgd worden; men zat na eon- maal in het schuitje, anderen zouden wel zorgen, dat het varen bleef. En daar te midden van al die heerlijke gedachten was plotseling die verschrikkelijke brief gekomen, die alles weder in puin dreigde te storten, die brief waarin de toekomst van zijn goud dochtertje werd aangekondigd Wat viel haar in P dat beroerde beticht dreef hem met nog mear spoed tot vertrekken. Dat moest voor alles in de wereld nooit gebeuren dat moest men voorrkomen 1 Lange voorbereidingen waren niet noodig, de tamilie dook eensklaps in de residentie op, een paar regeltjes waren voldoende om hun komst te melden. Het verdere zou zich vanzelf wel vinden. En zoo was het ook gebeurd. Dat haroa von Brandolf het voornaamste hctel had uitgezocht, behoeft niet gezegd te worden. Men moest vanaf het eerste oogenblik zelf bewust optreden daarenboven woonde men er heel goed, totdat men een passende wo ning gevonden had en dan moest er nog eenige tijd verloopenvoor alles moest de garderobe van de dames en van hem- zelven vernieuwd worden. De inrichting van het buis, de inrichting van de geheele om geving, het weder aanknoopen van vroege re betrekkingen, het verkennen van het terrein, dat alles hield baron Brandolf voor zich zelf, om ten nitvoer te brengen, dat was zijn zaak en bij had daarmede dan ook geen oogenblik geaarzeld. Dadelijk na aan komst was hij daarmede begonnen, en he den, reeds den eerBtc-n morgen, bad bij reeds eenige nren doorgebracht, met het ontvan gen der door hem ontboden agenten en zaaklui, die bij met zijne opdrachten ver eerde. Nu had hij hen, tevreden over den goeden indruk, dien bij op hen gemaakt had, zoo juist hun congé gegeven, en was van plan, zelf uit te gaaD, toen hem het kaart je werd overhandigd. De kleine, niet geheel ware wolk van ontevredenheid, die er over zijn gelaat trok, verdween dadelijk bij het lezen van den naam, die er op het kaartje stoDd. „Zeer aangenaam 1* riep hij den kellner loc, veegde zich in het volgende oogenblik langs de nog dof zijnde kio, en zonder dat hij wachtte op de aangename en verzach tende aanraking der poederkwast, sprong hij vlugger dan de gerokte bediende op de deur toe, die evenwel nog juist bijtijds kwam, om de deur dienstvaardig te openen. „Ach, hoe beleefd, mjju waarde hooggeëer de heer kabinetsraad, dat gij zelf komt. de maatschappij langs de lijn in deze ge meente een flinken waterweg en losplaats maakte. De heer C. Keoij acht verbetering van de posterij in de buiten-gelegen gehuch ten hoogst wenschelijkook zou de Bond in die richting wellicht nuttig knnnen werken. De heer B. Kuilman noemt enkele za ken op, die plaatselijk den Boud ten goede zonden kuDnen zijn. Misschien zou men in een volgende vergadering reeds over eenig onderwerp kunnen besluiten. Daar niemand meer 't woord verlangt, sluit de Voorz. deze bijeenkomst, met een woord van dank aan de aanwezigen voor de opkomst en medewerking en met de beste wenschen voor den Bond. Op de hierna gehouden bestuursverga dering werd de heer J. Coster tot Voorz. gekozen. Ingevolge eene uitnoodiging van de heeren: Waller, Br. OostraW.van Gijten- leek, Van Wijk, en Jelles, aan verschil lende ingezetenen gericht, had Zaterdag avond eeu bijeenkomst plaats in „Vee r- b u r g". Aan deze oproeping was door ruim 20 personen gevolg gegeven. De heer Waller opende de vergadeiing en zei, dat dezsn belegd was met het doel, eene afdeeling van de Noordhollandsche Vereeniging Het Witte Kruis op te richten, zooals trouwens reeds bekend was. Daar da heer W. echter minder goed met de vereeniging en bijzonderheden op de hoogte was, verzocht hij den heer Br. Oostraonze gemeente geneesheer, nadere toelichting. De heer Br. Oostra zette daarop doel en strekking uiteen en deelde verschillende zaken mede, waaruit duidelijk bleek het nat dezer ver- eoniging, en de goede gevolgen die het oprichten eener afdeeling voor deze ge meente hebben kan. Niemand der aanwezigen was dan ook in beginsel tegen de oprichting daarvan. Alleen werden nog eenige informatiën ge vraagd en werd van gedachten gewisseld over de jaarlijksche contributie. Vermoedelijk zal deze f 1.bedragen; maar dit wordt vast- Dat had ik niet eens durven droomen I Welk eene aangename verrassing!* Het was een ware stroom van buitengewoon vreugdbetoon, dat den binnentredende tot zitten uitnoodigde. „Later mijn waarde, ja. Morgen! Je ziet, dat ik nu geen tijd heb, laat bet op rekening zetten,werd den aar zelenden kappersbediende toegevoegd en tot den anderen gedienstigen geest werd heel goed verstaanbaar en duidelijk gezegd„Een flasch portvan den oudsten.'1 „Wanneer mij dat geldt, waarde„baron, zoo behoeft gij die jongen man niet te vermoei en", wendde mijnheer von Dehrn zich tot Brandolf, betgoen eohter gean ander gevolg had, dan dat het eerste bevel door een na- drukkeljjkenwenk gevolgd werd, die den kell ner haastig deed heensnollen, „ban ik n te mid den van uw ontbijt komen overvallen, zoo verzoek ik u, mij te willen verontschuldigen. Ik zal u niet laDg storen en wilde mij slechts, daar ik voor zaken in de stad beo, even bij u laten zien, om mij het genoegen te versohaffen, u persoonlijk te begroeten en u voor hek gamak bet antwoord te brengen op uwe aanvrage om audiëntie, dat prins Sere- nis8imus mij opdroeg u mede te deelen, Den volgenden donderdag in Tanoenbarg. Ik hoop, dat dit uwe wenschen vervalt." Baron von Brandolf was natuurlijk zeer verhengd, en nitte zijne verrukking zoowel over de hooge genade van den hertog, als over de voorkomendheid van den kabinets raad, aan wion hij, zooals hij wel begreep, die genadigljjke ontvangst te danken bad. Von Brandolf drukte hem daarbij telkens de hand, die bij in 't geheel niet meer losliet, noem de hem zijn vriend eu hnlp en vatte hem onder den arm, om hem met de meeste vriendelijkheid op de sofa neer te zetfen. Mijnheer von Dehrn scheen niet zoo ge heel grif aan de nilnoodiging gehoor te ge ven. Hij had slechts een oogenblikje wil len praten, zjja tijd was zeer gepresseerd; aan de dames wilde hij eerst later zijn op wachting maken. „Die zijn naar de kerk," werd hem door von Brandolf medegedeeld en von Dehrn knikte, alsof hij dit niet wist en zich nn eerst herinnorde, dat het heden zondag jwas. „Mevrouw uwo gemalin is, hoop ik, wel?" informeordo hij op den gewonen gezelschaps- toon en Brandolf beantwoordde de vraag op dezelfde manier, maar maakte zich deze ge legenheid ten nutto, aan zijne omgeving eenige kleur bij te zetten „Goddank ja," verklaarde hij, „ons ver blijf buiton hooft haar blijkbaar veel goed gedaan. Het zou ook te hard geweest zijn, dat offer te vergeefs gebracht te hebben. Zoo gesteld in de eerstvolgende vergadering, die zal gehouden worden op Donderdag 20 Augustus, terzelfder plaatse, ter behande ling van het reglement. Vervolgens ver klaarden alle asnwezigen, als lid te willen toetreden. Ook hadden nog eenige personen, die de vergadering niet konden bijwonen, eveneens hun woord daarvoor gegeven, zoodat de afdeeling aanvankelijk reeds 27 leden telt. Vermoedelijk zal dat cijfer wel belangrijk stijgen, daar de contributie voor velen geen bezwaar kan zijn en het doel inderdaad zeer goed iB. Tot voorloopig bestuur werden gekozen de heeren, die de oproeping hadden onder- teekend, en ieder die geneigd is, tot 't lid maatschap toe te treden, worde verzocht, zich daartoe aan te melden bij een hun ner, dus bij de heeren WallerBr. Oo stra, van Gjtenleehvan Wijk of Helles. De heer Waller dankte daarna den heer Oostra voor zijne inlichtingen; de aanwe zigen voor hunne belangstelling en hij sloot de vergadering met den wcnsch, dat de nienw opgerichte afdeeling van het Witte Kruis deze gemeente ten zegen mo ge strekken Presentde Voorz. en alle leden. Na opening worden de notulen der vo rige bijeenkomst gelezen en goedgekeurd. De behandeling van een schrijven van den heer C. Baas, hoofd der school te Zijdewind, waarin deze zich als klokopwin- der aldaar aanbiedt, wordt nog eeDige oogenblikken uitgesteld. Wordt gelezen een verzoek van den beer Schuchart, voormalig hoofdonderwij zer te Zijdewind, om vermindering van zijn hoofdelijken omslag over zes maan den, wegens vertrek uit de gemeente O. Niedorp. Op voorstel van den Voorz. zal dit verzoek worden toegestaan. Hierna wordt nog besloten de Wipbrug aan het Verlaat te doen herstellen, en, daar de kosten hiervan nogal belangrijk zij", f 100) zal van dit beslait mede- deeling worden gedaan aan den gemeente kan men zichzelf toch bekennen, dat die ja ren niet geheel verloren zijn. „Maar nu, nu wij gelukkig weer zoo ver zijn, heeft ons verblijf daar ook geen nut meer en behoef ik die verbanning niet lan ger te laten voortduren. Het is verduiveld vervelend buiten. Geen buren, slechts kleer makers en handwerkslieden. En dan die last mat het land, dat men toch niet behan delen kan, met allo middelen der moderne techniek en chemie. Men moet voor boer geboren zijn en dat was, oprecht bekend, nooit mijn sterkste zijde. Ik was het ding, oprecht gesproken, moede, op mijn eer „Dan begrjjp ik, dat gij Bernhausen ver kocht hebt, zoeals ?,ik hoor," liet mijnheer Dehrn toestemmend hooren. „Ja, niet waar?* riep de baron levendig uit. „Anders had ik er weinig zin in gehad, de oude rommel te verkoopenwij zitten er nu eenmaal een paar eeuwen op en dan scheidt men zeer noode, ondanks veel te genspoed, die zoo'n verrot nilannest na zich slepen moet,waardoor men toch niet meer de rol van oppermachtig feudalheer spelen kan. Maar wat zal men doen, wanneer hot vaar zoo na aan de schenen gelegd wordt; men kan zalk een hoog personage toch niet voor het hoofd stooten, wanneer men telkens en telkens beleefd, maar driugend tot verkoopen wordt verzocht. Hot is in zekere mate, iets, waartoe mea verplicht is en men brengt, hoewel noode, het of fer.—* „Ja, dat laai zich begrijpen „Ja, niet waar Blijkbaar is er de prins veel aan gelegen geweest. Hij moet iets mot het onde slot voor hebben. Er is sprake van wederopbouwing.* „Men zegt zoo iets!* „O, ik weet dat zeker,* zeide baron van Brandolf levendig, eijnen bezoeker mot een listig en slnw lachje aanziende. „Uetiseen zekere Reimar, een baan-ingenionr, die het plan gemaakt heeft, jiaar mijn idee zon een bekwaam architect daartoe beter in staat geweest zijn; maar dat is al even zon derling als de geheele zaak; er zweeft over alles zoo'n geheimzinnig waas, waarvan de samenhang niet recht duidelijk is. Eon doorzichtige sluier voor ingewijden. Haha Hier moet men meer van de zaak afweten. Is bet werkelijk een soort afscheidsgeschenk, voor een zekere schoone dame bestemd, die zich epeeimoede terugtrekkon zal, van het tooneel, dat d) wereld voorstelt, haha I Vroeger ging man in oen dergelijk geval in een klooster, Bernhausen een kloos ter." Hij lachie zoo uitermate, dat hij zijn plan, raad van Nieuwe Niedorp. De brug zal ongeveer eeu week aan 't publiek verkeer worden onttrokken, te beginnen op Maan dag 31 Angastns s.s. De Voorz. deelt mede, dat tijdens de ter visie ligging geen bezwaren tegen de gemeente-rekening over 1895 zijn inge bracht. Deze rekening wordt dus vast gesteld, en zal aan H.H. Ged. Staten ter goedkeuring worden gezonden. In 't belang der schipperij zullen 1 of meer palen, die bij laagwater den door vaart onder de Leijerbrug belemmeren, daar zoo spoedig mogelijk verwijderd wor den. Thans wordt 't schrijven des heeren B-as in behandeling genomen. Na eenige bespreking, waarin 6e heer Bos meedeelt, dat de heer Baas, zoo de Raad dit wen schelijk acht, gaarne de betrekking van klokopwinder zal waarnemen^ doch geens zins een derde een vlieg wil afvangen gaat men tot stemming over. Hierbij bekomt de heer C. Baas 6 en de heer A. Lampe 1 stem, zoodat eerst- gemelde benoemd is. Bij de rondvraag deelt de heer Borst mede, dat de brandspuit te Zijdewind thans geheel in orde is en uitstekend kan werken. Hierna gaat de Raad in comité ter be handeling van enkele reclames tegen den hoofdelijken omslag. Men schrijft ons uit Barsingerhorn Na voldoend examen is Neellje Horst van Barsingerhorn, aangenomen als inwo nend leerlinge aan de Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam. v Op de dorpen is de kermismaandag de echte lummeldagmen heeft dan den Zondag achter zich en den laatsten kermis dag in het vooruitzicht. Dan wordt men tot vervelens toe bedeeld met kermiswen- sclien en liarmouicamuziek en overladen met klachten over het weer en vervelende dagen, over weinig volk en te veel gemaal aan de ooren, alles door elkaar. Jongelui, die 's nachts goed ^uit" zijn geweest, hebben den nacht te kort en den melkens- om mjnheer von Dehrn gade te slaan, ge heel vergat, wiens gelaat echter verre van vriendelijk was, bij de spotternij die Brandolf zich over de hooge personages veroorloofde. Osa op dien toon door te gaan, daartoe ontbrak weldra de gelegenheid. Er werd zachtkens geklopt, de kellner snelde met de noodige ingrediënten binnen en zette voor iederen heer een glas neer en schonk, nadat hij de flesch ontkurkt had en eenige droppels in een derde glas geschon ken had, de beide andere glazen in met de chic, gelijk zalk kostbaar vocht eisebt. „En gij wilt n dus hier weder vestigen?" vroeg de kabinetsraad op denzelfden afgeme ten toon. De baron bevestigde deze vraag met ge deelde opmerkzaamheid, want hij lette zorg vuldig op elke beweging van den kellner, en genoot reeds bjj het gezicht van het heerlijke, donkere vocht, in de fijn geslepen kristallen glazen. „Ja, ja, ik kom hierheen. Men leeft toch feitelijk alleen in de stad. Zeker, ik had een grootere kannen kiezen, die meer ver maak aanbiedt maar men is tevredener van aard als men ouder wordt dat ge voel van thuis zijn, wordt on3 zoo eigen. Ons thuis zal leven, mijnheer von Dehrn l" Deze deed hem even bescheid, terwijl Bran dolf met kennersblik en welbehagen, zjjn geheele glas ledigde. „Hm, niet kwaadWij zullen ons daarvan een paar mandjes aan schaffen- Ja, ja, dat gevoel van thuis te zijn. Eigenlijk larifari, maar ja zie je men kan niet zoo in eens klaar komen, vooral de vrouwen niet. En dan ver heugt men zich over bekende gezichten. Dat is toch heel iets anders als men zoo geheel onder ons is. 't Mag hier anders wel eens een beetje stil en vervelend zijn, maar dan moet men zelf maar een beetje leven in de broaweiij brengen. Wellicht kan men zijn vaderland dan nog wel ten nutte worden." „Zeker I Zeker „En dau last not least, zooals de en- gelschman zegt, de familierelaties? Wij zija hier dichter bij onze dochter." „Ik begrjjp ook dat," gaf mjjnheer von Dehrn bereidwillig ten antwoord en nu, daar hij weder met Brandolf alleen was, begon hij zelf eon weinig uit den dop te komen hij toonde daarbjj, dat ook hjj een anderen toon kon aanslaan, dan die afgemeten hove- ÜDgential, terwijl hjj vertrouweljjk en ge moedelijk voortging„De ouderliefde, deze natuurlijke, diepgewortelde, verhevene gevoe lens;! de wenscb, zjjn onervaren kind onder de oogen te behoudon, hoe natuurlijk en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1