Donderdag 5 Augustus 1897. 41ste Jaargang No. 3227. Vasthouden van Eenden. Het Gymnastiekfeest. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTEXTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SCHAGKH, Laan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker .1. WIKKE L. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 8.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 et. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Ge meenteSc hagen. Bekendmakingen. FEUILLETON. PLAATSELIJK NIEUWS. 61661 liÊIIS- AinrtEBiie-1L11MM Ter Secretarie dezer gemeente zijn in lichtingen te bekomen omtrent eene ge vonden portemonnaie, inhoudende ee- nig geld, terwijl inlichtingen worden verzocht omtrent een verloren gouden ketting met krnis. Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN; Gezien art. 45 van de Politie-verorde- ning dier gemeente, Brengen bij deze ter algeraeene kennis, dat vanaf heden tot en met één October a.s. de eenden binnen die gemeente op gesloten of gehokt moeten worden. Nalatigheid is bij de politie verordening strafbaar gesteld met eene boete van ten hoogste f 25 of hechtenis van ten hoog ste zes dagen. Schagen, 27 Juli 1897. Burgemeester en Wathouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. De Burgemeester van SCHAGEN, daar toe de aoodige aanschrijving ontvangen hebbende, brengt ter algemeene kennis, dat tot den werkelijken dienst wordt opgeroe pen onderstaande verlofganger der lich ting 1894, te weten Slijkerman Nicolaas, behoorende tot het 4e Regiment Infanterie (Garnizoen Leiden) tegen 25 Augustus a. s. Welke verlofganger op genoemden datum bij zijn korps present zal moeten zijn voor des namiddags 4 ure. Schagen, 27 Juli 1897r De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Schagen, 4 Augustus 1897. Het zag er zaterdag niet naar uit, dat het groote Tuinersfeest in onze gemeente begunstigd zou worden door heerlijk zo merweer zware regenwolken dreven den geheelen dag over onze plaats, elk oogen- blik dreigend, zich in stroomeu waters te zullen ontlasten. Het bleef gelukkig bij dreigen, want de Noordenwind zorgde wel, dat de regen druppels hoog in de lacht bitven zweven en niet naar beneden kwamen, om onze prachtige versieringen te bederven en de feestvreugde te verwateren. WtB het den geheelen dag druk op de straten en bij de huizen met het aanbrengen van lange, groene sierslingers, met het nitsteken van vlaggen, het bevestigen van transparanten, het op hangen van lampions, enz., enz., tegen half vier nam de levendigheid nog toe, toen van enkele omliggende plaatsen de turners kwamen opdagen in hunne witte broeken, blauwe jekkers en zilvergeian- de petten. De trein van drie bracht turnmakkers van verder afgelegen streken, zoodat tegen vier nur hnn aantal groot genoeg was,om eiken vreemdeling de vraag te doen uitwinnen, welk feest er eigenlijk in Schagen gevierd zou wordenhij kon het zien een turnfeest. In Lycurgus' turnlocaal werden de gas ten het eerst ontvangen. Een woord van lof komt den locaalbouder, den heer Kaan, toe voor de wijze, waarop hij zijne zalen ter eere der gymnastiek had versierd. Groene slingers, met rozen doorweven, wa ren in groot aantal kruiselings ter halver hoogte van het turnlocaal opgehangen, schilden met opschriften waren hier en daar aangebracht, op het tooneel stond eene fraaie collectie sierplanten, in één woord, de heer Kaan had niets gespaard, om te toonen, hoe vereerend hij het voor zich'Vond, de plaatselijke gymnastiekveree- niging „Lycurgus* altijd en het feestvie rend Gewest voor deze dagen in zijne lo calen te mogen ontvangen. Inea zit met een treurig gelaat en eeu beklemd hart naar hare zuster te luisteren en aij kan haar geen troost geven. Wanneer ik dit alles maar aan Moritz kon meedeelen," denkt zij, met een kinderlijk en oprecht vertrouwen aan zijn steun. Moritz is evenwel in sommige dingeD, ondanks zijne groote goedheid, zeer hard en «treDg en wellicht zou bij niet dulden, dat zj) Sybille wederziet. Met eeu diepen zucht zet zj) zich die gedachte uit het hoofd. Daar schiet haar evenwel eene andere gedachte door het breiu. Zij beeft bemerkt, hoe armoedig Sybille gekleed ia en zjj ont steld bij de gedachte, dat zij zelve zooveel heeft, dat alle geluk en weelde haar deel is, en de ander alles moet ontberen. In het volgende oogenblik heeft zij hare zuster reeds eene volle beura in de hand gedrakt. Blozend en aarzelend, terwijl tranen van innige deel neming over hare wangen stroomen, zegt zg „Laat mij u helpen, zooveel in mijn vermogen ia, lieve SybilleGij znlt voor die groote reia geld noodig hebben en Mo ritz heeft mij dit vandaag joiat gegeven. Riet waar, ge neemt het aan Bet ia maar twintig ponden gij znlt het zeer nut tig kucDen besteden.' En Sybille antwoordt vacht: „Ter- wille van mijn kind neem ik het geld aan.' e Met het verschijnen van den zomer heeft mevrouw Blake eene nieuwe gedachte gekre gen. Ala de gele bloemen op de weiden en in het boach onder de hekken en ha gen doorkijken en de waterlelies bij hon derden exemplaren op de meren en vaarten dansen, dan verzendt mevrouw Blake eene uitnoodiging aan mijnbeer Ker, om eenige weken op Rivers te ko men doorbrengen. „Wij kannen geen bijzondere genoegens aanbieden,* schrift mevrouw Blake op een groot vel papier, met haar sierlijk monogram prijkend, maar ik weet, dat ge een vriend van den zoo-er zijt, en daarvan tont ge hier op dit oogenblik rijkelijk genieten- Ik hoop, dat ge er genoegen in znlt hebben enz. Mijnheer Eer ia, evenals vele den kers, een groot liefhebber van visschen en daarvoor heeft bij op Rivera eene zeer schoo- ne gelegenheid, maar hij overlegt en over legt rog eens, of bet wel erg verstandig van hem ia, de uitnoodiging van mevrouw Blake aan te DemoD, maar nochtans, hg doet hek Op een schoonen morgen begeeft bij zich met pak en zak, waarin ook alle visch- benoodigdbeden, naar het station en reist, verheugd over het wederzien van Alice, naar Rivera. Juffrouw Flora Blake begrijpt de reden, die hare moeder voor deze uitnoodigicg heeft, zeer goed en lacht er over. „Ik hoop, dat uw plan moge gelukkeD,* merkt zij spottend op. „Gij kunt mijnheer Eer africhten, Alice op hare bezoeken aan het slot Drumaneen te vergezellen; zij ia waarachtig daar den ganschen dag, ofschoon ik nog to weten moet komeu, welke aantrek kingskracht die vrouw van Moritz toch heeft.4 „Neen, inderdaad I' antwoordt mevrouw Blake. „De arme Moritz ia steeds een groote dwaas geweest." Toen ter tijd evenwel, toen zij hem voor den echtgenoot van jFlora bestemde, hield zij bem niet voor een dwaas. Maar de zaken hebben nn anders baar beloop ge kregen, en mevrouw Blake zou zichzelf verloochenen, ais zij deze tchoone gele genheid niet aangreep, om haar gede- aerteerden schoonzoon een kleinen hoaw te geven. Alice is reeds vier weken thuis. Vier weken ia ook het voorjaar verder gegaan en bet land ziet er betooverend nit, als mijnheer Eer in den avondzonneschijn de laan, die naai Rivera voert, langs stapt Ook op de wit marmeren plaat, die Jim'a graatbeuvel dekt, en op Alice's treurig ge zichtje schijnt de ion. Het jonge meisje knielt hedenavond neder op de plaats, waar Jim rust en hare tranen vloeien en vallen op de blauwe vergeet-mg-nieten, welke zjj daar met eigen hand heeft geplant. „Jim, Jim, mjjn eenige gelietdel' fluistert zij nog even hartstochtelijk, alsof zijn oor die woorden kon verstaan. Ce zachte lentewind suitelt door de groene taxisboomen en door de bolder groene bladen der lindebcomen. Aandachtig en in diepe smart drnkt zij hare lippen op het koude marmerdan staat zij op, om langzaam naar hnis te gasn, om den vriend van Jim te be groeten, die beden avond komt. O daar is Alice,4 reept meviouw Blake vioolijk, als Let jonge meisje de kamer De heer L. J. Roggeveen, voorzitter van 1 „Lycurgas,* heette de verzamelde turners, die met de Feestcommissie en belangstel lende toehoorders ten 4 are Cérès vulden, op zeer hartelijke wijze welkom. Lycurgus achtte zich vereerd, zeide hij, de zuster verenigingen in hare plaats, in haar lo kaal weer te mogen ontvangen. Niet al leen Lycnrgus, gansch Schagen, blijkende nit de wijze, waarop de Feestcommissie, de burgerij zich oeijverd had, de plaats in ieestdos te steken. Vond spreker het jammer, dat op dit oogenblik nog betrek kelijk zoo weinigen hier aanwezig konden zijn, zondag zonden meerderen rondom de Bondsbanier geschaard wezen en door hun werken eerbied en bewondering afdwingen voor de zaak, die allen turners heilig is, de zvak der gymnastiek. Met een: „Leve de gymnastiek* besloot de heer Rogge veen zijne warme toespraak, die lnide werd toegejuicht. De voorzitter van het Gewes telijk Bestuur, de heer N. van Rooi jen, dankte don heer Roggeveen voor zijne aan gename woorden, verklaarde, dat Schagen en Lycurgus er verzekerd van Konden zijn, dat de hartelijke ontvangst hier op hoogeu prijs' werd gesteld en sprak den wensch uit, dat de uitvoering van heden de laowen mocht prikkelen, tot de gym nastiek toe te treden. De turners zouden toonen, dat ijver, geestdrift en kameraad schap echte tnrnereigeDschappen waien. Dat de laatste woorden van den voorzitter tot Lycurgus„Uwe vereeniging blijve een sieraad van ons Gewest* ten donderenden boedsklap uitlokten, behoeft zeker niet ge zegd te worden. In vroolijke gezelligheid en onder het genot van een heerlijk glaasje bier, den gasten door Lycurgus aangeboden, werd een half u uitje in Cé.ès doorgebracht. Daarna trok men op naar het oefenings- leirein, waar aan hoogrek en harren, af gewisseld door vrije oefeningen, stazfoefe- uingen en springoefeningen, de bewijzen werden geleverd, hoe gymnastiek de spie ren staalt, hoe vaardigheid wordt verkre gen en gezondheid behouden. Menige oefening, wel geslaagd en goed volbracht, dwong het pnbiiek tot lnide toejuichingen en oprechte bewondering voor de kranige mannengestalten. die er binnentreedt, waarin de overige familie John Eer reeds welkom geheeten heeft. Alice wist, dat hij er reeds was; maar aij was zich eerst gaan verkleedon voor het diner. Zy moest nog eenige minuten alleen zijn, want zg is niet in staat, om, wanneer zij juist een gesprek met baar Jim gehad heeft, dadelijk met haro gedachten naar wereldeche taken terug te keeren. John Eer vertrouwt zijne eigen oogen nauwelijks, als zij in eeDe met kant versier de, rose japon binnenkomt. Bij heeft baar sinds den dood van Jim niet anders dan in 't zwart gezien en deze verwisseling van kleuren overvalt hem In het eerste oogen blik vergeet hij, dat men in een bont kleed even diep en oprecht treuren kin, sis wan neer men in krip gekleed is, en niet eerder, dan als hij haar in de oogen ziet, ontdekt hij, dat de oude kommer nog in zijne volle zwaarte op haar arm hart drukt. Zij treurt DOg even oprecht over het verlies van haar eecigen Jim. De slanke gestalte een weinig gebogen, staat zg voor hem, het sehoooe haar uit het blanke voorhoofd gestreken en de goodblonde vlecht rondom bet sierlijke hoofd gebonden een waar beeld van tachte vrouwelijkheid, dat wellicht door de onderdrukte smart, welke in de grijze oogen en om haar zoeten mond ligt, slechts te aantrekkelijker is. John Eer gevoelt sgue ganscbe ge stalte bij den druk harer zachte vingeren beven en herinnert zich, hoe Jim bg zijn sterven hunne handen in elkander legde en bem het dierbaar meisje als bei'ige nagedachtenis op het hart drukte. Dacht de arme Jim toenmaals aan de mogelgkheid van eene vereeniging van hen beiden in de toekomst? Dacht Jim toen aan den tijd, waarin Alice voor eene nieuwe liefde vatbaar en ont vankelijk zou kunnen worden John Eer is het aandenken van zijo vriend te trouw, om deze gedachten, wanneer ag in hem opstijgen, meer dan gedachten te laten worden. Een hart blijft even wel een hart, zoolang de wereld bestaat, en bet zgne klopt nu bijna tot berstens toe, als hg aan hare zijde staat en en naar hare kalme woorden van wel kom luistert. Mevrouw Blake is niet in staat, eene scè ne zich van zelf (e laten ontwikkelenzij is er steeds mede bezig, alles te bespoedi gen. Zoo treedt zij ook nu op hare dochter toe en iegt haar de band op den schouder. „Alice zeide mij, mgnheer Eer, hoe goed gij voor haar in Londen zijt geweesthoe bij dozijnen te tellen waren. De tribuoe was tijdens het werken flink bazet. De tijd tusschen het einde van der turners eerste optreden tot des avonds 8 uur, ontvangst der Feestcommissie, werd groo- tendeels doorgebracht in lokalen, waar vleesch, eieren, melk en andere verster kende middelen in ruimen voorraad ver krijgbaar waren. Veel beweging was er toen niet op straat, want ah de katjes muizen, mauwen ze niet, en een turner is wel een kranige kerel, maar eten en zin gen of optochten houden en meteen dorst lesschen kan hij evenmin sis andere menschenkiDderen gepaard doen gaan. Om 8 nur was het vol, overvol in Ly curgus' turnerlokaal eu menige zweet druppel was al afgedroogd, eer de voor zitter der plaatselijke Feestcommissie, de heer A. W. v. Kluijve, het woord kon nemen, om namens genoemde commissie de turners welkom te heeten. Het is mij een eer, sprak de heer van Kluijve, en een aangename taak, U allen hier nit naam van Schagen een woord van welkom toe te mogen roepen, U niet alleen met betrekking tot ow persoon, maar rooral ook als vertegenwoordigers van de gymnastiek, waarmede ik dwaep. Spre ker vond het immer aangenaam, een turner de hand te kunnen drnkken, met turners eenige uren gezellig samen te zijo. Het speet hem, dat de zaak der gymnastiek niet sneller vooruitging en somde de oor zaken op, die dit te weeg hadden ge bracht: wielersport, roeisport, enz. Gym nastiek, zeide spreker, is toch de groote kurk, waar alle sport op drijft en daar om most gymnastiek ijverig beoefend worden. Na een parallel getrokken te hebben tusschen gymnastiek eu karaktervor ming en den wensch te hebben geuit, dat deze uitvoering eene schrede nader mocht brengen tot het doel, dat het Nederl. Gymnastiekverb. zich voor oogen stelt, ein digde de heer ra» Kluijve zijne boeiende rede met de aanwezigen uit te noodiges, een glas te wijden aan het Gewestelijk Bestuur. Met een fermen bondsslag aan den voorzitter van het Gewestel. Bestuur en een aan den heer van Kluijve, werd uiling gegeven aau de gevoelens, die spr. bij het publiek had opgewekt. De heer van Rooijen daukte gij na haar vertrek nog voor hare ar men hebt gezorgd. Ik vrees, dal zg hier uwen vriendelgkin bijstand mist, want wij inte resseeren ons bijzonder voor de armen en lijn er altijd op bedacht, hen te ondersteu nen maar wg kunnen daaraan niet al onzen tijd opofferen en alle andere plichten verge ten. Ik vrees inderdaad, mijnheer Eer, dat nu ook eeu deel van het werk op uwe schou ders zal komen, wat het dusverre Alioa's deel was." Alice bloost en doet eenige stappen achter waarts. „Het is wel wat te veel verlangd van mijnheer Eer, om rich aan die opdracht te onderwerpen, mama,4 zegt zij op koelen toon, want zg is van natnre schuw en terug houdend, en dat hare moeder plotseling zooveel belangstelling aan den dag legt, waar het haren vriend betreft, dat bevreemdt haar wel wat al te zeer. Mgnheer Eer daarentegen verzekert, dat hy gaarne bereid is Alioe te helpen, en daarmede is de zaak afgeloopen. Later gaan Alice en myoheer Eer samen naar buiten en wandelen op en neer voor het huis. „Gy hadt niet verwacht, dit te tien," zegt Aliee, op bare gekleurde japon wijzend eu een oogenblik Jobn Eer in de oogen siende. Vervolgens voegt zij er half verontschuldigend aan toa „ik draag het ter wille van-mama, en mg is het eigenlijk hetselfde, wat ik aan heb.4 Na eenigen tijd komt mevrouw Blake naar buiten, zendt in bare moederlijke bezorgdheid voor de nadeelige avondlucht Aliee naar binnen en begint nn zelf met mgnheer Eer op en neer te wandelen. „Hoe vindt ge, dat Alioe er uit ziet?' vraagt zij eindelijk, nadat meerdere ande re zaken besproken zijn. „Ik vind, dat ig er voller en krach tiger uitziet,* antwoordt mgnheer Eer. „Inderdaad Nu, dat is goed. Ik geloof, dat haar verblijf in Londen haar veel goed ge daan heeft. Gij hebt haar ook geholpeD. baar verdriet te overwinnen. Ik heb er o nog Diet mijn dank voor gebracht, dat ge u, het arme kind zoo hebt aangetrokken." Hg heeft een eenvoodig, open gemoed, daarom antwoordt hg zonder eenige te rughouding; „Ik sou alles doen, waartoe ik in slaat ben, om harentwille en tot aandenken aaD den armen Jiin.' Mevrouw Blake zucht diep. „Ach ja, kapitein Lesroy wss uw vriend Ik kan nog maar altoos niet de gedachte van mg alzetten, dat die vai aan eene wjjte j wederom den heer van Kluijve voor zijne warme, hartelijke loesprask, sprak van ou de, aangename herinneringen, van onze goedgezinde bargerij, enz., en eindigde met een laid „Leve de Feestcommissie!' Weer volgde bondsslsg op bondsslag, liederen en luide vreugdekreten, tot de klok van negen uur ter fakkeloptocht riep. Met opgewektheid werd daaraan deelgeno men door turners, Feestcommissie, Harmo niekapel, vaandeldragers met banieren en de geheele Schsger burgerij, oud en jong. Tegen 10 uur was de optocht afgeloopen en vereenigden allen zich weer in de Cé rès tot een recht gezellig samenzijn. Meer „gepaard* dan voor den optocht zatan de heeren turners met hunne dames-belang stellenden in de gymnastiek (of de gym nasten te luisteren naar de woorden van den Geweslelijken Voorzitter, die het gezellig samenzijn opende met eene toespraak aan allen, wier mede werking op zoo hoogen prijs wordt gesteld, aan de heeren Leuting, van Alen en P. C. Geril, commissie van beoordee ling der uitvoering, aan den ond-com- missaris, den heer Th. Roep, aan allen, die blijken geven de zaak der gymnas tiek te willen voorstaan. Spreker sprak den wensch nit, dat de turners zouden toonen ook bij dit feest, dat zij zich we ten te beheerschen bij hun werkeD, maar ook bij hunne vroolijkheid, opdat zij de ontvangst hier in Schagen waardig moch ten heeten. Met een „Leve het Nederlandsch Gym- nastiekverbond' eindigde de heer van Rooijen zijne, met een bondsslag der tur ners bezegelde, rede. Eo nu begon eigen lijk het gezellig samenzijn, waar verslag gevers gewoonlijk van zwijgen, omdat het daarbij mees'al wat intiem toegaat en al le officiëeligheid ter zijde wordt gezst. Van 11 tot 4 wisten sommigen dat sa menzijn zich aangenaam te maken, wel een bewijs, dat het den naam van „ge zellig" niat ten onrechte werd gegeven. Eeu nacht heeft Schagen van zaterdag op zondag niet gekend. Zondag zette zich de dag uitstekend in: het zonnetje schoof de wolken weg en lachte de feestelijk gestemden in onze ge- bes'.iering der Voorzienigheid moet worden toegeschreven. Hij redde myn lief kind voor een leven vol ontgoochelingen." John Ker's edele nalunr lijdt bg dere koele, kalme behandeling van dergelgko zaken. „Arme Jimzegt hij zacht voor zich been. Vervolgens gaat hg voort „Ik geloof, dal ge hem onrecht doet, mevrouw Blake. Zoover ik hem kende, zou hg slechts geleefd hebben, om Alice gelnk- kig te maken-* Mijnheer Eer beoordeelt zijn vriend tan zgn standpunt nit en in het gevoel der innige, onwankelbare liefde, welke hij voor Alice in het harte draagt. Mevrouw Blake kan het niet over zich verkrijgen, hem in die dwaling te laten. „Ik ben het volstrekt niet met n eens, mijnheer Eer I" antwoordt zij. .Eapitein Lesroy was een slechte, een zedelooze man, en ik hecht maar zeer weinig waarde aan de betuigingen van beronw, die bg op zgn sterfbed gedaan heeft. Mijne arme Alice zou een ellendig leven aan zgne zgde geleid hebben. „Nu koester ik nog een enkelen wensch en wel, dat zg een goeden, trouwen man vinden zal, die in stsat zal zgn, haar waarachtig gelukkig te maken.' Na dezen niet mis te begrijpen wensch ralt het mevrcuw Bleke plotseling in, dat de thee in het salon haar wacht en zy gaan naar binnen, Dien avond trekt zjj zieb, tevreden over deze eerste schrede, op hete kamer terug, en zij heeft meer goede hoop op de toekomst, dan zij ooit heeft gehad. HOOFDSTUK XXXIV. Het is de tijd der rozen, die zoete, heerlgke tijd, wanneer de koningin der bloemen zich ontplooit, om den koesterenden kas der zoone te ontvangen. De rozentooi van het slot Drnmaneen heeft sedert jaren eene groote beroemdheid verkregeD. Het onderwetsche, zorgvuldig geknipte grasperk is als met witte en roode sneeuw bestrooid- Teder windje voert een heerlijken gear weg, dien de bloemen, welke in ontelbare massa en klenren zich hier ontvonwec, van zich deen uitgaan. Sir Moritz is zeer trotsch op deze rozen massa. Bgzonder verheugen die stammen zich in agce sympathie, die reeds in zgne kindsheid zgn geplant en waaraan hg in zgn overmoed de kleine haxden prikte. En daarvan bestaat nog een groot aantal. Y\ ORDT VERVOLGD. üagon leeg i ae lieve.~Kiein9 meesm. i mnv mrm» „rnnimr _nnr is wet een teer aen Kleine eene oeweuiglDK W«reu, uer ais «e wei ueuaeu zouut. IK geioc niet, uui zou» «.v. W uwu ev. gui-Voui gv»u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1