Zondag 20 December 1S9S.
Oaze taak.
es
40ste Jaargang No. 3162.
v!
Kerstdagen
op Vrijdag en Zaterdag
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: SCHAGKHi laan, Jtl 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dil Nummer behoort
een Bijvoegsel.
Doordat de
vallen, zal de courant van
Donderdag 24 December a.s
NIET Woensdag-avond,
maar DONDERDAG
AVOND worden uitge
geven.
Advertentiën worden in
gewacht tot u i t e r 1 ij k Stonder-
dag-iaiorgcn 9 uur.
Bed.
GemeenteSchagen.
MS a Si e d sis a k i ia g e u.
Nationale Militie.
n s e la r ij v i sa g.
Uitspraak van denMilitieraad.
lichting 1897.
Binnenlandsch Nieuws-
mees liêiss-,
COURANT
AiTeiteitie- UiiïimlM
Politie.
Ter Secretarie dezer gemeente worden
inlichtingen verzocht omtrent drie op 10
December j.1. vermiste overhouders,
en omtrent een mede op dien datum ver
loren blauw geruit zakje, inhou
dende 5 pond rundvet en 2 pond
draadnagels, en drie of vier op
Donderdag 17 December vermiste
overhouders met rood merk.
(Art. 19 der Wet.)
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der Gemeente Schagen
Brengen ter openbare kennis, dat de
mannelijke ingezetenen, geboren in bet
jaar 1878, zich ter inschrijving voor
de Nationale Militie behooren aan te mel
den ter Gemeente-Socretarie, tusschen den
Uten en den 31sten Januari 1897.
Voor die inschrijving zal zitting worden
gebonden iederen werkdag van
des voormiddags 9 ure tot des
namiddags 4 ure, zoodat men ver
zocht wordt zich zooveel mogelijk op dat
tijdstip aan te melden.
Verder wordt de aandacht gevestigd op
onderstaande artikelen der wet van den
19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72),
welke betrekking hebben op de inschrij
ving voor a
ART. 15. Jaarlijks worden voor de Mi
litie ingeschreven alle mannelijke ingezete
nen, die op den lsten Januari van het jaar
hun 19de jaar waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1°. bij, wiens vader, of, is deze over
leden, wiens moeder, of, zijn beiden over
leden, wiens voogd ingezeten is volgens
de wet van den 28sten Juli 1850 (Staats
blad No. 44)
2°. hij, die, geen ouders of voogd heb
bende, gedurende de laatste, aan het in
de eerste zinsnede van dit artikel vermel
de tijdstip voorafgaande, achttien maanden
in Nederland veiWijf hield
3°. hij, van wiens ouders de langstleven
de ingezeten was, al is zijn voogd geen
ingezeten, mits hij binnen het Rijk verblijf
houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de
vreemdeling, behoorende tot eenen Staat,
waar de Nederlander niet aan den ver
plichten krijgsdienst is onderworpen, of
waar ten aanzien der dienstplichtigheid het
beginsel van wederkeerigheid is aangeno
men.
ART. 16. De inschrijving geschiedt:
1°. van een ongehuwde in de Gemeente
waar de vader, of, is deze overleden, de
moeder, of zijn beiden overleden, de voogd
woont;
2°. van een gehuwde en van een we
duwnaar in de Gemeente, waar hij woont;
8°. van hem, die geen vader, moeder
of voogd heeft of door dezen is achterge
laten, of wiens voogd buiten 's lands ge
vestigd is, in de Gemeente, waar hij woont;
4°. van den buiten 's lands wonenden
zoon van een Nederlander, die ter zake
van 's lands dienst in een vreemd land
woont, in de Gemeente, waar zijn vader
of voogd het laatst in Nederland gewoond
heeft.
ART. 17. Voor de Militie wordt niet
ingeschreven:
1°. de in een vreemd Rijk achtergeble
ven zoon van een ingezeten, die geen Ne
derlander is;
2°. de in een vreemd Rijk verblijf hou
dende ouderlooze zoon van een vreemde
ling, al is zijn voogd ingezeten;
3°. de zoon van den Nederlander, die
ter zake van 's lands dienst in 's Rijks
overzeesche bezittingen of koloniën woont.
ART. 18. lste en 2de lid. Elk, die vol
gens art. 15 behoort te worden ingeschre
ven, is verplicht zich daartoe bij Burge
meester en Wethouders aan te geven tus
schen den lsten en den 31sten Januari.
Bij ongesteldheid, afwezigheid ot ont-
steuteuis is zijn vader, ot, is deze overle
den, zijne moeder, of, zijn beiden overle
den, zijn voogd tot het doen van die aan
gifte verplicht.
ART. 20. Hij, die eerst Da het intre
den van zijn 19de jaar, doch vóór bet vol
brengen van zijn 20ste, ingezeten wordt, is
verplicht, zich, zoodra dit plaats heeft, ter
inschrijving aan te geven bij Burgemees
ter en Wethouders der Gemeente, waar de
inschrijving, volgens art. 16, moet geschie
den.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de
zinsnede van artikel 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het regis
ter van het jaar, waartoe hij volgens zijnen
leeftijd behoort.
Afgekondigd en aangeplakt voor de Tweede
maal te SchageD, dcc 15en December
1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
S. BERMAN.
Da Secretaris,
DENIJS.
Lotingsnummer.
1. de Waard, Gerrit, te klein, vrijgesteld.
2. Denijs, Tkomas Johannes, broederd.
3. Castricum, Jacobus Johannes, aangeweaen.
4. de Rooij, Cornelis, broederdienst, vrijgesteld.
5. Ranke, Johannes Bartholomeus Joseph
6. Wijker, Koenraad, broederdienst,
7. Boekei, Jan, broederdienst,
8. Doornbos, Theodorus vYilhelmus,
eenige zoon
9. Broekbuizen, Pieter, aangewezen.
10. Spierdijk, Woltherus, eenige zoon, vrijgesteld.
11. Zijdewind, Abram. eenige zoon,
12. de Boer, Jan, doofstom,
13. Kant, Cornelis, broederdienst,
14. Kossen, Cornelis, broederdienst,
15. de Jongh, Cornelis, broederdienst,
16. Wagemaker, Jan, broederdienst,
17. Snip, Simon, aangewezen.
18. Molenaar, Albertus, broederdienst, vrijgesteld.
19. Oudshoorn, Jan, broederdienst,
20. Roggeveen, ArieCornelis, eenige zoon,
21. Houtkooper, 'Martinus, aangewezen.
22. Kuyper, Nicolaas, eenige zoon, vrijgesteld.
23. Scheyen van, Albert, eenige zoon,
24. Rezelman, Jan, aangewezen.
25. Visser, Maarten, broederdienst, vrijgesteld.
26. Smit (Gerritsz.), Cornelis, geb. 7Juni, aangewezen.
27. Keet, Theodorus Andreas, Joseph, aangewezen.
28 Schene, Johann Hermanu,
29. Buis, Cornelis,
30. Kuiper, Cornelis, broederdienst, vrijgesteld.
31. Denijs, Jan, broederdienst,
32. Kossen, Pieter, in dienst,
33. Smit, (Dirksz.), Cornelis, geb. 9 Mei, aangewezen.
34. Plukker Gerardus, eenige zoon, vrijgesteld.
35 Koeman Jan, broederdienst,
36 Kramer Cornelis, eenige zoon,
37 Zwaag Leendert, broederdienst niet geldig, aangew.
38. Kos, Klaas,
39. Mul, Willem,
40. Ranke, Johanues Franciscus Gerardus, aangew.
41. Hendrikse, Cornelis Adrianus Martinus,
42. Xlessing, Johan Herman, eenige zoon, vrijgesteld.
Burgemeester en Wethouders van Schagen brengen
wijders ter kennis van de lotelingen, dat het aandeel,
te dragen in de lichting der Nationale Militie van
1897 door Heeren Ged, Staten is bepaald op 10
man, terwijl ten slotte onder de aandacht van be
langhebbenden wordt gebracht, dat de bezwaren tegen
de uitspraak van den Militieraad vóór den 26en de
zer bij den Burgemeester kunnen worden ingediend.
Schagen, 18 December 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN,
De Secretaris,
DENIJS.
Het HOOFD van het PLAATSELIJK BE
STUUR der Gemeente SCHAGEN, brengt
bjj deze ter kennis van de ingezetenen dier
gemeente, dat het kohier No. 3 voor de Be
lasting op het Personeel op den 16 Decem
ber j.1. door den Heer Directeur der Directe
Belastingen te Amsterdam, is executoir ver
klaard en op heden aan den Heer Ontvan
ger der directe belastingen binnen deze ge
meente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbj) belang heeft
wordt alzoo vermaand op de voldoening van
zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten
einde alle gerechtelijke vervolgingen, welke
uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ont
gaan
Schagen, den 18 December 1896.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.
S. BERMAN.
Thans, nu wij hebben nagegaan, wat
onze plicht als vooruitstrevende vrijzin
nigen, wat ons recht is, valt nog nate-
gaan, wat onze taak is. Wij hebben
haar in het algemeen reeds aangegeven,
onze grootsche, onze verhevene, onze
moeilijke taak: de duizenden en duizenden
die gereed staan om aan den stembus
strijd deel te nemen, met onze denk
beelden bekend te maken, voor onze
overtuiging te winnen.
Dat is in het algemeen gemakkelijk
genoeg gezegd. De vraag echter, die
wij nu te beantwoorden hebben iswat
hebben wij daarvoor te doen Om het
antwoord daarop te vinden, slaan wij het
huishoudelijk reglement der Liberale Unie
op, waarin onder de middelen tot be
reiking van haar doel genoemd wordt
het leiden der openbare meening
le. door de pers,
2e. door voordrachten,
3e. door vergaderingen.
Voorts wordt er genoemd het bevor
deren van het oprichten van kiesveree-
nigingen.
Het i3 zoo, men heeft bij deze onder
werpen meer bepaald het oog gehad op
de Unie in haar geheelmaar wat deze
als zoodanig kan doen, kunnen ook be
sturen van aangesloten vereenigingen in
hun kring doen, en zelfs ieder lid voor
zich kan in deze doen, wat zijne hand
vindt om te doen, naar de mate van zij
ne gaven en krachten.
Wie eene welversneden pen tot zijn
dienst heeft en in een of ander blad
gastvrijheid voor zijne geestesvruchten
kan vinden, verzuime niet van dat mid
del gebruik te maken. Dit kan op ve
lerlei wijzen geschieden. Slechts weini
gen zullen bijv. tijd en gelegenheid heb
ben, om eene geregelde en aaneenge
schakelde toelichting te geven bij de twee
programsmaar hoe dikwijls ontmoet
men niet in de bladen de teekenen, dat
men verkeerd verstaat, wat wij willen
dat men tegenover onze wenschen ande
re stelt, die wij niet deelen of zelfs moe
ten bestrijdendat er misverstand blijkt
of onjuiste voorstellingen gegeven wor
den. Waar men dit alles ontmoet, daar
grijpe wie kan naar de psn, en doe het
licht der waarheid opgaan
Wie de gave des woords heeft, hij
gebruike die, zooals een ander zijne pen.
Hij trede op, overal waar hij daartoe
aanleiding en gelegenheid heeft, om te
getuigen, bedenkende, dat het levende
woord steeds oneindig meer indruk maakt
en veel gemakkelijker ingang vindt dan
het geschrevene of gedrukte.
Als er vergaderingen gehouden worden,
waar men invloed ten goede kan uitoe
fenen, daar verzuime men niet, ze bij te
wonen en er deel te nemen aan de be
raadslagingen, telkens wanneer men daar
door de verbreiding van onze denkbeel
den bevorderen, onjuiste inzichten door
betere vervangen, meer licht verspreiden
kan.
En eindelijk, waar geene kiesvereeni-
ging bestaat, die de beginselen der Libe
rale Unie deelt, daar trachte men er ee
ne te vormen. Met 10 leden kan men
eene vereeniging oprichten, die deel van
de Unie kan uitmaken.
Dit laatste punt verdient bijzonder de
aandacht. Men verneemt, dat hier en daar
vereenigingen zich afscheiden van de
Liberale Unie. Wij gelooven, dat daarbij
eene groote mate van misverstand in het
spel is, doch staan daarbij nu niet stil.
Waar wij nu op wijzen willen, is dit:
dat, als eene vereeniging zich afscheidt,
er toch onder hare leden zijn kun
nen en zeer waarschijnlijk zijn zullen,
die aan het oude vaandel willen trouw
blijven. En zeer zeker zullen er buiten
haar zijn, die zich liever bij de Unie
willen aansluiten, dan bij eenige andere
groep. Men brenge die allen zoo spoedig
mogelijk te zamen, want al zijn het er
slechts weinigen, men vormt aldus reeds
dadelijk weder eene kern, waaromheen
anderen zich verzamelen kunnen, naar
mate het allen vooruitstrevend vrijzinni
gen duidelijker wordt, waar zij hun we
zenlijk vereenigingspunt vinden.
En in zoover er ergens eene vereeni
ging bestaat, die tot de Liberale Unie
behoort, trachte men reeds dadelijk on
der hen, die nog niet toegetreden zijn,
nieuwe leden te werven, want al is de
kracht, uitgaande van een kleinen kring
van mannen, die weten wat zij willen,
en die daarvoor pal staan, groot en
niet te miskennen, grooter wordt die
kracht, naarmate die kring zich uitbreidt,
mits die uitbreiding gezocht en gevonden
worde bij hen, die het met dien kring
ééns zijn in willen en bedoelen en het
zelfde doel langs denzelfden weg willen
najagen.
Het ligt eenigermate voor de hand,
als men zoo van de pers, van voordrach
ten, van vergaderingen en vereenigingen
hoort, dat men in de allereerste plaats
denkt aan een min of meer openbaar op
treden, aan eene taak als lid eener
vereeniging. En wij bekennen, dat wij
hierboven daarop ook meer bijzonder het
oog hadden. Doch daarbij houdt onze
taak niet op. Ook in engeren kring, in
het gezellig verkeer, behooren wij ons
van onze taak bewust te zijn en de za
ken te helpen sturen in de door ons de
best gekeurde richting. Dit behoort met
mate en met bedachtzaamheid te geschie
den. Wij moeten er voor waken, dat
niet bij onze vrienden de gedachte op-
kome„och hemel, daar begint hij al
weer met zijn politiek gebazel", wij
moeten niet h6t politieke vraagstuk met
de haren slepen bij alles, wat er maar
ter sprake komt. Doch ook onder vrien
den maakt de politiek wel eens de stof
van het gesprek uit en dan zorge men,
goed beslagen ten ijs te komen dat is,
men stelle zich niet alleen goed op de
hoogte van de eigen programma's, maar
ook doordringe men zich goed van het
kenmerkend onderscheid tusschen eigen
programma's en die van anderen. Dan
kan men zeer dikwijls door eene korte
opmerking, eene kleine opheldering, eene
vriendelijke terechtwijzing, aan de goede
zaak groote diensten bewijzen, te meer,
naarmate men zich minder in wijdloopige
redeneeringen verdiept en meer kort en
zakelijk den spijker op den kop slaat.
Zulk eene vergelijking van andere pro
gramma's met het onze zou nu zeer ge
makkelijk zijn, als men er zich op toe
gelegd had, om de punten van overeen
stemming en van verschil scherp en
krachtig te doen uitkomen. Dat is even
wel niet geschied. Eer het tegendeel.
En zoo kon het gebeuren, dat bijv.
het Centrum in het besluit der Leidsche
kiesvereeniging om uit de Unie te treden,
een teeken zag, dat de scheiding tus
schen oud- en jong-liberalen voltrokken
werd, hoewel juist die Leidsche kies
vereeniging te kennen geeft, hare candi-
daten uit onze kringen te willen zoeken
terwijl het Handelsblad van het pro
gramma der Amsterdamsche kiesvereeni
ging „De Grondwet" getuigt, dat het
slechts in woordenrijkheid en vaagheid
zich van dat der Liberale Unie onder
scheidt, terwijl in dAt programma zeer
duidelijk de oud-liberale kleuren te on
derscheiden zijn Wij staan nu niet stil
bij dit verschil in opvatting, voor een
groot deel ook te verklaren uit den re
gel, dat men gaarne gelooft, wat men
hoopt. Wij wijzen er nu alleen op om
te doen zien, dat men om overeenkomst
en verschil tusschen onderscheiden pro
gramma's te onderkennen, met oordeel
des onderscheids moet te werk gaan en
de staatkundige geschiedenis der
laatste jaren moet in aanmerking nemen.
Doet men dat, dan is er echter wel
een weg te vinden, die al zeer spoedig
een' opmerkzaam lezer één belangrijk
en overheerschend verschil doet in het
oog vallen. In alle programma's komen
voor een groot deel dezelfde onderwerpen
ter sprake, voor oppervlakkige lezers,
dikwijls met verrassende overeenstem
ming in woorden, keus en formuleering.
In die mate zelfs, dat, als men verschil
lende programma's achter elkaar eenigs-
zins vlug leest, men tot de meening zou
kunnen komen, dat men met allen zoo
grosso modo denzelfden weg zal bewan
delen.
Maar wat men dan doen moet? Men
neme punt voor punt, elk onderdeel
van onze programma's en vergelijke
daarmede, hetgeen over hetzelfde punt
in andere programma's wordt gezegd.
Wat men dan vinden zal Dit: dat
elk punt in de programma's der Liberale
Unie zóó geformuleerd is, dat men weet,
welken weg het daarmee uitgaat,
terwijl, wat omtrent hetzeltde punt in
andere programma's gezegd wordt,
veelal of u in het onzekere laat, hoe
gij gaan of waar gij belanden zult,
ót u een doel of een weg wijst, waar
mee gij u niet vereenigen kunt.
Wij kunnen die vergelijkende behan
delingswijze niet met genoeg nadruk aan
bevelen. Zij heeft twee groote voordee-
lenzij overtuigt ons van de deugde
lijkheid onzer eigen programma's zij
opent tevens onzen blik voor wat er op
ons standpunt verkeerds is in die van
anderen.
Yoor ons zelve die overtuiging te
verwerven en haar langs alle gepaste
wegen en met alle doelmatige middelen
aan anderen mee te deelen, dat is voors
hands onze voornaamste, zoo niet onze
eenige taak.
De onlangs te Callantsoog
gestrande Belgische Stoomtrawler »Louis
M a r i e" is te Helder verkocht
aan den Heer Gerbr. limmerman te Petten,
voor de som van f 300.
Vergadering van de Af-
deeling „Waard en Groet" derH o 11.
Maatschappij van Landbouw,
gehouden den 16 December bij A. fKitte
Winkel.
De laatste vergadering in dit jaar, be
zocht door slechts negen leden, was een
bezoek van een grooter aantal waard ge
weest, zooals dat met de meeste vergade
ringen der Afdeeling het geval is. Er wor
den toch zaken behandeld, die voor de
leden v»n het grootste belang zijn en wel
de moeite waard, om er een paar uren
voor af te zonderen.
Na de opening door den Voorzitter, den
heer BBreébaart Kzlas de secretaris,
de heer J. H. Berkenboschde notulen,
daarbij opmerkende, dat het een ondank
baar werk is voor den secretaris, ze te
schrijven voor zoo weinig leden. Ze werden
goedgekeurd en de verg. was den steller
dankbaar voor zijne nauwkeurigheid.
Ingekomen stukken, die ter tafel wer
den gebracht, waren
1. Openingsrede van de te Winkel ge
houden feestvergadering en verslag van de
verrichtingen der Vereeniging H. N., ge
durende haar 25-jarig bestaan.
2. Van de Holl. M. van L., betreffen
de de te 's Gravenhage te houden tentoon
stelling, waarvoor door de Afd. f 25.is
toegestaan.
3. Brochure der heeren Groneman en
leengsnaar aanleiding wairvan besloten
werd, den zuivelconsulent, den heer Kees
tra te Hoorn, te verzoeken, voor de Afd.
eene lezing te houden over zuivelbereiding
en wel hoofdzakelijk over gebreken in de
kaas en middelen tot bestrijding daarvan.
De heer J. Porie bracht hierna verslag
uit van de Commissie, indertijd benoemd
voor het inkuilen van gras. Slechts twee
proeven, bij de heeren C. Meurs en W.
Keetmanzijn genomen en dat is naar het
gevoelen van den heer Porte te weinig om
een oordeel te kunnen vellen. Hij deelde
achtereenvolgens de bij beiden verkregen
resultaten mede, welke vooral bij den
heer Keetman tamelijk gunstig waren. De
ze heeft er voor gebruikt dijkgras, waar
van de koeien de helft slechts eten, als
het zoo van den dijk gevoederd wordt.
Ingekuild, laten ze niets liggen, zelfs de
bloemen niet en ze verkiezen het boven
hooi. Aanbevolen kan worden Lij het in
kuilen aan de vier kanten te lossen, want
waar men niet met den wagen bij kon ko
men om te lossen, daar is de meeste reuk.
Het oordeel van den heer Porie was
ten slotte, wat gehooid kan worden, moet
men hooien eD het overige inkuilen en
hij gaf den raad, met het nemen van proe
ven voort te gaan, want er is hier nog
een rijk veld van onderzoek. De vergade
ring was dit met hem eens en besloot in
eene voigende vergadeiing de wenschelijk-
heid te bespreken van twee commissiën,
een voor Winkel en een voor Nieuwe Nie-
dorp, die dan onafhankelijk van elkander
proeven kunnen nemen.
Op voorstel van den Voorzitter werd
besloten, den heer Nobellandbouwleeraar
te Schagen, ook nog tot het houden eener
lezing uit te noodigen. Het was de laatste
vergadering, door den voorzitter geleid, hij
dankte de leden voor de welwillende be
handeling, steeds ondervonden, beval den
nieuwen "Voorzitter, den heer K.Breelaart
Jz.} bij hen aan tn sloot de vergadering.