KIEZERS! stemt dan DINSDAG 15 JUNI, Zondag 6 Juni 1S97. 41ste Jaargang Ho. 3210. INGEZONDEN. B IJ V O E G S E L. Wilt ge het uwe er toe bijdragen om vele misstanden in de maatschappij trachten te verbeteren, Uit en voor de Pers. Gemengd Nieuws. URANT Mr. E. Fokker. (Niet geplaatete ingezonden etukJcen worden nimmer teruggegeven Mijnheer de Redacteur Een man een man, een woord een woord. Onder de dingen, die den mensch als man van karakter doen kennen, be hoort voorzeker te worden genoemd het nakomen van beloften, het in toepassing brengen van het„Een man een man, een woord een woord". Gelijk in het vorige nummer is uitgesproken van de overdrijving, waaraan dienstbaren zich wel eens schuldig maken, zoo vloeit dit soms onwillekeurig voort uit het niet nako men van eenmaal bepaalde conditiën, stellig en zeker beloofde dingen, die slechts blijken als hulpmiddel te hebben gediend ter verkrijging van het begeer de. Natuurlijk, er zijn toch uitzonderin gen op den regel, maar, helaas blijkt het maar al te vaak, dat ook zij, die werkelijk de belangen van hun mees ters als de hunne beschouwen en be hartigen, de dupe worden van willekeu rige handelingen. Is het nu zoo'n wonder, dat in der gelijke gevallen de goede hoedanigheden dier persenen worden verdrongen door de schaduwzijde, die hen aankleeft Moest het u nu zoo bevreemden, dat de verhouding, de ware, intieme verhou ding plaats maakt voor eene oogen- schijnlijke toegenegenheid, die moet worden vertoond, wijl anders de band der toegenegenheid geheel zou verbre ken Immers neen Door het niet nakomen der belofte toont de mensch, dat hij geen man van karakter is, die onwaardig is, dat zijne be langen alleszins goed worden behartigd. Of meent zoo iemand, dat hij zich daar door bevoordeelt, dat hij willekeurige, gunstige beloften uitdeelt Edoch, welk een misverstand! Vergeet hij, dat juist de goede verhouding, de verknochtheid wordt gekweekt door het nakomen van beloften, die hem doen kennen als mensch in den waren zins des woords Vergeet hij, dat de dienstbaren niet begrijpen, dat over het hun toekomende, rechtmatig beloofde door hun heer wordt beschikt Is dat christelijk, eischt de Maatschap pij dat van hen, die door hunne omstan digheden dienstbaren noodig hebben P Is een dienstbare, die werkelijk goed is, die bescheiden, eerlijk, arbeidzaam is, niet waard om hem het beloofde te ge ven Of moet hij alle goede eigen schappen in zich vereenigen ter bevoordee ling van zijn patroon, om zelf op een hoogst zuinige manier en met veel, heel veel overleg met hen zich te kunnen vereenigen, die, schoon van minder kwa- FEUILLETON. 16. Sir Moritz is een eenvoudige landedel man, door sijn kalm en bedaard leven wel licht wat eenzijdig ontwikkeld. Hoe ernstig en waardig hij ook in sommige za ken is, kan hij zich overigens gedragen als een vrooljjk kind, zoo oprecht kunnen hem sommige dingen vermakenmaar trots deze karaktertrekken, bezit hij een ijzeren wil, hetgeen zijne moeder maar al te spoedig zal ondervinden. Moritz ia er bepaald van overtuigd, dat Ines uitstekend bij hem pasthg kan nog van haar maken, wat bij gaarne wil, dat zij zal worden. Haar kinderlijke eenvoud en haar voor indrukken vatbaar gemoed sijn hem juist zeer naar den zin. Hare volkomen overgave aan zjjn persoon, haar ten volle opgaan in zijne ideeën en liefhebbergen is voor hem een bewijs, dat zij ontvankelijk is voor groote, alles omvattende liefde. Zij zal bom liefhebben en vereeren en tot hem op aten, en zulk eene vrouw is het juist, die bij begeert, een lieftallig, klein wezen, «•t hij liefkozen kan, dat eenvoudig en niet veeleischend is en dat zich gelukkig en vroo- Dk gevoelt, als zij hem vroolijk siet. dZe gedachten gaan hem door h9t hoofd, rwgl gij bei,ien 0Ter forellenvangst prefeen en bij slaat met genosgen haar op gewonden gezichtje gade, als hij haar van zgne ontmoetingen vertelt. »dv Darmot hoort brokstukken van het onderhoud, onderwijl sir Moritz voortgaat, de eine Ines van zijne uitvluchtjes te water te vertellen. „Dat spel duurde zoowat een uur en twin tig minuten. Zooiets kunt ge u niet voor stellen, Ines, voordat ge het hebt bgge- oood. Hij joeg bepaald telkens op en ne- s.ingerde zich een dosijn maal uit het liteit, meer financieel bevoordeeld wor den. Ziedaar datgene, wat vaak de verhouding scbaadt, wat het leven ver galt. Is iemand, die personeel noodig heeft, niet even blijde als hi) het voltallig heeft ter bevordering zijner belangen, als hij, die in dien dienst wordt opge nomen Kunnen zij elkaar missen Immers neen Daarom nog eens, de verhouding kan verbeteren, de babbelzucht verminderen, indien de werkgever zich bij goed per soneel, aan zijn woord houdt, als hij dit datgene geeft, wat het toekomt. Volgens den billijken eisch des tijds. Vanwaar toch die onzinnige beloften, als men ze niet na kan komen, van waar dat op het .sleeptouw nemen" Of is alles comediespel Het leven eischt geen comedie, het ware, edele, goede houdt van de wer kelijkheid, houdt van een mensch van karakter, in alle opzichten, houdt van rechtvaardig, handelt in den geest Wat gij wilt, dat u de menschen doen, doe hun desgelijks." Wil men dus de ware, goede verhouding kweeken, zorgt men steeds man van karakter, d. w, z. mensch te zijn, daardoor wordt het le ven genoeglijk en zal de strijd om het bestaan niet te moeiljjker zijn. Een getrouw lezer. l>e nieuwe Campagne. Do Arnh. Cour. geeft toe, dat de ka tholieke en antirevolutionaire program ma's veel beloven voor den werkman. Maar zij wijst erop, dat eene gemeenschappelijke uitvoering van de onderling verschillende programma-beloften natuurlijk niet te ver wachten is. Da katholieken, zegt het blad, hebben bovendien meer kans op overheersching in de coalitie dan hun bondgenoot, zoodat ook bij het ter hand nemen van de socia le wetgeving de conservatief-katholieke denkbeelden richting en omvang der voor te stellen maatregelen zullen bepalen. „Van eene z.g. christelijke regeeriog dreigt, meent de A. C., vooral het gevaar, dat zij bijzonder werk zal maken van de ze delijke belangen der natie, gevaarlijk, om de aangekondigde bestrijding van der. han del, waarvan de groote meerderheid der arbeidende bevolkiog onmiskenbaar het slachtoffer worden moet. „Bevordering van de zedelijke belangen beteekent, wanneer het van kerkelijke zij de wordt geëischt, bovendien niet veel minder dan geloofsvervolging, dan dwang tot onderwerping aan het kerkelijk gezag, waaraan de meerderheid der nederlandsche natie ontgroeid is, op straffe van achter stelling en tegenwerking. Die leuze is voor al tegen de zedelijke vrijheid gericht." PKOTECT I E. Er is geen protectionist zóó fel, die al le» zou wenscUen te beschermen. Prof. Vutering zei eens„Geen voorstander van bescherming is er dan ook, die zijne ei- schen zoo hoog stelt, dat hij eene algemee- ne, volkomene, alomvattende bescherming van alle tegenwoordige en toekomstige tak ken van nijverheid zou begeeren." Men wil dus tot eene zekere grens be schermen. Maar dat kan juist niet, omdat niemand het rechtsgevoel, het gevoel van billijkheid op zijde kan zetten, waardoor men genood zaakt is, na de bescherming van A en B, successievelijk het heele alphabet in de protectie op te nemen. Men ziet het ook nu reeds. Eerst riepen de graanboeren. Toen kwamen de meelfabrikanten. Daarop kregen we al de brabantsche bier brouwers. Wie volgt Zoo rollen we met versnelde vaart daar heen, waar niemand wezen wilnaar de al- bescherming, een lamentabel lazaret des geestes, waarin de energie zwijgt en waaruit slechts eindeloos hulpgeroep opstijgt. Altijd meer Altijd meer Wat beoogt men met protectie althans wanneer het eerlijk gemeend is P Verhooging der welvaart van het gan- sche land, niet slechts van enkelen. Aangezien echter iete bestaat van invoer, gene weer van uitvoer, is het niet vol doende, alleen invoerrechten te heffen men moet ook uitvoerpremiën toekennen. Want zoodra wij invoerrechten heffen van importartikelen, zal natuurlijk het buitenland er te eerder toe overgaan, in voerrechten te heffen of de bestaande te verhoogen van »nze exportartikelen. Om dan niet van Scylla in Charybdis te ko men van de jeremiaden der importeurs in de elegisën der exporteurs zal de Staat uitvoerpremiën aan tal van takken van bedrijf moeten toekennen, gelijk dan ook elders, b. v. in Erankrijk, ruimschoots geschiedt. Hoeveel zal dat kosten Wie weet het Maar wie za! dat betalen P Gij, lezer met uw belastingbiljetHldb. water in de hoogte en als ik dan geloofde, dat ik hem had, maakte hij eene korte wen ding en ging weg. Hjj had mijn koord ver scheurd en nam hoek en al met aich me de.» .Acb, hoe jammer," riep Ines. Lady Dermot lachtte kort en spotteed. Mijne lieve Ines, het wijst nu juist niet op eene goede opvoeding, als jonge meisjes zulk eene belangstelling toonen in de lief hebbergen van de heeren." ,Octi wat," liet Moritz zich hooren, „ik acht bet heel wat beter, dat een jong meis je in visschen en dergeljjke saken belang stelt, als dat zij over onverstandigeo nonsens zit te redeneeren. Eene vronw moet de ge zellin van een man zijnwelke man sal evenwol in staat zijn, zich te vernederen tot dat pijl, waarop hij de wnfte gedachten der te genwoordige jonge dames zal kunnen begrij pen Zij zal een man tot gezellin sijn I En wat voor eene hartelijke, verstandige gezel- lin Hij vangt een snellen, dankbaren blik van baar op voor sijne dappere verdediging lady Dermot komt evenwel tot het vaste besluit, dat er iets moet gedaan worden, om aan dit alles een einde te makeu. HOOFDSTUK XVI. Het had reeds meerdere dagen en nach ten hard gevroren en iedereen begint over schaatsenrijden te spreken. Sir Moritz beeft voor Ines een paar schaatsen gekocht en hg zal haar het eerste onderricht in deze kunst geven, zoodra het ijs maar sterk ge noeg ia, hen beiden te drageo. Bij het slot Drumaneen behoort een nitgestrekteo vijver, die zoowel in den zomer ala in den winter eene bron van veel genot is. Deze vijver is nu bevroren, zijne oppervlakte is zoo glad als een spiegel. .Morgen," zegt Sir Moritz, „zullen wij met ons onderricht beginnen." Eu dadelijk verzendt lady Dermot twee briefjes, het eene, om de jongelui van Rivers, en bet tweede, om kapitein Lesroy voor den volgenden dag bg zich te noodigen. Eene urenlange tête-a-fête is een gevaarlijk zaak Maandag werd teValley Strean, Long Islaud, eene diligence, waarin 22 personen, bij het overgaan van de spoor baan door een trein overreden. Zes per sonen kwamen om, al de overigen werden gekwetst. Snelheid van da vogel- vlucht. Tegelijk met een aantal post duiven liet men in het voorjaar van 1895 ook eene in Antwerpen nestelende zwaluw, dia door kleuring kenbaar was gemaakt, in Compiègne vliegen. Deze vloog met blik semsnelheid, zonder zich als de duiven eerst onder onzeker heen- en weervliegen te oriënteereo, direct in de naar het doel voerende richting en bereikte na een uur en acht minuten haar 255 K.M. ver ver wijderd nest, terwijl de duiven eerst drie uur later aankwamen. Hieruit blijkt, zoo als het maandschrift Hemel en Aarde berekent, dat de duiven eene snelheid heb ben van 15 M. en eene zwaluw een van 58 M. per seconde. Bij zoodanige snel heid zonden de zwaluwen voor hunne jaar- lijksche reis van Afrika naar onze streken niet meer dan een halven dag behoeven, wat overigens met de ervaringen van de trekvogelkenners overeenstemt. Door een toeval gelukte het onlangs, op het mete orologisch observatorium in Blue Hill (Noord-Amerika) de snelheid van eene vlucht eenden te bepalen. Zij is 76.5 K.M. in 't uur of 20 meter in de seconde. Om groote ongelukken bij het beklimmen der Alpen te voorkomen, ia thans een internationaal Alpen-noodsig naal bekend gemaakt, dat volgens eene mededeeling in een der Lnzerner bladen aldua is samengesteldzes hoorbare of zichtbare teekeas in eene minnnt tel kens na &ne minuut te herhalen. Dit noodsignaal mag slechts gegeven worden ingeval van een ongeluk, waarbij het le ven of de gezondheid van menschen in gevaar verkeert. Ieder, die dit noodsig naal ziet of hoort, is verplicht, onmiddel lijk hnlp te verleenen. Tegen misbruik wordt gewaarschuwd. Hij zag het toch niet. Een omroeper van eene menagerie ver kondigde met veel lawaai aan het voor de tent verzamelde volk den lof zijner fir ma, terwijl hij hoog opgaf van de won deren, die daarbinnen te aanschouwen waren. Een man, die al eenigen tijd vooraan gestaan had, met een kleinen jongen naast zich, riep eensklaps uit Ik wil 25 gulden verwedden, dat je mij geen enkelen leenw kunt lateD zien. Aangenomen, zei de omroeper, die tegenover de omstanders de eer had op te houden geef op je geld. De man gaf 25 gulden aan een getui ge, en de omroeper deed hetzelfde. Nu dezen kant uit, zei de omroe per, en dan zal ik je spoedig overtuigen. Hier ben je er, zei hij triomfantelijk „Kijfc in den hoek, naar dien prachtigen nubischen leeuw. Ik zie er geen een, antwoordde de ander. Wat beduidt dat, zie je daar dien leeuw niet vroeg de .omroeper, op het puut woedend te worden. Ik ben blind, was het kalme ant woord van den ander, die de wedden schap gewonnen had, en twee minuten later het geld opstak en zijns weegs ging- Namen voor Bruiloften. Een amerikaansche humorist heeft in een damestijdschrift te New-York eene se rie namen opgegeven voor de achtereen volgende bruiloften. Na óéa jaar trou wens komt de katoenen" bruiloft, na twee jaar de r „papieren", na drie jaar de „lederen", de vierde viert men blijkbaar nietde vijfde heet de „houten" bruiloft, de zevende de „wollen", de tiende de „blikken", de twaalfde de „zijden". Na 12£ jaar viert men de „koperen" bruiloft, na vijftien de „kristallen", na twintig jaar de „porseleinen", na vijt-en-twintig jaar de „zilveren", na dertig jaar de „paarlen"' na veertig jaar de „robijnen", na vijftig jaar de „gouden" en Da vijf-en-zeventig jaar de „diamanten" bruiloft. Mannelijke koelbloedïg- heid. Het tragische einde van de herto gin Sophie van Alenfon bij den parijschen bazaarbrand, heelt in München de her innering gewekt aan een brand, waarbij hertog Karei van Beieren, een broeder van hertog Max en een oom dus der hertogin van Alen^on, door zijne koelbloedigheid en vastberadenheid eene groote paniek wist te verhinderen. De geschiedenis volgt hier. Op de plaats in München, waar na het Hofthe ater staat, was in 1818 een schouwburg gebouwd, die in 1823 afbrandde. Den avond, waarop dit gebeurde, was het ge bouw dicht bezet. In de hofloge was her tog Karei, een broeder van den regeeren den hertog Max van Beieren. Plotseling je, dat lady Dermot, als het half kan, zal trachten te verhinderen. Sir Moritz toont zioh zeer tevreden, ja, ia blijkbaar verheugd over dese uilnoodigio- gen, alg irjoe moeder bet hem vertelt. Hij ia veel te verstandig, om eene opmerkiug daarover te uiten en is dadelijk druk in d8 weer, het ijs voor den volgenden dag zoo goed mogelgk te maken. In den na middag noodigt hij Ines uit, hem te verge zellen, hg sal haar een lesje in het schaat senrijden geveo, opdat zij er tenminste morgen eenigBiins mee op de hoogte tal kunnen zijn. I nes stemt verheugd toe, msar lady Dermot treedt evenwel beslist daar tegen op. „Morgen mag Ines schaatseDrjjden, zoo veel haar goeddunkt, maar vandaag heb ik bepaald hare bulp noodig. Ik heb het plan, deu armen bij deze strenge koude het een en ander te zenden, en ik zou -van middag gaarne beginnen met het flanel op de maat ie scheuren." „Kunnen de meisjes dat niet doen „Neen, waarde Morits. De armen schatten de door mjjzelve vervaardigde kleedingstuk- ken veel booger. Ik ben er vast van over tuigd, dat Ines mij wel gaarne zal willen helpen." ,0 ja, taDte Cathariua, van harte gaar ne!" roept Ines uit, tegelijktijdig evenwel een zucht van ontgoocheling slakende. Sir Morits weet heel goed, al heeft nie mand bet hem gezegd, dat het een van te voren wei overlegd plan is, om Ines niet met hem alleen te laten gaan. Van tijd tot tijd krjjgt lady Dermot eens van die aanvallen van koninklijke groot moedigheid. Bij die gelegenheden worden arme kinderen nit den omtrek in warm flanel gehuld, dat de adellijke dame met hare eigen zachte vingers heeft vervaardigd ook hondt zij ervan, pakjes met thee en suiker uit te deelen en daarbij te denken, dat zij een groot en heilig werk verricht. Sir Moritz betrenrt het innig, dat er juist heden van die grootmoedige gedachten in het brein zijner moeder opkomen. „Ik ben er vast van overtuigd, dat de menschen er liever geld voorhadden," zegt hij als hij eenige oogenblikken later zijne moeder en Ines met rood flanel omgeven ziet. Vervolgens voegt hy er aan toe„Ik weet zeker, dat ge dergelgk werk teer onaangenaam viodt, Ines," daarby ziet hg heel goed, boe onhandig hare sierlgke vin gers in bet flanel rondtasten. „Ik doe mgn werk nog erg slecht, dst weet ik, maar het sal mettertijd wel terecht komen," antwoordt sg lachend. Lady Dermot klopt haar soon op den schouder. „Laat ons nu dit werkje over, mgD waarde jongen. Een man is daar steeds bg in den weg." Zoodoende gaat Morits weg, hg ziet wel in, dat hg door dien berg rood flanel toch van Ines geicbeiden is. Lady Dermot's plan voor den volgenden dag gelokt evenwel niet geheel, want Algy komt niet op het ontbyt. Daar de jonge man niet sobaatsenrgden kan en er geen genoegen in schept, om het nog te leeren, geeft hg er de voorkeur aan, om thuis te blgven. Zoodoende sgn er maar vgf jonge lui van de party, in plaats van zes. Juffrouw Flora siet er ook ditmaal wederom zeer bekoorlijk uit. De vorst heeft hare anders zoo bleeke wangen eene eenigszina roode tint gegeven. Lady Dermot siet van haar naar Ines, en kan zich maar niet begrypen, wat Mo rits voor mooi vindt aan dat kleine, bruine schepseltje. Wat onsen Jim betreft, bg zag er vandaag uitstekend uit en zooals hg nu was, mocht niemand der arme Alice hare liefde euvel duiden. Alice Blake kon met genoegen bet fiere gelaat van haren verloofde gadeslaan en scheen dan alles rondom zich te ver geten. „Mynheer Ker is dus weer vertrokken P" vraagt lady Dermot en Jim antwoordt lachend, terwyl hg Alice over de tafel schalks aan ziet „Ja, ja, ik moet mgn oppasser voor eeni- gen tijd ontberen maar voor het bal zal hg wel weder hier sgn." „Wat voor sostuum hebt ge bg die gelegen heid aan zoo weudt Alioe zich tot lues. Deze verscheen de intendant. „Koninklijke Hoog heid, er is brand ontstaan op het tooneel, ik verzoek Uwe Hoogheid, aan eigen veilig heid te denken, vóór er eene paniek uit barst." „Bed.iard maar," antwoordde de hertog en trad dicht aan de borstwe ring der loge. Met eene ver hoorbare stem zeide hij tot het publiek „Men deelt mij zoo jnist mede, dat er brand ia uitgebarsten in dezen schouwburg. Ik bezweer n nu, bli,f bedaard, er is geen gevaar, als n langzaam en ordelijk het ge bouw verlaat. Om u dit te bewijzen, blijf ik in mijne loge, totdat n allen buiten bent." De moedige woorden van den prins maakten een diepen indtuk. Zijne hooge gestalte, die daar voor de loge stond, len- nend op de borstwering, scheen allen als eene beschermende macht. Zwijgend, in de volmaaktste orde, verlieten alle bezoe kers den schouwburg, en nadat de laat ste bniten was gekomeD, zonder dat er een ongeluk was gebeurd, volgde de her tog zelf. In weerwil van alle inapanning, brandde de schouwburg geheel af en ge heel München vernam weldra, dat alleen de moedige tusschenkomst van hertog Ka- rel een vreeselijk ongeluk had verhoed. Een stamboom. Jan, zei mevrouw Geldzat, ernstig, iedereen heelt tegenwoordig versoheidene stam hoo rnen. Wat hebben ze, lieveling vroeg Jan, haar man, en keek van het avond blad op. Stamboomen, herhaalde mevrouw Öeldzat. Wat zijn dat Ja, dat weet ik niet precies, maar ik denk, dat bet een soort boom is. Ten minste, ik hoorde sommige dames wel pra ten over haar stamboom. Zoo, en wat wou je daarmee zeggen? vroeg hij weer. Wel, ik geloof, dat men het tot eene groote eer kan iekeneD, zoo iets te bezitten, en dat iedereen, die 690 beetje is in de wereld, er een dient te hebbeD. Koop er dan ook eeD, zei hij kre gelig. Koop den be8ten uit de gehee- le stad en laat mij de rekening zenden maar val me niet verder lastig met al die bijzonderheden, koop er een en laat hem, als hij niet te groot is, in de serre zetten. Maar ik heb heelemaal geen ver stand van die dingen. Informeer dan eensen als hij te groot is voor de serre, plaats hem dan in het rozenperk, en is hij daar Dog te groot voor, dan zal ik het sluk land hier naast aankoopen, om plaats te maken. Niemand kan ons den loef afstekenals het om hoornen te doen is, koop ik een geheelen boomgaard voor je. Nog aarzelde zij. De zaak is deze, Jan, bekende zij ten slotteik weet warempel niet waar ik die dingen vandaan moet halen. Waar verkoopen ze stamboomen en al die dingen meer Denk je soms, dat ik er iets van weet stoof hij op. Loop alle winkels voor mijn part af, maar val mij niet lastig meer. Als de tninman je er niets van kan vertellen, ga dan naar den grootste bloem- kweeker en praat er met dien eens over. Eene dnitsche courant kreeg de volgende briefkaart van een be jaarden man, die na een veeljarig verblijf in een eenzaam bergdorp zijne laatste levensjaren iD de stad Breslau ging doorbrengen en zeer getroffen was door het verschil in het verkeer sedert de dagen zijner jeugd. „Het lijkt mij" schrijft de verbaasde bergbewoner „zeer merkwaardig, dat ziet hoog blozend Moritz aan en deze zegt „Onze costames blgven geheim Gg zolt ze jnist vroegtgdig genoeg te zien kry- gen." „Wees zoo goed en reik mg dien scho tel eens even aan," hiermede heeft lady Dermot het gesprek van Ines' kleeding afgeleid. Juffrouw Blake slaat hare mede-minna res mot argnsblikken gade. Die wilde heeft zich volgens haar zeer goed ontwik keld. Er is geen spoor van verlegenheid meer, noch in baar gelaat, noch in hare manieren. En hoe lief ziet het jonge meisje er ait, wellicht nog een weinig schuchter, terwijl zg met hare buurvrouw, Alico, babbelt. Niet het minste vermag juffrouw Flora te ontdekken, dat haren spotlnst zoo kunnen opwekken en als Ines bemerkt, dat die groote, koele oogen ieder oogenblik op haar gevestigd zgD, komt er een lachje om hare lippen, een lachje van triomf, dat die andere nu toch ook zal moeten toestemmen, dat zg niet meer eene wilde is. Het ontbgt is afgenomen en Ines is naar haar kamertje gegaan, om zieh voor het schaatsenrgden aan te kleeden. „Inea, mijne lieve," klinkt het plotseling en lady Dermot steekt haar hoofd door de deur. „Ja, tante Catbarinaantwoordt Ines, die den hoed, dien zg jnist van plan was, op te zetten, in de hand hondt. Lady Dermot treedt binnen, grgpt lees' hoed en legt dien neder op de toilettafel. „Ik geloof, dat ik u vertrouwen kan," segt ze, de banden van het jonge meisje in de hare nemend. „Gg zgt zeer jong, mgn engel, en ik geloof nauwelijks, dat ge er reeds aan gedacht hebt, dat een derde per soon van middag bg het schaatsenrgden te veel zal zgn." „Een derde persoon zegt Ines, maar sg gevoelt toch al wel, dat het er op aan gelegd wordt, om baar thuis te houden. „Ge bezit volstrekt geen tact, lieveweet ge niet, dat Alice en kapitein Jim verloofd zgn En nu wil ik u een geheim vertellen, hier in Breslau nog de middeleenwsehe straf van het radbraken bestaat, zij het dan ook in een gemoderniseerden vorm. De veroordeelde wordt daarbij in eene bij- zondere strafkleeding op een'rad gezeten moet dat dan met eene koortsachtige be weeglijkheid aan den gang houden." Men ziet hier velen dezer ongelukkigen voorhij snorren, strak voor zich uitkijkend, het*1!, lichaam krampachtig neergekromd, op het slechte plaveisel tot in merg en been door- eengeschud, met bibberende beenen, alsof er vuur onder brandde. Zelfs vrouweln. ke wezens worden aan deze grnwelnk® fortering onderworpen. „Men kan het waarlijk niet tonder dro ge oogen aanzien, hoe deze arme vrou wen hoe groot haar misdrijf ook mo ge zijn door de straat karren, terwijl het gevoellooze publiek baar met een hoocend grijnzen nakijkt Op het postkantooi. Jon- ge dame (die een postwissel van f 2.50 ter invordering toont.) De galante ambtenaar (terwijl hij den rijksdaalder geeft.) „Dame, mag ik u dit als een bewijs van mijne hoogachting offreeren Jonge dame. „Zeer verplicht, mijnheer. Mag ik na ook het bedrag van den post wissel hebben." (Historisch.) Twee vijanden. Lord North verloor op het laatst van zijn leven het gezicht. Eens ontmoette te Baden den overste Band, die in het Lagerhuis een heftig tegenstander van hem was geweest en ook blind wis. „Overste', zeide Lord North, „wij zjjn vroeger bittere vijanden geweest, en toch, geloof ik, zijn er geen menschen op de wereld, die elkander liever zouden zien dan gij en ik.' Een nieuw beroep. De vrouwen verdringen de mannen steeds meer nit de betrekkingen. Nn treden in Berlijn vrouwen op aTsscïilcleF Niet als fijnschilderessen, neen, als huis schilderessen en verfsters van buiten werk, enz. Men kan ze in de straten van Duitschlands hoofdstad reeds in volle werk zaamheid zien. Zij dragen als de mannen een linnen kiel en op bet hoofd een muts. Heel elegant zien zij er niet nit, maar bewonderenswaardig is de zekerheid en behendigheid, waarmee de jonge""!iand. werkster zich op de ladders en steigers bewe gen. De meesten harer hebben zich in haren leertijd duchtig geoefend in de gymnas tiek, teneinde zich ving in de ongewone houding te kunnen bewegen. Over de bekwaamheid dezer vrouwen- schilders spreken de lui van het vak zich zeer prijzend uit. Vooral haar schoonheidszin moet hooger dan die der mannen zijn ontwikkeld. Zij krijgen het zelfde loon als de schilders-gezellen. TT Uiteenzwitsersch blad. In een blad te Bern kon men dezer dagen de volgende advertentie lezen „Te koopeen aap, twee schoothond jes en een papagaai. Zich te wenden tot mej L., die op het punt staat te trouwen en nu die die ren niet meer noodig heeft.' Wim: De paddestoelen groeien altijd op vochtige plaatsen, niet waar, pa P Papa Ja jongen. WimLijken ze daarom op para pa? Elk zijne beurt. MevrouwWaarom praat je toch altijd zoo in je slaap, Hendrik P MijnheerMaar mijn lieve hemel, Marie, wanneer moet ik het dan doen P dat ge voor u houden zolt. No dan, ik ge loof en hoop, dat Moritz en Flora ook zeer spoedig verloofd zullen zijn. Ziet ge nu in, dat niemand n heden middag zal missen, als gg thuis blgft „Ja, dat zie ik in," antwoordt Ines, zacht hare handen aan die barer tante onttrekkend en naar het venster loo pend. Is sg bedroeld P Lady Dermot kan in het anders zoo sprekende gesiebtje niet» lezen; zoodoende tracht zg het op de eene of andere manier te weten te komen- „Niet waar, bet zal u voor eene enke le maal niet zwaar vallen, om het schaatsenrgden te moeten opgeven? Ik kan gemakkelgk eene verontschuldiging voor n vinden, mgn liefWaeht, totdat ge wat ouder zgt, Ines, dan zult ge ook spoedig iemand hebben, waaraan ge uw hart schenken kunt en dan zolt ge beter begrijpen, wat ik n nu zeg." Eene treurige uitdrukking wordt er op het gezichtje van Ines leesbaar, terwgl sg baar gelaat nog verder van hare tan te afwendt. Een onbekend iets zegt haar, dat Morits niet langer haar vriend kan zgn, als hg trouwt. Ofschoon zg het weet en in hare onschuld er geen begrip van heeft, is het toch een ffit, dat zij Moritz met hare gansebe ziel aanhangt. „Ga nu mee Daar beneden, Ines," dr r.gt lady Dermot aan en nu moet ge er niet zoo teleurgesteld uitzien- Morgen kunt ge immers den ganschen dag gaan schaatsen rijden." Lady Dermot weet zeer goed, dat het weer veranderen zal en naar alle waar- -cbijnlijkheid zal het vriezen geen vier en twintig uur meer aanhouden. „Zie er nu Diet zoo verdrietig uit, IneB I" zegt lady Dermot nogmaals, als zg met baar beiden de trap atgaan. Daarna legt zg hare hand op den sonooder van het meisje en voegt er dan aan toe„gij moet niet den indruk geven, also! u als een kind gëbsden is, dat ge thuisblgven moet. Gg kunt met mg uitgaan, wg zullen dat oude vrouwtje, waarvan ik n gister sprak, thee en suiker zenden." 1 Over dit heerlgke tochtje schgnt Ines niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 9