gemengd niéuws.
sfyüa "5 - 01'
"i,o4r» ni,:o""'
die uwe
gen
Hoe mijnheer
Nicolaas
hernam Brus-
niet. Ik heb
vriendelijk zijn,
Hoe mij""-
Bruskai bewees, telt de heer
Een mijner de Paris -
George Anriol in koorddanser en die
die van beroep jongto, h t
rentemmer u, b brief 8f te
postkantoor te Mewx beriep, door
halen. Daar ^5 Nicolaas Brnskui be-
geherl Europa als Nwm d dat de
kend te zijn» was hy zeer
Bruskai. ]iik hebt," hernam
•J'' 'l „„k«i, a»t J' b™<
S&ê&m
Bruskai »yt.
heet en niet DurandQn^pr be-
aangeteekend als u mij een of ander be
wijs levert of een getuige meebrengt, dan
is dat voldoende
„Goed", zeide Bruskai en verwijderde
Z'CNa verloop van ongeveer een uur kwam
^„üaaf ben ik weer!" zeide bij aan het
loket, „ik ben het
„Ik Wie ik was de eemgszins
ruwe vraag van den beambte.
„Ik! Bruskai! U weet wel. ik kom
voor den brief uit Praag
„Ab, juist", zeide de beambte, „en hebt
u het noodige bij u
„Ik geloof het wel", antwoordde de
jongleur.
„Laat eens zien 1
„Ja, dat is te zeggen^,
kai, „niet hier, dat gaat
twee getuigen, wilt u zoo v
even met mij naar buiten te gaan
De beambte was nieuwsgierig en ging
mede. Buiten stond een wagentje met
een ponny bespannen.
„Dat zijn mijne bewijsstukken," zeide
Bruskai, „ik heb geen andere. Maar de
ze zullen wel voldoende zijD, want hier
slaat op het wagentje met groote letters:
Nicolaas Bruskai!"
De postbeambte aarzelde nog,
„Ik zie wel nw papieren, die van hout
zijn," zeide hij, „maar waar zijn uwe ge
tuigen?"
De kunstenmaker opende een kastje
dat op het wagentje stond en haalde er
een papegaai uit.
„Je zou me een groot genoegen doen,
papegaai," sprak Bruskai het dier aan,
„als je me zei, met wien je de eer hebt te
spreken."
„Varken," krijschte de papegaai.
„Je bent niet beleefd", hernam de
kunstenmaker, „maar aangenomen, dat de
man, met wien je spreekt, een zwijn is,
kan je me dan ook zeggen, hoe dat zwijn
beet
„Bruskai Nicolaas", antwoordde de pa
pegaai.
„Mooi, nu mag je weer naar je huisje
gaan", hernam zijn baas, die nu de pony
aansprak
tjPatrik, ben je niet het lievelingspaard
van den keizer van China
Het paard schudde ontkennend met
het hoofd.
„Men beweert, dat je het eigendom
bent van een zekeren Nicolaas Bruskai,
is dat waar?"
Patrik knikte zeer duidelijk „ja".
„En behoort de wagen ook aan Nico
laas Bruskai
Andermaal antwoordde da pony bevesti.
gend.
„Zweer het bij je eergebood de
„Neem die mee naar huis," zeide zij
hem vriendelijk toelachende, „zij zijn het
teeken van den vrede. Maar zeg er uwe vrouw
maar niets van, dat ik haar de bloemen heb
gestuurd; zij moet mij eerst lief krijgen en
dat zal nog wel eenigen tijd duren.*
Zij had bIuw genoeg er voor gezorgd
dat zij beiden een klein geheim hadden té
bewaren, en dat moest er toe bijdragen, den
ïwakkec band, die heo beiden na reeds
weder verbond, wat sterker te maken.
Hij had de gave giarne afgewezen, maar
hij kon dit onmogelgk doen, zonder onbe-
beleefd en rnw te schijnen en bovendien
haar zeldzame, eigenaardige schoonheid oe
fende een bedwelmenden indruk op hem uit.
Hij zou blijde geweest zijn, als zich een
mogelijkheid had voorgedaan om de bloemen
weg te werpen want hij deinsde er voor
terng, ze aan Rath te brengen, daar hij
wist, hoe groot haar afschuw was voor
iDez Golding's persoon.
Maar Ralph had geene gelegenheid ze
weg te werpen, want de slimme dnivelin
begeleidde hem tot de kamer waar zijn
vrouw lag en zeide hem eerst bij die deur
goeden dag, zoodat hij zich wel verplicht
gevoelde met de bloemen naar binnen te
gaan.
Ruth scheen door haar slaap zeer ver
kwikt te zijn en zich zichtbaar beter te
gevoelen. Zij ging in haar bed opzitten en
nam de bloemen in hare handen, zij be
wonderde ze en dankte hem er voor, dat hij
zoo goed en oplettend geweest was, ze haar
te brengen.
Ralph kreog het wol oenigszins benauwd;
hij kwam zichzelf voor als een gomeene be
drieger, hij schaamde zich over hetgeen hij
deed, en toch ontbrak hem de zedelijke
moed er voor uit te komen.
Den volgenden morgen gevoelde Ruth ziob
veel beter en nadat zij hot ontbijt had
gebruikt, zoide zjj plotseling
„Ralph, wij moesten vandaag eens n»
het St.-Anthony-hospitaal gaan en eens
Mr. Meredith vragen. Wat zal hii ua-
onB denken, dat wij hem zoo ver°° „aa"
men Kunnen wij vandaag
Ralph
kunstenmaker.
Het paardj'e lichtte den rechterpoot op
en nieste met znlk eene oprechtheid, dat
de hardnekkige beambte eindelijk overtuigd
was en Nicolaas Bruskai den brief gaf.
Paardenvleesch.
Het gebruik van paatdeuvleesch is te
Berlijn zeer groot. In 1895 werden er te
Hamburg 951 paarden geslacht, te Ber
lijn werden er echter 7620 in datzelfde
ja®' getold. Te Breslau werden er in
1895, 2881; paarden voor de consumptie
geslacht, zelfs de veel kleinere stad Altona
slacht, nog meer dan 100C paarden. Het
schijnt dus wel, dat paardenvleesch in
Duitschland veel gegeten wordt.
'De bekende vaster dr. T a n-
ner is bij een brand te Cleveland in Ohio
omgekomen.
Hij werd in 1885 in Engeland geboren
en begon in 1880 met zijn vastproeven,
waarmee hij wilde bewijzen, dat de
mensen vele dagen bniten eeuig voedsel
leven kan, op niets anders dan wat zui
ver water. Hij bewees, dat dr. Tanner het
kon.
In het openbaar, maar waarschijnlijk na
voorafgaande oefening, begon hij met een
proef, die 48 dagen duurde. Later her
haalde hij die nog eens, maar toen Succi
en Merlatti hem ging navolgen, achtte
hij zijne stelling bewezen en men hoorde
niets meer van hem tot 1891, toen hij Sacci
uitdaagde met hem te wedijveren. Succi
bedankte.
Nu is hij gestorven, niet van honger
maar door een ongeluk. Het zou evenwel
kunnen, dat wij binnen kort weer iets van
hem hoorden. Immers, ook in 1881 liep
het gerucht van zijn dood, tengevolge
van een val te Amsterdam, en een poos later
kwam hij te voorschijn uit een krankzin
nigengesticht in Lonisiana, waar men
hem opgesloten had.
De „B aco-S t an d a r d", een En-
gelsche stoomer ingericht tot het stoken van
petroleum in ketels, heeft den overtocht
gemaakt van Engeland naar Philadelphia
alleen met gebruik van genoemd verhit-
tingsmiddel. De proefneming is uitstekend
geslaagd, maar het verbruik is grooter
geweest, dan men zich had voorgesteld.
In plaats van een dagelijksch verbruik
van 34 ton kolen, waren 20 ton pe
troleum per dag noodig. Intusschen mee-
nen Amerikaansche deskundigen, dat
het gebezigde systeem voor veel verbete
ring vatbaar is.
Ook de Fransche marine heeft een proef
genomen met petroleum met het oorlog
schip „Surcouf'. Op het dek was in een
waterketel van een inhoud van 2000 L.
petroleum geborgen. Met eene pomp
werd deze vloeistof naar de stookplaats
gevoerd, waar de steenkool met petrole
um werd gedrenkt.
Gedurende twee uren werd met slechts
2 ketels gestoomd met deze gedrenkte
steenkolen; daarbij kon eene vaart van
18.5 znijl worden behouden. Een gelijk
tijdsverloop met gewone steenkool stoo-
mende bedroeg de vaart slechts 8 mijl.
Onze dienstboden.
Mijnheer„Zeg, je moet betere koffie
zeiten, het lijkt wel slootwater".
Keukenmeid „Ten eerste laat 'k me
niet afsnauwen en ga ik over zes weken
heenten tweede moet u maar een uurtje
vroeger beneden komen, voordat de koffie
lauw is, en ten derde zou 'r niets te re-
klameeren zijn geweest, als ik het water
maar even had laten doorkoken.
Iemand was met zijne zus-
ter in een vertrouwelijk gesprek over een
meisje.
Waarom trouw je niet met haar?
vroeg zij.
Dal zou ik wel willeD, antwoordde
haar broeder, maar ongelukkig heeft zij
een gebrek in hare spraak.
Zij kan geen „ja" zeggen
De broosheid van lamp e-
glazen.
Niets breekt zoo gemakkelijk als de
glazen van petroleumlampen, die thans
zoo algemeen in gebruik zijn. De huis.
nog 8a
Ralph stemde toe en een poosje later nam
hij een rijtuig en reden zij naar het zieken-
hnis om daar te vernemen hoe, het hnn vriend
ging-
„Ja," werd hen op hun vraag ge
antwoord, „mijnheer Meredith is hier opge
nomen, de operatie is twee weken geleden
geschied, maar sedert dat oogenblik is de
patiënt zeer zwak en mag nog geen bezoek
ontvangen-"
„Ma»r, hij zal dat toch immers spoedig
knnnen doen, niet waar P" vroeg Rath ang-
stig.
„Dat kunnen wy niet weten, mevrouw.
Niemand kan dat zeggen," verklaarde de
portier met grooten ernst. „Mr. Meredith's
toestand is uiterst bedenkelijk; het is nog
niet eens zeker te zeggen, of Mr. Meredith
wel van zijn ziekbed zal opstaan," eindigde
hjj na eenige aarzeling.
„O fluisterde de jonge vrouw op boven
den toon. „Is de operatie dan niet gelukt."
„Ook dat is nog niet zeker mevrouw,"
was het ontwjjkende antwoord.
Zoodoende konden zij niet anders doen
den hunne visite-kaartjes afgeven en de
teil hyacinten, die Rath voor hem gekocht had,
daarbij voegen en bedroefd over de weinige be
moediging, die zij hier ontvangen hadden,
namen zij den teragweg aan.
„Ik vrees, dat hij zal sterven," mompelde
Rnth, een zacht onderdrukkend, toen zij de
steenen trap van bet statige huis afstapten
„wanneer hij sterft, verliest de werold een
groot en edel mensch."
„Bi, Ruthie, liefste," antwoordde Ralph
piagond, tor wijl hij haar lachond in hot
droevige gelaat Mg, „ik zon bijna gedwongen
zjjn, jaloersoh op Mr. Meredith te worden.
Gij moet hem wel zeer lief hebben, dat
gij uw kopje zoo om hem laat hangen."
„Gij behoeft nooit ijverzuchtig op iemand
te worden Ralph, want ik ben uwo vrouw
0» mijn eed kan ik zelfs in gedachte niet
ontrouw worden. Maar Mr. Meredith beviel
piij uitermate goed. Vroeger was hjj even
fior en mannelijk schoon cis gij, maar daar-
bÜ was hij goed en vriendelijk, zaohtzinnig
„0 innemend als eene vrouw."
„Maar duivekater Ruth, spreok toch n
altijd over hem op een toon alsof hij reeds
tot het verleden behoorde. Hij is immers
nog op de wereld, en ik heb een gevoel,
alsof hij nu nog niet zal sterven. Hij is
inderdaad een knap mensch geweest, maar
het is toch verduiveld jammer, dat hij nu
zoo scheef en kreupel is. Al wordt hij nu
weder zoo gezond als een visch, zal hij toch
een zeer afgezonderd en treurig leven moeten
lijden, want het is niet denkbaar, dat er
eene vrouw van zijnen stand zal zijn, die
znlk een misvormd man tot den haren zal
nemen."
Ruth bloosde bij een dergelijke brnnske
opmerking.
„Dat zie ik volstrekt niet in,"antwoordde
Ruth levendig. „Ik geloof dat iedere vrouw
er trots op zal kunnen zijn, znlk een man
den haren te mogen noemen."
Zij dacht aan het gesprek, dat zij eens
met Meredith over dit punt gevoerd bad.
Maar zij bad dit nooit aan haar man ver
teld omdat zij het als zeer streng vertrou
welijk had opgevat.
Haar man wendde zich na evenwel vol
verwondering tot haar.
„Maar Ruth, meent gij, dat gij als bet n
voorgesteld geworden was, een kreopole als
Mr. Meredith zondt kunnen huwen
„Ja zeker, wanneer ik hem liefhaden ik
zon ook trots op bem zijn 1" antwoorde zij
met een ernst, die haar oprechtheid be
wees.
„Dus, als het eens gebeuren moeht, dat
ik ellendig kreupel of vreeselijk verminkt
werd, zoudt gij niet voor mij terngdeinzen,
maar mij even oprecht liefhebl>oa y"
„Nooit zou ik O kanno.. vor.hohuw™
T jj „/vnrler aarzelen. „Wanneer
antwoordde zjj 2o°«rd en odo, b|eort «is K„
gij innerlijk even g ,t«d diegene voor u
nu «fit, d"n *oa «oor u ben. Ik zou u
blijven, die ik nu fbobbo„ en verzorgen
blijven eeren e«J gobrek, g'J ook mot
wélk urBchowo.Uk ronddr«gen.__Het is_de
moeders zijn er wanhopig over. De ge
leerde scheikundige Chiappe leert er ons
de oorzaak van kennen en dat is al iets,
doch niet het geneesmiddel en daarin
heeft hij groot ongelijk. Volgens dezen
geleerde zet er zich op de verdikkingen
der lampeglazen een poedervormige laag
zwavelzure soda af, zooals de ontleding
aan 't licht brengt. Van waar deze zwa-
velzure soda f Daarvan, dat de petroleum
beurtelings gezuiverd wordt met zwavel
zuur en soda. Na blijft er in de vloei
stof ondanks herhaalde zuivering een zwa
velig zuur over, dat, bij de verbranding
weder oxydeert in zwavelzuur, het glas
aantast en ncodiottige zwavelzure soda
vormt. Dat is de niet zeer troostrijke uit
legging van het luidruchtig breken der
lampeglazeD, waarvan men, zooals het
heet, nog zoo lang pleizier hoopte te heb
ben.
Alt ij d een geluk bij een
ongeluk
De student Meier gaat om één nnr des
nachts naar hnis. In een eenzame straat
ontmoet hij een man, die er tamelijk ver
dacht uitziet en naar hem toekomt met
de vraag
„Kunt u me ook zeggen, hoe laat het
is
Meier begreep, dal hij een gauwdief
voor zich had, die slechts deze gelegen
heid te baat wilde nemen om hem het
horloge uit de hand te rukken.
Zonder zich lang te bedenken, geeft od-
ze student hem een krachtigen slag op
het hoofd en zegt
„Het heeft daar juist één uur gesla-
De schavuit kiest, luid gillend, het ha
zenpad. Eensklaps blijft hij staan, tast
naar zijn hoofd en zegt
„Nou, gelukkig dat ik hem niet een
uur vroeger gevraagd heb, hoe laat het
was 1*
Van Amerika naarEuro-
pa in één dag.
Indien de plannen van een inwoner
van Brooklyn niet mislukken, dan zal
het weldra mogelijk zijn 's morgens in
New-York te ontbijten en 's avonds te
Londen te dineeren. James Gresham is bezig
een boot te vervaardigen, die, naar hij zegt,
in staat zal zijn met eene snelheid van
vijf of zes mijlen per minuut, zoowel on
der als boven water, te loopen.
De deelen van het vaartuig zijn op
't oogenblik in bewerking in verschillende
machinefabrieken en scheepsbouw werven
nabij New-York en het in elkaar zetten
zal, wanneer de alzonderlijke deelen klaar
zijn, weinig tijds vorderen. De heer Gres
ham heeft al een drie voet lang model
gemaakt, welke de uitvoerbaarheid der
uitvinding bewezen en hem aangemoedigd
heeft, hem en andere kapitalisten om de
10000 dollars voor te schieten, die noo
dig zijn voor den bouw van de grootere
boot.
Het model bestaat uit een cylinder
van gepolijst staal, welke ongeveer 87.5
cM. lang en 20 cM. in middellijn is.
Om den cylinder loopt van 't eene tot
't andere eind eene dunne stalen ribbe, die
spiraalsgewijze zoo aangebracht is, dat ze
altijd rechthoekig op de oppervlakte
van den cylinder in ongeveer twee ge-
heele windingen om den cylinder heenloopt.
Als de cylinder om zijn as draait, oefent
de ribbe die op het model ongeveer
6 74 cM. breed is, op het water ten
naastenby dezelfde werking uit als een
schroef, met andere woordeD, die spiraal-
ribbe stuuwt al draaiende het water terug,
zoodat de cylinder vooruit wordt voortbe
wogen. Daar deze ribbe den cylinder van
het eene einde tot het andere omgeeft,
kan men nagaan, dat de voortstuwende
kracht geweldig is.
Aan elke einde verheft zich een gebo
gen pijp, die een middellijn van 37$ cM.
beeft en 15 cM. lang is. Deze buizen
zijn van boven open en er loopt een wei
nig lager een miniatunrgaanderij omheen.
Aan het eene einde van den cylinder be
vindt zich een stalen roer, verbonden aan
een stevige stalen kiel, welke onder den
cylinder is aangebracht.
u zoudt
ziel, bot
en hetkarakter, wol-
biod afdwingen, mot
- donr-
mot
moeteu
eeniood
ïIOI?i«fde" achting 00 "'"1't geen geen
hit vteeéohelijko g"w.oa^ndigdo Ra.hme.
iaam bosta.n beo r bokoorluk gelaat,
non ongowonon ernet
dat bem evenwel weer haar geestelijke meer
derheid deed gevoelen.
„Lieve hemel, Rath, ik had er in de ver
ste verte geen gedachten op, dat ge zoo'n
kleine filosoof zijt. Maar al nwe theorieën
zijn mij te boog en dit door n betitelde vlee-
schelijke gewaad is mij het liefst en dier
baarst, dat ka n ik zien en daar kan ik mij aan
verlnstigenjdeze g estalte kan ik in mijne ar
men sluiten en nw gezichtje kan ik met kassen
overdekken. En hij voegde de daad bij het
woord.
„Maar dat zou het niet meer voor u zijn
wat het nu is, als het koud en beweging
loos voor u lag," antwoordde zij haastig.
„O' Neen, neen, maar ik bid je, laat dit
akelige gesprek uit zijn," antwoorde de jon
ge man, met moeite zijn tegenzin voor al
die wijsheid verbergende.
„Zeker niet. Ik sprak er van om n te
bewijzen, dat de bekoorlijkheid, die Mr. Me
redith voor ons beiden bezit, geheel onaf
hankelijk van zijne lichamelijke verminking
is."
Ralph's gelaat betrok en bij bekende zich
zelf, dat zijn innerlijke waarde niet zoo groot
was, en bij zon zooveel karakter niet bezit
ten om in dergelijke omstandigheden hetzelf
de te kannen denken.
Het gesprek werd toch geëindigd en niet
meer opgenomen, ofschoon er later een tijd
kwam, waarop do herinnering aan dit ge-
Bprek den bittersten nasmaak had en eene
kwellende smart bereidde.
Zij stuurde daarna bijna eiken dag een
boodschap naar het ziekenhuis om naar den
looatuiul van Mr. MoroJii.K ttavraaa ia (loon,
muur zijn touHtand bloot' ook nu nog boden
kol ijk en langon tijd nwoefde hij iusBohcn
lovon on dood, totdat zij eindoiyk hot org-
sto begonnen t© ▼reetren.
Ruth had in do volgende weken ook volo
slechte dagen on was dikwijls genoog uan
hnre kamer gebonden, terwijl hot dan oen
gebeurtenis was, die vanzei t' sprak, dat Ralph
on miss Qoldïng mot olkandor gingen won-
delen en zoodoende hoe langer boe meer
mot elkander op vrlendaohappelijkon voet go-
raakten.
Op een dag waren zi) weel langer afwezig
De wraak van een afge-
wezen millionnair.
In den zomer van het vorige jaar had
de zangeres Lili Lejo zich van Weenen
naar Mailand begeven, om daar een geest
rol te vervullen, waarbij zij ook groot suc
ces verwierf. Daar maakte zij kennis met
een jongen, rijken Rus, den vier-en-twin-
tig-jarigen Leo Edlen v. Gieystor, die met
zijn secretaris naar Mailand gekomen was,
om hier zang-onderricht te ontvangen. De
ze jonge Saraaat, van wien geheel Mai
land wist, dat hij de buitengewone
lichaamszwaarte van 160 kilogram had, ver
volgde mejuffrouw Lejo met huwelijksaan
zoeken, doch werd door deze laatste afge
wezen. De beleedigde Don Juan kwam op
zekeren dag bij haar met de bedreiging,
dat hij eerst haar en later zichzelven zou
doodschieten, wanneer zij er niet in toe
stemde met hem te hnwendaarbij haalde
hij een geladen revolver voor den dag.
Aan den zangeres gelukte het, uit de
kamer te vluchten, waarna zij de denr
van buiten afsloot. De Rus richtte nu,
gelijk later bleek, het wapen tegen zich
zelf, en men vond hem later als een lijk.
Voordat de Rus zich met de revolver naar
de zangeres begaf, had hy, veronderstellen
de dat hij den dubbelen moord zou ple
gen, zijn testament gemaakt, in hetwelk
hij tot universeel erfgename benoemde
eene mejuffrouw Maluine Brnnner, die
terzelfder tijd dat mejuffrouw Lejo in Mai
land optrad, na deze in dat vak de voor
naamste was.
Deze jonge dame, die aan het conserva
torium te Weenen hare studiën had vol
tooid, was in gezelschap eener vriendin
naar Mailand gereisd, waar zij slechts een
maal in een openbaar concert optrad. Of
zij na mejuffrouw Lejo werkelijk de voor
naamste zangeres was, is niet uit te ma
ken, maar wel, dat zij in de stad volko
men onbekend was. De familie van den
rijken Rus verzet zich tegen het testament
en ofschoon de Moskouer rechtbank het
testament geldig heeft verklaard, heeft men
het nu toch voor een hoogere rechtbank
gegooid en hoopt de familie de erfenis, die
millioenen bedraagt, te behondeD.
B ij g e 1 o o f.
Te Freiburg in Baden stond dezer da
gen een jonge man terecht, die zijn oud
tante had vermoord uit bijgeloof. Wer-
nett zoo heette het jonge mensch
hield zich voor behekst. Hij ging eerst
naar den wonderdokter Birklin, die hem
een middel aaa de hand deed, dat niet
baatte. Eens op een dag verklaarde Birk
lin, dat het misschien wel eens goed
zon zijn, als men de heks met een stok
sloeg. Wernett nam daarop het besluit
de heks, die naar zijne meenig niemand
anders dan zijn oudtante kon zijn, te ver
moorden. Het ging des nachts naar de
woning der oude vrouw, klom door het
venster haar slaapkamer binnen, pakte
haar bij den hals, sleurde haar uit het
bed en worgde haar. Na den moord ging
Wernett kalm naar huis en legde zich te
slapen. Op de vraag van den president,
of hij Van zijne daad geen berouw had,
antwoordde hij, „dat het maar een heks
was
De rechter veroordeelde hem tot 10
jaren tuchthuisstraf.
Geheimzinnig Eenigen
tijd geleden werd een echtpaar te Otto-
land voor een hunner vijf kinderen twin
tig duizend gulden geboden. Dit bod
werd door tnsschenkomst van een derde
gedaan, die een geschreven contract bij
zich had zoodat de ouders slechts behoef
den te teekenen en het geld was disponi
bel. De ouders zouden driemaal per jaar
hnn kind mogen zien, doch wisten niet
aan wien zij het zouden afstaan.
Wanneer men nn echter weet dat het
bewnste joDgetje met 1 Januari 1897
twee jaar oud wordt en nu al 20 kilo
weegt, bovendien aanleg heeft om een
breedgeschouderde reus te wordeD, ligt
het vermoeden voor de hand, dat bedoeld
kind aangekocht zou worden om tegen
betaling ter bezichtiging gesteld te worden.
Gelukkig weigeren de ouders hun fcind af
te staan, al bood men hnn de dubbele som.
dan gewoonlijk en Rnth, die zieh, na een
lange poos gerust te hebben, veel krachti
ger gevoelde, dan sedert vele dagen het ge
val was, kleedde zich aan om uit te gaan,
met de gedachte, nog eene kleine wandeling
te gaan maken door het park, voor zij aan
tafel zonden gaan.
Zij was juist den tnin van het hotel uit
gestapt, toen zij haar echtgenoot en de vrouw,
die zij in het,diepst van baar ziel verafschuw
de, te zamen zag aankomen.
Zij lachten en praatten vriendelijk en on
omwonden met elkander.
Rnth bleef staaD, zag getroffen van den
een naar den ander, terwijl eene schrikkelijke
vrees haar harte pijnigde.
Ralph kreeg een kleur, bij was zich van
schuld bewust, maar miss Goldiug riep ooknn
haar gewone brutale vriendelijkheid te hulp,
zij scheen tegen alle omstandigheden opge
wassen te zijn.
„Ah, Mrs. Pljmpton. Ik heb uw echt
genoot juist zooeven ontmoet en heb naar
uwe gezondheid geïnformeerd. Veroorloof
mij n te zeggen,* en hierbij wierp zij een
blik op de gloeieDde wangen van Rnth, „dat
gij er nu juist niet als een zieke uitziet. Ik
teliciteer u."
Rnth boog even het hoofd, zonder een
antwoord te geven. Vervolgens wendde zij
zich tot Ralph en zeide
„Ik was juist van plan eene kleine wan-
delmg in het park te maken, wilt ge met
mij mede gaan
Hg lichtte zijn hoed voor Inez, boog be-
leeld en bood zijne vrouw een arm, ofschoon
hjj liever naar huis was gegaan-
Waurorn i»obt niot» togen miss Ool-
^"'8 goaogd b" vroeg bij kurzolig. Hot
touii zoor boluoid on aurdig van haar
Een gevaarlijke reis.
In een waggon eerste klasse van een
trein, uit Hongarije naar Weenen, zoo ver
telt de Voss. Ztgzaten eenige dagen ge
leden twee cavalerie-officieren. Opeens
hoorden zij een vervaarlijk gekraak en al
spoedig zagen zij tot hun schrik, dat de
vloer van den waggon was gespleten. Een
dichte stotwolk omringde hen en door het
gat in den vloer werden tal van steenen
in de coupé geworpen. De officieren zoch
ten te vergeefs naar de noodrem. Plotseling
zakten de wanden, die zich van de zolde
ring scheiddeu en het gevaar werd elke
seconde dreigender. De zetels, waaraan de
officieren zich nog vastklampten, konden
ieder oogenblik met hun iast vallen. Ge
lukkig werd het ongeval bijtijds door een
conducteur gemerkt, die den trein onmid
dellijk tot staan bracht. Het bleek, dat van
den band van een der wielen een stuk
was afgebroken. Het wiel had met het o-
verige gedeelte van den band en met de
spaken in den grond geboord, waardoor
de steenen met zooveel kracht tegen den
vloer werden geslingerd, dat deze spleet.
Zou 't nog zoo zijn?
William Temple was in de Zeventiende
eeuw Engelsch gezant hier te lande Hij
schreef toen van de Hollanders:
„Er zijn sommige gewoonten of hoeda
nigheden, die hun allen gemeen zijn, zoo
als groote zuinigheid of orde in bet uit
geven van hunne penningen. Hun alge-
meene rijkdom bestaat hierin, dat ieder
méér heeft dan hij verteert, of, om juis
ter te spreken, dat ieder niet meer ver
teert, dan hij heeft ean inkomsteD, hoe
danig deze ook zijn. Het komt hier niet
eens in de gebachte, om gewoonlijk zoo
veel te vertereD, als het inkomen be
draagt. En wanneer dit al gebeurt, mee-
nen zij dat jaar tevergeets geleefd te
hebben."
Een ontzettende wraakne
ming, Uit 8an-Francisco wordt eene
geschiedenis meegedeeld, die hoewel zij
waar is, aan de reisverhalen van kapitien
Majne Reid of Fenimore Cooper herin
nert. Twee trappers, Hiram Good en San-
by YouDg genaamd, vermoordden name
lijk het geheele overschot van den stam
der Mill Creek-Indianen, bestaande uit
202 mannen en vrouwen.
Young en Good Waren van hun jeugd af
vrienden en leidden een jagersleven in
het bosch. Toen zij eenige maanden gele
den 's avonds van hun arbèid naar hnis
terugkeerden, vonden zij de woning in
de asch gelegd en Good's vrouw ver
moord.
Spoedig ontdekten zij, dat de Indianen
dit feit hadden gepleegd, en omtrent de
identiteit der schurken kon geen twijfel
bestaan, daar zij het spoor vonden van het
opperhoofd der Mill Creek-Indianen die
aan eiken voet zes teenen had. Good en
Young zwoeren wraax, en weken achtereen
schoten zij verscheidene leden van den stam
der roolzuchtige Indianen neer, waar hun
dezen door het toeval binnen schot werden
gebracht.
Eindelijk, in Augustus, vonden zij den
geheelen stam gekampeerd, in een ketel-
vormig da), omringd door hooge rotswan
den. Dit dal was slechts langs de bed
ding van een riviertje te bereiken.
De beide trappers wachtten tot de Indianen
afgemat door eene groote zwelgpartij, zich
ter raste begaven, en doorwaadden daarna
de rivier. Aan den ingang van het dal
maakten zij eene stevige barricade van
rotsblokken, waarachter zij met twee
zware repeteergeweren, twee grootkaliber
revolvers, en ongeveer 1000 patronen
plaats namen.
Young laadde de wapens en reikte
ze aan Good over om te vuren. Op dat
oogenblik stond een opperhoofd op, om
zich naar het kampvuur te begeven,
waarop Good hem een kogel door het
hart joeg. De Indianen, door het schot
gewekt, sprongen in een paniek op.
Good bleef met onverstoorbare kalmte
doorvuren, en ieder schot velde een Indi
aan.
Verscheidene Indianen snelden naar
hot riviertje doch vielen, na eenige schre
den in die richting gedaan te hebben,
doodelijk getroffen neer. Mannen en vrou
wen liepen gillend in eene wilde verwar
ring dooreen, en werden èèn voor èón
door een onzichtbare hand weggerukt.
Dit mooiddadige vuur duurde ruim een
half uur.
Toen er geen Indianen meer in leven
schenen te zijn, verlieten de beide trap
pers, met den vinger aan den trekker
hunner revolverB, hun schuilplaats, om
een onderzoek in te stellen naar de uit
werking van hun vnnr. Alle Indianen
waren dood, met uitzondering van een
6-jarigen knaap, dien zij mee namen
naar San-Francisco.
YouDg en Good zijn sedert niet meer ge
zien en men denkt, dat zij naar Australië
zijn vertrokken, om aan de gevolgen de
zer moordpartij te ontkomen.
Eene misrekening. Tan
te tot nichtje: „Als je van avond toch
uiigaat, ging ik naar het Paleis voor
Volksvlijt daar geven ze een kus van
f 50.000 Tante tot haar nichtje (thuis
komende): „En?..." Nichtje: „Ja, 't was
heel aaidig, maar ik heb geen kus gehad
en moest toch nog toe betalen."
§Een vreemdsoortigeboot»
Onlangs heeft men een vaartuig ge
maakt, hetwelk naar zijn uitvinder
„stroombood" genoemd wordt en in
Huizum reeds proefondervindelijk heeft
bewezen aan de gestelde verwachtin
gen te kunnen voldoen. Deze boot, wel
ke het meest gebruikt zal worden op
de jacht en bij de vischvangst, is ver
vaardigd van Gummie, kan in elkaar
gevouwen worden en bestaat uit vier
luchtdichte afdeelingen. Het geheel is
zoo licht, dat het samengevouwen en
gemakkelijk meegenomen kan worden.
Moet ze voor het gebruik gereed ge
maakt worden, dan geschiedt dit in en
kele minuten met behulp van een lucht
pompje. Het eigenaardige aan het boot
je is echter, dat onder aan den bodem
twee gummizakken neerhangen, in wel
ke de beenen gestoken worden, zoodat
men in de boot over het land kan loo
pen en ook zoo weder te water kan
gaan. Het bootje wordt door de voeten
voortbewogenalleen bij een sterken
stroom is een kleine roeiriem noodig,
die evenwel zoo is ingericht, dat zij ook
gemakkelijk getransporteerd kan wor
den.
Een ontaard vader.
Te Stockholm heelt een arbeider zijn
vier-jarige dochter op verschrikkelijke
wijze om het leven willen brengen. Hij
kocht een dynamietpatioon en een lont
en begai zich met zijn kind naar een
afgelegen plaats. Hier gat hij het klei
ne meisje de patroon in de hand, en
zeide haar, dat zij die goed vast moest
houden, waarop de onmensch de lont
in brand stak. De patroon ontplofte
en de arm van het kind werd verbrij
zeld daar het slachtoffer nog leefde,
wierp de vader het in het water, waar
na hij zichzelf verdrinken wilde. De
koude van het water schrikte hem ech
ter ai. Hij zwom spoedig naar den kant,
waar hij gevangen werd genomen. Het
meisje werd dooi voorbijgangers op het
droge gebracht.
Uit Glasgow wordt (vol
gens Paii Mali) gemeld, dat er onder
handelingen gaande zijn om de zaken
van zes der grootste steenkolenprodu-
centen aldaar en in het westen van
Schotland samen te smelten, ten einde
een steenkolen-trust te ver
krijgen. Het kapitaal der combinatie
zou worden gesteld op 2 miilioen.
De trust zou zich bepalen tot de pro
ducenten, en het doei zou zijn de steen-
kolenprijzen te handhaven en tevens
voortaan door de aaneensluiting groo
tere kracht te kunnen uitoefenen in ge
val van geschillen over de arbeidsloonen.
Vadertrots. A. „Uwe zonen
zijn immers naar Amerika gegaan
B. „Ja, de eene met twintig duizend, de
andere met dertig duizend gniden 1"
dal ktij naar u informeerde.''
lioih
xv-uitr zug hom vorwondord aan
„Ik wil niets mot haar te ,\,7
't ia zooals ik u ruods ,eu hebben I
ik boot er voor Sorug, haar in i. Bozegd,
moeten sion. liet is couo i 8«laat lo
souder hart," antwoordde blo vrouw
iialph haar sioh ooa huu hooien dod
.Ik bon overtuigd, dat go VoJf'tea-
te teergevoelig rijt. liet is niet ehr?„t J.°®1
zulk een gevoel van baat tegen een ander
bij zich te dulden."
De jonge vrouw was nu bleek genoeg,
om voot eene zieke gehouden te kunnen
woiden en de smartelgke trek om baar
mond was pgnlijk om aan te zien.
Zg maakie kgeene enkele directe tegenwer
ping, maar bevend antwoordde aij, dat zij
zicu met wel gevoelde, dat zg huiverig werd
en naar het hotel wilde terugkeeren.
Leu volgenden dag moeBi zy weder het
bed houden, welke gelegenheid Ralph en
inez te baat namen, oen uitstapje in de om
geving van Parijs te maken.
Bg hun terugkeer aten zij te zamen on
gingen 's avonds naar de opera,
Ruth had zich reeds lang te voren over
dezen avond verheugd, maar toen het tijd
stip daar was, was zij niet m Blaat haar
hoofd van het kussen op te heffen. Des
niettegenstaande zeide zij uit zicnzelve, dat
Ralph evengoed naar de opera moest gaan.
„ik kan niet zonder u gaan, Ruth," zeide
hij, want zijn geweten begon hem te pijni
gen, dat hg haar reeds zooveel alleen net.
„Kunt gij niet opslaan en met mij medegaanh
tiij weei, dat de plaatsen al reeds genomen
»yn."
„Neen, ik kan niet, ik ben te zwak."
„Nu goed," auiwoordde hij aarzelend,
„dan zal ik mijn kaarten weggeven en bij
u blyven."
„Neen, dat moogt ge niet doeD, geef eén
kaart weg en ga zelt op de andere."
De manier, waarop nij aan baar verzoek
voldeed, lag geheel niet iu liuih's bedoeling.
Hij noodigdu Inez uit, mot hem naar de ope-
rik t« 8UMn> o*» Hoheugriu to booreu e»
zuoduuuuo u.ud.Kcio ook aio (W mot ooue ver-
trouwelykü uumunkoirmt
üeduruiicie don voiimln
»oo Ziok, dut couo „mk? "8 WClrd Ka,h
worden gehuurd on wanü°nVOr^>ieC^S*Cir xnüe8^
dighoid in hot «iokouy^f 'egouwoor-
weid, bracht Ralph hot verlangd
don üug by icyn sirouo ooli" SÖU<iel(o van
zoodoeudo geheel in haro, »1"W UI *««ak«a
spannen noiten verward.
WORDT VERVOLGD.