INGEZONDEN.
Uit en voor de Pers.
Polei overzicht ier week.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De aanstaande verkiezingen.
S. Herman, burgemeester onzer ge-
meent", P. Buis Jz. alhier, J. L. T. Gro-
neman te Wieringerwaard, J. Bree-
baart Kz. te Winkel, lid der Eerste
Kamer der Staten Generaal ea J. V.
Böusekom te 't Zand, Zijpe.
In uwe courant van Donderdag 7 de
zer staat een ingezonden stuk, waarin
„Een lezer" beweert, dat de 19e eeuw
eindigt 31 Dec. 1900, zoodat de 20ste
1 Jan. 1901, dus over 4 jaar aanvangt.
Vergun mij een plaatsje voor het
onderstaande om, zoo mogelijk, hem van
zijne dwaling te overtuigen.
Het jaar toch, dat reeds voleindigd
is, wordt door ons nog een jaar lang
genoemd. Een kind heeft reeds een
jaar achter den rug en gaat in zijn
tweede, als wij zeggendat het I jaar
oud isgaat het in zijn derde, dan
is het 2 jaar oud. Een grijsaard van
77 jaar, heeft 77 jaar vol achter den
rug en is in zijn 78steen zoo hebben
wij nu 97 jaar van de 19e eeuw achter
ons en zullen over 3 jaar aan het
einde dier eeuw zijnd.i. 1 Jan. 1900.
Tel maar1 Jan. '98 zijn 98 jaren
voorbij 1 Jan. '99 zijn 99 jaren voor
bij 1 Jan. 1900 zijn 100 jaren voorbij,
dan is de 19e eeuw vol en beginnen we
alzoo 1 Jan. 1900 aan de 20e eeuw.
7 Januari '97.
De le Januari 1897 was de dag,
waarop de heer G. Kreuger ophield
onderwijzer te zijn aan de openbare
lagere school te Barsingerhorn,
welke betrekking hij sedert 20 Maart
1860 met lof vervulde.
Wat de burgers van Barsingerhorn
aan hunnen meester Kreuger verschul
digd zijn, daarvan make ieder hunner
voor zich de rekening op.
Wat de heer Kreuger geweest is als
onderwijzer, weten zeker zij het best,
die met hem aan dezelfde school heb
ben gewerkt. Zonder twijfel zullen die
hem rangschikken onder hen, die een
buitengewonen ijver voor het onderwijs
aan den dag legden.
Zoo ooit een ambtenaar wegens nauw
gezette plichtsbetrachting, eervol en
dit laatste in de volstrekte beteekenis
van het woord ontslagen werd, dan
zeker mag de heer Kreuger met recht
zulk een loffelijk getuigenis van zijne
superieuren in ontvangst nemen.
De ouderdom, die zijne gebreken me
debrengt voor alle menschen, heett ook
den heer Kreuger belet, zijn dagelijksch
werk zoolang te verrichten, als hij zich
dat had voorgesteld. Sedert Augustus
van het vorige jaar was hij door onge
steldheid verhinderd, voor zijne klasse
te werken. Maar volgehouden heeft
hij, zoolang het hem mogelijk was, met
onverflauwden ijver.
Nu met 1 Januari j.1 de heer Kreu
ger voor goed het arbeidsveld der on
derwijzers van Barsingerhorn verlaten
heeft, houden wij ons nochtans over
tuigd, dat zijne groote verdiensten als
onderwijzer de herinnering aan hem
zullen levendig houden.
Dat hem nog eenige tijd gegeven
zij, om zijne welverdiende rust te ge
nieten
Eenige vrienden.
Schagen, 9 Januari 1897.
Wanneer twee zich met el
kander verloven.
IO ure, des voormiddags.
10 Jaouari, Geen dienst.
17 Ds. A. W. van KluiJ^-
24 Geen dienst.
31 Ds. A. W. van Klufe'
7 Februari, Ds. A. W. van KloiJ^
14 Ds. A. W. van
de gasten moeten ontvangen, worden reeds
een jaar te voren aangewezen. De benoo-
digde gelden worden ge ronden nit de boe-
teD, welke d« ingezetenen of buurtplich-
tigen Terschuldigd zijn, wanneer ze bij
eventueele sterfgevallen in de buart hunne
plichten niet in allen deele vervullen. De
bewoners van de eene buurt komen sa
men op den Kerstavond, die der andere
buurt op den Nieuwjaarsdag. Vroeger
klepte de klok 's avonds, als de „driukerij"
zou plaats hebben, thans niet meer. Po
gingen, wel eens gedaan om de gelden
waardiger te besteden, hadden geen ge
volg.
De Nieuwe Amsterdammer vindt hel pro
gram van den Radicalen Bond zoozeer in
overeenstemming met dat der Liberale Unie
dat zij, indien andere omstandigheden het
niet verhinderen, eene zeer vruchtbare sa
menwerking tusschen de meestvoornitstre-
vende liberalen en radicalen mogelijk acht.
Die beide programma's zijn het meest in
democratiscben geest gesteld, en de pun
ten, die er op voorkomen, zijn juist die,
welke in het belang van de democratie zich
op den voorgrond gedrongen hebben.
Het blad acht het noodig, dat de be
langstelling van de kiezers in die punten
wordt opgewekt. Met de llaagsche afdee-
ling van den Radicalen Bond is het tegen
eene nienwe agitatie, maar met alle kracht
is het vóór animatie. Met animo moeten da
kiezers nu hunne candidaten gaan zoeken.
En die animo moet worden opgewekt
door hen er van te overtuigen, dat er
noodig nieuw bloed in de Tweede Kamer
moetdat 't uit moet zijn met het kies-
comedietje, waarbij alle oude personen,
die, ervaren in het parlementair debat en
het vertrouwen reeds zoolang genoten
hebbende, staeds maar weer afgevaardigd
werden, zoodat zij langzamerhand een soort
van recht verkregen, om telkens en telkens
weer gekozen te worden.
Maar wanneer hierdoor de belangstelling
der kiezers verlevendigd wordt, dient ook
gebroken te worden met de gewoonte van
zooveleD, die geschikte afgevaardigden zou
den zijD, en die zich nooit beschikbaar
stellen om in hoofdaak deze redendat
zij thuis meer geld kannen verdienen d m
in Den Haag.
Het getal van hen, die zich disponibel
stellen voor een' Kamerzetel, dient verveel-
vuldigd te wordenanders met den bes
ten wil van de wereld en de meest mo
gelijke belangstelling van de zijde der
kiezers, zal da nieuwe Kamer sprekend ge
lijken op de oade en even onvruchtbaar
zijn.
Dan zal de kiezer, na ééa' keer meege
daan te hebben, gelooven, dat hij weer
eens opnieuw voor 't lspje is gehouden
en een volgenden keer wijselijk thuis blij
ven; die geschiedenis is meer vertoond.
Vrije kost.
Da kieswet zal, wegens het ingewikkelde
der nieuwe regeling, vermoedelijk tot vele
twistvragen aanleiding geven. Een daarvan
is reeds in de provincie Groningen gere
zen. Volgens de N. Prov. Gr. Ct. is een
plattelaudsburgemeester van oordeel, dat de
vrije kost,* die bij de /ooakiezers in aan
merking komt, alleen mag worden mede-
gerekend, als de kost gedareude alle dagen
der week wordt genoten. Niet dus, als
de arbeider des zondags met vrouw en
kinderen in eigen woning zijne maaltijden
gebruikt.
Daar de vrije kost als deel van het
loon wordt beschouwd, gelooven wij, dat
genoemd blad te recht die uitlegging af
keurt. Het loon wordt immers enkel over
de werkdagen uitgekeerd. De meeste bur
gemeesters zullen dit wel aldus opvatten.
Voor eene gelijkmatige toepassing der wet
is hel zeker wenschelijk, dat de minister
van binnenlandsche zaken tegen eene be
perkte uitlegging wake. Hbld
a—M—MOMP—lil
Buitenlandsch Nieuws.
De internationale vredebond beoogt
zeker een verheven doel, wanneer zij de
geschillen tusschen de volkeren, door
een algemeen scheidsgerecht tracht te be
slechten. De idee, waarvoor zooveel ede
le mannen van verschillende naties met
hart en ziel strijden, begint gelukkig
reeds zooveel ingang te vinden, dat En
geland en Amerika in zake de grens
kwestie tusschen Britsch Guyana en Ve
nezuela niet hebben geschroomd, het ge
schil aan de uitspraak van den Zwit-
serschen Bondspresident te onderwerpen.
Dit is een belangrijke stap in de goede
richting, die zeer spoedig door een' twee
den nog gewichtiger zal worden gevolgd,
't Blijkt, dat de onderhandelingen tus
schen de Angelsaksische rijken zich niet
alleen tot genoemde grenskwestie heb
ben bepaald, maar van eene veel uitge
breider strekking zijn geweest. Bij den
Amerikaanschen Senaat is reeds een voor
stel van de regeering ingekomen, om
een algemeen arbitrageverdrag met En
geland te sluiten.
't Is te wenschen, dat de Vereenigde
Staten zullen trachten, ook met de an
dere Europeesche landen zoodanige schik
kingen te treffen, daar het door de toe
passing van zijne Monroe-leer, vroeger of
ktar ia botsing met het een of ander
land meet komen. Geeft de opstand op
Gaba tot e«n' oorlog tusschen de Veree
nigde Staten en Spanje aanleiding, dan
staat Frankrijk, Nederland en Denemar
ken bij moeilijkheden in hunne Ame-
rikaansche bezittingen ook eene onge
vraagde inmenging van Amerika te wach
ten. In goed ingelichte kringen verze
kert men, dat op voorstel van Duitsch-
land, tusschen enkele Europeesche landen
reeds eene gedachtenwisseling heeft
plaats gehad over de houding, die men
tegenover het Amerikaansche dictator
schap moest aannemen. Men moet reeds
in zooverre tot overeenstemming zijn ge
komen, dat Frankrijk en Duitschland niet
zullen dulden, dat Spanje door de Ver
eenigde Staten van zijne rijkste kolonie
wordt beroofd.
Men ziet het, de toepassing van de
Monroe-leer kan der Unie nog heel wat
onaangenaamheden berokkenen, zoodat
niet alleen een arbitrageverdrag met
Engeland, maar met geheel Europa zeer
te verkiezen zou zijn.
Wij zouden wenschen, dat indien, zij
het ook in eene verre toekomst, een al
gemeen scheidsgerecht in het leven wordt
geroepen, daarnaast eene internationale
rechtbank voor politieke misdrijven mag
verrijzen. Het is treurig, met welk eene
blindheid de justitie soms is geslagen,
waar het vonnissen voor de ergste politieke
misdaden geldt. Dat zagen wij dezer da
gen weder in Bulgarije. Men zou zeggen,
dat waar het de moordenaars betreft van
een' man, waaraan land en volk de
grootste verplichtingen hebben, men toch
het gewone recht wel zijn' gang zou la
ten gaan. Doch niet alzoo. Eerst heeft
men de moordenaars van den
heer Stamboelof laten ontsnappen en thans
met veel vertoon de medeplichtigen tot
eenige maanden gevangenisstraf veroor
deeld. Wat moet er wel in de harten
der rechters zijn omgegaan, toen me
vrouw Stamboelof verzocht, van getui
genis verschoond te mogen blijven.
Want zoo luidden de bittere woorden
der diep verontwaardigde vrouw waar
voor zou ik getuigenis afleggen in din
gen, die u, mijnheer den president, tot
in bijzonderheden bekend zijn? Waar
om u de namen te noemen der moor
denaars, die u, zoowel als mjj, bekend
zijn en die de straffende arm der wet
toch niet zal treffen
Als wij met ergernis dergelijke rechts
toestanden beschouwen, dan is dat niet,
omdat in Bulgarije nog gedeeltelijk
Oostersche begrippen heerschen, want
ook in zeer verlichte rijken van West-
Europa neemt men het in politieke
processen zoo nauw niet. Daarvan heeft
Engeland nog voor kort een verrassend
voorbeeld gegeven. De man, die een'
ongeoorloofden inval in het land van
een bevriend rijk deed, die het bloed van
vele Engelschen en van de rustige be
woners der Zuid-Afrikaansche Repu
bliek deed vloeien, die de gelden eener
vereeniging misbruikte voor oorlog
zuchtige doeleinden, die dus dubbel en
dwars eene gevoelige straf had verdiend,
loopt 6 maanden na de uitspraak van
het vonnis reeds weder op vrije voeten.
Eu de ander, die feitelijk nog meer
misdeed, die het plan op touw zette en
den rooftocht door zijnen macht en in
vloed zou dekken, liet men na een ver
trouwelijk onderhoud ongehinderd weder
vertrekken.
Nu, na verloop van meer dan een jaar,
zal de heer Rhodes getuigenis van zij
ne daden in Engeland moeten afleggen.
Doch geen rechter van instructie is met
dit onderzoek belast, och neen't is
slechts eene onschuldige parlementaire
commissie, aan welke hij de noodige in
lichtingen zal moeten verstrekken.
Van uit Kaapland en Kaapstad heeft
de groote man reeds eenige ondubbelzin
nige wenken aan deze commissie gege
ven, die zooveel moeten beteekenen als
„drijf uw onderzoek niet te ver, want
anders zullen de gevolgen voor Enge
land verschrikkelijk zijn." De aan hem
toebehoorende pers, heeft eene
beweging ten gunste van den heer
Rhodes uitgelokt, die indruk in Engeland
moet maken. Bij zijne aankomst in Kaap
stad werd de overwinnaar der Kaffers
door eene groote menigte met juichkre
ten begroet, zijn rijtuig werd door man
nen uit het volk door de versierde stra
ten getrokken en een „leve Rhodes"
weerklonk langs straat en plein.
Dat die mannen uit het volk betaal
de huurlingen uit Rhodesia waren, dat de
geheele ovatie kunstmatig was in elkaar
gezet, wordt men in Engeland öf in 't
geheel niet, of misschien over eenige maan
den gewaar- Daar zal men meenen, dat
heel Kaapland en Natal achter Rhodes
staan, en dat, zo© er één haar op het
hoofd van hem wordt gekrenkt, deze
beide koloniën tegen het moederland in
opstand zouden komen. Rhodes heeft
in zijne toespraken en toasten de rol
van den vogelaar vervuld, die door zijn
zoet gefluit de vogels hoopt te verschal
ken. De Hollanders, dus klinkt het
heel zoetsappig, hebben steeds tot zijne
beste vrienden behoord en geene poging
zal hij onbeproefd laten, om de goede
verstandhouding tusschen beide rassen
te herstellen. Afrika voor de Afrikanen
heette het elders, waarin de stille
bedreiging tegen Engeland ligt opgeslo
ten, van een vereenigd onafhankelijk
Afrika. Door al deze mooie woorden zal
men zich echter in den Vrijstaat, noch
in de Transvaal, in slaap laten wiegen.
Rechter Jorissen was de vertolker der
gemoederen, toen hij in zijne toespraak
op 1 Januari tot president Krüger op
de ergerlijke houding van een deel der
bevolking in Kaapland wees.
Met den geachten spreker zijn wij
het volkomen eens, dat een tweede tijd
vak van beroering en verbittering is
ingetreden, en dat de rust slechts dan
alleen verzekerd zal zijn, als Rhodes
voor goed den Afrikaanschen bodem ver
laten zal hebben. Tot zoolang zal men
in Pretoria en Bloemfontein op alles voor
bereid moeten zijn, want eene herhaling
der gebeurtenissen van 1 Januari 1896,
behooren tot do mogelijkheden, zoo de
intrigant en landroover slechts eenige
kans van slaging ziet.
Hoe jammer, dat voor dit soort Bul-
gaarsche-Engelschen en Engelsche-Bul-
garen geen internationale politieke recht
bank bestaat
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
Mijnheer de Redacteur!
Jb. Bakker.
Mijnheer de Redacteur!
De postwagen van Barsin
gerhorn, rijdende vrijdagavond op den
trein van 6 uur, gleed teDgevolge van de
gladheid in de sloot op de lange Snevert.
Onze plaatsgenoot, de heer K., de eenige
passagier, sprong van uit den wagen op
den wal aan den overkant en redde zich
zoodoende voor een koud bad. Het paard
bleef eveneens on het droge.
I) en 6den overkwam onzen
plaatsgenoot F. J. een ernstig ongeluk.
Trekkende voor de vuilniskar, viel de man
op den weg neer, tengevolge waarvan zijn
been op twee plaatsen gebroken werd. Per
handkar werd de ongelukkige naar zyue
woning vervoerd.
Aan het postkantoor te
Schagen en de daaronder ressorteerende
hulpkantoren werd gedurende de maand
December ingelegd f 7726,945, terugbe
taald f 10366.36.
Het laatste, door dat kantoor uitge
geven boekje draagt het nummer 3375.
De Minister van Binnen-
j landsche Zaken heeft tot leden der com
missie van toezicht op de Rijkslandbouw-
winterschool alhier benoemd de beeren
„Hebt ge het al gehoord, de oude juf
frouw Swobo heeft zich met een' architect
verloofd
„Zoo, eindelijk. Die geschiedenis heeft
al minstens vier jaar gednurd."
„O, veel langer, ik weet al reeds zes
jtar van dat zaakje af.*
„In eene muziekuitvoering of comedie heb
ik ze het eerst ontmoet, hoe hng is dat
al gelsden
„Vijf jaar.'
„Maar hoe kan dat nu, net is nu '97?"
„'t Is ook zoo, ik loefde nog altoos io
'96. Nu zes jaar, het mag genoemd wor-
deD, dat zou mij nu absoluut niet beval
len. Daar kan nu toch van liefde geen
sprake zijn stel je voor een man, die
zes jaar wacht, eer hjj toebijt. Neen
hoor, dat had mijn man nooit gedaan en
ik ook niet
„Dus die Mizzi Schreiber gaat trouwen."
„Zoo, met wien, mevrouw
„Met een zekeren mijnheer Meijtr.'
„Met welken Meijer Kent gij hem P*
„Neen, mijne schoonzuster heeft het mij
verteld. Het meisje heeft hem op een
avondje bij den een of ander leereu ken
nen."
„Wat, en staat nu de ondertrouw reeds
iu de courant
„Ja, niet waar, het is ongelooflijk, 't
Gaat er tegenwoordig maar met spoed langs.'
„Fin de siècle, mevrouw. Zij kent hein
nauwelijks een paar weken, ze heeft hem
nauwelijks gezien, of zij verloven zich reeds
met elkander.
„Men moet elkaar toch eerst ordentelijk
leeren kennen, de karakters moeten toch
worden bestudeerd, de echt is toch waar
achtig geen poppenkastnu, gij weet
dat ook wel, mevrouw.'
„Ik ben drie jaar met mijn' man ver
loofd geweest en toen kostte het nog moei
te, om onzen zin te krijgen.'
„Zoo behoort het ook. Men moet ie
mand toch kennen, en dan de mannen!
Maar, mijne lieve mevrouw, dat noemt men
dan moderne huwelijken, nu men ziet, wat
er gewoonlijk uit voortkomt. Dat die
juffrouw Hergbach weder bij hare moeder
thuis is, weet ge ook reeds
„Wat zeg je er wel vau, die kleine
Hermine Mader heefc zich met een' dokter
verloofd."
„Dat heb ik gehoord, wat is dat voor
een mensch
„Wat drommel, een dokter."
„Och, lieve hemel, dan zeer zeker een
zonder patiënten."
„Vermoedelijk, ik geloof, dat hij arrnen-
dokter is."
„Die had dan ook nog wel een poosje
kunnen wachten. Hoe oud is zij
„Negentien, geloof ik."
„Lieve hemelNegentien jaar en dan
aanstonds al trouwen't Is, of zij bang
was, om over te schieten."
„Ik was twee-en-twintig, dat ik trouwde
en toen was mama zaliger er nog zeer te
gen."
„Zoo behoort het ook. Ik kan je zeg
gen, dat wanneer mijne Martha eenmaal
zoover heen is, dat zij niet voor haar
vier-en-twintigste jaar trouwtdat weet
ik".
„Dat spreekt van zelf. Wat heeft an
ders een jong meisje aan haar leven
van af de schoolbanken, dadelijk als moe
der optreden, hoe bespottelijk. Dat moest
verboden worden; wanneer ik eene dochter
had,zij moest zoo iets eens in haar hoofd krij
gen, ik zou haar
„Ha, ha, stel je zoo iets eens voor An
ne, Sofie is verloofd."
„Och 1"
„Met den laitenant natuurlijk."
„Ja, ja, dat is trouwens eene oude ge
schiedenis, zij waren in stilte reeds ver
loofd."
„Ja, toenmaals was hij ziek, twee win
ters was hij in het zuiden hij ziet er
nu wat beter uit, maar mager, hoor."
„Is er geen broer van hem aan de tering
gestorven
„TweeO, de geheele familie zit in
een slecht velzijne zuster heb ik laatst
op een bal gezien, afschuwelijk. Ontzet
tend, zeg ik je. En daarbij afschuwwek
kend leelijk."
„Nu, hij is ook juist geen mooie.
Vlasblond vol zomersproeten, en dan ziet
hij ook nog een weinig scheel."
„Zij ook."
„Dat z;t dan zeker in de familie."
„Scheel zien vind ik ontzettend."
„Ik ook. Ik zou onmogelijk van een
man kunnen honden, die scheel ziet. Men
is er nooit zeker van, welken kant hij uit
kijkt."
„En dan met zoo'a mensch te trouwen.
Bovendien zou ik er altijd bang voor zijn,
dat mijne kinderen
„Maar Greta
„.Nu ja, maar dergelijke dingen zijn er
felijk."
„Heb je de verlovingskaarten al gele
zen van mejnffvrouw Olga Fredler"
„Zoo, nu, dat werd oos hoog tijd
is de gelukkige le
„Ik weet niet precies, hoe hij heet. Zoo'n
bijzonderen naam Mischeg of Nischpo 0f
zoo iets."
„Wat doet hij voor den kost
„Koopman of zoo iets."
„Is zij al niet eens verloofd geweest?"
„Tweemaal - herinner jij je niets meer van
dat schandaal
„Neen, wat schandaal?"
„Een paar weken na de verloving werd
die weder verbroken, doordat hij te weten
kwam, dat ze minder geld had, dan zich
eerst liet aanzien."
„Foei."
„Zij is ook eens verloofd geweest met ie-
mand uit Breslau of Stettiu."
„Is dat dan ook afgeraakt Dat is toch
ellendig."
„Ja, het meisje heeft reeds veel beleefd.'
„Je zoudt het haar gunnen, dat zij er ein
delijk een heef:."
„Ja, maar zij heeft hem nog niet."
„Ik verwonder mij er over, dat die man
een meisje hebben wil, dat zooveel heelt
doorleefd.'
„Ja, ik als man zon dat niet kunnen.'
„Ik ook niet
„Ella is verloofd."
„Ja hè, met een fabrikant nit Praag,
hij is dubbel zoo ond als zij."
„Ziekelijk ook.'
„Hoe aardig."
„Ja, het is er een, die eene ziekenop.
passeres noodig heeft. Ik begrijp de moe
der van dit meisje niet, het is eene schan
de, dat zulk eeD meisje
„Zeg, matig je een beetje, je schijnt in
't geheel niet met de omstandigheden op
de hoogte te zijn. Er is GELD
„Arm kind!"
Een ijzingwekkende dood-
De lust tot gevaarlijke bergtochten heeft
alweder een slachtoffer gemaakt. Twee
Fr<*nsche officieren,de luitenants Fauquigoon
en Clément van het 11e regiment
Alpenjagers, waren zondag uitgegaan om
d-n Col Nantet te beklimmen. In
den zomer wordt de beklimming van dezen
berg reeds zeer gevaarlijk geacht, maar
in den winter had tot dusver nog nie
mand het waagstuk ondernomen. De berg
is op vele plaatsen met een paar meter
sneeuw bedekt en heeft tal van afgronden,
duizend meter diep.
De officieren waren langs de Zuidelijke
helling naar boven geklommen en zonden
aan de Noordzijde afdalen langs een' bun
bekenden weg. Dezen konden zij echter
niet gaarr, daar hij door sneeuw was ver
sperd, waarop luitenant Fauquignon zich
neergehurkt langs eene steile helling liet
glijden, zeggende „Ik zal eens gaan
zien, wat er is." Hij gleed evenwel snel
ler, dan hij verwacht had, botste met het
hootd tegen 'n steenblok en sloeg er overheen.
Verschrikt daalde zijn metgezel zoosnel
mogelijk de hellliDg af. Bij het steenblok
gekomen, zag hij voor zich een' afgrond
gapen. Hij besloot dus terug te keeren,
maar het was bem onmogelijk. Zijn toe
stand was verschrikkelijk. Hij verkleum
de meer en meer en durfde zich niet
te bewegen uit vrees in den afgrond te
zullen storten. Hij kon niets anders doen
dan om hulp roepen, maar het duurde vol
le twee uren, voor zijn geroep gehoord
werd door eene vrouw, welke in het dal
liep, dat 150 meter beneden den afgrond
ligt. Zij ging aanstonds hulp halen en
met groote moeite slaagde men er in, luite
nant Clément uit zijne moeilijke positie te
bevrijden. Het lijk vau zijn' makker vond
men eerst in den nacht.
Beroemde namen.
De statistiek brengt zonderlinge dingen
aan het licht. Zoo heeft iemand
in Berlijn eens onderzoek gedaan, wat
mannen met beroemde namen in den te-
genwoordigen tijd al zoo doen, en hem
is daarbij gebleken, dat Cesar in de
i Duitsche hoofdstad een klein financiëel
blad redigeert, dat Augustus daar conduc
teur is op een' postwagen, dat Claudius er
masseursdiensten verricht, dat Caasios
boekbinder is, Valeiius schoenlapper, dat
Cicero 't kon ook wel niet minder
gezantschapssecretaris is, maar dat Wiliem
Teil het in onze eeuw niet verder kon
brengen dan tot pottenbakker dat Roland
zeepzieder is geworden en TaiiDhauser com-
missionnairSiegtried, de dappere, is nog
maar student, maar Wittekind, de onver
schrokken heiden, heeft het tot bankier
gebracht, terwijl Maarten Luthef
eene restauratie heeft cpgezet eB
Wallenstein geldwisselaar is geworden.
Blücher is thans een vreedzaam commie8
bij de posterijen te Berlijn, maar P'»t0
heeft bet tot politieagent gebracht.
Scböpenhauer daarentegen doet dienst als
conciërge. Leibnitz is meer in het vak ge"
bleveD, dat aan zijn' naam is verznoebt,
en is thans drogist, maar Kant verdient
zijn brood als directeur van een huur- eD
verhuurkantoor. De dichternamen G°Ê'
the,Schiller en Heinrich Heine behooren
nu aan een' bakker, een glazenmaker eD
een' gerechtsbode.
Predikbeurten.
SCHAG1S9T.
De Godsdienst-oefeningen beginnen o