ZANGLES,
Predikbeurten.
Hervormde Kerk.
Barsingerhorn c. a.
Doopsgezinde Gemeente
Barsingerhorn c.a.
Hervormde Gemeente
Anna Paulowna.
Hervormde Eerk te Hipolitus-
hoei c. a. op Wieringen.
een half millioen golden. Als hij door
de straten ging, klommen de menschen in
de straten op elkaar, om hem te kannen
zien. De hertog van Backingham ver
scheen aan het hof van Jacobas in een
costaum, dat een millioen had gekost, en
de kleederen der edellieden in de middel-
eenwen waren letterlijk met goad en edel
gesteenten bedekt.
Origineel huwelijksaan-
zoek. Elisabeth Ashton, de dochter van
een New-Yorkschen millionnair, was eene
uitstekende zwemster. Toen zij eens in
eene \merikaansche badplaats ver in zee
zwom, bemerkte zij eene mannelijke ge
stalte in badcostnum, die, eveneens zwem
men e, haar naderde. Hoewel van nature
niet bang, vond Elisabeth het toch gera-
en, naar de kast temg te zwemmen, van
we.se zij tamelijk ver verwijderd was.
T Uare bezorgdheid was inderdaad gerecht
vaardigd, want de zwemmer naderde haar
met forsche slagen, greep haar met eenen
^arm, dien hij om hare taille sloeg, en
roeide met den anderen arm naar het nog
ver verwijderde land.
Natuurlijk begon Elisabeth onmiddellijk,
hulp te roepen, maar hield op te
om
schreeuwen, toen de man haar met kalme
stem aldns aansprak Mejuffrouw, schenk
mij een oogenblik gehoor. U ziet, dat
n ?een leed doe, en dat ik regelrecht
naar het strand zwem, waar n ongetwij
feld ongedeerd zult aankomen, 't Zij
alleen of in mijn gezelschap, zooals u
verkiest, nadat n mij zult hebben aange
hoord. Iu de eerste plaats mijn naam
ik heet Raoul de Poissier en behoor tot
een der oudste adellijke geslachten van
f rankrijk -u ik ben escadrons-commandant
et leger geweest en heb wegens schal
den den dienst verlaten. Ik ging naar
Amerika.
Door vrienden, die ik hier vond, werd
ik in de voorname kringen geïntroduceerd,
en zoo kreeg ik ook eene uitnoodiging van
uw vader. Ik beminde u, zoodra ik u
voor de eerste maal zag. Dat is wel is
waar geen heldenstuk tegenover de doch-
-ter jrai* een millionnair. Maar daar ik te
New York eene rijk bezoldigde betrekking
gevonden heb, zal mijn egoïsme in uwe
oogen kleiner worden. Op de partijen,
waar ik de eer had, in uwe nabijheid te
mogen vertoeven, was u zoo omringd
door vereerders, dat ik geen kans had,
uwe attentie te trekken, Daarbij komt,
dat ik zelf in gezelschappen zeer be-
deesdben^-ÜLslogd eens in uwe nabij-
-^Èïiff^nhoorde, hoe u op de vraag,
waarom u nog niet getrouwd was, ant
woordde tDe man, dien ik kies, moet
in kracht en verstand uitblinken". Ik
vlei mij, proeven van beiden te hebben
gegeven, want reeds sedert tien minuten
zwem ik met eenen arm, terwijl ik y met
den anderen vasthoudzou een van uwe
vrienden dat kunnen nadoen F En wat
mijn verstand betreft, verzoek ik u, het
volgende te overwegen. Meneer uw va
der staat aan het strand eu zal, als hij
ons zoo ziet, meenen, dat ik u voor ver
drinken behoed heb aangenomen altijd,
z.cil>oua|j, spreekt. Eene
a»t n mij mei tfeg-X— _,J-
wichtige reden voor hem, om in onze
verbintenis toe te stemmen, als u niet
tegen spreekt. Ik hoop, dat deze combi
natie mijn verstand eer aandoet."
Elisabeth wist het romantische van ha
ren toestand te waardeeren. Zij liet zich
naar het strand brengen, speelde de her
levende uitstekend en was na eenige da
gen met haren redder" verloofd.
E ene kapiteinsvrouw, die
haar man danig onder den pantoffel heeft,
wandelt op zekeren dag met eene vriendin
langs het exercitieveld.
Daar ziet zij haar man, die in kranige
houding voor den troep staat en met eene
flinke stem commandeert,Op ichoo-
der-geweer!"
„Zie je dat", zegt de kapiteinsche vol
verbazing tot hare vriendin, rz e doen
het!"
Een gesprongen kanon.
De vijanden van Griekenland hebben
tfens ongelukken eerst het onge
luk met het russische schip voor Kanea,
nu is er weer een kanon gesprongen van
de Turken. Het gebeurde in Elasson, een
officier en acht manschappen zijn er bij
omgekomen.
Zonderlinge vormen van
verslaafdheid.
Niet alleen aan sterken drank kan men
verslaafd weren.
Dat iemand b. v. verslaafd kan zijn
aan wonderolie, is haast ongelooflijk maar
toch is er een geval bekend van een man,
die zich daaraan te buiten ging, erenals
anderen aan bedwelmende dranken.
Zoo zijn er nog verscheidene andere
buitengewone vormen van dronkenschap.
Onder meer wordt in een geneeskundig
tijdschrift melding gemaakt van eene vronw,
die zich met bitterzont placht ts bedwel
men, en eindelijk in zulke hoeveelheden,
dat zij dikwijls anderhalf pond op een dag
gebruikte. Een ander zonderling geval is
dat van een geleerde, die zich te buiten
ging aan lavendelgeest. 't Is bekend, dat
sommige menschen zoo onverstandig zijn,
arsenicam onmatig als een opwekkend mid
del te gebruikenen van zekeren schot-
schen veerschipper wordt verhaald, dat hij
gewoon was, zich te verkwikken met eene
hoeveelheid arsenicum, genoeg om vier
gewone menschen te vergiftigen.
Voor sommige verbasterde smaken is
niets te walgelijk. De ongelukkige verslaafd
heid van zekere menschen aan parafine,
iodine en levertraan is bekend terwijl
anderen even verslaafd zijn aan Cayenne
peper of gemberolie.
De dnitsche hannekemaaiers ten onzent
drinken gesmolten spek als een extratje.
Te kras.
Toen generaal Philip Sheridan, eenige
jaren geleden, de Spokanes bezocht, ver
haalde hij aan de Indianen, door middel
van een tolk, de wonderen van den spoor
weg en wachtte dan af, welk eene uit
werking die mededeeling op hen had.
„Wat zeggen zij F* vroeg hij den tolk.
jZij zeggen, dat zij er niets van ge-
looven,' was het antwoord.
Toen beschreef Sheridan de stoomboot
en de tolk bracht zijne beschrijving over.
,rWat zeggen zij daarvan vroeg de
generaal weder, ziende dat de gezichten
van de Indianen onverschillig bleven.
»Zij zeggen, dat zij dat ook niet ge-
lonven."
Toen gaf de generaal
van de telephoon, en
man aan het eene einde
zerdraad met iemand aan het andere einde
daarvan gesproken had. De tolk bewaarde
het stilzwijgen.
„Welnu,» zeide de generaal, „waarom
vertolkt gij hun dat niet
Omdat ik dat verhaal zelf ook niet
geloof,* antwoordde de gemoedelijke man.
Een drama van jaloezie.
Een vreeselijk drama viel dezer dagen
voor in Gesnaldo, bij St. Angelo in
Lombardijs. Eene zware misdaad is daar
gepleegd. Den 16 Maart deelde een rijk*
grondeigenaar daar, Flam"-|a 'j
politie mede. Q1
np w zijne vrouw Maria, 31
jaar or^ ^en gevauen WM> toen
zij water wilde scheppen, en verdronken
was. Een brigadier en twee politie-agen-
ten gingen heen om een onderzoek in te
stelleD zij ontdekten kwetsnren aan het
lijk en begonnen san eene misdaad te den
ken. Na een verder onderzoek vond men
op den bodem vau den put den doek van de
ongelukkige, bezwaard met steenen.
De twijfelingen van den brigadier namen
nog toe, omdat de man van de overledene
er op aandrong, zijne vronw zoo spoedig
mogelijk te begraven.
Overtuigd, dat hier eeDe misdaad bad
plaats gehad, liet het hoofd der politie
iu St. Angelo den grondeigenaar flami-
nia en eene zekere Maria Vacario, eene
mooie boerin van 19 jaar, gevangen ne
men. Thans kwam ook uit, dat Flaminia
reeds sedert drie jaren betrekkingen
onderhield met Maria Vacario, dat deze
zijne vrouw doodelijk haatte, zeer jaloersch
was en met Flaminia wilds trouwen. Bei
den hadden te zamen besloten, om den
hinderpaal voor hun huwelijk uit den
weg te ruimen, door de ongelukkige Ma-
eene beschrijving
vertelde, hoe een
van een lang ij-
gelijke ontmoetingen gespaard was en waar
haar wild kloppend hart wel weder tot niet
zou geraken. Hoe gaarne had zij mevrouw
Steieacker gesmeekt, haar eene voortzetting
dezer onduldbare kwelling te sparen en da
delijk naar de stad terug te keeren, welke «ij
nimmer hadden moeten verlaten. Maar hoe
na Flaminia te doen verdwijnen, en Ma
ria Vacario had beloofd, om zich, bij de
eerste de beste gelegenheid, met dat zaak
je te belasten.
In den beginne ontkende het tweetal
alles, maar ten laatste liet Maria Vacario
zich door de strikvragen om den tuin
leiden en eindelijk deed zij eene volledige
bekentenis en vertelde in bijzonderheden
wat er gebeurd was. De vrouw van Fla
minia had water gehaald uit de bron, Ma
ria Vacario was achter haar geslopen en
terwijl de vrouw zich voorover boog, had
het rneiije haar bij de beenen gegrepen
en in den put geworpen. Juffrouw Flami
nia bad zich nog met de haDden aan den
rand vast gehouden, maar Maria Vacario
had daarop met steenen geslagen, zoodat
de arme vrouw wel moest loslaten. Toen
zij in het water lag en telkens weer bo
venkwam, wierp het jonge meisje en
Flaminia zelf ook, met steenen op haar,
opdat ze maar gauwer zou zinken.
Bij een geweldigen storm
in Georgië is te Arlington eene school
ingestort, met het gevolg, dat acht kin
dereu gedood en vijftien personen ernstig
gekwetst werden.
In den dierentuin. Jantje
staat voor de kooi van den olifant.
fPapa", vraagt hij, *is dat na het dier
dat de biljartballen legt F"
Slechte dienst. Eerste
dienstmeisje: „Hoe is het, ban je met je
nieuwen dienst tevreden?"
Tweede„Slecht. Zij laten meer te
wenschen, dan te eten over.'
Tegen zenuwhoofdpijn is
volgens dr. Kyde in New-York, het beste
middel het eenvoudig achteruitloopen.
Het is voldoende, wanneer men dagelijks
10 minuten deze oefening volgt en de
beste rnimte daarvoor is eeD lange, smal
le gaDg, waarin men op- en neer moet
loopen. Men moet langzaam gaan.
Een wonderkind is op het
oogenblik te Berlijn te zien, een knaapje
van nog geen drie jaren, Otto Pohler,
zoon van een slager uit Btunswijk. Zon
der ooit lezen geleerd te hebben, leest
hij allerlei schrift en heeft een merkwaar
dig geheugen, met bijzondere voorliefde
voor geschiedenis en aardrijkskunde. Alle
dnitsche Keizers sedert Karei deu Grooten,
vele generaals, dichters, wijsgeeren of an
dere beroemde mannen, weet hij met ge
boorteplaats en jaar op te noemen
evenzoo alle belangrijke gebeurtenissen
uit verschillende dnitsche oorlogen. Toen
men hem het afgekorte zinnetje fin d.
grooten al. bij L. 18 X 10 werd Nap.
overwonnen' voorlegde, wist hij onmiddel
lijk de beteekenis op te geven (na zich
even tnsschen Leipzig en Liegnitz vergist
te hebben) onder bijvoeging van de?g
toelichting: „Daar bevondejg. vjéu óok de
veldmaarschalk ^B 1 o jD ej, en generaal
Schwarze r g_« Voor teekenin-
gen da»r*;njegen BChijot het kind niet veel
?Sg en voor muziek weinig gehoor te
hebben.
Een verstandige hond.
Mark Twain vertelt, dat een zekere
dr. Walter Alee, in een AmerikaaDsch
stadje, onder zijne patiënten een kas
telein had, die zijn' arm had gebroken.
Telkens als de dokter bij den patiënt
kwam en iets aan den arm deed, wat de
zen een lichten kreet van pijn ontlokte,
gromde de hond, alsof hij boos werd op
den dokter. Toch scheen het dier te
hebben begrepen, dat de behandeling van
zijn meester door den dokter in het belang
van den eerste was geweest. Eenigen
tijd nadat de dokter voor het laatst zijn
patiënt had bezocht, werd er op zekeren
dag lnide en aanhoudend aaa de denr
van des geneesheeren woning gescheld.
Hij opent en ziet den hond van den her
bergier. Het dier was evenwel niet al
leen, maar had een grooten kater mede
gebracht, die zich met moeite op drie
pooten voortsleepte en den gebroken vier
den poot in de hoogte hield
Hier is een goed geloof voor noodig.
Te Reichenberg in Bohe-
men heeft eergisteren de terechtstelling
plaats gehad van Kögler, die eene onde
vrouw vermoordde om hare spaarduitjes.
Het was een weerzinwekkend tooneel. lange
Toen hij het schavot in 't oog kreeg,
riep hij #Nu gaat August er om koudl"
en terwijl hij geblinddoekt werd, begon
hij opnieuw»Giüss Gott Alle miteinan-
der, hoch lebe!'... De reat werd ge-
lakkig door tromgeroffel overstemd.
Dat is weer iets voor de voorstanders
van de doodstraf 1
De wraak van een Grie k.
Een koopman te Hamburg had, volgens
opdracht, honderd balen rijst verzonden
aan eene griekache firma te Syra. Eeni?e
dagen na afzending ontving hij den vol
genden brief:
fWij weigeren uwe factuur te ontvangen.
Gij kunt uwe rijst zendeo naar uwe solda
ten in Kanea, om hun meer kracht te ge
ven. Aan heldenmoed ontbreekt het hun
overigens niet, want zij durfden zelfs de
Christenen met meliniet-bommen te werpen.
Dat ia eene dappere daad van eene groote
mogendheid."
Rekenkundige vermak e-
lijkheden.
Waarom telt de week 7 dagex Van
waar komt de kobalistieche eerbied voor
het cijfer 7 in de oudheid
De onden meenden, dat de Aarde in
het middelpunt van het Heelal stond, de
zeven planeten hadden om haar heen hunne
bijzondere plaats aan den hemel in deze
volgorde Maan, Mercurins, Venne, Zon,
Mars, Jupiter en Saturnus. Door de wo
ning van Aarde heen, onderhielden de
planeten relaties, correspondeerden met el
kaar en oefenden ze in 't voorbijgaan
hun invloed op de Aarde uitvandaar de
orde: Zon, Maan, Mars, Mercnrius, Ju
piter, Venus, Saturnus. Vandaar de ster
met zeven stralen in de kabbala, de
mystieke .kandelaar met zeven armen der
symbolische eerediensten en de toover-
macht van het cijfer 7 bij alle volken
der oudheid.
Laten we er bijvoegen, dat men vol
gens de wijsheid dér ouden zevenmaal de
tong in den mond moet omdraaien, alvorens
te spreken.
wimpers. Storm begon nieuwsgierig
te worden, om de stem van dit meisje te
hooren, en toen hij haar naar de piano
vergezelde, stelde hij er belang in, wat zij
wel tot voordracht zou kiezen. Hilde leg
de het Schubert-album op de piano en
sloeg „Almacht" op.
„Lieve hemel,' dacht Storm, toen hij
het eerste akkoord aansloeg; zijne onte
vredenheid over zalk eene vermetelheid
verdween evenwel spoedig. Zij bezat in
derdaad een pracht van eens stem, eene
heerlijke mezzo-sopraan. Zij had wel is
waar geen school gehad, toch was het on
derricht, hetwelk zij genoten moest hebben,
niet kwaad geweest. Storm wees het eene
lied na het andere aan, hetwelk hij van
haar wenschte te hooren, zonder zich er
om te bekommeren, wie zich nog meer in
de kamer bevonden. Toen hij eindelijk
van de piano opstond, zeide hij op een
drogen toon
fik heb er niets tegen, n zangles te
geven, mejuffrouw."
De oogen van het jonge meisje schit
terden van blijdschap. fWerkelijk F" liep
zij uit.
„Is u daaraan dan zooveel gelegen?"
fO, ik heb u eenmaal hooren spelen,"
antwoordde zij openhartig. „Vddr gij hier
kwaamt, te Berlijn, op een concert, toen
dioegt gij Bach en Schumann zoo wonder
schoon voor
Hjj vertrok geen spier van zijn gelaat.
„Komt het n gelegen, dan beginnen wij
overmorgentegen vijf unr zal het mij
wel voegen doch verbinden kan ik mij
nietwij sullen wel
de hem mede, dat
avond op de z'
Storm dacht r
het de wekeli.
De uren scU«».
pen eindelijk was'
juist zijn huis
aten,4 u ji
p straat te Oi,.^
avond.
Toen bij eindelijk de handen zakken liet;
sloot zijne moeder haar genialen zoon vol
verrukking in de armen. Ook mevrouw
Steinleker uitte eeuige woorden van dank
baarheid. Ilse alleen zeide niets en plotse-
ling, als moest zij iets, wat zij niet langer
bad zij den moed kunnen vinden, haar de onderdrukken kon, voor de anderen ver
ware reden tot dit gevraagd vertrek op te
geven? Ook al was zij het volkomen eens
geweest met zichtelve, wat er in hare ziel
omging, dan nog zouden hare lippen geslo
ten gebleven zijn.
Keen nooit zou een menseheliik wezen
ervaren', dat eene bloote ontmoeting haar
voor de tweede maal, in hare gedachte, een
ontronw jegens den doode zon doen begaan.
Wanneer er hier een strijd te strijden viel,
dan moest zg da' a,leen doaD' want he'
hart vau de onde movroow Stemaoker
mocht ze geen nieuw verdriet bereiden.
Als wilde zij daarmede vergoeden, wat zij
in bare gedachten misdreven bad, wijdde
Ilse den verderen loop van den dag geheel
aan mevr Sieiracker en nauwelgks was door
baar zooveel over den doode gesproken, dan
juist vandaag. Toen Guido von Brenning
zien tegen den avond bij de vroowen voegde,
vond hij Ilse nog bleeker en stiller, maar
ook nog liever dan anders en de zachtheid,
welke hare zwaarmoedigheid baar gaf, verleen
de baar in zijne oogen eene betooverende be
koring.
fWaaiom zoo halsstarrig, kapelmeester,
daar gij toch niet weigert, les te geven
aan meergevorderden F lk geef u mijn
woord, het is eene nette familie, en het
kleine meisje heelt een pracht van eene
stem."
fUw kleine meisje is dnizend weekjes
oud, beate doctor, dat hebt gy zoo pas al
verraden. Maar ik wil met jflft'ertjes Diets
te doen hebbeD; mijne tooneeldametje?
maken het mij al bont genoeg.
fDus IrêpJff.y metvroeg de doctoren
stond op. Hij kende bij ondervinding den
beslisten trek, welke juist op het fijne,
zenuwachtige gelaat van den musicus zich
vertoonde, en hij wist, dat zijne zending
mislukt was. yMaar gij zult er toch ze
ker niets tegen hebben, heden avond bij
ons aan de dames voorgesteld te worden
en mejuffrouw Liebert een paar liederen
te accompagneeren F Mijne vronw rekent
daarop bepaald.»
„Nu, eenmaal kan geen kwaad 1" zeide de
kapelmeester Storm, „ik ben geen men-
scbeneter."
Een menscheneter was Paul Storm zeker
lijk niettoch kostte het hem, toen de
avoDd w:.s aangebroken, nog al wat zelf
beheer Behing, om zijn woord gestand te
doeD, want gezellig babbelen behoorde
evenmin tot zijne liefhebberijen als de
zoogenaamde gezellige muziekavondjes.
Toch gevoelde hij zich spoedig tehnia in
den kleinen kring, die slechts uit vrienden
van den doctor bestond. De moeder, wier
dochter hy heden morgen geen zangles
had willeD geven, was aan de theetafel zij
ne buurvrouw. Deze vrouw beviel hem
door de ka!me helderheid van haar betoog
en van hare verschijning. Ook de dochter,
die anders niet op hare moeder geleek, be
viel bem. Hilde Liebert was in der daad,
gelijk de doctor het had uitgedrnkt, een
fklein meisje", niet groot van gestalte,
toch zoo harmonisch van vormen, dat zij
slechts dan klein scheen, als zij naast lan
ge personen stond. Haar gelaat bezat een
paar levendige, diepe oogen, versierd met
bergeD, trad zij van uit de verliohte woon
kamer op de veranda, vanwaar zij een vrij
gezicht had op de dq verlaten prome
nade.
Tegen de houten lenning stond zg daar
en keek onbeweeglijk naar de stille, mat
glanzende watervlakte; daar bewoog zich
iets aan bare zijde en de zachte stem van
den virtuoos klonk aan haar oor„Ge zijl
verdrietig, juffrouw Forbach. Moet ik ge-
looven, dat mijn spel daarvan de oorzaak
is Bij den hemel, ik zoo zeer onge-
lukkig zijn, wanneer dat zoo was."
Zijne komst had haar niet doen ontstel
len, het had haar niet eens volkomen nit
haar droom kunnen doen ontwaken. Vrien
delijk ontkennend schndde zij het hoold.
„Ik ben niet treurig. En nw spel heeft
mij integendeel een hoog genot verschaft,
mijnheer von Brenning. Welk eene kostelijke
bevrediging moet n toch het bewustzijn uwer
overmacht verschaffen, die u gegeven ia
over de harten der menschen."
Zg was er ver van, dit als eene gewone
beleefdheid of vleierg te zeggen, zoodat het
-ij sullen wel zien.
De lessen begonnen en zij werden voort
gezet tot klimmende tevredenheid van
meester en leerlinge. De leeraar was streng,
de jonge zangeres verstandig en ijverig
genoeg om te erkenneD, hoezeer haar
kunnen door hem werd opgevoerd. Hilde's
moeder begon van den muziek—directeur
veel te houden. Als hij een vrijen avond
had, gaf hij somtijds gehoor aan de uit
noodiging, om na het lesunr een kop
thee te blijven drinken. Uit dezen om
gang groeide een soort moederlijke ver
houding der goede vronw tegenover
Storm, ofschoon het) onderscheid in leef
tijd bij hen slechts een tiental jaren be
droeg.
De weduwe Liebert leefde sedert deD
dood van haren man zeer teruggetrokken.
Alles, wat haar omringde, verried orde en
smaak. Haar gezellig tehuis werd voor
Storm steeds aantrekkelijker Hij gewen
de zich er aan, de altijd kalme eD bedaarde
vronw te raadplegen over alles, wat
zijne vriigezellen-huiihouding en zijn per
soon verder betrof. Het koele, wat ge
brek aan familie en menige harde ervaring
hem gegeven had, werd in dit huis weg
genomen zijne houding zelfs, zijne be
wegingen verjongden zich, de spottende,
minachtende trek op zijD gelaat verdween.
Hoe verre bleef deze uitwendige verande
ring achter bij het jeugdig gevoel, het
welk nu ontwaakte in het gemoed van
den eenzamen man I De winter was nog
niet verstreken, of hij bekende zich zei
ven, dat Hilde zijn hart geheel had ver
overd. Toch bedwong hij zich. Dat hij
dubbel zoovele jaren telde als zij, scheen
hem geen beletsel. Dat Hilde vrij was, wist
hij, en hij twijfelde er ook niet aan, dat
zij hem ook wel mocht lijden niet den
leermeester, maar zijn persoon. Doch hij
ontwaarde niets van eene warme genegen
heid, gelijk die bij hem bestond en hij
bezat niet den moed, zijn gehoopt geluk
in de waagschaal te stellen. Hij zweeg
en wachtte
Met Paschen gaven moeder en dochter
gehoor aan eene uitnoodiging van bloed
verwanten in Zuid-Duitschland. Deze
zes weken van scheiding deden Storm'a
hartstocht dermate toenemen, dat hij zich
nu eerst ten volle bewust werd, hoe geheel
zijn geluk, zijne toekomst in de handen
van dat kleine meisje lagen. Alles in
hem drong aan op eene beslissing. Van
de wijze, op welke zij hem bij haar te
rugkeer ontving, zon hij het laten afhan
gen, dadelijk te spreken of niet.
Zoodra hij vernam, dat de dames in de
stad waren teruggekeerd, spoedde hij zich
heen, om haar te begroeter, maar hij trof
ze niet thnis. Doch bet dienstmeisje deel-
St..
wilde verlate^
liefde meisje misschien op straat te"
moeten en een oogenblik alleen te spre
ken, kwam de tooneeldirectenr hem het
een en ander vragen. Toen Storm einde
lijk weer vrij was en het zanglokaal bin-
neotrad, waren de meeste leden der ver-
eeniging reeds tegenwoordig.
Terwijl hij met onderzoekenden blik de
zaal rondkeek en nog talmde met naar
zijn directeurs-lessenaar te gaan, stoof een
groepje jongedames uiteen en snelde, zich
weinig om de anderen bekommerende,
eene kleine dame op den directeur toe. Op
haar gelaat stonden slechts vreugde en ge
luk te lezen. Storm's bloed geraakte in
gisting, nog nooit had hij nit die oogen
zulk een blik ontmoet. Zij gaven elkaar
de hand en het scheen hem toe, alsof
zij zijn handdruk beantwoordde. Wat er
ook gebeuren mocht, deze avond was voor
Paul een avond van gelukkige hoop.
Hij verlangde er naar, heden nog zyn
hart aan hare voeten te leggen. Maar op
weg naar huis was zij van verscheidene
vriendinnen vergezeld en het late unr ge
doogde niet, dat hij bij haar thuis nog
een bezoek ging afleggen. Een levenslust,
gelijk hij in de dagen van zijne jengd nooit
gekend had, doortintelde nu den kanste-
naar, toen hij naar huis terugkeerde.
Den volgenden morgen kon hij het in
huis niet langer uithouden. Hij moest
naar bniten.
Tegen elf nur wilde hij naar de Lie-
berts gaan Juist toen hij nog een twin
tigtal huizen van haar huis af was, ont
moette hij den postbode, die hem een
stadsbrief overhandigde. Het adres waa
van mevrouw Liebert's hand. Storm
scheurde het adres op en las, al voort
gaande
„Wij verzoeken u, beste vriend, ons
vooral heden op het thee—uurtje te bezoe
ken. Wij hebben u iets gelukkigs mede
te deelen. Mijne Hilde heeft zich, daags
voor ons vertrek, in München ge-
engageerd. Haar verloofde, advokaat
Halbe, is heden met den eersten trein
gekomen en Hilde brandt van verlangen,
u aan hem voor te stelleD. Tot ziens 1
Uwe gelukkige Lina Liebert.'
Storm las dit briefje, eenmaal, tweemaal,
zijn gang werd langzamer, hij keerde naai
zijn huis temg en sloot zich op zijne ka
mer op.
.Wanneer ge niet te vermoeid sgt, moest hem wel te vergeven was, dat hij in bare stem
ge ons eens iets voorspelen, mijn jongen",leide iets meer dan eene gewone warmte meende
sijne moeder en bet acbeec, of onze kunste-
Dfc-r slechts op die uitnoodiging bad ge
wacht, wam bg stapte oogenbiikkelyk op
het instrument toe en begon eene eenvoudige
fantasie 0p een zeer bekend volkslied te
apslen.
Hij moest in de rechte stemming zgn,
wiide hij dergelijke eenvoudige muziek
•ot baar recht brengen, want zijn smaak waa,
bet meer vingervlugheid, maar minder ge-
JiUeToel eiscbende genre. Heden echter was hg
door Ilse s zwaarmoedig voorkomen
in de rechte stemming gebracht, en nooit
was hi, over de uitvoering zgner fantasie
meer tevreden geweest dan juist dezen
te hooren en aan hare woorden eene diepere
beteekenis te moeten toeschrijven. De too-
venarea „muziek", wier geheimvolle won
derkracht hg al reeds meer beproefd had,
bad dos ook ditmaal hare uitwerking niet
gemist en of na esne ernstige genegenheid
of eene voorbggaande minnarij daaruit gebo
ren mocht worden, kwam hem niet in de
gedaebte; in ieder geval zoo het dwaasheid
geweest zgn, wanneer hg bet gunstige oogen
blik zich na niet ten natte had gemaakt.
Zoodoende knoopte hg dan ook aan hare
laatBte uitdrukking eenige schoonklinkende
woorden vast over de eenige beheerscheres
van het zieleleven. Het was een bont men
gelmoes van eigen en vreemde gedachten,
van innerlgk gevoelen en oppervlakkige ge
waarwordingen, dat hg verkondigde in
niets meer dan eenige hoogdravende
zinnen. Maar hg had eene gedul
dige toehoorster, die bem nauwelgks
eene enkele maal in de rede viel eo wier
zwggen hg natuurlgk aan stomme bewonde
ring toeschreef. Toen zg hem telkens nog
verder liet doorspreken, toen bg baar zeide,
dat hare tegenwoordigheid alleen hem zooveel
hoog gevoel had geschonken, werd zgn moed
nog grooter. Hg leunde dicht naast haar
over de houten leuning en bracht zgn hoold
vlak naast het hare, terwgl bg tegelgk aan
zijne stem een warmeren, vertrouwelijker
klank gaf. De dankbaarheid zgns harten
droiig hem tot eene bekenteniswant niet
alleen op dezen avond was zg in zekeren zin
zgne mare geweestreeds sedert bet uur
hunner eerste ontmoeting had haar persoon
een geweldigen indruk op zgne fantasie ge
maakt en zgne kunstenaarsscheppingzkracbt
verhoogd. Dagen en weken lang voor hare
komst, was hg de vertwgteling nabg geweest,
daar zgn geest zich scheen te verstompen en
zgn scheppingsvermogen hem scheen verlaten
te hebben. No eerst borrelde de bron opnieuw,
na was zg weer irisch, krachtig en rgk en
hg vermocht nauwelgks aan de menigte
musicale denkbeelden, die zich in zgn brein
verdrongen, eenige regelmaat te geven; en
wanneer nu zgne opera hare voleindiging met
rasache schreden tegemoet ging, had hg het
succes daarvan slechts te danken aan eene
I toevallige kennismaking met haar. Dat was
eene verklaring, die nog minder dubbelzin
nig werd door den toon, waarop het ge
schiedde. En toch scheen Ilse maar niet
te begrgpen, waar hier sprake van waa.
Als tusschen droomen en waken luisterde
Tegen vijf aur begaf hij zich naar de
Lieberts. Het kleine meisje straalde vau
geluk.
Een slanke, blonde man werd aan hem
voorgesteld en gaf hem de hand. Een
weinig bleeker dan gewoonlijk, maar an
ders gewoon, zat Paul Storm aan de
theetafel, nam tan het gesprek deel en
accompagneerde met de gewone vastheid
Hilde's lievelings-liederen uit het Schu
bert-album, hetwelk zij zoo goed kende.
aan zyne lippen te drukken. Het vlogge,
haastige der beweging verhinderde haar,
hem reebttgdig in zgne voornemen te
ztaiten, .en zoodoende moest de eenzame
wandelaar, die juist op dit oogenblik vlak
onder de veranda voorbg ging en tot
hen omhoog zag, wel den indrnk krggen,
dat zich daar een zeer gelukkig span
jonge menschen bevond, dat, in vertrouwen
op de stilzwggeDdheid van den zomeravond,
ziob overgaf aan de liefde voor elkander.
De zandige bodem had de schreden onhoor
baar gemaakt en Ilse werd hem eerst ge
waar in het oogenblik, dat zgn gelaat ten
volle naar haar was toegewend. Zg her
kende hem oogenbiikkelyk, evenals bg zon
der twgfel ook haar herkende en hare
verwarring was zoo groot, dat zg, bIb ver
lamd, met wgd geopende oogen, zgn smar
telijk verwonderden blik beantwoordde, zoo
dat zg niet eeDB bemerkte, dat de virtuoos
nog altijd hare hand in de zgnen geklemd
hield. Eerst een paar seconden later, toen
de avondwandelaar verdwenen was, kwam
zg voor de eersie maal lot het volle be-
wustzgn van hetgeen er waz geschied en
van de ongehoorde brutaliteit van den man
aan hare zgde. Met een balfluiden nitroep
van onwil onttrok zg bem bare hand. De
uitdrukking van haar gelaat, toen zg in de
kamer terugkwam, was zoo ontsteld, dat
de professorsvronw vroeg, of haar iets
scheelde.
Ilse ontkende en verzocht slechts ver
lof, om zich te mogen verwyderen, daar zg
haar broeder Dog wenschte te Echryven. In
bare kamer gekomen, sloot zg de denr, wierp
ziob op de caDapé neer, drukte haar gelaat
in hare handen tn weende zoo hartstochtelgk,
als zg na baar fiasco in den schouwburg nog
nooit geweend had.
De Godsdienst-oefeningen beginneD om
ÏO nre, des voormiddags.
28 Maart, Geen dienst.
28 Maart voorm. Geen dienst.
28 Maart, Kreil, Ds. Kooiman,
De morgen-Godsdienst-oefeningen begin*
nen om 91/2>ende namiddag-Godsdienst
oefeningen om 2 nur.
28 Maart, voorm. Ds. v, Kluijve.
28 Mrt, te Hipolitush.v. 10 n. Ds. Lndwig,
zij nasr hemhare gedachten verwglden
bg andere dingen en daar het nn eenmaal HOOFDSTUK 16.
noodwendig scheen dat zg zgn gezelschap De alorm, die de vensters deed schudden,
moest dulden, ondervond zg het als eene wekte den volgenden morgen de bewoners
verlichting, dat de regelmatige woorden- j van het landhuis uit hunne sluimering
vloed, die er van zgne lippen stroomde, haar Hooggaande golven verhieven aich, om met
het antwoorden opnoodig maakte- donuerend geraas zich op den steenen dam
Zg wist ook niet, hoe het in zgn hoofd van de haveu van Morditten te werpen,
kwam, plotseling hare hand te grgpen en die Daarbg regende het ontzettend, in één woord,
het was noodweer; dns geen wonder, dat
geen der badgasten zich in dit weertje buiten
waagde. Nog verdrietiger was de profes
sorsweduwe over eeD brief, dien zg met de
morgenpost bad gekregen en die baar drong,
nog binnen een nor naar de stad te rgden.
Zg moest voor den middagtrein aan het station
zgn en de omstandigheden van dit bgzondere
geval drongen haar, zich door haar zoon te
doen vergezellen.
„Ik ben ontrooatbaar," verzekerde zg meer
malen „want bg tnlk hondenweer kan ik
u natuurlijk niet aanraden, mg op dit reisje
te vergezellen. En het onaangenaamste is,
dat Guido hier niet eens blgven kan, om
n beiden gezelschap te bonden."
De beide dames vonden dat volstrekt niet
zoo onaardig en Ilse gaf zich zoo weinig
moeite, daarover spgt ie huichelen, dat de
proiessorsvronw zich wel gekrenkt bad kon-
nen betoonen over de weinige belangstelling,
die men voor haar zoon aan den dag legde,
ioen tegen den middag het rgtnig voorkwam
en Guido, zorgvuldig in een dikke reisdeken
gewikkeld, naast zgne moeder in het rgtnig
zat, ademde Ilse, die aan het venster naar
bun vertrek keek, zoo diep en verlicht,
dat mevrouw bteinacker zich niet onthouden
kon, te vragen
„Is het gezelschap van dien jongen man
u dan zoo onaangenaam, mgn kind F Ik
moet u eerlgk bekennen, dat ik eene poos
gedacht heb, dat juist het tegendeel waar
was."
Ilse had er sichzelve geen rekenschap
van kunnen geven, hoe het geschiedde,
dat dit gezegde eene opwelling van trots,
zooais zg dien in langen tgd niet gekend
had, in haar hart wakker riep.
„Uwe bezorgdheid was, zooals ge ziet, on
gegrond moeder 1 Maar ik weet niet, of
het werkelgk een onrecht geweest zon
tgn, wanneer ik in sgn persoon welgevallen
had gevonden*.
Getroffen door den toon dezer woorden zag
mevrouw Steinacker op.
„Daarop kan uw geweten u alleen ant
woord geven. Dat de wereld het n niet
euvel zal duiden, kunt ge uit het gedrag
van onze gastvrouw wel afleiden. Het
scbgnt, dat men den rouw vaD eene verloofde
hier voor dwaas en bespottelgk houdt."
„En gg vreest, dat ik mg deze eigenschap
eigen maken zal? Waarachtig, ik weet
niet, moeder, waardoor ik dat aan n ver
diend heb."
„Neen, neen, mgn arm kind, ik ben er
vet van, n te wantronwen. Dat ge mgn
armen zoon niet eeuwig kunt beweenen, die
gedachte zal ik mg ten laatste eigen moe
ten maken, boe zwaar het mg ook zal
vallen, u aan de zgde van een ander ta
zien. Maar dat het beeld van den doode
in nw hart nn reeds verbleken kon
reeds nn
Zg snikte en drukte den zakdoek tegen
hare oogeD. Het gesohiedde wel voor de
eerste maal na den dood van den bouw
meester, dat Ilse bg het zien van zoo iete
niet dadelgk aan de zgde van de onde
vrouw sneide, om hare armen om haat
hals te slaan en haar door zoete woorden
te troosten. En mevrouw Steinacker zon
wellicht zter ontsteld zgn geweest, wanneet
zg de diepe vouw op het voorhooid en de
Bcherpe trekken om den mond van hot
meisje had gezien. Wel twee minuten
lang sprak geen van beiden een woord, dan
kloDk Ilse's antwoord halfloid, op eigenaar-
digen toon: „Gij zult mg nooit aan de
zgde van een anderen zien! Ik heb het
aan het doodbed van Franz gezworen en ik
zweer bet u nn opnieuw. Maar ik hoop
ook, dat na deze verklaring nooit en nim
mer over iets dergelijks meer lUBSchen ons
beiden sprake zg. Gg begrgpt zeker
wel, welk eene pgn ge mg daarmede
doet."
Het was sedert maanden de eerste wan
klank, die gehoord werd en het deed de
oude vrouw zoo onaangenaam aan, dat zg
bijua deemoedig alle schuld op zich nam,
om de onaangename trilling niet te lang na
te doen klinken-
„Heb medelgden met mg, mgn kind,"
verzocht zg, „ik wilde u geen pgn doen;
maar ik ben toch zgne moeder-"
WORDT VERVOLGD»