Laat Verzoend.
Donderdag 21 Januari 1897.
41ste Jaargang ITo. 3170.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: §C91GKI, liaan, D 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Ei
AimltitiB- Lailloiiilai.
V ergadering van den Raad
der Gemeente Wteringöll, gehouden op
Maandag 18 Januari 1890, des namiddags
ten 2 ure.
Voorzitter, de Edelachtb. heer L. C. Kolf
Burgem.
Leden, de heeren J. lijgen, Jb. hlostert,
H. d. J. v. d. Speek ObreenP. Koorn
P. P. TijsenP. Heijblok en P. 8. Kunt
die allen tegenwoordig waren.
De voorzitter opent de vergadering, en
heet allen hartelijk welkom op de le
vergadering in het jaar 1897, en hoopt,
dat allen wederom met vrucht voor de ge
meente werkzaam zullen mogen zijn, en
verzoekt daarna den secretaris, den heer P.
Poel, de notulen der vurige vergadering te
lezan, welke onveranderd werden goedge
keurd.
1. Was ingekomen een verzoek van
den heer Jb. Smit Sz., om gedeeltelijk
te worden ontslagen van schoolgeld, of ge
durende de wintermaanden geheel vrij hier
van te worden gelateD. Hierover ontstond nog
al eenige discussie. De heer Kuut beweer
de, dat het maar immer doorging met vrij
stelling of verlaging van schoolgeld. De
heer P. Tijgen was van meeniug, dat er
buiten adressant wel anderen waren, die
daar meer aanspraak op zouden kunnen
doen ge'.den. De heer Mogtert beweerde,
dat, wanneer dit adres werd toegestaan, er
dan weldra nog meer verzoeken zouden in
gediend worden, en dat zulks toch niet
opging.
Voorzitter wenscht het in rondvraag te
brengen, en daarna wordt met alg. stem
men besloten, om gedurende de winter
maanden voor de helft vrijstelling te ver-
leenen.
2. Ingekomen een schrijven van hee
ren Ged. Staten, waarin goedkeuring der
begrooting over 1897.
3. Mededeeling van aanschrijving, dat
er weldra in de Gemeente Wieringen eene
illecte zou worden gehouden voor den
gtwspenden dienst.
Voorzitter beveelt die collecte bij h. h.
Raadsleden zeer aan.
4. Deelt de voorzitter mede, dat hij
thans wederom 2 plannen heeft voor de
te maken Burgemessterswonisg en wel dat
van den heer Hermang, raming f 6146.00
en van den heer Poel, raming f 6500. Met
algemeene stemmen werd het plan van den
heer Hermang goedgevonden en aangeno
men.
5. De voorzitter stelt daarna voor, om
alleen Wieringer aannemers te laten in
schrijven en do aanbesteding aan te kon
digen in de plaatselijke courant, en aan te
plakken aan de secretarie. Met algemee
ne stemmen aangenomen.
6e. Voorzitter deelt mede, dat door B.
en W. is opgemaakt het Kohier van deD
Hoofdelijken Omslag tot een bedrag van
f 5710.465, en dat hg het zelve wenscht
te onderwerpen aan de goedkeuring van
den raad. Tevens wordt mededeeling ge
daan, dat er dit jaar eene andere basis van
den hoofdelijken omslag zal worden opge
maakt doch de tijd liet zulks nu uiet
meer toe, tevens steit spreker ook nog
voor, om geene beschrijving te houden van
den H. O. Wederom met alg stemmen
aangonomen.
7e. Op de eventueel te houden kermis
zal van de eigenaars van schouwburgen,
Draaimolens, Kramen etc, etc etnig staan
geld gevraagd worden om reden er na de
pret in de kom der gemeente aitijd vuil
liggen blijft, en de opruiming daarvan vooi
rekening dar gemeente komt. Werd be
slaten om van iedere tent f 0.10 per
M' te heffen.
8e. Werd vastgesteld het kohier der
Hondenbelasting tot een bedrag van
f 299,50.
Bij de algemeene rondvraag, wordt door
der. heer J. Tijgen in 't midden gebracht,
dat de honden in de buuit Siroe zeer
veel achter de schapen Jagen
zulks was den heer lijgen door een in
woner van Stroe medtgedeeld. Spr. ver
zoekt, om de honden daar vast te houden.
De heer Kuut merkt op, dat dit hem
onbekend is; wordt aangehouden tot la
ter.
De voorzitter deelt nog mede, dat aan
het verzoek van den heer lijgenom pat
ten in den Wt.sterlanderweg te leggen, is
Roman naar het Engelsch
31. van Ella Wald.
„Maar mag ik dan,* zoo begon Ralph
eindelijk, „de moeder vaD mijn kiod geen
onbezorgde toekomst verschaffen, eu nu daar
van mijn kant reeds voor is gezorgd, is
er ook niets meer aan te veranderen
HazlewoodHeights en al het andere, dat
ik bezit, met uitzondering van datgene, wat
ik voor eigen onderhoud noodig heb, heb
ik op Hope vastgezet en gij zult de vrije
beschikking over dat alles hebben, totdat
Hope een-en-twintig jaar oud zal zijn, of
tot den dag, dat zij in het buweljjk treedt,
zoo dat voor haar een-sn-twintigste jaar
mocht geschieden.
„En ik had gaarne, zoo gij het ee-
nigszins met nwe idéé kunt overeenbrengen,
dat ge op Hazlewood—Heights gingt wonen,
tenminste gedurende een zeker tijdstip van
het jaar, opdat Hope het kasteel zal loeren
liefhebben en het als haar thuis zal be
schouwen.*
„Maar het schijnt mij volstrekt niet
rechtvaardig toe, dat gij u van alle genietingen
ontdoet en n zelf uit het oude huis ver
bant en verjaagr," merkte Ruth met een'
medelijdenden blik op, want zij deinsde er
bjjna voor terug, Ralph van zijn erlgoed
met de daaraan verbonden gemakken te be-
rooven, die hij, en dat gevoelde zij jaist
zoo duidelijk, zoozeer behoefde en noodig
had.
Hij sprong bjj hare woorden op en zag
haar aan, eene nieuwe hoop schemerde hem
in de oogen.
„O, Ruih, Ruth, zoudt gij er toe kunnen
besluiten, naar Haslewood-Heights te gaan,
om daar met mij te gaan leven Zoudt gij
uwe goedertierenheid en vergevensgezind
heid zoover kunneD uitstrekken.dat gij met m j
onder één dak zoudt willen en kunueuwoaen?'
riep hij uit, terwijl zijn borst in buitengewoon
heftigen gemoedstoestand krampachtig en ge
jaagd op en neder ging. ,lk weet, dat ik
zooiets niet verdienik heb gezondigd en
toch, wanneer ik uwe vergiffenis zou kunnen
verworven, ik zou dan tenminste in vrede
kunnen sterven.*
Een gloeiend rood had Ruth's wangen ge
keurd, terwijl hy sprak, zij gevoelde zich zco
ellendig gestemd, dat zij bjj zijn voorstel
voldaan en verzoekt deu heer Heijblokte
Vatrop naar deze potten te kijken.
Niets meer aan de orde zijude, sluit de
voorzitter de vergadering.
Vergadering van den Raad
der gemeente Haringcarspel, den 15
Januari 1897, tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering door den
Voorzitter, worden de notulen der vorige
vergadering voorgelezen en goedgekeurd.
Wordt mededeeling gedaao, dat bij de
op 30 Dec. j. 1. gedane kas verificatie, in
kas is bevonden eene som van f 3400.40®.
Voor kennisgeving aangenomen.
Wordt voorgelezen een schrijven van
h. h. Ged. Staten, houdende mededeeling,
dat de helft der Kosten van het opmaken
van de kaarten en de liggers der wegen
in deze gemeente tot eeD bedrag van ten
hoogste f 825.ten laste der provincie
zal worden gebracht, mits een dnplicaat
aan de griffie worde toegezonden.
Voor kennisgeving aangenomen.
De heer C. Grootdie op 31 Dec. j. 1.
als armeuvoogd was afgetreden, wordt op
nieuw voor dia betrekking herkozen, welke
benoeming door hem wordt aangenomen.
Bij de gewone rondvraag door den
Voorzitter, vestigt de heer C. Groot de
aandacht op den overlast van losloopende
honden, vooral te Tuitjenhorn.
De Voorzitter belooft, den veldwachter
strenge handhaving der politieverordening
te zullen gelasten.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
Eene krasse familie.
De gemeente ZAANDAM telt onder
hare inwoners sinds eenige dagen eene
bet-overgrootmoeder. Anna Verveen werd
den 14ien October 1805 geborenden
13den Januari 1830 werd zij moeder, 13
Februari 1855 grootmoeder, 2 Januari
1867 overgrootmoeder en 11 Januari 1897
bei-overgrootmoeder. Als bijzonderheid
kan daarbij nog vermeld worden, dat de
jongst geborene thans in het bezit is van
twee grootvaders, twee grootmoeders, twee
overgrootvaders, eene overgrootmoeder en
eene bet-overgrootmoeder (genoemde Anna
Verveen), dia allen te Zaandam wonen.
haren tegenzin in hem nog voelde vermeer
deren, ofschoon haar hart haar medelijden
met hem toefluisterde. Hij wos immers nu
zoo alleen en verlatea.
Zy was zoo onder den indruk harer gemoeds
beweging, dat er eenige oogenblikken ver
liepen, eer zg hem kon antwoorden.
Eindelijk draaide zg hem haar gelaat toe
en innig medelgden met hem straalde er uit
hare oogen.
„Ralph,* zeide zij bedaard, ,'t is voor ons
beiden beter, wannoer wy open met elkander
praten. Ik kan onmogelgk naar Hazle-
wood-Heights gaan om daar als uwe vrouw
met u te leven. Den band, die ons verbond,
hebt ge lalt voor twee jaar geleden ver
broken en vernietigd, en daarom gevoel ik
nu, dat ik uwe echtgenoote niet meer ben,
evenmin als de eerste de beste vreemde, of
schoon de wet mij nog altyd aan dm echt
gebonden en dezen band als onverbreekbaar
beschouwt.
„Ik geloof, dat ik u alles zoover zal kan
nen vergeven, dat ik zonder bitterheid of
wrok aan u zal kunnen denken, en ik
wensch u die barmhartigheid te batoonen,
die God van ons eischt. Maar wat gij van
mg verlangt, dat kan ik onmogelijk doen.
O neen! Niet daarom Ralph dat verze
ker ik je 1* viel zg haastig nit, toen hg
zijn mismaaakt gelaat met de handen be
dekte.
„Ik bid o, geloof geen oogenblik lan
ger, dat eenig lichamelyk gebrek mg daar
van zon terug houdenwanneer er niets
anders was geschied, dat bet vertrouwen
en de liefde, die, zooals ik geloofde, tnsschen
ons bestond, had vernietigd - wanneer
mgn geloof in nw karakter en nwe eer onge
schokt was gebleven, zon geen enkel ongeluk,
hoe verschrikkelgk groot dat ook had mogen
zyn, mijne lieide voor u hebben gedood.'
De arme jonge man boog het hoofd en
steunde luid, toen hg bemerkte, dat bg alleen
door eigen schuld alle geluk op aarde had
verloren.
Deze edele vrouw, wie hg eens zulk een
groot onrecht had aangedaan, scheen hem
nu het begeerlykste en hoogste wereni
toch gevoelde hg op dit oogenblik, hoe diep
de kloof ook mocht zyn, die tnsschen hen
bestond, dat hg geestolyk dichter bg haar
stond dan vroeger.
Na de zware ziekte, die hij doorgeworsteld
I had, had er in zgn geestelijk leven een
groote omkeer plaats gevonden. Zgn vroe-
ger leven scheen hem zondig en slecht toa
en een vurig verlangen scaeen hem te be-
heerscben, om dat vroegere zooveel mogelyk
goed te maken en de rest van zgn leven
aan edele doeleinden te wgden.
.Vergeef mg, wanneer ik u pyn heb ge
daan," voeede Ruth er treurig aan toe, want
zgn diep leed sneed haar door de ziel. „Ik
heb u geen pyn willen doen, noch n eenig
verwyt willen maken, ik heb u slechts dui
delijk willen aantoonen,dat wg nimmer evenals
vroeger eenige nauwere betrekking aanknoo-
pen moeten. Gij sult ook nu begrijpen, waarom
ik er zoo tegenop zie, dat gg uw huis met
al zijne gemakken verlaten wilt, om voor
hot verledene boete te doen, en bet zon my
zeer ongelukkig maken, wanneer ik onder
dergelijke harde voorwaarden voor u, Ha
slewood-Heights zon moeten betrekken.
„Ik geef u oogenblikkelijk toe, dat Hope
evengoed nw kind is, als het mgne en dat
gg haar a's een vader lielhebt en het ver
langen bg u omdraagt, dat gg voor hare
toekomst zult mogen zorgen. Wanneer gg
nu op HazlewoodHeights blyft, zal ik n
zoo dikwgls gij het verlangt, haar gezel
schap toestaan. Maar Iaat ons hier op onze
eenvoudige wgze blijven leven, zooals wij
dat de laatste twee jaar hebben gedaan, of
schoon ik niet zal weigeren, voor Hope aan
te nemen, wat ge ooit later voer haar znlt
nalaten. Wat mytelve betreft, moet ik er
de voorkeur aan geven, evenals vroeger
mijne zaak te drgven*.
„Neen Ruth, dat mag ik onmogelgk toe
staan*, antwoordde Ralph beslist. .Demoe
der der volgens de wet aangewezen erfgena
me moet op Hazlewood Heights leven en
zich daar volgens haar stand bewegen. Het
was te vermeten van mg, om van u te ver
langen, dat ge daar kwaamt, om dan
met mg te leven, en daarvoor vraag ik n
verschooning. Msar het is mgn bepaalde
wenseb, dat Hope in het huis, dat haar
eenmaal aal toebehooren, nu reeds haar' in
trek zal nemen.'
.Zeer goed, Ralph ik zal u geen pyn
meer doen, dan hoogst noodzukelgk is,*
antwoordde Ruth goedig. „Ik zal mg ia
deie naar nw' wil schikken en u toestaan,
voor onze toekomst te zorgan, zooals gg
dat goed snit oordealen.*
„Ik dank u," antwoordde hy dankbaar.
„Zoo zal ik dan mgn eerste plan ten uit
voer brengen. Ik kan onmogelgk hier blij
ven en dan alleen op dat groote kasteel
wonen, zulk een eenzaam kloisenaarsleven
zon onhoudbaar zgn in mgn' tegenwoordigen
toestand. Ia zal das weder op reis gaan
en mgn advocaat heeft volmacht, om ieder
uwer wenschen ten volle te bevredigen.
Zoo is alles bet beste geregeld,* voegde hg
er aan toe, terwijl de tranen hem in de
oogen traden. „Ik zal morgen naar New—
In het locaal van den heer
C. Kieft te Winkel werd den 18 Ja
nuari eene groote openbare vergadering ge
houden, onder leiding van den heer
Schermerhorn te Nieuwe Niedorp en waar
in als spreker optrad de heer W. P. G.
Ilelsdingen van Rotteidam met het onder
werp Doel en streven der Sociaal-Demo
cratische Arbeiderspartij.
De heer Schermerhorn heette de talrij
ke aanwezigen welkom, wees op den ern-
8tigen tijd, waarin we leven, op het groo-
ter worden der nooden en wekte op tot
aandachtig luisteren naar de woordvoerders,
die de wegen aanwijzen, welke kunnen
leiden tot wegneming dier nooden.
Hij gaf het woord aan den heer Helg
dingen, die begon met de mededeeling, dat
men alom de loftrompet hoort sieken over
den vooruitgang dezer eeuw. Ea dat is
waar, er is iu 't algemeen een groot ver
schil bij vroeger. De schrik van vroeger
is verdwenen, kennis toegenomen, de
men8ch geen slaaf meer van de natuur,
maar heerscher. Groote schreden zij d ge
zet op wetenschappelijk gebied, machines
zijn gekomen, de arbeid is vergemakkelijkt,
behoeften, die men vroeger niet kende,
zijn in het leven geroepen en voorwaarden
tot bevrediging dier behoeften zgn nooit
zoo aanwezig geweest, als thans. Toch
geeft de toestand, waarin d8 arbeidende
klasse leeft, veel reden tot klagen- De
voorwaarden tot een gelukkig leven zgn
aanwezig en toch is de arbeidende klasse
niet gelukkig. De nationale rijkdom on
der de beschaafde volken neemt toe en
toch is het volk in zijn geheel niet ge
lukkiger, want het verarmt en de rijkdom
komt slechts ten goede aan een klein deel
der bevolking. Wat eene groote tegen
stelling thans tnsschen rijken en aimen.
Vroeger was er ook verschil, maar niet als in
onzen tijd, nu er millioenen zijn, die
niets bezitten, die leven vau de hand
op den tand, om door het leven te
komen. Ook in onze nabijheid
zien we die tegenstellingen, 't bezit trekt
zich samen in enkele handen, de toestan
den worden slechter. De Eransche revo
lutie maakte aan vele zaken een einde,
o. a, aan da gilden, waardoor belemmerin-
York gaan en mij deze week nog insche
pen voor de reis naar Earopa. Ik hoop
Ruih, dat g j n nu goreohtigd zult gevoe
len, becit van Hazlewood-Heights te ne
men, en n al het genot, dat eene dergelyke
bezitting kan aanbieden, znlt permiiteeren.
Gg zult daar alles in orde vinden.
„Ik heb in de stallen eem'ge verandetin-
gen aangebracht en in bet bnis zelf eenige
verbeteringen ondernomen. Maar wanneer
er ergens iets mocht zgn, dat nwe goed
keuring niet kan wegdragen, dan kant gg
naar eigen goedvinden handeleD. Ik - ik
geloof wel, dat Hope reeds te bed ligt,"
voegde hg er aarzelend aan toe.
„Ja, zij ligt reeds meer dan een paar
nar te bed," antwoordde Ruth en voegde
er zacht aan toe :„Zoudt gij baar gaarne willen
zien? Ga dan naar boven naar de kamer,
waar zg slaapt, gg kunt den weg nu reeds
wel, ik zal hier blijven.*
„Ik dank n, het zai mg eenigszins
troosten, als ik haar wed ir eens gezien heb,"
antwoordde hg, terwijl hg naar de denr
ging-
Hierbij viel zgn oog op eene photografie
van Ruth, die ep den schoorsteenmantel stond.
Zg was, eerst kort geleden gemaakt en uit
stekend getroffen.
„Mag ik dat houden?" vroeg hg op nau
welijks verstaanbaren oon.
„Ja, wanneer ge het hebben wilt, moogt
ge bet houden,* antwoordde zg, terwyl haar
een paar tranen over de wangen rolden, die
lij, hoewel zg al hare bedaardheid te hulp
riep, niet terug kon dringen, want zy had een
oprecht medelijden met hem.
Hij greep haastig naar hare beeltenis en
slak bet in den zak van zijne jas en wand-
de zich andermaal om, om heen te gaan.
„Vaarwel Rnth*, stamelde hg, nog een
maal naar haar omziende, toen hg de deur
had bereikt. „God segene o, spare uwe ge
zondheid en doe u nog eenmaal gelukkig
worden".
Daarna ging hg heen, de denr zacht ach
ter zich toehalend, en dadelgk daarop hoor
de men zgn sloffer.den tred in den gang en
daarna op de trap.
Geheel door haar leed en medelgden over
mand, sloeg Ruth de handen voor de oogen
en snikte luid, hetgeen zg na dien
verschrikkelgken dag nog niet had gedaan.
Zg had hem niet lief, dat gevoeide zij
maar al te goed, geen enkel oogenblik twy-
felde zg daaraan, want zij gevoelde nu
terdege, dat zy hem nooit bemind had. Zg
begreep, dat die vroegere liefde niet dat
hoogo, waarachtige gevoel was geweest,
dat haar harte nu voor een ander deed
gen werden weggenomen en ieder de vrije
beschikking kreeg over zijne talenten.
Toch zijn de verwachtingen, dia men
er van koesterde, niet verwezenlijkt. Dit
komt door de veranderde manier van ar
beiden na de uitvinding vsn den stoom,
waardoor eene revolutie in de voortbrenging
is gekomen.
Het klein bedrijf, werken aan huis door we
vers,spinners en anderen, heeft door de invoe
ring der machines voor het groot bedrijf
moeten plaats maken. Door de verbete
ring der vervoermiddelen heeft men in
plaats van voortbrenging voor de behoef
ten, gekregen voortbrenging voor de
markt. De aachioes hebben den arbeid
van duizenden mannen overbodig gemaakt,
het kapitaal heeft zich meester gemaakt
van de industrie, in plaats van den vroe-
geren adel is de geldadel gekomen, die
overal zijn kapitaal in steekt, die meester
wordt van de voortbrenging.
De landbouwende klasse gsat achteruit.
Het bezit komt in enkele handen, het
aantal eigenaren vermindert en meer en
meer wordt 't eene zeldziatnheid, een boer
te zien, die eigendom bezit. Flurchheiin
heeft gezegd; als in Duitschland op elk
stuk grond, met hypotheek bezwaard, een
grafsteen werd gezet, dan geleek 't land
een groot kerkhof. Én zoo wordt 't ook
in ons land. Het groot kapitaal is er op
uit, steeds ziju bezit te vermeerderen, klei
ne eigendommen binnen te smokkelen.
Niet ten omtchte worden ze daarom ver
geleken bij de haaien, die om het schip
zwemmen om den zieke te verslinden,
zoodra hij den laatsten adem heeft uitge
blazen en over boord wordt gezet. Niet
zoodra de landhaai dan reuk krijgt van
een boertje, dat zijn eigendom moet be
zwaren, schiet hij uit den hoek en koopt
het. Hij hapt het op en hij heeft eene
goede maag, die steeds meer kan
verdragen. We zien het aan den
industrieel Scholten, wien, toe hij, 38
landhoeven had verworven, moest verzocht
worden op te houden, wijl hij zoo voort
gaande, kans had eigenaar van de geheele
proviucie Groningen te worden.
Toen de machine haar' intocht deed, ge
raakten de arbeiders op straat, vrouwen en
kloppen. Zg beschouwde haar huwelyk
als esne overglde daad, als eene dwaas
heid.
Zg had nu toch medelgden met zijn een
zaam en verlaten leven, dat hij evenwel
aan eigen scbnld bad te wy'en. Zg had te
meer medelgden met hem, omdat hg allen
tegenspoed en ellende als eene reobtmatige
straf scheen te dragen.
Middelerwgl begaf Ralph zich naar boven,
en bleef langen tijd bg het bed zgner sla
pende dochter. Meer dan een nar lang,
sloeg hg haar onafgebruken gade en boog
zich menigmaal om het aanvallige, lieve
gezichtje behoedzaam te kassen.
„O,* fluisterde hg, „ik heb mgzelf uit het
paradijs verjaagd. Waarom ben ik zoo zwak,
zoo ellendig geweest, om dien grooten rijkdom
aan liefde en geluk te verstooteD en te
verwoesten
Eindelijk stond hg op en verliet zachtkens
de kamer. Op den gang bleef bij een paar
oogenblikken staan om van eenige kleine
pakjes, die hg nit zjjn' zak gehaald had, de
papieren af te doen. Vervolgens keerde hij
naar het bed van Hope terug en legde
eenig mooi speelgoed naast haar, coodat bare
aandacht den volgenden morgen daar dadelgk
op vallen moest.
Nog eenmaal kaste hg het kind, wierp
nog een langen blik op het blonde kopje en
ging andermaal de kamer uit en de trap af.
Hg bleef een oogenblik voor de kamer
deur staan en de strgd, dien bet hem kostte
om te scheiden, was op zgn gelaat duide
lijk zichtbaar. Hij leed geweldig bij de ge
dachte, dal hij de vrouw, die bij op dit
oogenblik zoo opreoht beminde, voor altgd
zou moeten verlaten.
Zgne lippen murmelden nog eenmaal een'
zegewensch voor haar, aleer hij in den
konden Novembernacht naar buiten stapte; die
duisternis geleek hem bet troosteloote sym
bool van zgn eigen leven. Hg keerde naar
zgn schitterend en trotsch hois terug, dat
hg evenwel voor goed spoedig zou verla
ten.
Den volgenden morgen reisde hg van
Albany naar New-York, waar hg zich naar
de boot „Gallia* begaf, met welk schip hij
de reis naar Earopa deed.
Den volgenden morgen verscheen de
koetsier van Hazlewood-Heights om de
bevelen van Ruth te ontvaogen. Deze ant
woordde, dat zij heden niets had te zeggen
maar dat hg den volgenden dag terug moest
komen om haar te halen, opdat zg het kas
teel zon kunnen bezichtigen en daarna hare
maatregelen zou kunnen nemen.
WORDT VERVOLGD.