Donderdag 10 Decembor 1886,
40ste Jaargang ITo. 3159-
8d*"
Uit en voor de Pers.
LANDBOUW.
GEMENGD NIÉUWS.
BIJVOEGSEL.
Radicaal program.
Doodgevroren.
nietjes.
Jan Courage.
SCHAGER
COURANT.
Thans meldt de Vaderlanderorgaan
van dr. Bronsveld c.s.,
Op 30 November jl. was te Utrecht
een aantal mannen bijeen uit verschil
lende streken van ons land, die hebben
opgericht eene algemeene christelijk-histo-
rischeKiesvereeniging. Hunne tegenwoor
digheid was bewijs van instemming met
hunne vooraf kenbaar gemaakte grond
beginselen.
In die bijeenkomst werd vastgesteld,
welke houding op grond van die begin
selen moet worden aangenomen ten aan
zien van de gewichtigste staatkundige
en sociale vraagstukken, welke thans
in ons vaderland aan de orde zijn.
De definitieve redactie van een be
knopt program zal worden vastgesteld
in eene vergadering, welke op den lOden
dezer wordt gehoudenAlsdan wordt
ook het conceptreglement behandeld,
dat aan allen, die adhaesie betuigden,
toegezonden wordt.
Aan de vereenigingen, aangesloten bij
den Radicalen Bond, is door het bestuur
een schrijven verzonden, mededeelende
dat, ter voldoening aan de opdracht,
een verkiezingsprogram te ontwerpen,
het bestuur gegeven door de algemeene
vergadering van 4 Oct. jl.,wordt voorge
steld het onderstaand besluit to nemen
in de algemeene vergadering, die ge
houden zal worden op Zondag 3 Janu
ari 1897, des middags te 1 uur in het
gebouw voor „Kunsten en Wetenschap
pen", te 's-Gravenhage, en met verzoek
de behandeling van dit voorstel in de
onderscheiden vereenigingen tijdig aan
de orde te stellen.
De vergadering, voldoende aan arti
kel 13 der statuten, spreekt als haar
oordeel uit
dat de nieuwe kieswet zoodanig strijdt
tegen de democratische beginselen dat,
zoolang grondwetsherziening niet te ver
krijgen is, eene uitbreiding van het kies
recht tot de uiterste grens der grond
wet een der voornaamste eischen blijft;
dat inmiddels op grondwetsherziening
moet worden aangestuurd
dat het tot stand komen der navol
gende hervormingen niet mag worden
vertraagd
a. Verplichte verzekering tegen de
gevolgen van ongevallen, ziekte, invali
diteit en ouderdom met geldelijken steun
van den Staat. Kamers van arbeid.
Wettelijke regeling van het arbeidscon
tract, met name ter voorkoming van
overmatigen arbeidsduur. Bepalingen om
trent loon en arbeidsduur in bestekken
en concessiën, van de overheid uitgaan
de.
b. Vermeerdering van den productie
ven landarbeid door de overheid of met
haar steun. Uitbreiding van het ontei-
geningsrecht, daarvoor noodig, alsmede
voor de verbetering van woningstoestan
den.
c. Herziening der armenwet, ten einde
te komen tot eene stelselmatige en af
doende leniging van armoede. Ter voor
koming van armoede maatregelen tegen
werkloosheid en hare gevolgen.
d. Leerplicht. Wettelijke regeling
van het vakonderwijs. Betere regeling
der onderwijzerstraktementen.
e. Pachtcommissies die, door den
steun der overheid, allerwege de bemid
delaars en de scheidslieden kunnen wor
den tusschen eigenaar en pachter en het
uitgangspunt eener wettelijke regeling
van het pachtcontract, voldoende aan
plaatselijke behoeften.
f. Afschaffing van de plaatsvervan
ging en zooveel mogelijke vermindering
der uitgaven voor leger en vloot.
g. Verbetering van den rechtstoe
stand der vrouw. Afschaffing van het
verbod tot onderzoek van het vader
schap. Bescherming van verwaarloosde
kinderen.
h. Ingrijpende maatregelen ter bestrij
ding van drankmisbruik.
i. Schadeloosstelling aan hen die ten
onrechte zijn gevangen genomen, en
besluit, het bovenstaande vast te stellen als
verkiezingsprogram.
Het bestuur van het in
1897 te Hoorn te houden 50e Neder-
landsche Landhuishoudkundig Congres
heeft in een circuhire aan belangstel
lenden verzocht opgave van vraagpun
ten van actueelen aard, die men wensche-
hjk acht, dat op het Congres in behande
ling komen. De inzender van een vraag
punt is niet bepaald verplicht het ook
zelf in te leiden. De gelegenheid tot in
zending staat open tot 1 Januari 1897
bij den lslen secretaris, den beer dr. 1).
Knuttel te Hoorn.
D e beweging op landbouw-
gebied, die zich in verschillende richtingen
doet gelden, schijnt zich ook te zullen ui
ten door uitbreiding van het aantal vakor
ganen. Wel werd in de algemeene vergade
ring te Utrecht, waar dezen zomer de Ne-
derlandsche Boerenbond werd opgericht,
verworpen het voorstel van het bestuur,
in de concept-statuten opgenomen, om een
eigen maandblad op te richten. Als reden
werd vooral opgegeven, dat, bij het ver
schil van gevoelen omtrent protectie-maat-
regelen, de inhoud lichtelijk aanleiding zou
kunnen geven tot strijd en verdeeldheid.
Nauwelijks echter zijn er verschillende
provinciale afdeeliogen opgericht, of het
op de algemeene vergadering verworpen
denkbeeld wordt opnieuw opgevat.
De Groninger Boerenbond heeft reeds
eene circulaire verspreid om kapitaal bijeen
te krijgen tot het oprichten van een eigen
orgaan. #De bestaande couranten zoo
zegt hij „zijn ons, met enkele uitzon
deringen, vijandig gezind een eigen orgaan
is daarom, zoo niet volstrekt noodzakelijk,
dan toch hoogst gewenscht."
Voor den Noordhollandschen Boerenbond
wordt ondet den titel//De Hollindsche
Boer8 reeds een nieuw blad aarigskondigd
en eindelijk heeft de Provinciale Noord-
brabantsche Christelijke Boerenbond dezer
dagen insgelijks besloten een maandblad
uit te geven, hetwelk aan de leden zal
worden verstrekt, voorshands alleen tegen
betaling der porto's.
Wegens de uitbreiding,
die het mond- en klauwzeer in de laat
ste weken heeft gekregen, en in verband
met het vermoeden, dat in verscheidene ge
vallen de veemarkten tot die verspreiding
hebben bijgedragen, maakt uitvaardiging van
marktverbod op groote schaal thans een
punt van overweging bij den minister van
binnenlandsche zaken uit.
Alvorens evenwel daartoe over te gaan,
heelt de Minister inlichting gevraagd aan
de Commissarissen der Koningin, van de
maatregelen, welke ten aanzien van het
toezicht op de veemarkten door de ge
meentebesturen worden genomen.
Holl. Maatsch. van Land
bouw.
Door het hoofdbestuur der Maatschap
pij is in de plaats van den' heer P. B. J.
Ferfdie als commissaris van de Onder
linge Verzekering der leden van de Maat
schappij moet aftreden, gekozen de heer P.
J. A. de Bruinete ZWIJNDRECHT.
Breedvoerig is een en ander besproken
voor de ïd 1897 te 's Gravenhage te houden
tentoonstelling en besloten aan het pro
gramma toe te voegen eene afdeeling #bij-
enteelt*, eene afdeeling „postduiven en
postduiven vluchten8, waarvan de uitvoe
ring aan de postduiven-vereenigi&g
„'s-Gravenhage* zal worden opgedragen.
Ook werd besproken de invoer van Duit-
sche schapen, waarbij de meening wordt
geuit, dat varkens, die met afval dier
schapen zijn gevoed, door mond-en klauw
zeer zijn aangetast.
Een onderzoek zal daaromtrent worden
ingesteld.
Verschillende deskundi-
gen hebben bevonden, dat men uit koe
melk somtijds boter verkrijgt, welke, hoe
wel onvervalscht, eene afwijkende samen
stelling bezit. Znlke abnormale boter
bevat namelijk eene geringe hoeveelheid
vluchtige vetzuren en komt te dien opzichte
overeen met natuurboter, waarbij men mar
garine gevoegd heett. Dit verschijnsel
schrijft prof. Soxhlet toe aan den aard der
voeding van de koeien, en hij haalt te dier
zake twee gevallen aan.
In eene distilleerderij, waar men aan de
koeien dagelijks 60 tot 65 liter afval
van maïs gaf, daalde de titer der vluchti
ge vetzuren tot op ongeveer de helft. Een
dergelijk resultaat werd door hem zeiven
verkregen, door de koeien te voederen
met een dagelijksch rantsoen van 8 Kg.
hooi en één Kg. sesam-olie. De uit de
melk van die koeien vervaardigde boter,
ofschoon volkomen zuiver, zou bij che
misch onderzoek beschouwd moeten worden
als met circa 40°/o margarine vervalscht
te zijn, indien men niet overtuigd ware
van de echtheid van haren oorsprong.
De „verdachte* boter had volgens den
Belgischen officieren-deskundige een titer
van vluchtige vetzuren (Reichert Meissl
Wollny) vaD 27.5 cc. Wanneer men nu
nagaat, dat zelfs de Engelschen reeds te
vreden zijn met een titer van circa £6
cc., zal men inzien, dat er geen kilogram
Hollandscbe boter meer naar België zou
kunnen gezonden worden, zonder als ver
valscht beschouwd te worden. Bijna al
onze natuurbotersoorten titreeren nl. ouder
de 26 cc.
(M. t. d, V.)
Heteiland Montserrat is
door schrikkelijke overstroo
mingen geteisterd, waarbij 75 menschen
verdronken, en wegeD en bruggen vernield
zijn.
A. In welke maand praten
de vronwen het minst
B. In welke maand Dat weet ik niet.
A. Dat is toch vrij eenvoudig. In Fe
bruari.
Een strenge winter.
Uit Rome wordt aan een Dnitsch blad
geschreven, dat een buitengewone strenge
winter over geheel Italië is gekomen. Voor-
al nit Calabrië en Apulië worden langdu
rige verwoestende sneeuwstormen gemeld,
die op vele plaatsen de huizen deden in
storten en de wijnbergen verwoesten. In
Potenza vielen drie huizen boven de inwo
ners in, zoodat er drie menschen omkwa
men. In Piêve bereikte de sneeuw reeds
eene hoogte van 30 cM- en nog duren de
buien voort. Zelfs op Sicilië is hier en
daar sneeuw gevallen. Alles duidt aan, dat
Italië, evenals in 1879, voor een buiten
gewoon strengen winter staat, die het toch
reeds zoo zwaar bezochte land duur zal
komen te staan. Daar men bovendien niet
gewoon is om alle huizen te verwarmen,
vreest men er voor een nadeeligen invloed
op de algameene gezondheid. In Sardinië
zijn nu reeds twee gevallen voorgekomen
van de vreeselijke ziekte, de honger-typhus.
Lastige insecten. Te Lon
den kwam dezer dagen een vreemde zaak
voor den rechter. Een gepensionneerd ko
lonel. Mackiniton, eischte schadevergoe
ding van kolonel Paterson, die vroeger
hetzelfde huis had bewoond als hij en het
huis zoo onbewoonbaar had gemaakt, dat
kolonel Mackinnon zijn huishuur had moe
ten opzeggen.
De hnisbaas werd als getuige geboord
en verklaarde, dat toen hij het huis aan
klager had verhuurd, hij eerst den inven
taris had opgenomen. Hij had de bedden
nagekeken en hoewel ze niet zindelijk ge
noemd konden worden, zaten ze toch niet
vol ongedierte.
De rechterIk dacht dat zulk onge
dierte slechts 's nachts ta voorschijn
kwam .(Gelach.)
De huisbaas Mijn eigen ondervinding
op dit gebied is zoo beperkt, dat ik n
hieromtrent onmogelijk kan inlichten.
[Hernieuwd gelach).
De vrouw van den beklaagde beweert,
zorgvuldig het geheele huis gereinigd te
hebben véór zij het verliet, 't Kon daar
enboven niet waar zijn, dat de bedden vol
vlooien zaten, want zc had KeariDgspoeder
gebruikt. Toen werd haar gevraagd, of zij
dan onderstelde, dat de familie van aan
klager de diertjes zou hebben meegebracht
[Gelach) Ja, dat kon wel.
De heer Olaverhill had vroeger in het
zelfde huis gewoond hij woonde er reeds
tien dagen eer hij den eersten springer
ontdekte.
RechterEn ving je hem Ant
woord Gelukkig ja. Vraag: En heeft het
bezoek zich nooit herhaald? Antwoord:
Neen.
RechterIk heb gehoord, dat n een
hond hadt. Kan dat de tegenwoordigheid
van het ongedierte niet verklaren P
Misschien. Heeft u wel eens een hond
gezien, die vlooien had Zeker. [Ge
lach.)
Eene werkvrouw verklaarde dat zij bij
mevrouw Paterson drie dagen was bezig
geweest om de keuken schoon te maken.
Msry Walding, eene keukenmeid, legde
de verklaring af, dat zij met de kinder
juffrouw de bovenverdieping schoon hield
en dat deze twee dagen vóór het vertrek
van beklaagde zeer zindelijk was.
RechterWaren er drie dagen noodig
om jou keuken schoon te maken Ja.
[Gelach).
Was de keuken even zindelijk als de
rest van het huis
Ja. [Hernieuwd gelach).
De rechter, resumeerende, beweerde dat
het eenige punt, dat de jury had uit te
maken, de al of Diet bewoonbaarheid van
het huis was. En deze stond deD aankla
ger eene schadevergoeding van 28. 2 s.
6 1. toe, waarin begrepen was de reeds
betaalde huishuur,
Te Antwerpen heeft een
ongelukkig echtpaar tegen zekeren kapi-
lieia een proces ingesteld om 10.000 fres.
schadeloosstelling, omdat hij het geweest
is, die hun huwelijk bewerkte.
Een kras stukje.
Er werd verteld van allerlei slimme
streken van honden.
Dat alles is nog niets, «ei Bluffer. Ver
leden had ik vergeten mijn hond eten te
geven, Wat doet hij Hij loopt naar den
tuin en komt terug met een bloem in
den bek.
Met een bloem
Ja, een vergeet-mij-nietje 1
Een aap als wielrijder.
Men weet, dat de bekende Amerikaansche
geleerde dr, Garner zich veel met de stu
die der apen, hun gewoonten, hun taal,
en«. bezig houdt. Hij heeft thans een
grootez aap, dien hij Consul heeft genoemd,
van de familie der Gorilla's, en waarop
hij allerlei proeven neemt. Deze aap schijnt
reeds half en half een mensch te zijn.
Hij weet de genietingen eener welvoorzie
ne tafel te schatten, hij rookt zijne ciga-
relte met groot genoegen, scheert zich
zelf, schelt zijn bediende, enz. Nu heeft
Garner, die met zijn tijd meegaat, hem
ook het wielrijden geleerd. Consul toonde,
dat hij een aap was en de menschen kon
naipen. Hij is reeds zoover, dat hij klei
ne tochten kan ondernemen, waarbij hij
onafgebroken zijn bel laat weerklinken, min
der, omdat hij bang is den voorbijgangers
een ongeluk te doen, dan omdat hij zooveel
pleizier heeft in den klank er van.
Israëlietische tering! ij-
ders.
De Jewish Chronicle bericht, dat de
barones Hirsch besloten heeft een tehuis
te stichten voor Joodsche teringlijders.
Voor d»t doel heeft «ij onder het beheer
van hare bloedverwanten, mevrouw
Bischoffsheim, sir Edward Sassoon en den
heer Frank Lucas, een bedrag van onge-
voer 50.000 gesteld.
De bevolking der aarde.
Volgens berekeningen van het New-
Yorksche tijdschrift „M edicinal Re
cord" schijnt de bevolking der aarde in
de jaren 1874-1895 van 1391 millioen
tot 1480 millioen vermeerderd te zijn,
wat eene jaarlijksche toeneming van 4
millioen beteekent.
De officiers-eer.
Een ergerlijk schandaal, waarin het eer
gevoel der officieren is betrokken, is weer
voorgevallen in Olmü'z, in Moravië. In
een koffiehuis zaten twee officieren, die
zich zeer misdroegen. De hoofdredacteur
van een plaatselijk blad, die ook in de
zaal was, maakte hierop een paar opmer
kingen, en daarop volgden hooge woorden.
De journalist verhaalde het geval een beetje
sterk gekleurd in zijn blad en beide offi
cieren eischten daarop rehabilitatie. Dat
weigerde de redacteur, maar wel wilde hii
duelleeren. Maar met officieren te duel-
leeren was hij zeker onwaardig, dezen vie
len hem intsgendeel onverhoeds met ge
trokken zwaarden aan en brachten hem
ernstige verwondingen toe. De officieren
zijn gevangen genomen, maar hun
regiments-commandant heeft zijne hooge
tevredenheid betuigd over zijne onderge
schikten.
Rhodesisalop weg naar
Engeland. Te Beira zal hij scheep gaan
naar Kaapstad en daar aan wal stappen,
om zijnen vrienden de gelegenheid te geven
hem eene huldiging te bereiden. Er wor
den al groote plannen gesmeed ora den
man, die zich niet ontzag in vollen ernst
een inval te beramen en te doen uitvoeren,
in een bevrienden staat, te ontvangen als
een vorst, wiens daden hem de onvergan
kelijke dankbaarheid van zijn volk hebben
verschaft. Er worden zelfs verzoekschrif
ten ter onderteekening aangeboden, waartij
de regeering wordt uitgenoodigd den dag
der aankomst van Rhodes te verklaren tot
algemeenen feestdag
Gevoeligheid van ver
schillende menschenrassen.
Een Engelsche physioloog heeft een on
derzoek ingesteld of de individuen der
verschillende menschenrassen eene gelijke
gevoeligheid der zinwerktuigen hebben, of
nl. eea op de zinnen uitgeoefende prikke
ling tegelijkertijd wordt ondervonden.
Men kan dit onderzoeken, doordat men
den tijd meet, die verloopt, voordat men
het oog sluit bij het plotseling zien van
een voorwerp, waarvoor men verschrikt, of
eene afwerende, onwillekeurige beweging
maakt, nadat er een schrille wanklank is
gehoord.
De Ecgelschman, R. Meade Bache be
paalde zich tot de laatste manier van on
derzoek, en hij bevond, dat negerkinderen
op eene gehoorpiikkeliDg veel spoediger rea-
geeren dan kinderen der blanke rassen.
Het gehoor der Indianen is echter nog scher
per; de Indianen bleken 0.116 seconde noo
dig te hebben voor «ij toonden, een bijzonder
geluid gehoord te hebben, negers 0.130
seconde, de blanken daarentegen G.147 se
conde. Een reeks van proeven gaf steeds
hetzelfde resultaat en Meade Bache meent,
dat hel grootere verstand en de hoogere
ontwikkeling der blanken gepaard gaat
met eene vermiuderiug van gevoeligheid
der indrukken op de zinswerktuigen.
En wij, hoogheschaafden, meenden nog
wel zoo gevoelig te wezen voor alle in
vloeden van buiten
Het Heidelberger Tage-
blatt schrijft het volgende over de mnsi-
kale talenten van den Italiaanschen ko
ning.
Gedurende de bruidsdagen van den
prins van Napels en prinses Helene van
Montenegro, uitte koningin Margaretha te
gen hare vertrouwden meermalen denwensch:
„Ik hoop, dat de koning, wanneer ik groot
moeder geworden ben, mij zal toestaan een
bril te dragen. Deze brillenkwestie zoo
als men zegt, is de kleine twistappel in
het koninklijke huishouden. Telkenmaal
wanneer de koning z\jne gemalin met eenen
bril op aantreft, zegt hij eenigszins geër-
geid„Margaretha, je zoudt mij een
groot genoegen doen, wanneer je dien lee-
lijken bril op zijde legdet. Wanneer de
koningin den bril dan liever wil blyven
dragen, voegt hij er lachend aan toe
„Margaretha, als je dat diüg bepaald wilt
blijven drageD, begin ik dadelijK te zin
gen.8 De koningin, die zeer muzikaal
ontwikkeld is, is zeer bevreesd voor de
valsche noten van haar echtvriend, zoodat
zij den ge halen bril dadelijk aflegt, om
daardoor vrij te komen van de muzikale
uiting van haren echtvriend.
Een ges taart mensch.
De reiziger Paul Lenjoy verhaalt in
het Fraiische tijdschrift „L' Anthropologie8
dat bij m 1890 in Achter-Indië een in-
boorhng heett gezieD met eene staart. Dit
merkwaardig schepsel was zeer trotsch op
dit aanhangsel, dat hij als eeD bewijs be
schouwde van onvermengd ras j want als
zijn stamgenooten (de Moïs) zich met an
dere stammen vermaagschapten, ging de
staart allengs verioreD.
De Moïs wonen in ondoordringbare bos*
schen en zijn zeer schuw en woest; zij
verdedigen zich met vergiftige pijlen. Zij
staan dan ook op zeer slechten voet met
de overige bewoners van Anam. De
bedoelde Moï werd door een toeval ont
dekt, toen hij in een boom honig zocht.
Men hield hem eerst voor een aap, zoo
vlug sprong hij vau tak tot tak.
Een nauwkeurig onderzoek werd verij
deld, omdat de inboorling zijn bewaker
vergiftigde en zich uit de voeten maakte.
Slapen onder water. In
een artikel, getiteldDivers and their
work, verklaart Framley Steelcroft, dat
het geen buitengewoon geval is bij geoe
fende duikers (vooral nu de duikerstoe
stellen tot volkomen betrouwbaarheid ver
beterd zijn), dat zij onder water een uiltje
knappen, wat zeer begrijpelijk is, bij de
alt^d heerschende stilte en afwezigheid
van alle geruchtmakende invloeden
tenzij men daartoe het altijd mogelijke
ongenoodigde bezoek van een haai reke
nen wil.
Steelcroft vertelt onder anderen het ge
val van een man, die op den bodem van
een haven bezig was den romp van een
schip schoon te maken, en die, zich
vermoeid gevoelende, besloot 't werk een
oogenblik te staken en een beetje in te
sluimeren. Niemand zou er iets vau zien,
en niefs zou beletten, dat de tijd, dien
hij onder water versliep, boven als volle
goedbetaalde werktijd werd opgeschreven.
Ongelukkigerwijze vergat de man, wat
steeds noodig is, als men het ding niet
gebruikt, den groven borstel, dien hij bij
zijn werk noodig had, aan zijn pols vast
te maken, en toen zijn greep door den
slaap verslapte, geraakte het los en rees
naar de oppervlakte van het water. Het
duurde niet lang, of de kameraden van
den duiker zagen den borstel naast het
schip drijven en raadden, wat er aan de
hand was.
De officier, die de wacht had, greep
na de telefoon, die hem gedurig met den.
onder water zich bevindenden man in ver
binding doet blijven, en wekte den slaper,
die nu, na zich eenigen tijd in hopelooze
uitvluchten en leugens te hebben verwik
keld, bevel ontving naar boven te komeD
om zijn ontslag te ontvangen.
Een andere, nog luiere duiker was aan
het werk op een wrak en ging eens naar
beneden met het vaste voornemen, daar
een uurtje uit té rusten. Zoodra bij op
den bodem was aangekomen, bond hij zijn
luchtbuis en reddingslijn aan een spar
van het wrak, zette zich op zijn gemak
tegen eeD rotsblok en sliep in. Na eeni
gen tijd ontdekte de wachthoudende man
boven op de oppervlakte, dat er in de
reddingslijn hoegenaamd geen beweging
te bespeuren was, en gaf daarom twee
koite scherpe rukken aan de koerd, die
het sein //Is alles in orde beduidden.
Er kwam geen antwoord, en het scheen
ook weldra onmogelijk er een te bekomen.
Ten slotte, na eene lange poos, en terwijl
men reeds aar. het leven van den man be
neden wanhoopte, werd een tweede duiker
naar beneden gezonden, die zijn makker
in zoete rust verzonken aantrof. Het too-
neel, dat volgde, toen de ander gewekt was,
laat zich beter voorstellen dan beschrijven
00-00
Sodert een week zocht hij te vergeefs
naar eene betrekking.
Overal het medelijdend schouderophalen
en de gemakkelijke troostDat men aan
hem zou denken, wanneer er iets open
kwam
Moede en afgemat van honger en ver
moeienis sloop hij door de straten, de hel
der verlichte uitstallingen en de snel zich
voortspoedende menschen voorbij.
Waarheen
Hij wist het zelf niet.
Hier en daar woei de ruwe December
wind hem de pas gevallen sneeuw in het
gelaat
/Vervloekte sneeuwrommel !8
Hij haalde den ouden winterjas nog
nauwer toe en knoopte alle knoopen
vast doch het baatte niet veel.
De wind sloop door de ruime knoops
gaten en droDg door de versleten stof
Hoe meer hij de buitenwijken der stad
naderde, des te stiller werd het in de
stratenslechts zelden ontmoette hij een
laten voorbijganger.
Was Lij niet zoo vermoeid geweest, hij
zou zich verder voortgesleept hebben
iraar nu zonk hij uitgeput op de be
sneeuwde bank van het plantsoen neder.
Werktuigelijk werd de kondc hand aan
het gloeiende voorhoofd gebracht, als wil
de hij zijne overprikkelde verbeeldings
kracht tot stilstand dwingen
Wat voor waarde had het leven voor
hem
Geene.
Het was een voortdurend haasten en
jagen naar ten onbepaald doel geluk
gebeeten eene aaneenschakeling van
ontberingen, ontnuchteringende aan
houdende zorg om den dag van morgen.
Hoe schoon had hij zich de toekomst
gedroomd, wat had hij al niet van het
leven gehoopt
Doch de eene illusie na de andere was
vervlogen, tot eindelijk de naakte werke
lijkheid overbleef,
Geen hart klopt meer voor hem... geen
bo»t7.T Pi® VliJdB Zi0h tcgan
JK.U d„ koade, toetoende mm.
hef'i" h™ir°'' '"hi« ««toonde zieh op
te beteekenen verdween hij niet in het
overgroot aantal zijner medemenschen
Alras was hij ingeslapen
Het moede hoofd was op de' harde le„
ning neergezonken.
Waarover zou hij wel droomen
Van de verwachtingen zijner jeugd
Eene slanke meisjesgestalto hield hij iQ
zijne armen. Zij slaat haar zachten arm
om zijn hals... een innige kus wordt ge-
wisseld
De gelaatstrekken Tan den slapende ont
spannen zich, de diepe rimpels van zijn
voorhoofd verdwijnen zijn gelaat spreekt
van geluk.
Wat het leven hem onthouden had
genipt hij in den droom,
Intusschen sneeuwt het steeds sterker
de windslagen worden veelvuldiger
De ademhaling van den slapende' ver.
flauwtwordt onregelmatig het
lichaam schijnt te verstijvenaan het
haar heeft zich een dikke ijzelkorst ge
hecht.
Nog lag dat getuigenis van geluk op
het gelaat, toen reeds lang het ademhalen
had opgehouden
Zacht is hij van den droom in
den dood gegaan.
Het noodlot heeft ten slotte met den
armen drommel nog medelijden gehad
Toen men hem den volgenden morgen
op de bank verstijfd aantrof, deed men nog
moeite om het leven in hem op te wek
ken Doch te vergeels 1*
//Weder een doodgevroren
Eenige dagen later dacht geen menBch
meer aan den doode.
De jeugd vermaakt zich naar hartelust
op de ijsvlakte en op de bank, op welke
een mensehenleven weid uitgedoofd, zit na
een minnend paartje, en droomt van geluk
en liefde.
Een aantal Spaansche
kooplieden, financiers en industrieelen zijn
overeengekomen om de regeering een ren-
telooze leening van 40C millioen peseta»
aan te bieden. Deze leening zon geschie
den door middel van eene uitgifte van bons
van 100 pesetas, aflosbaar in 10 jaren ua
den oorlog.
Te Rilland Bath staakte
Donderdagavond de lantaarnaansteker het
werk, zoodat het dorp in dikke duisternis
gehuld was. De genoemde functionaris
maakte aanspraak op ruimer betaling, om
dat er twee lantaarns bij geplaatst waren.
Zijn verzoek om veihooging van zijn jaar
geld was door het gemeentebestuni niet
ingewilligd.
Ongelukkig geraakte een raadslid door
de duisternis misleid in de sloot aan den
ingang van het dorp, en werd met moei
te er uit gehaald.
Bij al de ellende, welke de
Armeniërs hebben te verduren, komt na
ook de honger. De Fransche gezant te
Konstantmopel heelt uit Diabekir bericht
ontvangen, dat er scbsarschte aan levens
middelen heerscht in het district. Alleen
in de stad Diabekir moeten 25000 men
schen gebrek lijden,
Het Oostenrijksche Huis
van Afgevaardigden heett het wetsontwerp
aangenomen, waarbij een krediet van
1250000 florijnen wordt geopend voor
het deelnemen van Oostenrijk aan de
Parijsche tentoonstelling.
Wat zou er gebeuren, als
de maan plotseling bleef stilstaan Op
deze vraag in een gezelschap opgeworpen,
gaf een sterrekundige het volgende ant
woord: Als wij aannemen, dat de maan
hare wenteling om de aarde niet meer
volbracht, maar boven een bepaald punt
bleef stilstaan, dan zon des nachts die
streek op aarde altijd verlicht zijn, indien
niet, wat meer waarschijnlijk is, een bijna
eeuwige maansverduistering intrad. De
geheele scheepvaart zou een omwenteling
van reusachtigen omvang ondergaan, want
ebbe eD vloed zouden ophouden en vele
havens en riviermonden, die bij ebbe voor
groote schepen niet toegankelijk zijn, zou
den hunne belangrijkheid verliezen. Op de
door de maan verlichte heJft der aarde
zouden zich groote watermassa's ophoopen,
terwijl de zeeën op de andere helft zeer
zouden verminderen. De aardbol zou voor
een beschouwer op een andere planeet den
vorm krijgen van een ei.
Waar gij ook zijt, of wat ge ook doet,
Bij allerhande pretjes,
Hetzij ge spreekt, of zingt, of schertst,
Blijf daarbij altijd netjes.
Twee vrienden sukkelden naar huis;
Ze waren aardig vetjes.
„Pas op,8 zei de een „houd recht je roer J
Wel dronken maar toch netjes,8
Eene dame toonde van haar kroost
Heel aardige portretjes;
En sprak tot Jans „Hoe vindt je ze?'
Nou, netjeszei zenetjes I
In onze Tweede Kamer maakt
Men allerhande wetjes,
En kibbelt er wat dikwijls, doch...
Parlementair en netjes.
Voor troepen in kolonies, zijn
Vaak botsingen, verzetjes
Men kampt er met den inlander
En doet dit altijd netjes.
Wanneer men rijmt en lijmt, of wel
Somtijds in zijn coupletjes
Het kwade hekelt overal,
Doe men 't véór alles netjes.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen«