Aluntitit- Lmllimllsi
SCMAGER
COVRAAT
LOTING
18,
Zondag 27 September 189S.
1881
40ste Jaargang lSTo. 3137.
Be GemeenlB-Ananclëü.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: SCHAOKN, Laan, II 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit Nummer behoort
een Bijvoegsel.
Zij, die zich met 1 OC-
TOBER op de
abonneeren, ontvangen de
vanaf heden verschijnende
nummers GRATIS.
GemeenteSchagen.
SfekeDdinafeJiigfen.
Binnenlandsch Nieuws,
Pachtcommissiën in Noord-
Holland.
CHAfi
COURANT.
Burgemeester en Wethouders der ge-
meerite 8CHAGEN
Brengen, ter voldoening aan het tweede
gedeelte van Art. 28 der Wet op de Na
tionale Militie van den I9den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste
maal ter kennis van de belanghebbenden,
dat de loting van de in 1896 voor de
Nationale Militie ingeschrevenen, overeen
komstig de ontvangene aanschrijving van
Zijne Excellentie den Heer Commissaris
dezer Provincie, dato 2 September 1896,
No. 8/2231 M. S., zal plaats hebben op
den 24en Octobor a. S. des voormid-
dags 11 ure, ten Ra ad hui ze de
zer gemeente en worden zij, welke
daaraan moeten deelnemen gelast, om op
den bepaalden tijd aldaar, tot dat einde
aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich
aldaar door hun vader, moeder of voogd
te doen vertegenwoordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34
van gemelde Wet, dadelijk na de trek
king van het Nummer, de redenen van
vrijstelling, welke de Ingeschrevene mocht
hebben, moeten worden opgegeven.
Indien hij vermeent, vrijstelling te
kannen erlangen wegens BROEDER-
DIENST of op grond van te zijn
EENIGE WETTIGE ZOON, z.1 hij op
Dinsdag den 27 October des voormiddags
ten 10 ure, in het Gemeentehuis moeten
verschijnen, vergezeld van twee bij den
Burgemeester bekende eu ter goeder üaarn
en faam staande meerderjarige ingezetenen,
die de vereischte getuigenis kunnen af
leggen en het aldaar op te maken getuig
schrift onderteeksnen. Wanneer hij aan
spraak maakt op vrijstelling wegens
BRQEDERDIENST, zal hij mede Voor
zien moeten zijn van zijne geboorte-acte
en van de geboorte-acten van al zijne nog
in leven zijnde broeders, alsmede van de
zakboekjes of paspoorten van gediend heb
bende broeders.
Bij overlegging van laatstgenoemde stuk
ken zullen door den Burgemeester bij den
Kommandant van het korps, waarbij zijn
broeders dienen of gediend hebben, wor
den aangevraagd de bewijzen van werktlij-
ken dienst of een uittreksel uit het Stam
boek.
Schagen, den 25 September 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Het lang beloofde ontwerp tot verbe
tering van den financiëelen toestand der
gemeenten is er.
Wij begroeten het met een welge
meend: „welkom" Want hoe men over
den inhoud denken moge, het ontwerp
is hiermede aan de orde gesteld, en,
wat er ook van kome, eenige verbete
ring zal in den treurigen staat Yan za
ken zeker gebracht worden. De be-
Iioefte aan verbetering is zóó dringend,
dat men zich een geheel ter zijde stel
len van het ontwerp niet denken kan,
ook al zou men, op zichzelf beschouwd, dit
ontwerp niet dan met zeer ingrijpende
wijzigingen aannemelijk achten.
Eene verdienste van het ontwerp mag
het heeten, dat het de zaak in haar ge-
heelen omvang wel niet regelt, maar
toch aan de orde stelt, zoodat het gelegen
heid biedt alle hoofdpunten te behandelen
en te traehten wijziging en aanvulling
te verkrijgen van het vele, dat daaraan be
hoefte heeft.
Die hoofdpunten zijn
ft. het al of niet overnemen van aan
de gemeenten opgelegde uitgaven door
het Rijk.
b. de regeling der uitkeering aan de
gemeenten in de plaats van het ge
fixeerde 4/5 van het Personeel.
c. de verruiming van het belasting
gebied der gemeenten.
d. het vraagstuk der forensen dat
is der grondeigenaars, die niet wonen ter
plaatse waar hunne eigendommen lig
gen, en der handelaren en nij veren, die
niet wonen ter plaatse waar zij zaken
doen.
Het ligt in den aard der zaak, dat
een zoo omvangrijk onderwerp niet dan
na ernstige overweging aan een gron
dige bespreking is te onderwerpen die
overweging is te meer noodig, waar de
door den Minister voorgedragen regeling
van de uitkeering dermate ingewikkeld
is, dat het bijna ondoenlijk mag heeten
zich een duidelijk beeld te maken van
de werking der verschillende factoren,
die daarbij in aanmerking komen en
van de uitkomst der optellingen, aftrek
kingen, deelingen en vermenigvuldigingen,
die moeten plaats hebben om uit al die
factoren het eindcijfer te berekenen.
Yan den anderen kant is de span
ning, waarmede dit ontwerp is te ge-
moet gezien zóó groot, dat eene mededee-
ling van den eersten indruk, dien de
voorloopige kennismaking op ons maakt,
onzen lezers niet onaangenaam zijn zal.
Daartoe overgaande, volgen wij de
hierboven aangegeven indeeling.
A. „Het zou geen aanbeveling ver
dienen," zegt de Minister in zijn Me
morie, „om te breken met het stelsel,
om in de kosten van sommige in het
algemeen belang noodige zaken door de
gemeente te doen voorzien."
Toegegeven. Er zijn onderwerpen van
rijksbelang, die inderdaad beter door de
gemeenten kunnen behartigd worden,
dan door het Rijk en waarvan het ook
beter is de kosten door de gemeenten te
doen dragen. Doch, al omhelzen wij het
stelsel, daarom doen wij het nog niet de
tegenwoordige toepassing. Er zijn uitga
ven van rijksbelang aan de gemeenten op
gelegd, die haar èn onbillijk èn ongelijk
drukken en die zonder eenig bezwaar
voor het te behartigen belang, door het
Rijk konden worden overgenomen. Ge
schiedde dit, dan zou de uitkeering klei
ner kunnen zijn en dientengevolge zou
den daarbij onvermijdelijke onevenredig
heden minder bezwaar opleveren. Uitga
ven voor de veeartsenijkundige politie,
de schutterijen, de verkiezingen, den
burgerlijken stand, komen ons hierbij
dadelijk in gedachten.
B. Om het bedrag der uitkeering te
vinden, die aan de gemeente gedaan zal
worden, moet men een doolhof van be
rekeningen doorworstelen. Het doel van
al die berekeningen is een zeker ver
band te leggen tusschen hetgeen de ge
meenten zelve aan belasting heffen, en
de uitkeering, en die uitkeering
voorts te verhoogen in evenredigheid tot
het aantal niet-belastingplichtige ingeze
tenen en tot de kosten van armen
zorg, waar die een zeker bedrag te bo
ven gaan.
Nu vallen hierbij dadelijk een paar ka
pitale misgrepen in het oog. Vooreerst
de Minister gaat uit van de onderstelling,
dat de gemeente, wier belastingen het
hoogst zijn, ook de meeste behoefte heeft
a8n ondersteuning. Hij vergeet daarbij
dat in sommige gemeenten de belastin
gen lager gehouden worden dan zij naar
de behoeften moeten zijn, omdat de
draagkracht der ingezetenen geen hooge-
re belasting toelaat. Het gevolg zal dus
zijn, dat de gemeenten, die de meeste
hulp noodig hebben, het minst krijgen.
Hij ziet voorts voorbij, dat de uitgaven,
daaronder vooral die voor den schulden
last, en derhalve de belastingen
het laagst zijn in gemeenten, waar het
financieel beheer met de meeste zorg ge
voerd isderhalve, wie het weelderigst
geleefd en met het minste beleid beheerd
heeft, krijgt de grootste uitkeering.
Dan wordt de tegenwoordige uitkee
ring mede in aanmerking genomen. Nu
is van die uitkeering juist een der
grootste bezwaren dit, dat zij 't grootst
was in de welvarendste, het kleinst in
de armste gemeenten. Die onbillijkheid
wordt tot zekere hoogte nu bestendigd.
Deze factor van berekening gaat recht
streeks in tegen het doel, waarmede zij
gemaakt wordt.
En dit laatste bezwaar wordt nog op
zettelijk vergroot door de bepaling dat,
wanneer de uitkeering naar de nieuwe
regeling kleiner is dan die naar de oude,
de oude bestendigd blijftAls het in
1885 gefixeerde 4/5 nu nog boven de
nieuwe uitkeering staat, dan is dat toen
zeer zeker wel veel te hoog geweest!
Nu lette men wel op, dat wij hier
niet te doen hebben met toevallige on
gelijkheden, die van elke regeling onaf
scheidelijk zijn, maar met noodwendige
uitvloeiselen van de aangenomen grond
slagen.
En daarmede zijn wij er nog niet.
Zooals gezegd is, wil de Minister de
bijdrage verhoogen naar gelang het
aantal ingezetenen, die niet in de belas
ting bijdragen grooter is. Nu zou men
meenen, dat het aantal der ingezetenen
die in de belasting bijdragen, en van
hen die vrij bleven, nauwkeurig bere
kend zou worden. Misals belasting
plichtigen beschouwt de Minister hen,
die naar de huurwaarde in het Perso
neel, en dus in een Rijksbelasting, aan
geslagen zijn. En als niet belasting
plichtigen dan hen, die niet daarin zijn
aangeslagen Al weêr mishij deelt
het aantal inwoners door 4, en neemt
dan aan dat het cijfer hetwelk hij al
dus krijgt, het aantal huizen in de ge
meente is. Ilij trekt van dat aantal
dat der naar de huurwaarde aangesla-
genen af, en het cijfer dat hij dan o-
verhoudt, beschouwt hij als het aantal
der niet aan geslagen perceelen. Voor
die perceelen neemt hij een geheel
denkbeeldige huurwaarde aan en op
dien grondslag wordt dan becijferd, wat
der gemeente toekomt voor hen die niet
in haar belastingen mee betalen. Als
dat nu iets anders is dan een gat in de
lucht slaan, dan weten wij het niet meer.
Is er dan niets goeds in die rege
ling der uitkeering
Zeker wel.
Vooreerst, dat zij op :een vast cijfer
per inwoner zal bepaald worden, en de
kunstige becijfering, die de Minister ma
ken wil, strekt om een som te vinden,
die de gemeente per inwoner bekomen
zal. En is dat cijfer eenmaal vastge
steld, dan blijft het zoo.
De uitkeering naar het aantal inwoners
geeft aan de uitkeering het uitzettend
vermogeD terug, dat de accijnzen had
den, en dat ook aan het 4/5 van het
Personeel tot zekere hoogte eigen was,
maar daaraan door de zoogenaamde fi
xatie is ontnomen.
Het vaste van het eenmaal vastge-
stelpe cijfer maakt, dat de gemeenten
haar begrootingen niet behoeven en
niet vermogen vast te stellen met het
doel om de Rijks-uitkeering zoo groot
mogelijk te maken.
Goed gevonden achten wij ook de
wijze, waarop de Minister, nu hij meent
de grootte der gemeenten bij de vast
stelling der uitkeering te moeten in
aanmerking nemen, dat punt geregeld
heeft. Er wordt nl. in de berekening
opgenomen, voor iederen inwoner eener
gemeente van niet meer dan 5000 in
woners f 0.50in gemeenten boven de
5000 inwoners en niet meer dan 10000
wordt f 2500 gegeven benevens 1.00
voor iederen inwoner boven de
5000, en in gemeente boven de 10.000
f 7500, benevens ƒ1.50 voor iederen
inwoner boven 10.000 Door dit stelsel
krijgt men een geleidelijke opklimming
van de kleinere gemeenten tot de grootere,
terwijl voor de grootste de mindere
uitkeering over de eerste 10,000 inwo
ners niet van overwegend bezwaar is te
achten.
C. en D. staan met elkander in recht-
streeksch verband en zijn niet wel te
scheiden. Beoordeeling van de tot deze
rubrieken behoorende voorstellen wen-
schen wij ons geheel voor te behouden,
alleen in het algemeen de opmerking
makende dat zij ons voldoende voorkomen.
Met den Minister zijn wij het geheel
eens, dat van een plaatselijke bedrijfs
belasting geen sprake behoort te zijn, en
dat opcenten op vermogens- en bedrijfs
belasting mede zijn te vermijden. De
Minister wenscht ook geen debietrechten,
een soort van heffingen, overeenkomen
de met het vergunningsrecht voor den
verkoop van sterken drank in het klein.
Zulke rechten van gemeentewege in te
voeren, zouden wij ook niet wenschelijk
achten. Wel komt zoodanig recht op
den verkoop van tabak en sigaren, maar
dan bij algemeene wet geregeld, ons
niet ongeschikt voor.
Ten deele om de uitwonende eigena
ren te treffen, ten deele om in de waar
devermeerdering van eigendommen
door de werken der gemeente door be
langhebbenden te doen bijdragen, wordt
een straatgeld ingevoerd en wordt
voorts gelegenheid gegeven om 20 bui
tengewone opcenten te heffen op de be
lasting der gebouwde en der ongebouw
de eigendommen, wel te verstaan al
leen drukkende op hen, die niet in de
gemeente hun hoofdverblijf hebben.
Voorts zullen zij, die niet in de gemeen
te hun hoofdverblijf hebben, voor x/3
in de inkomstenbelastingen of hoofdelijke
omslagen kunnen worden aangeslagen.
Deze bepaling komt ten deele tegemoet
aan het bezwaar, dat men de zoogenaamde
forensen nu niet treffen kan, maar kan,
naar het ons voorkomt, bezwaar doen
ontstaan ten opzichte van hen, die nu
eens hier dan daar vertoeven, met het oog
op wie vroeger de bepalingen omtrent
verblijf en hoofdverblijf zijn gewijzigd.
Voorts wordt aan de gemeente nu op
zettelijk veroorloofd met privaatrechtelij
ke inrichtingen winst te maken, en dus
indirect weêr verbruiksbelasting te heffen,
welker afschaffing de Minister in den aan
hef zijner Memorie toejuichtwordt het
verbod om meer aan opcenten op het
Personeel te heffen, dan de hoofdelijke
omslag bedraagt, losgelaten wordt ver
gund in plaats van hoofdelijken omslag
een verteringsbelasting in te voeren
wordt de progressie aan banden gelegd,
- of liever geheel verboden en alleen
vrijgelaten zeker, voor allen gelijk be
drag van elk belastbaar inkomen af te
trekken, enz. al te maal zaken, die
nadere bespreking vorderen en waarop
wij dus te gelegener tijd terugkomen, nu
ons bepalend tot de verzekering dat wij
ons verheugen, dat dit wetgevend pro
duet er eindelijk is, dat wij hopen het
spoedig in behandeling te zien nemen,
maar dat wij het allerminst bewonderen
kunnen.
De eerste inrichting voor
het gebruik van brongas in de gemeente
Barsingerhorn is onlangs geplaatst
bij den heer S. Beemsterloer aan het
Poolland.
De put, die het gas oplevert, was hier
reeds aanwezig. Door den heer P. Kuiper,
timmerman te Anna Paulowna, is de gas
leiding met toebehooren in weinige da
gen gesteld, eu gezorgd voor de levering
van al wat er bij hehoort.
Het gas verlicht hier de woonkamer en
den gang en wordt tevens gebruikt in een
tafelkooktoeütelletje en twee grootere kook-
toestellen en in een gaskacheltje, tegelijk
of ieder afzonderlijk, al naar men het noo
dig heeft. Het gas is reukeloos en walmt
nietslaat dus niet aan.
Buitenshuis wordt het overtollige water
afgevoerd in een bak, zoodat men even
goed het gerief van de put behoudt.
De kosten van den aanleg zijn betrek
kelijk geringalthans, indien de gasont-
wikkeling uit de put dezelfde blijft,
zal men die kostbn binnen korten tijd uit
gespaard hebben op de petroleum en
brandstoffen, die men nu niet of bijna niet
behoeft te gebruiken.
Voor hen, die zulk een gashoudende
put bij hun huis hebben of in de nabij
heid van zulk een put wonen, is voor de
toekomst van deze omstandigheid misschien
nog belangrijk partij te trekken.
Men se hi ij ft uit HOOG
WOUD
Bij een Zondagmiddag op de Gouwe
gegeven volksfeest had de commissie iets
nieuws toegepast, een volksspel namelijk,
zooals het ia Mecklenburg-Schwerin wordt
gegeven, het zoogenaamde Caroussel-fahren.
In Mecklenburg neemt men daartoe een
voudig een wagenas met wiel, waarop een
ladder ligt. Op de Gouwe had de commis
sie een rosmolen genomen, waarop een
ladder gelegd werd met zitbanken, een
voor den knaap en een voor het meisje,
terwijl aan tegenovergestelde zijden palen
geplaatst waren met een ring voor ieder
der deelgenooten. Het spel viel zeer jn
den smaak en heeft dit voor boven het
gewone ringrijden, dat men geen paard en
kar behoefs.
Hef hoofdbestuur van
den Bond van Nedeïl. Onderwijzers ad
viseert dit jaar wel een algemeene verga
dering te houden. Vóór 25 Oct. moet iu
de afdeelingen hierover gestemd worden.
Intusschen zijn er reeds een aantal voor
stelen ter behandelingen ingekomen.
Zoo stellen drie afdeelingen (Leeuwar
den, Geldermalstn, en met eenig voorbe
houd ook Diever) voor, het reglement van
den Bond zoodanig te wijzigen, dat leden,
die tot hoofd van een school benoemd
worden, lid kannen blijven. Het hoofdbe
stuur verklaart zich echter hiertegen en
is van oordeel, dat al hetgeen tot heden
aangevoerd is voor het recht van bestaan
van een afzonderlijke Vereeniging van
klasse—onderwijzers, ook geldt tegenover
hen, die hoewel bondslid, thans hoofd
eener school zijn geworden.
Amsterdam doet het voorstel dat het
hoofdbestuur bij de aanstaande verkiezingen
voor de Tweede Kamer één of meer candida-
ten zal steunen, die de beginselen van den
Boud huldigen en wil 1 1500 uit de algemee
ns kas daarvoor beschikbaarstellen. Het
hoofdbestuur vereenigt zich daarmede.
Zooals bekend is, werd iu eene vorige
vergadering van Hollands Noorderkwartier
besloten tot de instelling in Noord-Hol
land van pachtcom missiën, wier
taak het zou zijn, verbuurderen huurder,
op hun verlangen, bij eene huurovereen
komst van voorlichting te dienen.
Thans is men met de samenstelling dier
com missiën gereed gekomen. Men
heeft Noord-Holland, boven het IJ, ver
deeld in vijf districten. De wijze, waarop
de leden, wier namen hieronder volgen,
hun werkkring zullen uitvoeren, en de
tijd, wsarop zij dien zullen aanvatten, zul
len nader worden bekend gemaakt.
De comraissiën zijn samengesteld als
volg».
Ie District. Voorzitter J. L. T. Gro-
neman, Wieringerwaardleden: J. v,
Beusekom, Zijpe; Jb. Swan, Dirkshorn
W. Schermerhoro, Sint MaartenE.
Kluijver, Kolhorn.
2e District. VoorzitterC. de Jong,
Hoogcasrpelleden: N. Sluis, Enkhuizen;
J. Mol Jz., BerkhoutE. Wijdenes Gbz.
Opperdoes; D. Pijper, Opmeer.
3e District. Voorzitter8, de Jongh,
Stompetoren leden J. de Wit, Egmond-
binnen J. Butter, OudkarspeJJol de
Sonnaville, AlkmaarJb. Pz. Groot,
Schermeer.
4e District, voorzitterJ. Koopman,
Beemsterleden K. Kaaskooper, Oost
huizen Jn. Smit, Groot Schermer; H.
Zijp Hz. Beemsier; D. Uitentuis, Par
tner.
5o District, voorzitter: J. Wildschut,
Jisp leden G. Brantjes, AssendelftP.
de Boer Pz., IlpJ. Mooij, Castricum;
D. Pauws, Zunderdorp.
Algemeen voorzitter is de heer J. L.
T. Groneman, Wieringerwaard, en alge
meen secretaris-penningmeester, de heer
P. Bnis Jz., Schagen.
Vr ij dagmiddag te 1 y2 uur
is eene openbare vergadering
van de Tweede Kamer gehouden.
Dinsdagmiddag tegen 3
uur ontdekte men te DE LEMMER in
zuidelijke richting eeu luchtballon, die zoo
Lag over de zee zweefde, dat het schuitje
uu en dan gedeeltelijk ouder water was.
Duidelijk kon men waarnemen dat er zoo
veel mogelijk ballast werd uitgeworpen.
Even ten noorden van De Lemmer
werd het strand bereikt. Het schuitje sloeg
tegen den zeedijk, waarna de balon weder
een weinig rees en over den dijk kwam.
Binnendijks daalde hij weder en schuurde
het schuitje telkens san den grond. Bo
ven een rietpolle sprongen er plotseling
twee geheel naakte manneB uif, waarna ds