Burgerlijke Stand. Gem. fifjpe. K di» schrijven en meenend, dat haar man in Friesland evengoed hetend was als in het dorp plaatste «y 0p het adres: Aan mijn man Eppo in Friesland. krWam echter aIs ««bMtelbiar d ?rn° Cn PfÜkte laagen tijd voo de ramen van het postkantoor. Daar- door kwam de 8treek yan >t vronwtje uit, waarover de dorpelingen maakten8'11 'J 160 k°Ste haar "ool9k hie?U iaron^ be,r''ïnert °°k n°g aan hetgeen «ebree voor?iel' Esn zoon Aa' mijn j briefkaarten met het adres brie ren .- moe<^9r adresseerde hasr bii van a nV.°,Q<?1^aaa mijn zoon Jan, blJ van det Mohlen op den Dam. ^lan" r SV Ptins als telloer. »f«t U aPe®t is sedert eenigen tijd een «a rsmehng van een der edelste poolsche vorstsngeslachten als kellner werkzaam. vorst Eaierich Stanislaus Woro- --.czki, de neef van den bekenden vorst Mizislaus Woronieczki, die in den vrij- neids-oorlog van 1848-1849 voor de Mak van Hongarije gevallen is; zijn va der was zonder vermogen naar Hongarije getroksen en had een arm burgermeisje gehuwd. Uit dit huwelijk is een zoon ge boren. De middelen van den vader warea niet voldoende, hem eene passende opvoe- ding te gevenwel werd hij in 'l begin op eene school in Veszpria gezonden -jj&rop stierf zijn vader evenwel en niet lang daarna zijne moeder eveneens. Geheel en al zonder middel van bestaan bleef de jonge vont acht6r, moest alleen voor zich zeiven zorgen, en was ten slot te gedwongen, eene plaats als kellner 'aar. te nemen. Vorst Emerich Woronieczki is 22 jaar. Jaloezie. InParijs is een "reesslijk drama door jiloezie veroor- ziakt, voorgevallen. Gedurende eenige maanden woonde in de rue du Temple eene jonge vrouw van 25 jaren, die zich gkiBiJathilde Riveiron noemde en het beroep van kaartlegster uitoefeude. Als minnaar had zij een jongen min van 80 jaar. E- mile Moreau, een teekenaar, die, hoewel hij zijn verblijf in de me Saint Sauveur had, het grootste deel van den dag bij zijne minnares doorbracht. Sedert eecigen tijd schenen zij het oneens te zijn en hoordendeiairen vaak lnid gekijf. Zij Verschrikten dan ook niet erg, toen zij eergister in den namiddag kreten van: »Help, zij vermoordt mij' op de ka mer van Mathilde hoorden. Maar toen het hulpgeroep aanhield, besloten zij, naar de kamer der jonge kaartlegster te gaan op hetzelfde oogeablik ging de deor open en met eene diepe wond kwam Morean naar buiten, in den hals hevig bloedend. De ongelukkige was door zijne minnares met een dolk gestoken. Verscheidene personen gingen bij Mathilde bitinen. De kamer was ledig. Een venster, dat uitzicht gaf op de straat, stond open. De jonge vrouw had zich, toeo zij haat opzet had volvoerd, naar beneden gestort. Voorbijgangers hieven baar op en droe gen haar naar een apotheek, waar ook weldra haar slachtoffer werd gebracht. Daar hun toestand zeer ernstig toescheen za»-den geneesheer, dien men te hnlp had geroepen, werden zij naar het hospi taal Saint-Lonis gebracht. De grootste courante gouden munt op de wereld is de gouden jloot" van Annam, de fransche kolonie iD Oostelijk Azië. Het is een plat, rond geldstuk ter waarde van f 660. Een andere munt, die deze in grootte het meest nabij komt, is de japansche obaug, die iets meer dan twea en een half ons weegt, en in waarde ongeveer gelijk staat met tien engelsche sovereigns. Het danste lichaam ter wereld is de waud van een zeepbel vóór het springen waarvan 24 millioen wanden op elkander 1 millimeter dikte bereiken. Ter waarschuwing. Een vreeselijk drama heeft het dorpje Pierce- hridge (Engeland) in beroering gebracht. Vier jonge meisjes van 12 tot 16 jaar waren gaan wandelen. Esnige nren na haar vertrek vond men hare laarzen en koasen op den oever van de Tee. Na een poos vruchteloos zoekens in den omtrek, is men in de rivier gaan dreggen en heeft men ten slotte de lijken van drie der ongelukkige meisjes op den oever gehaald. Het vierde is nog niet gevonden. Men veronderstelt, dat de kinderen een voetbad in de rivier genomen, dat een van hen is misgestapt, dat de anderen haar hebben willen helpen en zoo even eens in den stroom zijn verdwenen. Eene ernstige aanvaring op zee. Een scheepsramp, waarbij elf menschen het leven verloren, had dezer dagen 's a- vonds laat tsr hoogte van den Girdleness- vnurtoren bij «Aberdeeo plaats. Het stoom schip „Collynie", kapitein Lawie, thnishoo- rende te Aberdeen, koerste van Methil naar Aberdeen en het stoomschip Girnigoe was op weg van Wiek naar Snnderland, toen beide vaartuigen ongeveer een halve mijl van Girdleness, terwijl het eerste dat 8 man equipage aan boord had, bene vens dea kapitein, zijne vrouw en twee zooss de haven reeds in peiling had, met elkander in aanvaring kwamen. Het was een stille, heldere nacht, toen door eene onverklaarbare oorzaak de Collj- nie plotseling midschip getroffen werd en binnen enkele minuten zonk. Kapitein Lawie beval, dat de booten zouden worden uitgezet. Hij voorzag zijn zoontjes van reddingsgordels en was juist van plan, zijne vrouw denzelfden dienst te bewijzen, toen het vaartuig overhelde en met den kop naar beneden in de diepte verdween. Hij hield de hand zij ner vrouw vast toen het schip onderging, doch een golf scheidde hen en hij zag haar niet meer terug. De Girnigoe zette eene boot uit eu redde den kapitein, die reeds bewusteloos was. De equipage eo zijne vrouw en kinderen kwamen echter in de golven om. De Gir nigoe was zwaar beschadigd, doch bereik te Aberdeen zonder incidenten. Zij bleef echter vooraf geruimen tijd ter hoogte van de plek, waar de Collynie verdween, in de hoop, een deel der drenkelingen te redden. Men zag echter geen spoor van de ongelnkkigen en er dreef zelfs geen wrakhout. Omstreeks middernacht arri veerde zij in de haven met het treurige nieuws. De vrouwen van de meeste opva renden wachtten aan de kade en toen zij vernameD, welk een ramp haar zoo kort te voren getroffen had, werden daar de smartelijkste tooneelen afgespeeld. Men omringde den eenigen overlevende der scheepsramp met de meeste zorg en nadat het zwaar gehavende schip was vastge- meerd, werd kapitein Lawie ter verpleging aan wal gebracht. Te Huil hebben alle b e- ambten van het station aan de North Eastern geld gespaard om tweewielers te kannen koopen. Zij hebben die nu in het groot opgedaan, 87 nieuwe fietsen voor f 12,000. Ze zijn maandag afgeleverd en op het stalen paard rijden nn alle beambten van hunne woningen buiten de stad naar en van het station, Uit den goeden ouden tijd. Op voorstel van dea schoolopziener be noemden Ged Staten van Groningen, naar de N. O. Ctmeldt, in 1817 iemand tot cus'os of ondermeester in een school van het 7?esterkwartier, onder verplichting van voor zekere tijden van het jaar, en wel dan, wanneer de aanvallen van krankzinnigheid bij den schoolonderwijzer het heftigste zol- lea zijn, den school- en kerkdienst waar te nemen". Gelukkige jeugd! Adam's schedel. Volgens ten oude legende zon Adam op Golgotha zijn begraven en daarboven het kruis rijn opgericht. Op schilderijen van de kruisiging ziet men dan ook ge woonlijk aan de» voet van het krnis een schedel, die Adam's krnin moet voorstel len. In de kerk van het heilige graf Je ruzalem laat men sinds eenwen in een rotsspleet een schedel zien, die van Adam heet te zijn. Er is een ijzeren hek voor geplaatst, zoodst men het voorwerp niet van nabij kan beschouwen. Nn meldt een dnitsch architect nit Jeruzalem vol gens de Schwab. Merknr dat hij, de maat van den schede! willende cemen nit een oogpunt van volkenkunde, bevond, dat het zoo lang vereerde voorwerp uit beschilderd metaal bestaat. Een nieuwe vlag. Een nienwe vlag is dezer dagen ontplooid. De zaak is voorgevallen in Amerika, te Chi- cago, en het eigenaardige er van is, dat het een Israëlietische vlsg is, de eerste vlag van dien aard sedert de belegering en den val van Jeruzalem. Het initiatief voor dit vaandel is, Daar de amerikaan- sche bladen verhalen, te danken aan een Israëlietische vereeniging, nl. van de »On- afhankelijke Orde der Ster van hst Wes ten". De leden dier orde kwamtn in het lokaal der Vereeniging bijeen, en schaalden zich daar in de volmaaktste orde. Diarop wer den twee vlaggen binnen gebracht, de a- merikaansche, die ontplooid was en de Israëlietische, die nog in haar omhulsel was. De Opper-rabbijn Levy sprak een rede nit, vervolgens werd de Israëlietische vlag ontplooid en gewijd onder de geest drift der groote menigte. De vlag is wit en draagt in het mid den een blauwen, dubbelen driehoek, het schild van David voorstellende. Boven op den stok zit als sieraad een dnif met uit gespreide vleugelen. De drie laden. Met een energiek gebaar zooals ie mand doet, wiens besluit onherroepelijk vast staat, wees gravin Madeleine op een japansch kastje, waarin drie laden waren, en zeide fOpen een van deze laden en neem de moeite goed te kiezen, ValentijD, want in elk daarvan heb ik een antwoord gebor gen op de vraag, waarmee gij mij nn reeds zes maanden onophondelijk achter volgt. Wanneer gij het gunstige antwoord verovert, datgene, wat ja* zegt, dan mag ik n niet langer afwijzen. Maar wee ik, zoo gij een ongunstig antwoord kiestGij zult mij dan nooit weerzien.' f Ach zeide hij, „ik heb twee slechte kansen tegen een goed. Welke afschuwe lijke gedachte is u ingevallen'. Hij aarzelde lang een kens te doen tusschen de drie laden. Met bevende hand raakte hij de een na de andere aan en waagde het niet, aan den gouden ring te trekken. Zijn hart kromp van angst ineen uit vrees, een ongelukki ge keuze te doen. Eindelijk nam hij een beslnit en trok, de oogen gesloten hondend, een lade open. Welk een vreugde 1 Het antwoord een rose briefje, dat hij snel open vouw de bevatte het heerlijke woordje »ja'. Doch eensklaps vloog er een treurige trek over zijn gelaat. „Nu" vroeg zij verschrikt, *wat begeert gij nu nog meer, waarover hebt gij u te beklageD, gij ondankbare »Ik ben ergens bang voor,* zeide hij zuchtend. „In mijne nabijheid, waarvoor dan „Ik ben n aan het toeval verschuldigd en niet aan u zelf." En hij verzonk in gepeins. Toen barstte zij in lachen uit en riep f Dwaas, ik heb immers in alle drie la den hetzelfde antwoord gelegd.' Brand in een kazerne. Te Zwiekau is een der grootste kazer nen van Duitschland, die pas 12 jaar ond is en 1 millioen mark gekost heeft, afge brand. Ofschoon de brand te 1 uur 's nachts nitbrak, zijc alle bewoners gered; maar de uitrustingstukken voor 80.000 man, ter waarde van vele millioenen, zijn door de vlammen vernield. Het gebouw was voor 1 millioen verzekerd, maar de inhond sedert het vorig jaar niet meer, daar de minister van oorlog het beter wonder, dat mevrouw Btake, als ssij dit alles eens overdenkt, minder aangenaam gestemd is en aan den eersten den besten, die baar in den weg komt, hare kwade luim tracht te koelen. Alice, die aan het venstor zit en eenige flanellen kleedtDgatnkken maakt, is baar eerste offer Bet kleine rokje, dat het jonge meisje met zooveel nver behandelt, is e^n voorwerp, waarover de moeder haar gemoed eens kan luchten. „Wat ter wereld maakt ge daar nn weder Alice?" begint de knorrige dame, olschoon zg heel gosd weet, wat bot goed, dat hare dochter naast zich heeft liggen, te beduiden heeft. „Ik naai een warm jurkje voor dat arme kind, mama antwoordt Alice beschei den. „Gjj weet, ik heb n daar reeds alles van verteld." „Daar weet ik niets van. Ik herinner mjj alleen maar, dat ge mij eene zeer on waarschijnlijke geschiedenis hebt opgedischt, en ik geloof, dat het kind geen recht op eene plaats op de wereld beeft." Recht of geen recht, gekleed moet het toch worden," antwoordt Alice lachend. Dit lachje brengt hare moeder nog meer uit haar humeur. „Ik haat het, d»t jonge meisjes kleeren voor arme menschen naaien en de welda dige uithangen. Het is zeer verkeerd, zoo genaamd excentriek te zijn, dat geeft Bteeds aanleiding tot opmerkingen." „Tot wat voor opmerkingen, mama?' Een gloeiende blos is plotseling naar Alice's bleeke wangen gestegen en hare oogen zien bare moeder smeekend aan. Me vrouw Blake is evenwel besloten, bare ge dachten nn eens niet voor zich te houden. „Wanneer jonge meisjes zich er haar fort van maken, om voor arm9 menschen kleeren te naaien en hutten te betoeken, is dat alleen een bewijs, dat haar eigen leven met gelukkig is. En wanneer men zich de mosite geeft, daar verder onderzoek naar te 3oen, zoo vindt man dan gewoonlijk tot reden voor dit ijveren voor he' geluk dar verde re maoschtieid, eene liefdesgeschiedenis. Ge loot me, Alice, de mensehen zijn niet zoo dom, om van uwe bleeke wangen en uwa wamer om goed te doen, da rechte oorsaak voad, dit in eigen assurantie van den Staat te nemen. Een buitenkansje voor de Maatschappij, waarbij de kazerne vroe ger verzekerd was. Smakelijk etso Verschillende omstandigheden hebben er mij toe geleid, een onderzoek in te stellen naar al onze vleesch-extracten en bouillons, naar alle soorten ingemaakt vleesch, wild, visch enz., en er valt niet veel goeds van te zeggen, vooral niet van de bnitenlandsche. Geen enkele daar van behoeft hier genoemd te wordende eene is al niet veel beter dan de andere. Voor een prijs, waarvoor ik alles gaarne hier te lande goed zon fabriceeren, krijgt men een vocht, dat volstrekt üiet in alle opzichten voldoet. Men heeft een zieke en geen tijd om zelf het werk te doen, ook geen voorraad. Welke bonillon, welk vleesch-extract, welk geconserveerd vleesch is nu vertrouwbaar Geen enkel. Wis weet, van welk vleesch ze getrokken is, welke controle op de be reiding bestond en of deze vertrouwbaar is Hoeveel paardeD, honden, katten, ja, misschien muizen en ratten (deze btide laatste met hnid en haar natnnrlijk) kan nen bij het randvleesch gebruikt zijn tot het bereiden dezer vleesch-extracten Doe zoo'n flesch open en mik goed. Daar op afgaande kan er best van dit alles en nog veel ergers in zijn. Ook op den smaak valt volstrekt niet te roemen. Aldus schrijft Ericus in het N. v. d, J). Het plan van de prinses van Wales, om op bet britsche koningin- nefeest voor alle „arme bedelaars en ver- loopen lieden (outcasts) in Londen, gedurende eene week dagelijks een maaitijd toe te richten legt eene zeer zware taak op den lord-msyor van Londen's City. Het geld stroomt toe. De prinses open de de lijst met 100 £st. maar de or ganisatie zal buitengewoon moeilik zijn Het gedrang te vermijden wie moet toe gelaten waar zijn in zulk eene drnkke weck lokalen en bedienden en koks te vin den Australië wil helpen en stelt voor 20,000 schapen en 500 ossen te zenden, op voorwaarde dat men niet vergeet, dat het Vereenigde Koninkrijk nit drie rijken bestaat, zoodat men in de drie hoofdste den Londen, Edinbnrgh en Dublin deze maaltijden moet aanrichten. Te Maagdenburg is de zer dagen een felle brand ontstaan in een groot huis, welks trap dadelijk in lichtelaaie stond. Daarbij zijn op noodlot tige wijze drie menschen verongelukt. De brandweer namelijk was bezig, de bewoners met brandladders te redden, toen een dienstmeisje op de vierde verdieping, bij hare poging om de ladder te bereiken, misstaptezij viel en sleepte twee men- scheD mede, die reeds op de ladder afstij gende waren. Een van dezen en zij zelve waren dadelijk dood, de derde zwaar ge kwetst. „Christophorns Colum- bus was een beroemd maD, die Amerika ontdekte en een ei rechtop ken zetten." Deze volzin, die eens op een schriftelijk examen den lachlnst der examinatoren gaande maakte, bewijst, dat er voor den jeugdigen candidaal evenveel verdienste in steekt, een ei op een der punten te laten staan, als in het ontdekken van eene nieuwe wereld. Zonder Columbns' verdien sten te willen verkleinen, zal ieder moe ten toegeven, dat het rechtopzetten van een ei op een platgeslagen pnnt zelfs voor den kleinsten schooljongen geen kunst meer is. Onze hedendsagsche weten schap is reeds zoo ver, dat wij nn een ei op een plat vl»k rechtop kunnen zet ten zonder de pnnt stuk te slaan. Wij weten, dat midden in het wit van het ei, ook wel albumine geheeten, een dooier drijft, bestaande nit een soort kogelron den vliesachtigen zak, die de beken de gele vloeistof bevat. Wanneer wij nu een versch ei hevig schudden, dan scheurt dit vlies, en de dooiervloeistof, die zwaar der is dan het eiwit, zakt naar beneden en wel naar een der punten, indien wij althans het ei rechtop houden. Door deze scheiding tnsschen beide vloeistoffen heeft zich het zwaartepunt van het ei verplaatst, en met eenige handigheid zal men dit gemakkelijk rechtop kunnen plaatsen, zonder dat het eenige neiging vertoont, nit eigeD beweging om te vallen. Er bestaan nog verscheidene andere ma nieren, om het slechts op eene gevatheid berustende kunstje van Colnmbns tot een graad van wetenschappelijk zuivere volko menheid te brengen. Waaraan sterfteen gehan gene? Iedereen zal natnnrlijk antwoorden, dat bij iemand, die door ophanging van het leven beroofd wordt, de dood door ver stikking intreedt. Interessant mag het daar om heeten, dat dezer dagen het tegendeel gebleken is. Te Halle hiDg zich onlangs een man op, op wien wegens kortademig heid de luchtpijpsnede was toegepast. De strop was boven de canule dichtgetrokken, zoodat de gehangene iD ieder geval had kannen ademhalen. Niettemin trad de dood even snel als anders in. Hieruit blijkt dus, dat bij ophanging de dood niet wordt veroorzaakt door verhindering der ademhalingsfunctie, maar door samenper sing der bloedvaten. De situatie van het lichaam was overigens van dien aard, dat de man gemakkelijk weer op de been zou hebbeD kannen komen, indien hij niet even spoedig als in andere gevallen van dien aard bet bewustzijn verloren had. Bij de lijkschouwing bevond meD, dat de hersenen bloedeloos waren, terwijl de bloedvaten aan de basis een buitengewoon sterken bloedaandrang vertoonden. De va ten van het weeke hersenvlies waren min der gevuld, doch in de herseDbeendereu en in het merg bad zich eene groote hoe veelheid bloed opgehoopt. Een geval als dit is waarschijnlijk nieuw in de medische litteratunr. Dure Godsdienstoefenin- geD I In de City van Londen vindt men een aantal Anglikaansche kerken, die voor den predikant een aardig inkomen oplevereD, maar door de gemeente Diet bezocht worden. Een „reverend" heeft zes maanden genomen, om het zondagsche bezoek van een aantal kerken in de City na te gaan, en toen zijne bevindingen in een brief aan den bisschop van Londen medege deeld. Het zijn curieuse cijfers, die hij geeft. Een kerk, St. Alphage, Lon- den-wall, met een jaarlij ksch inkomen van ruim f 11.000, heeft gemiddeld in eiken zondagochtenddienst vier en in el- ken zondagavonddienst zes meDSchen St. Clave, Hart-street, gemiddeld 34 's mor- geDS en 27 's avonds. Het inkomen van den predikant is hier ruim f 24.000's jaars, plns een huis, dat hij voor ruim f 2500 verhuurt. Zelf woont hij in Kensington. Vijftien van de City-kerken hebben een ge zamenlijk inkomen van nagenoeg f 120.000 met pastorieën, enz., en gezamenlijk een gemiddeld bezoek van 148 menschen 's morgens en 155 's avonds, d. i. gemid deld elke kerk bijna f 8000 inkomen en ongeveer 10 menschen. In de meeste ge vallen wonen de predikanten van die ker ken niet in hunne gemeente waarom ook maar op dikwijls verren afstand. Een woont er heel op het eiland Wight! Groen, niet te doorgronden." Alice zwijgt. Zij heeft dit reeds hon derdmaal gehoord, en hare oogen worden vochtig, als bare moeder voortgaat „U ontbreekt ieder gevoel van rechtma- tigen trots, AliceMaar ik geloof, dat dat een erfdeel is van de familie nws vaders die bezat ook geen gevoel van eigenwaarde." Inderdaad, de arme Blake had trots noch geest, anders bad zijne vrouw hem nooit zoo volkomen kannen beheerschen, zooals zij het gedaan beeft, totdat hij eindelijk aan zielsverdriet stierf. Alice zegt nog niets zij bnigt slechts het hoofd en vouwt het ongelukkige kleedingstuk te zamen. Mevrouw Blako is volstrekt niet genegen, haar thema af te breken, zij zoekt naar een nieuw aanknoopingspunt. „Het is hoogst fataal voor mij, de luidjes steeds alle schuld op mij te hooren werpen, dat ik die dwaze verloving toesta. Weet ge, dat men nn algemeen beweert, dat hij u in 't geheel niet meer trouwen wil „Mij is het 't zelfde, wat de menschen zeggen," antwoordt Alice met een treurig lachje. ,,Ea gij moet a er even weinig om bekommeren, mama. Zoolang ik nog niets verkeerds heb gedaan, mogen zjj van mg zeggao, wat zjj willen daarbij heft zij hel hoofd op. Het is geen gebrek aan trots, dat men in die heerlijke, nadenkende oogen leest, als zij er aan toevoegt„Wanneer Jim en ik tevreden zijn, zoo geloof ik, dat een derde zich met ons niet behoeft te be moeien." .Zijl ge dan tevreden?' vraagt mevrouw Blake en Alics's lippen beven. Slechts de stille maan vermag te vertellen, hoe monigen nacht Alice sioh reeds in slaap had geweend en hoe dikwijls zij Jim's ver lovingsring tegen de lippen gedrukt had- Bij de woordeo harer moeder wordt baar hart opnieuw zwaar en hare oogen vallen zich met tranen. Mevrouw Blake ziet die tranen en wendt zich met een kort, hard laebje van hare dochter af. „Hij is waarlijk niet waard, dat gij tranen om hem stort," zegt ze. „Wat jammer is't, Alice, dat ge mijnheer Ker nw hart maar niet schenkt, die zou een vrij wat beter man voor n zijn geweest," eindigt zij hare pijniging, terwijl zij onbewnst bijna dezelfde woorden gebruikt, welke Jim Lesroy tot John Ker gezegd heeft. „Hoe komt ge erbij, om den naam van John Ker te noemen, mama vraagt Alice, terwijl zij overdenkt, hoe onmogelijk het haar geweest zou zijn, om een anderen man dan Jim lief te hebben. Mevronw Blake staakt voor een oogea blik hare rnstelooze wandeling en blijft voor Alice staan. „Gij zijt óf eene slnwe ccqaette óf zoo door nwe zoogenaamde liefde voor Kapi tein Lesroy verblind, dat ge niet zien kuDt, wat voor een ieder gemakkelijk te zien is, dat mijnheer Ker n liefheeft." „O .mama, dat hoop ik niet. Ik ben ervan overtuigd, dat gij n moet bedriegen. Mijnbeer Ker is mij nooit op eene dergelijke wijze toegedaan geweest." „Ik weet nn juist niet goed, wat ge on der „op eene dergelijke wijze" verstaat," ant woordt mevronw Blake. „Maar ik weet, dat bij ODgemeen veel belang in n stelt. En ik behoet de waarheid niet te verhelen, dat het mij veel gelukkiger maken zon, als ik n als de vronw van John Ker van het al taar zag terugkomen, dan als die van dien Kapitein Jim. „De een is een goed en verstandig man, de ander is jnist het tegendeel." Arme Alice. En zij vermag geen enkel wooid tot verdediging van haar geliefden Jim te zeggen. Zij wendt bet hoofd af en ziet in den regen, die buiten nedervalt. En ant woord geeft zij niet, want zij heeft reeds laDg geleerd, dat het 't beste is, tegenover dese predikaties te zwijgen. Het binnenkomen van Flora maakt gelukkig aan het onder werp een einde. Flora ziet er aantrekkelijk nit in het zwarte kleed van kant ,met rose ondergrond. Hasr anders zoo ODversehillig gelaat, heeft eene verjongde uitdrukking aangenomen. „Ik zie een rijtuig de oprijlaan inkomen," zegt ze, terwijl ze een opmerk tarnen blik door de kamer werpt, om te zien, of alles in orde is. „Ik geloof, dat bet air Moritz is Het is een ware zegen, dat er op zoo'n ellendigen dag ook nog eens andere mensehen verschijnen. Laat die jalousie een weinig neer. Ik heb een hekel aan dat schelle licht.* De schoonheid had nauwelijks in een arm stoel plaats genomen en, met een boek in de hand, zich den voordeeligsl mogelijken stand gegeven, toen de raderen van het rijtnig de kiezelsteenen op het voorplein reedc de den knarsen. Het is niet air Moritz, maar kapitein Les roy, met John Ker naast zich. Alioe bloost, ais zij het lichtblonde haar en de breede schouders van haar verloofde boven mijnheer Ker ziet uitsteken. Ook Flora bloost, maar van ergernis. „Bij zulk een weer te komen," spreekt zg verachtelijk. „Natnnrlijk zweeft gij in dan zevenden hemel, Alicevoor mij is het zien van znlk een minnend paartje op zoo'n droeven dag verre van prettig. Moritz zon mij wat beter hebben aangestaan." „Moritz heeft na zijn liet nichtje, om zich mede te vermaken," zegt Alice lachend. Zij had wel een bovenmenschelijk wezen moeten zijn, wanneer zg in staat geweest was, deze kleine weerwraak binnen te houden. Eer nog het rood des toorns van Flora's wangen geweken is, gaat de deur open en treedt kapitein Lesroy gevolgd door mijnheer Ker de kamer binnen. Ten slotte is ieder menscbeljjk wezen tot tijdverdrijf beter, dan niemand te hebben, die ons eon regenachtigen achtermiddag belpt verdrijven. Zelts Floortje ziet dat in en baar welkomstgroet klinkt hartelgker, dan nit het voorafgegane was af te leiden. Alioe werpt een blik, waarin gelukkige verrassing te lezen staat, op kapitein Les roy, wiens bijzijn haar nog even gelukkig maakt als op den eersten dag hunner verloving. Mijnheer Ker krijgt ditmaal eon eenigszins verlegen groet van Alics en zjjne oogen bemerken oogenblikkelijk deze verandering. Dat duurt evenwel slechts een oogenblik en Alice is weder zichzelve. Hij echter wendt zich tot mevronw Blake en doet alie moeite, haar in een gesprek te wikkelen, om 1 zoodoende de beide menschen, die hem op Gem. Wieringenvaard. Ingeschreven van 1 30 April 1897. Geboren Frederik, z. v. Jan Haverkorn en van Stijntje Davids. Anna Johanna, d. v. Jacob Zwaag en van Trijntje Koning. Maria Anna d. v. Albertus Jimiuink en van Maria Bood. Neeltje, d. v. Dirk Kuiper en van Aaltje Hakof. Antje d. v. Cornelis Groet en van Neeltje Kater. OndertrouwdSimon Dik en Grietje Mosk. Pie- ter Kaan Dz. en Trijntje Kaan Albd. Gehuwd: Pieter Broers en Bregtje Yeltnm. Pie- ter Bakker en Elisabetb Keesman. OverledenGeene. Geni. Nienwe Niedorp. Ingeschreven van 1 30 April 1897. GeborenGeene. OndertrouwdTennis Janzen en Trijntje Kaspers. Jan Nierop en Angenitha Geertruida Maasen. Jacob Wijnker en Trijntje van Schagen. Abram Wit en Antje Yel. Klaas Ruurds en Grietje Mijts. Sebag, tiaan van Wielen en Wijbregje Smits. Jacob Moele-, naar en Gnnrtje van der Molen. GehuwdT. Janzen en T. Kaspers. J. Nierop en A. G. Maasen. OverledenNeeltje Kok, echtgenoote van Jacob Schoorl, 58 jaar. Maartje Strijbis, echtgenoote van Simon Prins, 32 jaar. Ariën Joffer, weduwnaar van Neeltje Bakker, 81 jaar. Brigitha Klaver, d. van A- riën Klaver en Daatje Rijkes, 1 jaar. Aaltje Butsen, echtgenoote van Johannes Frederik Roodenberg, ->i jaar. Klaas Koomen, zoon van Klaas Koomen Jm. en van Pietertje Rood, 12 jaar. Gein. Oudkarspel. Ingeschreven van 1 30 April 1897. Geboren: Neeltje, d. v. Klaas Jonker en Leentje Raap. GehuwdTamis Rniter, ]m. oud 23 jaren en Neel. tje Duijves, jd. oud 23 jaren. Willem kraakman, jm. ond 23 jaren en Gnnrtje Kos, jd. oud 22 jaren. Pieter Spaansen, jm. ond 29 jaren en Neeltje Kraak- man, jd. ond 23 jaren. Jan Weel, jm. oud 23 jaren en Trijntje de Moei, jd. oud 22 jaren. OverledenNeeltje Koorn, weduwe van Jan Ee- cen Gzond 66 jaren. Cornelia Jannetje Maria Hermina Blankestijn, ond 6 maanden. Jan echtgenoot van Brechtje Ylaar, ond 26 jaren. Ingeschreven van 23 30 April 1897. Geboren: Catharina Elisabetb, d. v. Jan Constant en Antje Bijvoet. Maartje en Trijntje, d. v. Dirk Zeeman en Engeltje Appel. Ondertrouwd: Meijert Wijn, j. m. Broodbakker, 30 jr. te Zijpe, onlangs te Oudkarspel en Antje Kapitein, j. d. zonder beroep, 28 jr. te Zijpe. Simon Ligthart, j. m. Landman 24 jr. te War- menbuizen en Aaltje Lonwe, j. d zonder beroep 23 jr. te Zijpe. Dirk de Graaf j.m. Arbeider, 32 jr. en Antje Schager, j. d. zonder beroep, 27 jr., bei. den te Zijpe. Getrouwd; Klaas Kossen, j. m. Arbeider, 25 jr# te Petten en Willemetje Dekker, j. d. zonder be roep, 23 jr. te Zijpe, onlangs te Helder. Pieter Plnister, j. m. Photografist, 28 jr. te Broek op Langendijk en Martha Bregman, j. d. zonder beioep, 23 jr. te Zijpe. Klaas Schuijt, j. m. Landman, 37 jr. te Zijpe en Maartje Groenveld, wed. van Pieter Bos, Boerin, 25 jr. te Koedijk. Pieter Schermer hom, j. m. Landman, 23 jr. te Sint Maarten en Maria Marees, j. d. zonder beroep 25 jr te Zijpe. Overleden: Jan, z. v. Lonrens Smak en Trijntje Nieuwenhnizen, 7 m. Gem. Oude Niedorp. Ingeschreven van 1—30 April 1897. Geboren 13 April,Jantje, d.v. Aarjen Blokker en van Trijntje Krap. 14 dito. Catharina, d. v. Dirk Burger en van Catharina Borst. 13 dito. Cornelis, z. v. Pieter Hartman en van Aafje Dovis. 14 dito. Johanna Pe- tronella, d. v. Petrns Bruin en van Maartje Slijker- man. Ondertrouwd: 9 April. Jan Bakker en Jantje Mnl. 9 dito. Jan Wonder en Grietje Keesman. 9 dito. Ja- cobus Pronk eu Trijntje Zomerdijk. 15 dito. Dirk Dekker en Trijntje Wit. 15 dito. Pieter;Wit en Wilhelmina Koopman 15 dito. Conelis Dimmen en Johanna Borst. Jan Spaans, weduwnaar van Aagje Bij post en Geertje Pels, weduwe van Teunis de Wit. 17 dito. Pieter Brugman en Gijsbertha Strijbis. 17 dito. Abraham Strijbis en Ariaantje Kaag. 23 dito. Jacob Karsten en Grietje van Leeuwen. 29 dito. Willem Znt en Maartje Bijwaard. Gehuwd21 April. Jan Wonder en Grietje Kees man. 21 dito. Jacobns Pronk en Elisabetb Pater. 21 dito. Jacob Jong en Trijntje Zomerdijk. 25 dito. Jan Bakker en Jantje Mul. 29 dito. Jan Spaans, weduwnaar van Aagje Bijpost en Geertje Pels, we duwe van Tennis de Wit. 29 dito. Cornelis Limmen en Johanna Borst. Overleden: 14 April, Cornelis Stijgersz.v. Hermanns Fredericns Stijgers en van Antje Duijvis, 3 weken. 22 dito. Dirk Hovenier, weduwnaar van Aafje Jonk, 70 jaar. 29 dito. Maria Catharina Elisabeth Nieuman, wed. v.Fredrik Böttger, 70 jaar. Gein. Sint Maarten. Ingeschreven van 1 30 April 1897. Geboren.- 12 April. Aagje, d. v. Jan Bijpost en van Grietje Bood. Ondertrouwd: 16 April. Jan Nat en Trijntje Go- vers. 29 dito. Willem van Schagen en Grietje Pronk. Gehuwd: Geene. Overleden 4 April. Jan Bakker, oud 53 jr., echtge noot van Antje de Genrs. 1 ti.ciito. Willem Schrijver, ond 78 jr., echtgenoot van Trijntje Rijs. 16 dito. Pieter Jongejan, ond 3 mnd. 19 dito. Grietje Schotvanger ond 78 jr., weduwe van Albert Schager. 27 dito. Antje Jonker, oud 75 jr„ weduwe van Jan de Graaf, eerder van Albert Veertig. Gem. N.-Scharwoude. Ingeschreven van 1 S0 April 1897. Geboren Jan, z. v. Pieter Stemke en Maartje Keemen. Dirk, z. v. Jacob Erix en Bregtje Bruijn. Maartje, d. v. Willem Bakker en Maartje Klinge- les. Ondertrouwd Andries Goudsbloem, 29 jr. Zaid- scharwoude en Klasina van Schagen, 26 jr. Noord- scharwoude. Getrouwd en Overleden geene. Gem. Broek op Lan£endijk. Ingeschreven van 1 30 April 1897. Bevallen: A. Smit, geb. Kniper, d. G. Harreveld, geb. Barten, d. M .Kamp, geb. Koedijk, z. M.C.P. Zeun, geb. Hoogedijk, d. M. Kroon, geb. Bregman, <L N. Slot, geb. Wagenaar, d. E. Kramer geb. Schaak, d. Ondertrouwd C. Glas en Gr. Zingerl K. 01 ij en B. van Til te Akersloot. Gehuwd T. Keizer 26 j. en N. Hoogland, 26j. Jb- Smit 23 j. en A. Speets 22 j. R. v. d. Meer te Alkmaar 24 j. en Tr. v. der Molen 23 j. Overleden: T. Kossen, 20j. aarde bet dichtst aan bet harl liggen, ge legenheid te geven, zich met elkander bezig te honden- „Ben je nat geworden, Jim vraagt Alice met die zaebte, vrouwelijke belangstelling voor het welzijn van haren gelielde. Hij lacht bij de gedachte, dat de regen bem zou kunnen schaden; zij lacht eveneens, doch wel wat ernstig; want het zooeven geeindigde onderwerp met hare moeder, is haar nog volstrekt niet nit het geheugen. „Wat is er voorgevallen, Alice?" fluistert hij, haar naar eene vensternis aan het andere einde van de kamer geleidend. „Uw lief gezichtje had eene zoo zonderlinge uitdruk king, toen wij binnentraden." „Het was niels," antwoordt zij snel, want zij is verheugd, dat hjj een zoo opmerkza- men blik aan haar heeft geschonken. Dan echter gaat zij, nit vrees van nog meerdere vragen ie zullen moeten beantwoorden, naar de anderen terug en hij volgt haar, om haar de reden van zijne komst uileen te zeiten. „Ik heb het plan, op mijn slot eenjacht- bal te organiseeren en ben hierheen geko men, om die aangelegenheid eens met de dames te bespreken. Wat zegt ge ervan mevronw Blake Hij richt deze vraag tot de aanwezigen, terwijl hij te midden van de groep staat en zijne oogen vol uit drukking houdt bg op Alioe gevestigd, om te zien, of dit plan ook haar m verrukking kan breogen. ,,0 hoe heerlijk „Wat een pikant idéé 1" „Verrukkelijk I" klinkt de bijval. „Het was het idee van John," zegt ka pitein Lesroy lachend. nH9 wilde die landelijke eentonigheid hier eens onderbroken hebben, en daar ik er aan denk, om een reisje met mijn jacht te gaan maken, kan dit eene aardige afsoheids- voorstelling zijn. Maar zooals gezegd, het was alleen de gedachte van John," terwijl hij zijn vriend aanziet, op wiens gelaat een vriendelijk lachje rnst. „Alleen mijn idéé, Jim?" herhaalt hg vragend, en hg betrapt zich er op, hoe hij Alice aanziet, om te zien, welken indruk die aankondiging van Jim's reis op haar heeft gemaakt. Maar ach, in baar gelaat is niets te le zen, slechts Jim kan de uitdrukking harer oogen verstaan. „Ik zal niet.lang weg blijven," zegt Jim, als antwoord op hare onuitgesproken vraag. „Dit uitvluchtje met bet jacht heeft John ook voorgesteld, hij gaat met mij mede." Dan is alles goed, onder zijne hoede is Jim geborgen. Alice dankt met een har- telijken blik John Ker.diedien blik opvangt en eruit leert, dat zij den man harer liefde aan bem toevertiouwt. Het is een eigen aardig vertrouwen, dat hem geschonken wordt, maar hij neemt het aan. Het zal een gemaskerd bal zijn, het feest. Wat een stof voor gesprek op dien eerst schier eindeloozen achtermiddag- Over een nieuw kleed te denken, er over te peinzen, het aardigste en vreemdste costuum uit te zoeken, dat is iets, dat hare bekoriDg niet spoedig verliest- Juffrouw Blake viert dan ook hare verbeeldingskracht ongebreideld den teugel. Een bal heeft men niet eiken dag in de landelijke omgeving Daarbij komt nog, dat de gasten, die genoodigd zullen worden, zorgvuldig moeien worden besproken, dit is iets, dat zoo maar niet op stel en sprong kan gebeuren. „Ik heb Dermot nog verzocht, met mg mede hierheen te gaan," zegt kapitein Les- 'oy, ..*8 zijn het slot Dromaneen voorbjj gereden, maar bij heert geweigerd. Hjj was dan ook te aangenaam bezig om te kannen scheiden." „Zeker met rooken merkt juffroaw Flora op. „Op een regenachtigen dag heb ik sir Moritz nog nooit iets anders zien doen dan rooken." „Er was geen pijp te zien op een nur afstand," antwoordt Jim lachend- „Hjj leer de dat lieve nichtje van hem biljarten en geen tien paarden zouden de kracht heb ben gehad, bem daarvan vreg te trekken." Flora lachte bard en SDgdend. ,,0, dat temmen van die kleine wilde, zal eene heerlijke bezigheid voor bem zijn-' WLRDT VERVOLGD. Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6