lallende Sterren.
Donderdag 13 Augustus 189S.
D
40ste Jaargang ITo. 3123.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Btireau: SCMAOBSW. &aan, 15 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Alzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN v.an 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenlandse!) Nieuws.
FEUILLETON.
Anna Paulowna 10 Aug. '96.
Raadsvergadering te Oude
Niedorp, op Dinsdag 11 Aug. 1896,
voorm. 10 ure.
mi
OURANT.
AiiertBiliÊ- Liillmllii
Te Nieuwe Niedorp verga
derde den 8sten Augustus de afdeeling
Nieuwe Niedorp van den a 1 d a ar
gevestigden BOERENBOND (dat is
geen afdeeling van den Bond te Utrecht.)
Van de 67 leden waren 22 aanwezig.
Wegens het bedanken van den heer 1).
van der Stok als lid en Voorzitter der af
deeling, nam de heer J. Coster de leiding
der vergadering op zich en opende deze
met een woord van welkom en met den
wensch, dat deze bijeenkomst den Bond tot
heil zou zijn.
De notulen der vorige vergadering wer
den gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde is punt 1 der convocatie:
Benoeming van een bestuurslid, in plaats
van den heer D. v. d. Stok, die bedankt heeft.
Na twee vrije stemmingen werd bij
herstemming de heer J. Kuilman met 15
van de 22 stemmen gekozen. Deze heer
neemt zijne benoeming aan, alhoewel 't
volgens Spr.'s meening beter was, dat een
boer verkozen ware.
Volgt nu punt 2 Bespreking van mid
delen, die leiden kunnen tot uitbreiding
van deü Bond."
Voorz. wijst er op, dat elke zaak, dus
ook de Boud, wel met tegenwind, heeft te
kampen; maar met een goeden wil, zal
men dien overwinnen.
Te Wognum en Wijde-Wormer zijn af-
deelingen gestichtWieriugeiwaard en
Winkel hebben toezegging gedaan; op meer
dere plaatsen worden maatregelen tot
stichting eener afdeeling genomen.
De heer B. Kuilman leest de circulai
re, die aan verschillende personen is ge
zonden voor, wijstj op hetgeen daarop is ge
volgd en is van meening, dat besprekin
gen als te Wijde Wormar stellig tot
uitbreiding van den Bond zullen leiden. Ech
ter kost het reizen van zoo'n afgevaardigde
geld en op Spr.'s voorstel besluit men dit
in 't vervolg uit de aldeelingskas te be
talen.
De heer J. Kuilman zou als propaganda
voor den Bond in enkele groote bladen
met ingezonden stukken willen bekend ma-
Roman van Bolert Byr.
DERDE BOEK.
18.
Hoewel baron Brandolf dadelijk reeds van
plan was het goed te verkoopen, aarzelde
hij de eerste oogenblikken toch om toe te
happen; maar dit geschiedde alleen om zoo
veel mogelijk van den kooper ta plukken.
Hij had zich tevens in het hoofd gezet, dat de
eigenlijke kooper niemand anders dan mijn-
hoer Seiler zijn kon, die hem, nadat hij al
zijne goederen had gekocht, ook nog het
laatste stukje wilde ontrooven, om zoodoen
de de vornietiging der oud-adellijke familie
Brandolf te kunnen vieren. In ieder geval
was de oude verstandige fabrikant hardnek
kig iu zijne aanbiedingen gebleven. Da
prins, die achtor de schermen zat, was on
geduldig en niet karig, hij willigde in alles in,
en baron von Brandolf kon met de opbrengst
van zijn puinhoop, zooals hij de ruïne noem
de, de drukkendste verplichtingen aflossen;
er bleef hem bovendien nog een aardig som
metje over, waarvan hij uitstekend kon le
ven. Maar het was zeker niet groot genoeg
om daar in de residentie een zekeren staat
mede op te hoaden.
Zulk eene bedenking kwam er in zijn arm
dwaas hoofd niet optoen hij te weten kwam
wie de eigenlijke kooper was, had hij in zijn
fantastisch brein zijn toekomstbeelden reeds
in gereedheid. Hij geloofde nu den toover-
sleutel in de hand te hebben, die hem ook
in de toekomst alles goeds zon aanbrengen.
Ook tot hem waren reeds geruchten doorge
drongen, dat prins Eduard zeer vele belang
stelling koesterde voor de jongste holdame zij
ner tante, en hij had, hoewel schijnbaar
heftig het hoofd schuddende en met de wenk
brauwen fronsende, toch gretig naar deze
berichten gelaisterd. Nu was ,hem opeens
alles duidelijk geworden. Wie anders dan
Hilde kon den koop hebben doen sluiten en
de aandacht van den hoogen kooper op Bern-
hansen vestigen? De kleine wist van hare
posilie partij te trekken, zij dacht aan do ha
ren en dat was braaf van haar. Zoo kwam
de eer hiervan aan zijne lieveling toe, die
hij echter wel kwalijk nam, dat zij hem
geen kleinen wenk gegeven had; dan had bj)
het landgoed niet zoo voor eeu appel en eon
ei van do hand gezet. Diep gevoelde hij
ken, dat de Bond te Nieuwe Niedorp
geen deel uitmaakt van dien te Utrecht
en in tegenstelling met laatstgenoemde,
niet van kerkelijke of politieke kleur is.
De heer B. Kuilman heeft te Wijde
Wormer hen, die alleen heil een in christe-
lijken boerenbond zien, aangespoord, lid van
dien te Utrecht te worden; doch de heer
J. Kuilman zon dit ook niet te veel wil
len doeri; daar volgens Spr's. meening een
boerenbond met baronnen euz., die per
soonlijk met den landbouw niets hebheD
uit te staan, van weinig belang voor 't
platteland is.
De heer B. Kuilman zegt, dat men door
't houden van zulke bijeenkomsten reeds
vanzelf publiciteit aan den boerenbond te
N. Niedorp geeft en toont enkele couran
ten, die een artikel betreffende de verga
dering te Wijdu Wormer behelzen. Ook
deelt spreker mede, dat kort na de oprich
ting in de „Nieuwe Rotterdammer* en het
„Handelsblad" gunstige redactioneele arti
kelen zijn geplaatst.
De heer J. B. Willeen zou aan 't voor
stel J, Kuilman willen toevoegen 't rond
zenden van een circulaire, waarin aange
boden wordt, iemand uit N. Niedorp ter
bespreking van 't onderwerp boerenbond
te zullen afvaardigen, zoodra het verlan
gen daartoe aan 't bestuur der afdeeling
is kenbaar gemaakt.
De heer R. Swagerman acht een aanbie
ding als de heer J. B. Willeen zou willen
doen, bezwaarlijk, daar de herhaalde
reizen van een spreker de kas deerlijk
zouden havenen,
Nadat nog vele- op en aanmerkingeh zjjn
gehoord, wordt tan laatste besloten, over
eenkomstig 't voorstel J. Kuilmanook
't voorstel JB. Willeen wordt aangeno
men, echter zoo gewijzigd, datjmen't afge
vaardigd van een spreker alleen monde
ling zal aanbieden.
Hierna wordt nog ter sprake gebracht,
het behartigen van plaatselijke belan
gen.
Zoo zou de heer R. Swagermanals het
nog niet te laat was, er bij het gemeen
tebestuur op willen aandringen, dat de
subsidie aan de stoomtram Wognum—
Schagen verleend werd op voorwaarde, dat
echter daarover het leed niet. De handel
was en bleef geschied eu voor zijne toe
komst zon gezorgd worden; men zat na eon-
maal in het schuitje, anderen zouden wel
zorgen, dat het varen bleef. En daar te
midden van al die heerlijke gedachten was
plotseling die verschrikkelijke brief gekomen,
die alles weder in puin dreigde te storten,
die brief waarin de toekomst van zijn goud
dochtertje werd aangekondigd Wat viel
haar in P dat beroerde beticht dreef hem
met nog mear spoed tot vertrekken.
Dat moest voor alles in de wereld nooit
gebeuren dat moest men voorrkomen 1
Lange voorbereidingen waren niet noodig,
de tamilie dook eensklaps in de residentie
op, een paar regeltjes waren voldoende om
hun komst te melden. Het verdere zou
zich vanzelf wel vinden.
En zoo was het ook gebeurd. Dat haroa
von Brandolf het voornaamste hctel had
uitgezocht, behoeft niet gezegd te worden.
Men moest vanaf het eerste oogenblik zelf
bewust optreden daarenboven woonde men
er heel goed, totdat men een passende wo
ning gevonden had en dan moest er nog
eenige tijd verloopenvoor alles moest
de garderobe van de dames en van hem-
zelven vernieuwd worden. De inrichting van
het buis, de inrichting van de geheele om
geving, het weder aanknoopen van vroege
re betrekkingen, het verkennen van het
terrein, dat alles hield baron Brandolf voor
zich zelf, om ten nitvoer te brengen, dat
was zijn zaak en bij had daarmede dan ook
geen oogenblik geaarzeld. Dadelijk na aan
komst was hij daarmede begonnen, en he
den, reeds den eerBtc-n morgen, bad bij reeds
eenige nren doorgebracht, met het ontvan
gen der door hem ontboden agenten en
zaaklui, die bij met zijne opdrachten ver
eerde. Nu had hij hen, tevreden over den
goeden indruk, dien bij op hen gemaakt had,
zoo juist hun congé gegeven, en was van
plan, zelf uit te gaaD, toen hem het kaart
je werd overhandigd.
De kleine, niet geheel ware wolk van
ontevredenheid, die er over zijn gelaat
trok, verdween dadelijk bij het lezen van
den naam, die er op het kaartje stoDd.
„Zeer aangenaam 1* riep hij den kellner
loc, veegde zich in het volgende oogenblik
langs de nog dof zijnde kio, en zonder dat
hij wachtte op de aangename en verzach
tende aanraking der poederkwast, sprong
hij vlugger dan de gerokte bediende op de
deur toe, die evenwel nog juist bijtijds
kwam, om de deur dienstvaardig te openen.
„Ach, hoe beleefd, mjju waarde hooggeëer
de heer kabinetsraad, dat gij zelf komt.
de maatschappij langs de lijn in deze ge
meente een flinken waterweg en losplaats
maakte.
De heer C. Keoij acht verbetering van
de posterij in de buiten-gelegen gehuch
ten hoogst wenschelijkook zou de Bond
in die richting wellicht nuttig knnnen
werken.
De heer B. Kuilman noemt enkele za
ken op, die plaatselijk den Boud ten goede
zonden kuDnen zijn. Misschien zou men
in een volgende vergadering reeds over
eenig onderwerp kunnen besluiten.
Daar niemand meer 't woord verlangt,
sluit de Voorz. deze bijeenkomst, met een
woord van dank aan de aanwezigen voor de
opkomst en medewerking en met de beste
wenschen voor den Bond.
Op de hierna gehouden bestuursverga
dering werd de heer J. Coster tot Voorz.
gekozen.
Ingevolge eene uitnoodiging van de
heeren: Waller, Br. OostraW.van Gijten-
leek, Van Wijk, en Jelles, aan verschil
lende ingezetenen gericht, had Zaterdag
avond eeu bijeenkomst plaats in „Vee r-
b u r g".
Aan deze oproeping was door ruim 20
personen gevolg gegeven. De heer Waller
opende de vergadeiing en zei, dat dezsn
belegd was met het doel, eene afdeeling
van de Noordhollandsche Vereeniging Het
Witte Kruis op te richten, zooals trouwens
reeds bekend was. Daar da heer W.
echter minder goed met de vereeniging en
bijzonderheden op de hoogte was, verzocht
hij den heer Br. Oostraonze gemeente
geneesheer, nadere toelichting. De heer
Br. Oostra zette daarop doel en strekking
uiteen en deelde verschillende zaken mede,
waaruit duidelijk bleek het nat dezer ver-
eoniging, en de goede gevolgen die het
oprichten eener afdeeling voor deze ge
meente hebben kan.
Niemand der aanwezigen was dan ook
in beginsel tegen de oprichting daarvan.
Alleen werden nog eenige informatiën ge
vraagd en werd van gedachten gewisseld over
de jaarlijksche contributie. Vermoedelijk zal
deze f 1.bedragen; maar dit wordt vast-
Dat had ik niet eens durven droomen I
Welk eene aangename verrassing!* Het
was een ware stroom van buitengewoon
vreugdbetoon, dat den binnentredende tot
zitten uitnoodigde. „Later mijn waarde, ja.
Morgen! Je ziet, dat ik nu geen tijd heb,
laat bet op rekening zetten,werd den aar
zelenden kappersbediende toegevoegd en tot
den anderen gedienstigen geest werd heel goed
verstaanbaar en duidelijk gezegd„Een
flasch portvan den oudsten.'1
„Wanneer mij dat geldt, waarde„baron, zoo
behoeft gij die jongen man niet te vermoei
en", wendde mijnheer von Dehrn zich tot
Brandolf, betgoen eohter gean ander gevolg
had, dan dat het eerste bevel door een na-
drukkeljjkenwenk gevolgd werd, die den kell
ner haastig deed heensnollen, „ban ik n te mid
den van uw ontbijt komen overvallen, zoo
verzoek ik u, mij te willen verontschuldigen.
Ik zal u niet laDg storen en wilde mij
slechts, daar ik voor zaken in de stad beo,
even bij u laten zien, om mij het genoegen
te versohaffen, u persoonlijk te begroeten en
u voor hek gamak bet antwoord te brengen op
uwe aanvrage om audiëntie, dat prins Sere-
nis8imus mij opdroeg u mede te deelen,
Den volgenden donderdag in Tanoenbarg.
Ik hoop, dat dit uwe wenschen vervalt."
Baron von Brandolf was natuurlijk zeer
verhengd, en nitte zijne verrukking zoowel
over de hooge genade van den hertog, als
over de voorkomendheid van den kabinets
raad, aan wion hij, zooals hij wel begreep, die
genadigljjke ontvangst te danken bad. Von
Brandolf drukte hem daarbij telkens de hand,
die bij in 't geheel niet meer losliet, noem
de hem zijn vriend eu hnlp en vatte hem
onder den arm, om hem met de meeste
vriendelijkheid op de sofa neer te zetfen.
Mijnheer von Dehrn scheen niet zoo ge
heel grif aan de nilnoodiging gehoor te ge
ven. Hij had slechts een oogenblikje wil
len praten, zjja tijd was zeer gepresseerd;
aan de dames wilde hij eerst later zijn op
wachting maken.
„Die zijn naar de kerk," werd hem door
von Brandolf medegedeeld en von Dehrn
knikte, alsof hij dit niet wist en zich nn
eerst herinnorde, dat het heden zondag jwas.
„Mevrouw uwo gemalin is, hoop ik, wel?"
informeordo hij op den gewonen gezelschaps-
toon en Brandolf beantwoordde de vraag op
dezelfde manier, maar maakte zich deze ge
legenheid ten nutto, aan zijne omgeving
eenige kleur bij te zetten
„Goddank ja," verklaarde hij, „ons ver
blijf buiton hooft haar blijkbaar veel goed
gedaan. Het zou ook te hard geweest zijn,
dat offer te vergeefs gebracht te hebben. Zoo
gesteld in de eerstvolgende vergadering, die
zal gehouden worden op Donderdag 20
Augustus, terzelfder plaatse, ter behande
ling van het reglement. Vervolgens ver
klaarden alle asnwezigen, als lid te willen
toetreden. Ook hadden nog eenige personen,
die de vergadering niet konden bijwonen,
eveneens hun woord daarvoor gegeven,
zoodat de afdeeling aanvankelijk reeds 27
leden telt. Vermoedelijk zal dat cijfer wel
belangrijk stijgen, daar de contributie voor
velen geen bezwaar kan zijn en het doel
inderdaad zeer goed iB.
Tot voorloopig bestuur werden gekozen
de heeren, die de oproeping hadden onder-
teekend, en ieder die geneigd is, tot 't lid
maatschap toe te treden, worde verzocht,
zich daartoe aan te melden bij een hun
ner, dus bij de heeren WallerBr. Oo
stra, van Gjtenleehvan Wijk of Helles.
De heer Waller dankte daarna den heer
Oostra voor zijne inlichtingen; de aanwe
zigen voor hunne belangstelling en hij
sloot de vergadering met den wcnsch, dat
de nienw opgerichte afdeeling van het
Witte Kruis deze gemeente ten zegen mo
ge strekken
Presentde Voorz. en alle leden.
Na opening worden de notulen der vo
rige bijeenkomst gelezen en goedgekeurd.
De behandeling van een schrijven van
den heer C. Baas, hoofd der school te
Zijdewind, waarin deze zich als klokopwin-
der aldaar aanbiedt, wordt nog eeDige
oogenblikken uitgesteld.
Wordt gelezen een verzoek van den
beer Schuchart, voormalig hoofdonderwij
zer te Zijdewind, om vermindering van
zijn hoofdelijken omslag over zes maan
den, wegens vertrek uit de gemeente O.
Niedorp.
Op voorstel van den Voorz. zal dit
verzoek worden toegestaan.
Hierna wordt nog besloten de Wipbrug
aan het Verlaat te doen herstellen, en,
daar de kosten hiervan nogal belangrijk
zij", f 100) zal van dit beslait mede-
deeling worden gedaan aan den gemeente
kan men zichzelf toch bekennen, dat die ja
ren niet geheel verloren zijn.
„Maar nu, nu wij gelukkig weer zoo ver
zijn, heeft ons verblijf daar ook geen nut
meer en behoef ik die verbanning niet lan
ger te laten voortduren. Het is verduiveld
vervelend buiten. Geen buren, slechts kleer
makers en handwerkslieden. En dan die
last mat het land, dat men toch niet behan
delen kan, met allo middelen der moderne
techniek en chemie. Men moet voor boer
geboren zijn en dat was, oprecht bekend,
nooit mijn sterkste zijde. Ik was het ding,
oprecht gesproken, moede, op mijn eer
„Dan begrjjp ik, dat gij Bernhausen ver
kocht hebt, zoeals ?,ik hoor," liet mijnheer
Dehrn toestemmend hooren.
„Ja, niet waar?* riep de baron levendig
uit. „Anders had ik er weinig zin in gehad,
de oude rommel te verkoopenwij zitten
er nu eenmaal een paar eeuwen op en dan
scheidt men zeer noode, ondanks veel te
genspoed, die zoo'n verrot nilannest na
zich slepen moet,waardoor men toch niet meer
de rol van oppermachtig feudalheer spelen
kan. Maar wat zal men doen, wanneer hot
vaar zoo na aan de schenen gelegd wordt;
men kan zalk een hoog personage toch
niet voor het hoofd stooten, wanneer men
telkens en telkens beleefd, maar driugend
tot verkoopen wordt verzocht. Hot is in
zekere mate, iets, waartoe mea verplicht
is en men brengt, hoewel noode, het of
fer.—*
„Ja, dat laai zich begrijpen
„Ja, niet waar Blijkbaar is er de prins
veel aan gelegen geweest. Hij moet iets
mot het onde slot voor hebben. Er is
sprake van wederopbouwing.*
„Men zegt zoo iets!*
„O, ik weet dat zeker,* zeide baron van
Brandolf levendig, eijnen bezoeker mot een
listig en slnw lachje aanziende. „Uetiseen
zekere Reimar, een baan-ingenionr, die het
plan gemaakt heeft, jiaar mijn idee zon
een bekwaam architect daartoe beter in
staat geweest zijn; maar dat is al even zon
derling als de geheele zaak; er zweeft over
alles zoo'n geheimzinnig waas, waarvan de
samenhang niet recht duidelijk is. Eon
doorzichtige sluier voor ingewijden. Haha
Hier moet men meer van de zaak afweten.
Is bet werkelijk een soort afscheidsgeschenk,
voor een zekere schoone dame bestemd,
die zich epeeimoede terugtrekkon zal, van
het tooneel, dat d) wereld voorstelt, haha I
Vroeger ging man in oen dergelijk geval in
een klooster, Bernhausen een kloos
ter."
Hij lachie zoo uitermate, dat hij zijn plan,
raad van Nieuwe Niedorp. De brug zal
ongeveer eeu week aan 't publiek verkeer
worden onttrokken, te beginnen op Maan
dag 31 Angastns s.s.
De Voorz. deelt mede, dat tijdens de
ter visie ligging geen bezwaren tegen de
gemeente-rekening over 1895 zijn inge
bracht. Deze rekening wordt dus vast
gesteld, en zal aan H.H. Ged. Staten ter
goedkeuring worden gezonden.
In 't belang der schipperij zullen 1 of
meer palen, die bij laagwater den door
vaart onder de Leijerbrug belemmeren,
daar zoo spoedig mogelijk verwijderd wor
den.
Thans wordt 't schrijven des heeren
B-as in behandeling genomen. Na eenige
bespreking, waarin 6e heer Bos meedeelt,
dat de heer Baas, zoo de Raad dit wen
schelijk acht, gaarne de betrekking van
klokopwinder zal waarnemen^ doch geens
zins een derde een vlieg wil afvangen
gaat men tot stemming over.
Hierbij bekomt de heer C. Baas 6 en
de heer A. Lampe 1 stem, zoodat eerst-
gemelde benoemd is.
Bij de rondvraag deelt de heer Borst
mede, dat de brandspuit te Zijdewind
thans geheel in orde is en uitstekend kan
werken.
Hierna gaat de Raad in comité ter be
handeling van enkele reclames tegen den
hoofdelijken omslag.
Men schrijft ons uit
Barsingerhorn
Na voldoend examen is Neellje Horst
van Barsingerhorn, aangenomen als inwo
nend leerlinge aan de Rijkskweekschool
voor Vroedvrouwen te Amsterdam.
v
Op de dorpen is de kermismaandag
de echte lummeldagmen heeft dan den
Zondag achter zich en den laatsten kermis
dag in het vooruitzicht. Dan wordt men
tot vervelens toe bedeeld met kermiswen-
sclien en liarmouicamuziek en overladen
met klachten over het weer en vervelende
dagen, over weinig volk en te veel gemaal
aan de ooren, alles door elkaar. Jongelui,
die 's nachts goed ^uit" zijn geweest,
hebben den nacht te kort en den melkens-
om mjnheer von Dehrn gade te slaan, ge
heel vergat, wiens gelaat echter verre van
vriendelijk was, bij de spotternij die Brandolf
zich over de hooge personages veroorloofde.
Osa op dien toon door te gaan, daartoe
ontbrak weldra de gelegenheid.
Er werd zachtkens geklopt, de kellner
snelde met de noodige ingrediënten binnen
en zette voor iederen heer een glas neer en
schonk, nadat hij de flesch ontkurkt had en
eenige droppels in een derde glas geschon
ken had, de beide andere glazen in met
de chic, gelijk zalk kostbaar vocht eisebt.
„En gij wilt n dus hier weder vestigen?"
vroeg de kabinetsraad op denzelfden afgeme
ten toon.
De baron bevestigde deze vraag met ge
deelde opmerkzaamheid, want hij lette zorg
vuldig op elke beweging van den kellner,
en genoot reeds bjj het gezicht van het
heerlijke, donkere vocht, in de fijn geslepen
kristallen glazen.
„Ja, ja, ik kom hierheen. Men leeft toch
feitelijk alleen in de stad. Zeker, ik had
een grootere kannen kiezen, die meer ver
maak aanbiedt maar men is tevredener
van aard als men ouder wordt dat ge
voel van thuis zijn, wordt on3 zoo eigen.
Ons thuis zal leven, mijnheer von Dehrn l"
Deze deed hem even bescheid, terwijl Bran
dolf met kennersblik en welbehagen, zjjn
geheele glas ledigde. „Hm, niet kwaadWij
zullen ons daarvan een paar mandjes aan
schaffen- Ja, ja, dat gevoel van thuis
te zijn. Eigenlijk larifari, maar ja zie je
men kan niet zoo in eens klaar komen,
vooral de vrouwen niet. En dan ver
heugt men zich over bekende gezichten.
Dat is toch heel iets anders als men zoo
geheel onder ons is. 't Mag hier anders
wel eens een beetje stil en vervelend zijn,
maar dan moet men zelf maar een beetje
leven in de broaweiij brengen. Wellicht kan
men zijn vaderland dan nog wel ten nutte
worden."
„Zeker I Zeker
„En dau last not least, zooals de en-
gelschman zegt, de familierelaties? Wij zija
hier dichter bij onze dochter."
„Ik begrjjp ook dat," gaf mjjnheer von
Dehrn bereidwillig ten antwoord en nu, daar
hij weder met Brandolf alleen was, begon
hij zelf eon weinig uit den dop te komen
hij toonde daarbjj, dat ook hjj een anderen
toon kon aanslaan, dan die afgemeten hove-
ÜDgential, terwijl hjj vertrouweljjk en ge
moedelijk voortging„De ouderliefde, deze
natuurlijke, diepgewortelde, verhevene gevoe
lens;! de wenscb, zjjn onervaren kind onder
de oogen te behoudon, hoe natuurlijk en