Marktberichten.
Voorzitter beeft aan de bestuurstafel
na de ingebrachte bezwaren van den heer
Zuurbier een ander voorstel hooren oppe
ren, om 2 prijzen te maken, b. v.één
van f75 en één van f25.
De heer Zuurbier kon zich daarmede
nog niet verecnigen. Spr. oordeelt, dat er
aan het invoeren van rammen te veel ri
sico is verbonden en dat, men niet bena
deeld mag wordeu in den goeden verkoop.
Voorzitter wijst et op, dat als 1 ram maar
bekroond zal worden, de invoerders wel
eeBs koppels konden inzenden, wasrran 1
bekroningswaardig was en de andere die
ren geen waarde hadden.
De heer R. Fisser Lz. wilde deze f 100
premie liever niet uitgekeerd zien, daar
het volgens Spr. niet aangaat te zeggen,
dat ras moeten we hebbeo, en dus de
bekroning uiterst moeilijk en willekeurig
zal zijn.
De heer Kruseman ondersteunt het
voorstel van den heer Fisser en pleit ook
in het breede er voor, dat er eerst ge
zegd zal worden, dat ras is er noodig, op
dat wij eindelijk schapen zullen krijgen, die
aan den eisch voldoen. Spr, waarschuwt er
voor, dat men niet zoo'n mengelmoes in de
hand werke, als bij de paardenfokkerij. Spr.
oordeelt het goed, het schapensoort te ver
edelen, maar het is de groote vraag, wat
soort noodig is en achtte het beter, de
f 100.-— te gebruiken, om door kruising met
inlandsche rammen ons soort te verbeteren.
De heer W. C. FitterNieuwe Niedorp,
gaat met den heer Kruteman mede en ge
looft, dat er te veel waarde gehecht wordt
aan datgene, wat van buiten komt en
meent, dat er in ons land prachtexem
plaren genoeg gevonden zullen worden.
Spr. wil gaarne het denkbeeld ondersteu
nen, om door eigen inheemsche rammen het
soort te verbeteren.
Da heer Kaaskooper is eene geheel ande
re meening toegedaan en oordeelt, dat het
engelsche schaap, het vleeschschaap, dat
geöischt wordt, niet door ons inheemsch
soort verkregen kan worden. Spr. oordeelt
het voorstel van de jnry zeer juist.
De heer Kruseman levert nu een uitge
breid pleidooi, om aan te toonen, dat men
door fokking met de beste rammen van
ons eigen land een uitstekend dier zal
kunnen prodnceeren.
De heer Kaaskooper van zijn kant wijst
op het tegendeel en acht kruising hoog
noodig.
De heer G. Groot is het in deze met
den heer Kaaskooper eens en wijst op
voorbeelden en gelooft, dat, als men met
inlandsche schapen doorfokte, men ten
laatste haar in plaats van wol op de
dieren zou krijgen.
De heer Baron brengt in herinnering
het voorbeeld van den heer Pauwen van
WestpannerdeD, die nooit anders gefokt
heeft dan met de beste exemplaren uit
zijne eigen kudde en nooit vreemd bloed
heelt gebruikt en toch geen haar, maar
wol op de dieren heeft gehouden.
De heer R. Fisser Lz. betwijfelt de
waarheid dezer bewering, daar er door
een persoon in Groningen altijd wordt ge
adverteerd: buitenlandsche rammen,waarvan
ook geleverd wordt aan den heer Pauuren
van Westpannerden.
De heer Meereboer brengt onder de aan
dacht, of de vermindering van ons schapen
soort ook kan liggen aan de nitbonwing der
polders.
De heer G. Groot meent van niet, daar
er aan het land tegenwoordig nog meer
zorg wordt besteed dan voorheen.
Wordt na in stemming gebracht het
voorstel van den heer Krusemanom deze
f 100.te gebruiken ter verbeteiing door
het eigen soort.
Verworpen met 52 tegen 7 stemmen, 2
buiten stemming.
De heer C. Kooij acht de uitgetrokken
som van f 100.wel wat gering en zou
liever f 200.zien bepaald.
Voorzitter wijst op de financiën.
De heer Kruseman wenscht, nu het is
uitgemaakt, dat het eDgelsche rammen zijn
moeteD, dat er ook gezegd wordt, welke
soort, opdat men zal weten, in welke
richting zal moeten worden gefokt.
De heer R. Fisser Lz. zag de primeering
gaarne eenigen tijd geheim gehouden, opdat
dit geen invloed zoo uitoefenen op den
verkoop der dieren.
De heer Stapel wijst nu in een breed
betoog op het ondoenlijke, om te zeggen,
dit of dat ras heeft men noodig. Spr.
gelooft, dat een ieder dat zelf moet na
gaan en oordeelkundig moet onderzoeken,
met dit of dat ras moet ik kruisen.
Spr. maakt dit door uitvoerige voorbeelden
der vergadering duidelijk.
De heer Mol zag liever 5 rammen èd
plaats van 20 rammen gesteld.
De heer W. C. Visser wilde het voorstel
tot de volgende vergadering verdagen.
Na nog eenige discussie wordt in stem
ming gebracht, om die f 100 uit te loven
voor de 2 eerste koppels in het Noorder
kwartier geïmporteerde rammen, die be
kroningswaardig znllen blijken.
Tevens zal in de a. s. najaarsvergade
ring meegedeeld worden, welk ras noodig
geacht zal worden, om mede fokken.
Dit voorstel wordt met 52 stemmen aan
genomen.
De heer v. Foreest doet vervolgens mede-
deeling, dat de heer G. Wonder met 46
van de 57 stemmen tot Voorzitter is ge
kozen.
De heer Wonder brengt der vergadering
dank uit voor het in hem gestelde ver-
trouwe^ en de heer v. Foreest feliciteert
vervolgens den benoemden Voorzitter en de
vergadering.
Nu is aan de orde de bespreking
omtrent een aan de regeering gericht adres
inzake mond- en klauwzeer. In te leiden
door den heer G. Groot. Spr. leest het
adres voor, dat, door een 200-tal heeren
geteekend, naar de regeering zal worden
opgezonden, met het verzoek, om als proef
tijd van eer.ige weken het verkeer vrij te
lateD, het vee te laten doorzieken en geen
kringen te trekken en zoo mogelijk slui
ting van onze grenzen voor bnitenlandsch
vee. Spr. wijst er op, dat hij de sluiting
der grenzen van onze naburen beschouwt
als een maatregel van protectie en acht de
sluiting onzer grenzen zeer gewenscht,
daar volgens Spr. de oude knollen, enz., die
vannit het buitenland worden ÏDgavoerd de
besmetting zeer goed kunnen overbrengen.
De heer Baron waarschuwt ten sterkste
tegen den voorgestelden maatregel. Spr. zou
dun nog radicaler vinden, zooals de frie-
sche boeren reeds doen, de besmetting op
het vee overbrengen en dan gedurende zes
weken al het vee van Nederland te la
ten nitzieken.
Maar Spr. gelooft niet, dat men dan
van de ziekte zou afzijn. Men begint nu
te weten, wat mond— en klauwzeer is,
men kent den bacil van het mond- en
klauwzeer en men zal weldra deze ziekte
op eene andere manier kannen te keer
gaan. Spr. waarschuwt er voor, dat, als
deze voorgestelde maatregel gevolg kreeg,
het buitenland niet alleen voor ons vee,
maar ook voor kaas, boter, melk en wie
weet wat meer zijne grenzen zou sluiten.
Spr. wijst op de al meer en meer in het
buitenland veldwinnende meening, dat het
buitenlandsche vee niet door ons vee, maar
door daar heerschende ziekten besmet
wordt.
De heer Stapel maakt er den landbouw-
vereenigingen en den daarvoor aangewezen
corporatiën een verwijt van, dat er niet
meer gedaan is, om door inenting het
kwaad tegen te gaan. Spr. wilde, dat er
bekwame deskundigen werden afgevaardigd,
om ter plaatse een onderzoek in te stel
len. De tot dusverre genomen maatrege
len noemde Spr. dwang- en lapmiddelen.
De heei Wijdenes noemde het adres van
Pnrmerend niet geheel onschuldig, waar
het sluiting der grenzen eischte voor an
dere landen. Wanneer men hebben wilde,
zegt Spr., dat wij vrij uitvoeren, moet men
dat anderen ook gunnen.
De heer Baron wijst er op, dat de slui
ting der grenzen van het buitenland een
protectionistische maatregel is, waartegen
men in die landen zelf hoe laDger hoe meer
de stem verheft.
Vervolgens wordt besloten, geen uit
spraak in deze zaak te doen, maar dit aan
ieder persoonlijk over te laten.
De heer Baron stelt voor, aan de regee
ring te verzoeken, eene som uit te loven
voor het verstrekken van eene proefonder
vindelijk en doeltreffend gebleken smet
stof tegen mond- en klauwzeer.
Bij acclamatie aangenomen.
De heer J. L. 2. Groneman bedankt in
de le plaats voor het plaatsen van f 50
op de begrooting ten behoeve der pacht-
commissiën. Spr. oordeelt dit bedrag even
wel te gering en toont dat in een uitvoe
rig betoog ten duidelijkste aan en vraagt
in plaats van f 50, f 150.— op de begroo-
tiug te plaatsen, de verzekeiing gevende,
dat deze som niet gevraagd zou worden,
als het niet noodzakelijk gebleken was, dat
dit bedrag hoog noodig was.
Bij acclamatie aangenomen.
Wordt vervolgens bij acclamatie aange
nomen de formule, betreffende het voorstel
van den heer Baronluidende
De vereeniging tot Ontw. v. d. Lmdb.
in Holl. N. Kw. verzoekt aan de regeering,
eene belangrijke som uit le loven voor het
verstrekken van een proefondervindelijk en
doeltreffend gebleken smetstof tegen mond
en klauwzeer.
Was nog ingekomen een adres van
Je Vereeniging ter bestrijding van knoeie
rijen in den boterhandel, om adhaesie te
betuigen.
Op voorstel van den heer Kruseman
wordt aan het bestuur overgelaten, in
deze naar goedvinden te handelen.
Door den heer R. Fisser Lz. van Berk
hout wordt nu een voorstel ter tafel ge
bracht, dat ten doel heeft nieuwe bronnen
te scheppen voor den afvoer van ons vee.
Spr. wijst er op, hoe de grenzen van an
dere rijken gesloten worden gehouden en
daardoor de prijzen van het vee worden
gedrukt. Spr. acht het daarom hoogst
noodig en wenschelijk, andere plaatsen te
zoeken, waar het vee kan worden verkocht.
Spr. heelt het oog op Zweden en Rusland.
Hij wil daar een hoeve huren, aan eene
zeehaven gelegen, en daar vee te koop
aanbieden, grootendeels versch afgekalfde
of op kalvenstaande koeien. Spr. vraagt of
het nu op den weg van Hollands Noor
derkwartier kan liggen, in deze een onder
zoek in te stellen.
De heer J. L. 2. Groneman heeft met
uiterst veel belangstelling het door den
heer Visser te berde gebrachte gevolgd.
Spr. acht het hoogst gewenscht, dat nieu
we bronnen voor den verkoop van ons vee
gemaakt worden. Maar daar het een maat
regel is van zeer ingrijpenden aard en het
belangrijk veel geld kan kosten, zou Spr.
het bestuur gaarne willen opdragen, hier
omtrent in de najaarsvergadering een ad
vies uit te brengen.
De heer R. Visser Lz. oordeelt, dat dit
te lang zal duren en acht het beter, dat
er nu reeds een bedrag wordt uitgetrok
ken en Noorderkwartier zich in betrekking
stelt met stamboeken, om in deze rich
ting pogingen in het werk te stellen.
De heer J. L. 2. Groneman gelooft hef
geschikter, de zaak niet zoo op een draf
af te bandelen en vindt het bedrag, dat
door Holl. Noorderkwartier gegeven kan
worden, zeer gering, op zijn hoogst f 100.—.
Spr. achtte het beter, dat de zaak eerst
degelijk werd onderzocht. Dit alles, zegt
de heer Gronemanbreng ik niet in het
midden, oaa het denkbeeld van den heer
Fisser tegen te werken, integendeel, ik
juich het lnide toe.
Wordt na eenige discussie besloten,
f100 uit te trekken en de verdere maat
regelen aan het bestnnr over te laten.
De heer Stapel wijst op de beweging
dei rasp- en lijnoliefabrikanten, die, door dat
andere landen op den invoer van raap- en
lijnolie invoerrechten heffen, op ingevoerde
lijekoeken ook invoerrechten willen gehe
ven zieD. Spr. waarschuwt hier ten sterk
ste voor, daar in dat geval de boeren du
re koeken znllen moeten voeren en geeft
Noorderkwartier in overweging, een tegen-
adres te richten aan de regeering, en den
vrijen invoer der lijnkoeken te helpen be
vorderen.
Acclamatie aangenomen.
Worden nu vervolgens 6 nienwe leden
opgegeven.
De heerZuurbier geeft in overweging,voor
de volgende vergadering als pnnt op den be
schrijvingsbrief te plaatsen, of de vermin
dering van de vruchtbaarheid van hit
groene land ook het gevolg kan zijn van
de verlaging van het pijl en de mindere
besproeiing en of het meerdere slaan van
noitonpompen aan dat doel oak bevorderlijk
kan zijn.
De heer J. L. 2. Groneman brengt den
heer v. Foreest dank voor zijne uitsteken
de leiding.
De heer v. d. Zande deelt der verga
dering mede, dat 4 kaasjes van de proef
te Baasdurpermeer te bezichtigen staan.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
SCHAGEN, 18 MAART. 1897.Aangev.
10
Paarden
f 80.—
a
145.—
15
Gelde Koeien magere
„126.—
a
160.—
12
Yette Koeien
„150.-
a
200.-
30
Kalfkoeien
,125.—
a
175.—
8
Vaarzen
80.-
a
140.-
110
Nuchtere Kalveren
5—
a
14.—
350
Overhouders
12.-
a
22,50
Bokken en Geiten
yf
a
40
Varkens (magere)
8--
a
12.-
23
Idem(vette) per K.G.
-.32
a
—.42
50
Biggen
3.-
a
9.—
40
Konijnen
—-20
a
-.80
50
Kippen
-.40
a
1.25
10
Eendon
-.75
a
1.20
Duiven
a
500
Kilogr. Boter
—.85
a
—.95
340
Kaas
—.25
a
—.40
4000
Kipeieren
2.25
a
2.75
1O00
Eendeieren
3—
a
3.10
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.