r*W SlEIITTitU Ji l L Donderdag 30 September 1897. 41ste Jaargang No. 3243. BIJVOEGSEL. Binnenlandsch Nieuws. Landbouwbelangen. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Keizer "Wilhelm en zijn gemalin. Het Neue Wiener Tageblatt vertelt een trekje uit het familieleven van den duitschen keizer, waaruit blijkt, hoe innig en eenvoudig de vorstelijke echtgenooten met elkander omgaan. De Keizer was op het punt, van Berlijn naar Budapest te vertrekken en had vooraf een gesprek met den oosten- rijkscheG gezant, den heer Van Szögeyny. Als gewoonlijk maakte hij zich wat warm in den loop van het gesprek, toen hij plotseling op zijn horloge ziend, verschrikt uitriep„Daar heb ik me nu verlaat. Laat, als 't u belieft, uw telephoon met het paleis verbinden, opdat ik tenminste zoo van mijn vrouw afscheid kan nemen." Aan 's Keizers verzoek werd voldaan, waarop hij door de telephoon zijn gemalin goeden dag zeide. Daarop wendde hij zich lachend tot den gezant met de opmerking „Ziezoo, dat is in orde, laten we nu de paar minuten, die wij nog hebben, verpraten." Weldra maakte de vorst zich ge reed om te vertrekken, toen juist een hofrijtuig voor het gezantschapsgebouw stilhield, waaruit stapte de keizerin in een keurige morgenjapon, ge huld in een langen mantel. Toen zij den Keizer en den gezant had be groet, maakte zij hare verontschuldi ging, dat zij in morgentoilet aankwam, „maar", voegde zij erbij, „ik kan toch mijn gemaal niet zonder een woord van afscheid laten gaan." Mond-en klauwzeer. Een commissiewaartoe o. a. prof. Löffler behoort en welke door de Prui sische regeering is benoemd tot het in stellen van een onderzoek naar mond en klauwzeer, heeft thans een uitvoe rig rapport uitgebracht. De slotsom is, dat op wetenschappelijke gronden vast staat, dat die ziekte door inenting krachtig kan worden bestreden. Hoe de inenting geschieden moet, wordt nauwkeurig omschreven. Een huwelijk op de fiets in optima forma, getuigen en al de aankleve van dien, is niets nieuws meeronze getrouwe lezers en lezeres sen hebben in onze kolommen hierom trent al iets vernomen, maar een hu welijk te of per autocar is het laatste snufje op het gebied van „naar-het- stadhuis-beweging" Op een dorp bij Maidstone, in Kent, had dezer dagen een huwelijk plaats, waarbij het geheele gezelschap in rij- tuigen gezeten, die getrokken werden door een motor, zich naar de kerk be gaf. Toen de „optocht" na de huwelijks inzegening naar het huis van de bruid terugkeerde, kwamen er plaatsec in de rijtuigen te kort, daar vele ongenooden het ritje ook wel eens mede wilden maken. 1 De spoorweglijnen, die van het Zuider-station te Brussel uitloo- pen, hadden eergisteren het tooneel kun nen zijn van schrikkelijke ongelukken, door het plotseling zinneloos worden van eenen wisselwachter. Deze man, die in zijn huisje niet minder dan 107 hefboomen heeft, tot het verplaatsen van de wissels, wierp ze allen beurte lings om, zoodat van den eenen kant de treinen niet konden binnenrijden en van den anderen kant niet konden vertrekken. Men ging zien, wat de oorzaak was en vond den man geheel krankzinnig in zijn glazen huis, nog al tijd bezig met de hefboomen beurtelings te doen werken. De beambten maakten zich van den ongelukkige meester en vervingen hem door een ander. Een spoorwegra m jp i n Rusland. Aan het station Moskau var-rtI den Moskau-Jaroslaw-spoorweg had een ernstig spoorwegongeluk plaats. Door een defect aan de Westinghouse- rem kwam de passagierstrein uit Lerguiévo met een ontzettende vaart het station binnen. De macninist, die het onheil zag aankomen, gaf daarop het noodsignaal aan de conducteurs, om de handremmen aan te zetten, doch het was reeds te laat. Op het zelfde oogenblik stortte de trein zich op een op den weg staanden, ledigen goederenwagen, waarin de locomotief letterlijk verdween. De-waggon werd verpletterd tegen ©efr- -ffiiftrfqüf-w onderen tot boven scheurde,' terwijl de waggons, plotseling in hun vaart gestuit, zich met een oorverdoovend geraas op elkander stapelden. De tender en een 3e-klasse-waggon werden totaal ver brijzeld, met een geweld, alsof er ka nonschoten vielen, terwijl v9rscheidefl5T waggons uiteengerukt of in elkander geschoven uit de rails geraakten. Hoewel een ontzettende paniek zich van de passagiers meester maakte, werden slechts zeven personen gewond, onder wie twee zeer ernstig. De hoofd conducteur, die zóó gevaarlijk zat, dat zijn dood onvermijdelijk leek, ontsnap te door een buitengewoon toeval aan het gevaar van verpletterd te worden door den schok werd hij juist op tijd uit den trein geworpen, om zich ong6- deerd uit de voeten te kunnen maken. Op de plaats des onheils waren weldra dokters genoeg aanwezig, om de gewon den vlug te verbinden. De gederailleerde trein bestond uit dertien waggons. Een geleerde, die kl-eHr-' van persoon was, geraakte in twist met iemand van ongewone lengte. De laatste zei Zwijg, of ik steek je in mijn zak. mm Dan liever in je hoofd, zei de an- der, want daar is zooveel ruimte in. j Aan de op maandag 27 8 e p- tember ta Burgerbrug gehouden ringrijderij bij den kastelein, den heer Bood, namen 26 personen deel. Ie prijs, een hoofdstel, werd gewonnen door den heer C. Nieuw land2e prijs, een drummeldek en singel, door den heer C. Molenaarj; 3e prijs, een broek, door den heer J. Slikker4e prijs, een hoofdstel, door den heer G. Leiver5e prijs, een rijdeken en singel, door den heer C. Spruit6e prijs, een leidsel, door den heer J. Francis7 e prijs, een zweep, door den heer C. Leiver allen te Zijpe. Door schoon weer begunstigd, waren er veel toeschouwers bij det wedstrijd aanwezig. Aan de op maandag 27 September te Burgervlotbrug bij den heer Ru» gehouden ringrijderij namen 23 liefhebbers deel. Ie prijs f 16.werd gewonnen door den heer A. Watertor We.; 2e prijs f 8.door den heer R. KistemakerSe prijs f 6.door den heer C. lamis; 4e prijs f4.- door den heer J. Nottelman allen te Zijpe. De heer F. Zuidemacommies bij 's Rijks belastingen te 't Zand, is met ingaDg van 29 Sept. gedetacheerd bij de beetwortelsuikerfabriek te Siaandaarbuiten (Noord-Brabant). In de namiddag-god s- dienstoefening van zondag j l. te Bar- singörhorn hield de Weleerw. heer Ds. 0. Hobus zijne afscheidsrede, naar aan leiding van het tekstwoord in II Thessa- loniceneen III, vers 16, eerste ged. Onder de vele toehoorders, leden der gemeenten van Barsingerhorn en Haringhuizen, vrien den en bekenden, hadden ook eenige ambt- genooten door hunne tegenwoordigheid van hunne belangstelling blijk gegeven. ENK.HUIZEN. Het bestuur der Liberale Kiesvereeniging alhier zal in de eerstkomende ledenvergadering den heer A. Roodhuyzen, leeraar aan de H. B. S. en voorzitter der liberale kiesveree niging alhier, als candidaat voor het lid maatschap der Tweede Kamer voordragen. Het heeft aan de besturen der afdee- lingen van de centrale kiesvereeniging een circulaire gezoBden, waarin van dit voornemen kennis wordt gegeven, met het verzoek, mede te willen werken tot het stellen van den heer Roodhuyzen als candidaat op de groslijst. Door de te ENKHUIZEN opgerichte volkskiesvereeniging „Vooruit- gang" is de heer C. V. Gsrritsen candi daat gesteld voor de Tweede Kamer. Verkiezing te ENKHUIZEN. De Liberale Kiesvereeniging te Hoogkar- spel heeft voor het lid maatschap der Twee de Kamer voorloopig candidaat gesteld den heer J. Breébaart Kx., (lid der Eerste Ka mer). Door de Liberale Kiesver. te Andijk is voorloopig candidaat gesteld de heer JBa ron (Ericus). Te ZAANDAM is in den ou derdom van ruim 71 jaren overleden de heer C. Corver van Wesseso, lid van de Prov. Staten, dijkgraaf van den polder Westzaan, hoogheemraad van het college der Uitwaterende Sluizen van Kennemer-1 land en "West-Friesland, oud-lid van den Zaandamschen gemeenteraad, hoogheem raad van het waterschap Den Hondsbos- sche en Duinen tot Petten, correspondent van eenige weldadige instellingen, enz. Ofschoon de samentrekking der land- bouwaangelegenheden aan één ministerie nog niet haar beslag heeft gekregeD, wordt reeds gemeld, dat de Regeering voor de betrekking van directeur-generaal van den landbouw het oog zou hebben op den heer mr. S i c k e s z, lid van de Eerste Kamer, president van de Heide-Maatschappij. Landbon w-v erzekering. Naar het maandblad Zonnexchijn ver neemt, houdt men zich te AMSTERDAM bezig met de vorming op uitgebreide schaal eener Verzekering-Maatschappij ten nntte van den landbonw. Een woordspeling. Omtrent den brand op Sonsbeek doet nader het gerucht de ronde, dat het tus- schen de twee verbrande perceelen gele gen Doolhof zou gespaard zijn, omdat de vlammen er den weg niet in wisten te vinden. Men deelt het volgende mede: Bijdrage tot de psychologie der dieren levert een hond van een bewoner der Keppelstraat te 's-GRAVENHAGE. Op zekeren namiddag sleepte Zwart (aldus ge noemd naar zijn kleur) kluifjes en brood op de mat bij de voordeur. Als men hem wilde beduiden, dat dit geen doen was voor een fatsoenlijken hnishond, ging het beest boven zijn voorraad staan en bromde. Een der huisgenooten kwam op de gedachtebij wil dat eten bniten brengen. Men deed de deur open, en inderdaad, Zwart bracht het uit zijn mond gespaarde eten op straat, en nu baalde hij er een ouden blinden hond bij, die zijn kostje niet meer kon ophalen, en zag vergenoegd toe naar den maaltijd van den armen ualnurgenoot. Dit tooneel herhaalde zich enkele weken, tot men den ouden houd niet meer bespeurde. Het lot van den f r e n d i e r- koning.' Uit Noord-Zweden wordt gemeld, dat in bet dorp Ammarfjöll aldaar de bezit tingen van den in geheel Zweden beken- den „rendierkouing" Andersson Grahns onder den hamer zijn gebracht. Grahns behoorde tot den meer en meer verdwij nenden stam der z. g. Nomaden-Lappen, die als oorspronkelijke heeren en meesters van het noordelijkste deel van Scandina vië, uitsluitend bestaan van de rendier teelt. De voortschrijdende insluiting der Nordmark heeft echter de tot nog toe door deze Lappen gevolgde levenswijze zooveel moeilijkheden in den weg gelegd, dat velen hunner tot armoede vervielen. Grahns behoorde tien jaar geleden nog lot de rijksten onder zijn landgenooten. Als zijn enorme kndden rendieren in de weide verschenen, geleken ze op een n- ren ver uitgestrekte, levende vlakte, waar in de drijvers op de flanken hun buren zelfs niet met het gewapend oog konden onderscheiden. Bovendien bezat Grahns twee groote wonddiatricien en de bevol king eener kleine Lippenst&d gehoorzaam de zijn bevelen. Thans deelt hij het lot van velen zijner beroepsgenooten. Hoe wel hij een eenvoudig leven leidde, ging zijn financieele toestand hoe langer hoe meer achteruit. Besmettelijke ziekten brachten groote verwoestingen aan onder de prachtige kudden, het woud werd geslecht en voor het eens zoo machtige opperhoofd braken tijden van bitteren nood aan. Zijn laatste rendierpark werd voor 40 kronen verkocht en zijn huis bracht 100 kronen op. De rendierkoning zelf moest tot het zweedsche armbestuur zijn toevlucht ne men, om ten minste een dak boven zijn hoofd te hebben. De zweedsche regeericg heeft reeds lang pogingen in het werk gesteld, om aan dezs wanverhouding een eind te msken, doch er is van een en ander geen heil te verwachten, daar de Lap, die de eigenaardigheden van zijn ras nimmer aflpgt, voor de beschaving ontoe gankelijk is gebleken. Daarom staat hem in het hooge noorden hetzelfde lot te wachten, waarvan de Roodhuiden in Ame rika het slachtoffer zijn geworden. Amerikaansch! De over- tniging der Amerikanen, dat reclame en uitbundige publiciteit tot vooruitgang in zaken leiden, geeft in bet land der vrij heid soms aanleiding tot hoogst vermake lijke voorvallen. Nauwelijks was de aan komst te New—York van de dochter van don Carlos, dona Elvire, en haar verloof de, den schilder Folchi bekend, of beiden kregen bezoek van een verslaggever van de New York Herald, die den schilder Folchi een som van f 15.000 aanbood, indien bij voor genoemd blad een verhaal van zijn avontuur met de prinses in feuilleton-verin wilde schrijven. Daar de prinses en baar beminde weigerden, ging de journalist voort Ik ben bevoegd, om tot f 150.000 te gaan, maar dan moet u ook bij het feuilleton een woordelijk afschrift van al nw minnebrieven leveren, alsmede een uiteenzetting van uw ideeën omtrent de kansen der troonsbestijging van don Car los en de beschouwing over het cubaan- sche vraagstuk. Ik raad u dringend aan, op dezen voorslag in te gaan, want geen andere krant zal u zulk een voordeelig aanbod doen. Voordat het avond was moesten de ongelukkigen aan de denr zit ten vijf photografen, die naar de eer don gen, het paar als groep en afzonderlijk te photogiafeeren, met het recht van monopolie, een coiffeur, die de priuses Elvire f 25 per dag offreerde, indien ze hem de klan dizie wilde geven, twee circus—directeuren, die f 250 per dag wilden uilkeeren, in dien het paar zich in hun inrichting aan het publiek wilde laten zien, een koop man in gerookt spek, eenige malen mil- lionnair, die dona Elvire denzelfden avond nog wilde huwen en een vorstelijken bruid schat in het vooruitzicht stelde, en einde lijk den eigenaar van het hêtel, waar het tweetal was afgestapt, die hnn gedurende zes maanden volledig pension aaubood, wanneer de geliefden hun maaltijden wil den houden in de eetzaal op de eerste verdieping, waar 500 gasten zouden wor den toegelaten, om heu tweemaal per dag te knnDen zien 1 Dona Elvire en Folchi hebben alles ge weigerd. Smartgevoel hij lagere diersoorten. Dat de worm zich kromt, van M. J. Mordlmann. 5. „Dat ga Fritz liefhebt, behoeft ge mij niet te verzekeren, want ge hebt voel bete re partijen kuuneu doen en toeb hebt ge bem de voorkeur gegeven,* zeide Helene. „Ea ik koester den goeden wil, bem ge- lokkig te maken. Is dat niet genoeg?* vroeg Caecile. „We zullen zien,4 volhardde Helene eigen zinnig in haar twijfel. Wanneer gij beiden een mooi hnis in de Jonkvronwstraat badt, daarbij paarden en rijtuigen, bedienden en dienstmeisjes, een loge in den stadsschouw burg en een abonnement voor Tbalia en in den winter naar Parijs of Venetië rei zen koudt, den zoudt ge zeker een model- echtgenoote zijnmaar dat alles kan men van een trektementje van een leeraar onmo gelijk doen* „Fritz heeft alle uitzicht, professor te worden en dan hebben wij een rijk inko men. Wanneer wij al dat moois niet kan nen bekomeD, dat gg zooeven hebt opgele peld, soo zullen wg toch een aardige, ge zellige woniDg de onze mogen noemen, toch naar opera's en concerten kannen gaen, en menschen bij ons noodigen. Ik zal volstrekt niet behoeven te schuren en te wasschen, of mijne mooie handen zwart te maken met kachels poetsen- Daarvoor beeft men holp en met een paar dienstmeisjes ben ik meer dan tevreden." „Zeg Caecile,* vroeg Helene wel wat droomerig, „gelooft ge, dat men een man zoo lief ï'ou kunnen hebben, dat men hem naar Australië oi Afrika of ergens anders heen zou volgen; daarheen, waar geen achouwbnrgen of opera's zijn, waar men spek en boonen zou moeten koken en 's a- vonds zijne kousen zou moeten stoppen?* „Brrr, hoe afschuwelijkNeen, dat kan niet.4 „Hoe jammer," zuchtte Helene. „Oi men moet tenminste weten, dat bet niet lang dunrt en men daarna ontzettend veel wanneer men op hem trapt, is spreek woordelijk bekend, en men meent alge meen, dat dit voor het dier eene uitdruk king van pijn is. Onlangs heeft een ame- rikaansche hoogleeraar aan de Pennsylva- nië universiteit bewezen door een eenvoudige proef, dst deze bewering volkomen op een misverstand berust. "Wordt nl. de regenworm in het midden doorge sneden, dan windt en kromt zich alleen de achterste helft, das juist die, waaraan de hersenen ontbreken, en die dan ook niat meer in verbinding staat met de hersenen. De voorste helft kraipt bedaard verder. Snijdt men na de beide helften nogmaals door, dan is het altijd het ach tersts gedeelte, dat zich weer kromt en windt. Daaruit is op te maken, dat dit niet het gevolg is van een gevoel van pijn. Werkstaking en h u w e 1 ij ken. In New-York en Brooklyn is dezer da gen de werkstaking vaB 7000 kleermakers en kleermaaksters geëindigd, nadat de ei- schen der stakersloonsverhooging van 20 tot 25 ets. en 59 nar werktijd per week door de werkgevers was toegestaan. Het einde van deze staking zal, schrijft een New-Yorksch blad, tal van huwelij ken ten gevolge hebben. Vela der sta kende mannen moeten nl. hun vrouwelij ke collega's hebben beloofd, haar te trou wen, wanneer de lootten werden verhoogd, alleen om haar daardoor te doen volharden in de staking. En nu zullen ze hun be lofte moeten houden, want in Amerika vat men zoo iets ernstig op. Bloemknoppen bewaren. Om bloemknoppen te bewaren, raadt Le Veldpost het volgende aan: De rijpste knoppen worden met de schaar afgeknipt men zorge er evenwel voor, er een steel van minstens drie daim aan te laten zit ten. Het afgesneden einde wordt zorgvul dig m8t zegellak dichtgelakt, vervolgens drukt men eenigszins op de knoppen en wikkelt ze elk afzonderlijk in schoon, goed droog papier. Wil men ze 's winters in bloei hebben, dan snijdt men 's avonds 't dichtgezegelde stuk van den steel af en zet den knop in water, waarin men een weinig zont of salpeter heeft opgelost. Den volgenden ochtend zijn de bloemen ont loken en geuren even lieflijk als versche. Zekere Ossmann te Ver- viers, die met zijn jongste zoontje aan de hand in zijn melkerij het werk stond na te zien, verwijderde zich een oogen- blik. Toen hij terugkwam, waar hij het jongske alleen had gelateD, zag hij het kind niet meer. Het was in een groote kuip melk gevallen en verdronken. Een slimmerd. Een lakenfabrikant verkoopt een hande laar driehonderd stukken laken. Kort daarna verneemt hij, dat bij het met een gerou tineerd oplichter te doen heeft, van wien hij geen cent zal ontvangen. Ontsteld gaat hij naar den man en bezweert hem, het gekodhte te betalen, terwijl hij aanbiedt, de helft erop te verliezen. „Goed," zegt de handelaar, „ik heb uw woord. Hier is een stuk voor u een voor mij een voor u een voor mij." En zoo ging het door, tot voor elk 150 stukken lagen. Dat is bedrog I" riep de fabrikant, geld krijgt, zooals in de romans beschre ven staat.* Helene lachte, maar zg werd toch spoe dig weder ernstig. „De arme FritzI zie mij nu niet zoo toornig aan, zustertje, ik heb toch gelijk. Wanneer hij naar Pata- gonië of Groenland ging, gij volgdet bem bepaald niet.* Caecile sidderde. „Naar Groenland I" zeide zij. „Naar de Eskimo's 1 Neen, maar, dat volkje is mg te dom mig. Fritz ia professor aan het Ham burger Johanneum wat zon bij dan in Groenland ol Patagonië moeten uitvoeren Gij behoeft n na Diet zoo heilig en deugd zaam voor te doen, gij ging! ook niet met Paul mede, wanneer ge spek voor hem moest koken, of zijn kousen moezt stop pen." „Wellicht niet,* gaf Helena eerlijk toe. „Hoe gaarne ik hem ook mag lijden, ik weet niet, of ik dat wel doen zon. Maar ik kan mij wel vooratellen, dat ik een man boven alles zon kunnen liefhebben, dat ik alles, wat ik heb opgenoemd en nog veel meer, ter wille van bem zon willen doen.* „En Paal ii die man niet?* „Paal! Wat komt je in je hoofd l4 De andere zuster boog zich over de jon gere en zag baar zacht en vol liefde, maar toch vorschend, in de oogen. Helena kan dien blik doorstaan, zooder te blozen. „Maak n niet beangst,4 zeide zij zachtkens. „Er is nog geen andere kaper op de kost. Ik heb mij slechts een dergeljjken idealen toestand voor oogen gesteld. In werke lijkheid bestaat zoo iets niet.4 „Zooveel te beter,4 zeide Caecile gerust gesteld. „Neen hoe jammer,* herhaalde Helena. HOOFDSTUK 4. GEESTELIJKE EN LEERAAR. Terwijl in het hnis der beide gezusters bovenstaand gesprek werd gevoerd, was mijnheer Dr. Fritz Zarnow, onbekommerd om den regen, die hem verraste, eer hg de bellt van den weg naar huis had afgelegd en die hem spoedig tot de huid toe had doorweekt, naar zijne woning gestapt. Hij liep gaarne in dergelgk weer, dat had voor hem een geheel eigenaardige beteekems. Opgewekt door het onverbiddelijk neer- stroomende water, vlogen zijne gedachten terug naar die dagen, toen hij te midden van regen en wiod naar de voorstad Borgfelde de vroegere woonplaats der familie Frie- drichsen, gegaan was. Fritz Zarnow, toen maals leerling in de tweede klasse der latijn- sebe school, was voor korten tijd geleden met zijn ooders naar Hamborg gekomen. Onder zijne nienwe schoolkameraden had Rndolf Friedrichsen zich bgaonder tot hem aangetrokken gevoeld en de vriendschap der beide jongens, zoo geheel verschillend van rang, namsp j;d ignog warmer vormen aan, zoodat Fritz Zarnow al ras eene uitnoediging ont ving, om ten huize van Radolf's vader le verschijnen. Fritz begon zijne driekwartier lange wandeling bij vroolgken zonneschijn. Toen hij de poort genaderd was, pakten donkere wolken zich boven zijn hoofd sa men, en hg had de lange laan nog niet voor de helft afgelegd, of de re gen plaste reeds neder. Hij had geen parsplnie en natuurlijk ook geen geld voor een rgtoig en durfde in eene schuilplaats het einde van het onwederniet afwachten, daar hij anders niet op tijd bij de Friedrichsen zou aankomen. „Een waar gelak.dat er bij Rudolf geene dames zijn'4 mompelde hij, zich zoo haastig mogelijk voortspoedende. „In zalk een toe stand mocht ik mij daar anders niet vertoo- nen.* Want de jonge Zarnow, in kleine, bekrompen verhoudingen opgevoed, was een weinig menschenschuw en Rudolf bad hem eerst bij alle goden moeten bezweren, dat er werkelijk geen dames waren, vooraleer Fritz de nitnoodiging aannam. En hij liep geheel doornat en met modder bespat, totdat hij de villa der Friedrichsen bereikte, waar gelukkigerwijze zgn vriend, die vanuit het venster Daar hem bad uit gezien, hem spoedig tegemoet snelde en hem, door niemand aDders opgemerkt, zijne ka mer binnenloodste. Id zulk een toestand kon hij zich onmogelijk vertoonen. De moe der van Rndolf werd in vertrouwen geno men, en deze, bezorgd o*er den vriend haar» zoons, gaf het doeltreffende bevel, dat Fritz aiob geheel moest verschoonen en dat hij dan eerst aan tafel mocht verschijnen, waar men hem met warme bouillon en andere warme spijzen het onaangename van een nat pak spoedig zou doen vergeten. Dat zon nu allemaal goed en best zijn ge weest, als de kleediDg hem maar beter bad gepastmaar Fritz Zarnow, een echt kind van buiten, was groot en breed geschou derd, Rudolf daarentegen tenger en klein. Daarvan was het gevolg, dat van nit de broek een paar laoge beenen onbedekt te voor schijn kwameD, en de pijpen zaten om zijn bee nen gewrongen als het vel om een worst voor kousen en schoenen werd de garderobe van den ouden beer Friedrichsen te baat genomen, en die waren van zulk een grootte en omvang, dat Fritz, als hij naar zijn voeten zag, niet wist, of hij weenen dan lachen moest. Intusschen, wat was er aan het zaakje te veranderen Het dienstmeisje kondigde aan, dat de soep was opgedragen en het schelm- sche lachje, dat daarbij over hare lippen zweefde, deed Fritz een zucht van ver lichting slakeD, dat er in huis geene dames waren. Maar wat was dat, toen zij beneden aan de trap gekomen waren en voor de denr van de eetkamer stonden? Fritz stond als door den donder getroffen stil. Klonken er door de halfgeopende deur geen meisjesstemmen „Wat is dat?* stamelde hg. „Gg hebt mij toch gezegd, dat er geene dames waren?4 „Die zijn er ook niet. Dat zijn Caecile en Helene maar." „Caecile en Helene maarl4 steunde Fritz doodsbleek. „Nu ja, mijn zusters. Een psar kinderen.4 En in hel volgende oogenblik stond Zar now voor de beide kinderen aardige bakviscbjes van 15 en 12 jaren en wist van doodelijke verlegenheid niet, wat hij moest aanvangen. De jongste znster kon haar lachen niet bedwingen en brak bij het zien van dien potsierlijken jongen man in een schaterlachen nit. Maar de oudere Caecile gaf hem met een glimlach de hand, terwijl zij reide „Laat de kleine meid maar lachen en duid het haar niet euvel." De gemoedelijke manieren van de beide oudelni en Caeeile's ernstige opvatting der diogeD, hadden Fritz na de eerste verle genheid spoadig op zijn gemak gebracht; en na eeD poosje daar vertoefd te hebbeD, zon bij de overmoedige vroolijkheid der kleine Helene niet gaarne gemist hebben. Toen Fritz 's avonds naar bnis ging, was hg voor de eerste maal van zijn leven zoo hartstochtelijk verliefd, als een jongmensch maar eenigszins zijn kan. Vervolgens vlogen zijne gedachten naar een tweeden regenaebtigen dag. Dat was „sis n geen geld hebt, geeft n dan het goed weerom „Pardon, mijnheer," antwoordde de handelaar bedaard, ,u wildet er immers de helft op verliezen welnn, verliest u niet heel precies de helft Andrée's ballon! STOCKHOLM, 26 Sept. Het Stockholm» Lagblad heeft een telegram uit Philadelphia ontvangen, meldende dat de boot Salmia daar ia aangekomen uit Ivigtut in Groenland, met het bericht dat de bewoners van Ivigtnt verteld heb ben, dat zij daar drie weken na de op stijging van Andrée, dien ballon hebben gezien op eene hoogte van duizend voet. De ballon werd korteD tijd waargenomen en verdween toen in Noordoostelijke richting. een jaar later geneest. Zarnow bad in het maseum zijne geliefde aangetroffen en daar zij zonder parapluie was, haar onder bescher ming san de zijne naar bnis gebracht. En op eene eenzame plaats bad bg den eersten kas van haar gekregen. Nog een jaar later ging Fritz naar de Universiteit en Rndolf, de overtuiging heb bende, dat hij geen der vier faculteiten tot sieraad zon strekken, trad op in do zaak zijns vaders. De liefde tnsschen de jonge- lni bleef bestaan en het was bepaald een wonder, dat de tnsschen ben gewisselde brie ven vol gloeiende betuigingen van liefde, de overige bezending niet in brand deed geraken. Toen Zarnow van de boogeschool thuis kwam werd hg leeraar aan het Jobannenin. Het eerste bezoekdat hg weder bjj zijne vrienden afgelegde, was van zeer trenrigen aard, want de onders der drie kinderen waren, na eene ziekte van een paar nor, aan de cholera gestorven Daarna kwam bem in de gedachten dien gelukzaligen tijd, waarin het hem werd toe gestaan, Caecile openlijk de zijne te noemen, maar niet één enkele dag toch was soo schoon als die regenachtige achtermiddag, waarop bij haar voor de eerste maal bad leeren ken- neD. Gedurende zijn afwezigheid waren er twee brieven voor mijnbeer Dr. Fritz Zarnow ge bracht, beiden met een officieel zegel, maar de een kwam van dichtbg, de ander van nit de verre verte. Hg legde beide brieven evenwel onverschillig ter zgde; zoowel die met het postmerk Hambnrg, als die met het groote brasiliaansche zegel was niet in staat, zijne nieuwsgierigheid gaande te maken. Hem lagen gaDSch andere dingen nader aafi het hart. Hij wierp een langen, liefde- vollen blik naar bet aan deD wand haDgende portret van Caecile, een raistroostigen op een stapel blanwe cahiers, dien de portier van de school gebracht had en vervolgens ging hij zgn natte kleeren nittrekken. Zijn hospita bracht hem een kop warme tbee en kond brood en eerst nadat beiden op zeer doeltreffende wijze waren opgeborgen en Zarnow in zgn leunstoel zat, een fleech Margot naast zich cn eeD laDge pijp in den mond, opende bij de brieven, om van den inbond kennis te nemen, voor aleer bij de latgnacbe opstellen ging corri- geeren. De hambnrgsche brief was van den hoofdgeestelgke, Dr. Ratzan, waarin hem werd uuod,' rerzocht, hem in den loop van den dag met een bezoek te vereeren, daar hij eenige schoolzaken met Dr. Zarnow wensehle le bespreken. „Wat zoa hij van mij willen? mompelde Zarnow mopperend. „Waarom kan hg den directenr niet mededeeien, wat hij van mij wil Die bezoekeD aan die kerkelijke auto riteiten mag de koekoek halen!4 Verdrietig opende hij den tweeden brief» die kwam van den vestiger van een dnit- sche kolonie in de braziliaansche provincie Sao Paolo, een zijner schoolvrienden, wiens onbestendig lot en woelig karakter bem over den Atlantischen Oceaan gedreven hadden. Den meer dan Doodig sentimenteelen dait- sebers, zoo scbreei bij, ontbreekt het hier niet aan scholen, maar wel liet de organi satie daarvan veel te wenscben over. Hier voor zocht men een geschikt persoon en in opdracht zijner medeburgers vroeg hij, of Zarnow last bad, zgn diensten besohikbaar te stellen voor zijne braziliaansche landslio--^ denbg zon een aangename, voor de toe komst veel belovende betrekkiug vervollen. Zarnow wierp den brief ter zjjde; wat bem aangeboden werd, trok hem na jaist niet aan. Caecile zon geen laat hebben, in een braziliaansch boscb te woneD. Zij kon slechts in een schitterend gezelschap zich op haar plaats gevoelen, daar zou zij ook zelve schitteren, zeide Zarnow tegen zichzelf, met vroolijken trots. Den volgenden morgen begaf hij zich, nadat hg zgn werk geregeld had, Daar de Panlstraat, naar den geestelijke. Rotzaa gold als een der meest begaafde vertegen woordigers der orthodoxe ond-lntheranen hg was echter niet fanatiek en zgn vrg- moedig karakter, zgne weldadigheid en zgne groote talenten als redenaar werden zelfs deor zgne vurigste tegenstanders volgaarne erkend. „Ik zoo gaarne een vertronwelgk vriendschsppeiijk gesprek met n hebben,waar de Zarnow,* aldus ontving bij zgn bezoeker „Ga zitten neen, daar riet hier, in den leuningstoel. Men kan ticb onmo£*»lntr thuit en prettig gevoelen, wanneer men op eeD harden stoel zit. Wg sollen een pgp aans. ken dan zgn er tenminste een paar prei tige in drukken, die ons samenzgn een vriendin pel ijk karakter geven.* WORDT VERVOLGD. U en i 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 5