r*W
SlEIITTitU
Ji
l
L
Donderdag 30 September 1897.
41ste Jaargang No. 3243.
BIJVOEGSEL.
Binnenlandsch Nieuws.
Landbouwbelangen.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Keizer "Wilhelm en zijn
gemalin.
Het Neue Wiener Tageblatt vertelt
een trekje uit het familieleven van
den duitschen keizer, waaruit blijkt,
hoe innig en eenvoudig de vorstelijke
echtgenooten met elkander omgaan. De
Keizer was op het punt, van Berlijn
naar Budapest te vertrekken en had
vooraf een gesprek met den oosten-
rijkscheG gezant, den heer Van Szögeyny.
Als gewoonlijk maakte hij zich wat
warm in den loop van het gesprek,
toen hij plotseling op zijn horloge ziend,
verschrikt uitriep„Daar heb ik me
nu verlaat. Laat, als 't u belieft, uw
telephoon met het paleis verbinden,
opdat ik tenminste zoo van mijn vrouw
afscheid kan nemen." Aan 's Keizers
verzoek werd voldaan, waarop hij door
de telephoon zijn gemalin goeden dag
zeide. Daarop wendde hij zich lachend
tot den gezant met de opmerking
„Ziezoo, dat is in orde, laten we nu
de paar minuten, die wij nog hebben,
verpraten."
Weldra maakte de vorst zich ge
reed om te vertrekken, toen juist een
hofrijtuig voor het gezantschapsgebouw
stilhield, waaruit stapte de keizerin
in een keurige morgenjapon, ge
huld in een langen mantel. Toen zij
den Keizer en den gezant had be
groet, maakte zij hare verontschuldi
ging, dat zij in morgentoilet aankwam,
„maar", voegde zij erbij, „ik kan toch
mijn gemaal niet zonder een woord
van afscheid laten gaan."
Mond-en klauwzeer.
Een commissiewaartoe o. a. prof.
Löffler behoort en welke door de Prui
sische regeering is benoemd tot het in
stellen van een onderzoek naar mond
en klauwzeer, heeft thans een uitvoe
rig rapport uitgebracht. De slotsom is,
dat op wetenschappelijke gronden vast
staat, dat die ziekte door inenting
krachtig kan worden bestreden. Hoe
de inenting geschieden moet, wordt
nauwkeurig omschreven.
Een huwelijk op de fiets
in optima forma, getuigen en al de
aankleve van dien, is niets nieuws
meeronze getrouwe lezers en lezeres
sen hebben in onze kolommen hierom
trent al iets vernomen, maar een hu
welijk te of per autocar is het laatste
snufje op het gebied van „naar-het-
stadhuis-beweging"
Op een dorp bij Maidstone, in Kent,
had dezer dagen een huwelijk plaats,
waarbij het geheele gezelschap in rij-
tuigen gezeten, die getrokken werden
door een motor, zich naar de kerk be
gaf. Toen de „optocht" na de huwelijks
inzegening naar het huis van de bruid
terugkeerde, kwamen er plaatsec in de
rijtuigen te kort, daar vele ongenooden
het ritje ook wel eens mede wilden
maken. 1
De spoorweglijnen, die
van het Zuider-station te Brussel uitloo-
pen, hadden eergisteren het tooneel kun
nen zijn van schrikkelijke ongelukken,
door het plotseling zinneloos worden
van eenen wisselwachter. Deze man,
die in zijn huisje niet minder dan 107
hefboomen heeft, tot het verplaatsen
van de wissels, wierp ze allen beurte
lings om, zoodat van den eenen kant
de treinen niet konden binnenrijden en
van den anderen kant niet konden
vertrekken. Men ging zien, wat de
oorzaak was en vond den man geheel
krankzinnig in zijn glazen huis, nog al
tijd bezig met de hefboomen beurtelings
te doen werken. De beambten maakten
zich van den ongelukkige meester en
vervingen hem door een ander.
Een spoorwegra m jp i n
Rusland. Aan het station Moskau var-rtI
den Moskau-Jaroslaw-spoorweg had
een ernstig spoorwegongeluk plaats.
Door een defect aan de Westinghouse-
rem kwam de passagierstrein uit
Lerguiévo met een ontzettende vaart
het station binnen. De macninist, die
het onheil zag aankomen, gaf daarop
het noodsignaal aan de conducteurs,
om de handremmen aan te zetten,
doch het was reeds te laat. Op het
zelfde oogenblik stortte de trein zich
op een op den weg staanden, ledigen
goederenwagen, waarin de locomotief
letterlijk verdween. De-waggon werd
verpletterd tegen ©efr- -ffiiftrfqüf-w
onderen tot boven scheurde,' terwijl de
waggons, plotseling in hun vaart gestuit,
zich met een oorverdoovend geraas op
elkander stapelden. De tender en een
3e-klasse-waggon werden totaal ver
brijzeld, met een geweld, alsof er ka
nonschoten vielen, terwijl v9rscheidefl5T
waggons uiteengerukt of in elkander
geschoven uit de rails geraakten.
Hoewel een ontzettende paniek zich
van de passagiers meester maakte,
werden slechts zeven personen gewond,
onder wie twee zeer ernstig. De hoofd
conducteur, die zóó gevaarlijk zat, dat
zijn dood onvermijdelijk leek, ontsnap
te door een buitengewoon toeval aan
het gevaar van verpletterd te worden
door den schok werd hij juist op tijd
uit den trein geworpen, om zich ong6-
deerd uit de voeten te kunnen maken.
Op de plaats des onheils waren weldra
dokters genoeg aanwezig, om de gewon
den vlug te verbinden.
De gederailleerde trein bestond uit
dertien waggons.
Een geleerde, die kl-eHr-'
van persoon was, geraakte in twist met
iemand van ongewone lengte. De laatste
zei
Zwijg, of ik steek je in mijn
zak. mm
Dan liever in je hoofd, zei de an-
der, want daar is zooveel ruimte in.
j
Aan de op maandag 27 8 e p-
tember ta Burgerbrug gehouden
ringrijderij bij den kastelein, den heer Bood,
namen 26 personen deel.
Ie prijs, een hoofdstel, werd gewonnen
door den heer C. Nieuw land2e prijs,
een drummeldek en singel, door den heer C.
Molenaarj; 3e prijs, een broek, door den heer
J. Slikker4e prijs, een hoofdstel, door den
heer G. Leiver5e prijs, een rijdeken en
singel, door den heer C. Spruit6e prijs,
een leidsel, door den heer J. Francis7 e
prijs, een zweep, door den heer C. Leiver
allen te Zijpe.
Door schoon weer begunstigd, waren er
veel toeschouwers bij det wedstrijd aanwezig.
Aan de op maandag 27
September te Burgervlotbrug bij den
heer Ru» gehouden ringrijderij namen
23 liefhebbers deel.
Ie prijs f 16.werd gewonnen door
den heer A. Watertor We.; 2e prijs
f 8.door den heer R. KistemakerSe
prijs f 6.door den heer C. lamis; 4e
prijs f4.- door den heer J. Nottelman
allen te Zijpe.
De heer F. Zuidemacommies
bij 's Rijks belastingen te 't Zand, is met
ingaDg van 29 Sept. gedetacheerd bij de
beetwortelsuikerfabriek te Siaandaarbuiten
(Noord-Brabant).
In de namiddag-god s-
dienstoefening van zondag j l. te Bar-
singörhorn hield de Weleerw. heer Ds.
0. Hobus zijne afscheidsrede, naar aan
leiding van het tekstwoord in II Thessa-
loniceneen III, vers 16, eerste ged. Onder
de vele toehoorders, leden der gemeenten
van Barsingerhorn en Haringhuizen, vrien
den en bekenden, hadden ook eenige ambt-
genooten door hunne tegenwoordigheid van
hunne belangstelling blijk gegeven.
ENK.HUIZEN. Het bestuur
der Liberale Kiesvereeniging alhier zal
in de eerstkomende ledenvergadering den
heer A. Roodhuyzen, leeraar aan de H.
B. S. en voorzitter der liberale kiesveree
niging alhier, als candidaat voor het lid
maatschap der Tweede Kamer voordragen.
Het heeft aan de besturen der afdee-
lingen van de centrale kiesvereeniging
een circulaire gezoBden, waarin van dit
voornemen kennis wordt gegeven, met
het verzoek, mede te willen werken tot
het stellen van den heer Roodhuyzen als
candidaat op de groslijst.
Door de te ENKHUIZEN
opgerichte volkskiesvereeniging „Vooruit-
gang" is de heer C. V. Gsrritsen candi
daat gesteld voor de Tweede Kamer.
Verkiezing te ENKHUIZEN.
De Liberale Kiesvereeniging te Hoogkar-
spel heeft voor het lid maatschap der Twee
de Kamer voorloopig candidaat gesteld den
heer J. Breébaart Kx., (lid der Eerste Ka
mer).
Door de Liberale Kiesver. te Andijk is
voorloopig candidaat gesteld de heer JBa
ron (Ericus).
Te ZAANDAM is in den ou
derdom van ruim 71 jaren overleden de
heer C. Corver van Wesseso, lid van de
Prov. Staten, dijkgraaf van den polder
Westzaan, hoogheemraad van het college
der Uitwaterende Sluizen van Kennemer-1
land en "West-Friesland, oud-lid van den
Zaandamschen gemeenteraad, hoogheem
raad van het waterschap Den Hondsbos-
sche en Duinen tot Petten, correspondent
van eenige weldadige instellingen, enz.
Ofschoon de samentrekking der land-
bouwaangelegenheden aan één ministerie
nog niet haar beslag heeft gekregeD,
wordt reeds gemeld, dat de Regeering voor
de betrekking van directeur-generaal van
den landbouw het oog zou hebben op den
heer mr. S i c k e s z, lid van de Eerste
Kamer, president van de Heide-Maatschappij.
Landbon w-v erzekering.
Naar het maandblad Zonnexchijn ver
neemt, houdt men zich te AMSTERDAM
bezig met de vorming op uitgebreide
schaal eener Verzekering-Maatschappij ten
nntte van den landbonw.
Een woordspeling.
Omtrent den brand op Sonsbeek doet
nader het gerucht de ronde, dat het tus-
schen de twee verbrande perceelen gele
gen Doolhof zou gespaard zijn, omdat de
vlammen er den weg niet in wisten te
vinden.
Men deelt het volgende
mede:
Bijdrage tot de psychologie der dieren
levert een hond van een bewoner der
Keppelstraat te 's-GRAVENHAGE. Op
zekeren namiddag sleepte Zwart (aldus ge
noemd naar zijn kleur) kluifjes en brood
op de mat bij de voordeur. Als men hem
wilde beduiden, dat dit geen doen was
voor een fatsoenlijken hnishond, ging het
beest boven zijn voorraad staan en
bromde. Een der huisgenooten kwam
op de gedachtebij wil dat eten
bniten brengen. Men deed de deur
open, en inderdaad, Zwart bracht het uit
zijn mond gespaarde eten op straat, en
nu baalde hij er een ouden blinden hond
bij, die zijn kostje niet meer kon ophalen,
en zag vergenoegd toe naar den maaltijd
van den armen ualnurgenoot. Dit tooneel
herhaalde zich enkele weken, tot men den
ouden houd niet meer bespeurde.
Het lot van den f r e n d i e r-
koning.'
Uit Noord-Zweden wordt gemeld, dat
in bet dorp Ammarfjöll aldaar de bezit
tingen van den in geheel Zweden beken-
den „rendierkouing" Andersson Grahns
onder den hamer zijn gebracht. Grahns
behoorde tot den meer en meer verdwij
nenden stam der z. g. Nomaden-Lappen,
die als oorspronkelijke heeren en meesters
van het noordelijkste deel van Scandina
vië, uitsluitend bestaan van de rendier
teelt. De voortschrijdende insluiting der
Nordmark heeft echter de tot nog toe
door deze Lappen gevolgde levenswijze
zooveel moeilijkheden in den weg gelegd,
dat velen hunner tot armoede vervielen.
Grahns behoorde tien jaar geleden nog
lot de rijksten onder zijn landgenooten.
Als zijn enorme kndden rendieren in de
weide verschenen, geleken ze op een n-
ren ver uitgestrekte, levende vlakte, waar
in de drijvers op de flanken hun buren
zelfs niet met het gewapend oog konden
onderscheiden. Bovendien bezat Grahns
twee groote wonddiatricien en de bevol
king eener kleine Lippenst&d gehoorzaam
de zijn bevelen. Thans deelt hij het lot
van velen zijner beroepsgenooten. Hoe
wel hij een eenvoudig leven leidde, ging
zijn financieele toestand hoe langer
hoe meer achteruit. Besmettelijke ziekten
brachten groote verwoestingen aan onder de
prachtige kudden, het woud werd geslecht
en voor het eens zoo machtige opperhoofd
braken tijden van bitteren nood aan. Zijn
laatste rendierpark werd voor 40 kronen
verkocht en zijn huis bracht 100 kronen
op. De rendierkoning zelf moest tot het
zweedsche armbestuur zijn toevlucht ne
men, om ten minste een dak boven zijn
hoofd te hebben. De zweedsche regeericg
heeft reeds lang pogingen in het werk
gesteld, om aan dezs wanverhouding een
eind te msken, doch er is van een en
ander geen heil te verwachten, daar de
Lap, die de eigenaardigheden van zijn ras
nimmer aflpgt, voor de beschaving ontoe
gankelijk is gebleken. Daarom staat hem
in het hooge noorden hetzelfde lot te
wachten, waarvan de Roodhuiden in Ame
rika het slachtoffer zijn geworden.
Amerikaansch! De over-
tniging der Amerikanen, dat reclame en
uitbundige publiciteit tot vooruitgang in
zaken leiden, geeft in bet land der vrij
heid soms aanleiding tot hoogst vermake
lijke voorvallen. Nauwelijks was de aan
komst te New—York van de dochter van
don Carlos, dona Elvire, en haar verloof
de, den schilder Folchi bekend, of beiden
kregen bezoek van een verslaggever van
de New York Herald, die den
schilder Folchi een som van f 15.000
aanbood, indien bij voor genoemd blad een
verhaal van zijn avontuur met de prinses
in feuilleton-verin wilde schrijven. Daar
de prinses en baar beminde weigerden,
ging de journalist voort
Ik ben bevoegd, om tot f 150.000
te gaan, maar dan moet u ook bij het
feuilleton een woordelijk afschrift van al
nw minnebrieven leveren, alsmede een
uiteenzetting van uw ideeën omtrent de
kansen der troonsbestijging van don Car
los en de beschouwing over het cubaan-
sche vraagstuk. Ik raad u dringend aan,
op dezen voorslag in te gaan, want geen
andere krant zal u zulk een voordeelig
aanbod doen. Voordat het avond was
moesten de ongelukkigen aan de denr zit
ten vijf photografen, die naar de eer don
gen, het paar als groep en afzonderlijk te
photogiafeeren, met het recht van monopolie,
een coiffeur, die de priuses Elvire f 25
per dag offreerde, indien ze hem de klan
dizie wilde geven, twee circus—directeuren,
die f 250 per dag wilden uilkeeren, in
dien het paar zich in hun inrichting aan
het publiek wilde laten zien, een koop
man in gerookt spek, eenige malen mil-
lionnair, die dona Elvire denzelfden avond
nog wilde huwen en een vorstelijken bruid
schat in het vooruitzicht stelde, en einde
lijk den eigenaar van het hêtel, waar het
tweetal was afgestapt, die hnn gedurende
zes maanden volledig pension aaubood,
wanneer de geliefden hun maaltijden wil
den houden in de eetzaal op de eerste
verdieping, waar 500 gasten zouden wor
den toegelaten, om heu tweemaal per dag
te knnDen zien 1
Dona Elvire en Folchi hebben alles ge
weigerd.
Smartgevoel hij lagere
diersoorten. Dat de worm zich kromt,
van M. J. Mordlmann.
5.
„Dat ga Fritz liefhebt, behoeft ge mij
niet te verzekeren, want ge hebt voel bete
re partijen kuuneu doen en toeb hebt ge
bem de voorkeur gegeven,* zeide Helene.
„Ea ik koester den goeden wil, bem ge-
lokkig te maken. Is dat niet genoeg?*
vroeg Caecile.
„We zullen zien,4 volhardde Helene eigen
zinnig in haar twijfel. Wanneer gij beiden
een mooi hnis in de Jonkvronwstraat badt,
daarbij paarden en rijtuigen, bedienden en
dienstmeisjes, een loge in den stadsschouw
burg en een abonnement voor Tbalia en
in den winter naar Parijs of Venetië rei
zen koudt, den zoudt ge zeker een model-
echtgenoote zijnmaar dat alles kan men
van een trektementje van een leeraar onmo
gelijk doen*
„Fritz heeft alle uitzicht, professor te
worden en dan hebben wij een rijk inko
men. Wanneer wij al dat moois niet kan
nen bekomeD, dat gg zooeven hebt opgele
peld, soo zullen wg toch een aardige, ge
zellige woniDg de onze mogen noemen, toch
naar opera's en concerten kannen gaen, en
menschen bij ons noodigen. Ik zal volstrekt
niet behoeven te schuren en te wasschen,
of mijne mooie handen zwart te maken met
kachels poetsen- Daarvoor beeft men holp
en met een paar dienstmeisjes ben ik
meer dan tevreden."
„Zeg Caecile,* vroeg Helene wel wat
droomerig, „gelooft ge, dat men een man
zoo lief ï'ou kunnen hebben, dat men hem
naar Australië oi Afrika of ergens anders
heen zou volgen; daarheen, waar geen
achouwbnrgen of opera's zijn, waar men
spek en boonen zou moeten koken en 's a-
vonds zijne kousen zou moeten stoppen?*
„Brrr, hoe afschuwelijkNeen, dat kan
niet.4
„Hoe jammer," zuchtte Helene.
„Oi men moet tenminste weten, dat bet
niet lang dunrt en men daarna ontzettend veel
wanneer men op hem trapt, is spreek
woordelijk bekend, en men meent alge
meen, dat dit voor het dier eene uitdruk
king van pijn is. Onlangs heeft een ame-
rikaansche hoogleeraar aan de Pennsylva-
nië universiteit bewezen door een
eenvoudige proef, dst deze bewering
volkomen op een misverstand berust. "Wordt
nl. de regenworm in het midden doorge
sneden, dan windt en kromt zich alleen
de achterste helft, das juist die, waaraan
de hersenen ontbreken, en die dan ook
niat meer in verbinding staat met de
hersenen. De voorste helft kraipt bedaard
verder. Snijdt men na de beide helften
nogmaals door, dan is het altijd het ach
tersts gedeelte, dat zich weer kromt en
windt. Daaruit is op te maken, dat dit
niet het gevolg is van een gevoel van
pijn.
Werkstaking en h u w e 1 ij
ken.
In New-York en Brooklyn is dezer da
gen de werkstaking vaB 7000 kleermakers
en kleermaaksters geëindigd, nadat de ei-
schen der stakersloonsverhooging van
20 tot 25 ets. en 59 nar werktijd per
week door de werkgevers was toegestaan.
Het einde van deze staking zal, schrijft
een New-Yorksch blad, tal van huwelij
ken ten gevolge hebben. Vela der sta
kende mannen moeten nl. hun vrouwelij
ke collega's hebben beloofd, haar te trou
wen, wanneer de lootten werden verhoogd,
alleen om haar daardoor te doen volharden
in de staking. En nu zullen ze hun be
lofte moeten houden, want in Amerika
vat men zoo iets ernstig op.
Bloemknoppen bewaren.
Om bloemknoppen te bewaren, raadt
Le Veldpost het volgende aan: De rijpste
knoppen worden met de schaar afgeknipt
men zorge er evenwel voor, er een steel
van minstens drie daim aan te laten zit
ten. Het afgesneden einde wordt zorgvul
dig m8t zegellak dichtgelakt, vervolgens
drukt men eenigszins op de knoppen en
wikkelt ze elk afzonderlijk in schoon, goed
droog papier. Wil men ze 's winters in
bloei hebben, dan snijdt men 's avonds 't
dichtgezegelde stuk van den steel af en
zet den knop in water, waarin men een
weinig zont of salpeter heeft opgelost. Den
volgenden ochtend zijn de bloemen ont
loken en geuren even lieflijk als versche.
Zekere Ossmann te Ver-
viers, die met zijn jongste zoontje aan
de hand in zijn melkerij het werk stond
na te zien, verwijderde zich een oogen-
blik. Toen hij terugkwam, waar hij het
jongske alleen had gelateD, zag hij het
kind niet meer. Het was in een groote
kuip melk gevallen en verdronken.
Een slimmerd.
Een lakenfabrikant verkoopt een hande
laar driehonderd stukken laken. Kort daarna
verneemt hij, dat bij het met een gerou
tineerd oplichter te doen heeft, van wien
hij geen cent zal ontvangen. Ontsteld gaat
hij naar den man en bezweert hem, het
gekodhte te betalen, terwijl hij aanbiedt,
de helft erop te verliezen.
„Goed," zegt de handelaar, „ik heb
uw woord. Hier is een stuk voor u
een voor mij een voor u een voor
mij."
En zoo ging het door, tot voor elk
150 stukken lagen.
Dat is bedrog I" riep de fabrikant,
geld krijgt, zooals in de romans beschre
ven staat.*
Helene lachte, maar zg werd toch spoe
dig weder ernstig. „De arme FritzI zie
mij nu niet zoo toornig aan, zustertje, ik
heb toch gelijk. Wanneer hij naar Pata-
gonië of Groenland ging, gij volgdet bem
bepaald niet.*
Caecile sidderde.
„Naar Groenland I" zeide zij. „Naar de
Eskimo's 1 Neen, maar, dat volkje is mg te
dom mig. Fritz ia professor aan het Ham
burger Johanneum wat zon bij dan in
Groenland ol Patagonië moeten uitvoeren
Gij behoeft n na Diet zoo heilig en deugd
zaam voor te doen, gij ging! ook niet met
Paul mede, wanneer ge spek voor hem
moest koken, of zijn kousen moezt stop
pen."
„Wellicht niet,* gaf Helena eerlijk toe.
„Hoe gaarne ik hem ook mag lijden, ik weet
niet, of ik dat wel doen zon. Maar ik kan
mij wel vooratellen, dat ik een man boven
alles zon kunnen liefhebben, dat ik alles, wat
ik heb opgenoemd en nog veel meer, ter
wille van bem zon willen doen.*
„En Paal ii die man niet?*
„Paal! Wat komt je in je hoofd l4
De andere zuster boog zich over de jon
gere en zag baar zacht en vol liefde, maar
toch vorschend, in de oogen. Helena kan
dien blik doorstaan, zooder te blozen.
„Maak n niet beangst,4 zeide zij zachtkens.
„Er is nog geen andere kaper op de kost.
Ik heb mij slechts een dergeljjken idealen
toestand voor oogen gesteld. In werke
lijkheid bestaat zoo iets niet.4
„Zooveel te beter,4 zeide Caecile gerust
gesteld.
„Neen hoe jammer,* herhaalde Helena.
HOOFDSTUK 4.
GEESTELIJKE EN LEERAAR.
Terwijl in het hnis der beide gezusters
bovenstaand gesprek werd gevoerd, was
mijnheer Dr. Fritz Zarnow, onbekommerd
om den regen, die hem verraste, eer hg de
bellt van den weg naar huis had afgelegd
en die hem spoedig tot de huid toe had
doorweekt, naar zijne woning gestapt. Hij
liep gaarne in dergelgk weer, dat had voor
hem een geheel eigenaardige beteekems.
Opgewekt door het onverbiddelijk neer-
stroomende water, vlogen zijne gedachten
terug naar die dagen, toen hij te midden van
regen en wiod naar de voorstad Borgfelde
de vroegere woonplaats der familie Frie-
drichsen, gegaan was. Fritz Zarnow, toen
maals leerling in de tweede klasse der latijn-
sebe school, was voor korten tijd geleden
met zijn ooders naar Hamborg gekomen.
Onder zijne nienwe schoolkameraden had
Rndolf Friedrichsen zich bgaonder tot hem
aangetrokken gevoeld en de vriendschap der
beide jongens, zoo geheel verschillend van rang,
namsp j;d ignog warmer vormen aan, zoodat
Fritz Zarnow al ras eene uitnoediging ont
ving, om ten huize van Radolf's vader le
verschijnen. Fritz begon zijne driekwartier
lange wandeling bij vroolgken zonneschijn.
Toen hij de poort genaderd was, pakten
donkere wolken zich boven zijn hoofd sa
men, en hg had de lange laan nog niet
voor de helft afgelegd, of de re
gen plaste reeds neder. Hij
had geen parsplnie en natuurlijk ook
geen geld voor een rgtoig en durfde in eene
schuilplaats het einde van het onwederniet
afwachten, daar hij anders niet op tijd bij
de Friedrichsen zou aankomen.
„Een waar gelak.dat er bij Rudolf geene
dames zijn'4 mompelde hij, zich zoo haastig
mogelijk voortspoedende. „In zalk een toe
stand mocht ik mij daar anders niet vertoo-
nen.* Want de jonge Zarnow, in kleine,
bekrompen verhoudingen opgevoed, was een
weinig menschenschuw en Rudolf bad hem
eerst bij alle goden moeten bezweren, dat
er werkelijk geen dames waren, vooraleer
Fritz de nitnoodiging aannam.
En hij liep geheel doornat en met modder
bespat, totdat hij de villa der Friedrichsen
bereikte, waar gelukkigerwijze zgn vriend,
die vanuit het venster Daar hem bad uit
gezien, hem spoedig tegemoet snelde en hem,
door niemand aDders opgemerkt, zijne ka
mer binnenloodste. Id zulk een toestand
kon hij zich onmogelijk vertoonen. De moe
der van Rndolf werd in vertrouwen geno
men, en deze, bezorgd o*er den vriend haar»
zoons, gaf het doeltreffende bevel, dat Fritz
aiob geheel moest verschoonen en dat hij
dan eerst aan tafel mocht verschijnen, waar
men hem met warme bouillon en andere
warme spijzen het onaangename van een
nat pak spoedig zou doen vergeten.
Dat zon nu allemaal goed en best zijn ge
weest, als de kleediDg hem maar beter bad
gepastmaar Fritz Zarnow, een echt kind
van buiten, was groot en breed geschou
derd, Rudolf daarentegen tenger en klein.
Daarvan was het gevolg, dat van nit de
broek een paar laoge beenen onbedekt te voor
schijn kwameD, en de pijpen zaten om zijn bee
nen gewrongen als het vel om een worst
voor kousen en schoenen werd de garderobe
van den ouden beer Friedrichsen te baat
genomen, en die waren van zulk een grootte
en omvang, dat Fritz, als hij naar zijn voeten
zag, niet wist, of hij weenen dan lachen moest.
Intusschen, wat was er aan het zaakje
te veranderen Het dienstmeisje kondigde aan,
dat de soep was opgedragen en het schelm-
sche lachje, dat daarbij over hare lippen
zweefde, deed Fritz een zucht van ver
lichting slakeD, dat er in huis geene dames
waren. Maar wat was dat, toen zij beneden
aan de trap gekomen waren en
voor de denr van de eetkamer stonden?
Fritz stond als door den donder getroffen
stil. Klonken er door de halfgeopende
deur geen meisjesstemmen
„Wat is dat?* stamelde hg. „Gg hebt
mij toch gezegd, dat er geene dames
waren?4
„Die zijn er ook niet. Dat zijn Caecile
en Helene maar."
„Caecile en Helene maarl4 steunde Fritz
doodsbleek.
„Nu ja, mijn zusters. Een psar kinderen.4
En in hel volgende oogenblik stond Zar
now voor de beide kinderen aardige
bakviscbjes van 15 en 12 jaren en wist
van doodelijke verlegenheid niet, wat hij
moest aanvangen.
De jongste znster kon haar lachen niet
bedwingen en brak bij het zien van dien
potsierlijken jongen man in een schaterlachen
nit. Maar de oudere Caecile gaf hem met
een glimlach de hand, terwijl zij reide
„Laat de kleine meid maar lachen en duid
het haar niet euvel."
De gemoedelijke manieren van de beide
oudelni en Caeeile's ernstige opvatting der
diogeD, hadden Fritz na de eerste verle
genheid spoadig op zijn gemak gebracht;
en na eeD poosje daar vertoefd te hebbeD,
zon bij de overmoedige vroolijkheid der
kleine Helene niet gaarne gemist hebben.
Toen Fritz 's avonds naar bnis ging, was
hg voor de eerste maal van zijn leven zoo
hartstochtelijk verliefd, als een jongmensch
maar eenigszins zijn kan.
Vervolgens vlogen zijne gedachten naar
een tweeden regenaebtigen dag. Dat was
„sis n geen geld hebt, geeft n dan het
goed weerom
„Pardon, mijnheer," antwoordde de
handelaar bedaard, ,u wildet er immers
de helft op verliezen welnn, verliest
u niet heel precies de helft
Andrée's ballon!
STOCKHOLM, 26 Sept. Het
Stockholm» Lagblad heeft een telegram uit
Philadelphia ontvangen, meldende dat de
boot Salmia daar ia aangekomen
uit Ivigtut in Groenland, met het bericht
dat de bewoners van Ivigtnt verteld heb
ben, dat zij daar drie weken na de op
stijging van Andrée, dien ballon hebben
gezien op eene hoogte van duizend voet.
De ballon werd korteD tijd waargenomen
en verdween toen in Noordoostelijke richting.
een jaar later geneest. Zarnow bad in het
maseum zijne geliefde aangetroffen en daar zij
zonder parapluie was, haar onder bescher
ming san de zijne naar bnis gebracht. En
op eene eenzame plaats bad bg den eersten
kas van haar gekregen.
Nog een jaar later ging Fritz naar de
Universiteit en Rndolf, de overtuiging heb
bende, dat hij geen der vier faculteiten
tot sieraad zon strekken, trad op in do zaak
zijns vaders. De liefde tnsschen de jonge-
lni bleef bestaan en het was bepaald een
wonder, dat de tnsschen ben gewisselde brie
ven vol gloeiende betuigingen van liefde, de
overige bezending niet in brand deed geraken.
Toen Zarnow van de boogeschool thuis
kwam werd hg leeraar aan het Jobannenin.
Het eerste bezoekdat hg weder bjj zijne
vrienden afgelegde, was van zeer trenrigen
aard, want de onders der drie kinderen
waren, na eene ziekte van een paar nor,
aan de cholera gestorven
Daarna kwam bem in de gedachten dien
gelukzaligen tijd, waarin het hem werd toe
gestaan, Caecile openlijk de zijne te noemen,
maar niet één enkele dag toch was soo schoon
als die regenachtige achtermiddag, waarop bij
haar voor de eerste maal bad leeren ken-
neD.
Gedurende zijn afwezigheid waren er twee
brieven voor mijnbeer Dr. Fritz Zarnow ge
bracht, beiden met een officieel zegel, maar
de een kwam van dichtbg, de ander van nit
de verre verte. Hg legde beide brieven
evenwel onverschillig ter zgde; zoowel die
met het postmerk Hambnrg, als die met
het groote brasiliaansche zegel was niet in
staat, zijne nieuwsgierigheid gaande te maken.
Hem lagen gaDSch andere dingen nader
aafi het hart. Hij wierp een langen, liefde-
vollen blik naar bet aan deD wand haDgende
portret van Caecile, een raistroostigen op een
stapel blanwe cahiers, dien de portier van de
school gebracht had en vervolgens ging hij
zgn natte kleeren nittrekken. Zijn
hospita bracht hem een kop warme
tbee en kond brood en eerst nadat
beiden op zeer doeltreffende wijze waren
opgeborgen en Zarnow in zgn leunstoel zat,
een fleech Margot naast zich cn eeD laDge
pijp in den mond, opende bij de brieven,
om van den inbond kennis te nemen, voor
aleer bij de latgnacbe opstellen ging corri-
geeren. De hambnrgsche brief was van den
hoofdgeestelgke, Dr. Ratzan, waarin hem werd
uuod,'
rerzocht, hem in den loop van den dag met
een bezoek te vereeren, daar hij eenige
schoolzaken met Dr. Zarnow wensehle le
bespreken.
„Wat zoa hij van mij willen? mompelde
Zarnow mopperend. „Waarom kan hg den
directenr niet mededeeien, wat hij van mij
wil Die bezoekeD aan die kerkelijke auto
riteiten mag de koekoek halen!4
Verdrietig opende hij den tweeden brief»
die kwam van den vestiger van een dnit-
sche kolonie in de braziliaansche provincie
Sao Paolo, een zijner schoolvrienden, wiens
onbestendig lot en woelig karakter bem
over den Atlantischen Oceaan gedreven
hadden.
Den meer dan Doodig sentimenteelen dait-
sebers, zoo scbreei bij, ontbreekt het hier
niet aan scholen, maar wel liet de organi
satie daarvan veel te wenscben over. Hier
voor zocht men een geschikt persoon en in
opdracht zijner medeburgers vroeg hij, of
Zarnow last bad, zgn diensten besohikbaar
te stellen voor zijne braziliaansche landslio--^
denbg zon een aangename, voor de toe
komst veel belovende betrekkiug vervollen.
Zarnow wierp den brief ter zjjde; wat
bem aangeboden werd, trok hem na jaist
niet aan. Caecile zon geen laat hebben, in
een braziliaansch boscb te woneD. Zij kon
slechts in een schitterend gezelschap zich
op haar plaats gevoelen, daar zou zij ook
zelve schitteren, zeide Zarnow tegen zichzelf,
met vroolijken trots.
Den volgenden morgen begaf hij zich,
nadat hg zgn werk geregeld had, Daar de
Panlstraat, naar den geestelijke. Rotzaa
gold als een der meest begaafde vertegen
woordigers der orthodoxe ond-lntheranen
hg was echter niet fanatiek en zgn vrg-
moedig karakter, zgne weldadigheid en zgne
groote talenten als redenaar werden zelfs
deor zgne vurigste tegenstanders volgaarne
erkend.
„Ik zoo gaarne een vertronwelgk
vriendschsppeiijk gesprek met n hebben,waar
de Zarnow,* aldus ontving bij zgn bezoeker
„Ga zitten neen, daar riet hier, in den
leuningstoel. Men kan ticb onmo£*»lntr thuit
en prettig gevoelen, wanneer men op eeD
harden stoel zit. Wg sollen een pgp aans. ken
dan zgn er tenminste een paar prei tige in
drukken, die ons samenzgn een vriendin
pel ijk karakter geven.*
WORDT VERVOLGD.
U
en
i 1