Gestolen Gelol
1
Zondag 21 Haart 1897.
41ste Jaargang No. 3388.
bijvoegsel.
INGEZONDEN.
IV.
ln antwoord.
FEUILLETON.
Uit en voor de Pers.
Evangelisatie onder Roomsohen
in Frankrijk.
Gemensd Nieuws.
L® Ua^aansche re ge e- i1
ring heeft zich tot de Nederlandse
regeering gewend met verzoek, in het
bezit te worden gesteld van gegevens
over de verhouding der Nederlandsche
spoorwegen tot hun personeel.
Tegen oorworm bij hon
den wordt aanbevolen, het zieke dier
van tijd tot tijd een paar druppels ge- J
zuiverde olijfolie in de ooren te druppe-
len.
- Te New»-York heeft n.
naar gemeld wordt, zekere Marks
bedacht, kunstledematen te ma
ken van aluminium, of ook doelen van
ledematen. Het holle metaal, geheel
in den vorm van het afgezette lichaams
deel gegoten, wordt gevuid met -
caoutchouc, is even licht als veerkrachtig
en gemakkelijk te reinigen. 1
Uit Bombay komt het bericht, dat
dr. Hafkin, die, nadat hij zichzelf met
zijn serum had ingeënt, in lichten graad
door de ziekte was aangetasV-beter^
wordt.
De president van de russische com
missie tot bestrijding van de pest Vv
deelt mee, dat de geruchten over het
voorkomen van pestacbtige ziekten te /u
Boechara en in den omtrek van die
plaats, ongegrond zijn. Naar de plaat
sen, waarvan de geruchten gewaagden,
zijn dokters gezonden, en deze heb
ben een nauwgezet onderzoek inge
steld, maar "geen eckër_"ge\'&! -W"
pest gevonden. Ook in het gebied van"
den bei van Koeljab, en in 't bijzon
der in het dorp Bisjkon zijn geen
ziekten van epidemischen aard aange
troffen.
Eene zestigjarige we
duwe wilde zich maandag te Brussel
in de Willebroeksche Vaart verdrin
ken. Zij werd gered en in het gast
huis verzorgd. Die vrouw was aan
de grootste armoe ten prooi. Niet
meer kunnende werken, v-a*-fcjj
bare dochter te La Louvière hulp
gaan vragen. Zij werd afgewezen en
met gebroken hart keerde de arme
moeder naar Brussel terug, waar zij
bij het weldadigbeidsbestuur aanklop
te. Daar werd haar gezegd, dat, wil
de men haar hulp verleenen, er eene
menigte formaliteiten tê vervullen wa
ren. Ontmoedigd, zocht zij toen den
dood in de vaart.
Tengevolge van de werken voor de
Parijsche tentoonstelling zouden sommi
ge van de fraaiste hoornen derChampa
Elysées moeten vallen. Men zal echter
trachten, die in het Boulogner Bosch over
te planten, waartoe opzettelijk voor
10000 frs. een wagen is gebouwd
met een bak, welks zijden vijf tot zes
meter lang zijn en waarin met behulp
van touwen en katrollen aan de vier
hoeken de hoornen, als oranjeboompjes
vervoerd, worden in- en uitgeheschen.
Volgens den eed,..bij zff
ne kroning afgelegd, verzèkértdeH?*'
zer van Japan mooi weer op gezette
tijden.
SCHAKER
ClÏRAlT.
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
M. de R.l
Indien bijgaand schrijven door U van
genoegzaam algemeen belang wordt geacht,
dan verzoek ik U, het in nwe courant te
willen opnemen.
In Art. 1 (b.) 2o. der nieuwe kieswet
is te lezen, dat de inwonende zoon, in het
beroep of bedrijf der ouders werkzaam, het
kiearecht kan verkrijgen, indien hij het
in dat Art. bedoelde inkomen in dat
jaar heeft geDoten.
Nu is voor de meeste plattelands—Ge
meenten in de, in de wet bedoelde
tabel dat inkomen bepaald op f 300 Voor
kost en iawoning wordt gerekend f 200,
dus moet de inwonende zoon daar bene
vens een inkomen hebben van f 100, of
zooveel meer of minder, al naar de, bij de
wet gevoegde, tabel aanwijst.
Dat alles nu is glashelder, doch nu
komt de uitvoerder van de wet en ik
vermoed, dat deze aan dat deel van Art.
1 eene verschillende beteekenia zal hech
ten.
In eeoe Gemeente, waar Uwe courant
wordt gelezen, is bij de aangille in Fcbr.
aan alle boerenzoons, (van anderen weet
ik het niet) tot bescheid gegeven, dat zij het
kiesrecht niet konden verkrijgen, indien
zij niet konden verklaren, dat de bedoelde
f 100 in klinkende munt aan hen werd
uitbetaald. Eenigen van hen stelden zich
met die gegeven inlichting tevreden, en
deden verder geen moeite, doch één
wenschte zijne aangifte te handhaven maar
het Gemeentebestuur (in deze B. W.)
meendeo, op bovengenoemden grond, hem
niet op de kiezerlijst te moeten plaatsen.
Is deze uitlegging juist Mij komt het
voor, dat zij aan bedenking onderhevig
is. De wetgever kan toch moeilijk be
doeld hebben, dat bijv. een boerenknecht,
die 2 gld. per week verdient, kiezer kan
worden, en de zoon, in sommige gevallen,
als zoon van eene Wed., de uitvoerder van
het vakbedrijf, niet, «n dat alleen, omdat zijn
loon niet in geld wordt uitbetaald.
Zou de wetgever, als hij bijv. niet ge
wild had, dat het inkomen van een zoon
in het bedrijf of beroep der ouders voor
een deel uit geld en voor oen deel
uit kleeding of iets anders bestond, dan
niet daarvan in het art. melding hebben
gemaakt, of in de tabel eene som daarvoor
als aftrek hebben bepaald, evenals hij dit
gedaan heeft voor kost en inwoning of
alleen voor vrije woning of inwoning?
Dat een zoon in het bedoelde geval
een inkomen heeft van f 300 en dat hij
dat in het bedrijf verdient, zal toch ze
ker wel door niemand bstwgfeld wor
den.
Hoe dit ook zij, M. de R., mij zoo het
verwonderen zoo alle gemeentebesturen
de opvatting deelden van dat der door
mij bedoelde Gem.
Mocht Uwe Red. met mij van meening
wezen, dat de vermelde uitlegging der
wet niet in de bedoeling van den wetge
ver heeft gelegen, wil dan s. v. p. daarvan
in Uw blad melding maken; dan toch kun
nen de gemelde aspirant—kiezers na 23
Maart en vóór 15 April a. s. (zie art. 28
en 29 der Kieswet), met gunstig gevolg
nog pogingen aanwenden, om op de kie
zerslijst geplaatst te worden. Onmogelijk
toch is het niet, dat na een dergelijk ad
vies in uwe courant het Gemeentebestuur
tot eeDe mildere opvatting van Art. 1
(b) 2e der Kieswet komt.
Met dankzegging
Het is zeer zeker te betreuren, dat de
nieuwe kieswet, met al hare categorieën en
onderscheidingen, aanleiding geeft tot on
billijkheden als ons hierboven de geachte
inzender schetst. Men zal der Schager Cou
rant niet kunnen verwijten, dat zij daar
tegen niet herhaaldelijk, toen het nog tijd
was, heeft gewaarschuwd. Men heeft de
wet thans echter uit te voeren, zooais zij
daar ligt, en op het punt, doar N. ge
bracht onder de aandacht van onze lezers,
spreekt zij zoo duidelijk mogelijk.
Art. 17, 3e alinea (uitgave Tjeenk Wil
link, pag. 11) zegt:
Door den inwonen den zoondis de be
paling van art 1 (b.) 2o. inroeptmoet
worden overgelegd eene opgaaf van den
naam zijner ouders, vader of moedervan
het door hen uitgeoefend bedrijf, van de
werkzaamhedendie hij daarin verrichtte
van het daarvoor over het laatstverloopen
jaar in geld genoten inkomenbenevens
van vrijen kost en vrije woningvoorzoover
genoten
Wij achten het, met dit artikel voor
ons, onbetwistbaar, dat de boerenzoon, die
nevens kost en inwoning niet zooveel loon
in geld geniet als noodig is, om hem
te brengen op het inkomen, in de tabel
voor de plaats zijner inwoning geëischt,
niet op de kiezerslijst kan worden ge
bracht.
Men kan het met ons betreuren, dat hij,
die van zijne ouders kleeding ontvangt,
hierdoor ten achter staat bij den knecht
zijns vaders, die zijn loon in klinkende
munt uitbetaald krijgt, het gemeentebe
stuur, dat de wet aldus toepast, is geheel
verantwoord.
Den boerenzoons, die het kiesrecht op
prijs stellen, kunnen wij geen beteren raad
geven, dan het voor het volgende jaar met
hunne ouders tijdig zóó te vinden, dat zij
hen toestaan en in staat stellen, om zelf
hunne kleermakersrekening te betalen.
Redactie Schager Ct-
De heer J. B. Corneloup, evangelist te
Pons, voorheen oblaat van Maria, abt,
priester en predikant van zijne Orde, trad
maandagavond in het Gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen te 's-Gravenhage
voor een zeer talrijk gehoor op, om mede-
deeliugen te doen over den Evangelie-ar
beid onder de priesters en leeken der
Roomache Kerk in Frankrijk.
Ds. Van Oheel Gildemeester sprak een
inleidend woord, waarin hij mededeelde,
dat het optreden van den heer Corneloup
beoogde het vragen van den steun der
Protestanten, om de bekeerde priesters,
die in twijfel gebracht zijn aangaande de
leer, en licht en hulp zoeken bij het Pro
testantisme, te helpen.
De heer Corneloupwiens rede vertaald
werd door ds. Qerth van Wijkbegon daar
na het innerlijk verval der R.-K. Kerk
te schetsen, dat in den laateten tijd is ont
staan.
In verschillende Roomsche landen, zoo
als Italië, Spanje en Frankrijk, zeide
spreker, vangt het Protestantisme aan
eene macht te worden. In Noord-Ameri-
ka o. a. verloor de R.—K. Kerk, volgens
getuigenis van een Roomschen bisschop,
in deze eeuw 20 millioen zielen. Niet
alleen de leeken, maar ook een groot aan
tal geestelijken in verschillende landen
zoeken naar het Protestantisme. Sommi
gen ook vervallen tot ongeloof. De
priesters, die, afgezonderd van de gewone
maatschappij en dus geheel en al vreemd
daaraan, gevormd worden, worden later,
wanneer zij, bij hun optraden daarmede
in aanraking gebracht, den toestand van
het leven heel anders beschouwen dan
vroeger, tot twijfel gebracht. Zij zijn te goe
der trouw, maar beseffen, dat aan de
hun verkondigde leer veel ontbreekt, en
zoeken licht, terwijl de leek veelal, niet
tegenstaande eenigen twijfel, in zijn' toe
stand blijft berusten.
Na deze mededeelingen ging spreker na,
wat de Protestant moet doen, wanneer
de in twijfel» gebrachte R.—K. geestelijke
zich tot hem wendt om licht en hulp.
8preker stelde het groote lijden in het
licht, dat de priesters, die de R.-K. Kerk
verlaten, meestal hebben door te maken.
Alles, waarop zij hoopten, verdwijnt voor
henzij worden verstooten en voor
dood gerekend, zelfs door hunne fami
lie. In gewone burgerlijke betrekkingen
kunnen zij veelal geen plaats en alzoo
geen broodwinning vinden. Hondarden
gewezen priesters vergenoegen zich te Pa
rijs met de minste baantjes, als huurkoet
sier, besteller, enz.
Om al deze redenen, zeide spreker,
hebben zij recht op de door hen gevraag
de hulp.
Er is nu behoefte aan éénen gemeen-
schappelijken tak van arbeid, om te hel
pen één gemeenschappelijk werk onder
de bekeerde priesters. Die eenheid van
arbeid is noodig, om de kwaden van de
goeden te onderscheidenwant ook hier
zgn soms kwaden, die liever tot ongeloof
overgaan, dan werkelijk geholpen te wor
den. Er is ook steun noodig, want er
zijn nauwelijks middelen, om de goeden
te helpen.
Een 60-tal gewezen priesters hebban
aich tot de Hulpvereeniging reeds gewend
om hulp. Enkelen zijn in burgerlijke be
trekkingen geplaatstanderen werden
evangelisten of predikanten. HCt.
ROMAN
VAN
Reinhold O r tm ann.
12. (-t-o-t-)—
Dokter Stockmar scheen, te oordeelen naar
de uitdrukking van zijo gelaat, uitermate
veel lust te gevoeleD, Ilse eens terdege de
waarheid te zeggen over baar onverstand,
maar er was iels in haar gelaat, dat hem
daarvan terughield. Hij was beginnen te
twijfelen, of bij dit karakter wel goed be
greep. Hij nam er daarom genoegen mede,
haar eens vriendelijk toe te spreken en ver
zekerde haar nogmaals, dat de reis geheel
terwille van mevrouw Stainiicker was geor
dineerd.
Hoe onbarmhartig kan een mensch in
zijne dwaasheid toch somwijlen tegen zich-
zëlven zijn 1" daoht hij, terwijl hg den tnin
doorliep. .Natuurlijk zullen beiden bij zoo
veel overeenstemming harer geheime wen-
scben, haar vertrek uit de donkere ker
kers tot het laatste oogenblik uitstellen,
maar het arme, jonge meisje gaat hier vast
ten gronde. No, ik heb tenminste het mijne
gedaan, om het te verhinderen.*
Ditmaal echter bad de oude dokter zich
*®rgistwant bjj het volgende bezoek vond
Ilse reeds besig met voorbereidingen te
®*ken eu hij kwam te weten, dat de afreis
wiJv ^erditten nog in den loop van de
onto" Z°U Plaats hebben. Zijn' scherpen blik
eikand8 n'et' <*al: heide vrouwen voor
van h** trac^tten ie verbergen, dat ieder
dit ijl' 8'®5hts uit liefde voor de andere
tig dasrL- bracht, en bij vertrok haas-
vrecan k !reesde, door beiden met nieuwe
In zrin ha.t ki ea bestormd te zulleo worden.
*en later 9'Wa'fde hij haar een paar da-
Teen riLr 8?8c^4'oet toe, toen zij
S g< met koffers beladen, op haar'
weg naar het station hem voorbij reden, en
gedurende zijne geheele practijk was hij
niet zoo nieuwsgierig geweest naar den uit
slag van de eene of andere ziekte, als nu
naar het einde van deie saak, daar de hals
starrigheid van de patiënt bet geval zeer
moeilijk voor hem gemaakt had.
Na eene arenlange reis door eene groote,
dorre vlakte hield de trein eindelijk aan
een klein station stilhier was het eind
station voor onze beide reisgenooten. Eene
groote, flinke dame met een blozend gelaat
sloot de magere gestalte vaa mevrouw
Steinacker in hare armen en begroette daar
na ook de bleeke Ilse op alles behalve be
daarde manier.
„Hoe verheug ik er mij over, dat ge nu
werkelijk bier sgt I Tot het laatste oogen
blik toe ben ik er nog altoos bang voor
geweest, dal er eene kink ia den kabel zon
komen. Dus dat is je lief dochtertje Nu,
ik kan mij best voorstellen, dat ge baar
hebt lief gekregen. En die bleeke wangen
sollen bier hare onde, gezonde klenr
wel weder terugkrijgen. Ook die lange
jongen daar ia bleeker teruggekomen, dan
rag lief is. Ik hoop, dat mijn huisje aao
het strand van Merditten den ouden roem zal
handhaven en u allen weer gezond afleveren
zal*.
Eerst door de woorden der luidrncbtige
professorsvrouw waren de aangekomenen
opmerkzaam geworden op een elegant ge-
kleeden, langen jongen man, die tot dus
verre bescheiden op eenigen afstand
was blijven staan. Hij was zekerlijk nog
niet veel ouder dan vijf-en-twintig jaar. Zijn
fijn besneden, baardeloos gelaat zou sympat
hiek zijn geweest,wanneer een daarop zetelen
de trek van geblaseerdheid niet een onaange-
namen indruk had gemaakt. Ook de zwaar
moedige blik der groote, donkere oogen en
de eigenaardige, langzame opslag der oogle
den geleken meer eene bestudeerde coquet-
terie, dan eene natuurlijke bijzonderheid.
En dat bg het dikke, zwarte haar, meer
dan noodig was, telkens naar achteren
streek, diende alleen, om zgne slanke, blanke
handen te doen bewonderen.
Het hooggekleurde gelaat der professors-
Aanschouwelijk sociaal
o n d e r w ij s.
Yale University te New-York heeft een
leerstoel in sociale wetenschap. Professor
Blackman geeft daar niet enkel theoretische
beschouwingen, maar neemt ook zijne stu
denten mede naar de achterbuurten van
New-York, om hen met het leven der groo
te steden bekend te makea. Zoo deed hij
onlangs met 35 joDgemanzen een tocht
door het goor kwartier, dat the Bowery
genoemd wordtzij sliepen daar in eene
gelegenheid voor 25 d. cent per bed, en
gebruikten als ontbijt in een naburig
restaurant „twijfelachtige koffie en ge
vaarlijke butter- cakes". Den vorigen a-
vond had het gezelschap allerlei „inrich
tingen van vermaak" bezocht, daaronder
de Ckineesche en Joodsche theatere, en
den volgenden dag nam het een kijkje in
de boawvallige en morsige huurwoningen
der lagere klassen. Voor velen was deze
kennismaking met de arme wijken der
groote stad geheel nieuw. De hoogleeraar
en zijne studenten werden door de etad
geleid door leden van philanthropische
vereenigiugen; ook maakten zij hunne op
wachting bij den mayor en hadden door
dezen hulp van het hoofd der politie.
weduwe echter straalde van moederlijken trots,
toen zij haren schoonen,beroemden zoon moebt
voorstellen en terwijl hij mevrouw Stein
acker de hand koste, begon wij reeds van
zijn laatsten triomf als kunstenaar te ver
tellen, zoodat de musicus met een vragend
.Maar moedert* den stroom harer spraak
zaamheid deed ophouden. Tegen Ilse bad
bij elechts beleefd eene buiging gemaakt,
maar zijne melancholieke oogen waren
daarbij op haar gelaat gericht en
hadden haar de verzekering gegeven, dat
zij bij hem volkomeD genezing voor hare
groete smart sou kunnen vinden.
„Ik heb met groote droefheid wilde
hij zich tot mevrouw Steinacker wenden
maar zijne moeder, die blgkbaar geen
vriendin van tranen was, sneed hem reso
luut alle verzekeringen van leedwezen af,
terwijl zij nu het bagage-biljet der beide
dames overnam en in de hand van baar
zoon duwde.
„Wij zullen bet ons intusscheu in het
rijtuig zoo gemakkelgk mogelijk maken, want
op een uur rijden moogt ge o no nog ver
heugen. Ons heerlijk Merditten is gelukkig
nog van eene aansluiting per spoor ver
stoken en onze ware natuurvrienden vinden
er den weg evengoed heen. Op de hoeveel
heid van het badgezelschap komt het niet
aan, maar de afkomst, dat is iets, dat meer
in aanmerking komt.''
Zij hielp daarop hare gebrekkige vriendin
in het lichte, vier zitplaatsen aanbiedende,
rijtuigje en praatte op vroolgke wijze voort,
totdat zg na verloop van vijf minuten door
het lang uitblgven van haar zoon ongerust
over de bagage der dames werd en ver
klaarde, dat zij het beter oordeelde, zelf
maar eens te gaau zien, hoe het daarmede
stond.
„Gfuido is een beetje onpractisch*, voeg
de zij er een weinig verlegen aan toe,
„zgne gedachten zijn altoos in eene schoone-
re, eene betere wereld en hij is na
juist met eeae compositie, eene opera
bezig
Vlug als eene zestienjarige was zij uit
bet rijtuig gesprongen en snelde Daar het
station terug, zoodat haar kleed in den wind
Hnwelijksnood.
Als men miss Annie Swan in het en-
gelsche tijdschrift Womanat Home
mag gelooveD, en er zijn anderen,
die met haar instemmen dan bestaat
er voor de jonge dames in Engeland
^hnwelijksnood8, d. w. z. dezen knnnen
niet gemakkelgk aan den man komen.
Miss Swan zegt, dat het van dag tot
dag moeilijker wordt voor het jonge
meisje, niet om den man te tronwen, dien
ze lief heeft, maar om over 't geheel een
man te krijgen. Miss Swan meent, dat
deze «huwelijksnood' te wijten is aan het
bekende «gebrek aan geschikte kennissen',
daar in de engelsche gewoonten het jon
ge meisje achteraf wordt gehouden. Na
lange jaren van aarzeling en instinctmati-
gen afkeer komt zij na met een plan
voor den dag, waarin zij het eenige mid
del ziet, om den «nood* te gemoet te ko
men, en in een toestand, die steeds meer
beklagenswaardig wordt, verbetering te
brengen.
Kortom, miss Swan verlangt voor
Engeland iets ongehoords een philanthro-
pisch-cbristelijk huwelijksbureau, waar de
trouwlustige «misses" steeds wat passend
kunnen vinden. Van vele kanten is men
tegen dezen voorslag opgekomen, maar
Walter Besant sluit er zich ten deele bij
aan, al meent hij ook, dat de eenige ide
ale huwelijksbemiddeling en tevens de meest
practische bestaat in de zoogenaamde So-
cial-clnbs, plaataen, waar jongelieden met
elkander samenkomen, elkaar leeren ken
nen, zonder dat de fatale gedachte aan
een huwelijk onder alle omstandigheden
als een last drukt op het gesprek. Trou
wens, men moet daar het onderscheid in
rang in acht nemen, zoodat jonge dames
uit hoogere kringen niet met winkeljuf
frouwen en winkeljuffrouwen niet met fa
brieksmeisjes in aanraking komen. Andere
schrijvers daarentegen, bijv. mr. Stead,
zijn het geheel eeDS met het denkbeeld
van miss Swan, om nl. een philanthropisch-
christelijk huwelijksbureau te stichten,
maar zij wenschen integendeel, dat «het
onderscheid in stand" niet in acht wordt
genomen. Zij willen jnist eene vermenging
der klassen.
Er zijn nog in Amerika
ambtenaren, die hnn ambt minder aan
koDde en ijver en eerlijkheid te danken
hebben, dan wel aan goede vriendjee of
aan de vaardigheid, waarmee zij met het
geld weten te tooveren. Dat zij het met
de nauwgezetheid van hnn geweten niet
zoo nanw nemen, blijkt nit de volgende
geschiedenis, die voorgevallen is in eene
stad in het verre westen der Nieuwe
Wereld.
Daar was een man gestorven, die in de
streek daar vriend noch magen had. Voor
het regelen der nalatenschap verscheen de
vrederechter en de notatie. De vrederech
ter nam al de voorwerpen ter hand, reikte
ze aan den notaris over en deze dicteerde
ze aan een klerk. Na verschillende din
gen van geringe waarde kwam eindelijk
eeDe geldbeurs aan d« beurt, en daarnit
ontstond het volgende gesprek
«Schrijf', zeide de notaris, «eene geld-
beurs, inbondende vijfentwintig dollars en
vijftig cents.'
„Halt', riep de vrederechter, „nog niet
schrijveD. Het is niet meer dan billijk,
dat wij ona vooraf voor onze moeite laten
betalen. Ik zal mij met drie dollars te
vreden steller
„En ik m«t vijf,' zeide de notaris
droog, terwjjl hij vijf goudstukken uit de
beurs nam en den klerk de vijftig cents
als fooi ter hand stelde. «Schrijf dus
eene geldbeurs, inhoudende zeventien dol-
fladderde. Zuchtend zag de andere oude
haar na.
„Hoe benijdenswaardig is zijZoo'n
bloeiende gezondheid I En daD tij
beeft een zoon! Waarlijk, zg mag zicbzelve
gelukkig noemen. Een knappe, verstandig er
oitzieDde jonkman vindt ge ook niet,
Ilse
Als nit een droom schrikte het jonge
meisje op.
„Ik O, vergeef me ik geloof, dat ik
hem in het geheel nog niet heb aange
zien.*
De eenigszins ijverzuchtige bezorgdheid,
die bet hart der onde dame was binnen
geslopen, verdween bg dit antwoord ge-
geheel.
„Zooals het schijDt, is hij teergevoelig
genoeg, om rekening te bonden met onzen
gemoedstoestand,* voegde zij er aan toe.
„Geve God, dat het zoo blijft, want het
zal mij zonder dat niet gemakkelijk vallen,
de vroolgkheid der moeder te verdragen.*
Ilae bleef het antwoord schuldig en zg
beiden wachten zwijgend, tot de breedge
schouderde gestalte der professorsweduwe
weder opdook, haren beroemden zoon met zich
medevoerend en door een pakjesdrager ge
volgd-
„Ik wist wel, dat et met hem geen zier
van terecht zou komen*, verontschuldigde
zjj zich lachend over baar laDg uitblgven.
„Hg stond daar vertwjjteld en zonder te
weten, wat te doen, met het briefje in
zgne hand. Een geluk, dat bij in het rijk
der tonen beter den weg te vinden weet
dan in het gewone dagelgksche leven.*
Daarbg zag zg haar' zoon zoo vriendelyk
aan, dat mevrouw Steinacker vreesde, dat
tij haar' zoon voor aller oog om den hals
zou vallen. Maar indien zg een dergelijk plan
gekoesterd bad, zoo vergdelde hij de uit
voering ervan, daar bij fluks zgne plaats naast
Ilse innam en den koetsier het teeken gaf, om
weg te rijden.
De weg liep eerst tusschen weiden en
velden door, waarop de landlieden bezig
waren, maar weldra dook vanuit eeDe groene
schemering een heerlijk boseh op, welks
grootsche pracht zelfs de meest verwende oo-
lars*.
«Nog niet', riof. de vrederechter. «Als
de notaris vijf dollars krijgt, heb ik aan
spraak op minstens tien, ik neem dns nog
z even."
En hij deed dit.
«Laten wij verstandig zijn", zeide de
notaris, „de een is evenveel waard als de
ander, ik krijg dna nog vijf dollars. Schrijf
dns eene geldbeurs, inhoudende vijf
maar wat voert gij nit
»Ik heb al geschreveneene ledige
geldbeurs," antwoordde de klerk, „ten ein
de het niet te moeten corrigeeren, heb ik
de vijf dollars in den zak gestoken.'
Na eerst waren alle partijen voldaan.
De moordenaar van zgne
vrouw. Te Carcassone leefde een maD in
oneenigheid met zijn zoon over het bezit
van een wijngaard. De zoon wandelde de
zer dagen met zijne moeder in de nabij
heid hnDner woning, toen hij opgemerkt
werd door zijn' vader. Deze ging een ge
weer halen en mikte op zijn' zoon. De
moeder riep«Pas op, hij zal u dooden*.
De zoon verborg zich achter eene houtmijt.
Toen richtte de misdadiger het wapen op
zijne vrouw, die op haar knieën viel, een
kruis sloeg, het hoofd boog en haar man
smeekte,niet te schieten. Het schot ging af en
de ongelukkige werd doodelijk getroffen.
De dader is aargehonden.
Een modern boevenstukje.
De volgende gauwdievenstreek wordt be
richt uit Nizza. Daar verscheen in een der
grootste juwelierswinkels een heer met eene
dame en een kind, om twee zeer dnre
broches te koopen. Onder een groot aantal
voorgelegde stokken vonden zij inderdaad,
wat zij zochten. De man wilde juist nog
eene kleinigheid afdingen van den prijs,
toen iD de deur een bedelaar verscheen,
die terstond werd afgewezeD, maar er zoo
erbarmelijk uitzag, dat de dame hem een
franc gaf. Terwijl men nog sprak over
de indringerij der bedelaars, bemerkte de
juwelier, dat er eene diamanten ster ont
brak. Groote verbazing, verontwaardiging!
Mevrouw verlangt, dat men naar het ho
tel telefoneert, of zij daar niet woneD, me
neer spreekt van de mogelijkheid, dat het
kind het sieraad kan hebben weggenomen
en men laat het ontkleeden. De ouders
zelf worden onderzocht en daarna doet
men hen met do meests verontschuldigin
gen uitgeleide.
Een paar dagen later zag de juwe
lier dec «bedelaar8 weer, maar nu
zeer elegant gekleed toch herkende hij
hem. Hij liet hem dan ook gevangen ne
men. Men vond in zijne woning
wel niet het vermiste juweel, maar toch
eeDe menigte kruisen, broches, beurzen. Nu
kwam men ook achter den gauwdieven
streek. De man bedelde overal daar, waar
de bewuste respectabele familie inkoopeD
deed, en met de aalmoes, die de datne
hem gaf, werd er ook altijd een gestolen
voorwerp van groote waard* in zijn' hoed
geworpen.
Een onaangenaam envel
hebben zich de bezoekers en bezoeksters
van eeD Hippodroom te Mechelen op den
hals gehaald. Een meisje, dat een rit
had gemaakt op een der kameelen, be
merkte eeDige dagen later, dat zij was
aangetast door eene besmettelijke ziekte.
Haar geneesheer deed aangifte bij de
politie, die de dieren der inrichting liet
onderzoeken, waarbij bleek, dat alle
paarden en kameelen lijdende waren aan
de ziekte. Het Hippodroom is gesloten en
een kameel afgemaakt. Inmiddels lijden
meer dan honderd personeD, meest vrou
wen, aan de ziekte.
Groote brand.
In dei hoofdstad van 'Birma Manda,
ley, heeft zaterdag een groote brand ge
woed, waardoor in een paar uur tijds 150
hmzen «gn verbrand. Zevenduizend inwo-
ners zgn dakloos. De materiëele schade m
wordt geschat op bijna 5 millioen gulden.
Pest.
gen in verrukking zou hebben ge
bracht.
„Het kan zich laten rien, ons bosch, niet
waar vroeg de wedowe, wier beweeglijke
tong nog geen minuut gerust bad. „Een
beroemd reiziger, die zoowat de heele
wereld doorgetrokken is, heeft mg verze
kerd, dat het in menig opzicht scbooner
is dan de bosschen in de tropen. Maar het
heelt ook zgne gevaren en ik zon een ver
liefd paartje niet aanraden, daarin 's avonds
te lang rond te wandelen. Mgn professor
en ik hebben het anders dikwgls genoeg ge
daan, tonder dat er onraad opdaagde.
Maar iwakke menschen halen zich daar be
paald eene koorts op den bals. Maak daar
om liever alleen wandelingetjes laiigs het
strand en in de duinen, jg kleine, bleeke Ilse.
„Ilse, je bent er zeker oiet boos om, dat
ik je bg je naam noem
Ilse, die bgna niet wist, wat er aan baar
gevraagd werd, ontkende haastig, maar zij ant
woordde slecbts dooreen kalm hoofdknik je, toen
Guido in aansluiting met betgeen syne moe
der had getegd, baar op zoeten toon zeide:
„met uw verlof, waarde joffrouw, tal ik
gaarne bereid zgn, u de prettigste wande
lingen in onze omgeving te wijzen. Het zgn
er niet al te veel, maar men moet in de
omgeving nog al vertrouwd zgn, om de
schoons plekjes op te zoeken."
Wanneer hij een goed menschenkenner
geweest was, moest hg dit oogenblik
duidelijk op baar gelaat hebben gelezen, dat
zg er weinig aanlokkelgks in scheen te
vinden, om in zgn gezelschap te mogen
wandelen. Maar hg bemerkte er niets van,
want toen het heerlgke, groene woud zich
opende en de glinsterende watervlakte zich
voor hou oog ontplooide, maakte hij
haar telkens op de schoonste punten opmerk
zaam. Hij duidde haar de mooie villa's aan,
die rondom de zee gebonwd waren en toen
een hoopje kleine huisjes zichtbaar
werd, zeide hg„Dat is nu het eigenlijke
Merditten, een arm visschersdorp, welks be
woners te dom en te stompzinnig zgn,om eeoig
voordeel te trekken van de nabijheid van de
badplaats. Zg gaan bgna vgandig de bad
gasten uit den weg en leven daar nu eveo
ellendig als voor vijftig jaren."
,,Ja, zoo is het inderdaad," bevestigde
de professors-weduwe. „Misschien zgn de
luidjes niet in staat, hunne positie te ver
beteren. Het ontbreekt hnn aan de noodige
grondstof eD moeten eene speculatie op de
beurs van de badgasten, daarom wel, aan
anderen overlaten. Hunne hutten zijn te el
lendig en akelig, dat daarin een mensch zijn
zomerverblijf sou kunnen opslaan en ia j
hunne gebrekkige vaartuigen durlt niemand
een pleziertochtje ondernemen. Zoodoende
is hunne eenige verdienste, die nog grooten-
deels tot den zomer beperkt wordt, het
visschen, waarvoor de vreemdelingen hun
wat hooger betalen dan de groothandelaars.
Ilse hi'd deze schildering meer opmerk-
zaamheid geschonken dan al het te voren
gesprokene en zag met ongeveinsd mede
lijden naar eenige magere, armzalig gekleedo
vrouwen, die zij voorbij reden en door
mevrouw von Breuning al' vtsscbersvrou-
wen betiteld werden. De harde, hoekige
gezichten dezer arme schepsels zagen er
ellendig genoeg uit en de donkere blikken,
welke zg op net rgtuig en zgne passagiers
wierpen, verrieden aoidelgk genoeg, hoe diep «->
tij het onderscheid tusschen zicbzulve en
die rijken ondervonden.
„Is er dan volstrekt niets aan te doen,
om dezen armen lieden een beter leven te
verschaffen?» vroeg Ilse, toen zg de vrou
wen voorbg waren. Doch oe professorswe
duwe haaide de schouders op en baar zoon
antwoordde voor haar: „Die menschen
schgnen zelf niet anders te willen. Wan
neer zg met badgasten in aanraking komen,
leggen zg eene onvriendelgkheid aan den
dag! die zeer veel op baat gelgkt. En toen
laatst bg het vergaan van een hunner
booten eene inssmeling gehouden werd, om
hen weder eene nieuwe te doen koopeD, ver
klaarden zij botweg, geen aalmoezen aan te
nemen. Hoe me°. Da dat te hebben
ondervonden, no8 'o't gevoelen, hen lot
te beklagen?"
Ilse antwoordde niels, maar toen het
rytaigje weldra voor de aardige villa
stilstond, deed zij net, alsof zg de
band, die hij haar bg het uitstijgen tot stenn