gen" te lezen: Gemeentebesturen, wat juis ter werd geacht. lu art. 20 al. 2 te lezen als volgtZij worden in de voorjaarsvergadering der leden van 1900 herzien, wanneer de daaraan voorafgegane vergadering tot het voortduren der Feree- niging heeft beslotenvóór dien lijd kan daarin geene verandering of wijziging wor den gemaakttenzij op een bepaald voorstel en verder, zooals de alinea thans luidt. Toelichting. Het feit, dat de Yereeniging blijkens art. 1 voor een tijdvak van 29 jaren werd opgericht en de Koninklijke goed keuring waarschijnlijk óók den 25 Sep tember 1871 aangeeft als datum van op richting, maakt het noodig vóór het ver strijken van dien termijn de Statuten opnieuw vast te stellen, wanneer voor af tot het voortduren der Yereeniging besloten wordt. De Commissie meende, daarom de laatste gewone vergadering volgens de Statuten te moeten aanwijzen voor dat opnieuw vaststellen en daaraan voorafgegane vergadering voor het be sluiten omtrent het voortbestaan der Vereeniging. In het huishoudelijk regle ment. In art. 6e. in plaats van „deze" te lezen hen In art. 9 al. 6. in plaats van„Bij de behandeling van eenig voorstel" te lezen: Bij het stem men over eenig voorstel. Met de vaststelling der aan te brengen wijzigingen dient de datum in art. 28 der Statuten te worden veranderd in 1 Januari 1897 en die aan het slot van Statuten en Huishoudelijk Reglement mede te wor den vervangen. Aan het einde van hare taak, uit de Commissie den wensch dat, bij vernieu wing van de oude banden, de Yereeni ging ook in het aan de beurt zijnde laatste stadium zoo vruchtbaar moge ar beiden, dat ten slotte de overtuiging al gemeen worde, dat „zij haar rechten van bestaan nog lang niet verloren heeft." In aansluiting op dat rapport werden al de daarin voorgedragen herzieningen bij acclamatie goedgekeurd. Met betrekking tot de artt. 4 en 6 werden daarna uit den boezem der ver gadering voorstellen tot herziening ge daan en na genoegzame ondersteuning ook in behandeling gebracht. De heer Wijdenes c.s. wenschte uit art. 4 te zien weggelaten de lastige en dwingende bepaling, dat men juist lid der Holl. Maatschappij van Landbouw moet zijn, om lid van Holl. Koorder- kwartier te kunnen worden. Spr. ver wachtte bij opheffing dezer belemme rende bepaling het ledental van Holl. Noorderkw. te zien toenemen en oordeelde, dat H. N. Kw. en Holl. Mij. elk afzon derlijk werkzaam kunnen en moeten zijn, zonder dat uit deze afscheiding ooit wederzijdsche concurrentie zou kun nen ontstaan. De heeren Visser Lz. en G. Wonder verdedigden ditzelfde standpunt. De heerenJ. Breebaart, L. Visser J. L. 1. Groneman en S. de Jongh verde digden de handhaving van het bestaande artikel, voornamelijk uit piëteit tegen over de Holl. Maatschappij. Bij stemming werd het voorstel van den hr. Wijdenes c s verworpen met 53 tegen 14. Hetzelfde lot onderging het voor stel van den heer G. Wonder die voorstelde art. 6 zoodanig te wijzi gen, dat de jaarlijksche contributie niet bepaald bleef op f 10.maar werd terug gebracht op f 5.Dit voorstel werd verworpen met 48 tegen 18 stemmen. Het werd voornamelijk bestreden door de heeren J. BreebaartKaaskooper J, L. 1. GronemanBaron8. de Jongh Toreesten L. Visser. Algemeen zag men in de verlaging der contributie niet een middel tot vermeerdering van het ledental, maar een gevaar tot verlies van inkom sten. Yolgde nu de bespreking van de be langen, waarvan men de behartiging voor het volgend jaar aanbeveelt: a. Aan den heer G. Kooij Hz., was do belangrijke taak opgedragen, te plei ten voor het zoeken naar een afdoend antwoord op de vraagwat kan gedaan worden tot bestrijding van tuberculose. Nadat Spr. had gewezen op het besmet telijke van tuberculose bij dier en mensch, stelde hij voor: een afzonderingsproef te nemen op 20 stallen en voor elke proef f 50 premie toe te kennen. Wel licht dat het Rijk voor die proeven gra tis de voor de inspuitingen benoodigde tuberculine zal verstrekken terwijl mis schien fondsen als het Purmerender Yee- fonds, de pogingen van H, N. Kw. fi- nantieel zal steunen. De heer Billroth achtte eene dergelijke proefneming niet zoo doeltreffend, doch gaf in overweging, zich tot de regee ring te wenden, met het verzoek, maat regelen te nemen tot bestrijding der tu berculose. In breede trekken schetste Spr. de toename en het gevaar dezer besmetting. Daar de smetstof dezer ziek te bekend is, kan ze ook bestreden wor den. Spr. meent, dat van regeeringswe- ge alleen verwacht kan worden, dat de tuberculine kosteloos wordt verstrekt en de deskundigen door de regeering met het verrichten der injecties worden belast. Ook de heer W es ter geeft een breed overzicht over de afmetingen der tuber culose en stelt de motie vo ordat de vergad. v. Holl. Noorderkw. lij de Re Marktberichten. geering in algemeene bewoordingen aan- j dringe op het nemen van maatregelen tegen de tuberculine. De heer J. L1. Groneman stelt voor, j dat het bestuur gemachtigd worde, dit punt nader te onderzoekeu en in de aan- staande voorjaarsvergad. een gedetailleerd plan aan de vergad. voor te leggen. Conform de gehouden bespreking wordt besloten1. dat het Bestuur bij de Regeering aaudringe op het nemen van maatregelen ter bestrijding der tu berculose 2. dat in de a.s. voorj. vergad. nogmaals als punt van bespre king zal worden genoteerd de vraag wat wenschelijk en mogelijk is, in deze voor de veeteelt en den veehouder zoo gewichtige kwestie. b. Werd door den heer D. Brander aangedrongen op het bevorderen van het aanstellen van vee-verloskundigen, die den veehouder bij het kalven kun nen behulpzaam zijn, daar toch het kal ven veelvuldig oorzaak is van de sterfte bij het vee. Wordt besloten, dat door het bestuur het volgend jaar een nader uitgewerkt rapport zal worden ingediend. C. Werd door de heer Dr. K. 11. M. van der Zande getracht, een antwoord te geven op de vraaghoe zal eene rijks subsidie ter bevordering der veefokkerij door de vereen, het beste worden be steed, ook in het belang der vrouwelijke fokdieren. Spr. wijst er op, hoe door de regee ring aanzienlijke subsidiën worden ver strekt ter bevordering der Paardenfok kerij en betoogt, dat het zeker nog noodiger is, van wege het Rijk derge- lijken steun te geven ter behartiging en verbetering van de veefokkerij. Spr. zou wenschen, dat pogingen wer den aangewend om te komen tot een vast type van vee, dat aan de eischen van veel-melk-geven en vetwording het best voldoet. Heeft men eenmaal deze stam-typen verkregen, dan zal het volgens Spr. ook mogelijk zijn, den geheelen veestapel in dien geest te veredelen. Daartoe te geraken, kan niet zonder den steun van de Regeering. De heer Wijdenes gevit in overweging, nu reeds eene advertentie te plaatsen, dat premiën [zullen worden uitgereikt voor het aanhouden van uitmuntende stierkalveren. De heer Visser Lz., van Berkhout, pleit voor de oprichting van plaatselijke Vee fokkerijen, die juist den boer zullen kunnen helpen in het bevorderen van een constanten veestapel. Die vereeni- gingen zouden dan moeten gesubsidieerd worden door het rijk, ter voldoening van de contrölekosten en de aanhoudings- premiën. De heer J. Breebaart Kz. wijst er op, dat het nog niet is uitgemaakt, hoe de regeering de op de begrooting voor '97 uitgetrokken f 30000 denkt te verdeelen. De verschillende vereenigingen zullen wel een reglement krijgen, waarnaar zij zich hebben te gedragen. Wel is het mogelijk, bij de regeering werk zaam te zijn; doch men moet zich niet voorstellen, met die subsidie alles te te kunnen doen. Rijk en prov. geven nu samen f 5500. Maar nu al is geble ken, dat het getal gestationneerde stie ren nog belangrijk moet worden uitge breid. Nu is het de vraag of de Regee ring aan vrouwelijke fokdieren premies zal toekennen. Op dit oogenblik is het wel de bedoeling zich te houden bij de mannelijke fokdieren. Op voorstel des voorzitters, wordt het bestuur gemachtigd, zoodra als blijkt, dat gelden beschikbaar zijn, volgens praead- vies en bespreking maatregelen te ne men. d. De heer K. A. Kaan betoogde de wenschelijkheid, een onderzoek in te stel len nöar bemesting, het zaaien, het con tracteeren enz., met betrekking tot de bieten cultuur. Spr. gelooft in de provin ciën Brabrant en Zeeland, waar de grond het meest met den onze over eenstemt, het meeste succes van zulk een onderzoek te verkrijgen. Conform dit voorstel wordt het bestuur gemachtigd, zich te verzekeren van ge gevens, om over deze zaak in de vol gende vergad. uitvoerig rapport uit te brengen. Hierna werd de vergad. gesloten, na dat nog door den heer Fabiusonder instemming der vergad. dank was ge bracht aan den Yoorz., den heer P. v. Foreest, voor de welwillende wijze, op welke door hem de vergad. was geleid. Tijdens de vergad. werden nog 2 le den en 1 zoon van een' lid voorgedra gen. 80 Kippen 50 Benden Duiven 340 Kilogr. Boter 250 v Kaas 1000 Kipeioren Eendeieren -.25 a 1.30 —.40 a -.75 -.90 a 1.— —.20 a —.37' 6.— 6.50 a 150 Paarden f 40— a 350.- 30 Yeulens 60.- a 120.— Stieren 9 a 16 Geldekoeien(magere) „100— a 145.— 8 Vette Roeien „150— a 180.— Kalfkoeien a 12 Vaarzen 70. a 105.- Graskalveren 1 a 12 Nuchtere Kalveren 12— a 21. Kammen 1» a Schapen magere f> a 325 Idem, vette 18— a 2350 855 Overbocders io— a 14.— Bokken en Gei'en a 28 Varkens (magere) a 9!— 21 Idem(vette) per K.G. -.32 a —.36 40 Biggen 2.75 a 5.50 70 Konijnen B -.10 a -75 Snelpersdrak van J. WiskïL te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 6