De vrouw in Birma. «Cftttgeïï. Logogryph. Burgerlijke Stand. €tem. Heer Mugowaard. Gem. Xoord Scbarwoude. Gem. Oudcarspel. Gein. .Caü&Mitsoogr. haar bed had gelegd, in plaats van in wieg, en dit was zij vergeten I Dit is waarlijk de ^comble* van ver- telheid. Of er mee gelachen is, behoett niet te vragen. Zelfbedrog. Toen Schu- rt den Erlköaig gecomponeerd had, las j de compositie nog eens door, waarbij hem zoozeer mishaagde, dat hij het anuscript geërgerd in zijn papiermand ierp. Ongeveer een uur later kreeg hij szoek van den beroemden tenor Vogel i Schnbert, die juist een gewichtigen ■ief schreef, verzocht den zanger, hem nige oogenblikken te verontschuldigen, ogel, die een notenblad in de prullen- and zag liggen, haalde het er uit en riep Wat is dat Daarop keek hij de muziek door, liep mee naar de piano, speelde het geheele uk en vond bet zóó mooi, dat hij het ee naar huis nam. Eenige weken later mg hij den „Erlkönig" met buitenge- oon succes op een concert. Het lied, dat oor den componist voor geheel waarde los werd gehouden, is nog heden een evelkgsnummer van alle zangers en het eeft aan den krans van den roem des unstenaars een nieuw blad toegevoegd. E en jonkman »van buiten* ie voor de Ozaar-feestelijkheden naar arijs was gekomeD, wandelde Vrijdaga- ond tegen 12 unr langs de boulevards, ren hij opeens werd aangesproken door sn heer, met een rosetje in zijn knoops- at blijkbaar een ambtenaar van poli- e in hurgerkleediDg die hem in naam er wet gevangen nam en met hem in m huurrijtuig stapte, om hem naar het nreau van politie te brengen. Onderweg doorzocht de heer de zakken an den overbluften jonkman en nam hem ijn geld en zijn horloge af. Voor de deur van het politiebureau tapte de heer uit en beval op barschen Don den koetsier en nog eenige anderen, en oog te houden op den jonkman in et rijtuig. j/Het is," zei hij, „een ge- aarlijk nihilist, die den Czaar wil ver morden. De jonkman wachtte echter tevergeefs p de terugkomst v*n deu „politie-beamb- e", en toen hij eindelijk voor den com- uissaris in het bureau werd gebracht, rleek hem, dat hij in hechtenis was ge- romen door een dief, wien het om zijn teld en horloge te doen was geweest en lie natuurlijk nergens meer t« vinden was. De Afrikaansche olifan- ;en schijnen hun langslen tijd gehad te rebben. In het afgeloopen jaar werd 13.220 ton Afrikaansch ivoor te Londen, Liverpool en Antwerpen ter markt ge- rracht, waarvan 11.650 ton nog niet lang geleden is ingevoerd. Een olifant levert gemiddeld ongeveer 30 pond ivoor, zoodat nen 42.300 olifanten heeft moeten slach- ;en om aan de jaarlijksche vraag te ge- [noet te komen. Naar schatting kan Afri- ca niet meer olifanten hebben dan ?00,000, zoodat het niet lang meer zal luren, of de geheele diersoort zal in Afri ka uitgestorven zijn. In een tijd, terwijl de vrouw bij ons soo strijdt voor haar rechten en zoo haar [rest doet, de gelijke genoemd te worden van den man, en te zijn ook op allerlei ge bied, is het misschien niet oneigenaardig ie opmerkzaamheid te vestigen op een peusachtige landstreek in het verre Oosten, welker bevolking in onheuglijke tijden uit een oorspronkelijk rechtsgevoel der vrouw dezelfde rechten heeft gegeven als den man. Men vindt daar een gelijkstelling der geslachten, zooals alleen de Ameri- kaansche nieuwe vrouw haar als ideaal zou verlangen. In Amerika heeft men die ge lijkstelling nog niet, in Engeland evenmin, hoezeer men daarop pocht. De hier bedoelde landstreek is Birma, een deel, zooals men weet van het groote Indische rijk van Groot-Britt.inje. Het is een gezegend land, dat Birma. De Indische zon verlicht vele volkstam men er zijn bijna even talrijke godsdien sten, waaronder de meest verspreide zeker is het Boedhisme en die daarmee verwant u, meer zeli beheersching, meer kieechheid, ik zou mij tenminste nooit zoover laten ver voeren, om iemand op zulk een onbeschoften toon toe te spreken," zeide zij, stond kalm op en trad op baar vertoornde meesteres toe. „Ik zal gaan," zeide zij op een toon, als of de vronw haar iets goeds bewezen had „maar Mrs. Plympton, gelooft ge niet, dat het van u rechtvaardiger geweest zou zijn, wanneer gij van uw zoon geëischt had, dat hij u mededeelde, hoe de zaak haar beloop gekregen heeft en hoe het kwam, dat ik hem beloo'de, met hem te znilen trouwen „Zwijg meisje!* beval de hoogmoedige vronw haar; zij bloosde evenwel hevig, toen zij ook zelve begreep, dat zij zich door hare onkiesche uitdrukkingen zeer verne derd had. „Ik wil geen vragen met n overwegen; verlaat mijn hnis zoo spoedig mogelijkEn laat u waarschuwen, als gij het ooit weder vermeet, u aan mijnen zoon op te dringen, dan zal ik u vernieti gen." De toornige moeder wachtte niet, welke uitwerking hare bedreiging bad, maar wend de zich haastig om, verliet met een trotsche neiging van het hoofd de kamer; terwijl het verjaagde meisje, dat haar twee jaar tronw en eerlijk bad gediend, haar kamer opzocht om zich voor te bereiden, andermaal als eenzame zwervelinge de wijde wereld in te gaan. ■■"nlwIitMÉiii zijn, en te midden dezer stammen en see- ten leven demooie onafhankelijke vrouwen en meisjes met de gelukkigste gezichten ter wereld. In geen land ter wereld zijn zoo veel gelukkige huwelijken als in Birma. Man en vronw deelen in den waren zin des woords alle lasten en lusten des le vens, en er is daar geen tyran in hnis; ieder heeft gelijk recht van de beide echt- genooten. De kleine, bekoorlijke Birma- sche vrouw is bij alle zachtheid zeer krach tig en buitengewoon vlug en arbeidzaam, en haar echtgenoot beloont haar daarvoor met een uitgelezen galanterie en een zorg zaamheid vol plichtsbesef. Yan een scherp afgepaalden arbeid voor mannen en vronwen, zooals men dit zoo gaarne regelt in ons Westelijk werelddeel, weet men in Birma niets af. Ieder doet datgene, waartoe hij het meest geschikt is, of waarvoor hij een bepaalde voorliefde koestert, en zoo behoort het niet tot de zeldzaamheden daar, dat de man het huis houden doet en de vrouw de eigenlijke broodwinster van het gezin is. Het stik ken, borduren, naaien van fijne goederen, het wasschen en koken, geschiedt daar dan ook evenzeer door mannen als door vrou wen, onverschillig of het geschiedt voor de kostwinning of voor eigen behoefte. De kleinhandel is dan ook bijna uitsluitend in handen van vrouwen en meisjes, en zelfs vrouwen en dochters van hooggeplaatste ambtenaren zien er geen kwaad in, een kleinen winkel te houden of een bijzonder artikel voor de groote bazars te vervaar digen, ten einde zich daardoor een eigen inkomen te verschaffen, waarvoor zij mooie zijden kleeren of sjaals kunnen koopen en naar de behoeften baars harten kannen of feren op het altaar van haar godheid. De vrouw in Birma is bovendien ge heel onafhankelijk van haar man, en of schoon in het huwelijkscontract wel eens sprake is van gemeenschap van goederen, blijft hetgeen de vrouw vóór of na haar huwelijk verdient of door erfenis verkrijgt, toch haar bijzonder eigendom, waarover zij naar goedvinden kan beschikken. Het huwelijk is in Birma geheel en al een zaak van het hart. Hebben twee jon gelieden elkaar daar lief gekregen en ont breekt hun het geld, dan nemen de ou ders of van den man of van de vronw hen zoolang onder het ouderlijke dak, tot zij zooveel verdiend hebben, dat zij een eigen huis en haard kunnen inrichten. Wederzij dsche atkeer, een onverdrage- lijk humeur, speelzucht, dronkenschap of onzedelijk gedrag geven recht tot echt scheiding, die zeer licht te verkrijgen is, maar toch tot de zeldzaamheden in Birma behoort. Het familieleven in Bir ma is in den regel zoo gelukkig als men kan wenschen en de kinderen heeft men er afgodisch lief. Er is daar ook geen aangelegenheid te denken, waarin de raad der vrouw niet wordt ingewonnen, en een boer, die op eigen hand zijn oogst zou binnenhalen, treft' men er nauwelijks aan, en dien te verkoopen zonder zijn echtgenoote er in te kennen, gebeurt nooit. Yooral niet om dat de kleine vrouwtjes daar, naar oog- en oorgetuigen berichteD, in den handel veel sluwer zijn dan de mannen. Ja, Eu ropeanen, die in opdracht voor hun regee ring groote aankoopen doen van hout of koren, staan vaak verbaasd 07er de zaak kennis en het verstand der vrouwen, met wie zij het meest handel drijven. En toch, in weerwil van al haar vrij heid, haar gelijkheid, haar hooge positie is de vrouw in Birma boven alles „vrouw", naast al haar huiselijke, godsdienstige en maatschappelijke zorgen, heeft zij als hoofddoel nog haar schoonheid te verple gen en steeds zoo mooi mogelijk te schij nen. Mooi te wezen en mooi te blijven schijnt voor dit intelligente ras een der idealen, die dit leven noodzakelijk mee brengt. Maar bij deze bestendige zorg voor lichamelijke schoonheid vervullen zuiver water en reinheid de hoofdrollen. Eigenaardig is het, hoe een meisje in Birma zich zelf aan den man weet te brengen, als haar eigen hart spreekt, en de uitverkorene daarvan nog geen lust of geen moed heeft zich te verklaren. De jonge dame plaatst dan een brandende kaars voor haar venster en zit 's avonds vriendelijk toelachte. Juist op dit oogenblik reed een ander rijtuig het hotel voorbij. Een donkere, glanzende, schoone, zeer rijk, maar opval lend gekleede dame, zat daarin. Toen zij bet jonge paar zag, ontsnapte er aan hare lippen een toornige kreet; zij boog zioh haastig in het rijtuig voorover, I terwijl een leelijke rimpel op baar voorhoofd zichtbaar werd, en een toornig sissen tus- schen bare tanden doorklonk. „Verraden* fluisterde zij, terwijl hare zwarte oogen, als kolen vuur vonkelden, terwijl zij de beide anderen nazag. Dau echter rolde het rijtuig verder en verdween tusschen het andere gewoel. De jonge man voerde zijne dame naar de ontvangkamer en ging dan weder naar beneden om zioh in bet vroemdelingonboek in te schrijven. „Mr. en Mrs. Ralph Hartman,* lezen wij. Maar het gelaat en de houding zijn die van Mr. Ralph Plympton en bet is duidelijk, dat ofschoon hij nu nog bezig is zijn persoon en zijn doel te verbergen het hem toch is gelukt, het plan zijner trotsche ouders, hem van het meisje dat hij lief heeft, gescheiden te houdeD, te verijdelen, en zelf de teugeis zijner toekomst in banden te nemen. Nadat hij de namen had ingeschreven, begaf bij zich weder naai zijne verloofde daarachter, zoo fraai mogelijk gekleed. D® jonge mannen weten dan dat zij bezoe ken mogen brengen, en er worden talrijke gesprekken aangeknoopt. Maar eerst als de rechte Jozef komt, neemt het meisje de kaars op en blaast die uit Amst. Ct. E e n prachtig testament heeft de onlaDgs te Hamburg overleden koopman J. W. Salomou nagelaten. Behalve dat hij de rechten zijner wednwe onverkort heeft begunstigd, zijn nog aan 60 perso nen legaten toegekend, tot een gezamen lijk bedrag van 200000 galden. De over ledene heeft verder aan verschillende Ham burger en andere vereenigingen f180000 toegekend. Ten slotte heeft hij f 600000 bestemd voor eene stichting. De renten van f 500000 moeten gebruikt worden tot ondersteuning van bestaande liefdadige stichtingen en opvoedingsgestichten, tot vermeerdering van dergelijke stichtingen en tot het verstrekken van ondersteuning aan personen van elke geloofsbelijdenis, die een onbesproken leven leiden doch die door ongeluk buiten hun schnld in eene behoeftige positie zijn gekomenter wijl de rente van nog f 180000 moeten gebinikt worden, om begaafde knspen en jongelingen, die niet met aardsche goede- 1 ren gezegend zijn, in staat te stellen, zich in eenige wetenschap, kunst of bedrijf verder te bekwamen. Een ongelukkige lucht- reis. Eenige dagen geleden werd er tijdens 1 een hevigen storm in de nabijheid van de Noordzeekust van Pruisen een groote lacht- ballon gezien, in welks schuitje drie rei zigers zaten. De ballon kwam herhaalde lijk zoo dicht bij de aarde, dat men de luchtvaarders zeer duidelijk kon zien en zelfs kon hooren roepen dat men het touw zou grijpen, dat uit het schuitje hing. Daar de storm echter in hevigheid toe nam, viel er aan een vasthouden van den ballon niet te denken, zoodat de ballon weer naar zee werd teruggedreven. Dezer dagen werd in de nabijheid van den vnurtoren te Norderney de mand van een luchtballon opgevischt. Behalve eeni ge meetinstrumenten, was er geen enkel voorwerp in den mand waardoor men iets van de afkomst kon te weten komen. Vermoedelijk behoorde deze mand tot den waargenomen ballon waarschijnlijk dezelfde, I die in België met drie officieren is opge stegen en door den storm over Nederland werd gedreven. Aluminium. De groote vermindering in de kosten van aluminium—bereiding heeft reeds ge leid tot toepassing van dit metaal op ve lerlei gebied, waar men die toepassing niet verwacht zou hebben. Een van de jongste vindingen is de bereiding van drukplaten van aluminium, die de litüo- graphische steenen zeer doelmatig vervan gen. De oppervlakte van de aluminiumplaat zuigt den inkt en de verf in en houdt die vast, en het is gebleken, dat dit eren goed geschiedt met gewoon drukwerk als met meer artistiek werk en met gekleurde platen. De elasticiteit van het metaal laat ook toe, dat de platen cilindervormig ge bogen worden. Het gewicht van de alu- miniumplaten in verhouding tot die van steen is als 1 tot 10de prijs is echter heel wat hooger, n. 1. van 1 tot 50. Er bestaat intusschen uitzicht dat het metaal spoedig veel goedkooper zal wor den. {Nijv.) Tegen keelontsteking. Men neemt drie of vier groote uien, die men bakt, of in heete asch braadt, zonder water daarbij te gebruiken. Zoo dra ze zacht geworden zijn, neemt men er snel de buitenhuid af en drukt de uien met een rolhout of een wijnflesch goed fijn. Dan smeert men deze ajuinbrij op een doek uit en legt dit verband om den hals. De omslag, die van het eene oor tot het andere reiken en minstens drie c. M breed zijn moet, wordt dag en nacht omgehouden. Na verloop van 24 uren worden de uien door versche vervangen. Wordt de omslag verwijderd, dan moet men gedurende eenige dagen een wollen niet eenige zaken zijn, die ge gaarne hebt* „O Ralph, gij hebt mij reeds meer dingen gegeven dan ik noodig heb, dan ik ooit zal behoeven te gebruiken. Maar wanneer gij werkelijk wilt, dat ik nog meer geld uit geef, dan wil ik mij wel de moeite getroos ten u ter wille te zijn," lachte zij, hem sehalks aanziende. „Ja, ik geloof dat ik mij nog een pakje goede bonbons zal moeten koopen en een reukwatertje, zooals uwe moe der altijd gebruikt als zij hoofdpijn heeft." Een kleine band legde zich iu zijn hals, een paar roode lippen drukten zich liefko zend op de zijDen en ofschoon de jonge vrouw niets zeide, wbb haar eohtgenoot zeer in zijn schik. Later nadat zij het een en ander hadden gebruikt en weder naar hunne kamer wa ren teruggekeerd, vroeg Ruth aan Ralph, terwjjl zij over hunne reis spraken, plotse ling: „Zijt ge ervan overtuigd, dat het u nooit berouwen zal, wat gjj heden gedaan hebt. Ralp zij schoof hem daarbij achteruit en zag hem strak en dringend in de oogen. Berouw, lieve P Er bestaat voor mij zulk een woord niet, als het u geldt. Ik ben de gelukkigste man op aarde en mor gen znilen wij op den wijden oceaan zijn, om naar de andere wereld te reizen, waar wij een gelukkig leven zullen leiden en niemand ons storen zal Zijt gij niet gelukkig, scbat- 1KZ1O lJ - das om den hals drageD, teneinde kouvat ten te voorkomen. De Echo van Muidenberg. Een gezelschap, dat op het Rechthuis koffie gedronken had, waarover men nu juist niet kon roemen, en daarna door den hotelhouder naar de Echo gevoerd werd, stond zeer verbaasd dat hier de Echo steeds het laatste woord zoo duidelijk en krachtig teruggaf. jDat is natuurlijk een afspraak," meen de een der twijfelende bezoekers. »Probeer het zelf maar eens," antwoord de de waard. „Wat mankeert op het Rechthuis aan de koffie?" klonk het luide. En de Echo gaf, nu juist niet tot groot pleizier van den hotelhouder, duidelijk en krachtig terugkoffie 1 De nalatenschap van een zonderling. Den 7den Julialdus meldt het Neue Wiener Tageblatt werd in Dornbach de vroegere Hollandsche scheepskapitein Hen drik Dierksen (Dirksen die sedert jaren als een kluizenaar leefde en met niemand omging, in een kamer van zijn hnis dood in een leuningstoel gevonden. Hij was on geveer acht dagen te voren eenzaam en verlaten gestorven. De begrafenis moest op kosten van de Arimathaea—vereeniging geschieden, daar men slechts voor 12 gul den aan gereed geld in zijn woning vond. Door de mededeelingen in de bladen kre gen de eenige nabestaanden van Dierksen, een in Holland wonende broeder en een neef in Duitschland, kennis van zijn over lijden. Voor eenige dagen werd na de nalaten schap van den overledene in het openbaar verkocht, in tegenwoordtgheid der beide verwanten. Het hnis bracht 8000 florij nen op. Kort vóór den verkoop van het huis werd een spaarbankboekje, waarop een bedrag van 1020 florijnen stond ingeschre ven, in een spleet van den muur verbor gen gevonden. Verder kwam men tot de ontdekking, dat de zonderling bij een bank in Nederland 60,000 gulden had gedeponeerd, welke som evenals de inleg op de spaarbank aan de erfgenamen werd uitgekeerd. Het beruchte getal 13. Tot de overheid te Berlijn is door een inwoner der stad het zonderlinge verzoek gericht, in een der Berlijnsche straten het huisnummer 13 te laten uitvallen, omdat het ongeluk voorspelt. De overheid heeft dat verzoek afgeslagen. Anders denkt men er over te Frankfort a. M. waar het huisnummer 13 wordt weggelaten evenzoo in Engeland en Frankrijk, Zwit serland en Italië, waar op No. 12 niet 13 maar No. 12 bis volgt en dan 14. SPRANKELS. Niemand kan elders goedheid zien, als er geen spoor van te vinden is in zijn eigen binnenste. James Martineae. Van alle dieven zijn dwazen de ergste, want zij rooven ons beide, tijd en geduld. Göthe. De grootste vrouw is niet diegene, waar over men in de wereld spreekt, maar de moeder van wie de zonen moeten getuigen de edele, grootsche gedachten dank ik haar, die mij het leven schonk. Kalm luisteren vraagt wel eens groo- ter kracht dan heftig uitvaren. Het is gevaarlijk den mensch te veel te laten zien, hoezeer hij aan de beesten gelijk is, zonder hem ook zijn grootheid te laten zien. Het is nog ge vaarlijker hem meer zijn grootheid te laten zien dan zijn laagheid. Het is nog veel meer gevaarlijk hem van beiden onkundig te laten. Maar het is zeer goed hem bei den voor oogen te stellen. Uit de Penüet van Pascal. Om iemand te leerèn kennen, is het oordeel dat anderen over hem vellen, een troebele bronmeer wordt hij gekend uit het oordeel dat door hem geveld wordt over anderen. Het is de roeping der knnst ons van het onbeduidende op te heffen tot de vreugdevolle hoogten van een schooner bestaan. Gervinus. vouwen papier in den schoot. „"Wat is dat?* vroeg zij, het oprapend en openvouwend. „01" liet zij vervolgens hooren„dat behoort mijhet is onze trouwacte, die de beambte ons van morgen na de plechtigheid gaf." „Zoo is het," merkte Ralph op, terwijl hij haastig het papier trachtte meester te worden. „Och toe, waoht even, Ralphik wil het even doorlezen. Ik heb nog nooit zoo iets gelezen," verzocht de jonge vrouw, zonder het dokument uit handen te ge ven. De jonge echtgenoot fronste een weinig bet voorhoofd, doch weerstreefde niet lan ger baar wenschen, maar drukte haar een kus op het voorhoofd en ging vervolgens de kamer uit, om zijn sigaar te gaan rooken. Ruth zette zich dicht bij het venster en las de tronwaote zorgvuldig door, een zucht van tevredenheid slakende, toen zij daarmede klaar was. „Ik ben toch blij, dat ik dat gezien heb," mompelde zij, „en ik geloof, dat het beter is, dat ik dat ding bewaar. Och, wat jam mer, ik heb geen zak in mijn japon," riep zij uit, terwijl zij met baar hand over haar kleed streek, „en Ralph beeft den sleutel van mjjn tusch. Doch dat doet niets ter zake, ik zal het hier bewaren, tot ik van mijn inkoopen terugkom; dan zal ik het be- Onbeteekenende menschen zoeken meestal hun genoegens, zooals de bede laars hun broodvan huis tot hnis. Onwetendheid is de t bron van alle kwaad. Socrates. De liefde heeft deze bijzondere ei genschap, dat men haar niet kan verber gen, waar zij is en haar niet kan veinsen waar zij niet is. Mme. d'Epinay. Deugden heet men in 't algemeen de karaktertrekken, waarvan anderen het meeste voordeel hebben. Bekeo, het wanneer gij gedwaald hebt, en yoeg niet, wanneer gy tot inzicht kwaamt, bij den valscben weg, dien gij koost, nog valscke schaamte. Geen zegel smelt zoo snel, als het zegel der geheimhouding. Wat met het hart geschreven is, moet niet met het verstand gelezen wor den. De kortste kus zegt meer dan de langste minnebrief. Mijn woord is de naam van een lofgezang Welke eens weerklonk tot God's eer, Neemt gij het eerste letterteekeu weer, Dan ziet eü 't strijken door den stroom, [zoo lang, Als een zeer begeerde buit; Doch voor d'armen niet bestemd. Neemt men nu van dit dier nog het hoofd, Dan is 't van d'Alpenwereld 't sieraad. [Psalm, Salm, Alm.] Ingeschreven van 1 30 Sept. 1896. Geboren 1 Sept. Catharina d. v. Arie Commandeur en Geertje Boots. 4 dito. Jacoba Cornelis, d. v. Jacob van der Oord en Dieuwertje Gootjes. 15 dito. Cor- nelia d. v. Jacob Met en Pietertje Pijper. 21 dito. Anua d. v. Cornelis Appelman en Geertje Nipshagen. 21 dito. Cornelia d. v. Dirk de Wever en Maartje Veldboer. 23 dito. Cornelis, z. v. Pieter Knip en Trijn tje Boelens, Ondertrouwd 25 SeptLodewijk Fre- deriks en Maartje Buur. Overleden13 Sept. Jannetje Renooij echtg. v. Cornelis Kooij, 44 j. 22 Sept. Pieter Otjes, wedr. van Trijntje Gelder, 31 j., overl. te Beemster. Ingeschreven van 1 30 Sept. 1896. GeborenWillem, z. v. Hendrik van Essen en Grietje Maller. Jan, z. v. Si- mon Stam Jz. en Maartje Dekker. Wil lem, z. v. Pieter van Dijk en Teunisje Wortel. Adrianus, z. v. Hendrik Kramer en Anna Bruin. Ondertrouwd, Getrouwd en Overleden Geene. Ingeschreven van 1 30 Sept. 1896. Geboren Geertrnida Johanna, d. r. Cornelis Kooij en Trijntje Baij. Nellie Hendrina, d. v. Abraham Jacobus Vos van Zon en Antjé de Geus. Petrus, z. v. Jan Kos en Dieuwerije Bakker. Klaas, z. v. Gornelis Borst Klaaszoon en Maartje Ootjers. GehuwdMatthijs Eecen, jm. oud 29 jr. 6n Dieuwertje van der Stok, jd. oud 21 jr. OverledenAnthocius Rijkes, oud 7 weken. Elisabeth Zomer, oud 55 jaren. Ingeschreven van 1 30 Sept. '96. Geboren 5 Aug. Adriaan, z. v. Maar ten Mooij en Dienwerlje Vader. 22 dito. Maartje, d. v. Cornelis Prins en Geertje Hollander. 12 Sept. Arie, z. v. Pieter Keuris en Trijntje Rood. 14 dito. Arie, z. v. Arie Kooij en Neeltje Schouten. Ondertrouwd en Getrouwd Jacob Mooij, j. m. van beroep stoker 2e klasse, oud 25 jaar te Helder en Aaltje ten Boekei, j. d. zonder beroep, oud 23 jaar te Cal- lantsoog. Overleden Jan Wey Pz. oud 82 jaar, echtgenoot van Pietertje Zeeuw. laten had en baar alleen en zooder be scherming aan den toorn zijner moeder had overgeven. Zou Ralph nu reeds berouw hebben van hetgeen hij gedaan hadZou hij haar nu reeds op het koud bevel zijner ouders heb ben verlaten? Het zag er bijna zoo naar uit, en toeh was Ruth zelve zoo trouw, dat zij moedig haar best deed, haar geloof aan hem, hoog te houden. Zij moest nu evenwel doortasten. Zij was verlaten geworden en moest het hnis uit. Maar waarheen Zij wist het niet, zij had zulk een eenzaam leven geleid, dat zij nauwelijks menschen kende en nu geen enkele bekende had, bij wie zij voor een korten tijd haar intrek zon kunnen nemen. Maar zij pakte haar koffer zooals haar bevolen was en terwijl zij daarmede bezig was, kwam de dienaar om haar te berichten dat de koetsier spoedig gereed zou zjjn om haar weg te brengen en meteen reikte hg haar een briefje van hare meesteres over- Daarin bevond zich, hetgeen zij in een voile maand verdiende. Zij stak, wat zij verdiend had in haar zak en stak hetgeen te veel was, weder in het cou vert, adresseerde het aan Mrs. Plympton en spelde het boven op baar naaikist vast. Ken man kwam en haalde haar koffer, zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6