schouwe ran een talrijke menigte de eer ste proe?en met het vliegtoestel genomen boven alle verwachting slaagden deze proe ven zeer goed. Teekenen zonder instru- menten. Gesteld het geval, dA wij een geome trische of technische teekening hadden te maken en wij hadden ons teekenge reedschap vergeten, dan zouden wij onge twijfeld met de handen in 't haar zitien; men moet zich echter maar weten te be helpen. Een liniaal maken wij, door een bree- de reep teekenpapier in de lengte stevig om te vouwen. Een andere strook vou wen wij tweemaal op, en zoo krijgea wij een teekenhaak, want de tweede vouw staat rechthoekig op de eerste. Nu ontbreekt ons echter nog een gewichtig instrument de passer. Ons pennemes hebben wij ge lukkig in den zak en dat kan als hulp middel dienen. We behoeven slechts op het kortste mesje een stompje potlood van de vereischte lengte te steken en onze passer is gereed. De behandeling is zeker wel wat lastiger dan die van een gewonen passer, maar... men moet zich weten te behelpen. Iederimmigrant, die inAr- gentinië aankomt, wordt, indien hij het ver langt, op staatskosten vervoerd naar de plaats waar hij zich vestigen wil. Om zooveel mogelijk het misbruik van deze vergunning tegen te gaan, wat niet geheel mogelijk blijkt, verlaDgl men van den im migrant een soort pas of legitimatie-be wijs. Dat 't hiermee niet zeer nauw ge nomen wordt, toont het verhaal van een Duitscher te Buenos Ayres in de Köln. Volksz., die een nieuw-aangokomen jong landgenoot vergezelde naar het bureau voor immigranten ten einde als tolk hem te helpen. De jouge man verklaarde hem, niet in 't bezit te zijn van een pas of wat daarop leek; maar hij haalde een pa pier te voorschijn, waarop in de Holland- sche taal verklaard werd, dat de bezitter door de politie van ons land wegens land- looperij zonder middel van 'bestaan over de grenzen was gezet. Met dit papier, dat van vele zegels en stempels waa voorzien, trokken de beide Duitschers welgemoed naar het bureau. De Argentijnsche amb tenaar nam het merkwaardig documeDt aan, bekeek 't langen tijdbegreep natuurlijk geen woord van hetgeen er op te lezen was, wat hij echter niet wilde laten mer ken, en vroeg ten laatste, met de oogen op de groote zegels en dan weer op den trouwens behoorlijk gekleeden vreemdeling, aan den als tolk fungeerenden Duitscher, of hij ook niet meende dat 't passend was zóó iemand eerste klasse te doen reizen waarop hij natuurlijk een bevestigend antwoord kreeg. Maar de oogen, die de gewezen landlooper opzette toen hij later, buiten het bureau hoorde wat 'n voorrecht hem te beurt viel 1 kunt u na toch niet vertoonen. Na deze gebeurtenis zal het gepast zijn, zich voor eenige weken terug te trekken." Brandolf was ten prooi aan een ondrage lijke onzekerheid, die hem anders nooit eigen was. „Ja zeker ik weet slechts niet stamelde hij. Daar mengde Hilde zich in het gesprek. „Neen papa,* aeide zij vast. „Ik heb vol strekt ge9n reden, om mij te behoeven te verbergen.* „Maar mijn schatje, wie wil dat nn heb ben riep Valeska uit. „Het is zeer na tuurlijk, dat n zelfs geen schaduw van verwijt treft van mij ten minste niet. Ik neem geheel uwe partij en kan mij ook heel goed uwe gevoelens voorstellen. O, het is prachtig zoo trots te zijn. Nu zie ik eigenlijk niet goed in, hoe gij het maken zult met hier te big ven. De gekrenkte, de verlatene, de treurende weduwe spelen, n oondoleeren of felioiteeren laten, een van dat alles moet toch gebeuren. Wij leven nn eenmaal in geen groote stad, waar men on aangename ontmoetingen ontwijken kan; wij hebben hier één punt, waarom het ge zelschap waarin wij moeten verkeeren, zich groepeert en men ziet telkens weder dat zelfde aantal en wederom hetzelfde, want een ander is er niet. Waarom wilt ge met uw hoofd tegen den muur rennen Het is toch te vergeefs. Dus liever dat alles onderdrukt, uit den weg gegaan, voor een poosje ten minste, tot de stemming hier zich veranderd heeft, tot er wat gras over deze geschiedenis is gegroeid. Niet waar mijn engel, gij egt er niet boos om, dat ik u zoo iets zeg. Ik meen het goed zie zoo en nu moeten wij weer gaan, wij moeten nog een menigte bezoeken afleggen en heb ben dus onmogelijk meer tijd. Opstappen Felixl Maar wat drommel, je bent zeer ongalant, spreek toeh tenminste je deelne ming tegenover Hilde uit.* „Ja gaarne. Met het grootste genoegen," haastte de graaf zich aan de aanmaning te gehoorzamen en trad op Hilde toe. „Be treur het zeer, op mijn eer, dat wij zulk een pikante ruiteres uit ons circus verlie zen. Drommels jammer I* De gravin klapte van genoegen in de han den. „Hg is toch een zeer net mensch," riep zij lachend, „maar boosaardig, ontzettend boos aardig-" Graaf Böhlen zag haar een beetje beteu terd aan, niet wetende, wat voor geestigs hij nu weer gezegd hadin 't geheel was hij echter zeer tevreden met zijne verloofde die in hem, waar niemand eenig talent bij hem kon ontdekken, telkens nieuwe geestrijke bronnen opspoorde. Valeska legde haar arm in den zijne en knikte en lachto en groette den baron en Hilde vriendelijk toe. „Dus baron, de paarden verkoopt gij ons, spoedig besluiten hoor. Ea wij lieve Hilde, wij bljjven de ouden. Maar geloof mij ea volg mijn raad opVerdwijn 1" „Als vallende sterren,* voegde Hilde Een paar gevallen van m e- laatschkeid, in den laats'.en tijd te Charlottenburg en Hal'e voorgekomen, hebben de aandacht van het geneeskundig rijkstoezicht in Daitscbland weer gevestigd op de lepra, en vooral op het brandpunt van besmetting dezer vreeselijke ziekte, aan de Russische grens bij Memel. (Men weet dat de melaatschheid tamelijk ver spreid is in de Baltische provinciën.) Een gevolg van het onderzoek, door geheim raad Koch te Memel ingesteld, zal nu zijn dat een leprozenhuis wordt opgericht aan de Südeispitze bij Memel. InEngelandis eene com missie benoemd om te onderzoeken of er wettelijke bepalingen zijn te maken, uit welke bestanddeelen bier al dan niet mag bestaan. Lord Pembroke is voorzitter. De regeering had in de laatste zitting van het Parlement het benoemen van deze commissie beloofd. Onschuldig veroordeeld. In Duitschiand is weder een geval voor gekomen dat onschuldigen zijn veroordeeld. Een gipsfabrikant en zijn vronw, te Ba- denhausen in Brunswijk, hebben namenlijk terechtgestaan wegens brandstich ting en ofschoon zij tot het laatste toe hun onschuld betuigden, werden zij tot gevangenisstraf veroordeeld en opgesloten. Thans is op merkwaardige wijze gebleken dat niet zij den brand gesticht hebben. Een soldaat, die zieh met verlof ter plaatse bevond, was in den nacht van den brand met een meisje vlak bij den tuin van de fabriek. Hij zag, hoe een persoon, dien hij kende, uit .de fabriek kwam en dat daarna deze in brand geraakte. Uit vrees dat hij als getuige zou worden gedagvaard en dan het meisje in opspraak zou komen, en in de hoop dat de oorzaak van den brand onbekend zou blijven, vertrok hij nsarzijn garnizoensplaats in den Elzas, zonder een woord te zeggen van wat hij had gezien. Eerst geruiraeu tijd later kreeg hij uit Baderihausen een pakje, gewikkeld in een courant, welke hij toevallig doorlas, en welke het verslag bevatte van de terecht stelling en de veroordeeling der verdachte personen. Zijn geweten liet hem nu geen rusthij schreef naar huis en legde daarna voor den rechter een verklaring af, welke tot een nieuw onderzoek leidde. Dientengevolge werden de reeds veroor deelde personen uit de gevangenis ontsla gen en zal de zaak opDieuw voor de jury behandeld worden. E en zonderlingUilennest. Een vermakelijk tragisch staaltje had onlangs plaats in een Belgisch plaatsje in de onmiddellijke nabijheid der grens. Een klokkenluider had wat spaargeld, tegen ffals er weer eens een aardige dag kwam." Zijn vrouwtje mocht daar natuurlijk niets van weten. Onze goede man dacht na waar hij zijn schat 't best zou wegstoppen. Eindelijk dacht hij aan den toren, daar kwam zijn or koud en op onbeschrijfelijken toon aan toe. De gelukkige verloofde trok zwijgend de schouders op, als wilde zij zeggen: „Mijn hemel, wat verbeeld jij je wel," en huppel de vervolgens de deur uit, in den zonneschijn baars levens, die in contrast met den nevel die hier was neergestreken, nog schitteren der en warmer straalde. Langzaam stapte Brandolf naar de sofa te rug. Hij bad zijn volle elasticiteit nog altijd niet herwonnen, die hij anders zoo vast on der zjjn wil had en die feitelijk de grond slag van zijn bestaan was bij was immers de ten gronde gegane edelman, die zich door groote woorden en buitengewone gebaren, moest laten geldenvele slagen en te leurstellingen hadden hem reeds getroffen, maar toch altoos had hij tijd gevonden zich van nit den diepsten jammer op fe richten, nu evenwel was hem dat onmogelijk, zelfs de handel met zjjn paarden kon hem niet vroolijker stemmen. „Vallende sterren!" mompelde hij het opgevangen woord db. Hij zuchtte diep. Het bleef echter onbegrijpelijk, of hij hier mede het oog had op zjjn diep beleedigd kind, of de aan zijn hand ontwrongen circus- zweep. „Er aal wel niets anders overblijven", meende hij kleinmoedig. Vervolgens maak te een soort woede zich van hem meester, die met geweld de omstandigheden scheen te willen veranderen „Maar blijft ons dan werkelijk niets anders Er is immers toch reeds zooveel mogelijk geweest. Geef mij den brief eens, ik moet zelf eens Hij las nu met groote opmerkzaamheid den brief van den prins en scherpte al zijn diplomatische handigheid, opdat er nog iets an ders uit zou kunneD groeien, dan nu het ge val bleek te zijn. .Maar, daar staat nog wat, dat hebt gij mij niet Ijverig bestudeeide hij nu ieder woord. „Veroorloof mij slechts nog de schade, die ik veroorzaakt heb te ver goeden, tenminste zoo dat mogelijk is.* Maar wat moet dat nu beteekeoen Esn schade vergoeden je moet me niet kwa lijk nemon, maar daar begrijp ik geen zier van." „Dat is juist het punt, papa, waarover ik nog met u wilde spreken." Terwijl zij in korte woorden hem mededeelde, wat er lus- sehen den prins en haar was voorgevallen eu hoe hij daarbjj heur haarkam had stuk getrapt, haalde zij van uit haar taschje, dat zij bij zich gedragen had, een étui te voor schijn. „Hier, zie welfDat is de grootste beleediging, die men mij heeft kunnen aan doen. Dat waagt men mij als vergoeding aan te bieden." Hij nam bet étui in handen, drukte op de voer en stiet een uitroep van bewondering uit bij den glans, die hem vanuit de donkere zijde tegenstraald9. Het was eveneens een haarkam, die even wel door den fijnen smaak van den juwelier tot een waar pronkstuk gevormd. Het was een sieraad, dat waard was door de gemalin van een vorst te worden ge- vrouw nooit en hij borg zijn gold ach ter een dikken balk. Om zeker te zijn dat men daar niet zou zoeken, schreef hij op den balk »Hier wonen uilen.' Vervolgens vaardigde hij een bevelschrift uit voor alle bezoekers van den toren, dat het streng verboden was „uilennes ten'uit te haLn. Op zekeren dag kwam een persoon aan den balk in kwestie en kon de bekoring niet weêrstaan om eens een nilenjong van nabij te zien en stak de hand aebter den balk. Hoe stond de man verwonderd er een goed spaarpotje te vinden 1De uilenliefhebber stak het geld in den zak, veegde bet opschrift van den balk en schreef er deze woorden in de plaats uHier hebbeu uilen gewoond Nn kwam een slechte tijd, en de klok kenluider ging met een blijmoedig gelaat naar zijn spaarpotje. Maar toen hij het opschrift las, brak het konde zwe8t hem al uit. Schuddend en bleek als een lijk voelde hij in het nestje en de uilen waren gaan vliegen. Dat onze man droefgeestig was, kan men wel begrijpen en om zich te troosten veegde hij nu op zijne beurt het opschrift weg en schreef in de plaats daarvan„Hier zullen nooit uilen meer wonen Vleugels. Elip heeft er, voor grof geld, den rechter-v 1 e u g e 1 staan Nu moet er links een dito aan; Nu vleugels aan zijn huis laatst vleugels aan zijn stal, Hoe schoon dat alles vliegen zal 1 Staring. D r n i f 1 u i s. In Pruisen wordt met groote zorg ge waakt tegen de aantasting der wijn gaarden door de druifluis. Van 1891 1896 zijn jaarlijks gemiddeld 380,000 mark uitgegeven tot bestrijding der ziekte en tot onteigening van aangetaste planten. Zoodoende is het gelakt den omvang der kwaal zeer te beperken. In 189596 zijn van oDgeveer 20,000 hectaren, die met wijngaarden zijn beplant, slechts 130 hec taren aangetast. Werkdadige vrouwen- Emancipatie. Een joDgmeusch kreeg met een jonge vrouw in de Soldatenstraat te Paramaribo, ten gevolge van onvrien delijke aanraking, met elkander een beetje ruzie, die in klappen ontaarde. De jonge vrouw, de zwakke, riep om hulp en dade lijk werden zij omsingeld eerst door 4, later door een 20-tal vrouwen, die allen het jongmensch duchtige slagen toebrach ten, zoo erg, dat toen de moeder van het slachtoffer er bij kwam, zij hem onken baar toegetakeld op den grond vond lig gen en zijne kleederen in flarden ge scheurd. Het gevaar van snurken. Een student uit Praag, die te Weenen in een hotel logeerde, werd in zijn eer sten slaap gestoord door een krachtig ge snurk. Hij sprong uit het bed, stak een dragen. Brandolf, die bet met brillanten omzette kleinood,! welgevallig tusschen de vingers draaide en in het door het venster vallende licht, spelen liet, waarbij hij zich verdiepte in de heerlijke kleurschakeeringen, maakte dadelijk de opmerking, dat het zeer zeker een deel van den bruidstooi was, die voor Hilde was bestemd geweest. „Zoo iets kan men niet koopen, znlke zaken worden slechts op bestelling gele verd. Je ziet, met welk een grootsche pracht de prins je wilde omringen. Ziet eens hier, nieuwe paarlen, een gravenkroon, die u toegedacht was, als de toekomstige gra vin. En na komt daar alles niets van.' „Zoo, dus dat begrijpt ge ook reeds zeide zij moer bevreemd, dan door zijn zuch ten geroerd. „Ja mijn liefje," antwo rdde hij met iets van de oude hartelijkheid, „geloof je dan niet kindje, dat ik met al die omstandigheden rekening gehouden heb, dat ik niet iedere kleinigheid bedacht en in bet oog gehouden heb f Ik had de meest mogelijke zekerheid voor uwe toekomst." „Zeker al eerder, vooraleer ik wist wel ken prijs er voor mij bedongen werd." Hij vond bet verstandiger op dezen scheid pen nitval niet te antwoorden, en deed, alsof hij in de aanschouwing van de steeneu ver diept zat. „Zeg mij toeh eens, hoe je er aan komt om dit als eene beleediging op te nemen., „Maar voelt gij dat dan niet?" sprak zij vuur vattend. „Voor een onbeduidend aar digheidje, zulk een schat terug te geven. En de hoon die er in de uitdrukking gele gen is, om aan de vergoeding die dit ding beef» te twijfelen. Een ding dat nauweljjks een paar mark gekost heeft, in vergelijking met dit, dat een vermogen waard is." „Het is een vorstelijk geschenk." „Een afkooping is hetstiet zij nit. „Behoor ik tot degenen, die zich een ge broken woord af koopen laten; men neemt het terug, omdat men het beter oordeelt, maar men drukt daarbij de andere geen fooi in de band, als het eene of andere marktwijf, wier koopwaren men beschadigd heelt en zegt: „daar, neem dat maar, en jammer nu niet moer, want dat is vervolend en deze fooi weegt rijkelijk tegen de schade op." Zou mij zooiets moeten laten welgevallen Dat is geringschatting, eene beleediging, die ik niet zal dulden." „Een geringschatting, je hebt eigenlijk gelgk. Ja waarachtig, gelijk I* gaf Bran dolf toe, plotseling door een nieuw idéé geïnspireerd. „Zeker, het is te weinig. Nauwkeurig nagegaan, hebt ge recht op hoogere aanspraken en wanneer men die voor het gerecht doet gelden „Maar papa." „Nu ja, ik zeg dat zoo maar. In Enge land ontzien zelfs de fijnste dames zich niet, om zoo iets tc doen. Gjj zijt bedro gen geworden, gij hadt in dien tusBchentijd een ander huwelijk kunnen doen Böhlen bij voorbeeld kortom, gij zoud» dit pro- es winnen. Men zou er het in dit geval kaars aan en doorzocht zijn kamer; onder het ledikant vond hij een jongen man in diepeD slaap. De student riep een paar kellners, die den vreemdeling vastgrepen en naar het politiebureau brachten. Daar werd hij herkend als een in de politie- b'aden gesignaleerd slo'enmakersgezel uit München. Hij bekende, d t hij met het doel diefstal te plegen, in de kamer was geslopentoen hij geen voorwerpen van waarde had gevonden, had hij besloten de terugkomst van den logeergast af te wach ten om diens horloge en portemonnaie te stelen. Hij was onder het ledikant gaan liggen en daar door den slaap overmand hij scheen zelf niet te vermoeden, dat hij zoo snurkte, E en merkwaardige veroor- deeling. Eenige dagen geleden viel in den schouwburg te Sydney een toeschouwer van de galerij boven op een heer, die in het parterre zat. Niet lang daarna stierf de heer aan de gevolgen van de bekomen kneuzingen. De ander, die ongedeerd was gebleven, werd tot zes maanden ge vangenisstraf veroordeeld. Hij behoefde echter zijn straf niet uit te zitten, op grond, dat hij voor de eerste maal hst misdrijf pleegde (first offenders act). Zoo dra de beschuldigde zich nogmaals aan een dergelijk feit schuldig maakt, zal de straf in toepassing worden gebracht. De man zal dus zeer verstandig doen, als hij bij verdere schouwburgbezoeken kal» in de benedenste rangen plaats neemt Een ongelukkige speler- Het Berl. Tagéblatt verhaalt dat een bediende van het bankierskantoor Bleich- röder 25 jaren lang hetzelfde nummer heeft gespeeld in de Pruisische Staatslo terij en wel nummer 132Ö5. Nooit had hij een prijs gelrokkeD, en daarom gaf hij het bij de laatste trekking eindelijk op. Ea zie, juist bij die trekking viel op dat nummer de prijs van 60000 mark. De aanhouder wint als hy maar geduld en.... tijd van leven heeft. §In de Vereenigde Staten van Amerika is het aan elke godsdienstige gemeente overgelaten, de gelden, benoo- digd voor hare instandhouding als wel ter kwijting der jaarwedde van hare ziel verzorger, bijeen te zamelen, welke gelden van de lidmaten geïnd moeten wor den. De middeleD, welke menig priester en gemeente aanwenden, om hoorders en betalen de lidmaten zich te verwerven, zijn eveuwel dikwijls van zeer zonderlingen aard. Zoo worden o. a. zoogenaamde „ker kelijke bijeenkomsten" gehouden, gezellige samenkomsten, aardbei-partijtjes, oester partijtjes, picknicks die veelal met bazirs of fancy—fairs verbonden zijn. Zoo had de veelgelezen roman „Tril- by« zelfs invloed op de door de kerk in gestelde bijeenkomsten. Trilby, de heldin van dien roman, is, gelijk bekend is, een kunstenaars-model, dat naast an- niet toe laten komen, ik wil er alleen maar mede zeggen, dat ge reeht hebt, veel meer te vorderen." „Maar ik wil niet I Begrijpt ge dan niet, wat ik bedoel?" viel zij hem onwillig in de rede, terwijl haar van ergernis het bloed naar de wangen steeg. „Ikwilnkt! Niet het kleinste steentje uit dezen schat, 't Liefst vertrapte ik het ding onder mijn voet, zooals hij het mijne vertrapt hee't. Maar neen, men zou dan kunnen geloo- ven noen, hij zal alles ongedeerd terug krijgen. Het brandt mij als vuur in mijn vingers. Voort met dien rommel opdat ik het niet terugzie! daar, daar, dit ook!" Zij haalde hierbij den gouden koker uit haar zak, dien zij op de tafel gooide en die zoodoen de naar den baron toevloog, die hem juist bij tijds opving. Hij vreesde zeker, dat er een sieraad in zou zitten, want zjjn gelaat be trok zeer, toen hij er een opgerold papier uit haalde. Maar na een paar oogenblik- ken veranderde zijn gelaat en werden zjjn trekken vrooljjker. „Wat? dat is waarachtig een volko men rechtskundige akte van schenking," riep hij vrooljjk verrast nit. „Bernhausen En wjj geloofden allen, dat die Jenisch maar dat is grootmoedig. Kindje, waarom is dat nu toch gebeurd Bernhausen Maar dat doet mijn hart toch goed, die eeuwenoude burcht Nu, wanneer wjj dan toch van hier verdwijnen moeten, hebben wij toch weer een toevluchtsoord." „Neen, dat hebben wjj niet," verklaarde zij nadrukkelijk. „Want gg zult de oorkon de, evenals het sieraad dadelijk terugzenden." „Teruggeven In de grootste verwonde ring zag bij haar aan. „Je bent niet bjj je zinnen". „Mjjn God, begrijpt gij mij dan niet Kunt ge u mjjno gevoelens dan niet indenken Het moet, het zal gebeuren. Vandaag nog 1" „Maar Jjo hebt toch gehoord, dat de prins op reis is." hield hg haar voor. „Hindert niet! Dan zal men het hem wel schrijven, de hoofdzaak is, dat die aalmoezen niet in mijne handen bljjven, geen minuut langer. Ik wil niet, dat het den schijn heett, alsof ik er eerst nog over zou hebben nagedacht." „Dat vind ik audors toch wel zaak. Ik zie niet in, waarom gij het zoudt terug geven. Eu wanneer ik u dat zeg, als uw vader „Ik begrjjp u niet, papa. Kan er dan nog twjjfel bestaan, over dat wat gebeu ren moet Dat gesohenk is een schadeloos stelling, die n en mjj beleedigt, zwaar be- leedigt. Wanneer ik dit aaDnam, was ik verder niets waard, dan dat men mjj, zoo zonder meer aan den djjk zotte. Neen, ik ben het mijzelf verschuldigd deze beleediging niet te dulden. Niet ik, zal mij behoeven te schamen- Do schande zal op diengene terugvallen, die zo mjj heeft toegedacht. Liever verhongeren." ,,'t Ziet er alles heel mooi ea goed ait, maar het is verduiveld dom en onpractisch" gaf hg in overweging, „Wilt ge dan dete voorrechten buitengewoon schoon ge vormde voeten bezat. Men arrangeerde nu zoogenaamde »Tril by-a vonden." Een van dezen, den 23 Juni 1896 ge houden door de jonge dames der St. Jo- hannes-Episcopal-gemeente te New-Bruns- wick in den staat New-Yersejr, wordt in een voornaam New-Yorksche Courant vol gender wijze beschrevenHet terrein van de ten bate der kerkelijke kas ge geven bijeenkomst, was de van bezoekers overvulde kapel, in welke de voorste zit plaatsen voor de eerste maal sedert het ont staan der gemeente uitsluitend door jonge mannen waren ingenomen. Boven het plat form, op hetwelk gedurende de godsdienst oefening de priester plaats neemt, was een voorhangsel gespannen, welks onderkant echter acht duim boven den grond zweefde. De jonge mannen verrieden groote opge togenheid, toen Cbarles Wright voor het voorhangsel verscheen en de navolgende woorden sprak tot de vergadering: Ver scheidene jonge dames onzer gemeente, zul len op de beurt af achter dit voorhangsel verschijnen. De hier aanwezige jonge hee- ren zijn verzocht op die dame te bieden wier voeten op hun schoonheidsgevoel den grootsten indruk makers. De meestbieden de der joDge heeren zal de eer en het ge luk geriieten, die dame later aan het sou per te geleiden en tegelijk het bedrag vol doen, hetwelk wij tot heil onzer kerk zul len bestedeD." Een luiden bijval begroette deze mede- deeling, waarop de vergadering zich de haRen uitrekte, om het paar voeten te be wonderen, hetwelk dadelijk daarop onder het voorhangsel zichtbaar werd. #Twee Dol lars riep een jonge man „Drie', ant woordde een auder. Vijf* bood een derde. Hiermede hield het bieden op, en de ei genares der voeten trok zieh terng, om na een korte poos met kousen en schoenen gekleed voor het voorhangsel te verschij nen en zich ter beschikking te stellen van den gelukkigen bieder. Het eene voe- tenpaar volgde na op het andere. De ker- kekas verrijkte zich even snel als de porte- monnaie's der jonge mannen werden gele» digd. Zoo verschenen er een paar voetjes, wel ke een Andalusische schoone hare eigena res ongetwijfeld zou hebben benijd. »Tien dollars om te beginnen 1" schreeuwde een in vuur en vlam geraakt jongmensch.. „Twaalf dollars!' klonk het van de twee de rij. ^Vijftien I' antwoordde de eerste bieder, waarbij hij zich tot zijn tegen partij wendde en hem toeriep: ffHet geeft u Diets, al biedt gij tegen mij. Die jonge dame zal met mij soupeereD, al moet ik ook den geheelen nacht bieden en al zou mijn souper ook een dejeuner worden 1' Er volgde geen hooger bod. Zoo ver schenen op den rijaf de schoonste en lief- talligste meisjes der gemeente achter het voorhangsel, tot elk jong man, bij opbod, een tafeldame gekregen had soms gelooven, dat ik met nw, met mijn eer minder rekening houdt dan gijzelve. Dat zijn van die persoonlijke, toornige opwellingen waarbij men alles uit het oog verliest. Moet ik u dan eerst nog onder het oog brengen, dat gij rekening hebt te houden met de po sitie nwer familie. Wij zijn door die om standigheden, ik wil nu niet zeggen door jou schuld, om je geen pijn te doen uit de schitterendste droomen ontwaakt. Ik heb mij groote uitgaven getroostkort om, ik mag aan uwe eischen niet toegeven Dat is zot gehandeld, zulke waarden terug te zenden. Neen, het is mijn plicht, daartegen op te komen." De groote nadruk waarmede hg sprak, maakte op Hilde in 't geheel geen indruk. Hare stemming was ie opgewonden om een dergelijke tegenspraak te verdragen. Yoor de eerste maal gevoelde de dochter, die het anders zoo goed met haar vader hebben kon, het verschil tusschen haar en zijn ka rakter en dit gevoel dreigde de liefde voor hem te verdrijven. „Maar papa, ik ben reeds meerderjarig vanaf mijn drie en twintigste jaar; dns heb ik met uwe autoriteit niets noodig. dat weet ik zeer nauwkeurig. En daar deze dingen nog in mijn bezit zijn, zal ik er ook naar eigen wil over mogen beschikken. Gij zult dus aan mijn wensch gevolg moeten geven, of gij dwingt mjj bet zelf te doen. Daar ik echter zelf niet naar de villa kan gaan, zal ik ge bruik maken van de post." Mot een onwillekeurige beweging legde hij de beide banden op de schatten. „Neen, neen, dat past niet riep hij angstig. „Nu laat maar, Hildje, ik zal zien „Dus gg brengt die beide dingen terug Zuchtend voegde hij zich naar haar ver langen. „Wanneer gij er dan op staat en het ge- beuren moet." „Kom dan! Dan kont ge dadelgk door rijden als gij mij aan onze nieuwe villa hebt afgezet." Hij stond op, maar scbean oogonblikkeljjk een andere gedachte te krijgen. „Ga jij vooruit," zeida hij- ,,Ik heb hier nog een boodschap te doon. Ga en bereid je goede moeder voor. Die arme mama* Hoe zal het haar ter harte gaan. Ik kan het haar niet zeggen." Zij sloeg de beide armen op zijn hals en troostte hem. „Vergeet vooral niet papa, hetgeen ik u heb opgedragen. Zoo spoedig mogelijkIk reken erop." )>JJ. ja. gjj kant u op mij verlaten," mompolde hij. Liefkozend streek hij haar over de wangen, maar zijn oog ontweek het hare. Plotseling scheen hij zijn ouden veerkracht herkregen te hebben. „Nu, den moed niet verloren. Hoofd omhoog. Wij blijven altijd de Brandolfs en zullen wel middelen vinden om ons boven water te houden. Vertel» gij het mama maar." Alg een galant ridder geleidde hij Hilde tot aan de deur en zond haar op den drempel nog oen kushandje toe- „Adieu, cchatjel Ik kom dadelgk. Verlaat je gerust op mü." SLOT VOLGT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6