Gestolen Gelol 1 Zondag 21 Haart 1897. 41ste Jaargang No. 3388. bijvoegsel. INGEZONDEN. IV. ln antwoord. FEUILLETON. Uit en voor de Pers. Evangelisatie onder Roomsohen in Frankrijk. Gemensd Nieuws. L® Ua^aansche re ge e- i1 ring heeft zich tot de Nederlandse regeering gewend met verzoek, in het bezit te worden gesteld van gegevens over de verhouding der Nederlandsche spoorwegen tot hun personeel. Tegen oorworm bij hon den wordt aanbevolen, het zieke dier van tijd tot tijd een paar druppels ge- J zuiverde olijfolie in de ooren te druppe- len. - Te New»-York heeft n. naar gemeld wordt, zekere Marks bedacht, kunstledematen te ma ken van aluminium, of ook doelen van ledematen. Het holle metaal, geheel in den vorm van het afgezette lichaams deel gegoten, wordt gevuid met - caoutchouc, is even licht als veerkrachtig en gemakkelijk te reinigen. 1 Uit Bombay komt het bericht, dat dr. Hafkin, die, nadat hij zichzelf met zijn serum had ingeënt, in lichten graad door de ziekte was aangetasV-beter^ wordt. De president van de russische com missie tot bestrijding van de pest Vv deelt mee, dat de geruchten over het voorkomen van pestacbtige ziekten te /u Boechara en in den omtrek van die plaats, ongegrond zijn. Naar de plaat sen, waarvan de geruchten gewaagden, zijn dokters gezonden, en deze heb ben een nauwgezet onderzoek inge steld, maar "geen eckër_"ge\'&! -W" pest gevonden. Ook in het gebied van" den bei van Koeljab, en in 't bijzon der in het dorp Bisjkon zijn geen ziekten van epidemischen aard aange troffen. Eene zestigjarige we duwe wilde zich maandag te Brussel in de Willebroeksche Vaart verdrin ken. Zij werd gered en in het gast huis verzorgd. Die vrouw was aan de grootste armoe ten prooi. Niet meer kunnende werken, v-a*-fcjj bare dochter te La Louvière hulp gaan vragen. Zij werd afgewezen en met gebroken hart keerde de arme moeder naar Brussel terug, waar zij bij het weldadigbeidsbestuur aanklop te. Daar werd haar gezegd, dat, wil de men haar hulp verleenen, er eene menigte formaliteiten tê vervullen wa ren. Ontmoedigd, zocht zij toen den dood in de vaart. Tengevolge van de werken voor de Parijsche tentoonstelling zouden sommi ge van de fraaiste hoornen derChampa Elysées moeten vallen. Men zal echter trachten, die in het Boulogner Bosch over te planten, waartoe opzettelijk voor 10000 frs. een wagen is gebouwd met een bak, welks zijden vijf tot zes meter lang zijn en waarin met behulp van touwen en katrollen aan de vier hoeken de hoornen, als oranjeboompjes vervoerd, worden in- en uitgeheschen. Volgens den eed,..bij zff ne kroning afgelegd, verzèkértdeH?*' zer van Japan mooi weer op gezette tijden. SCHAKER ClÏRAlT. (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven M. de R.l Indien bijgaand schrijven door U van genoegzaam algemeen belang wordt geacht, dan verzoek ik U, het in nwe courant te willen opnemen. In Art. 1 (b.) 2o. der nieuwe kieswet is te lezen, dat de inwonende zoon, in het beroep of bedrijf der ouders werkzaam, het kiearecht kan verkrijgen, indien hij het in dat Art. bedoelde inkomen in dat jaar heeft geDoten. Nu is voor de meeste plattelands—Ge meenten in de, in de wet bedoelde tabel dat inkomen bepaald op f 300 Voor kost en iawoning wordt gerekend f 200, dus moet de inwonende zoon daar bene vens een inkomen hebben van f 100, of zooveel meer of minder, al naar de, bij de wet gevoegde, tabel aanwijst. Dat alles nu is glashelder, doch nu komt de uitvoerder van de wet en ik vermoed, dat deze aan dat deel van Art. 1 eene verschillende beteekenia zal hech ten. In eeoe Gemeente, waar Uwe courant wordt gelezen, is bij de aangille in Fcbr. aan alle boerenzoons, (van anderen weet ik het niet) tot bescheid gegeven, dat zij het kiesrecht niet konden verkrijgen, indien zij niet konden verklaren, dat de bedoelde f 100 in klinkende munt aan hen werd uitbetaald. Eenigen van hen stelden zich met die gegeven inlichting tevreden, en deden verder geen moeite, doch één wenschte zijne aangifte te handhaven maar het Gemeentebestuur (in deze B. W.) meendeo, op bovengenoemden grond, hem niet op de kiezerlijst te moeten plaatsen. Is deze uitlegging juist Mij komt het voor, dat zij aan bedenking onderhevig is. De wetgever kan toch moeilijk be doeld hebben, dat bijv. een boerenknecht, die 2 gld. per week verdient, kiezer kan worden, en de zoon, in sommige gevallen, als zoon van eene Wed., de uitvoerder van het vakbedrijf, niet, «n dat alleen, omdat zijn loon niet in geld wordt uitbetaald. Zou de wetgever, als hij bijv. niet ge wild had, dat het inkomen van een zoon in het bedrijf of beroep der ouders voor een deel uit geld en voor oen deel uit kleeding of iets anders bestond, dan niet daarvan in het art. melding hebben gemaakt, of in de tabel eene som daarvoor als aftrek hebben bepaald, evenals hij dit gedaan heeft voor kost en inwoning of alleen voor vrije woning of inwoning? Dat een zoon in het bedoelde geval een inkomen heeft van f 300 en dat hij dat in het bedrijf verdient, zal toch ze ker wel door niemand bstwgfeld wor den. Hoe dit ook zij, M. de R., mij zoo het verwonderen zoo alle gemeentebesturen de opvatting deelden van dat der door mij bedoelde Gem. Mocht Uwe Red. met mij van meening wezen, dat de vermelde uitlegging der wet niet in de bedoeling van den wetge ver heeft gelegen, wil dan s. v. p. daarvan in Uw blad melding maken; dan toch kun nen de gemelde aspirant—kiezers na 23 Maart en vóór 15 April a. s. (zie art. 28 en 29 der Kieswet), met gunstig gevolg nog pogingen aanwenden, om op de kie zerslijst geplaatst te worden. Onmogelijk toch is het niet, dat na een dergelijk ad vies in uwe courant het Gemeentebestuur tot eeDe mildere opvatting van Art. 1 (b) 2e der Kieswet komt. Met dankzegging Het is zeer zeker te betreuren, dat de nieuwe kieswet, met al hare categorieën en onderscheidingen, aanleiding geeft tot on billijkheden als ons hierboven de geachte inzender schetst. Men zal der Schager Cou rant niet kunnen verwijten, dat zij daar tegen niet herhaaldelijk, toen het nog tijd was, heeft gewaarschuwd. Men heeft de wet thans echter uit te voeren, zooais zij daar ligt, en op het punt, doar N. ge bracht onder de aandacht van onze lezers, spreekt zij zoo duidelijk mogelijk. Art. 17, 3e alinea (uitgave Tjeenk Wil link, pag. 11) zegt: Door den inwonen den zoondis de be paling van art 1 (b.) 2o. inroeptmoet worden overgelegd eene opgaaf van den naam zijner ouders, vader of moedervan het door hen uitgeoefend bedrijf, van de werkzaamhedendie hij daarin verrichtte van het daarvoor over het laatstverloopen jaar in geld genoten inkomenbenevens van vrijen kost en vrije woningvoorzoover genoten Wij achten het, met dit artikel voor ons, onbetwistbaar, dat de boerenzoon, die nevens kost en inwoning niet zooveel loon in geld geniet als noodig is, om hem te brengen op het inkomen, in de tabel voor de plaats zijner inwoning geëischt, niet op de kiezerslijst kan worden ge bracht. Men kan het met ons betreuren, dat hij, die van zijne ouders kleeding ontvangt, hierdoor ten achter staat bij den knecht zijns vaders, die zijn loon in klinkende munt uitbetaald krijgt, het gemeentebe stuur, dat de wet aldus toepast, is geheel verantwoord. Den boerenzoons, die het kiesrecht op prijs stellen, kunnen wij geen beteren raad geven, dan het voor het volgende jaar met hunne ouders tijdig zóó te vinden, dat zij hen toestaan en in staat stellen, om zelf hunne kleermakersrekening te betalen. Redactie Schager Ct- De heer J. B. Corneloup, evangelist te Pons, voorheen oblaat van Maria, abt, priester en predikant van zijne Orde, trad maandagavond in het Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen te 's-Gravenhage voor een zeer talrijk gehoor op, om mede- deeliugen te doen over den Evangelie-ar beid onder de priesters en leeken der Roomache Kerk in Frankrijk. Ds. Van Oheel Gildemeester sprak een inleidend woord, waarin hij mededeelde, dat het optreden van den heer Corneloup beoogde het vragen van den steun der Protestanten, om de bekeerde priesters, die in twijfel gebracht zijn aangaande de leer, en licht en hulp zoeken bij het Pro testantisme, te helpen. De heer Corneloupwiens rede vertaald werd door ds. Qerth van Wijkbegon daar na het innerlijk verval der R.-K. Kerk te schetsen, dat in den laateten tijd is ont staan. In verschillende Roomsche landen, zoo als Italië, Spanje en Frankrijk, zeide spreker, vangt het Protestantisme aan eene macht te worden. In Noord-Ameri- ka o. a. verloor de R.—K. Kerk, volgens getuigenis van een Roomschen bisschop, in deze eeuw 20 millioen zielen. Niet alleen de leeken, maar ook een groot aan tal geestelijken in verschillende landen zoeken naar het Protestantisme. Sommi gen ook vervallen tot ongeloof. De priesters, die, afgezonderd van de gewone maatschappij en dus geheel en al vreemd daaraan, gevormd worden, worden later, wanneer zij, bij hun optraden daarmede in aanraking gebracht, den toestand van het leven heel anders beschouwen dan vroeger, tot twijfel gebracht. Zij zijn te goe der trouw, maar beseffen, dat aan de hun verkondigde leer veel ontbreekt, en zoeken licht, terwijl de leek veelal, niet tegenstaande eenigen twijfel, in zijn' toe stand blijft berusten. Na deze mededeelingen ging spreker na, wat de Protestant moet doen, wanneer de in twijfel» gebrachte R.—K. geestelijke zich tot hem wendt om licht en hulp. 8preker stelde het groote lijden in het licht, dat de priesters, die de R.-K. Kerk verlaten, meestal hebben door te maken. Alles, waarop zij hoopten, verdwijnt voor henzij worden verstooten en voor dood gerekend, zelfs door hunne fami lie. In gewone burgerlijke betrekkingen kunnen zij veelal geen plaats en alzoo geen broodwinning vinden. Hondarden gewezen priesters vergenoegen zich te Pa rijs met de minste baantjes, als huurkoet sier, besteller, enz. Om al deze redenen, zeide spreker, hebben zij recht op de door hen gevraag de hulp. Er is nu behoefte aan éénen gemeen- schappelijken tak van arbeid, om te hel pen één gemeenschappelijk werk onder de bekeerde priesters. Die eenheid van arbeid is noodig, om de kwaden van de goeden te onderscheidenwant ook hier zgn soms kwaden, die liever tot ongeloof overgaan, dan werkelijk geholpen te wor den. Er is ook steun noodig, want er zijn nauwelijks middelen, om de goeden te helpen. Een 60-tal gewezen priesters hebban aich tot de Hulpvereeniging reeds gewend om hulp. Enkelen zijn in burgerlijke be trekkingen geplaatstanderen werden evangelisten of predikanten. HCt. ROMAN VAN Reinhold O r tm ann. 12. (-t-o-t-)— Dokter Stockmar scheen, te oordeelen naar de uitdrukking van zijo gelaat, uitermate veel lust te gevoeleD, Ilse eens terdege de waarheid te zeggen over baar onverstand, maar er was iels in haar gelaat, dat hem daarvan terughield. Hij was beginnen te twijfelen, of bij dit karakter wel goed be greep. Hij nam er daarom genoegen mede, haar eens vriendelijk toe te spreken en ver zekerde haar nogmaals, dat de reis geheel terwille van mevrouw Stainiicker was geor dineerd. Hoe onbarmhartig kan een mensch in zijne dwaasheid toch somwijlen tegen zich- zëlven zijn 1" daoht hij, terwijl hg den tnin doorliep. .Natuurlijk zullen beiden bij zoo veel overeenstemming harer geheime wen- scben, haar vertrek uit de donkere ker kers tot het laatste oogenblik uitstellen, maar het arme, jonge meisje gaat hier vast ten gronde. No, ik heb tenminste het mijne gedaan, om het te verhinderen.* Ditmaal echter bad de oude dokter zich *®rgistwant bjj het volgende bezoek vond Ilse reeds besig met voorbereidingen te ®*ken eu hij kwam te weten, dat de afreis wiJv ^erditten nog in den loop van de onto" Z°U Plaats hebben. Zijn' scherpen blik eikand8 n'et' <*al: heide vrouwen voor van h** trac^tten ie verbergen, dat ieder dit ijl' 8'®5hts uit liefde voor de andere tig dasrL- bracht, en bij vertrok haas- vrecan k !reesde, door beiden met nieuwe In zrin ha.t ki ea bestormd te zulleo worden. *en later 9'Wa'fde hij haar een paar da- Teen riLr 8?8c^4'oet toe, toen zij S g< met koffers beladen, op haar' weg naar het station hem voorbij reden, en gedurende zijne geheele practijk was hij niet zoo nieuwsgierig geweest naar den uit slag van de eene of andere ziekte, als nu naar het einde van deie saak, daar de hals starrigheid van de patiënt bet geval zeer moeilijk voor hem gemaakt had. Na eene arenlange reis door eene groote, dorre vlakte hield de trein eindelijk aan een klein station stilhier was het eind station voor onze beide reisgenooten. Eene groote, flinke dame met een blozend gelaat sloot de magere gestalte vaa mevrouw Steinacker in hare armen en begroette daar na ook de bleeke Ilse op alles behalve be daarde manier. „Hoe verheug ik er mij over, dat ge nu werkelijk bier sgt I Tot het laatste oogen blik toe ben ik er nog altoos bang voor geweest, dal er eene kink ia den kabel zon komen. Dus dat is je lief dochtertje Nu, ik kan mij best voorstellen, dat ge baar hebt lief gekregen. En die bleeke wangen sollen bier hare onde, gezonde klenr wel weder terugkrijgen. Ook die lange jongen daar ia bleeker teruggekomen, dan rag lief is. Ik hoop, dat mijn huisje aao het strand van Merditten den ouden roem zal handhaven en u allen weer gezond afleveren zal*. Eerst door de woorden der luidrncbtige professorsvrouw waren de aangekomenen opmerkzaam geworden op een elegant ge- kleeden, langen jongen man, die tot dus verre bescheiden op eenigen afstand was blijven staan. Hij was zekerlijk nog niet veel ouder dan vijf-en-twintig jaar. Zijn fijn besneden, baardeloos gelaat zou sympat hiek zijn geweest,wanneer een daarop zetelen de trek van geblaseerdheid niet een onaange- namen indruk had gemaakt. Ook de zwaar moedige blik der groote, donkere oogen en de eigenaardige, langzame opslag der oogle den geleken meer eene bestudeerde coquet- terie, dan eene natuurlijke bijzonderheid. En dat bg het dikke, zwarte haar, meer dan noodig was, telkens naar achteren streek, diende alleen, om zgne slanke, blanke handen te doen bewonderen. Het hooggekleurde gelaat der professors- Aanschouwelijk sociaal o n d e r w ij s. Yale University te New-York heeft een leerstoel in sociale wetenschap. Professor Blackman geeft daar niet enkel theoretische beschouwingen, maar neemt ook zijne stu denten mede naar de achterbuurten van New-York, om hen met het leven der groo te steden bekend te makea. Zoo deed hij onlangs met 35 joDgemanzen een tocht door het goor kwartier, dat the Bowery genoemd wordtzij sliepen daar in eene gelegenheid voor 25 d. cent per bed, en gebruikten als ontbijt in een naburig restaurant „twijfelachtige koffie en ge vaarlijke butter- cakes". Den vorigen a- vond had het gezelschap allerlei „inrich tingen van vermaak" bezocht, daaronder de Ckineesche en Joodsche theatere, en den volgenden dag nam het een kijkje in de boawvallige en morsige huurwoningen der lagere klassen. Voor velen was deze kennismaking met de arme wijken der groote stad geheel nieuw. De hoogleeraar en zijne studenten werden door de etad geleid door leden van philanthropische vereenigiugen; ook maakten zij hunne op wachting bij den mayor en hadden door dezen hulp van het hoofd der politie. weduwe echter straalde van moederlijken trots, toen zij haren schoonen,beroemden zoon moebt voorstellen en terwijl hij mevrouw Stein acker de hand koste, begon wij reeds van zijn laatsten triomf als kunstenaar te ver tellen, zoodat de musicus met een vragend .Maar moedert* den stroom harer spraak zaamheid deed ophouden. Tegen Ilse bad bij elechts beleefd eene buiging gemaakt, maar zijne melancholieke oogen waren daarbij op haar gelaat gericht en hadden haar de verzekering gegeven, dat zij bij hem volkomeD genezing voor hare groete smart sou kunnen vinden. „Ik heb met groote droefheid wilde hij zich tot mevrouw Steinacker wenden maar zijne moeder, die blgkbaar geen vriendin van tranen was, sneed hem reso luut alle verzekeringen van leedwezen af, terwijl zij nu het bagage-biljet der beide dames overnam en in de hand van baar zoon duwde. „Wij zullen bet ons intusscheu in het rijtuig zoo gemakkelgk mogelijk maken, want op een uur rijden moogt ge o no nog ver heugen. Ons heerlijk Merditten is gelukkig nog van eene aansluiting per spoor ver stoken en onze ware natuurvrienden vinden er den weg evengoed heen. Op de hoeveel heid van het badgezelschap komt het niet aan, maar de afkomst, dat is iets, dat meer in aanmerking komt.'' Zij hielp daarop hare gebrekkige vriendin in het lichte, vier zitplaatsen aanbiedende, rijtuigje en praatte op vroolgke wijze voort, totdat zg na verloop van vijf minuten door het lang uitblgven van haar zoon ongerust over de bagage der dames werd en ver klaarde, dat zij het beter oordeelde, zelf maar eens te gaau zien, hoe het daarmede stond. „Gfuido is een beetje onpractisch*, voeg de zij er een weinig verlegen aan toe, „zgne gedachten zijn altoos in eene schoone- re, eene betere wereld en hij is na juist met eeae compositie, eene opera bezig Vlug als eene zestienjarige was zij uit bet rijtuig gesprongen en snelde Daar het station terug, zoodat haar kleed in den wind Hnwelijksnood. Als men miss Annie Swan in het en- gelsche tijdschrift Womanat Home mag gelooveD, en er zijn anderen, die met haar instemmen dan bestaat er voor de jonge dames in Engeland ^hnwelijksnood8, d. w. z. dezen knnnen niet gemakkelgk aan den man komen. Miss Swan zegt, dat het van dag tot dag moeilijker wordt voor het jonge meisje, niet om den man te tronwen, dien ze lief heeft, maar om over 't geheel een man te krijgen. Miss Swan meent, dat deze «huwelijksnood' te wijten is aan het bekende «gebrek aan geschikte kennissen', daar in de engelsche gewoonten het jon ge meisje achteraf wordt gehouden. Na lange jaren van aarzeling en instinctmati- gen afkeer komt zij na met een plan voor den dag, waarin zij het eenige mid del ziet, om den «nood* te gemoet te ko men, en in een toestand, die steeds meer beklagenswaardig wordt, verbetering te brengen. Kortom, miss Swan verlangt voor Engeland iets ongehoords een philanthro- pisch-cbristelijk huwelijksbureau, waar de trouwlustige «misses" steeds wat passend kunnen vinden. Van vele kanten is men tegen dezen voorslag opgekomen, maar Walter Besant sluit er zich ten deele bij aan, al meent hij ook, dat de eenige ide ale huwelijksbemiddeling en tevens de meest practische bestaat in de zoogenaamde So- cial-clnbs, plaataen, waar jongelieden met elkander samenkomen, elkaar leeren ken nen, zonder dat de fatale gedachte aan een huwelijk onder alle omstandigheden als een last drukt op het gesprek. Trou wens, men moet daar het onderscheid in rang in acht nemen, zoodat jonge dames uit hoogere kringen niet met winkeljuf frouwen en winkeljuffrouwen niet met fa brieksmeisjes in aanraking komen. Andere schrijvers daarentegen, bijv. mr. Stead, zijn het geheel eeDS met het denkbeeld van miss Swan, om nl. een philanthropisch- christelijk huwelijksbureau te stichten, maar zij wenschen integendeel, dat «het onderscheid in stand" niet in acht wordt genomen. Zij willen jnist eene vermenging der klassen. Er zijn nog in Amerika ambtenaren, die hnn ambt minder aan koDde en ijver en eerlijkheid te danken hebben, dan wel aan goede vriendjee of aan de vaardigheid, waarmee zij met het geld weten te tooveren. Dat zij het met de nauwgezetheid van hnn geweten niet zoo nanw nemen, blijkt nit de volgende geschiedenis, die voorgevallen is in eene stad in het verre westen der Nieuwe Wereld. Daar was een man gestorven, die in de streek daar vriend noch magen had. Voor het regelen der nalatenschap verscheen de vrederechter en de notatie. De vrederech ter nam al de voorwerpen ter hand, reikte ze aan den notaris over en deze dicteerde ze aan een klerk. Na verschillende din gen van geringe waarde kwam eindelijk eeDe geldbeurs aan d« beurt, en daarnit ontstond het volgende gesprek «Schrijf', zeide de notaris, «eene geld- beurs, inbondende vijfentwintig dollars en vijftig cents.' „Halt', riep de vrederechter, „nog niet schrijveD. Het is niet meer dan billijk, dat wij ona vooraf voor onze moeite laten betalen. Ik zal mij met drie dollars te vreden steller „En ik m«t vijf,' zeide de notaris droog, terwjjl hij vijf goudstukken uit de beurs nam en den klerk de vijftig cents als fooi ter hand stelde. «Schrijf dus eene geldbeurs, inhoudende zeventien dol- fladderde. Zuchtend zag de andere oude haar na. „Hoe benijdenswaardig is zijZoo'n bloeiende gezondheid I En daD tij beeft een zoon! Waarlijk, zg mag zicbzelve gelukkig noemen. Een knappe, verstandig er oitzieDde jonkman vindt ge ook niet, Ilse Als nit een droom schrikte het jonge meisje op. „Ik O, vergeef me ik geloof, dat ik hem in het geheel nog niet heb aange zien.* De eenigszins ijverzuchtige bezorgdheid, die bet hart der onde dame was binnen geslopen, verdween bg dit antwoord ge- geheel. „Zooals het schijDt, is hij teergevoelig genoeg, om rekening te bonden met onzen gemoedstoestand,* voegde zij er aan toe. „Geve God, dat het zoo blijft, want het zal mij zonder dat niet gemakkelijk vallen, de vroolgkheid der moeder te verdragen.* Ilae bleef het antwoord schuldig en zg beiden wachten zwijgend, tot de breedge schouderde gestalte der professorsweduwe weder opdook, haren beroemden zoon met zich medevoerend en door een pakjesdrager ge volgd- „Ik wist wel, dat et met hem geen zier van terecht zou komen*, verontschuldigde zjj zich lachend over baar laDg uitblgven. „Hg stond daar vertwjjteld en zonder te weten, wat te doen, met het briefje in zgne hand. Een geluk, dat bij in het rijk der tonen beter den weg te vinden weet dan in het gewone dagelgksche leven.* Daarbg zag zg haar' zoon zoo vriendelyk aan, dat mevrouw Steinacker vreesde, dat tij haar' zoon voor aller oog om den hals zou vallen. Maar indien zg een dergelijk plan gekoesterd bad, zoo vergdelde hij de uit voering ervan, daar bij fluks zgne plaats naast Ilse innam en den koetsier het teeken gaf, om weg te rijden. De weg liep eerst tusschen weiden en velden door, waarop de landlieden bezig waren, maar weldra dook vanuit eeDe groene schemering een heerlijk boseh op, welks grootsche pracht zelfs de meest verwende oo- lars*. «Nog niet', riof. de vrederechter. «Als de notaris vijf dollars krijgt, heb ik aan spraak op minstens tien, ik neem dns nog z even." En hij deed dit. «Laten wij verstandig zijn", zeide de notaris, „de een is evenveel waard als de ander, ik krijg dna nog vijf dollars. Schrijf dns eene geldbeurs, inhoudende vijf maar wat voert gij nit »Ik heb al geschreveneene ledige geldbeurs," antwoordde de klerk, „ten ein de het niet te moeten corrigeeren, heb ik de vijf dollars in den zak gestoken.' Na eerst waren alle partijen voldaan. De moordenaar van zgne vrouw. Te Carcassone leefde een maD in oneenigheid met zijn zoon over het bezit van een wijngaard. De zoon wandelde de zer dagen met zijne moeder in de nabij heid hnDner woning, toen hij opgemerkt werd door zijn' vader. Deze ging een ge weer halen en mikte op zijn' zoon. De moeder riep«Pas op, hij zal u dooden*. De zoon verborg zich achter eene houtmijt. Toen richtte de misdadiger het wapen op zijne vrouw, die op haar knieën viel, een kruis sloeg, het hoofd boog en haar man smeekte,niet te schieten. Het schot ging af en de ongelukkige werd doodelijk getroffen. De dader is aargehonden. Een modern boevenstukje. De volgende gauwdievenstreek wordt be richt uit Nizza. Daar verscheen in een der grootste juwelierswinkels een heer met eene dame en een kind, om twee zeer dnre broches te koopen. Onder een groot aantal voorgelegde stokken vonden zij inderdaad, wat zij zochten. De man wilde juist nog eene kleinigheid afdingen van den prijs, toen iD de deur een bedelaar verscheen, die terstond werd afgewezeD, maar er zoo erbarmelijk uitzag, dat de dame hem een franc gaf. Terwijl men nog sprak over de indringerij der bedelaars, bemerkte de juwelier, dat er eene diamanten ster ont brak. Groote verbazing, verontwaardiging! Mevrouw verlangt, dat men naar het ho tel telefoneert, of zij daar niet woneD, me neer spreekt van de mogelijkheid, dat het kind het sieraad kan hebben weggenomen en men laat het ontkleeden. De ouders zelf worden onderzocht en daarna doet men hen met do meests verontschuldigin gen uitgeleide. Een paar dagen later zag de juwe lier dec «bedelaar8 weer, maar nu zeer elegant gekleed toch herkende hij hem. Hij liet hem dan ook gevangen ne men. Men vond in zijne woning wel niet het vermiste juweel, maar toch eeDe menigte kruisen, broches, beurzen. Nu kwam men ook achter den gauwdieven streek. De man bedelde overal daar, waar de bewuste respectabele familie inkoopeD deed, en met de aalmoes, die de datne hem gaf, werd er ook altijd een gestolen voorwerp van groote waard* in zijn' hoed geworpen. Een onaangenaam envel hebben zich de bezoekers en bezoeksters van eeD Hippodroom te Mechelen op den hals gehaald. Een meisje, dat een rit had gemaakt op een der kameelen, be merkte eeDige dagen later, dat zij was aangetast door eene besmettelijke ziekte. Haar geneesheer deed aangifte bij de politie, die de dieren der inrichting liet onderzoeken, waarbij bleek, dat alle paarden en kameelen lijdende waren aan de ziekte. Het Hippodroom is gesloten en een kameel afgemaakt. Inmiddels lijden meer dan honderd personeD, meest vrou wen, aan de ziekte. Groote brand. In dei hoofdstad van 'Birma Manda, ley, heeft zaterdag een groote brand ge woed, waardoor in een paar uur tijds 150 hmzen «gn verbrand. Zevenduizend inwo- ners zgn dakloos. De materiëele schade m wordt geschat op bijna 5 millioen gulden. Pest. gen in verrukking zou hebben ge bracht. „Het kan zich laten rien, ons bosch, niet waar vroeg de wedowe, wier beweeglijke tong nog geen minuut gerust bad. „Een beroemd reiziger, die zoowat de heele wereld doorgetrokken is, heeft mg verze kerd, dat het in menig opzicht scbooner is dan de bosschen in de tropen. Maar het heelt ook zgne gevaren en ik zon een ver liefd paartje niet aanraden, daarin 's avonds te lang rond te wandelen. Mgn professor en ik hebben het anders dikwgls genoeg ge daan, tonder dat er onraad opdaagde. Maar iwakke menschen halen zich daar be paald eene koorts op den bals. Maak daar om liever alleen wandelingetjes laiigs het strand en in de duinen, jg kleine, bleeke Ilse. „Ilse, je bent er zeker oiet boos om, dat ik je bg je naam noem Ilse, die bgna niet wist, wat er aan baar gevraagd werd, ontkende haastig, maar zij ant woordde slecbts dooreen kalm hoofdknik je, toen Guido in aansluiting met betgeen syne moe der had getegd, baar op zoeten toon zeide: „met uw verlof, waarde joffrouw, tal ik gaarne bereid zgn, u de prettigste wande lingen in onze omgeving te wijzen. Het zgn er niet al te veel, maar men moet in de omgeving nog al vertrouwd zgn, om de schoons plekjes op te zoeken." Wanneer hij een goed menschenkenner geweest was, moest hg dit oogenblik duidelijk op baar gelaat hebben gelezen, dat zg er weinig aanlokkelgks in scheen te vinden, om in zgn gezelschap te mogen wandelen. Maar hg bemerkte er niets van, want toen het heerlgke, groene woud zich opende en de glinsterende watervlakte zich voor hou oog ontplooide, maakte hij haar telkens op de schoonste punten opmerk zaam. Hij duidde haar de mooie villa's aan, die rondom de zee gebonwd waren en toen een hoopje kleine huisjes zichtbaar werd, zeide hg„Dat is nu het eigenlijke Merditten, een arm visschersdorp, welks be woners te dom en te stompzinnig zgn,om eeoig voordeel te trekken van de nabijheid van de badplaats. Zg gaan bgna vgandig de bad gasten uit den weg en leven daar nu eveo ellendig als voor vijftig jaren." ,,Ja, zoo is het inderdaad," bevestigde de professors-weduwe. „Misschien zgn de luidjes niet in staat, hunne positie te ver beteren. Het ontbreekt hnn aan de noodige grondstof eD moeten eene speculatie op de beurs van de badgasten, daarom wel, aan anderen overlaten. Hunne hutten zijn te el lendig en akelig, dat daarin een mensch zijn zomerverblijf sou kunnen opslaan en ia j hunne gebrekkige vaartuigen durlt niemand een pleziertochtje ondernemen. Zoodoende is hunne eenige verdienste, die nog grooten- deels tot den zomer beperkt wordt, het visschen, waarvoor de vreemdelingen hun wat hooger betalen dan de groothandelaars. Ilse hi'd deze schildering meer opmerk- zaamheid geschonken dan al het te voren gesprokene en zag met ongeveinsd mede lijden naar eenige magere, armzalig gekleedo vrouwen, die zij voorbij reden en door mevrouw von Breuning al' vtsscbersvrou- wen betiteld werden. De harde, hoekige gezichten dezer arme schepsels zagen er ellendig genoeg uit en de donkere blikken, welke zg op net rgtuig en zgne passagiers wierpen, verrieden aoidelgk genoeg, hoe diep «-> tij het onderscheid tusschen zicbzulve en die rijken ondervonden. „Is er dan volstrekt niets aan te doen, om dezen armen lieden een beter leven te verschaffen?» vroeg Ilse, toen zg de vrou wen voorbg waren. Doch oe professorswe duwe haaide de schouders op en baar zoon antwoordde voor haar: „Die menschen schgnen zelf niet anders te willen. Wan neer zg met badgasten in aanraking komen, leggen zg eene onvriendelgkheid aan den dag! die zeer veel op baat gelgkt. En toen laatst bg het vergaan van een hunner booten eene inssmeling gehouden werd, om hen weder eene nieuwe te doen koopeD, ver klaarden zij botweg, geen aalmoezen aan te nemen. Hoe me°. Da dat te hebben ondervonden, no8 'o't gevoelen, hen lot te beklagen?" Ilse antwoordde niels, maar toen het rytaigje weldra voor de aardige villa stilstond, deed zij net, alsof zg de band, die hij haar bg het uitstijgen tot stenn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 5