J s»«!ïir De lichtzijde. Burgerlijke Stand. Gemeente Winkel. Gem. Z|jpe. I E Een rupsen plas g. j Een correspondent van La Nature werd i gedurende een verloop van bijna een maand in de departementen van de Charente en de Charente Inferieure getrotfan door het 1 feit, dat ganeche bosschen, soms ware j wouden, door de rnpaan volkomen ont- f bladerd waren. Vooral de eiken hadden in dit opzicht het meest te lijden. Hij merkte op, dat de dieren, wanneer zij de i bosschen hadden kaal gevreten, deze bij geheele legers verlieten en zich naar elders begaven. De snelheid, waarmede de rnpsen zich voortbewogen, is grooter dan men zon den keizij leggen ongeveer 1.2# M. in de minuat af, dos 60 k 72 meter in het uur. Om van de uitgestrektheid 'van deze k plaag een denkbeeld te krijgen, verhaalt correspondent het volgende. Tusschen '^le stations van Neurric en Ronillac op 8de lijn Saint—Jeanne d' Angély naar Angonlème vindt men vrij uitgestrekte bosschen. Eeu daarvan had door de rup sen zijn loof verloren en de dieren bega ven zich nu naar minder geteisterde wou den. Te dien einde moesten zij den spoor weg passeeren, en gedurende vier dagen doorsneed eene processie van rupsen de rails. Het aantal der verpletterde rupsen was zoo groot, dat de wielen van de locomotieven geen vat meer op de rails hadden en dat de trein bleef stilstaan. De machinist en de stoker moesten van de machine stijgen, om de rails voor de loco motief over eene uitgestrektheid van meer dan 100 meters schoon ts vegen en de wielen van de locomotief te reinigen. De zachte winter heeft zeker de ontwik keling van de rupsen bevorderd, ma&r de berichtgever schryft dien toestand vooral toe aao de ter plaats) heerschende ge- WOOnts bij mannen ea kinderen, om alle vogelnesten, die zij kunnen opsporen zon der genade te vernielen. Eiervlekken op zilveren lepels verwijdert men met roet. Muziek en Wangen. De duitsche pers maakt gewag van twee nieuwigheden, die der vermelding waard zijn, ten eerste, omdat ze kenmer kend zijn voor het peil van den voornit- gaug, ten tweede, omdat zs geschikt zijn, om een bedroefd mensch op te vroolijken. Berlijn bezit tegenwoordig zijn „unmo- sikalischeu Musikerinnen'. Wanneer men vaaesn^ dameskagel^ gaat genieten, dan vallen direcTTn het oog eenige dames, die een bijzonderen ijver aan den dag leg gen, en het publiek door hare vlugge vingertjes verbazen. Zij schijnen de noten, het eene blad vol na het andere te ver slinden en het is, of op één avond alles uil de viool moet, wat er in zit. En wanneer na afloop van het stuk ee nige in de nabijheid zittende heeren mom pelen van „eutzfickend', dan maken zij zeer bevallige bnigingen. Voor al die moeite krijgen zij 12 tot 15 gulden per maand. Toch is dit schrale honorarium in evenredigheid met hetgeen zij leveren, want de snaren harer violen en strijk stokken zijn dik met zeep besmeerd, en de dames dienen slechts, om der kapel, wat het uitkijk betreft, wat meer aanzien te 3 tweede nienwigheid is het volgende. Mejuffrouw Eltriede Latekiewitz te Berlijn heeft een eenvoudig middel gevonden, om schrale dames „mollig* en mager* heeren „zoo vèt als modder* te maken, althans wat het gezicht betreftmet ronde woor den, zij heeft de knnstwaDgen uitgevon den. Het gezichtsbedrog wordt in het leren geroepen door een metalen ring, die in den -mand geplaatst wordt en die ook aan een kunatgebid kan verbonden worden. Welke gewaarwordingen het „betikken* of „be- streelen* vau zoo'n wang opwekt, weet men nog niet, maar ons dnukt, dat grieze ligheid de hoofdtoon der gewaarwording moet zijn. En hoe de wang zich houdt te genover een goed afgewerkte oorvijg moet de uitkomst nog laeren. Een anecdote van Char- lotte Wolter. De overleden actrice Charlotte Wolier hield langen tijd haar huwelijk met den tegenheid pis', en met de moeste beslist heid groet zij haar gast en drnkt de oade dame hartelijk de beide handen. ,M.jn lieve, oude vriendin, hoe goed van u, mij te bezoeken- En nu moet ge mij eens alles over uw neef en Sybille vertellen. Mijn goede jongen is Daar zijne vrouw ge- soeld naar onee arme, kleine Ines Hoe zonderling beeft d e taak zieb ontwikkeld". Dit alles wordt met de meeste lieftalligheid geuii, de trillende lippen van de lady be- wijten even web dat het daar binnen niet zoo kalm is. „Wanneer Sybille zoo mooi is als Ines, dan «al ik dat verrukkelijk vinden", zegt ze hartelijk. Mevrouw Bryan echter antwoordt,Ik mag eene «onderlinge, oude ziel zijn, de vrouw van nw zojn, lady Dermot, beb ik steedz lief gebad.* V Lady Dermot wendt sich af en zucht „Mjn arme Morits, wat heeft hij ge- led 3D 1" be minnelijken graaf 0'8allivan geheim en zij was reeds langer dan tien jsren ge trouwd, eer het algemeen bekend «as, dat zij gehnwd was. Op de theater-affiches bleef zij al dien tijd mej. Wolter. Het huis, dat de graaf en zijn echtgenoote aan den „Opernriug" in Weenen bewoonden, had twee toegangen tegenover elkaar, en daar Charlotte Wolter steeds gewoon was, om de bezoeken, die zij ontving als gra vin CPSallivan streng te onderscheiden van de bezoeken, die men bij haar aflegde als actrice, stond op het plaatje op de eene denr„Oraf O'Sullivan", en op het ande re „Fiaulein Woltar". Nn gebeurde het eens, dat een feest commissie eeD rondgang deed door Wee nen teu behoeve van een voorgenomen liefdadigheids-voorstelling. In zwarten rok en met witte das gingen de heeren rond. Een zeer jong edelman, die Charlotte Wolter nog nooit had gezien van aangezicht, tot aan gezicht deed ook mee wegens zijn schoon klin kenden naam. Op zijn lijstje stonden al de namen van de voornaamste bewoners aaD den „Opern-R'ng" en zoo zag hij naast elkaar staan Graaf O'Sullivan cn xej. Wolter. Zijn rijtuig hield stil voor het huis. Vergezeld van een vriend snelde onze edelman de trap op. Graaf O'Sollivan te spreken De dienaar antwoordde van neen, maar mevrouw de gravin is thais, en het z»l haat een genoegen zijn De nitnoodiging tot het feest wordt over gebracht en aangenomen, men babbelt nog eenige minuten en nu vraagt de dame des huizes op argeloozen toon Ea naar wien gaat u nn, heeren O, naar Wol ter, hierover 1 antwoordde de jonge man, en zette daarbij een heel weinig eerbiedig gezicht. De jonge man meende op het ge laat der gravin iets te zien, wat hem misnoegen toescheen, althans hij voegde er vergoelijkend bijOch ja, gravin, we moeten zulke menschen ook wel meenemen. U weet het ook wel, we kunnen et nn eenmaal niet buiten Wat zal men er aan doen En zuchtend streek bij daarbij zijn handschoen met een gewichtig gelaat glad. De gravin stond op. Jawel, vooral ik kan er niet bniten, antwoordde zij glimlachend en nam afscheid. Twee mi- nnten later staan de heeren aan de over zijde in het salon der actrice De portisre wordt geopsnd en dezelfde dame treedt binnen. Wa wat gravin Als het n belieft, ik ben nn mevrouw Wolter, en het spijt mij, dat u niet buiten znlke menschen kant Het gezicht van den joogen edelman moet er op dat oogenblik heel dom uitgezien hebben. Volgens een bericht uit Kaapstad loopt daar het gerucht, dat pre sident Krüger besloten heeft, zich niet herkiesbaar te stellen. Uit de f rtnsche schr ij verswereld. Aan een bekend Parijsch feuilleton-fa brikant is voor eenige dagen een heel grappig ODgeval overkomen. Een groot Parijsch blad had aan 't eind van het vo rige jaar bij dezeo schrijver een feailleton- roman besteld, zooals in het verd'ag luid de tegen een frauc per regel. Onze teuille- tonist ging naar een ouden schrijver, een geheimen medewerker van tal vaD levende celebriteiteu, die op zich Dam het feuille ton te schrijven voor 25 eentimes per regel. Het blad was eenige weken geleden juist van plan, het tweede deel van den romau te beginnen, toen onze schrijver vernam, dal zijn oude medewerker zeer zwaar ziek lag. Hij liep bij hem aan en vond hem stervende. Zeer verontrust over het lot van zijn fenilleton-roman, snelde hij naar het bureau van het blad, waar hij zich de laatste 15 nummers van de courant liet geven. In tien verdere vervol gen bracht hij den roman gezwind tot een einde. Toen met het manuscript naar de redactie. „Wat is dat P" vroeg de re dactie-secretaris. „Wel, het vervolg en het slot van mijn rovnan 1" „Wil u het dan veranderen want het is al hierdrie dagen geleden ontvingen we het manuscript 1" Men kan zich het verblufte gezicht van den auteur voorstellen De zaak hsd zich zoo toegedragende oude schrijver van 25 centimes per re gel had het werk aan een anderen leve rancier t'gen 10 centimes per regel over gelaten, en deze had den roman geheel rastig voltooid. Inde kas van den Voog dijraad van den Petersbnrger adel is een groot tekort ontdekt, n.l. 18.246 roebel in b>ar geld en 124.400 roebel in gelds waardig papier. Da kassier Prrilenzki, die voortvluchtig is hij had om verlof ge vraagd en keerde niet terug wordt als misdadiger van de verdnistering vervolgd en gezocht. Hij had vóór zijn vertrek voor zijne dochter etne woning voor 1000 ras hels gehunrd en betiald en 15.000 roe bels op havr naam in de Staatsbank ge deponeerd. De gestolen gelden waren uit sluitend eigendom vau weezen. Bloembollen in de kamer, j Om in den winter te kannen genieten van den vollen bloei van hyaciDthen en tulpen, zorgt men reeds in September de vroegst bloeiende soorten te koopen, l»at ze in de zon eenigszins nadrogen (dit is van groot belaog) en plant ze dan ter stond (in smalle en hooge potten), zoodat de top van den bol juist zoo hoog staat als de bovenste rand van den pot. Nu plaatst men de aldns geplante potten in eene 30 cM. hooge kist, op een laag zand, ongeveer 6 cM. hoog, »f nog beter op turfmolm, valt de tusschenruimte even eens volkomen daarmee aan en bedekt nog daarenboven de polten met een circa 10 cM. hooge laag turfmolm. Vervolgens zet men de kist met de potten, aldus aange vuld, op eene koele plaats, het best in den kelder of in een waschhuis, begiet de aarde voldoende met gewoon water en doe er het deksel op. Aldns laat men de kist 6 of 7 weken staan, eu in dien tijd vul len dan de bollen den geheelen pot met wortels, wat van belang is, want dan al leen geven ze fraaie en volkomen bloe men. Zijn ze dus op deze wijze behoor lijk gereedgemaakt, dan kan men ze om te trekken in eene tamelijk warme woon kamer plaatsen, de bollen boven met een omgekeerd glas bedekken en den pot steeds gelijkmatig vochtig honden, tot de hloem komt. Dan wordt de pot voor 't raam geplaatst, zoodat de vorst er Diet bijkomen kan (lieist dubbele ramen) en spoedig zal zich de bloem prachtig ont wikkelen, (Be Peldpott). Is zweet vergif? Dr. Arloing te Lyon heeft zijne eerste onderzoekingen omtrent het vergift, dat het menschelijke zwaet bevat, door meer dere laten volgen, waardoor hij tot de con- clusie kwam, dat het zweet, hetwelk niet alleen door bijzondere geestelijke of licha melijke inspanningen te voorschijn wordt gebracht, maar ook de gewone zweetaf- scheiding, onder den invloed van tempera tuur giftig is, het laatste in geen geriu- geD geraad. De inenting van menschelijk zweet in het bloed van honden heeft in alle gevallen zware ziekelijke storingen ten ge volge en bjj voldoende hoeveelheid ver oorzaakt zij den dood de uitwerking van het vergif is echter verschillend, naarma te de omstandigheden, waaronder de in enting geschiedt. Het door sterken spie- renarbeid voortgebrachte zweet is tot 7t giftiger dan het normale. Ook het kanBtaiatig opgewekte zweet, zooals zulks bij zweetbaden het geval is, bezit een grootere mate van vergif, indien aan een dergelijk bad een lsDger spierenarbeid is voorafgegaan. Het na een ingespannen spierenarbeid afgescheiden zweet doodt een hond met een dosis van 15 cM.3 per kilogram van het levend gewicht iD 24 uren, terwijl een dosis zweet, 'sterk 22 cM.3, afgescheiden na een rusttijd, een hond in het leven liet. Brandnetels als veevoe der. De brandnetel is steeds beschouwd niet alleen als een schadelijk, maar ook als een lastig onkruid. Stengel en blade ren dezer plant zijn namelijk bezet met fijne, broze horen, die in de huid dringen Overal is men nit eijn gewone doen ge rukt.M:vrouw Biaka ligt als levenloos, twee doctoreu zijn onophoudelijk bezig met haar, en Flora slaat alles met eeu onbewegelijk gelast gade. Wal bet everige aanbelangt, weet zij aelve niet, of «ij Ines, dan zichzelve onrecht te vergeven heeft. Op de club, bij het balspel, krijgt het onderhoud eveneens dezelfde riebting. Een waarlijk babyloniseh stemmengewirwar heerscht er, van den vroegen morgen tot non laton avond. Het is een thema, dat bij een ieder de grootste belangstelling wek', omdat het bijna te wonderbaarlijk, te ongeloofwaardig is. Diegenen, die er het meest en het handigst hjj de hand waren, j om de vrouw van sir Morits te vervloeken, i •'Ö11 na da eersten, om haar met open ar- men te ontvangen, j. j, j^yei-'cht wil zij niet terugkeeren,* zegt jjfauaöd mevrouw Bryan; deseantwoordt J even«el V7a»'°® «ou zij niet terugkeeren willen sü M°r' 1 Trouw beeft niets gedaan, waarover zij zich behoft te schamen. De vraag is echter, durven wij het wagen, haar weder onder de oogen te komen Deze gedachte ontlokt een orkaan van bemerkingen. Iedereen is bereid, zijn on recht weder go;d to makenhoe weinigen van hen echter verstaan die zielesmart, wel ke in dat verlaten huis geleden is geworden. Hoe weinigen vermogen de gansche ellen de te begrgpen, die het echtpaar gespaard gebleven was, wanneer de booze lasterton gen zich niet zoo geroerd hadden en de we reld een weinig minder snel het slechtste had willen gelooven Wijd over de groote zee klinken de klokken voor den avondgodsdienst. Zacht en aan- 1 grijpend is die klank, om in de verte, als de laatste zucht van een in weemoed verterend hart wfg te sterveD. Overal heerscht vrede- Zoover van de woelige wereld schijnt het bijna onmoge lijk, dat de menBchen boos en zondig zijoj dat de wereld eene wereld vol traDen is. De klokken zwijgen stil, de dienst begint. Het is een nederig gehoor, maar toch zeer aandachtig. Het zijn voor bet grootste gedeelte visschers, die zich daar verzameld hebben. Een vreemdeling stapte langs de door de zon verbrande grasperken op 't kerkhof; hg gaat voorbg de eenvoudige, onopgesierde grafsteenen en treedt de kleine kerk binnen. Zwijgend zet hg zich in een hoekje neder en laat zijne oogen over de gemeente gaan. Plotseling jubelt tja hart. Daar zit zij, zijne vrouw, zijne kleine Iuee Hg zou wel tot haar willen snellen en haar in zijne armen sluiten. Hoe krank en bleek ziet zij er uit, hoe mager is zij geworden. O, zoo oouitsprekelijk treurig is deze kleine, ineengezonken gestalte! Sir Moritz' lippen beven, hjj tracht een blik op haar gelaat te werpen. Eindelijk gelakt het hem- De vroeger zachte, ge zonde trekken zijn nu ingevalleo, de oogen zijo hol en groot. Vervolgens hoort hij hare stem, doch daarin ligt een klank, die hem het bart bijna doet breken. En hij buigt het hoofd, verbergt zijn gelaat in de handen en luistert naar de tonen, welke, alle anderen overklinkend, in diepen weemoed bevend worden gezongen „O paradijs, o paradijs. De wereld wordt zoo ond; Wie zou diar niet willen rusten, Waar de liefde nimmer vergaal?* Hij loigtert aandachtig, totdat de laatste toon weggestorven is, en' als bij wederom in de gelegenheid wordt gesteld, een blik op haar gelaat te werpen, is het uat van tranen. Zonder geruisch te maken, gaat hjj naar bniten en wandelt rondom de kerkde woorden van den prediker hoort hij door de geopende vensters- Maar sir Moritz begrijpt, er niets van, hjj boort niets dan de stem, die zoo roerend zong: „Wie zou diar Diet willen rosten, Waar de liefde nimmer vergaat?' Hjj gaat den weg op, naar bet huia van oom Ben, om lues daar af te wachten. Eindeljjk komt zjj langzaam en mat aan gewandeld zjj heeft er geen denkbeeld van, wie haar daar met zooveel ongednld staat op te wachten. Slee its nog één seconde, en zij heeft de deur bereikt. Hjj hoort, hoe zij die opent en nn treedt zjj de kamer binnen, waar hij haar wacht. Een straal van onbeschrijfeljjke vrengde doet haar gelaat ophelderen, een oogwenk later ligt zij in zijne armen en snikt luid „Moritz, o Moritz Eindelijk, eindelijk 1' Hij is tot haar teruggekeerd! Dat is alles, wat zjj voorloopig weet, en dat is haar vol doende. Hjj kan niet spreken, hjj waagt niet een maal in hare blauwe oogen te zien. „Ik wiet, dat gjj eeos komen zoudt I* fluistert zjj, eindeljjk haar lief gezichtje tot hem opheffend- „Mjjn man, - mjjn man." Hij echter, wanneer hjj in hare reine, on schuldige oogen ziet, maakt beide armen van haar los. De hem vol vertrouwen liefheb bende Ioes west niet, welk een bitter be- roow zgne ziel omvat hondt, wanneer hg zich nu van haar afwendt. Zich op de ou- S en een brandend sap in de wonde uitstorten Velen zuiverden tuinen, akkers en weiden zooveel mogelijk vzn dit gevreesd onkruid. In den laatsten tijd is daario, vooral in Belgii, eenige verandering eekomen. Veehouders hebben ontdekt, dat deze plant veel voedende bestanddeelen bevat. De „Gazette des Campagnes,' eene belgische landbouwcourant, raadt zelfs aan, een plek je grond er mee te bezaaien. Als de plant nog jong is, dient ze te worden afgesne den en eeuigen tijd in de zou te drogen gelegd. Het toevoegen van deze gedroogde brandnetels aan het voeder verbetert aan merkelijk de hoeveelheid cd de hoedanig heid der melk van koeien en geiten. Ook wordt zoc beweert men bet vet- en suikergehalte der melk er grooter door en de reuk aangenamer. Er was misschien wel eens een proef mede te nemen. Kwajongens. Schier ongelooflijk klinkt het verhaal in de Berlijnsche bladen, van drie jongens, van 9 tot 12 jaar, die in Silezië zijn aan gehouden. Zij hadden ongeveer 200 mark bij zich en een menigte touw. Uit Ber lijn waren zij weggeloopen, na hun ou ders en anderen te hebben bestolen en wel met het doel, de slachtoffers der overstroomingen in Silezië te hulp te komen. Met hnn buit (ongeveer 1000 mark) en veel touw als reddingsmid del waren zij daarheen op reis gegaan en onderweg zelf bestolen door een „heer*, die zich voor lid van een „hulpcomité voor de overstroomden* nitgaf. Snelle vaart. Op de Union-Pacific-lijo, tusschen Evan- ton (Wyoming) en Omaha (Nebraska) heeft onlangs een trein den afstand van 1540 kilometer in 24 uren afgelegd. Ge durende de laatste 450 km. reed de trein met eene snelheid vsn gemiddeld 100 km. in het uur. Deze sneltocht had plaats met een daarvoor bijzonder gebouwde locomotief en eeu aautal dicht bezette wagens. Op komische wijze is sport ea politiek met elkaar in botsing gekomen. EenigeD tijd geleden namelijk hadden verscheidene inwoners van Saarburg (in Lotharingen) een adres van gelukwensching gezonden aaD den franschen wielrijder Bourrillon, in welk adres hem dank be tuigd werd, dal hij de fransche kleuren, welke ook die der onderteeienaar» wareD, tot de overwinning gevoerd had. Nn moet gebleken zijn, dat onder de onderteekenaars van het adres ook eenige leden van de S&arburger militaire vere niging waren. Dht vond de duitsche regeering beden kelijk en daarom heeft zij het bestuur van de vereeniging aangeschreven, de be treffende personen te royeeren, onder de bedreiging, dat anders de vereeniging zou worden ontbonden. Aan een kastelein, die het adres had medeonderteekead, werd de concessie tot het honden van een koffiehuis ontnomen. Een moord nit jaloezie. Te Pancsova, in Hongarije, is de rijke koopman Michailowicz door zijne vrouw vermoord in een aanval van jaloezie. De jonge vrouw, die zenuwziek was in den hoog- sten graad, keerde aan den vooravond der bloedige daad van Oravicza terng, waar zij een Kneipp-knnr had doorgemaakt. Daar er evenwel van beterschap niets te bespeu ren was, besloten de echtgenooten om een der volgende dagen naar den bekenden zenuwarts Sabotics in Belgrado te gaan. De vrouw scheen ondertusschen te mee- nen, dat haar toestand hopeloos was, en zij zeide tot haar man, dien zij afgodisch liefhad, meer dan eens, dat zij de gedach te niet kon verdragen, dat hij na haar dood een ander zon toebehooren. De beide kinderen sliepen gedurende de afwezigheid der ouders bij hnn groot moeder, en de jonge vronw verzocht op den dag van haar terngkomst aan de grootmoeder, d<t deze de kinderen Dog dien eenen nacht bij zich zou honden. Zij bracht hen zelf te bed en nam onder krampachtig snikken afscheid. In huis teruggekeerd, soupeerde zij met haar man de sofa neerwerpend, waar Ines zoo dikwijls geweend beeft, weent ook hij nn tranen, die haar natuurlijk aan zijne zijde doen snelloD. Haar smart is volkomen vergeten in het brandend verlangen, om zijn leed te stillen. Hare zachte armen trekken zjjn hoofd op haar schouder«ij legt baar wang tegen ztja hoofd en liefkoost hem zoo zacht, evenals in de vervlogen dagen van hnn ge luk. En ieder gefluisterd woord van Helde treft hem als een dolksteek. ,,Hoe zal ik n alles vertellen zegt hjj eindelijk. „Ines, mijne vroaw, wanneer gö eerst allos znit weten, dan zult ge n van mij afwenden.* „Moriti, mijn kind is dond, en gij zijt bij mij, nu kan mij geen ongeluk meer treffen,* antwoordt zij hum dapper. „Ach, gg weet dat!' zegt hg, en zij, de smart, die er op zjjn gelaat leesbaar is, niet meer kunnende verdragon, vlijt zijn hoofd wederom aan haar horst. „Nu, vertel mij alles!* zegt ze teeder, terwijl zij hare hand in de zijne legt. En zoo vertelt bij haar dan, welk een verschrikkelijke smet op haren reinen naam geworpen is. Hij kan die ontzetting en ver bazing niet aanzien, die er in hare oogen leesbaar worden, wanneer baar bet gebeele weefsel van verraad onthnld wordt en hjj baar zegt, boe troosteloos zjjn eensaam leven is ge weest. Op eenmaal beeft zij over haar gebee le lichaam, en bare handen worden zoo koad als ijs. „Mjjn man, en gij geloofdet dat van mg I* Deze woorden komen langzaam over hare lippenzjj spreekt se bijna met tegenzin. Een diepe ademtocht doet hare borst zwel len. Doch in de opofferende en vergevens gezinde liefde van een tronwe echtgenoote, vergeet zij al het haar aangedane onrecht en in het bewustzijn van «ijn berouw heft sjj zjjn hoofd op en drnkt een langeD, in nige kus op igne lippen. "1 en daarna gingen zij in hnn slaapkamer. Tegen drie nur richtte zij zich °P ®n schoot haar slapenden man een kogel in het hoofd, die hem oogenbükkelijk dood de. Eerst een nnr later schoot zij zich zelf dood, en wel zittend naast het bed, zoodat zij na het schot met het bovenlijf kwam te liggen over het lijk van haar man. Beide schoten werden in een nabu rig café gehoord, maar men hechtte er geen beteekenis aan. De begrafenis der beide ongelnkkigen had plaats onder groote deelneming van de bevolking. UitParijs wordt bericht, dat de Automobilen Club van plan is, een grooten tocht van Parijs naar St. Peters burg te organiseeren. Men is in onder handeling met de belgische en daitsche regeering, ten einde maatregelen te treffen, om de wegen voor dat doel geschikt te maken. Holland en Nederland. De Daily Chronicle noemt de landen op, waar dat nieuwsblad tegen een bepaald tarief ontvangen kan wordeD. Daarbij worden na België eerst Holland en dan Nederland opgesomd. Zou men daaruit moeten besluiten, dat Holland en Neder land door die courant als twee verschillen de staten beschouwd worden Een vreeselijk ongeluk. Uit Valencia wordt gemeld, dat het in die provincie sedert drie maanden niet meer geregend heeft, zoodat er groot gebrek aan water heerscht. Ia't begin klaagde men enkel,dat de rivieren nog zoo weinig water bevatten, om velden eu hoven te bevochtigen. Nn is het veel erger, want de oogsten zija vernield door de droogte en bronnen zijn uitgedroogd, zoodat het volk gevaar loopt, van dorst te sterven Drinkwater is een weeldeartikel, men ver koopt het reeds voor een gulden per 10 liter. Te Moncada, bij Valencia, is, in ver band met dien toestand, een vreeselijk ongeluk gebeurd. Een talrijke volksmassa, vooral uit vrouwen bestaande, verdrong zich om eenen pnt, waaruit het water door middel van een hydraulisch werktuig werd op gehaald, toen eensklaps de hefboom, dien men had vergeten vast te zetten, met vreeselijke snelheid in 't ronde sloeg en het volk letterlijk wegmaaide. Twintig vrouwen werden onmiddellijk gedood, twee maunen en een kind erg gekwetst. In een dorp bij Iserlohn Bijn de bakker G. en zekere W. ver maarde schutters. Dezer dagen waagde W. het, aan de bekwaamheid van den bakker te twijfelen. Dat eischte natuurlijk bloed, zooals ook de raad van eer van meening was, en in het nsbijzijnde bosch zon een sabeldnel op touw gezet worden. Op tijd waren present de W., de secondanten eo een chirurgijn met een pleisterkist, maar de bakker ontbrak. Na een poos wachtens stunrt men iemand naar diens woning. De bode kreeg echter den bakker niet te zieD, maar wel zijne kranige vrouw, die de gedenkwaardige boodschap meegaf „Gns- taaf komt niet, want ik heb hem in den kelder opgesloten." De fransche taal. Een correspondent der Noord-Brabander meldt de volgende historische gebeurtenis 't Gebenrde in den zomer van het jaar 1897 op een Noordbrabantsch dorpje, aan de Maas (de bescheidenheid verbiedt ons, de plaats nader aan te dnideu), dat een eerzaam kostertje op zekeren middag in de kerk, terwijl hij daar de toebereidselen maakte voor een huwelijk, 't welk den volgenden morgen zou voltrokken worden, een bezoek ontving van den bruidegom in spe. Deze, een italiaansche signor, die geen woord hollandsch verstond, moest, vóór hij het geluk zon hebben, de schoone freu le van het Hoogd Huis naar het altaar te voeren, eerst nog een onderhoud hebben met den kapelaan der parochie. Niets na tuurlijker, dan dat onze signor, die den kapelaan op dat uur in de kerk waande, zich tot den koster wendde, met de woor den Off est monsieur le vicaire „Ah oni, monsieur,' was het antwoord van onzen kerkdienaar, „ici" en bij deze woorden stiet hij een deur open en onze Italiaan kon een blik werpen ia de sa cristie, die echter geen levende ziel her bergde. „Non, non, monsieur le vicaire,* was de wedervraag. „Ah zoo, monsieur, ici hervatte ons kosterfje en opende daarbij de deur van een cibinetje, dat de Franschman heel kiesch aanduidt met de woorden „le Hen oü le roi va pied' en dat bij ons in de wandeling No. 100 ge noemd wordt. Dat was te veel voor onzen jonker. Hij verlist ijlings het kerkgebouw, misschien om te trachten, monsieur ie vicaire laDgs eenen anderen weg te genaken. De kapelaan, die later het geval met den koster besprak, moest nit den mond van dezen hooren„as ik mienen diction naire mar is bej mej gehad haj, dan znk 't 'm wel gezet hebbe.' De ramp op het Chodins- kyveld. De ramp op het Chodinskyveld ter gelegenheid van de kroningsfeesten te Mos kou heeft, zooals daitsche leden van het Geneesknndig Congres van russische col lega's hebben vernomeD, meer dan 4000 slachtoffers gekovt, wat gepoogd werd door alle mogelijke middelen geheim te honden. Een spoorweg-ongeluk. Men zon haast bang worden, in een trein te gaan zitten, want spoorweg-onge- lakken zijn aan de orde van den dag. Na weer wordt er een nit Engeland gemeld. Een trein van Londen naar Mayfield be stemd, is dezer dagen ontspoord en van den spoordijk gestort. Drie reizigers zijn gedood en 13 zwaar gewond. Alles op deez' aarde, Wat of waar 't ook zij, Klein of groot van waarde, Heeft eene schaduwzij, Maar een lichtkant tevens. Dooi wie twijflen mocht, Worde als eisch des levens, 't Eerst daarnaar gezocht Trachten wij dan, vrinden, Bij al wat geschiedt, Steeds den kant te vinden, Die een lichtpunt biedt. Moeilijkheden wachten, Ons alom op aard Ondanks alle klachten, Blijtt geen mensch gespaard. Pessimisten leven Er reeds al te veel, Liever acht gegeven, Dan op 't beste deel Van al wat we ontvingen, Op den levenstocht. Dns bij alle diDgen 't Lichtpunt steeds gezocht 1 W. M. Tz. Ingeschreven van 1 31 Aug. 1897. Geboren: 22 Aog. Maartje, d. v. Jan Nobel en Aafje Helder. Ondertrouwd Geene. Getrouwd 15 Aug. Jan Breebaard, j. m., 23 j., en LonliDa de Jongh, j.d., 21 j. Overleden 27 Aug. Tijs Bijhouwer, oud 58 j., echtgenoot van Aatje Jes. Ingeschreven van 20 27 Aug. 1897. Geboren Alida, d, v. Johannes Zacheus Bierman en Christina Slnis. Adriaan, z. v. Krijn Baken en Trijntje Biesboer. Ja- cob, z. v. Johannes Wijngaard en Trijn tje Spaans. OndertrouwdGeene. GetrouwdNicolaas Snijders, jm. ar beider, 28 jr., te Ondkarspel en Johanna Mul, jd. zonder beroep, 25 jr., te Zijpe, onlangs te Koedijk. OverledenMargaretha Besteman, 2 mnd., d. v. Cornelis en Jansje Dekker. Twee oren later zitten Ines en haar man aan het strand, zijn arm is om baar middel geslagen en haar hoofd rust op zijn schouder. Langzamerhand ontlast hij zijn hart van alles, wat het bezwaart. Zij gevoelt, wat hij beeft moeten lijden, en zij vergeet bijna haar eigen smart daardoor. Slechts een enkele maal wordt het leed haar te machtig eo zij roept „Mijn kind, mijn kleine, zoete jongen En hij herinnert zich maar al te goed, dat hij gezworen heeft, dat zij baar kind nimmer levend meer zon aanschouwen, en hij krijgt het gevoel, alsof hg demoordenaar van zijn eigen kind is. „Mijn lieveling, mijn eenige Ines 1* fluistert hij, terwijl hij baar vast in de armen drukt. „Ines, ween niet zoo bitter I O, mijn eDgel, mijne vrouw, wat kan ik dan nog zeggen en doen, om n weder gelukkig te maken Zij ziet tot hem op, tranen glinsteren haar nog in de oogen, maar het lachje der liefde verheldert haar blik. „Ik beb n, Morits, en ik ben gelukkig. Ach Moritz,* en hierbij trilt bare stem, „toen ik n beiden verloren had, n en mijn baby, toen dacht ik niet, dat ik ooit weder gelukkig zon worden." „En ik," antwoordt hij, zijn gelaat tot het hare overbnigende, „o, vronw, gij znlt er nooit een denkbeeld van kunnen krijgen, wat mijn leven was zonder u. Kas mij, mijn lieveling, ik kan nog altjjd maar niet gelooven, dat ik u weer heb." HOOFDSTUK XLVI. Eenige weken zijn voorbg gegaanhet weer ia nog mooi, en de bloemen bloeien nog in haar bonte pracht, als mevrouw Bry an der wereld de boodschap doet, dat «ij don derdagachtermiddag tusschen vier en zeven nar thais zal tijD. Den aangeduiden lijd in het oog houdend, verschijnen allen zonder uitzondering. In het salon is dien dag eene bonte menigte verzameld. De gasten banen zich tusschen tafels en stoelen een weg en begroeten de oade da me; doch zjj kannen bijna geen woorden viDden, om hun compliment te maken, want met wijd geopende oogen staren zij de verschijning aan de zgde van mevrouw Bryan aau, eene klaine, sierlijke daose, met donker, kort gekruld haar en groote, bruine oogen. Het kan onmogelijk sir Morits' vronw zijn, want die staat naast haar man- „Wie is zij Wie is zg fluistert een ieder, sioh over die sprekende gelgkenis ten hoogste verwonderend. Mevrouw Bryan heeft ontzaglijk groote pret en stelt met een onverstoord, glimla chend gelaat aan een elk harer gasten voor: „Mijne nicht, de vrouw van Paul Bryao I* En die het hoort, wordt het zeer onaangenaam te moede, en de meesten we ten niet wat ze moeten zeggen. „Zien i» gelooven,* lacht mevronw Bryan, terwgl zij Sybille aan mevrouw Blake en Flora voorstelt. Mevrouw Blake neemt de opmerking uit de boogte op, werpt een onderzoekenden blik op de beide zusfers en wendt zich af. Het is voor Sybille een ware vuurproef. Nooit zal zij dezen meoschen vergeven, wat zij Ines hebben doen lijden. Haar kleine knaap staat naast haar, terwgl Ines' baby in bet kille grat der Dermots sluimert. Sy bille ziet liefdevol op haar jongen neer, neemt zgne handjes vaster in de hare eo hare oogen zoeken die van Ines. De weduwe Dermot is hoogst aangenaam en vriendelijk, zg houdt hare schoondochter veel aan hare «ijde en toont ook Sybille hare bijzondere welwillendheidwant kolo nel Bryan is nu eene te respectabele persoon lijkheid hij bezit een «eer mooi landgoed eu een huis in de Btad. Zoo kan het slechts zeer aangenaam en nuttig zijn, met hem eo zgne vronw op een goeden voet le staan. Er ig een groot gezelsohap bijeen en als er velen onder de aanwezigen zyn, die zieb niet op hnn gemak gevoelen,daar trekt de gast vrouw zich niets van aan. Zg heeft de goede nabuurschap eeoe groote verrassing be reid en diegenen, welke de oude dame het best kennen, vermoeden nog meer zooge naamde aardigheden- SLOT VOLGT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6