Laat Verzoend. Donderdag 21 Januari 1897. 41ste Jaargang ITo. 3170. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL Bureau: §C91GKI, liaan, D 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Ei AimltitiB- Lailloiiilai. V ergadering van den Raad der Gemeente Wteringöll, gehouden op Maandag 18 Januari 1890, des namiddags ten 2 ure. Voorzitter, de Edelachtb. heer L. C. Kolf Burgem. Leden, de heeren J. lijgen, Jb. hlostert, H. d. J. v. d. Speek ObreenP. Koorn P. P. TijsenP. Heijblok en P. 8. Kunt die allen tegenwoordig waren. De voorzitter opent de vergadering, en heet allen hartelijk welkom op de le vergadering in het jaar 1897, en hoopt, dat allen wederom met vrucht voor de ge meente werkzaam zullen mogen zijn, en verzoekt daarna den secretaris, den heer P. Poel, de notulen der vurige vergadering te lezan, welke onveranderd werden goedge keurd. 1. Was ingekomen een verzoek van den heer Jb. Smit Sz., om gedeeltelijk te worden ontslagen van schoolgeld, of ge durende de wintermaanden geheel vrij hier van te worden gelateD. Hierover ontstond nog al eenige discussie. De heer Kuut beweer de, dat het maar immer doorging met vrij stelling of verlaging van schoolgeld. De heer P. Tijgen was van meeniug, dat er buiten adressant wel anderen waren, die daar meer aanspraak op zouden kunnen doen ge'.den. De heer Mogtert beweerde, dat, wanneer dit adres werd toegestaan, er dan weldra nog meer verzoeken zouden in gediend worden, en dat zulks toch niet opging. Voorzitter wenscht het in rondvraag te brengen, en daarna wordt met alg. stem men besloten, om gedurende de winter maanden voor de helft vrijstelling te ver- leenen. 2. Ingekomen een schrijven van hee ren Ged. Staten, waarin goedkeuring der begrooting over 1897. 3. Mededeeling van aanschrijving, dat er weldra in de Gemeente Wieringen eene illecte zou worden gehouden voor den gtwspenden dienst. Voorzitter beveelt die collecte bij h. h. Raadsleden zeer aan. 4. Deelt de voorzitter mede, dat hij thans wederom 2 plannen heeft voor de te maken Burgemessterswonisg en wel dat van den heer Hermang, raming f 6146.00 en van den heer Poel, raming f 6500. Met algemeene stemmen werd het plan van den heer Hermang goedgevonden en aangeno men. 5. De voorzitter stelt daarna voor, om alleen Wieringer aannemers te laten in schrijven en do aanbesteding aan te kon digen in de plaatselijke courant, en aan te plakken aan de secretarie. Met algemee ne stemmen aangenomen. 6e. Voorzitter deelt mede, dat door B. en W. is opgemaakt het Kohier van deD Hoofdelijken Omslag tot een bedrag van f 5710.465, en dat hg het zelve wenscht te onderwerpen aan de goedkeuring van den raad. Tevens wordt mededeeling ge daan, dat er dit jaar eene andere basis van den hoofdelijken omslag zal worden opge maakt doch de tijd liet zulks nu uiet meer toe, tevens steit spreker ook nog voor, om geene beschrijving te houden van den H. O. Wederom met alg stemmen aangonomen. 7e. Op de eventueel te houden kermis zal van de eigenaars van schouwburgen, Draaimolens, Kramen etc, etc etnig staan geld gevraagd worden om reden er na de pret in de kom der gemeente aitijd vuil liggen blijft, en de opruiming daarvan vooi rekening dar gemeente komt. Werd be slaten om van iedere tent f 0.10 per M' te heffen. 8e. Werd vastgesteld het kohier der Hondenbelasting tot een bedrag van f 299,50. Bij de algemeene rondvraag, wordt door der. heer J. Tijgen in 't midden gebracht, dat de honden in de buuit Siroe zeer veel achter de schapen Jagen zulks was den heer lijgen door een in woner van Stroe medtgedeeld. Spr. ver zoekt, om de honden daar vast te houden. De heer Kuut merkt op, dat dit hem onbekend is; wordt aangehouden tot la ter. De voorzitter deelt nog mede, dat aan het verzoek van den heer lijgenom pat ten in den Wt.sterlanderweg te leggen, is Roman naar het Engelsch 31. van Ella Wald. „Maar mag ik dan,* zoo begon Ralph eindelijk, „de moeder vaD mijn kiod geen onbezorgde toekomst verschaffen, eu nu daar van mijn kant reeds voor is gezorgd, is er ook niets meer aan te veranderen HazlewoodHeights en al het andere, dat ik bezit, met uitzondering van datgene, wat ik voor eigen onderhoud noodig heb, heb ik op Hope vastgezet en gij zult de vrije beschikking over dat alles hebben, totdat Hope een-en-twintig jaar oud zal zijn, of tot den dag, dat zij in het buweljjk treedt, zoo dat voor haar een-sn-twintigste jaar mocht geschieden. „En ik had gaarne, zoo gij het ee- nigszins met nwe idéé kunt overeenbrengen, dat ge op Hazlewood—Heights gingt wonen, tenminste gedurende een zeker tijdstip van het jaar, opdat Hope het kasteel zal loeren liefhebben en het als haar thuis zal be schouwen.* „Maar het schijnt mij volstrekt niet rechtvaardig toe, dat gij u van alle genietingen ontdoet en n zelf uit het oude huis ver bant en verjaagr," merkte Ruth met een' medelijdenden blik op, want zij deinsde er bjjna voor terug, Ralph van zijn erlgoed met de daaraan verbonden gemakken te be- rooven, die hij, en dat gevoelde zij jaist zoo duidelijk, zoozeer behoefde en noodig had. Hij sprong bjj hare woorden op en zag haar aan, eene nieuwe hoop schemerde hem in de oogen. „O, Ruih, Ruth, zoudt gij er toe kunnen besluiten, naar Haslewood-Heights te gaan, om daar met mij te gaan leven Zoudt gij uwe goedertierenheid en vergevensgezind heid zoover kunneD uitstrekken.dat gij met m j onder één dak zoudt willen en kunueuwoaen?' riep hij uit, terwijl zijn borst in buitengewoon heftigen gemoedstoestand krampachtig en ge jaagd op en neder ging. ,lk weet, dat ik zooiets niet verdienik heb gezondigd en toch, wanneer ik uwe vergiffenis zou kunnen verworven, ik zou dan tenminste in vrede kunnen sterven.* Een gloeiend rood had Ruth's wangen ge keurd, terwijl hy sprak, zij gevoelde zich zco ellendig gestemd, dat zij bjj zijn voorstel voldaan en verzoekt deu heer Heijblokte Vatrop naar deze potten te kijken. Niets meer aan de orde zijude, sluit de voorzitter de vergadering. Vergadering van den Raad der gemeente Haringcarspel, den 15 Januari 1897, tegenwoordig alle leden. Na opening der vergadering door den Voorzitter, worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen en goedgekeurd. Wordt mededeeling gedaao, dat bij de op 30 Dec. j. 1. gedane kas verificatie, in kas is bevonden eene som van f 3400.40®. Voor kennisgeving aangenomen. Wordt voorgelezen een schrijven van h. h. Ged. Staten, houdende mededeeling, dat de helft der Kosten van het opmaken van de kaarten en de liggers der wegen in deze gemeente tot eeD bedrag van ten hoogste f 825.ten laste der provincie zal worden gebracht, mits een dnplicaat aan de griffie worde toegezonden. Voor kennisgeving aangenomen. De heer C. Grootdie op 31 Dec. j. 1. als armeuvoogd was afgetreden, wordt op nieuw voor dia betrekking herkozen, welke benoeming door hem wordt aangenomen. Bij de gewone rondvraag door den Voorzitter, vestigt de heer C. Groot de aandacht op den overlast van losloopende honden, vooral te Tuitjenhorn. De Voorzitter belooft, den veldwachter strenge handhaving der politieverordening te zullen gelasten. Daarna wordt de vergadering gesloten. Eene krasse familie. De gemeente ZAANDAM telt onder hare inwoners sinds eenige dagen eene bet-overgrootmoeder. Anna Verveen werd den 14ien October 1805 geborenden 13den Januari 1830 werd zij moeder, 13 Februari 1855 grootmoeder, 2 Januari 1867 overgrootmoeder en 11 Januari 1897 bei-overgrootmoeder. Als bijzonderheid kan daarbij nog vermeld worden, dat de jongst geborene thans in het bezit is van twee grootvaders, twee grootmoeders, twee overgrootvaders, eene overgrootmoeder en eene bet-overgrootmoeder (genoemde Anna Verveen), dia allen te Zaandam wonen. haren tegenzin in hem nog voelde vermeer deren, ofschoon haar hart haar medelijden met hem toefluisterde. Hij wos immers nu zoo alleen en verlatea. Zy was zoo onder den indruk harer gemoeds beweging, dat er eenige oogenblikken ver liepen, eer zg hem kon antwoorden. Eindelijk draaide zg hem haar gelaat toe en innig medelgden met hem straalde er uit hare oogen. „Ralph,* zeide zij bedaard, ,'t is voor ons beiden beter, wannoer wy open met elkander praten. Ik kan onmogelgk naar Hazle- wood-Heights gaan om daar als uwe vrouw met u te leven. Den band, die ons verbond, hebt ge lalt voor twee jaar geleden ver broken en vernietigd, en daarom gevoel ik nu, dat ik uwe echtgenoote niet meer ben, evenmin als de eerste de beste vreemde, of schoon de wet mij nog altyd aan dm echt gebonden en dezen band als onverbreekbaar beschouwt. „Ik geloof, dat ik u alles zoover zal kan nen vergeven, dat ik zonder bitterheid of wrok aan u zal kunnen denken, en ik wensch u die barmhartigheid te batoonen, die God van ons eischt. Maar wat gij van mg verlangt, dat kan ik onmogelijk doen. O neen! Niet daarom Ralph dat verze ker ik je 1* viel zg haastig nit, toen hg zijn mismaaakt gelaat met de handen be dekte. „Ik bid o, geloof geen oogenblik lan ger, dat eenig lichamelyk gebrek mg daar van zon terug houdenwanneer er niets anders was geschied, dat bet vertrouwen en de liefde, die, zooals ik geloofde, tnsschen ons bestond, had vernietigd - wanneer mgn geloof in nw karakter en nwe eer onge schokt was gebleven, zon geen enkel ongeluk, hoe verschrikkelgk groot dat ook had mogen zyn, mijne lieide voor u hebben gedood.' De arme jonge man boog het hoofd en steunde luid, toen hg bemerkte, dat bg alleen door eigen schuld alle geluk op aarde had verloren. Deze edele vrouw, wie hg eens zulk een groot onrecht had aangedaan, scheen hem nu het begeerlykste en hoogste wereni toch gevoelde hg op dit oogenblik, hoe diep de kloof ook mocht zyn, die tnsschen hen bestond, dat hg geestolyk dichter bg haar stond dan vroeger. Na de zware ziekte, die hij doorgeworsteld I had, had er in zgn geestelijk leven een groote omkeer plaats gevonden. Zgn vroe- ger leven scheen hem zondig en slecht toa en een vurig verlangen scaeen hem te be- heerscben, om dat vroegere zooveel mogelyk goed te maken en de rest van zgn leven aan edele doeleinden te wgden. .Vergeef mg, wanneer ik u pyn heb ge daan," voeede Ruth er treurig aan toe, want zgn diep leed sneed haar door de ziel. „Ik heb u geen pyn willen doen, noch n eenig verwyt willen maken, ik heb u slechts dui delijk willen aantoonen,dat wg nimmer evenals vroeger eenige nauwere betrekking aanknoo- pen moeten. Gij sult ook nu begrijpen, waarom ik er zoo tegenop zie, dat gg uw huis met al zijne gemakken verlaten wilt, om voor hot verledene boete te doen, en bet zon my zeer ongelukkig maken, wanneer ik onder dergelijke harde voorwaarden voor u, Ha slewood-Heights zon moeten betrekken. „Ik geef u oogenblikkelijk toe, dat Hope evengoed nw kind is, als het mgne en dat gg haar a's een vader lielhebt en het ver langen bg u omdraagt, dat gg voor hare toekomst zult mogen zorgen. Wanneer gg nu op HazlewoodHeights blyft, zal ik n zoo dikwgls gij het verlangt, haar gezel schap toestaan. Maar Iaat ons hier op onze eenvoudige wgze blijven leven, zooals wij dat de laatste twee jaar hebben gedaan, of schoon ik niet zal weigeren, voor Hope aan te nemen, wat ge ooit later voer haar znlt nalaten. Wat mytelve betreft, moet ik er de voorkeur aan geven, evenals vroeger mijne zaak te drgven*. „Neen Ruth, dat mag ik onmogelgk toe staan*, antwoordde Ralph beslist. .Demoe der der volgens de wet aangewezen erfgena me moet op Hazlewood Heights leven en zich daar volgens haar stand bewegen. Het was te vermeten van mg, om van u te ver langen, dat ge daar kwaamt, om dan met mg te leven, en daarvoor vraag ik n verschooning. Msar het is mgn bepaalde wenseb, dat Hope in het huis, dat haar eenmaal aal toebehooren, nu reeds haar' in trek zal nemen.' .Zeer goed, Ralph ik zal u geen pyn meer doen, dan hoogst noodzukelgk is,* antwoordde Ruth goedig. „Ik zal mg ia deie naar nw' wil schikken en u toestaan, voor onze toekomst te zorgan, zooals gg dat goed snit oordealen.* „Ik dank u," antwoordde hy dankbaar. „Zoo zal ik dan mgn eerste plan ten uit voer brengen. Ik kan onmogelgk hier blij ven en dan alleen op dat groote kasteel wonen, zulk een eenzaam kloisenaarsleven zon onhoudbaar zgn in mgn' tegenwoordigen toestand. Ia zal das weder op reis gaan en mgn advocaat heeft volmacht, om ieder uwer wenschen ten volle te bevredigen. Zoo is alles bet beste geregeld,* voegde hg er aan toe, terwijl de tranen hem in de oogen traden. „Ik zal morgen naar New— In het locaal van den heer C. Kieft te Winkel werd den 18 Ja nuari eene groote openbare vergadering ge houden, onder leiding van den heer Schermerhorn te Nieuwe Niedorp en waar in als spreker optrad de heer W. P. G. Ilelsdingen van Rotteidam met het onder werp Doel en streven der Sociaal-Demo cratische Arbeiderspartij. De heer Schermerhorn heette de talrij ke aanwezigen welkom, wees op den ern- 8tigen tijd, waarin we leven, op het groo- ter worden der nooden en wekte op tot aandachtig luisteren naar de woordvoerders, die de wegen aanwijzen, welke kunnen leiden tot wegneming dier nooden. Hij gaf het woord aan den heer Helg dingen, die begon met de mededeeling, dat men alom de loftrompet hoort sieken over den vooruitgang dezer eeuw. Ea dat is waar, er is iu 't algemeen een groot ver schil bij vroeger. De schrik van vroeger is verdwenen, kennis toegenomen, de men8ch geen slaaf meer van de natuur, maar heerscher. Groote schreden zij d ge zet op wetenschappelijk gebied, machines zijn gekomen, de arbeid is vergemakkelijkt, behoeften, die men vroeger niet kende, zijn in het leven geroepen en voorwaarden tot bevrediging dier behoeften zgn nooit zoo aanwezig geweest, als thans. Toch geeft de toestand, waarin d8 arbeidende klasse leeft, veel reden tot klagen- De voorwaarden tot een gelukkig leven zgn aanwezig en toch is de arbeidende klasse niet gelukkig. De nationale rijkdom on der de beschaafde volken neemt toe en toch is het volk in zijn geheel niet ge lukkiger, want het verarmt en de rijkdom komt slechts ten goede aan een klein deel der bevolking. Wat eene groote tegen stelling thans tnsschen rijken en aimen. Vroeger was er ook verschil, maar niet als in onzen tijd, nu er millioenen zijn, die niets bezitten, die leven vau de hand op den tand, om door het leven te komen. Ook in onze nabijheid zien we die tegenstellingen, 't bezit trekt zich samen in enkele handen, de toestan den worden slechter. De Eransche revo lutie maakte aan vele zaken een einde, o. a, aan da gilden, waardoor belemmerin- York gaan en mij deze week nog insche pen voor de reis naar Earopa. Ik hoop Ruih, dat g j n nu goreohtigd zult gevoe len, becit van Hazlewood-Heights te ne men, en n al het genot, dat eene dergelyke bezitting kan aanbieden, znlt permiiteeren. Gg zult daar alles in orde vinden. „Ik heb in de stallen eem'ge verandetin- gen aangebracht en in bet bnis zelf eenige verbeteringen ondernomen. Maar wanneer er ergens iets mocht zgn, dat nwe goed keuring niet kan wegdragen, dan kant gg naar eigen goedvinden handeleD. Ik - ik geloof wel, dat Hope reeds te bed ligt," voegde hg er aarzelend aan toe. „Ja, zij ligt reeds meer dan een paar nar te bed," antwoordde Ruth en voegde er zacht aan toe :„Zoudt gij baar gaarne willen zien? Ga dan naar boven naar de kamer, waar zg slaapt, gg kunt den weg nu reeds wel, ik zal hier blijven.* „Ik dank n, het zai mg eenigszins troosten, als ik haar wed ir eens gezien heb," antwoordde hg, terwijl hg naar de denr ging- Hierbij viel zgn oog op eene photografie van Ruth, die ep den schoorsteenmantel stond. Zg was, eerst kort geleden gemaakt en uit stekend getroffen. „Mag ik dat houden?" vroeg hg op nau welijks verstaanbaren oon. „Ja, wanneer ge het hebben wilt, moogt ge bet houden,* antwoordde zg, terwyl haar een paar tranen over de wangen rolden, die lij, hoewel zg al hare bedaardheid te hulp riep, niet terug kon dringen, want zy had een oprecht medelijden met hem. Hij greep haastig naar hare beeltenis en slak bet in den zak van zijne jas en wand- de zich andermaal om, om heen te gaan. „Vaarwel Rnth*, stamelde hg, nog een maal naar haar omziende, toen hg de deur had bereikt. „God segene o, spare uwe ge zondheid en doe u nog eenmaal gelukkig worden". Daarna ging hg heen, de denr zacht ach ter zich toehalend, en dadelgk daarop hoor de men zgn sloffer.den tred in den gang en daarna op de trap. Geheel door haar leed en medelgden over mand, sloeg Ruth de handen voor de oogen en snikte luid, hetgeen zg na dien verschrikkelgken dag nog niet had gedaan. Zg had hem niet lief, dat gevoeide zij maar al te goed, geen enkel oogenblik twy- felde zg daaraan, want zij gevoelde nu terdege, dat zy hem nooit bemind had. Zg begreep, dat die vroegere liefde niet dat hoogo, waarachtige gevoel was geweest, dat haar harte nu voor een ander deed gen werden weggenomen en ieder de vrije beschikking kreeg over zijne talenten. Toch zijn de verwachtingen, dia men er van koesterde, niet verwezenlijkt. Dit komt door de veranderde manier van ar beiden na de uitvinding vsn den stoom, waardoor eene revolutie in de voortbrenging is gekomen. Het klein bedrijf, werken aan huis door we vers,spinners en anderen, heeft door de invoe ring der machines voor het groot bedrijf moeten plaats maken. Door de verbete ring der vervoermiddelen heeft men in plaats van voortbrenging voor de behoef ten, gekregen voortbrenging voor de markt. De aachioes hebben den arbeid van duizenden mannen overbodig gemaakt, het kapitaal heeft zich meester gemaakt van de industrie, in plaats van den vroe- geren adel is de geldadel gekomen, die overal zijn kapitaal in steekt, die meester wordt van de voortbrenging. De landbouwende klasse gsat achteruit. Het bezit komt in enkele handen, het aantal eigenaren vermindert en meer en meer wordt 't eene zeldziatnheid, een boer te zien, die eigendom bezit. Flurchheiin heeft gezegd; als in Duitschland op elk stuk grond, met hypotheek bezwaard, een grafsteen werd gezet, dan geleek 't land een groot kerkhof. Én zoo wordt 't ook in ons land. Het groot kapitaal is er op uit, steeds ziju bezit te vermeerderen, klei ne eigendommen binnen te smokkelen. Niet ten omtchte worden ze daarom ver geleken bij de haaien, die om het schip zwemmen om den zieke te verslinden, zoodra hij den laatsten adem heeft uitge blazen en over boord wordt gezet. Niet zoodra de landhaai dan reuk krijgt van een boertje, dat zijn eigendom moet be zwaren, schiet hij uit den hoek en koopt het. Hij hapt het op en hij heeft eene goede maag, die steeds meer kan verdragen. We zien het aan den industrieel Scholten, wien, toe hij, 38 landhoeven had verworven, moest verzocht worden op te houden, wijl hij zoo voort gaande, kans had eigenaar van de geheele proviucie Groningen te worden. Toen de machine haar' intocht deed, ge raakten de arbeiders op straat, vrouwen en kloppen. Zg beschouwde haar huwelyk als esne overglde daad, als eene dwaas heid. Zg had nu toch medelgden met zijn een zaam en verlaten leven, dat hij evenwel aan eigen scbnld bad te wy'en. Zg had te meer medelgden met hem, omdat hg allen tegenspoed en ellende als eene reobtmatige straf scheen te dragen. Middelerwgl begaf Ralph zich naar boven, en bleef langen tijd bg het bed zgner sla pende dochter. Meer dan een nar lang, sloeg hg haar onafgebruken gade en boog zich menigmaal om het aanvallige, lieve gezichtje behoedzaam te kassen. „O,* fluisterde hg, „ik heb mgzelf uit het paradijs verjaagd. Waarom ben ik zoo zwak, zoo ellendig geweest, om dien grooten rijkdom aan liefde en geluk te verstooteD en te verwoesten Eindelijk stond hg op en verliet zachtkens de kamer. Op den gang bleef bij een paar oogenblikken staan om van eenige kleine pakjes, die hg nit zjjn' zak gehaald had, de papieren af te doen. Vervolgens keerde hij naar het bed van Hope terug en legde eenig mooi speelgoed naast haar, coodat bare aandacht den volgenden morgen daar dadelgk op vallen moest. Nog eenmaal kaste hg het kind, wierp nog een langen blik op het blonde kopje en ging andermaal de kamer uit en de trap af. Hg bleef een oogenblik voor de kamer deur staan en de strgd, dien bet hem kostte om te scheiden, was op zgn gelaat duide lijk zichtbaar. Hij leed geweldig bij de ge dachte, dal hij de vrouw, die bij op dit oogenblik zoo opreoht beminde, voor altgd zou moeten verlaten. Zgne lippen murmelden nog eenmaal een' zegewensch voor haar, aleer hij in den konden Novembernacht naar buiten stapte; die duisternis geleek hem bet troosteloote sym bool van zgn eigen leven. Hg keerde naar zgn schitterend en trotsch hois terug, dat hg evenwel voor goed spoedig zou verla ten. Den volgenden morgen reisde hg van Albany naar New-York, waar hg zich naar de boot „Gallia* begaf, met welk schip hij de reis naar Earopa deed. Den volgenden morgen verscheen de koetsier van Hazlewood-Heights om de bevelen van Ruth te ontvaogen. Deze ant woordde, dat zij heden niets had te zeggen maar dat hg den volgenden dag terug moest komen om haar te halen, opdat zg het kas teel zon kunnen bezichtigen en daarna hare maatregelen zou kunnen nemen. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1