Ktl
AiieMis-
31
Mende Sterren.
Donderdag 3 September 1393.
40ste Jaargang JSTo. 3123.
P
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: SCHAOE1S» liaan, II 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit Nummer behoort
een Bijvoegsel.
Binnenlandsch Nieuws,
FEUILLETON.
b. Aan de erven van Mej. Brons, ge
wezen onderwijzers aan de school no. 1
en onlangs ta Amsterdam overleden, toe
te kennen, het salaris over de maand
Juni,
C II RA
Vergadering van den Raad
der gemeente HARINGCARSPEL
den 1 Sept. 1896; tegenwoordig alle le
den.
1. Na opening der vergadering door
den voorzitter worden de notulen der vo
rige vergadering na voorlezing goedgekeurd
en geteekend.
2. Aan de orde wordt gesteld de be
noeming van een Wethouder ter voorzie
ning in de vacture, ontstaande door de
periodieke aftreding om den heer Jan
Schoorl.
Met algemeene stemmen wordt de heei
Schoorl herbenoemd, welke benoeming door
hem wordt aangenomen.
3. Wordt overgegaan tot de vijfjarige
herziening der verordeningen dezer ge
meente tegen welker overtreding straf is
bedreigd. Aangezien geen artikel dezer
bevordering wijziging behoeft, wordt de
verordening onveranderd vastgesteld.
4. Ten opzichte van een verzoek van den
heer H. Kooij, om aan hem in koop af te
staan, een gedeelte gemeentegrond langs
zijn land te Dirkshornwordt besloten
met den verkoop te wachten, totdat de
opmeting vanwege het kadaster zal zijn
geschied.
5. Voorlezing van een adres van de
afd. Schagen van het Ned. Onderw, Gen.
en de afd. Schagen en Omstreken van
den Boud van Ned. Onderwijzers, hondende
verzoek om eene betere regeling van de
onderwijzers-jaar wedden te willen treffen;
benevens een schrijven van den heer Distr.
Schoolopziener, waarbij deze zijne instem
ming betuigt met dat adres.
De overweging, dat de algemeene toestand
geen verhooging van jaarwedden van on
derwijzers gedoogt, leidt tot eene afwijzende
beschikking op het verzoek.
Daarna ging de Raad in comité tot
regeling van het Suppl. kohier van den
Hootdel. Omslag.
Roman van Bobert Byr.
DERDE BOEK. 24.
Terwijl ValeBka en Felix op het door
haar aangeduide plekje toestaptcD, begon
de eerste plotseling te hinken en „au, au" te
roepen.
„Wat deert u f" vroeg Felix bezorgd.
„Och, hemel, het kittilt zoo!"
Oraal Felix zag verwonderd in de op hem
verwijtend gerichte oogea.
„Ik Ik heb waarachtig wilde hij
zich verdedigen.
„Ach het zand! Er is zand in mijn schoen
gekomen en ik kan daar niet tegen," jam
merde zij en hinkte, de haar aangeboden
hulp afwijzende, naar de in de hoek van het
cirqne zich bevindende kleedkamer.
Gravin Valeska kwam evenwel spoedig
terog. Zij had een mantel omgeslagen, de
wilde haarlokken, waren netjes onder een
coquet hoekje geborgeD, alleen had zij haar
opgespeld kleed in der haast vergeten los
te maken, want het elegant gesehoeide
voetje was flink zichtbaar gebleven, en gaf
gelegenheid, haar hoewel niet mollig toch
zeer sierlijk voetje te bewonderen.
Zg gaf hier en daar een schertsend woord
ten beste en drong door de op een staande
dames en beeren been, tot zjj eindelijk we
der bij graaf Felix was, die in dien tns-
schentijd tante Böhlen eens een bezoek was
gaan brengen.
De onde gravin ontviDg haar met angstig
opgeheven handen.
„Ah, ik heb zoo'n ontzettende angst om
je uitgestaan Altoos op dat paard te moe
ten staan en telkens in de rondte, je moet
er wel duizelig van worden, mijn arm
kind."
„O, dat hindert niets. Dan moest iedere
paardrijdster wel van baar paard tuimelen,"
stelde zjj de gravin gerust.
„Ja, maar die luidjes zijn er aan ge
woon."
„Ik zal er ook wel aan gewennen en hot
zal wel beter gaan, wanneer ik eerst maar
in groot tenue benweet ge, met de kor
te zij grinnikte en haar bandon duidden
aan, wat nit te spreken niet welgevoegelijk
zou zyn geweest. „Vandasg ben ik zoo maar
eventjes van mama weggeloopen; maar mor-
6. Na heropening der vergadering deelt
de heer Keesom mede, dat bij hem klach
ten zijn ingekomen, dal P. Wink
ventende in den Speketerpolder, zijne hon
den onvoldoende vastmaakt, zoodat ze
meermalen of losrakeD, of zeer lang vast
staande, den weg onveilig maken.
De voorzitter belooft, Wink hier
over te zullen onderhouden.
Daarna werd de vergadering gesloten.
V ergadering van den Raad
der gemeente ANNA PAULOWNA,
gehouden op Dinsdag 1 September 1896,
des voormiddags ten 10 ure.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering en voorle
zing der notulen, werd de heel W. van
Gijtenbeek, periodiek aftredende als wethou
der, als zoodanig met 6 stemmen herbe
noemd.
De Yoorz. wenscht den heer y. Gijten-
beek geluk met zijne herbenoeming, ver
klarende, het aangenaam te vinden, daar
door met hem voort te mogen werken aan de
behartiging der gemeente-belangen.
De heer v. Gijtenbeek verklaart dank
baar te zijn voor het in hem gestelde ver
trouwen en de benoeming te aanvaardeD.
Door Yoorz., den heer Ih. J. Wallet
wordt nu medegedeeld, dat B. W. de
gemeente-begrooling voor 1897, sluitende in
ontvangst en uitgaaf op 1 18468.42 den raad
ter nadere kennis werd aangeboden. Wordt
besloten, die begrooting te doen nazien
door de Commissie van Onderzoek, tot le
den waarvan zijn benoemd, de heeren
C. Wuiboer en G. Volder.
Ter voorziening in de vacature bij de
Armvoogdij, wordt overgegaan tot de be
noeming, uit de voordracht, daartoe door
het Armbestuur opgemaakt en bestaande
uit de beeren Jb. Groot en J. Schenk Cz.
Met algemeene sleinmen wordt de heer
Jb. Groot tot armvoogd benoemd.
Yoorz. deelt mede dat aan den heer
Groot van zijne benoeming zal worden
kennis 'gegeven; doch officieus kan voorz.
reeds mededeeler., dat de heer Groot deze
benoeming wel zal aannemen.
Yau de commissie, bestaande uit de hee
ren G. Geerligs en L. Metselaar, belast
gen laat ik mijn oefeningskleed hier brengen.
Dat kleed, heb ik thuis."
„Thuis? Wat behoeft ge dan thuis zoo
iets te gebruiken
„Ik werk 1" antwoordde Valeska met ver
heven kunstenaars-gevoel. „Ik werk aan
mijne oefeningen. O, dag en nacht zon ik
daarmede knnnen bezig zijn. In de eetka
mer heb ik een bankje laten brengen, daar
over een paar kleeden laten leggen, opdat
het niet te hard is, want het ncdervallen op
de knie doet zoo'n pijn. Zoo oefen ik mij
in 't springen. Mijn paard blijft wel is waar
stil staan, maar dat doet niets ter zake,
daaromheen galloppeart de oude Johann, die
heeft de zweep en moet rondom de tafel
loopen en ieder maal wanneer hy voorbij mij
komt hopp I door den hoepel 1 Op de knie
Weder opspringen. Nogmaals hopdoor den
hoepel I en zoo voort." Tot twee enj twintig
maal heb ik het reeds gebracht, dan kan de
oude niet meer, zoo kucht hij. Vandaag
beplakt hij den hoepel met papier."
„Prachtig idee i" roept graafjj Böhlen
nit, die zich eerst bij de laatste woorden
een idee van de oefeningen heeft knnneD
maken. Felix is na ruim in zijn lof, de
gravin meent echter dat het wel aardig zal
zijn, maar toch ook zeer gevaarlijk.
„Wanneer bijvoorbeeld het bankje uitglijdt
op den gladden parketvloer of de oude
Johan."
„Kolossaal pikant zal het zyn," ging in-
tnsschen graaf Felix voort. „Dat is nog
eens iets anders dan een tingel-tangel. Veel
grootscher is zoo'n circns. 't Is nog nooit
vertoond. Prachtig idee 1 Een duivelskun
stenaar, die ouwe Brandolf, hij komt met
alles klaar. Hy brengt leven in de brouwe
rij. Overal is men met lnst aan het werk,
hier oefenen wij ons, de dragonders zijn in de
winterrijschool besig, tot alles vlot in elkaar
past. Daar blazen vandaag ook de trompetters,
morgen komen zg hier, opdat de paarden
aan dat lawaai zullen gewennen. De acro
baten en de cIowds vertoonen in de turn
zaal bnnne grappen. De dikke Welzheim
jongleert als een man van het vak en de
beide Bredenfelds maken sprongen met el
kander, dat bet je groen en geel voor de
oogen wordt. Ik heb gisteren alles eens
opgenomeD, het is in éóa woord fameus."
„En gij? Gij zijt toch immers ook bij de
clowns
De graaf schudde geringschattend het
hoofd en haalde zyn tabakszak voor den
dag.
„Dat is my te alleJaagsch, (e vermoeiend,"
verklaarde hij. „Heb iets anders voor my
uitgezocht. Wat aparts, ik wid dat je het
met het nazien der gemeenterekening
dienst 1895, was rapport ingekomen, hou
dende mededeeling dat dezelve in orde
was bevonden, weshalve zij voorstelt, deze
rek. voorloopig goed te keuren, beloopande
in ontvangst, f 17610.50, uitgaaf f 16467.03
en batig saldo ad f 1143.47. Diensvol
gens wordt met algemeene stemmen
besloten.
Hierna deelt Yoorz., de heer Th. J.
Waller, mede, dat van Ged. Staten bericht
was ontvangen, dat zij meenen, dat de
aanslag in den H. Omslag ten name van
C. Smit Cz., te hoog is, en deze aange
slagene moest worden teruggebracht in
eene lagere klasse, waarin hij ook vorig
jaar stond aangeslagen.
Voorz. betreurt dit besluit doch de
raad moet zich bij deze beslissing van
Ged. Staten neerleggen.
Met betrekking tot het vroeger genomen
besluit tot eene geldleenirig in maximum
ad f 9000.deelt voorz, mede, dat door
de gehouden aanbesteding van de doctors-
woning is gebleken, dat dit bedrag niet
teD volle benoodigd is.
Daarom stellen B. en W. voor. de lee
ning op f 8500 nn vast te stellen. De
voor deze leeuing dienende suppletoire
begrooting, wordt daarom alsvolgt voorge
steld Ontvangstgeldleening f 8500.
Uitgaven Aankoop terrein f 1200.
Halve kosten overgangsrecht 19.40
Aaubest. Bouw doctorswoning u 5785.
Schilder- glaswerk id. 595.
Salaris gemeente—opzichter voor
toezicht bij den bouw n 300.
In orde maken van het terrein 400.
Onvoorziene Uitgaven 200.60
Uit den laatsten post zullen ook de
kosten van bet saDgaan dezer leening wor
den voldaan.
Hierna ging de raad in comité ter be
spreking der volgende 3 punten van de
agenda: a. reclame op den Hoofd.'Om-
slagb. Voorstel van B. en W. om
trent het ontslag van den heer Br. J. C.
Overduinen c. voorstel van B. en W.
omtrent het verzoek der erven van Mej.
Brons, gewezen onderwijzeres aan school
no. 1, ter zake haar komend salaris.
De vergadering heropend zijnde, werd
nooit raden kant,"
„Jockey Pikeur
„Dat zon ik eerst nog moeten leeren.
Veel gemakkelijker, daar ik niets voor behoef
te doen. Ik treed op als de domme Au
gust."
„Niet mogelijk! Maar Felix!" riep de
oude gravin, afkeurend. De gravin Valeska,
sloeg echter de handen ineen en gierde van
lachon.
„Gaen mensch zal mij herkennen", gaf hij
te bennen. „Pruik op, een kellnersbroek,
katoenen handschoenen. Da oorvilgen moet
ik mij natuurlijk getroosten. Ten slotte
sluip ik weg en doe met mijn Hnnier met
de wedrennen mede. Eigenlijk had ik
Achilles willen voorstellen in een romeinschen
triomfwagen, zoo een met twee raderen.
Braedolf's vossen en mijn schimmels, zóó: vos,
schimmel, vos, schimmel, met z'n vieren
naast elkander, maar die rakkers wilden
niet. Nu doet Brandolf bet, 't zal werkelijk
magnifiqne zyn."
„O, heerlijkDit circus is bepaald god
delijk. Ik verheng mij nu al over het suc
ces 1 Maart
Zij had weder in de handen geklapt,
ditmaal bed zij de groote handschoenen van
graaf Felix aan, die deze uitgetrokken bad
om een sigaret te rollen en naast zich op
de borstwering had gelegd. Deze verzoe
king had Valeska geen weerstand knnnen
bieden en zij had volgens hare gewoonte de
nog warme handschoenen aangetrokken.
Terwyl zij zulks deed, moest zy iets waar
genomen hebben, wat haar gezichtsof
gehoorzenuwen scherp had aangedaan, zij
draaide zich om, dan links dan rechts en
bespiedde de omstanders, waarna zij zich
met een vragenden bik tot Felix wendde,
die daarvan evenwel geen notitie nam.
Bij uitzondering nn eens zeer handig met
zijn mond, riep bij haar op nonchalante
wijze iets toe.
„Kangeroeh 1" riep bjj, stak daarop zijn
tong uit en bevochtigde daarmede den lijm-
rand van zijn Bi'garet.
De uitwerking van dat woord was ont
zettend. Earst stond gravin Valeska als
versteend.
„Wat Wat hebt ge gezegd
„Kangerooh 1" herhaalde hij met na
druk.
Na sprong zij net als een Kangeroeh in
de hoogto.
„Neen,dat is te erg! Dat is ongehoord
Dat is eene grove beleediging i Gij moet
dat oogenblikkelijk toegeven ot
„Ik ik weet waarachtig niet stot
terde hij verlegen.
besloten
a. Het raadsbesluit d.d. 27 April 1.1.,
waarbij aan Dr. J. C. Overduin ontslag
verleend werd, overwegende de rede
nen, welke indertijd den raad daartoe heb
ben geleid, doch welke redenen niet in
verband stonden tot de wijze waarop door
Dr. Overduin zijne betrekking werd waar
genomen en overwegende dat uit het
toen niet eervol verleend ontslag verkeer
delijk zon kunnen worden gevoerd tot de
conclussie dat de heer Dr. Overduin in
zijne betrekking als geneesheer
zou hebben te kort geschoten, werd
nu gewijzigd en werd besloten aan den
heer Overduin eervol ontslag als gemeen
tegeneesheer te verleenen,
Conform voorstel van B. W. werd
door den raad machtiging verleend, met
de firma lestas en Waller te Amsterdam
eene leening aan te gaan ad f 3500.
met hst recht, het nog niet dadelijk be-
noodigde bedrag op prolongatie te laten
staan, teneinde de uitbetalingen termijns-
gewijze te kunneD doen plaats hebben, zon
der te veel renteverlies voor de gemeente.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Vergadering van den Raad
der Gemeente ZIJPE, gehouden op Dins
dag 1 September 1896, des morgens ten
10 ure.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering door den
heer G. C. Hulstvoorzitter, worden de
notulen door den secretaris gelezen en
zonder eenige op- of aanmerking goedge
keurd.
Daarna wordt overgegaan tot
1. Benoeming van een wethouder va
cature Schuijt. Herbenoemd met 10 stem
men. 1 stem blanco, de heer Schuijt, die
de benoeming aanneemt.
2. Rapport commissie der rekeningen.
De heer Morra rapporteert daaromtrent
De gemeenterekening geeft aanleiding tot
enkele opmerkingen, o. a. vraagt de commis-
„Wat te veel is, is te veell" riep zij ver
bitterd. „Mij zulk een afschuwelijken naam
te geven. Vosmerria dat gaat nog, dat be
valt mij, daar zit sport in. Maar Kangeroeh!"
„Maar ik bid o, gravin
Zij liet hem niet aan het woord komen.
„Weet ge, graaf Felix, van u had ik zoo
iets nooit gedacht. Zn!k 6ene vergelyking
Ik weet wel, ik spring nog wel wat onbe-
beholpea op mijn paard rond en doe het niet
zoo elegant als Adeline, of Fisine, maar
Kangeroeh I"
„Ik moet werkelijk zeggen, Felix zulke
vertrouwelijkheden zeer net was de uit
drukking nu juist niet," liet da oude gravin
Böhlen zich hooren. „Gelukkig dat nie
mand anders het heeft kunnen hooren."
Eindelijk gelakte het den boosdoener, zich
ook verstaanbaar te maken.
„Het was zoo in 't geheel niet bedoeld
echt Kangeroehleer hot allernieuwste,"
Zijne rechtvaardiging hielp hem evenwel
geen zier- Er glinsterde wel een spottend
lachje in het oog van de gekrenkte, maar
zij vond het verstandiger, het misverstand
te laten blijven bestaan.
„Gij kant het draaien en wenden zooals
ge wilt," wees zij hem bits terug. „Wat
gebeurd is, is gebeurd. Gij hebt een dame
eene beleediging toegevoegd, waarvoor ik u
ter verantwoording zon laten roepen, als ik
een broeder of een verloofde had maar ik
sta alleen, ik ben zonder hnlp en daarom
O, uw gedrag is zeer onridderlijk.
Wij waren vrienden, goede vrienden, nu is
het uit, de Kangeroeh vergeeft het u nooit,
Dooit, nooit- Ook al geeft gij mij elke
mogelijk denkbare genoegdoening. Kange
roeh i O, het is ontzettend I
Zich trots opriohtend, slingerde zij hem zij
ne handschoenen, als een teeken van uitda
ging, voor de voeten.
Wat of er toch was, waarover de twist
liep, vroegen eenige kennissen, die al die bui
tengewone en driftige bewegingen hadden gade
geslagen. In plaats van uilkomst te geven,
schudde graaf Felix altijd door zijn donker
rood gelaat en stamelde
„Maar ik heb slechts 1" verder
hoorde men er evenwel niets van.
Ook gravin Valeska liet zich niet uithoo-
ren, en zoodoende bleef de zaak geheim.
„Foei!" riep zy, „dat was niet gentleman-
like I" en meteen was zy verdwenen, het
aan de gravin overlatend de zaak in het
reine te brengen. Men dacht ovtr dit voor
val dan ook niet verder na, want weldra
klonk de zweep weder klip klap. De baron
Brandolf bad de qnadrille tot een goed ein
de gebrtcht en darren zijn in vrijheid ge-
sie inlichtingen omtrent uitgaven door B.
en W. gedaan; waarvan geen specifieke
opgaven is gedaan, doch concludeert tot
onveranderde aanneming."
De Voorzitter begrijpt niet, waarom de
commissie aanmerking maakt op de uitga
ven van B. en W., gedaan bij het opne
men der gemeentewerken, waaromtrent
gsene gespecificeerde uitgaven voorkomen.
De heer Vrijburg ziet hierin geen wan
trouwen tegen B. en W.; maar vraagt of
de gemeentewet dergelijke uitgaven toe
laat?
Aangezien daaromtrent vroeger geene
aanmerking is gemaakt, en Ged. St. ook
geen aanmerking hebben gemaakt, kan
dit gerust voor kennisgeving worden aan
genomen.
Met algemeene stemmen aangenomen.
De rekening van het weeshuis werd
na bespreking mede met algemeene stem
men aangenomen.
Over de verordering op den H. O.,
waaromtrent de heer Feisser rapport uit
brengt, zegt Spr. dat door de Commissie
hetzrifde wordt voorgesteld, als voor ODge-
vooi een jaar door den Raad is aangeno
men, en heeft alleen van de oude veror
dening datgene behouden, waarttgen Ged.
Staten geen bezwaar hadden, goed te keu
ren. Da gewijzigde verordening op den H.O.
wordt daarna met algemeene stemmen aan
genomen.
Hierna geeft de Voorzitter aan den heer
Nobel het woord tot het verdedigen van
zijn voorstel in zake stemdistricten. De
heer Nobel zegt, dat hoewel in de vorige
vergadering gesproken is over de wensche-
lijkheid dat de Gemr. zich tot den minis
ter zou wenden, hij toch niet verwacht had
op zijti convocatie te lezen: voorstel Nobel
enz.; doch zegt hij //ik heb hierin gezien
een uitnoodiging om een voorstel te doen en
heb daaraan gaarne gevolg willen geven.
//Mijnheer de Voorzitter.
„Heb ik in de voorgaande vergadering
gesproken over minstens 3 stemdistricten
en inlichtingen gevraagd omtrent de ver
deeling der kiezers tegenwoordig in verhou
ding daarvoor en zijn mij die inlichtigen
welwillend verstrekt, na lang aarzelen heb
ik geineend, dat idee te moeteu loslaten
dresseerden hengst vertoond en nu werd door
luid zweepgeklap weder een nienw nummer
aangekondigd.
Drie amazonen galoppeerden het circus
binnen. Nieuwe verscbijuingen, die dan ook
de algemeens opmerkzaamheid tot zich
trokken.
„Charmant, prachtigDe arme kleine
Schnepfenberg kan dat nooit volhonden.
Ik wed op blauw I Hoe zit die Brandolf
in den zadel. Dat heeft ze van haar va
der. Ik boad het op Hallingen. Die
krijgt iedereen er onder en wint het den
duivel af."
Halfluid kruisten deze uitroepen elkander,
bemerkingen en gelach klonken daartnsscben,
terwijl de drie dames naast elkander reden
en eerst een galop in de rondte deden, om
zich vervolgens naast elkander in het mid
den van den cirqne te plaatsen om te ge-
lyktijdig de toeschouwers baar compliment
te maken."
„Onze Hilde ziet er uitstekend nit,"
fluisterde gravin Böhlen haar neef in 't
oor.
„Ja, daar zit ras in," stemde hij toe.
„Maar handjes af!" voegde bij er schonder-
ophalend aan toe en zoover bij daartoe
in staat was, klonk de toon zijner stem wee
moedig. Sedert hij evenwel die ontmoeting
mei baar op den gang had gehad, had hij
zich in zijn toestand leeren schikken. „Of
zij kans van overwinnen zal hebben over
woog hij de vraag zijner tante. „Ik weet
't niet, 't komt grootendeels op het paard
aan. Ze rijdt het voor de tweede of derde
maal. Die Hallingen heeft haar oude ma
joorsklepper in handen. Overigens een mooie
bruin, die heeft Brandolt met die Trakener
hengst in Frankfurt gekocht. Geld speelt
volstrekt geen rol meer bij hem. Hy moet
een magoifique zet met dat oude Bernhan-
6cn gemaakt hebben. Maar!" hy aarzelde,
Zag onrustig om zich been, en sprong dan
plotseling op een ander thema over. „Die
geschiedenis mat Valeska is toch waarachtig
wat ai te gek."
„Ja, je kant er nn lang op wachten, dat
zij je weder goed aanziet."
Dat was slechts geschikt om hem nog
meer in de war te brengen. Hy, hij Felix
Böhlen, zou iets gedaan hebben, dat een
edelman onwaardig was, dat was onmoge
lijk, dat was in één woord ondenkbaar. In
zijne opgewondonhoid ging hij haar weder
opzoeken.
De drie amazonen hadden middelerwijl
hare paarden in galop gezet en stoven ditmaal
in verschillende richtingen nheen. Het was
zeer aardig om aan te tieu, hoe zij, in den