ifflSS! NiCDWS-
AilMlit- k Lllllllll
'kosteloos voor een ieder
VilffljlM
STEMMING
Mi*. E. Fokker
Donderdag 10 Juni 1397.
41ste Jaargang ITo. 3211.
Belangstellenden
Red.
Verkiezingen.
d
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
AD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.GO.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 8 et.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
worden er op attent gemaakt, dat Dinsdagavond
15 Juni en Woensdagmorgen 16 J u n i a. s.
de verschillende telegrammen, betreffende de verkie
zing van leden voor de Tweede Kamer, voor zoover
zij zijn ingekomen, aan ons bureau
ter inzage liggen.
GemeenteSc hagen.
B e K e n d ra afc i u g e n.
FEUILLETON.
Géén geld geven
ter verkranaii EEN LID vanie
Tweele Kamer der Statei-Gewaal.
Binnenlandse!] Nieuws.
Wieringerwaard.
SCHAKER
COUBAN
Bureau: SCHAGE1T, ILaan, O 4.
Uitgever; P. TRAPMAN.
MedewerkerJ. WIARBL
De ondergeteekende, Burgemeester der
gemeente SCHAGEN, brengt bij deze teT
voorkoming van vervolging, onderstaande
artikelen der nieuwe kieswet onder de aan
dacht der belanghebbenden
Art. 57.
Het hoofd of de bestuurder van een be
drijf of eene onderneming, waarin manne
lijke personen, die den leeftijd van vijf en
twintig jaren hebben bereikt, arbeid ver
richten in fabrieken en werkplaatsen, is
verplicht te zorgen, dat ieder van die per
sonen, die bevoegd is, tot de keuze mede
te werken, gedurende ten minste twee ach
tereenvolgende uren tusschen acht uren des
voormiddags eD vijf uren des namiddags,
daartoe gelegenheid vinden.
Art. 58.
Het hoofd of de bestuurder der in bet
voorgaande artikel bedoeld, is verplicht te
zorgen, dat in zijne fabriek of werkplaats,
op eene plaats, waar arbeid wordt verricht,
gedurende twee werkdagen vóór, en op
den (ot stemming bepaalden tijd op ee
ne zichtbare wijze is opgehangen eene door
hem onderteekende lijs*, de uren, in het
17.
De damea Bray maken aan het onder
houd tusschen Ines en Moritz eeu ein
de.
(„Sir Moritz, wilt ge de goedheid heb
ben, ons den toren eens te laten zien P La
dy Dermot heeft ons gezegd, dat een
reisje daarheen volkomen belooneDd ge
noemd mag worden."
„Met genoegen I* Hij maakt zich gereed,
de dames te volgen en voegt Ines toe
„Ga met ons mede."
«Neen, Moritz, dat gaat niet. Ik heb
tante Catharina beloofd, haar behulpzaam
te zijn bij de rangschikking van de
bloemen*, antwoordt Ines en blijft bij de
ensternis staan.
Een geraimen tijd later bevindt lady
irmot zich bij hare nicht op de kamer.
„Dos verheugt ge n over de reis, die
ge naar het buitenland zult ondernemen
Ja, ja, dat wist ik wel." Lady Dermot zal er
wel voor oppassen te verraden, dat zij het
geweest is, die hare zuster verzocht heeft,
de uitnoodiging te doen, opdat het meis-
'b, dat sir Moritz het hoofd op bol
racht, maar verdwijnen zon.
„Gij zult het bij tante en de beide
nichtjes zeer aangenaam en prettig hebben,
ik geloof, dat Flora wel een beetje ja-
loerseh op je was, omdat ge Morits altijd
aco achterna liept. No, nu, blijf maar
bedaard. Ge zijt nog te jong, en daarmede
hielden Morits en ik ook rekening en
we beschouwden u dan ook geheel als een
kind. Flora kwam mij in den laatsten tijd
zeer ijverzuchtig voor en als ge mij naar
mijn oordeel omtrent deze dingen vraagt,
kan een jong meisje ook eigenlijk niet
Wem* k811 8eDOeg *®D te8sn0Ter
Met brandende wangea en vlammende
OOg®?.. Ioe« lady Dermot aan.
J ,wa® afeeds goed voor mij,* roept zij
met onderdrukten hartstocht uit, nieï be
merkende hoe roerend juist de toon van
dat woord „bij" is.
ï^7* De!m0t, neemt het gloeiende ge-
z.chtje tusschen hare koele handen en lacht
ftaebt
,Mgne lieve Ines,* zegt ze, .neemt ge
met heter van mij een wenk ter fcarte,dan
voorgaaude artikel bedoeld, vermeldende,
voor elk afzonderlijk of groepsgewijze of
voor allen gezamenlijk.
Op de woorden .arbeid" en ^fabrie
ken en werkplaatsen" is I der Arbeids
wet toepasselijk.
Art. 154.
Overtreding van de artt. 57 en 58 de
zer wet wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste veertien dagen of geldboete
van ter. hoogste vijf en zeventig galden.
De lijst, in de artt. 57 en 58 bedoeld,
is voorhanden bij den uitgever N. S-imson
te Alfeu aan den Rijn.
SCHAGEN, 24 Mei 1897.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders van
SCHAGEN,
Gezien artt. 94 en 95 der algemeene
politieverordening voor die gemeente,
Brengen ter algemeene keunis, dat in
bet belang der openbare gezondheid alle
verzamelingen van afval, VUilniS, m68t
of dergelijke stoffen, zich op de er
ven of andere plaatsen in de kom der
gemeente bevindende, moeten zijn opge
ruimd VÓÓr 15 Juni 6. k. Op behoor
lijk afgedekte mestvaalten zich bevindende
op erven bij boerderijen, is deze bepaling
van anderen Wanneer ge ouder gewor
den zijt, zult ge zelve inzien, dat het niet
aaDgaat, dat eene jongo dame als een school
jongen dag in en dag uit achter een heer
aanloopt. Moritz zou u nooit op het on
passelijke van uwe bandelwijre gewezen
hebben maar mijne lieve, ik geloof niet, dat
bij uwe grea'enlooze aanhankelijkheid zeer
aangenaam vindt."
En met een vriendelijk knikje verlaat zij
de kamer.
Nu is Ines alleen en zij breekt in
een hartstochtelijk weenen nit waarom
Dat weet zij zelve nauwelijks. Maar lady
Dermot'i scherpe woorden hebben volein
digd, wat de zachte blikken van sir Moritz
niet in staat waren te doen. Zij weet nu,
hoe het er in haar binnenste uitziet.
Het kind is vrouw geworden. Ines gevoelt
en weet, dat zij tegenover haar neef nooit
meer zoo onbevangen en vrjj zal kunnen
zijn. Hjj iz niet meer haar vriend, maar
de man, dien zij met al de kracht van haar
onacbaldig en vertrouwend hart liefheeft en
bij deze bekentenis komt nog het gevoel van
schaamte bij haar op over haar gedrag
tot dusverre dat alle tranen ter wereld niet in
staat zijn weg te wassehan.
Wellicht gist lady Dermot zoo eenigsains,
wat er in het kleine kamertje voorvalt, want
plotseling treedt zij weder binnen en vindt
Ines wanhopig snikkend voor een stoel nêer-
geknield.
.Mijne lieve Ines!* roept zij en zij ziet op
de slanke, ineengedoken gestalte neder.
„Mgn lief kind, ge moet niet zoo wee-
nen.* Dan slaat zij haar arm om het jon
ge meisje en gaat op hartelijken toon voort:
„Mijn lief kind, zeg mg alles, schud uw
hart voor mjj uit, alsof ik uwe eigen moeder
was, gij weet, ik ben de moeder van Mo
ritz.*
Doch niets dan een hartverscheurend
snikken is daarop het antwoord en tante
Catharina streelt zacht de lokken van
hare beschermelinge.
.Ik heb al reeds lang gevreeed, dat het
zoo ver zou komen, mijn kind, en ik dacht
het te kannen verhinderen, door u een
poosje op reis te zenden. Moritz heeft niet
goed gedaan, zijn gedrag is afkeurens
waardig. Hij meende het goed met u en
nu heeft hij u diep ongelukkig gemaakt.
Ik zag wel, dat ge hem maer dan een broeder
begon lief te krijgen en liet hel aan
waarschuwingen niet ontbreken. Hst is
verschrikkelijk voor een meisje, een man
te beminnen, die nog nooit een woord
van liefde tot haar gesproken heeft.*
Nog altijd kwam er geen antwoord;
de zachte vingers, die het vertwijielde ge
niet van toepassing.
Nalatigheid met betrekking tot het vo
renstaande is strafbaar met eene geldboe
te van ten hoogste f 25. of hechte
nis van ten hoogste zes dagen.
Schagen, 26 Mei 1897.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
De zich noemende vereeniging tot onder
steuning aan weduwen en weezen, gevestigd
te Amsterdam, heeft, geljjk zjj voor eenige
weken geleden óók deed, wederom besloten,
door het gansche land eene collecte te hou
den ten bate harer instelling.
In den loop der volgende week zal zjj met
een gesloten bus, waarop de naam der ver
eeniging staat, in Schagen gelden laten in -
zamelen.
Aangezien deze collecte niet veel beter
is dan eene gewone bedelarij, doch moeilijk
geweerd kan worden, omdat de vereeniging
zich weet te dekken door de artt. 7 en 13 der
Armenwet, noodig ik de ingezetenen langs
dezen weg dringend uit, voor bedoelde col
lecte geen penning aftezonderen.
Schagen, 4 Juni 1897.
de Burgemeester,
S. BERMAN.
De BURGEMEESTER der Gemeente
Schagen brengt ter openbare kennis, dat op
Dinsdag, den 15en Juni aanstaande, van
des morgens zcht tot dee namiddags vijt
uren, de stemming zal geschieden ter ver
vulling van eene plaats in de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal voor het Kies
district Alkmaar, waartoe deze Gemeente
behoort.
De caudidjten, in alphabetische volg
orde, zijn
-J lir. >Ii-. T, A, -J. van
Ascli van Wijck.
>1 r\ JtC. Fokker.
>11". VV. van tier Kaaij.
J. Gr. van Kuykhof.
zich nog vaster
Tevens wordt de aandacht gevestigd op
artikel 128 van het Wetboek van Straf
recht, luidende
„Hij die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende aan eene krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar".
Schagen, den 8en Juni 1897.
Da Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Zondag 6 Juni trad de heer
voor eene tamelijk wd bezette zaal op, na
dat de vergadering met een enkel woord
was geopend door den heer Van Kossem
van Schagen.
Spreker begon met te zeggen, dat hij,
hoewel aftredend afgevaardigde voor dit
district, wel aan bijna allen, hier tegen
woordig, onbekend zou zijn. Nu de ver
kiezing op handen is, had de kuaveree-
niging te Schagen het wenschelijk geacht,
dat spreker zich ook te Wieringerwaard
eens persoonlijk zou voorstellen. Hij zou
zich voor dezen avond bepalen tot enkele
punten, om te laten hoorenWat wij
(sprekers partij) willen ea wat anderen
willenopdat de vergadering daaruit be
sluite, wat zij wil
De verhouding tusschen arbeider en
werkgever Rat nog veel te wensehe» over.
Niet alleen is de eerste afhankelijk van
den laatste, maar op grond van Art. 1638
in ons Burgerlijk Wetboek, staat de laat
ste ook rechtens boven den eerste. Daar
om dient zooveel mogelijk to worden ge
ijverd voor de geestelijke en stoffelijke
belangen van den arbaider. Niet alleen verze-
kere men hem tegen ziekte, ongelukken, in
validiteit cn ouderdom, masr die verzekering
worde verplichtend gestald. De premie wor
de gedragen deels door den staat, deels door
den werkgever, maar deels ooS door den ar
beider, opdut de eerlmg genoten uitkee-
zichtje bedekten, eloteD
aaneen.
„Ea dan, lieveling, ge waart volstrekt
niet berekend, om uwe gedachten te ver
bergen. Ik zag duidelijk genoeg, welke
gedachten bezit van uw dom hoofdje na
men en ik was er zeer bang voor, dat
Morits het eveneens sou bemerken. Dat
zou hem zeer leed gedaan hebben, lief
kind, en ik moet het uitspreken, die ont
dekking zou u zeer in zijne achthig heb
ben doen dalen.*
Eindcljjk heft Ines haar hoofdje op, maar
met een diepen zucht wendt zij bet
van het licht af.
Liefde en huweljjk nooit heeft zjj
tot dusverre aan deze twee zakeD gedacht.
Onbewust van het noodlot, dat baar te
beurt zou vallen, is zij voortgeleefd.
Lady Dermot verwondert zieh over bet
trotsoee zwijgen van het kindzij hecht
aaD dit zaakje niet veel waarde en heeft
geen denkbeeld van den hartstocht, die
bet kleine wezentje op dit oogenblik doet
beven van bet hoofd tot de voeten.
„Bet uwe oogen met kond water, mgn
lief kind, en kom spoedig Daar beneden- Ik ge
loof, dat Moritz naar Rivers gegaan ii
en hij zal voor het diner wel niet terug
komen, dos ge behoeft er niet bevreesd
voor te zijn, dat ge hem zult ontmoeten.*
Ines doei, zooals haar bevolen is, doch
in plaats van naar het salon te gaan, dringt
hare gemoedsstemming haar naar buiten.
Zij moet eens door veld en bosch dwalen,
om het evenwicht harer ziele te herstellen.
En terwijl lady Dermot met het vrooljjkste
gezicht van de wereld met de dames Bray
zit te keuvelen, wien ter eere zij in de
torenkamer, die de eigenaardige meisjes
voor het schoonste plekje op de wereld
verklareD, thee schenkt, ontmoet een groote
iemaud eene kleine iemand, die juist van
haren dwaaltocht naar huis terugkeert. Ein
delijk beeft sir Morits Ines voor zich alleen.
Eén blik op haar bedroefd gezichtje en
in hare nog vochtige oogen, en een naam
loos verlangen stijgt in zijne ziel op.
„Ines, ik bid n, wat heeft dit alles te
beduiden P* vraagt bij op zachten toon.
„Zijt ge bevreesd, om in den vreemde te
gaan
„Neen," stottert bet jonge meisje, terwijl
zij alle krachten inspant, om bedaard naast
hem voort te loopen, en in stilte wenscht
zij overal elders, dan juist aan zijne
zijde, te zijn.
Wat kan haar toch overkomen zijn f Al
haar zoete eenvoud schijnt haar verlaten te
v hebben, zelfs hare stem heeft een anderen
klank. i
„Wat is er gebeurd vraagt hij, zijne
stem zulk een vertrouweljjken klank gevend,
dat het bloed haar naar de wangen vliegt.
„Waarom gaat ge mij zoo opretlelyk nit
den wrg, li es? Eens waren wij zulke goede
vrienden. Hebt ge vergeten, dat ge mij
steeds om hulp en raad zondt vragen, wan
neer n iets drnkte? En na krijg ik a
nauwelijks meer een oogenblik alleen te
zien.*
Ines is geen heldin; zij is te vreesach
tig, om te spreken, te eerlijk, om een ander
antwoord dan de waarheid te geven, wan
neer zij spreekt. Zonder iets te zeggen,
snelt zjj plotseling van zijne zijde weg en
loopt, zoo snel als bare voeten haar kannen
dragen, naar hnis terug.
Sir Moritz maakt geen enkele bewe
ging, om haar te volgen. De hindernissen,
die er in den weg geplaatst zijn, om
hem hare lielde niel te doen ververven, sol
len ep eene andere manier wel aan den
dag gebracht knnDen worden. Hij gaat
daarom dadelijk rechtstreeks op aijn doel af.
„Ik heb iots mot u te bespreken, moe
der Zoodt ge zoo goed willen rijn, cm
van avond, nadat de gasten zich ter ruste
hebben begeven, in mijne kamer te ko
men
De lady antwoordt bevestigend en
vraagt zichzeive af, wat haar zoon wel met
baar te bespreken kan hebben. Als zij
evenwel in zijne kamer komt, laat bij
haar niet lang in twjjfel.
„Wat hebt gij met Ines besproken
Bij dezen korten, niet verwachten aanval
is lady Dermot echter dadelijk strijd
vaardig.
„Drnk je wat duidelijker nit, waar
de Moritz 1* antwoordt zij, haar zoon, den
trots baars levens, aanziende.
Hij neemt hare beide handen in de
zijnen en staat hoog opgericht voor haar
en zegt
„Moeder, ik zal geen omwegen bewan
delen, maar n dadelijk zeggen, dat ik
Ines van ganseher harte liefheb en dat
ik boop, haar tot mijne vrouw te maken.*
„Gij hebt nw verstand verloren 1* roept
lady Dermot nit, „Moritz, gij znlt toch zoo'n
dommen streek nooit begaan
„Dom of niet dom, bet hindert niet,*
Waarom zal ik het niet doen? Zij is het
eenige meisje, voor wie ik eenige be
langstelling koester, waarom zal ik niet
met haar trouwen P*
Ja, waarom niet P Lady Dermot zookt
naar eene dor tallooze redenen, welke zjj
tegen dit huwelijk heeft willen iubrengen.
„Zij is te jong,' zegt zij eindeijjk,
„Jong is zij, dat is waar, maar moe
ring geen aalmoes zij, maar een recht
en de arbeider nit eigen belang geprik
keld worde, zijn best te doen, om een aoo
hoog mogelijk loon te erlangen. Loon en
premie en uitkeering toch, dienen evenre
dig te zijn.
Hier komt spreker als vanzelve tot de
scheiding tusschen vooruitstrevend libe
ralen en oud- of conservatief liberalen.
Het verschil moge gering zijn, er is
verschil.
Zoo heeft Mr. Bosman te Alkmaar be
zwaar gemaakt, de candidttnur van Mr.
Fokker te steunen, op grond zijner beginse
len in zake leerplicht en verzekering. Mr.
Bosman beval Mr. van der Kaaij aan en
Mr. van der Kaaij is vóór leerplicht
en vóór verzekering, evengoed als Mr. Fok'
kery maar de laatste gaat wat verder dan
de eerste.' Spreker meent Mr. van Ho
ten als woordvoerder der oud-liberalen te
mogen beschouwen. Op grond nu van re
devoeringen en geschriften van Mr. van
Routenconstateert spreker, dat de oud-
libeiaal vrijheid voor den sterke verlangt,
om den zwakke te onderdrukken.
Spreker gaat niet mee met hen, die
beweren slechts hij is veilig, die arbeidt,
wie heeft, ziet een vijand in hem, die
niet heeft. Neen wie buiten zijne schuld
arm, ongelukkig en behoeftig is geworden,
dient geholpen. Met zooeven genoemde
stellingen zou men het socialisme in de
hand werken, en de socialistische staat is
geen ideaal, maar een visioen, slechts te
bereiken door revolutie.
Ook de Sociaal-Katholieke partij heeft
haar program, ontworpen door een katho
lieke karaerclub. De Nederl. Katholieke
Volksbond miste in der tijd punten op
dat concept. Men heeft zich daaraan
niet gestoord en dat baart spreker geen
verwondering, het is immers alleen en
uitsluitend te doen, om de meerderheid te
vormen en daardoor kracht uit te oefenen.
De anti-revolutionairen, zeer goed we
tend, dat zij zonder steun van katholieke
zijde er niet komen, sluiten zich bij de
katholieken aan. Bekomen deze partijen
de meerderheid, dan zullen sociale her
vormingen op [den achtergrond worden
der, zjj is niet bet eenigo meisje, dat
dat gebrek heeft; zg bezit verder alles, wat
ik mij in eene vroaw zou kannen wen-
schen.*
„Op mjjn woord, Moritz, dan zijt ge al
heel gemakkelijk tevreden te stellen. Ik
heb mg n waarljjk veel verstandiger voor
gesteld en heb nooit kannen denken, dat
ge in staat zondt zijn, om u aan een kind
zooals Ines te verslingeren.
Lady Dermot is zeer opgewonden en ge
voelt zich allez behalve prettig gestemd, ea
zir Moritz behandelt de zaak hoogst ern-
•tig.
„Moeder, ik moet ditmaal op mgn be
sluit bljjven staan. Het doet mjj oprecht
leed, dat ge met de kease, die ik gedaas
heb, u niet kont vereenigeD.*
Zijne moeder kan den blik niet van hem
afwenden, terwjjl hij daar zoo fier en beslist
voor haar staat. Dat haar jongen, dien z{j
altijd beschouwd heeft als de verpersoonlij
king van den man, nu snik eene vrouw
kiest, dat grieft haar.
„Zijt ge er zeker van, dat zn u lief
heeft
„Tot op dit nar was ik daar vast vso
overtuigd. Vandasg scheen zg mjj evenwel
zeer veranderdhebt gjj het geprobeerd,
haar van mij afkeerig te maken P*
Zijne moeder drnkte den zakdoek tegen
hare oogen.
„Ik heb steeds gehoopt, dat gjj Flora
zondt troowen," antwoordde zjj. „O Moritz,
geloof mg, deze stap zal u spoedig beron-
wen."
Bjj het hooren van Flora's naam werd
zijn oog donkerder en zjjn voorhoofd rim
pelde zich.
,,Ik heb nooit aan Flora als aan
mijne toekomstige vrouw gedacht," ant
woordde hij zacht, maar beslist
„Ik geloof zelfs, dat gij nooit getwjjfeld
hebt aan bet louter vriendschappelijke van
onze betrekking tot elkander."
„Flora heeft o inniger lief, dan ooit met
Ines het geval zal zjjn," roept lady Der
mot heftig nit.
,Dat wil ik niel hopen," antwoordt hg
snel. „Noch door woord, noch door blik, beb
ik juffrouw Blake ooit de minste aanlei
ding gegeven om te gelooven, dat ik meer
voor haar gevoel, dan reine vriendschap.
Ik weet wel moeder, dat gij altijd de hoop
koesterdet, dat ik haar zon trouwen en ik
betreur het, dat ik u heb moeten teleur
stellen."
„Ja, inderdaad, bitter telenrgesield."
Sir Moritz loopt, aan zijne gedachten over
gegeven, de kam3r op en neder,
WORDT YERVOLGD.