Burgerlijke Stand.
Gem. fifjpe.
K
di»
schrijven en meenend, dat haar man in
Friesland evengoed hetend was als in het
dorp plaatste «y 0p het adres: Aan mijn
man Eppo in Friesland.
krWam echter aIs ««bMtelbiar
d ?rn° Cn PfÜkte laagen tijd
voo de ramen van het postkantoor. Daar-
door kwam de 8treek yan >t
vronwtje uit, waarover de dorpelingen
maakten8'11 'J 160 k°Ste haar "ool9k
hie?U iaron^ be,r''ïnert °°k n°g aan hetgeen
«ebree voor?iel' Esn zoon
Aa' mijn j briefkaarten met het adres
brie ren .- moe<^9r adresseerde hasr
bii van a nV.°,Q<?1^aaa mijn zoon Jan,
blJ van det Mohlen op den Dam.
^lan" r SV Ptins als telloer.
»f«t U aPe®t is sedert eenigen tijd een
«a rsmehng van een der edelste poolsche
vorstsngeslachten als kellner werkzaam.
vorst Eaierich Stanislaus Woro-
--.czki, de neef van den bekenden vorst
Mizislaus Woronieczki, die in den vrij-
neids-oorlog van 1848-1849 voor de
Mak van Hongarije gevallen is; zijn va
der was zonder vermogen naar Hongarije
getroksen en had een arm burgermeisje
gehuwd. Uit dit huwelijk is een zoon ge
boren. De middelen van den vader warea
niet voldoende, hem eene passende opvoe-
ding te gevenwel werd hij in 'l begin
op eene school in Veszpria gezonden
-jj&rop stierf zijn vader evenwel en
niet lang daarna zijne moeder eveneens.
Geheel en al zonder middel van bestaan
bleef de jonge vont acht6r, moest alleen
voor zich zeiven zorgen, en was ten slot
te gedwongen, eene plaats als kellner 'aar.
te nemen. Vorst Emerich Woronieczki is
22 jaar.
Jaloezie. InParijs is
een "reesslijk drama door jiloezie veroor-
ziakt, voorgevallen. Gedurende eenige
maanden woonde in de rue du Temple
eene jonge vrouw van 25 jaren, die zich
gkiBiJathilde Riveiron noemde en het beroep
van kaartlegster uitoefeude. Als minnaar
had zij een jongen min van 80 jaar. E-
mile Moreau, een teekenaar, die, hoewel
hij zijn verblijf in de me Saint Sauveur
had, het grootste deel van den dag bij
zijne minnares doorbracht. Sedert eecigen
tijd schenen zij het oneens te zijn en
hoordendeiairen vaak lnid gekijf.
Zij Verschrikten dan ook niet erg, toen
zij eergister in den namiddag kreten van:
»Help, zij vermoordt mij' op de ka
mer van Mathilde hoorden. Maar toen
het hulpgeroep aanhield, besloten zij, naar
de kamer der jonge kaartlegster te gaan
op hetzelfde oogeablik ging de deor open
en met eene diepe wond kwam Morean
naar buiten, in den hals hevig bloedend.
De ongelukkige was door zijne minnares
met een dolk gestoken.
Verscheidene personen gingen bij
Mathilde bitinen. De kamer was ledig.
Een venster, dat uitzicht gaf op de straat,
stond open. De jonge vrouw had zich,
toeo zij haat opzet had volvoerd, naar
beneden gestort.
Voorbijgangers hieven baar op en droe
gen haar naar een apotheek, waar ook
weldra haar slachtoffer werd gebracht.
Daar hun toestand zeer ernstig toescheen
za»-den geneesheer, dien men te hnlp
had geroepen, werden zij naar het hospi
taal Saint-Lonis gebracht.
De grootste courante
gouden munt op de wereld is de gouden
jloot" van Annam, de fransche kolonie
iD Oostelijk Azië. Het is een plat, rond
geldstuk ter waarde van f 660.
Een andere munt, die deze in grootte
het meest nabij komt, is de japansche
obaug, die iets meer dan twea en een
half ons weegt, en in waarde ongeveer
gelijk staat met tien engelsche sovereigns.
Het danste lichaam ter
wereld is de waud van een zeepbel vóór
het springen waarvan 24 millioen wanden
op elkander 1 millimeter dikte bereiken.
Ter waarschuwing. Een
vreeselijk drama heeft het dorpje Pierce-
hridge (Engeland) in beroering gebracht.
Vier jonge meisjes van 12 tot 16 jaar
waren gaan wandelen. Esnige nren na haar
vertrek vond men hare laarzen en koasen
op den oever van de Tee.
Na een poos vruchteloos zoekens in
den omtrek, is men in de rivier gaan dreggen
en heeft men ten slotte de lijken van drie
der ongelukkige meisjes op den oever
gehaald. Het vierde is nog niet gevonden.
Men veronderstelt, dat de kinderen een
voetbad in de rivier genomen, dat een
van hen is misgestapt, dat de anderen
haar hebben willen helpen en zoo even
eens in den stroom zijn verdwenen.
Eene ernstige aanvaring
op zee.
Een scheepsramp, waarbij elf menschen
het leven verloren, had dezer dagen 's a-
vonds laat tsr hoogte van den Girdleness-
vnurtoren bij «Aberdeeo plaats. Het stoom
schip „Collynie", kapitein Lawie, thnishoo-
rende te Aberdeen, koerste van Methil
naar Aberdeen en het stoomschip Girnigoe
was op weg van Wiek naar Snnderland,
toen beide vaartuigen ongeveer een halve
mijl van Girdleness, terwijl het eerste
dat 8 man equipage aan boord had, bene
vens dea kapitein, zijne vrouw en twee
zooss de haven reeds in peiling had,
met elkander in aanvaring kwamen.
Het was een stille, heldere nacht, toen
door eene onverklaarbare oorzaak de Collj-
nie plotseling midschip getroffen werd en
binnen enkele minuten zonk.
Kapitein Lawie beval, dat de booten
zouden worden uitgezet. Hij voorzag zijn
zoontjes van reddingsgordels en was juist
van plan, zijne vrouw denzelfden dienst
te bewijzen, toen het vaartuig overhelde
en met den kop naar beneden in de
diepte verdween. Hij hield de hand zij
ner vrouw vast toen het schip onderging,
doch een golf scheidde hen en hij zag
haar niet meer terug. De Girnigoe zette
eene boot uit eu redde den kapitein, die
reeds bewusteloos was.
De equipage eo zijne vrouw en kinderen
kwamen echter in de golven om. De Gir
nigoe was zwaar beschadigd, doch bereik
te Aberdeen zonder incidenten. Zij bleef
echter vooraf geruimen tijd ter hoogte van
de plek, waar de Collynie verdween, in
de hoop, een deel der drenkelingen te
redden. Men zag echter geen spoor van
de ongelnkkigen en er dreef zelfs geen
wrakhout. Omstreeks middernacht arri
veerde zij in de haven met het treurige
nieuws. De vrouwen van de meeste opva
renden wachtten aan de kade en toen zij
vernameD, welk een ramp haar zoo kort
te voren getroffen had, werden daar de
smartelijkste tooneelen afgespeeld. Men
omringde den eenigen overlevende der
scheepsramp met de meeste zorg en nadat
het zwaar gehavende schip was vastge-
meerd, werd kapitein Lawie ter verpleging
aan wal gebracht.
Te Huil hebben alle b e-
ambten van het station aan de North
Eastern geld gespaard om tweewielers te
kannen koopen. Zij hebben die nu in het
groot opgedaan, 87 nieuwe fietsen voor
f 12,000.
Ze zijn maandag afgeleverd en op het
stalen paard rijden nn alle beambten van
hunne woningen buiten de stad naar en
van het station,
Uit den goeden ouden tijd.
Op voorstel van dea schoolopziener be
noemden Ged Staten van Groningen, naar
de N. O. Ctmeldt, in 1817 iemand tot
cus'os of ondermeester in een school van
het 7?esterkwartier, onder verplichting van
voor zekere tijden van het jaar, en wel dan,
wanneer de aanvallen van krankzinnigheid
bij den schoolonderwijzer het heftigste zol-
lea zijn, den school- en kerkdienst waar
te nemen".
Gelukkige jeugd!
Adam's schedel.
Volgens ten oude legende zon Adam
op Golgotha zijn begraven en daarboven
het kruis rijn opgericht. Op schilderijen
van de kruisiging ziet men dan ook ge
woonlijk aan de» voet van het krnis een
schedel, die Adam's krnin moet voorstel
len. In de kerk van het heilige graf Je
ruzalem laat men sinds eenwen in een
rotsspleet een schedel zien, die van Adam
heet te zijn. Er is een ijzeren hek voor
geplaatst, zoodst men het voorwerp niet
van nabij kan beschouwen. Nn meldt een
dnitsch architect nit Jeruzalem vol
gens de Schwab. Merknr dat hij, de
maat van den schede! willende cemen nit
een oogpunt van volkenkunde, bevond, dat
het zoo lang vereerde voorwerp uit
beschilderd metaal bestaat.
Een nieuwe vlag. Een
nienwe vlag is dezer dagen ontplooid. De
zaak is voorgevallen in Amerika, te Chi-
cago, en het eigenaardige er van is, dat
het een Israëlietische vlsg is, de eerste
vlag van dien aard sedert de belegering
en den val van Jeruzalem. Het initiatief
voor dit vaandel is, Daar de amerikaan-
sche bladen verhalen, te danken aan een
Israëlietische vereeniging, nl. van de »On-
afhankelijke Orde der Ster van hst Wes
ten".
De leden dier orde kwamtn in het lokaal
der Vereeniging bijeen, en schaalden zich
daar in de volmaaktste orde. Diarop wer
den twee vlaggen binnen gebracht, de a-
merikaansche, die ontplooid was en de
Israëlietische, die nog in haar omhulsel
was. De Opper-rabbijn Levy sprak een
rede nit, vervolgens werd de Israëlietische
vlag ontplooid en gewijd onder de geest
drift der groote menigte.
De vlag is wit en draagt in het mid
den een blauwen, dubbelen driehoek, het
schild van David voorstellende. Boven op
den stok zit als sieraad een dnif met uit
gespreide vleugelen.
De drie laden.
Met een energiek gebaar zooals ie
mand doet, wiens besluit onherroepelijk
vast staat, wees gravin Madeleine op een
japansch kastje, waarin drie laden waren,
en zeide
fOpen een van deze laden en neem de
moeite goed te kiezen, ValentijD, want in
elk daarvan heb ik een antwoord gebor
gen op de vraag, waarmee gij mij nn
reeds zes maanden onophondelijk achter
volgt. Wanneer gij het gunstige antwoord
verovert, datgene, wat ja* zegt, dan mag
ik n niet langer afwijzen. Maar wee ik,
zoo gij een ongunstig antwoord kiestGij
zult mij dan nooit weerzien.'
f Ach zeide hij, „ik heb twee slechte
kansen tegen een goed. Welke afschuwe
lijke gedachte is u ingevallen'.
Hij aarzelde lang een kens te doen
tusschen de drie laden.
Met bevende hand raakte hij de een na
de andere aan en waagde het niet, aan den
gouden ring te trekken. Zijn hart kromp
van angst ineen uit vrees, een ongelukki
ge keuze te doen. Eindelijk nam hij een
beslnit en trok, de oogen gesloten hondend,
een lade open.
Welk een vreugde 1 Het antwoord
een rose briefje, dat hij snel open vouw
de bevatte het heerlijke woordje »ja'.
Doch eensklaps vloog er een treurige trek
over zijn gelaat.
„Nu" vroeg zij verschrikt, *wat begeert
gij nu nog meer, waarover hebt gij u te
beklageD, gij ondankbare
»Ik ben ergens bang voor,* zeide hij
zuchtend.
„In mijne nabijheid, waarvoor dan
„Ik ben n aan het toeval verschuldigd
en niet aan u zelf."
En hij verzonk in gepeins.
Toen barstte zij in lachen uit en riep
f Dwaas, ik heb immers in alle drie la
den hetzelfde antwoord gelegd.'
Brand in een kazerne.
Te Zwiekau is een der grootste kazer
nen van Duitschland, die pas 12 jaar ond
is en 1 millioen mark gekost heeft, afge
brand. Ofschoon de brand te 1 uur
's nachts nitbrak, zijc alle bewoners gered;
maar de uitrustingstukken voor 80.000
man, ter waarde van vele millioenen, zijn
door de vlammen vernield. Het gebouw
was voor 1 millioen verzekerd, maar de
inhond sedert het vorig jaar niet meer,
daar de minister van oorlog het beter
wonder, dat mevrouw Btake, als ssij dit alles
eens overdenkt, minder aangenaam gestemd is
en aan den eersten den besten, die baar in den
weg komt, hare kwade luim tracht te koelen.
Alice, die aan het venstor zit en eenige
flanellen kleedtDgatnkken maakt, is baar
eerste offer Bet kleine rokje, dat het jonge
meisje met zooveel nver behandelt, is e^n
voorwerp, waarover de moeder haar gemoed
eens kan luchten.
„Wat ter wereld maakt ge daar nn weder
Alice?" begint de knorrige dame, olschoon
zg heel gosd weet, wat bot goed, dat hare
dochter naast zich heeft liggen, te beduiden
heeft. „Ik naai een warm jurkje voor dat
arme kind, mama antwoordt Alice beschei
den. „Gjj weet, ik heb n daar reeds alles
van verteld."
„Daar weet ik niets van. Ik herinner
mjj alleen maar, dat ge mij eene zeer on
waarschijnlijke geschiedenis hebt opgedischt,
en ik geloof, dat het kind geen recht op
eene plaats op de wereld beeft."
Recht of geen recht, gekleed moet het
toch worden," antwoordt Alice lachend.
Dit lachje brengt hare moeder nog meer
uit haar humeur.
„Ik haat het, d»t jonge meisjes kleeren
voor arme menschen naaien en de welda
dige uithangen. Het is zeer verkeerd, zoo
genaamd excentriek te zijn, dat geeft Bteeds
aanleiding tot opmerkingen."
„Tot wat voor opmerkingen, mama?'
Een gloeiende blos is plotseling naar
Alice's bleeke wangen gestegen en hare
oogen zien bare moeder smeekend aan. Me
vrouw Blake is evenwel besloten, bare ge
dachten nn eens niet voor zich te houden.
„Wanneer jonge meisjes zich er haar
fort van maken, om voor arm9 menschen
kleeren te naaien en hutten te betoeken, is
dat alleen een bewijs, dat haar eigen leven
met gelukkig is. En wanneer men zich de
mosite geeft, daar verder onderzoek naar te
3oen, zoo vindt man dan gewoonlijk tot reden
voor dit ijveren voor he' geluk dar verde
re maoschtieid, eene liefdesgeschiedenis. Ge
loot me, Alice, de mensehen zijn niet zoo
dom, om van uwe bleeke wangen en uwa
wamer om goed te doen, da rechte oorsaak
voad, dit in eigen assurantie van den
Staat te nemen. Een buitenkansje voor
de Maatschappij, waarbij de kazerne vroe
ger verzekerd was.
Smakelijk etso
Verschillende omstandigheden hebben
er mij toe geleid, een onderzoek in te
stellen naar al onze vleesch-extracten en
bouillons, naar alle soorten ingemaakt
vleesch, wild, visch enz., en er valt
niet veel goeds van te zeggen, vooral niet
van de bnitenlandsche. Geen enkele daar
van behoeft hier genoemd te wordende
eene is al niet veel beter dan de andere.
Voor een prijs, waarvoor ik alles gaarne
hier te lande goed zon fabriceeren, krijgt
men een vocht, dat volstrekt üiet in alle
opzichten voldoet.
Men heeft een zieke en geen tijd om
zelf het werk te doen, ook geen voorraad.
Welke bonillon, welk vleesch-extract, welk
geconserveerd vleesch is nu vertrouwbaar
Geen enkel. Wis weet, van welk vleesch
ze getrokken is, welke controle op de be
reiding bestond en of deze vertrouwbaar
is Hoeveel paardeD, honden, katten, ja,
misschien muizen en ratten (deze btide
laatste met hnid en haar natnnrlijk) kan
nen bij het randvleesch gebruikt zijn tot
het bereiden dezer vleesch-extracten Doe
zoo'n flesch open en mik goed. Daar
op afgaande kan er best van dit alles en
nog veel ergers in zijn. Ook op den
smaak valt volstrekt niet te roemen.
Aldus schrijft Ericus in het N. v. d, J).
Het plan van de prinses
van Wales, om op bet britsche koningin-
nefeest voor alle „arme bedelaars en ver-
loopen lieden (outcasts) in Londen, gedurende
eene week dagelijks een maaitijd toe te
richten legt eene zeer zware taak op den
lord-msyor van Londen's City.
Het geld stroomt toe. De prinses open
de de lijst met 100 £st. maar de or
ganisatie zal buitengewoon moeilik zijn
Het gedrang te vermijden wie moet toe
gelaten waar zijn in zulk eene drnkke
weck lokalen en bedienden en koks te vin
den
Australië wil helpen en stelt voor
20,000 schapen en 500 ossen te zenden,
op voorwaarde dat men niet vergeet, dat
het Vereenigde Koninkrijk nit drie rijken
bestaat, zoodat men in de drie hoofdste
den Londen, Edinbnrgh en Dublin deze
maaltijden moet aanrichten.
Te Maagdenburg is de
zer dagen een felle brand ontstaan in
een groot huis, welks trap dadelijk in
lichtelaaie stond. Daarbij zijn op noodlot
tige wijze drie menschen verongelukt. De
brandweer namelijk was bezig, de bewoners
met brandladders te redden, toen een
dienstmeisje op de vierde verdieping, bij
hare poging om de ladder te bereiken,
misstaptezij viel en sleepte twee men-
scheD mede, die reeds op de ladder afstij
gende waren. Een van dezen en zij zelve
waren dadelijk dood, de derde zwaar ge
kwetst.
„Christophorns Colum-
bus was een beroemd maD, die Amerika
ontdekte en een ei rechtop ken zetten."
Deze volzin, die eens op een schriftelijk
examen den lachlnst der examinatoren
gaande maakte, bewijst, dat er voor den
jeugdigen candidaal evenveel verdienste
in steekt, een ei op een der punten te
laten staan, als in het ontdekken van eene
nieuwe wereld. Zonder Columbns' verdien
sten te willen verkleinen, zal ieder moe
ten toegeven, dat het rechtopzetten van
een ei op een platgeslagen pnnt zelfs
voor den kleinsten schooljongen geen
kunst meer is. Onze hedendsagsche weten
schap is reeds zoo ver, dat wij nn een
ei op een plat vl»k rechtop kunnen zet
ten zonder de pnnt stuk te slaan. Wij
weten, dat midden in het wit van het
ei, ook wel albumine geheeten, een dooier
drijft, bestaande nit een soort kogelron
den vliesachtigen zak, die de beken
de gele vloeistof bevat. Wanneer wij nu
een versch ei hevig schudden, dan scheurt
dit vlies, en de dooiervloeistof, die zwaar
der is dan het eiwit, zakt naar beneden
en wel naar een der punten, indien wij
althans het ei rechtop houden.
Door deze scheiding tnsschen beide
vloeistoffen heeft zich het zwaartepunt van
het ei verplaatst, en met eenige handigheid
zal men dit gemakkelijk rechtop kunnen
plaatsen, zonder dat het eenige neiging
vertoont, nit eigeD beweging om te vallen.
Er bestaan nog verscheidene andere ma
nieren, om het slechts op eene gevatheid
berustende kunstje van Colnmbns tot een
graad van wetenschappelijk zuivere volko
menheid te brengen.
Waaraan sterfteen gehan
gene?
Iedereen zal natnnrlijk antwoorden, dat
bij iemand, die door ophanging van het
leven beroofd wordt, de dood door ver
stikking intreedt. Interessant mag het daar
om heeten, dat dezer dagen het tegendeel
gebleken is. Te Halle hiDg zich onlangs
een man op, op wien wegens kortademig
heid de luchtpijpsnede was toegepast. De
strop was boven de canule dichtgetrokken,
zoodat de gehangene iD ieder geval had
kannen ademhalen. Niettemin trad de
dood even snel als anders in. Hieruit
blijkt dus, dat bij ophanging de dood niet
wordt veroorzaakt door verhindering der
ademhalingsfunctie, maar door samenper
sing der bloedvaten. De situatie van het
lichaam was overigens van dien aard, dat
de man gemakkelijk weer op de been zou
hebbeD kannen komen, indien hij niet
even spoedig als in andere gevallen van
dien aard bet bewustzijn verloren had.
Bij de lijkschouwing bevond meD, dat
de hersenen bloedeloos waren, terwijl de
bloedvaten aan de basis een buitengewoon
sterken bloedaandrang vertoonden. De va
ten van het weeke hersenvlies waren min
der gevuld, doch in de herseDbeendereu
en in het merg bad zich eene groote hoe
veelheid bloed opgehoopt. Een geval als
dit is waarschijnlijk nieuw in de medische
litteratunr.
Dure Godsdienstoefenin-
geD I
In de City van Londen vindt men een
aantal Anglikaansche kerken, die voor den
predikant een aardig inkomen oplevereD,
maar door de gemeente Diet bezocht
worden. Een „reverend" heeft zes maanden
genomen, om het zondagsche bezoek van
een aantal kerken in de City na te gaan,
en toen zijne bevindingen in een brief
aan den bisschop van Londen medege
deeld. Het zijn curieuse cijfers, die hij
geeft. Een kerk, St. Alphage, Lon-
den-wall, met een jaarlij ksch inkomen
van ruim f 11.000, heeft gemiddeld in
eiken zondagochtenddienst vier en in el-
ken zondagavonddienst zes meDSchen St.
Clave, Hart-street, gemiddeld 34 's mor-
geDS en 27 's avonds. Het inkomen van
den predikant is hier ruim f 24.000's jaars,
plns een huis, dat hij voor ruim f 2500
verhuurt. Zelf woont hij in Kensington.
Vijftien van de City-kerken hebben een ge
zamenlijk inkomen van nagenoeg f 120.000
met pastorieën, enz., en gezamenlijk een
gemiddeld bezoek van 148 menschen
's morgens en 155 's avonds, d. i. gemid
deld elke kerk bijna f 8000 inkomen en
ongeveer 10 menschen. In de meeste ge
vallen wonen de predikanten van die ker
ken niet in hunne gemeente waarom
ook maar op dikwijls verren afstand.
Een woont er heel op het eiland Wight!
Groen,
niet te doorgronden."
Alice zwijgt. Zij heeft dit reeds hon
derdmaal gehoord, en hare oogen worden
vochtig, als bare moeder voortgaat
„U ontbreekt ieder gevoel van rechtma-
tigen trots, AliceMaar ik geloof, dat dat
een erfdeel is van de familie nws vaders
die bezat ook geen gevoel van eigenwaarde."
Inderdaad, de arme Blake had trots noch
geest, anders bad zijne vrouw hem nooit
zoo volkomen kannen beheerschen, zooals
zij het gedaan beeft, totdat hij eindelijk aan
zielsverdriet stierf.
Alice zegt nog niets zij bnigt slechts het
hoofd en vouwt het ongelukkige kleedingstuk
te zamen.
Mevrouw Blako is volstrekt niet genegen,
haar thema af te breken, zij zoekt naar een
nieuw aanknoopingspunt.
„Het is hoogst fataal voor mij, de luidjes
steeds alle schuld op mij te hooren werpen,
dat ik die dwaze verloving toesta. Weet
ge, dat men nn algemeen beweert, dat hij
u in 't geheel niet meer trouwen wil
„Mij is het 't zelfde, wat de menschen
zeggen," antwoordt Alice met een treurig
lachje. ,,Ea gij moet a er even weinig om
bekommeren, mama. Zoolang ik nog niets
verkeerds heb gedaan, mogen zjj van mg
zeggao, wat zjj willen daarbij heft zij hel
hoofd op. Het is geen gebrek aan trots, dat
men in die heerlijke, nadenkende oogen
leest, als zij er aan toevoegt„Wanneer
Jim en ik tevreden zijn, zoo geloof ik, dat
een derde zich met ons niet behoeft te be
moeien."
.Zijl ge dan tevreden?' vraagt mevrouw
Blake en Alics's lippen beven.
Slechts de stille maan vermag te vertellen,
hoe monigen nacht Alice sioh reeds in slaap
had geweend en hoe dikwijls zij Jim's ver
lovingsring tegen de lippen gedrukt had-
Bij de woordeo harer moeder wordt baar hart
opnieuw zwaar en hare oogen vallen zich
met tranen.
Mevrouw Blake ziet die tranen en wendt
zich met een kort, hard laebje van hare
dochter af.
„Hij is waarlijk niet waard, dat gij tranen
om hem stort," zegt ze. „Wat jammer is't,
Alice, dat ge mijnheer Ker nw hart maar
niet schenkt, die zou een vrij wat beter man
voor n zijn geweest," eindigt zij hare pijniging,
terwijl zij onbewnst bijna dezelfde woorden
gebruikt, welke Jim Lesroy tot John Ker
gezegd heeft.
„Hoe komt ge erbij, om den naam van
John Ker te noemen, mama vraagt Alice,
terwijl zij overdenkt, hoe onmogelijk het
haar geweest zou zijn, om een anderen man
dan Jim lief te hebben.
Mevronw Blake staakt voor een oogea
blik hare rnstelooze wandeling en blijft voor
Alice staan.
„Gij zijt óf eene slnwe ccqaette óf zoo
door nwe zoogenaamde liefde voor Kapi
tein Lesroy verblind, dat ge niet zien kuDt,
wat voor een ieder gemakkelijk te zien is,
dat mijnheer Ker n liefheeft."
„O .mama, dat hoop ik niet. Ik ben
ervan overtuigd, dat gij n moet bedriegen.
Mijnbeer Ker is mij nooit op eene dergelijke
wijze toegedaan geweest."
„Ik weet nn juist niet goed, wat ge on
der „op eene dergelijke wijze" verstaat," ant
woordt mevronw Blake. „Maar ik weet, dat
bij ODgemeen veel belang in n stelt. En
ik behoet de waarheid niet te verhelen, dat
het mij veel gelukkiger maken zon, als ik
n als de vronw van John Ker van het al
taar zag terugkomen, dan als die van dien
Kapitein Jim.
„De een is een goed en verstandig man,
de ander is jnist het tegendeel."
Arme Alice. En zij vermag geen enkel
wooid tot verdediging van haar geliefden Jim
te zeggen. Zij wendt bet hoofd af en ziet
in den regen, die buiten nedervalt. En ant
woord geeft zij niet, want zij heeft reeds
laDg geleerd, dat het 't beste is, tegenover
dese predikaties te zwijgen. Het binnenkomen
van Flora maakt gelukkig aan het onder
werp een einde.
Flora ziet er aantrekkelijk nit in het zwarte
kleed van kant ,met rose ondergrond. Hasr
anders zoo ODversehillig gelaat, heeft eene
verjongde uitdrukking aangenomen.
„Ik zie een rijtuig de oprijlaan inkomen,"
zegt ze, terwijl ze een opmerk tarnen blik door
de kamer werpt, om te zien, of alles in
orde is. „Ik geloof, dat bet air Moritz is
Het is een ware zegen, dat er op zoo'n
ellendigen dag ook nog eens andere mensehen
verschijnen. Laat die jalousie een weinig
neer. Ik heb een hekel aan dat schelle licht.*
De schoonheid had nauwelijks in een arm
stoel plaats genomen en, met een boek in
de hand, zich den voordeeligsl mogelijken stand
gegeven, toen de raderen van het rijtnig
de kiezelsteenen op het voorplein reedc de
den knarsen.
Het is niet air Moritz, maar kapitein Les
roy, met John Ker naast zich.
Alioe bloost, ais zij het lichtblonde haar
en de breede schouders van haar verloofde
boven mijnheer Ker ziet uitsteken. Ook
Flora bloost, maar van ergernis.
„Bij zulk een weer te komen," spreekt
zg verachtelijk. „Natnnrlijk zweeft gij in
dan zevenden hemel, Alicevoor mij is het
zien van znlk een minnend paartje op zoo'n
droeven dag verre van prettig. Moritz zon
mij wat beter hebben aangestaan."
„Moritz heeft na zijn liet nichtje, om zich
mede te vermaken," zegt Alice lachend.
Zij had wel een bovenmenschelijk wezen
moeten zijn, wanneer zg in staat geweest
was, deze kleine weerwraak binnen te
houden. Eer nog het rood des toorns van
Flora's wangen geweken is, gaat de deur
open en treedt kapitein Lesroy gevolgd
door mijnheer Ker de kamer binnen.
Ten slotte is ieder menscbeljjk wezen tot
tijdverdrijf beter, dan niemand te hebben,
die ons eon regenachtigen achtermiddag belpt
verdrijven. Zelts Floortje ziet dat in en
baar welkomstgroet klinkt hartelgker, dan
nit het voorafgegane was af te leiden.
Alioe werpt een blik, waarin gelukkige
verrassing te lezen staat, op kapitein Les
roy, wiens bijzijn haar nog even gelukkig
maakt als op den eersten dag hunner verloving.
Mijnheer Ker krijgt ditmaal eon eenigszins
verlegen groet van Alics en zjjne oogen
bemerken oogenblikkelijk deze verandering.
Dat duurt evenwel slechts een oogenblik
en Alice is weder zichzelve. Hij echter
wendt zich tot mevronw Blake en doet alie
moeite, haar in een gesprek te wikkelen, om
1 zoodoende de beide menschen, die hem op
Gem. Wieringenvaard.
Ingeschreven van 1 30 April 1897.
Geboren Frederik, z. v. Jan Haverkorn en van
Stijntje Davids. Anna Johanna, d. v. Jacob Zwaag
en van Trijntje Koning. Maria Anna d. v. Albertus
Jimiuink en van Maria Bood. Neeltje, d. v. Dirk
Kuiper en van Aaltje Hakof. Antje d. v. Cornelis
Groet en van Neeltje Kater.
OndertrouwdSimon Dik en Grietje Mosk. Pie-
ter Kaan Dz. en Trijntje Kaan Albd.
Gehuwd: Pieter Broers en Bregtje Yeltnm. Pie-
ter Bakker en Elisabetb Keesman.
OverledenGeene.
Geni. Nienwe Niedorp.
Ingeschreven van 1 30 April 1897.
GeborenGeene.
OndertrouwdTennis Janzen en Trijntje Kaspers.
Jan Nierop en Angenitha Geertruida Maasen. Jacob
Wijnker en Trijntje van Schagen. Abram Wit en
Antje Yel. Klaas Ruurds en Grietje Mijts. Sebag,
tiaan van Wielen en Wijbregje Smits. Jacob Moele-,
naar en Gnnrtje van der Molen.
GehuwdT. Janzen en T. Kaspers. J. Nierop en
A. G. Maasen.
OverledenNeeltje Kok, echtgenoote van Jacob
Schoorl, 58 jaar. Maartje Strijbis, echtgenoote van
Simon Prins, 32 jaar. Ariën Joffer, weduwnaar van
Neeltje Bakker, 81 jaar. Brigitha Klaver, d. van A-
riën Klaver en Daatje Rijkes, 1 jaar. Aaltje Butsen,
echtgenoote van Johannes Frederik Roodenberg, ->i
jaar. Klaas Koomen, zoon van Klaas Koomen Jm.
en van Pietertje Rood, 12 jaar.
Gein. Oudkarspel.
Ingeschreven van 1 30 April 1897.
Geboren: Neeltje, d. v. Klaas Jonker en Leentje
Raap.
GehuwdTamis Rniter, ]m. oud 23 jaren en Neel.
tje Duijves, jd. oud 23 jaren. Willem kraakman, jm.
ond 23 jaren en Gnnrtje Kos, jd. oud 22 jaren.
Pieter Spaansen, jm. ond 29 jaren en Neeltje Kraak-
man, jd. ond 23 jaren. Jan Weel, jm. oud 23 jaren
en Trijntje de Moei, jd. oud 22 jaren.
OverledenNeeltje Koorn, weduwe van Jan Ee-
cen Gzond 66 jaren. Cornelia Jannetje Maria
Hermina Blankestijn, ond 6 maanden. Jan
echtgenoot van Brechtje Ylaar, ond 26 jaren.
Ingeschreven van 23 30 April 1897.
Geboren: Catharina Elisabetb, d. v. Jan Constant
en Antje Bijvoet. Maartje en Trijntje, d. v. Dirk
Zeeman en Engeltje Appel.
Ondertrouwd: Meijert Wijn, j. m. Broodbakker,
30 jr. te Zijpe, onlangs te Oudkarspel en Antje
Kapitein, j. d. zonder beroep, 28 jr. te Zijpe.
Simon Ligthart, j. m. Landman 24 jr. te War-
menbuizen en Aaltje Lonwe, j. d zonder beroep
23 jr. te Zijpe. Dirk de Graaf j.m. Arbeider, 32
jr. en Antje Schager, j. d. zonder beroep, 27 jr., bei.
den te Zijpe.
Getrouwd; Klaas Kossen, j. m. Arbeider, 25 jr#
te Petten en Willemetje Dekker, j. d. zonder be
roep, 23 jr. te Zijpe, onlangs te Helder. Pieter
Plnister, j. m. Photografist, 28 jr. te Broek op
Langendijk en Martha Bregman, j. d. zonder beioep,
23 jr. te Zijpe. Klaas Schuijt, j. m. Landman, 37
jr. te Zijpe en Maartje Groenveld, wed. van Pieter
Bos, Boerin, 25 jr. te Koedijk. Pieter Schermer
hom, j. m. Landman, 23 jr. te Sint Maarten en
Maria Marees, j. d. zonder beroep 25 jr te Zijpe.
Overleden: Jan, z. v. Lonrens Smak en
Trijntje Nieuwenhnizen, 7 m.
Gem. Oude Niedorp.
Ingeschreven van 1—30 April 1897.
Geboren 13 April,Jantje, d.v. Aarjen Blokker en van
Trijntje Krap. 14 dito. Catharina, d. v. Dirk Burger
en van Catharina Borst. 13 dito. Cornelis, z. v. Pieter
Hartman en van Aafje Dovis. 14 dito. Johanna Pe-
tronella, d. v. Petrns Bruin en van Maartje Slijker-
man.
Ondertrouwd: 9 April. Jan Bakker en Jantje Mnl.
9 dito. Jan Wonder en Grietje Keesman. 9 dito. Ja-
cobus Pronk eu Trijntje Zomerdijk. 15 dito. Dirk
Dekker en Trijntje Wit. 15 dito. Pieter;Wit en
Wilhelmina Koopman 15 dito. Conelis Dimmen en
Johanna Borst. Jan Spaans, weduwnaar van Aagje
Bij post en Geertje Pels, weduwe van Teunis de Wit.
17 dito. Pieter Brugman en Gijsbertha Strijbis. 17
dito. Abraham Strijbis en Ariaantje Kaag. 23 dito.
Jacob Karsten en Grietje van Leeuwen. 29 dito.
Willem Znt en Maartje Bijwaard.
Gehuwd21 April. Jan Wonder en Grietje Kees
man. 21 dito. Jacobns Pronk en Elisabetb Pater.
21 dito. Jacob Jong en Trijntje Zomerdijk. 25 dito.
Jan Bakker en Jantje Mul. 29 dito. Jan Spaans,
weduwnaar van Aagje Bijpost en Geertje Pels, we
duwe van Tennis de Wit. 29 dito. Cornelis Limmen
en Johanna Borst.
Overleden: 14 April, Cornelis Stijgersz.v. Hermanns
Fredericns Stijgers en van Antje Duijvis, 3 weken. 22
dito. Dirk Hovenier, weduwnaar van Aafje Jonk, 70
jaar. 29 dito. Maria Catharina Elisabeth Nieuman,
wed. v.Fredrik Böttger, 70 jaar.
Gein. Sint Maarten.
Ingeschreven van 1 30 April 1897.
Geboren.- 12 April. Aagje, d. v. Jan Bijpost en van
Grietje Bood.
Ondertrouwd: 16 April. Jan Nat en Trijntje Go-
vers. 29 dito. Willem van Schagen en Grietje Pronk.
Gehuwd: Geene.
Overleden 4 April. Jan Bakker, oud 53 jr., echtge
noot van Antje de Genrs. 1 ti.ciito. Willem Schrijver,
ond 78 jr., echtgenoot van Trijntje Rijs. 16 dito.
Pieter Jongejan, ond 3 mnd. 19 dito.
Grietje Schotvanger ond 78 jr., weduwe van
Albert Schager. 27 dito. Antje Jonker, oud 75 jr„
weduwe van Jan de Graaf, eerder van Albert Veertig.
Gem. N.-Scharwoude.
Ingeschreven van 1 S0 April 1897.
Geboren Jan, z. v. Pieter Stemke en Maartje
Keemen. Dirk, z. v. Jacob Erix en Bregtje Bruijn.
Maartje, d. v. Willem Bakker en Maartje Klinge-
les.
Ondertrouwd Andries Goudsbloem, 29 jr. Zaid-
scharwoude en Klasina van Schagen, 26 jr. Noord-
scharwoude.
Getrouwd en Overleden geene.
Gem. Broek op Lan£endijk.
Ingeschreven van 1 30 April 1897.
Bevallen: A. Smit, geb. Kniper, d. G. Harreveld,
geb. Barten, d. M .Kamp, geb. Koedijk, z. M.C.P.
Zeun, geb. Hoogedijk, d. M. Kroon, geb. Bregman, <L
N. Slot, geb. Wagenaar, d. E. Kramer geb. Schaak, d.
Ondertrouwd C. Glas en Gr. Zingerl K. 01 ij en
B. van Til te Akersloot.
Gehuwd T. Keizer 26 j. en N. Hoogland, 26j.
Jb- Smit 23 j. en A. Speets 22 j. R. v. d. Meer te
Alkmaar 24 j. en Tr. v. der Molen 23 j.
Overleden: T. Kossen, 20j.
aarde bet dichtst aan bet harl liggen, ge
legenheid te geven, zich met elkander bezig
te honden-
„Ben je nat geworden, Jim vraagt Alice
met die zaebte, vrouwelijke belangstelling
voor het welzijn van haren gelielde.
Hij lacht bij de gedachte, dat de regen
bem zou kunnen schaden; zij lacht eveneens,
doch wel wat ernstig; want het zooeven
geeindigde onderwerp met hare moeder, is
haar nog volstrekt niet nit het geheugen.
„Wat is er voorgevallen, Alice?" fluistert
hij, haar naar eene vensternis aan het andere
einde van de kamer geleidend. „Uw lief
gezichtje had eene zoo zonderlinge uitdruk
king, toen wij binnentraden."
„Het was niels," antwoordt zij snel, want
zij is verheugd, dat hjj een zoo opmerkza-
men blik aan haar heeft geschonken. Dan
echter gaat zij, nit vrees van nog meerdere
vragen ie zullen moeten beantwoorden, naar
de anderen terug en hij volgt haar, om haar
de reden van zijne komst uileen te zeiten.
„Ik heb het plan, op mijn slot eenjacht-
bal te organiseeren en ben hierheen geko
men, om die aangelegenheid eens met de
dames te bespreken. Wat zegt ge ervan
mevronw Blake Hij richt deze vraag
tot de aanwezigen, terwijl hij te midden van
de groep staat en zijne oogen vol uit
drukking houdt bg op Alioe gevestigd, om
te zien, of dit plan ook haar m verrukking
kan breogen.
,,0 hoe heerlijk „Wat een pikant
idéé 1" „Verrukkelijk I" klinkt de bijval.
„Het was het idee van John," zegt ka
pitein Lesroy lachend.
nH9 wilde die landelijke eentonigheid
hier eens onderbroken hebben, en daar ik
er aan denk, om een reisje met mijn jacht
te gaan maken, kan dit eene aardige afsoheids-
voorstelling zijn. Maar zooals gezegd, het
was alleen de gedachte van John," terwijl
hij zijn vriend aanziet, op wiens gelaat een
vriendelijk lachje rnst.
„Alleen mijn idéé, Jim?" herhaalt hg
vragend, en hg betrapt zich er op, hoe
hij Alice aanziet, om te zien, welken indruk
die aankondiging van Jim's reis op haar
heeft gemaakt.
Maar ach, in baar gelaat is niets te le
zen, slechts Jim kan de uitdrukking harer
oogen verstaan.
„Ik zal niet.lang weg blijven," zegt Jim,
als antwoord op hare onuitgesproken vraag.
„Dit uitvluchtje met bet jacht heeft John
ook voorgesteld, hij gaat met mij mede."
Dan is alles goed, onder zijne hoede
is Jim geborgen. Alice dankt met een har-
telijken blik John Ker.diedien blik opvangt en
eruit leert, dat zij den man harer liefde
aan bem toevertiouwt. Het is een eigen
aardig vertrouwen, dat hem geschonken wordt,
maar hij neemt het aan.
Het zal een gemaskerd bal zijn, het feest.
Wat een stof voor gesprek op dien eerst
schier eindeloozen achtermiddag- Over een
nieuw kleed te denken, er over te peinzen,
het aardigste en vreemdste costuum uit te
zoeken, dat is iets, dat hare bekoriDg niet
spoedig verliest- Juffrouw Blake viert dan
ook hare verbeeldingskracht ongebreideld den
teugel. Een bal heeft men niet eiken
dag in de landelijke omgeving Daarbij komt
nog, dat de gasten, die genoodigd zullen
worden, zorgvuldig moeien worden besproken,
dit is iets, dat zoo maar niet op stel en
sprong kan gebeuren.
„Ik heb Dermot nog verzocht, met mg
mede hierheen te gaan," zegt kapitein Les-
'oy, ..*8 zijn het slot Dromaneen voorbjj
gereden, maar bij heert geweigerd. Hjj
was dan ook te aangenaam bezig om te
kannen scheiden."
„Zeker met rooken merkt juffroaw
Flora op. „Op een regenachtigen dag heb ik
sir Moritz nog nooit iets anders zien doen
dan rooken."
„Er was geen pijp te zien op een nur
afstand," antwoordt Jim lachend- „Hjj leer
de dat lieve nichtje van hem biljarten en
geen tien paarden zouden de kracht heb
ben gehad, bem daarvan vreg te trekken."
Flora lachte bard en SDgdend.
,,0, dat temmen van die kleine wilde,
zal eene heerlijke bezigheid voor bem zijn-'
WLRDT VERVOLGD.
Snelpersdruk van P. Trapman te Schagen*