KIEZERS!
stemt dan DINSDAG 15 JUNI,
Zondag 6 Juni 1S97.
41ste Jaargang Ho. 3210.
INGEZONDEN.
B IJ V O E G S E L.
Wilt ge het uwe er toe bijdragen om vele misstanden
in de maatschappij trachten te verbeteren,
Uit en voor de Pers.
Gemengd Nieuws.
URANT
Mr. E. Fokker.
(Niet geplaatete ingezonden etukJcen
worden nimmer teruggegeven
Mijnheer de Redacteur
Een man een man,
een woord een woord.
Onder de dingen, die den mensch
als man van karakter doen kennen, be
hoort voorzeker te worden genoemd het
nakomen van beloften, het in toepassing
brengen van het„Een man een man,
een woord een woord". Gelijk in het
vorige nummer is uitgesproken van de
overdrijving, waaraan dienstbaren zich wel
eens schuldig maken, zoo vloeit dit soms
onwillekeurig voort uit het niet nako
men van eenmaal bepaalde conditiën,
stellig en zeker beloofde dingen, die
slechts blijken als hulpmiddel te hebben
gediend ter verkrijging van het begeer
de. Natuurlijk, er zijn toch uitzonderin
gen op den regel, maar, helaas blijkt
het maar al te vaak, dat ook zij, die
werkelijk de belangen van hun mees
ters als de hunne beschouwen en be
hartigen, de dupe worden van willekeu
rige handelingen.
Is het nu zoo'n wonder, dat in der
gelijke gevallen de goede hoedanigheden
dier persenen worden verdrongen door
de schaduwzijde, die hen aankleeft
Moest het u nu zoo bevreemden, dat
de verhouding, de ware, intieme verhou
ding plaats maakt voor eene oogen-
schijnlijke toegenegenheid, die moet
worden vertoond, wijl anders de band
der toegenegenheid geheel zou verbre
ken Immers neen
Door het niet nakomen der belofte
toont de mensch, dat hij geen man van
karakter is, die onwaardig is, dat zijne be
langen alleszins goed worden behartigd.
Of meent zoo iemand, dat hij zich daar
door bevoordeelt, dat hij willekeurige,
gunstige beloften uitdeelt Edoch, welk
een misverstand! Vergeet hij, dat juist
de goede verhouding, de verknochtheid
wordt gekweekt door het nakomen van
beloften, die hem doen kennen als mensch
in den waren zins des woords
Vergeet hij, dat de dienstbaren niet
begrijpen, dat over het hun toekomende,
rechtmatig beloofde door hun heer wordt
beschikt
Is dat christelijk, eischt de Maatschap
pij dat van hen, die door hunne omstan
digheden dienstbaren noodig hebben P
Is een dienstbare, die werkelijk goed is,
die bescheiden, eerlijk, arbeidzaam is,
niet waard om hem het beloofde te ge
ven Of moet hij alle goede eigen
schappen in zich vereenigen ter bevoordee
ling van zijn patroon, om zelf op een
hoogst zuinige manier en met veel, heel
veel overleg met hen zich te kunnen
vereenigen, die, schoon van minder kwa-
FEUILLETON.
16.
Sir Moritz is een eenvoudige landedel
man, door sijn kalm en bedaard leven wel
licht wat eenzijdig ontwikkeld. Hoe
ernstig en waardig hij ook in sommige za
ken is, kan hij zich overigens gedragen als
een vrooljjk kind, zoo oprecht kunnen hem
sommige dingen vermakenmaar trots deze
karaktertrekken, bezit hij een ijzeren wil,
hetgeen zijne moeder maar al te spoedig
zal ondervinden.
Moritz ia er bepaald van overtuigd, dat
Ines uitstekend bij hem pasthg kan nog
van haar maken, wat bij gaarne wil,
dat zij zal worden. Haar kinderlijke eenvoud
en haar voor indrukken vatbaar gemoed sijn
hem juist zeer naar den zin. Hare volkomen
overgave aan zjjn persoon, haar ten volle
opgaan in zijne ideeën en liefhebbergen is
voor hem een bewijs, dat zij ontvankelijk is
voor groote, alles omvattende liefde. Zij zal
bom liefhebben en vereeren en tot hem op
aten, en zulk eene vrouw is het juist, die
bij begeert, een lieftallig, klein wezen,
«•t hij liefkozen kan, dat eenvoudig en niet
veeleischend is en dat zich gelukkig en vroo-
Dk gevoelt, als zij hem vroolijk siet.
dZe gedachten gaan hem door h9t hoofd,
rwgl gij bei,ien 0Ter forellenvangst
prefeen en bij slaat met genosgen haar op
gewonden gezichtje gade, als hij haar van
zgne ontmoetingen vertelt.
»dv Darmot hoort brokstukken van het
onderhoud, onderwijl sir Moritz voortgaat, de
eine Ines van zijne uitvluchtjes te water te
vertellen.
„Dat spel duurde zoowat een uur en twin
tig minuten. Zooiets kunt ge u niet voor
stellen, Ines, voordat ge het hebt bgge-
oood. Hij joeg bepaald telkens op en ne-
s.ingerde zich een dosijn maal uit het
liteit, meer financieel bevoordeeld wor
den. Ziedaar datgene, wat vaak de
verhouding scbaadt, wat het leven ver
galt.
Is iemand, die personeel noodig heeft,
niet even blijde als hi) het voltallig
heeft ter bevordering zijner belangen,
als hij, die in dien dienst wordt opge
nomen Kunnen zij elkaar missen
Immers neen
Daarom nog eens, de verhouding kan
verbeteren, de babbelzucht verminderen,
indien de werkgever zich bij goed per
soneel, aan zijn woord houdt, als hij
dit datgene geeft, wat het toekomt.
Volgens den billijken eisch des tijds.
Vanwaar toch die onzinnige beloften,
als men ze niet na kan komen, van
waar dat op het .sleeptouw nemen"
Of is alles comediespel
Het leven eischt geen comedie, het
ware, edele, goede houdt van de wer
kelijkheid, houdt van een mensch van
karakter, in alle opzichten, houdt van
rechtvaardig, handelt in den geest
Wat gij wilt, dat u de menschen doen,
doe hun desgelijks." Wil men dus de
ware, goede verhouding kweeken, zorgt
men steeds man van karakter, d. w, z.
mensch te zijn, daardoor wordt het le
ven genoeglijk en zal de strijd om het
bestaan niet te moeiljjker zijn.
Een getrouw lezer.
l>e nieuwe Campagne.
Do Arnh. Cour. geeft toe, dat de ka
tholieke en antirevolutionaire program
ma's veel beloven voor den werkman. Maar
zij wijst erop, dat eene gemeenschappelijke
uitvoering van de onderling verschillende
programma-beloften natuurlijk niet te ver
wachten is.
Da katholieken, zegt het blad, hebben
bovendien meer kans op overheersching
in de coalitie dan hun bondgenoot, zoodat
ook bij het ter hand nemen van de socia
le wetgeving de conservatief-katholieke
denkbeelden richting en omvang der voor
te stellen maatregelen zullen bepalen.
„Van eene z.g. christelijke regeeriog dreigt,
meent de A. C., vooral het gevaar, dat
zij bijzonder werk zal maken van de ze
delijke belangen der natie, gevaarlijk, om
de aangekondigde bestrijding van der. han
del, waarvan de groote meerderheid der
arbeidende bevolkiog onmiskenbaar het
slachtoffer worden moet.
„Bevordering van de zedelijke belangen
beteekent, wanneer het van kerkelijke zij
de wordt geëischt, bovendien niet veel
minder dan geloofsvervolging, dan dwang
tot onderwerping aan het kerkelijk gezag,
waaraan de meerderheid der nederlandsche
natie ontgroeid is, op straffe van achter
stelling en tegenwerking. Die leuze is voor
al tegen de zedelijke vrijheid gericht."
PKOTECT I E.
Er is geen protectionist zóó fel, die al
le» zou wenscUen te beschermen. Prof.
Vutering zei eens„Geen voorstander van
bescherming is er dan ook, die zijne ei-
schen zoo hoog stelt, dat hij eene algemee-
ne, volkomene, alomvattende bescherming
van alle tegenwoordige en toekomstige tak
ken van nijverheid zou begeeren."
Men wil dus tot eene zekere grens be
schermen.
Maar dat kan juist niet, omdat niemand
het rechtsgevoel, het gevoel van billijkheid
op zijde kan zetten, waardoor men genood
zaakt is, na de bescherming van A en B,
successievelijk het heele alphabet in de
protectie op te nemen.
Men ziet het ook nu reeds.
Eerst riepen de graanboeren.
Toen kwamen de meelfabrikanten.
Daarop kregen we al de brabantsche bier
brouwers.
Wie volgt
Zoo rollen we met versnelde vaart daar
heen, waar niemand wezen wilnaar de al-
bescherming, een lamentabel lazaret des
geestes, waarin de energie zwijgt en
waaruit slechts eindeloos hulpgeroep
opstijgt.
Altijd meer Altijd meer
Wat beoogt men met protectie
althans wanneer het eerlijk gemeend is P
Verhooging der welvaart van het gan-
sche land, niet slechts van enkelen.
Aangezien echter iete bestaat van invoer,
gene weer van uitvoer, is het niet vol
doende, alleen invoerrechten te heffen men
moet ook uitvoerpremiën toekennen.
Want zoodra wij invoerrechten heffen
van importartikelen, zal natuurlijk het
buitenland er te eerder toe overgaan, in
voerrechten te heffen of de bestaande te
verhoogen van »nze exportartikelen. Om
dan niet van Scylla in Charybdis te ko
men van de jeremiaden der importeurs
in de elegisën der exporteurs zal de
Staat uitvoerpremiën aan tal van takken
van bedrijf moeten toekennen, gelijk dan
ook elders, b. v. in Erankrijk, ruimschoots
geschiedt.
Hoeveel zal dat kosten Wie weet
het
Maar wie za! dat betalen P Gij,
lezer met uw belastingbiljetHldb.
water in de hoogte en als ik dan geloofde,
dat ik hem had, maakte hij eene korte wen
ding en ging weg. Hjj had mijn koord ver
scheurd en nam hoek en al met aich me
de.»
.Acb, hoe jammer," riep Ines.
Lady Dermot lachtte kort en spotteed.
Mijne lieve Ines, het wijst nu juist niet
op eene goede opvoeding, als jonge meisjes
zulk eene belangstelling toonen in de lief
hebbergen van de heeren."
,Octi wat," liet Moritz zich hooren, „ik
acht bet heel wat beter, dat een jong meis
je in visschen en dergeljjke saken belang
stelt, als dat zij over onverstandigeo nonsens
zit te redeneeren. Eene vronw moet de ge
zellin van een man zijnwelke man sal
evenwol in staat zijn, zich te vernederen tot
dat pijl, waarop hij de wnfte gedachten der te
genwoordige jonge dames zal kunnen begrij
pen
Zij zal een man tot gezellin sijn I En
wat voor eene hartelijke, verstandige gezel-
lin
Hij vangt een snellen, dankbaren blik van
baar op voor sijne dappere verdediging
lady Dermot komt evenwel tot het vaste
besluit, dat er iets moet gedaan worden, om
aan dit alles een einde te makeu.
HOOFDSTUK XVI.
Het had reeds meerdere dagen en nach
ten hard gevroren en iedereen begint over
schaatsenrijden te spreken. Sir Moritz beeft
voor Ines een paar schaatsen gekocht en
hg zal haar het eerste onderricht in deze
kunst geven, zoodra het ijs maar sterk ge
noeg ia, hen beiden te drageo. Bij het slot
Drumaneen behoort een nitgestrekteo vijver,
die zoowel in den zomer ala in den winter
eene bron van veel genot is. Deze vijver
is nu bevroren, zijne oppervlakte is zoo glad
als een spiegel.
.Morgen," zegt Sir Moritz, „zullen wij
met ons onderricht beginnen."
Eu dadelijk verzendt lady Dermot twee
briefjes, het eene, om de jongelui van Rivers,
en bet tweede, om kapitein Lesroy voor den
volgenden dag bg zich te noodigen. Eene
urenlange tête-a-fête is een gevaarlijk zaak
Maandag werd teValley
Strean, Long Islaud, eene diligence, waarin
22 personen, bij het overgaan van de spoor
baan door een trein overreden. Zes per
sonen kwamen om, al de overigen werden
gekwetst.
Snelheid van da vogel-
vlucht. Tegelijk met een aantal post
duiven liet men in het voorjaar van 1895
ook eene in Antwerpen nestelende zwaluw,
dia door kleuring kenbaar was gemaakt, in
Compiègne vliegen. Deze vloog met blik
semsnelheid, zonder zich als de duiven
eerst onder onzeker heen- en weervliegen
te oriënteereo, direct in de naar het doel
voerende richting en bereikte na een uur
en acht minuten haar 255 K.M. ver ver
wijderd nest, terwijl de duiven eerst drie
uur later aankwamen. Hieruit blijkt, zoo
als het maandschrift Hemel en Aarde
berekent, dat de duiven eene snelheid heb
ben van 15 M. en eene zwaluw een van
58 M. per seconde. Bij zoodanige snel
heid zonden de zwaluwen voor hunne jaar-
lijksche reis van Afrika naar onze streken
niet meer dan een halven dag behoeven,
wat overigens met de ervaringen van de
trekvogelkenners overeenstemt. Door een
toeval gelukte het onlangs, op het mete
orologisch observatorium in Blue Hill
(Noord-Amerika) de snelheid van eene
vlucht eenden te bepalen. Zij is 76.5 K.M.
in 't uur of 20 meter in de seconde.
Om groote ongelukken bij
het beklimmen der Alpen te voorkomen,
ia thans een internationaal Alpen-noodsig
naal bekend gemaakt, dat volgens eene
mededeeling in een der Lnzerner bladen
aldua is samengesteldzes hoorbare of
zichtbare teekeas in eene minnnt tel
kens na &ne minuut te herhalen. Dit
noodsignaal mag slechts gegeven worden
ingeval van een ongeluk, waarbij het le
ven of de gezondheid van menschen in
gevaar verkeert. Ieder, die dit noodsig
naal ziet of hoort, is verplicht, onmiddel
lijk hnlp te verleenen. Tegen misbruik
wordt gewaarschuwd.
Hij zag het toch niet.
Een omroeper van eene menagerie ver
kondigde met veel lawaai aan het voor
de tent verzamelde volk den lof zijner fir
ma, terwijl hij hoog opgaf van de won
deren, die daarbinnen te aanschouwen
waren. Een man, die al eenigen tijd
vooraan gestaan had, met een kleinen
jongen naast zich, riep eensklaps uit
Ik wil 25 gulden verwedden, dat
je mij geen enkelen leenw kunt lateD
zien.
Aangenomen, zei de omroeper, die
tegenover de omstanders de eer had op
te houden geef op je geld.
De man gaf 25 gulden aan een getui
ge, en de omroeper deed hetzelfde.
Nu dezen kant uit, zei de omroe
per, en dan zal ik je spoedig overtuigen.
Hier ben je er, zei hij triomfantelijk
„Kijfc in den hoek, naar dien prachtigen
nubischen leeuw.
Ik zie er geen een, antwoordde de
ander.
Wat beduidt dat, zie je daar dien
leeuw niet vroeg de .omroeper, op het
puut woedend te worden.
Ik ben blind, was het kalme ant
woord van den ander, die de wedden
schap gewonnen had, en twee minuten
later het geld opstak en zijns weegs
ging-
Namen voor Bruiloften.
Een amerikaansche humorist heeft in
een damestijdschrift te New-York eene se
rie namen opgegeven voor de achtereen
volgende bruiloften. Na óéa jaar trou
wens komt de katoenen" bruiloft, na
twee jaar de r „papieren", na drie jaar de
„lederen", de vierde viert men blijkbaar
nietde vijfde heet de „houten" bruiloft,
de zevende de „wollen", de tiende de
„blikken", de twaalfde de „zijden". Na
12£ jaar viert men de „koperen" bruiloft,
na vijftien de „kristallen", na twintig jaar
de „porseleinen", na vijt-en-twintig jaar
de „zilveren", na dertig jaar de „paarlen"'
na veertig jaar de „robijnen", na vijftig
jaar de „gouden" en Da vijf-en-zeventig
jaar de „diamanten" bruiloft.
Mannelijke koelbloedïg-
heid. Het tragische einde van de herto
gin Sophie van Alenfon bij den parijschen
bazaarbrand, heelt in München de her
innering gewekt aan een brand, waarbij
hertog Karei van Beieren, een broeder van
hertog Max en een oom dus der hertogin
van Alen^on, door zijne koelbloedigheid en
vastberadenheid eene groote paniek wist te
verhinderen.
De geschiedenis volgt hier. Op de
plaats in München, waar na het Hofthe
ater staat, was in 1818 een schouwburg
gebouwd, die in 1823 afbrandde. Den
avond, waarop dit gebeurde, was het ge
bouw dicht bezet. In de hofloge was her
tog Karei, een broeder van den regeeren
den hertog Max van Beieren. Plotseling
je, dat lady Dermot, als het half kan, zal
trachten te verhinderen.
Sir Moritz toont zioh zeer tevreden, ja, ia
blijkbaar verheugd over dese uilnoodigio-
gen, alg irjoe moeder bet hem vertelt. Hij
ia veel te verstandig, om eene opmerkiug
daarover te uiten en is dadelijk druk in
d8 weer, het ijs voor den volgenden dag
zoo goed mogelgk te maken. In den na
middag noodigt hij Ines uit, hem te verge
zellen, hg sal haar een lesje in het schaat
senrijden geveo, opdat zij er tenminste morgen
eenigBiins mee op de hoogte tal kunnen zijn.
I nes stemt verheugd toe, msar lady
Dermot treedt evenwel beslist daar tegen
op.
„Morgen mag Ines schaatseDrjjden, zoo
veel haar goeddunkt, maar vandaag heb ik
bepaald hare bulp noodig. Ik heb het plan,
deu armen bij deze strenge koude het een
en ander te zenden, en ik zou -van middag
gaarne beginnen met het flanel op de maat
ie scheuren."
„Kunnen de meisjes dat niet doen
„Neen, waarde Morits. De armen schatten
de door mjjzelve vervaardigde kleedingstuk-
ken veel booger. Ik ben er vast van over
tuigd, dat Ines mij wel gaarne zal willen
helpen."
,0 ja, taDte Cathariua, van harte gaar
ne!" roept Ines uit, tegelijktijdig evenwel een
zucht van ontgoocheling slakende.
Sir Morits weet heel goed, al heeft nie
mand bet hem gezegd, dat het een van te
voren wei overlegd plan is, om Ines niet
met hem alleen te laten gaan.
Van tijd tot tijd krjjgt lady Dermot eens
van die aanvallen van koninklijke groot
moedigheid. Bij die gelegenheden worden
arme kinderen nit den omtrek in warm flanel
gehuld, dat de adellijke dame met hare eigen
zachte vingers heeft vervaardigd ook hondt
zij ervan, pakjes met thee en suiker uit
te deelen en daarbij te denken, dat zij een
groot en heilig werk verricht.
Sir Moritz betrenrt het innig, dat er juist
heden van die grootmoedige gedachten in
het brein zijner moeder opkomen.
„Ik ben er vast van overtuigd, dat de
menschen er liever geld voorhadden," zegt
hij als hij eenige oogenblikken later zijne
moeder en Ines met rood flanel omgeven
ziet. Vervolgens voegt hy er aan toe„Ik
weet zeker, dat ge dergelgk werk teer
onaangenaam viodt, Ines," daarby ziet hg
heel goed, boe onhandig hare sierlgke vin
gers in bet flanel rondtasten.
„Ik doe mgn werk nog erg slecht, dst
weet ik, maar het sal mettertijd wel terecht
komen," antwoordt sg lachend.
Lady Dermot klopt haar soon op den
schouder.
„Laat ons nu dit werkje over, mgD
waarde jongen. Een man is daar steeds bg
in den weg."
Zoodoende gaat Morits weg, hg ziet wel
in, dat hg door dien berg rood flanel
toch van Ines geicbeiden is.
Lady Dermot's plan voor den volgenden
dag gelokt evenwel niet geheel, want Algy
komt niet op het ontbyt. Daar de jonge
man niet sobaatsenrgden kan en er geen
genoegen in schept, om het nog te leeren,
geeft hg er de voorkeur aan, om thuis te
blgven. Zoodoende sgn er maar vgf jonge
lui van de party, in plaats van zes.
Juffrouw Flora siet er ook ditmaal wederom
zeer bekoorlijk uit. De vorst heeft hare
anders zoo bleeke wangen eene eenigszina
roode tint gegeven.
Lady Dermot siet van haar naar Ines,
en kan zich maar niet begrypen, wat Mo
rits voor mooi vindt aan dat kleine, bruine
schepseltje. Wat onsen Jim betreft, bg zag
er vandaag uitstekend uit en zooals hg nu
was, mocht niemand der arme Alice hare
liefde euvel duiden.
Alice Blake kon met genoegen bet fiere
gelaat van haren verloofde gadeslaan en
scheen dan alles rondom zich te ver
geten.
„Mynheer Ker is dus weer vertrokken P"
vraagt lady Dermot en Jim antwoordt lachend,
terwyl hg Alice over de tafel schalks aan
ziet
„Ja, ja, ik moet mgn oppasser voor eeni-
gen tijd ontberen maar voor het bal zal hg
wel weder hier sgn."
„Wat voor sostuum hebt ge bg die gelegen
heid aan zoo weudt Alioe zich tot lues. Deze
verscheen de intendant. „Koninklijke Hoog
heid, er is brand ontstaan op het tooneel,
ik verzoek Uwe Hoogheid, aan eigen veilig
heid te denken, vóór er eene paniek uit
barst." „Bed.iard maar," antwoordde
de hertog en trad dicht aan de borstwe
ring der loge. Met eene ver hoorbare
stem zeide hij tot het publiek „Men
deelt mij zoo jnist mede, dat er brand
ia uitgebarsten in dezen schouwburg. Ik
bezweer n nu, bli,f bedaard, er is geen
gevaar, als n langzaam en ordelijk het ge
bouw verlaat. Om u dit te bewijzen, blijf
ik in mijne loge, totdat n allen buiten
bent."
De moedige woorden van den prins
maakten een diepen indtuk. Zijne hooge
gestalte, die daar voor de loge stond, len-
nend op de borstwering, scheen allen als
eene beschermende macht. Zwijgend, in
de volmaaktste orde, verlieten alle bezoe
kers den schouwburg, en nadat de laat
ste bniten was gekomeD, zonder dat er
een ongeluk was gebeurd, volgde de her
tog zelf. In weerwil van alle inapanning,
brandde de schouwburg geheel af en ge
heel München vernam weldra, dat alleen
de moedige tusschenkomst van hertog Ka-
rel een vreeselijk ongeluk had verhoed.
Een stamboom. Jan, zei
mevrouw Geldzat, ernstig, iedereen
heelt tegenwoordig versoheidene stam hoo
rnen.
Wat hebben ze, lieveling vroeg
Jan, haar man, en keek van het avond
blad op.
Stamboomen, herhaalde mevrouw
Öeldzat.
Wat zijn dat
Ja, dat weet ik niet precies, maar
ik denk, dat bet een soort boom is. Ten
minste, ik hoorde sommige dames wel pra
ten over haar stamboom.
Zoo, en wat wou je daarmee zeggen?
vroeg hij weer.
Wel, ik geloof, dat men het tot
eene groote eer kan iekeneD, zoo iets te
bezitten, en dat iedereen, die 690 beetje
is in de wereld, er een dient te hebbeD.
Koop er dan ook eeD, zei hij kre
gelig. Koop den be8ten uit de gehee-
le stad en laat mij de rekening zenden
maar val me niet verder lastig met al
die bijzonderheden, koop er een en laat
hem, als hij niet te groot is, in de serre
zetten.
Maar ik heb heelemaal geen ver
stand van die dingen.
Informeer dan eensen als hij te
groot is voor de serre, plaats hem dan in
het rozenperk, en is hij daar Dog te groot
voor, dan zal ik het sluk land hier naast
aankoopen, om plaats te maken. Niemand
kan ons den loef afstekenals het om
hoornen te doen is, koop ik een geheelen
boomgaard voor je.
Nog aarzelde zij.
De zaak is deze, Jan, bekende zij
ten slotteik weet warempel niet
waar ik die dingen vandaan moet halen.
Waar verkoopen ze stamboomen en al die
dingen meer
Denk je soms, dat ik er iets van
weet stoof hij op. Loop alle winkels
voor mijn part af, maar val mij niet lastig
meer. Als de tninman je er niets van kan
vertellen, ga dan naar den grootste bloem-
kweeker en praat er met dien eens over.
Eene dnitsche courant
kreeg de volgende briefkaart van een be
jaarden man, die na een veeljarig
verblijf in een eenzaam bergdorp zijne
laatste levensjaren iD de stad Breslau
ging doorbrengen en zeer getroffen was
door het verschil in het verkeer sedert
de dagen zijner jeugd.
„Het lijkt mij" schrijft de verbaasde
bergbewoner „zeer merkwaardig, dat
ziet hoog blozend Moritz aan en deze zegt
„Onze costames blgven geheim Gg zolt
ze jnist vroegtgdig genoeg te zien kry-
gen."
„Wees zoo goed en reik mg dien scho
tel eens even aan," hiermede heeft lady
Dermot het gesprek van Ines' kleeding
afgeleid.
Juffrouw Blake slaat hare mede-minna
res mot argnsblikken gade. Die wilde
heeft zich volgens haar zeer goed ontwik
keld. Er is geen spoor van verlegenheid
meer, noch in baar gelaat, noch in hare
manieren.
En hoe lief ziet het jonge meisje er
ait, wellicht nog een weinig schuchter,
terwijl zg met hare buurvrouw, Alico,
babbelt.
Niet het minste vermag juffrouw Flora
te ontdekken, dat haren spotlnst zoo kunnen
opwekken en als Ines bemerkt, dat die
groote, koele oogen ieder oogenblik op haar
gevestigd zgD, komt er een lachje om
hare lippen, een lachje van triomf, dat die
andere nu toch ook zal moeten toestemmen,
dat zg niet meer eene wilde is.
Het ontbgt is afgenomen en Ines is naar
haar kamertje gegaan, om zieh voor het
schaatsenrgden aan te kleeden.
„Inea, mijne lieve," klinkt het plotseling
en lady Dermot steekt haar hoofd door de
deur.
„Ja, tante Catbarinaantwoordt Ines,
die den hoed, dien zg jnist van plan was, op
te zetten, in de hand hondt.
Lady Dermot treedt binnen, grgpt lees'
hoed en legt dien neder op de toilettafel.
„Ik geloof, dat ik u vertrouwen kan,"
segt ze, de banden van het jonge meisje
in de hare nemend. „Gg zgt zeer jong, mgn
engel, en ik geloof nauwelijks, dat ge er
reeds aan gedacht hebt, dat een derde per
soon van middag bg het schaatsenrgden te
veel zal zgn."
„Een derde persoon zegt Ines, maar
sg gevoelt toch al wel, dat het er op aan
gelegd wordt, om baar thuis te houden.
„Ge bezit volstrekt geen tact, lieveweet
ge niet, dat Alice en kapitein Jim verloofd
zgn En nu wil ik u een geheim vertellen,
hier in Breslau nog de middeleenwsehe
straf van het radbraken bestaat, zij het
dan ook in een gemoderniseerden vorm.
De veroordeelde wordt daarbij in eene bij-
zondere strafkleeding op een'rad gezeten
moet dat dan met eene koortsachtige be
weeglijkheid aan den gang houden." Men
ziet hier velen dezer ongelukkigen voorhij
snorren, strak voor zich uitkijkend, het*1!,
lichaam krampachtig neergekromd, op het
slechte plaveisel tot in merg en been door-
eengeschud, met bibberende beenen, alsof
er vuur onder brandde. Zelfs vrouweln.
ke wezens worden aan deze grnwelnk®
fortering onderworpen.
„Men kan het waarlijk niet tonder dro
ge oogen aanzien, hoe deze arme vrou
wen hoe groot haar misdrijf ook mo
ge zijn door de straat karren, terwijl
het gevoellooze publiek baar met een
hoocend grijnzen nakijkt
Op het postkantooi. Jon-
ge dame (die een postwissel van f 2.50
ter invordering toont.)
De galante ambtenaar (terwijl hij den
rijksdaalder geeft.) „Dame, mag ik u
dit als een bewijs van mijne hoogachting
offreeren
Jonge dame. „Zeer verplicht, mijnheer.
Mag ik na ook het bedrag van den post
wissel hebben." (Historisch.)
Twee vijanden.
Lord North verloor op het laatst van
zijn leven het gezicht. Eens ontmoette
te Baden den overste Band, die in het
Lagerhuis een heftig tegenstander van
hem was geweest en ook blind wis.
„Overste', zeide Lord North, „wij zjjn
vroeger bittere vijanden geweest, en toch,
geloof ik, zijn er geen menschen op de
wereld, die elkander liever zouden zien
dan gij en ik.'
Een nieuw beroep. De
vrouwen verdringen de mannen steeds
meer nit de betrekkingen. Nn treden in
Berlijn vrouwen op aTsscïilcleF
Niet als fijnschilderessen, neen, als huis
schilderessen en verfsters van buiten
werk, enz. Men kan ze in de straten van
Duitschlands hoofdstad reeds in volle werk
zaamheid zien. Zij dragen als de mannen
een linnen kiel en op bet hoofd een
muts. Heel elegant zien zij er niet nit,
maar bewonderenswaardig is de zekerheid
en behendigheid, waarmee de jonge""!iand.
werkster zich op de ladders en steigers bewe
gen. De meesten harer hebben zich in haren
leertijd duchtig geoefend in de gymnas
tiek, teneinde zich ving in de ongewone
houding te kunnen bewegen.
Over de bekwaamheid dezer vrouwen-
schilders spreken de lui van het vak
zich zeer prijzend uit. Vooral haar
schoonheidszin moet hooger dan die der
mannen zijn ontwikkeld. Zij krijgen het
zelfde loon als de schilders-gezellen.
TT
Uiteenzwitsersch blad.
In een blad te Bern kon men dezer
dagen de volgende advertentie lezen
„Te koopeen aap, twee schoothond
jes en een papagaai.
Zich te wenden tot mej L., die op
het punt staat te trouwen en nu die die
ren niet meer noodig heeft.'
Wim: De paddestoelen
groeien altijd op vochtige plaatsen, niet
waar, pa P
Papa Ja jongen.
WimLijken ze daarom op para
pa?
Elk zijne beurt.
MevrouwWaarom praat je toch altijd
zoo in je slaap, Hendrik P
MijnheerMaar mijn lieve hemel, Marie,
wanneer moet ik het dan doen P
dat ge voor u houden zolt. No dan, ik ge
loof en hoop, dat Moritz en Flora ook zeer
spoedig verloofd zullen zijn. Ziet ge nu in,
dat niemand n heden middag zal missen, als
gg thuis blgft
„Ja, dat zie ik in," antwoordt Ines,
zacht hare handen aan die barer tante
onttrekkend en naar het venster loo
pend.
Is sg bedroeld P Lady Dermot kan in
het anders zoo sprekende gesiebtje niet»
lezen; zoodoende tracht zg het op de eene
of andere manier te weten te komen-
„Niet waar, bet zal u voor eene enke
le maal niet zwaar vallen, om het
schaatsenrgden te moeten opgeven? Ik
kan gemakkelgk eene verontschuldiging
voor n vinden, mgn liefWaeht, totdat ge
wat ouder zgt, Ines, dan zult ge ook
spoedig iemand hebben, waaraan ge uw
hart schenken kunt en dan zolt ge
beter begrijpen, wat ik n nu zeg."
Eene treurige uitdrukking wordt er op
het gezichtje van Ines leesbaar, terwgl
sg baar gelaat nog verder van hare tan
te afwendt. Een onbekend iets zegt haar,
dat Morits niet langer haar vriend kan
zgn, als hg trouwt. Ofschoon zg het
weet en in hare onschuld er geen begrip
van heeft, is het toch een ffit, dat zij
Moritz met hare gansebe ziel aanhangt.
„Ga nu mee Daar beneden, Ines," dr r.gt
lady Dermot aan en nu moet ge er niet
zoo teleurgesteld uitzien- Morgen kunt ge
immers den ganschen dag gaan schaatsen
rijden." Lady Dermot weet zeer goed, dat
het weer veranderen zal en naar alle waar-
-cbijnlijkheid zal het vriezen geen vier en
twintig uur meer aanhouden.
„Zie er nu Diet zoo verdrietig uit, IneB I"
zegt lady Dermot nogmaals, als zg met baar
beiden de trap atgaan. Daarna legt zg hare
hand op den sonooder van het meisje en
voegt er dan aan toe„gij moet niet den
indruk geven, also! u als een kind gëbsden
is, dat ge thuisblgven moet. Gg kunt met
mg uitgaan, wg zullen dat oude vrouwtje,
waarvan ik n gister sprak, thee en suiker
zenden."
1 Over dit heerlgke tochtje schgnt Ines niet