Wij zouden den beer Mr. v.
d. Kaay" dan ook wel willen
vragen, of bij voor dergelijke
zeer vereerende candidaat-
stelling maar niet zou bedanken.
Hinnenlandsch Nieuw s.
Wieringen.
Kolhorn.
Het Alkoholvraagstuk,
gram, nog volstrekt niet alle regeling
omtrent dat punt is weggenomen, en
laat een voor een de verschillende arti
kels, die in dergelijke contracten moeten
worden opgenomen, de revue passeeren
en toont ten duidelijkste aan, dat op
dat gebied nog veel zal vallen te rege
len en alle mogelijke vrijheid van han
delen is gelaten.
De heer Fokker gaat, nadat hij de over
wegingen, die tot het opmaken van het
programma hebben geleid, heeft aange
stipt, tot de bespreking van enkele
punten van het programma van urgen
tie over.
Omtrent het kiesrecht is reeds in '94
beleden eene zoo ruim mogelijke uitbrei
ding, los van eiken band van belasting.
Dit punt heeft al reeds veel ergernis
gegeven. Het bestuur der Lib. Unie
heeft gemeend, dit punt niet op het pro
gram van urgentie te moeten opnemen,
ofschoon de nieuwe regeling van het
kiesrecht zeer onbevredigend genoemd
kan worden.
Spr. gaat na, dat, door de behande
ling van het kiesrechtvraagstuk weder
aan de orde te stellen, vele andere be
langrijke zaken zouden worden tegen
gehouden en dit punt een kapstok zou
worden, waaraan alle andere zaken, die
afdoening eischten, zouden worden op
gehangen en zouden zoodoende de mannen,
die het kiesrechtvraagstuk weder aan de
orde stelden en die op afdoening van
andere belangrijke vraagstukken hebben
aangedrongen, juist degenen zijn, die
dergelijke zaken tegenhielden. En zoo
doende hebben zij, om de kieswet van
de baan te helpen, deze wet helpen
aannemen.
Art. 3 van de kieswet van den heer
Tak werd met groote meerderheid in de
Tweede Kamer aangenomen, zoo ver
volgt Spr. In dat artikel werd als ken
merk aangenomen, dat men zijn huis
gezin kon onderhouden, in het volgend
artikel werd over dit punt uitvoeriger
gesproken. In de nieuwe wet wordt
het feit, of men kiezer kan worden,
vastgeknoopt aan de bepaling, dat men
zijne personeele belasting kan betalen
Spr. stelt nu door een voorbeeld tus-
schen de steden Arnhem en Middelburg
bij de vroegere patentheffing duidelijk
in het licht het gevaarlijke, dat aan eene
dergelijke maatstaf is verbonden.
In 1820, zoo zegt Spr., was Middel
burg eene zeer welvarende plaats en
Arnhem een plaatsje van minder ge
halte. Dus was het patent te Arnhem
heel wat lager dan te Middelburg en
nadat na verloop van jaren de verhou
ding was omgedraaid, kon men de
tabel bij de patentwet niet veranderen,
daar dan daardoor ook aan het kiezers
aantal getornd zou moeten worden, en
zoodoende bleef men in eene gemeente,
die minder welvarend was in vergelij
king van de andere, meer welvarende
plaats, toch in de eerste plaats een hoo-
ger patent betalen. Ook in deze wet
heeft men het kiesrecht vastgeknoopt
aan belasting, personeele belasting en
het behoort volstrekt niet tot de onmo
gelijkheden, dat door het aanleggen van
verkeerswegen eene streek, die nu min
der welvarend is, in vooruitgang zal
toenemen, en dus die andere gemeente
in vergelijking met deze laatste te hoog
zal worden aangeslagen. Spr. spreekt
ten slotte de meening uit, dat aan de
uitbreiding van het kiesrecht eerst eene
grondwetsherziening zal moeten voor
atgaan.
Naast, of liever boven het kiesrecht
komt het punt, of de staat regelend zal
tusschenbeiden treden, om misstanden in
arbeidscontracten te voorkomen. Spr. acht
de 3 of 4 artikelen, die in de wet nu
aan dit punt gewijd zijn, meer dan on
voldoende Het sluiten van arbeidscon
tracten is iets, dat het meest van alles
voorkomt, maar men doet het in de
practijk zonder er veel aandacht aan te
schenken, 't treft ons niet meerbij het
sluiten van dergelijke contracten is er
nauwelijks sprake van loon, dat wordt
geregeld naar de plaatselijke gewoonten,
op schrift wordt er niets geplaatst; 't is
iets, waar bijna geen aandacht aan wordt
geschonken. Toch noemt Spr. het in het
algemeen belang, dat de staat in deze
beschermend optreedt, om de verplichtin
gen van beide zijden beter te regelen.
Daarna gaat Spr. in 't kort na de be
perking van den arbeidsduur, ook voor
volwassen arbeiders. Ten onrechte, zoo
beweert de heer Fokkerheeft men ons
aangewreven, dat wij eene wettelijke re
geling van den arbeidsdag of wellicht wel
een 8 urigen werkdag wenschten. Gewe
zen werd ook op een wekelijkschen rust
dag, zooveel mogelijk den zondag, maar
ook op dit punt was alle mogelijke ruim
te gelaten, en volstrekt geen sprake van
te engbindend.
Invoering verplichte verzekering tegen
invaliditeit en ongelukken ten voordeele
van den arbeider, en dit ten deele op
kosten van den staat. Alleen ten opzich
te van de verplichte verzekering heeft
de Unie zich bindend uitgelaten. Dit
acht Spr. met 4jet oog op de zorgeloos
heid van de jeugd zeer gewenscht.
In een persoonlijk voorbeeld duidt Spr.
aan, dat het persoonlijk initiatief en
het niet verplicht verzekeren zeer
moeilijk is en in vele gevallen de ver
zekering van dienstboden door het ver
laten harer betrekking, weggegooid
geld genoemd kan worden en de bedoe
ling, die men zich voor oogen gesteld
heeft, volstrekt niet bereikt wordt. Voor
al legt Spr. er den nadruk op, dat de
verzekeringen gesloten moeten worden
als men jong is, daar dan de premie
laag is. "Wat het aandeel van het rijk
in de kosten betreft, wanneer men kan
aangeven, dat het geld op andere wijze
verkregen zal kunnen worden, zal de
Lib. Unie er niet op blijven aandringen,
dat het juist vanwege den staat geschiedt.
Nu heeft de Unie de verzekering ver
plichtend gesteld, maar, vraag ik u, zoo
zegt de heer Fokkeris daarmede nu al
reeds aangegeven, hoe die zaak geregeld
behoort te worden. Zijn nu door die
enkel6 formule reeds alle moeilijkheden
uit den weg genomen En nu gaat de
heer Fokker in 't kort na, op welke wijze
hij eene dergelijke pensionneering gaarne
zou zien ingericht.
Daarna wordt met een enkel woord
aangestipt de woningstoestanden en het
onteigeningsrecht Bij het eerste punt wordt
men verwezen naar het zeer uitvoerig en
belangrijk rapport, door de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen uitgegeven. Bij
de onteigening vooral,waar de zedelijkheid
en gezondheid dat gebiedt, acht Spr. het
noodzakelijk, dat de staat tusschenbeiden
treedt. Te veel wordt in dit opzicht in den
tegenwoordigen toestand aan de gemeente
besturen overgelaten. Spr. wil slechte
woningen onteigend zien en meteen moet
er voor goede woningen worden gezorgd
en deze moeten voor matigen prijs be
woond kunnen worden en ter bewoning
gegeven worden.
De algeheele behandeling van de
armenwet zou Spr. te ver voeren, maar
gelooft toch, dat allen het met hem eens
zijn, dat in deze richting veel kan worden
gedaan. Armenzorg bepaalt zich tot
dusverre tot een politiemaatregel en er
wordt slechts mondetjesmaat gegeven.
Behartiging landbouw, veeteelt, handel
en nijverheid, maar door geen bescher
mende rechten.
Landbouw, veeteelt, handel en nijver
heid, ze mogen niet als vijanden of tegen
standers beschouwd worden, maar als
medehelpers en medestanders. Niet door
bescherming, en met die woorden is de
heer Fokker het van ganscher harte eens.
Spr. gelooft,dat het voor het nederlandsche
volk volstrekt geen voordeel zal geven.
Daarin ziet Spr. bevoorrechting van het
kapitaal; die beschermende rechten zul
len juist ten nadeele van den kleinen
man komen. Bescherming is een slecht
middel voor een slecht doel.
Is er bescherming noodig Overal
hoort men de meening verkondigende
nijverheid is kwijnend. Spr. gelooft
niet, dat zulks het geval is. Denk eens
aan dien burgemeester van 's-Her-
togenbosch, die eene tentoonstelling te
dier plaatse zoo toejuichte, om daarme
de te kunnen aantoonen, tot welk een
trap de nijverheid in de provincie Bra
bant gestegen was. Denk eens aan dien
burgemeester van Tilburg, die zich in
1896 tegen protectie verklaarde, die
beweerde, dat de zaken in Tilburg
uitstekend gingen en volstrekt geen
bescherming noodig hadden. Wat heeft
die arme man daarover het noodige
moeten hooren. Fluks werd door de
toongevers, die hij had durven weer
spreken, de kamer van koophandel bij
eengeroepen en werd die burgemeester,
die zoo'n beetje voor enfant terrible
had gespeeld, in het ongelijk gesteld en
werd met algemeene stemmen aangeno
men, dat bescherming hoogst gewenscht
was.
Door Spr. werd eenige jaren geleden
aangetoond, dat de toestand van de nij
verheid niet achteruitgaande kon zijn.
In allerlei verslagen van verschillende
corporatiën, kamers van koophandel, enz.,
las mendie fabriek gaat goed, die
fabriek wordt uitgebreid, enz., en wan
neer men dan dacht, in het resumé o-
ver den algemeenen toestand te zullen
vinden, dat de toestand van de nijver
heid florissant genoemd zou worden,
las men daar juist het tegendeel en werd
niet anders gewag gemaakt dan van
slapte en malaise. Zouden onze buren
met hunne bescherming er zooveel beter
aan toe zijn, bloeit daar de landbouw
dan zoo, vraagt Spr. Hij is wan een
tegenovergesteld gevoelen.
Het adres van de meelfabrikanten
aan de Tweede Kamer, waarbij zij vra
gen, dat er middelen worden aangewend,
om die overstrooming van buitenlandsch
meel tegen te gaan, geeft Spr. een
middel aan de hand, om aan te toonen,
dat invoerrechten niet deugen Opmerking
verdient het, dat in Frankrijk de fransche
tarwe gedeprecieerd wordt.Voor tarwe, die
van uit het buitenland Frankrijk wordt
binnen gevoerd, moet fr. 7 per 100 kilo be
taald worden. Wanneer dat vreemde graan
Frankrijk weder wordt uitgevoerd, krijgt
men die fr. 7 natuurlijk terug, maar die
fransche tarwe, die feitelijk door de in
voerrechten 7 franc in waarde gestegen
is, krijgt niets terug en wordt de fran
sche boer zoodoende beperkt in zijn uit
voerhandel. Ook moet volgens Spr. niet
uit het oog worden verloren, dat door
die protectie ook het veevoer duurder
moet worden gekocht.
Als tweede bewijs tegen protectie voert
Spr. aan het volgende In de jaren '35
tot '45 bestonden er in ons land be
schermende rechten, zoogenaamde schaal
rechten. Dat wilde zooveel zeggen, als
dat het graan altijd tot voor een zekeren
prijs gekocht moest worden. Betaalde
men lager, dan moest er zooveel aan
schaalrechten betaald worden, dat de ge-
eischte som toch bereikt werd, hetgeen
voor speculanten, die met de zaakjes
goed op de hoogte waren, weieens aar
dige winst kon opleveren. Van dit al
les genoot de boer evenwel zoo weinig,
dat in '47 of '48 het dringend verzoek
uit het noorden des lands kwam, «waar
zij nu juist weer om protectie roepen,
om die bescherming af te schaffen.
De heer Fokker wijst nu op het pro
gram van actie, waarbij een nieuw mid
deltje is bedacht, daar worden ook nog
premies uitgeloofd, en wordt tevens nog de
belofte gedaan, den vleeschaccijns af te
schaffen. Heel mooie woorden, schoo-
ne beloften, want ook zal de vetweider
nu zijn deel krijgen. Spr. wijst op het
zotte in de vergelijking, dat men aan
de eene zijde bezig is, den accjjns at te
schaffen en dus een levensmiddel goed-
kooper maakt, en aan de andere zijde
invoerrechten wil heffen, en zoodoende
een levensmiddel duurder maakt. Mr.
lokker voorspelt, dat er van al die schoo-
ne beloften weinig terecht zal komen
door cijfers toont Spr. aan, dat de in
voerrechten per huisgezin ongeveer f 12
per jaar zullen kosten Ook die premie
kan zich niet verheugen in de sympathie
des heeren Fokkerdure controle zal
daarvan de oorzaak zijn, overal zal men
personen het land moeten doorzenden,
om de boeren te contröleeren, wil men
het doel, dat men zich voor oogen heeft
gesteld, bereiken en zoodoende zal aan
onkosten een groot deel der gelden
worden verslonden. Spr. wijst er ook nog
op, dat men door het geven van eene
premie, de inlandsche productie van de
granen zal verhoogen en zoodoende min
der buitenlandsch graan zal worden in
gevoerd en dus ook minder invoerrech
ten zullen worden ontvangen en daar
door de vleeschaccijns wel eens niet
gemist kon worden. Spr. wordt bij het
nagaan van dit alles zoo herinnerd aan dien
welbekenden, grooten hoed, waaronder
men velen zou wenschen te vangen.
De heer Fokker is van oordeel, dat
de landbouw zal moeten worden gehol
pen, maar niet door protectie.
Het verbeteren van middelen van ge
meenschap, het afschaffen van tol
len, het verkrijgen van goedkoop
verboer, beter en goedkooper crediet,
bevordering van coöperatie, coöperatie
waar het betreft den aankoop van graan
en anderszins, betere verkoop in het
buitenland, het vormen van een soort
syndicaat, proefvelden, stamboeken, vak
onderwijs in tuin- en landbouw en hoef
beslag, onderzoekingsstations, waar de
landbouwers hunne producten kunnen
doen onderzoeken, dat noemt Spr. zoo
veel middelen, die den landbouw zullen
kunnen helpen.
Spr. wijst er vervolgens nog op, aan
de hand van een rapport van Dr. Bruins-
ma in de Yragen des Tijds, dat in de
jaren van '50 tot '92 men er in geslaagd
is, meerdere opbrengst van den grond te
verkrijgen en gelooft, dat er in die rich
ting nog zeer veel zal kunnen worden
gedaan.
Dus is het programma der Li
berale Unie aanvaard, zij wenscht, dat dit
program zij een richtsnoer, geen eng
keurslijf. Dit program gaat volstrekt niet
te ver, maar voldoet aan redelijk gestelde
eischen. Wanneer men zegt, dat het
met een radicaal sop is overgoten, of dat
de aanhangers van het program verkapte
socialisten zijn, zooals de beaufort geliefde
te zeggen, laat ons dan het oog wenden
naar het buitenland, dan zal men zien,
hoe ver Nederland daarbij nog ten achter
staat. Dan zult ge zien, dat de Lib. Unie
geenszins te ver is gegaan, maar dat zij
een open oog heeft gehad voor de nooden
der minder bedeelden.
Meent ge, zoo eindigt de heer Fokker
dat ik niet te ver ga, meent ge, dat ik
in uw geest heb gehandeld, geef dan door
het invullen van uw stembiljet daarop
antwoord.
De heer P. bui» Jz. brengt daarop
den heer Fokker dank voor de eenvou
dige en duidelijke wijze, waarop hij
eenige punten van het programma der
Liberale Unie heeft behandeld en voor
de bereidwilligheid, waarmede de heer
Fokker heel uit Middelburg is overgeko
men. Wanneer sommigen mochten be
weren, dat deze verkiezing van geen be
lang is, daar de afgevaardigde bijna
geen zitting in de kamer zal nemen,
moet de heer Buis daar krachtig tegen
protesteeren, want Spr. hoopt, dat door
deze verkiezing zal bewezen worden,
dat de vrijzinnige beginselen in het
district Alkmaar zullen zegevieren en
sluit daarna de vergadering.
Dinsdagavond trad in
het Café „de Nachtegaal" te Alkmaar
de heer E. Fokker op en als curio
siteit op verkiezingsgebied willen wij het
volgende meedeelen
In zijne lezing wees Mr. Fokkernaar
aanleiding van een in de Alkmaarsche
Courant (Herm. Coster en Zoon) voor
komend artikel, op de zinsnede
dat door de minderheid in de
liberale part ij, zonder eenig
overleg, zonder de minste po
ging tot toenadering, een
candidaat wordt geprocla
meerd, wiens beginselen
staan tegenover die van den
afgevaardigde, wiens plaats
h ij zou moeten innemen.
Mr. Fokker vroeg, nadat hij op het
punt van toenadering, dat aan de Cen
trale kiesvereeniging gegeven was, had
gewezen, of eigenlijk wel samenwerking
mogelijk was, tusschen partijen, die
volgens de Alkm. Crt. in beginselen
lijnrecht tegenover elkander stonden
In het debat en nu komt hetgeen,
waarop wij voornamelijk de aandacht
vestigen, trad Mr Boelmans ter Spill op
en verklaarde, dat men volgens hem
goed gedaan had, wanneer men de can-
didatuur van Mr. Fokker had gesteund.
Daarna zegt Spr., dat er in de Centrale
kiesvereeniging nog nooit, en dit tee
kent, volgens Spr den bloeienden poli-
tieken toestand dier vereeniging, het pro
gram der Liberale Unie is behandeld en
dat volgens hem de Centrale kiesver
eeniging geen beginselen heeft.
Dus de centrale kiesvereeniging te
Alkmaar, waarvan de heer Boelmans
ter Spill nog lid is, heeft geen be
ginselen en daar er in de zaal ge
noeg personen aanwezig waren, die als
lid van die vereeniging hadden kunnen
en ook moeten protesteeren, wanneer
zij van het tegendeel overtuigd waren,
kunnen wij de uitspraak van den heer
Boelmans ter Spill voor waarheid aanne
men.
Vergadering van denKaad
der Gemeente Haringcarspel, den 12
April 1897, tegenwoordig alle leden.
Na opening der vergadering door den
Voorzitter, worden de notulen van de vorige
vergadering voorgelezen en goedgekeurd.
Door den Voorzitter wordt medegedeeld,
dat van h.h. Ged. Staten dezer provincie
goedgekeurd is terug ontvangen
a. het besluit tot onderhandsche ver
huring aan A. Smit van het postkantoor
te Dirkshorn
b. het in de vorige vergadering vast
gesteld kohier van den hooldelijken omslag
dezer gemeente voor 1897.
Voor kennisgeving aangenomen.
Wordt overgegaan tot benoeming van
leden voor het stembureau. Benoemd
worden voor de verkiezing op 20 April
a. s. van een lid voor de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, de heereoW. Go-
vers en C. Bijpost. Voor de periodieke
verkiezing in Juni a. s., de heerenC.
Bijpost en A. Borst. Voor de verkiezing
van leden voor de Prov. Staten, de heeren
W. Keesom en C. Groot. Voor de ver
kiezing van leden voor den Gemeenteraad,
de heeren W. Ktesom en J. Schoort.
Daarna volgt eene bespreking over de
belooning, over 1896 toe te kennen aan
de hooistekers. Overeenkomstig het voor
stel van den Voorzitter wordt besloten,
aan ieder hunner eene toelage te verleenen
van f 2.50.
Voorts worden op deze belooning dezelf
de personen als in 1896 ook voor 1897
tot hooistekers benoemd, zijnde
Voor Dirkshorn en de Woudsmeer, P.
Dekker Pz. en P. Iloogeboom.
Voor Schagerwaard, Vennik en Koeten
burg, G. Kuiper en WSmit.
Voor Slootgaard, Waarland en Speketer,
Jan Dekker Wz. en P. Hoedjes.
Voor Tuitjenhorn, Kalverdijk en Kerk
buurt, C. lesselaar en Jb. Burger.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
aan den Raad aangeboden het verslag
van den toestand dezer gemeente over
1896.
De gewone rondvraag niets opleverend,
wordt de vergadering gesloten.
J. 1. Zaterdagnamiddag
had aan de Burgervlotbrug een treurig
ongeluk plaats.
Door het omslaan van Let zeil, geraakte
de 21-jarige zoon van een daar voorbij
varenden schipper in het N. H. Kanaal,
met het droevig gevolg, dat hij het leven
verloor.
Wel werden door de daar aanwezige
schepensloopers nog pogingen tot redding
aangewend, en wist de ongelukkige zich
enkele oogenblikken boven te houden, doch
toen zijne redders reeds naderden, verdween
hij in de diepte, zijn lijk werd eenige
uren later opgehaald.
Van de boeken der #V o 1 k s-
bibliotheek Barsingerhorn" is in het af-
geloopeu win ter-halfjaar gebruik gemaakt
door 60 gezinnen uit Barsingerborn
en de wijken, die gewoonlijk gerekend
worden, daaronder te behooren. Zij, die
deze nuttige instelling indertijd in het le
ven hebben geroepen en haar met eene
geringe bijdrage in stand hebben gehou
den, mogen dit met genoegen vernemen.
Het onderhoudswerk aan
de gebouwen, spoorbanen en den aanleg
steiger op de Quarantaine te Wierin-
gen, is gegund aan den laagsten inschrij
ver, den heer C. Kroon aldaar voor f946.00.
J-l. Zaterdag werd te Wlö-
ringen aanbesteedde levering van
grint en puin voor 't Heemraadschap
ingekomen waren 8 biljetten en wel van
de heerengrint puin
van Koppenhage, Utrecht, f 1.87— f 1.98 per M1
J. Jongkind, Wieringen, 1.99— 1.85
S. Dekker, x ?g
J. WeenenAzn., Hasselt, „1.80
J. Rotgans, Wieringen, 1.76— 1.82
8. Numeijer, 2.12- 1.89
C. Kroon, 3 00
D. Lont, B 1.87
De levering is gegund aan de laagste inschrijvers.
lot hoofdingelanden in het heemraad
schap Wieringen zijn herkozen de heeren
D. D. Mulder en Jb. N. Keijzeren
werd benoemd de heer J. Pz. Bakker.
De visschsrsvloot te Kol-
born ziet er op het oogenblik keurig
netjes uit. 't Is een liefhebberij te zien,
met welk eene zorg de vaartuigen voor de
1 aanstaande campagne in orde worden ge-
btacht. Deze week zijn er ook
paar splinternieuwe schepen bij pP^ ee" f
die in hunne soort een sieraad
omgeving zijn. Met de ansjovi^
mee, zullen er de volgende maand
twintigtal in de vaart zijn.
Het poten der aardappelen jg wcj
zijd in vollen gang. De grond js ta
de nachtvorsten der laatste dagen Zeef
geworden e.n laat zich gemakkelijk b
ken. De tuiniers hebben ook niet*5'"
klagen. Het behandelde zaad der vers V, i'
lende voorjaarsgroenten regende prach
mooi in en krop en snijsla, spinszje 1
dijs, tuinkers en koolplanten begin
zich al aardig te vertoonen. Erwteo
peulen staan op het doorkomen, S| V
een weinig zon en alles leeft in
■ten. De ooftboomen houden hunne kn
jes nog zorgvuldig gesloten; en
hebben zij gelijk in ook, want hier bev,t
htt spreekwoord veel waarheid; fHir(|
loopers zijn doodloopers".
Na afloop der openbare
les (eind-examen) van den Landboutc-Cu
sus te Wieringerwaard, welke
zaterdag werd gehouden, deelde de bMj
Nobel mede, dat hij wil trachten, de leer.
lingen in staat te stellen, nog een j5St
van het onderwijs gebruik te laten maken
Wij kunnen dus voorloopig van den uitslae
geen melding mikeD. De heer F. Bak.
ker Jz. sprak een woord van dank en
waardeericg tot de onderwijzers, de hee
ren Geevers e u W ijker.
Maandagmiddag te 2 uur
vergaderde de Centrale liberale kiesveree
niging in het hoofdkiesdistrict Alkmaar
ten einde een candidaat te stellen voorde
op 20 April te honden verkiezing voor
een lid der Tweede Kamer (vacature De
Lange). Slechts 25 leden waren ter ver
gadering tegenwoordig. De keuze was
verdeeld over de heeren mr. W. van der
Kaay, minister van justitie, mr. E. Fokker
(candidaat der 3 kiesvereenigingen, aange
sloten aan de Liberale Unie), en jhr. mr.
P. van Foreest, wethouder van Heiloo.
Tot candidaat werd gesteld met 13
stemmen mr. W. van der Kaay. Op
den beer Van Foreest waren 8 en op den
heer Fokker 3 stemmen uitgebracht, ter
wijl 1 stem in blanco was ingeleverd.
Een voorstel, om de candidaatstelling tot
woensdag te verdagen, omdat de heer
Fokker heden in Alkmaar eene politieke
redevoering zal houden, werd met bijna
algemeene stemmes verworpen.
Men had zekerheid, dat de heer Van
der Kaay de candidatuur zou aannemen,
indien althans geacht werd, dat zijn naam
in deze verkiezing geen verdeeldheid zou
breogen en indien geen andere candidaat
zich voordeed, dien men ook geschikt achtte.
Zeker zou ook prof. Pierson zijn voor
gesteld, indien deze niet bij een van hem
ontvangen schrijven had te kennen gege
ven, geen candidaat voor dit district te
kunnen zijn, omdat hij elders (Delft) was
gesteld met warmte werd de heer Fok
ker door dr. Pierson aanbevolen.
Zondagochtend werd in
den hooiberg bij de wed. Clay te HAAR
LEMMERMEER gevonden het lijk van
een man, die zich door ophanging van
het leven had beroofd. Naar het signale
ment te oordeelen, is deze persoon de
voortvluchtige bode van het departement
van koloniën, wiens opspoting en aanhou
ding gevraagd werd. Het lijk is overge
bracht naar hel lijkenhuis te Hoofddorp.
besproken door de H. H. Sctermer-
horn van NIEUWE NIEDORP,
Weeder van HUGOWAARD en
Melchers van ZUIDSCHARWOUDE,
in de kolfbaan van den heer P. Elot
te DIRKSHORN, op maandag den
12 April 1897.
Eene goed gevulde zaal: 100 k 120 personen van
allerlei rang en stand, waaronder ook eenige vrou
wen en meisjes. Eenige jongelingen en jongedochter»,
van elders opgekomen, bieden boekjes te koop »an,
inhoudende liederen, betrekking hebbende op de
onthouding en gezongen kunnende worden op bekende
wijzen. Telen der aanwezigen voorzien zich vaneen
exemplaar. Te acht nnr ongeveer staat de heer
Schermerhorn op, deelt den aanwezigen het
doel dezer bijeenkomst mede en verzoekt een aange
wezen nummer uit de aangeschafte hoekjes te
zingen.
Na 't eindigen hiervan zegt de heer Schermerhorn:
Bij alle gelegenheden bestaat de gewoonte, te drin
ken bg geboorte en overladen, op bruiloften ea
feestmaaltijden, by gezellige bijeenkomsten, ja wan
neer ook, men drinkt alkohol. Hoe nu over die
gewoonte te oordeelen Dat blykt het best, als we
nagaan, wat alkohol is.
Alcohol is eene stof, die sedert de 11e eenw uit wijn ge
stookt wordt. Aan dezen alcohol of wyngeest verschillen
de vloeistoffen toegevoegd,en zoo verkrijgt men jenever,
brandewijn enz. Nu zegt de wetenschap, dat alkohol een
vergif is, evenals opium, enz. en de beroemdste ge
neeskundigen uit den vreemde en ons vaderland (Pro
Winkler, Prof. Stokvis, Prof. Donders) hebben d«
schadelijke werking ervan aangetoond. Als
dus niet ontkend kan worden, waarom wordt dan M
gebruik bestendigd
Omdat het een vergif is, dat langzaam *er
waarvan de schadelyke gevolgen niet direct ment a
zijn en ook, omdat men er smaak in vindt.
Maar, zegt men, we hebben soms een borrel n
dig, want hg verwarmt. Ja, schijnbaar wel, zjP
Spreker, maar inderdaad wordt de temperatuur
alkoholgehruik verlaagd en alweer is 't de f f
schap, die dit bewezen heeft. Een borrel geeft krac H
zeggen anderen, 't Ware te wenschenNeen, al o
hol verzwakt en verkort den levensduur. Wel *8
men op enkelen, die een hoogen leeftijd bereiken me
alkoholgehruik, maar tegenover die enkelen 8taA
honderden, die vroeg sterven. Dat is eene reeds in
gemaakte zaak. Levensverzekering-Maatschappijen
in Engeland, Dnitschland en sedert kort ook is m»
land geven korting op de premie aan onthouders,
sommige zelfs tot 15 pet. I Is er ander bewys noo
dig Ook als middel tegen ziekte heeft de alcoho
een tijdlang dienst moeten doen en men heeft gezW°T
ren, in Engeland vooral, bg de cognacflesch, doe
ook hier heeft de ondervinding anders geleerd.
Onthouders proeven in Engelsch-Indië en eldef»
genomen bewezen het zyn beter bestand tegen on-
genakken, minder vatbaar voor ziekten, dan drinker»
Tjjdenseen cholera-epidemie in 1848 kwamen onib
drinkers 91 percent zieken voor, onder onthoude
alechts 19 percent, Wanneer nn dit alles watf1''