Zondag 7 November 1897. 41ste Jaargang No. 3254. Staatkundige Beschouwingen Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t. e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Bureau: SCHAOK*. liaan, D 4. UitgeverP. TRAPMAN. Medewerker: J. WIXREL. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. GemeenteSchagen. Bckendm ak i n g e n. Nationale Militie. Oproeping voor de eerste zitting van den Militieraad. NATIONALE MILITIE. Binnenlandsch Nieuws. Door een groot getal landhuurders in de gemeenten LEEU WARDEN en LEEUWARDERADEEL is besloten, bij de aanstaande verhu ring hoegenaamd geen onkosten, van welken aard ook, te betalen en even min strijk- of verhooggelden aan te nemen. sim Nienws- Mïsriemis- LailliiiHii. (Artt. 86, 87 en 91 der wet op de Na tionale Militie.) (Art. 26 der wet van 8 Mei 1862 Stbl. No. 46.) BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente SCHAGEN brengen ter kennis van de belanghebbenden dat de eerste zitting van den Militieraad zal worden gehouden ten Raadhnize te Alkmaar op Woensdag den 15 December eerstkomende, des morgens te 10 uren. Dat voor den Militieraad moeten ver schijnen lo. de vrijwilliger voor de Militie 2o. de loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid of ge breken of gemis van de gevorderde lengteterwijl verder uitspraak wordt gedaan omtrent So. de lotelingen in artt. 55 en 56 bedoeld 4o. alle overige lotelingen. Schagen, den 5 November 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN, De Secretaris DENIJS. voor de (Koninklijk Besluit van den 17den December 1861 (Staatsblad No. 127), en de artikelen 11, 12, 13 en 14 der wet van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders der gemeente Schagen roepen by deze op zoodanige inge zetenen, die verlangen als vrijwilliger bij de Militie op te treden, om zich daartoe bij hen aan te geven in deze maand, eiken voor middag van negen tot twaalf ure. Om als vrijwilliger bij de Militie te kunnen worden aangenomen, moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1.56 meter lang, op den lsten Januari van het jaar der optreding als vrij williger het 20ste jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht hebben, tot op het tijdstip deroptreding aan zijne verplichtingen, ten aanzien van de Militie, zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zede lijk gedrag hebben geleid. Het bezit van die vereischten, met uitzondering van de lichamelijke geschikt heid en van de gevorderde lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van den Burgemeester der woonplaats, verkrijgbaar op plaats en tijd boven vermeld. Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt slechts als vrijwilliger toegelaten voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij bij geene verplichtingen ten aanzien van de Militie meer te vervullen heeft. Hij, die bil de zeemacht, bij het leger hier te lande of bj) het krijgsvolk in 's Rijks overzeesche bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij hij b(j het verlaten van den dienst, behalve een bewijs van ontslag van den bevelhebber, onder wien hij laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift heeft ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn diensttijd goed heeft gedra gen. Hjj kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veertigste jaar volbracht is, als vrijwil liger bij de Militie worden toegelaten. Schagen, den 5 November 1897. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Het Yoorloopig Verslag over Hoofd stuk I der Staatsbegrooting bevat als naar gewoonte de algemeeno beschou wingen over den staatkundigen toestand. Uit den aard der zaak loopen die be schouwingen zeer uiteen. En, om de waarheid te zeggen, wordt men er niet veel wijzer doorwant al die onder scheidene en dikwijls zeer uiteenloopen- de opmerkingen van sommige, enkele,vele, weinige, andere leden, zouden alleen wat beteekenen als men wist van wie ze afkomstig waren. En nu kan men daar naar in den regel wel raden, maar behalve dat gissen doet missen zou men toch nog, als men al wist van welke groep de beschouwingen afkom stig zijn, moeten weten uit hoevele leden zulk een groep bestaat en wie er zich bij hebben aangesloten. Aan zulke alge meenheden heeft men minder dan aan hetgeen de bladen zeiden, van wie men althans weet, voor welke richting zij optreden. Het doet geen nut, al dat heen en weer praten nu nog eens weer te be spreken. Wij willen liever wachten tot dat de regeering geantwoord heeft op dit Verslag en over hare verhoudingen tot de Kamer en de plannen voor de toekomst het noodige licht zal hebben ontstoken. Daarover zal een en ander in het midden te brengen zijn. Maar ook uit het Voorloopig Verslag zijn toch 'enkele punten van belang op te vis- 'schen. „Men wenschte te vernemen, of het Kabinet zichzelf als homogeen beschouw de en in 't bijzonder of het ten aanzien van den omvang der Staatszorg in het algemeen de denkbeelden van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, dan wel die van den Minister van Buiten- landsche Zaken was toegedaan. Was het Kabinet daarentegen te beschouwen als een Ministerie van concentratie en fu sie, onder de leiding van den Minister van Financiën, dan vroeg men, van welke groepen der Kamer het Kabinet steun verwacht, ten einde op eene meer derheid te kunnen rekenen". Hier heeft men te doen met eene vraag, die inderdaad zich van zelf op den voorgond dringt. Het Verslag bevat daarover een en ander, maar het ant woord moet van het Kabinet komen de ministers moeten ons zeggen, hoe zij over hunne onderlinge verhouding den ken maar ook moeten wij van de Re geering vernemen van welke groepen zij meent steun te mogen verwachten. Op de laatste hierboven gedane vraag werd in de afdeelingen reeds een ant woord gegeven, waarvan, dunkt ons, de onjuistheid dadelijk in het oog springt. „Deze laatste vraag gat aan enkele leden aanleiding tot de opmerking, dat een Kabinet niet noodwendig door eene aaneengesloten meerderheid gesteund be hoeft te worden. Veeleer behoorde de meerderheid voor elk wetsontwerp te worden bepaald door de deugdelijkheid daarvan, zonder dat het noodig was, dat zjj voor alle wetsontwerpen uit de zelfde personen bestond. Omtrent de wenschelijkheid van maatregelen tot ver betering van sociale toestanden heerscht in het algemeen weinig verschil van meening. Men mag aannemen, dat voor doeltreffende maatregelen van dien aard wel eene meerderheid zal zijn te vinden. Maar evenzeer mag dit verwacht worden ten opzichte van andere onderwerpen, mits die meerderheid niet gezocht wor de bij een aaneengesloten groep van le den, maar bij leden, van welke staat kundige richting ook". Dit lijkt heel eenvoudigmaar in de werkelijkheid gaan de dingen zoo liefjes niet. Het zou natuurlijk mogelijk zijn, dat iedere partij of groep elk wetsont werp beoordeelde naar zijn deugdelijkheid. En als dit geschiedde, dan zou voor na genoeg ieder wetsontwerp wel eene meerderheid te vinden zijn, telkens dan samengesteld" uit verschillende groepen. Maar helaas, zoo gaat het in de staat kundige wereld niet toe. Men begrijpt daar, dat, als men met eene Regeering van eene andere richting dan waartoe men zelve behoort, samenwerkt, men deze regeering versterktdoch buiten- 'dienmen kan op tweeërlei wijze sa menwerken nl. om gezamenlijk iets te doen en ook om gezamenlijk iets tegen te houden. Dit laatste nu kan een twee ledig doel hebbenhet kan strekken, zooals gezegd is, om de kracht eener re geering van andere richting te breken maar het kan ook het oog gericht hebben op bepaalde onderwerpen, met dien verstande, dat de eene groep stemt tegen een ontwerp, waartegen het op zich zelf geen bezwaar heeft en omge keerd, om door wederkcerigen steun sa men maatregelen tegen te houden, die de een of ander niet wenschL Daaruit volgt, dat zeer moeilijk een vaste meerderheid van voldoende sterkte is te vormen, wanneer men zoo maar naar eigen inzicht wetsontwerpen voordraagt. Men moet dus bij het Re- geeringsprogramma in de eerste plaats denken aan de mogelijkheid om voor zijne plannen eene voldoende meerder heid te vormen. Dit wil nu niet zeggen, dat ieder lid van zoodanige meerderheid met lijf en ziel zich aan het Ministerie moet verbindenmaar die meerderheid moet principiëel aan de zijde der Regee ring staan dan stemt men wel is waar niet voor alles wat de Regeering voor stelt, maar men neemt toch ook geen deel aan pogingen om de Regee ring het voetje te lichten. Om zulk ee ne meerderheid te vormen is juist een man als de heer Pierson noodig, over wiens optreden velen zich ongunstig uit lieten, o.a. omdat hij voor den heer Borgesius niet links, voor den heer de Beaufort niet rechts genoeg gaat. Maar hij is, dunkt ons, genoeg hervormings gezind, om te werken met eene Kamer waarin geen vaste meerderheid voor komt. „Betwijfeld werd of een Ministerie, dat zijn ontstaan te danken heeft aan een zuiver negatieve leuze, veel kracht kan ont wikkelen. Het kan een negatieven steun vinden bij een meerderheid, eensgezind in hetgeen zij niet wil, maar dit betee- kent weinig, waar het aankomt op het tot stand brengen van hervormingen. De persoonlijke bekwaamheid der Minis ters en een schrander overleg zullen het wellicht mogelijk maken, dat eenige van de door het Kabinet gewenschte hervormingen tot stand komendat het beleid der Regeering naar vaste begin selen gevoerd zal kunnen worden, scheen dezen leden niet waarschijnlijk toe." De kracht der negatieve leuzen is die der groepen, die zich wellicht zullen aan eensluiten om, zooals wij straks opmerk ten tegen te houden in plaats van tot stand te brengen. Dat de meerderheid, waaruit de Regeering gevormd is, enkel op negatieve leuzen gebouwd is, is eene fan- taisie. Zeker, er zijn bij den verkiezings strijd negatieve leuzen aangeheven, maar vooreerst hadden die negatieve leuzen eene positieve beteekenistegen protectionisme is vóór vrijhandelen tegen clericalisme is vóór de handhaving der vrijheid van denken, van onderzoek, van geweten. En uit het samenvloeien van allen, die deze leuzen aanhieven, vormt zich eene partij, wier levens- en wereldbeschouwing, en wier algemeene handels- en nijverheids-, kortom maatschappelijke politiek, ééne richting aanwijst. Onder de zooda- nigen moge zich verschil van mee ning openbaren in zoover het bijzon derheden van voorgedragen rege lingen betreft, in het algemeen zal men eenes geestes kinderen blijken. Na tuurlijk zal er zeemanschap noodig zijn, om de over onderdeelen uiteenloopende meeningen tot een te brengen maar wie kan daaraan wat doen Dat er geen aan eengesloten meerderheid van ééne rich ting bestaat, aan wie de schuld P Aan wie anders dan aan de kiezers, of wil men lieveraan hunne leiders, die de pogingen om voor de geheele liberale partij een op goede gronden rustend al gemeen program in het leven te roepen, verijdelden. Of zulk een algemeen programma zich nu nog uit den loop der zaken ontwik kelen zal Daarover zal eerst de toe komst licht verspreiden de weg daartoe moet gebaand worden door de Regeering in haar antwoord op het nu besproken verslag. Zal het streven in die richting vrucht dragen, dan moeten zij, die aan de zijde der Regeering staan, met den politieken toestand rekening houden. Dat allen dit doen zullen is niet zoo geheel zeker. Van de uiterste rechterzij de de christelijk-historischen nl., wordt aanspraak gemaakt op een plaats in het kabinet en van de uiterste linkerzijde verklaard men zich bereid mede te gaan met voorstellen „waardoor niet slechts schijnhervormingen, maar werke lijke verbeteringen in de maatschappe lijke toestanden kunnen verkregen wor den, onverschillig van welke zijde die mochten komenmaar dat zulke voor stellen gedaan en aangenomen zouden worden, zoolang de tegenwoordige kies wet gehandhaafd bleef, rekende zij niet waarschijnlijk". Wanneer men zoo uiteenloopende groe pen tot samenwerking bewegen wil, dan is er een ander talent noodig dan dat om met het hoofd tegen den muur te loopen. En van dat andere, betere, gelukkige talent bezit de heer Pierson het geheim, maar hij kan dat slechts met vrucht aan wenden als ook de meerderheid samen werking wil. In de vergadering van de Afd. „Batsingerhorn* van de Holl. Maat schappij van Landbonw, gehouden te Barsingerhora den 3den dezer, is bij meerderheid van stemmen besloten, om niet over te gasn tot opheffing van de Afdeeling, waartoe in eene vorige verga dering een voorstel was gedaan, maar de Afdeeling in stand te houden. Tot leden van het bestuur der Afd. wer den gekozen de h.h.D. Raat als Voorzitter, O. Claij als vice-voorzitler en P, Bronder als secretaris. De collecte voor het »H n I- deblijk aan H. M. de Koningin-Regentes* heeft in de gemeente Baruingerhorn bedragen de som van f 125. De commissie, belast met bet onderzoek der geloofsbrieven van den heer Van Oilie, heeft haar tweede rapport uitgebracht. Op 185 biljetten kan eenige aanmerking worden gemaakt. Uit eene omschrijving en verdeeling der twijfelachtige stembiljetten, door de com missie als bijlage bij haar verslag gevoegd, blijkt dat niet duidelijk of niet geheel zwart gemaakt waren, 39 biljetten voor den heer Heemskerk en 30 voor den heer Van Gilsekenbaar waren door overscbrijdiug van het zwarte vak, 29 biljetten Heems kerk en 23 biljetten Van Gilse; bijvoe ging vertoonden van strepen of punten 8 Heemskerk en 11 Van Gilse; gevlakt waren 14 Heemskerk en 15 Van Gilse; twee vakken waren geraakt 2 Heemskerk en 3 Van Gilse; doorgestoken waren 5 Heemskerk en 2 Van Gilse en eindelijk 1 biljet Heemskerk en 3 Van Gilse nagel- indruk vertoonden, een gevouwen hoek haddeu of waarvan het papier gescheurd was. De slotsom is nu, dat, na aftrek der 185 bedoelde biljetten en na het toewij zen van één stem voor den heer Heems kerk, voor het weren van den kiezer Gnossen aan de stembus, op de heeren Van Gilse en Heemskerk een gelijk aan tal stemmen zijn uitgebracht, en daar de heer Van Gilse de oudste is, werd door de commissie voorgesteld, den heer Van Gilse als lid der kamer toe te laten. Twee kinderen verbrand. Woensdagmorgen omstreeks halt twaalf ontstond in de bovenste achterkamer van het perceel no 14 in de Westerstrast te AMSTERDAM een betrekkelijk kleine uitslaande brand, die helaas een ernstige ramp in zijn gevolg heeft. In bovenvermelde achterkamer woonde het gezin Van Buren (maD, vrouw en 5 kindereu). De echte lieden zijn beiden werkzaam aan de ex peditie van het dagblad De Echo en waren, toen de brand ontstond, afwezig. Twee kindertjes, een van viif eu een van vier jaar, waren alleen thuis. De an deren waren naar school. Toen een van deze laatsten, van school komende, nasr boven wilde gaan, kon hij niet verder door den verstikkendeu rook, die hem belette verder voort te gaau. Op zijn brandgeroep werd onmiddellijk de brand weer gealarmeerd, die weldra met vier stralen op de Vechtwaterleiding het vnur hekampte. Toen het gerucht ging, dat er nog twee kinderen boven waren, ging de brandweer onmiddellijk zoeken, doch het was reeds te laat. De arme kleinen, die waarschijnlijk uit angst in een zooge naamde bedkast waren gekropen, waren reeds overleden. Het eene, een meisje is nagenoeg verbrandhet andere had enke le brandwonden en is door den rook gestikt. Hollandschvee voorRus- lar.d. In Friesland, Groningen en Noordholland zijn de laatste dagen tal van beste run deren aangekocht met bestemming naar Rusland. Zooals te begrijpen is, maken de verkoopers bij deze gelegenhtid hooge prij zen. Uit ZEVENBERGEN wordt g e- meld Zondag begaf zich C. S. alhier naar de kerk, ten einde zijn zoontje le laten doo- penhij verlangde, dat het den naam „Adriaans7' zou dragen. De geestelijke vol deed aan zjjn verlangen. Maandag echter kwam de man den pastoor verzoeken den naam Adrianns te willen veranderen in dien van „Wonterina", daar de pasgeborene geen zoon, maar een dochter bleek te zijn. De heer D.R. Mansholt deelt in het Frietch Folktbl. het volgende mede Van bevriende en vertrouwbare zijde wordt mij medegedeeld, dat onze Regee ring zich bemoeit met de zaak der mis leide nederlandsche arbeidersgezinnen in Chili en dat derhalve het bijeenbrengen van geld voorloopig niet noodig is. Bezoekers vanheteiland Tessel maken we opmerkzaam op de nieuwe dienstregeling voor de post- en passagiersboot. Met ingang van 15 Nov. e. k. vervalt de eerste tocht. Van Nieuwe- diep vertrekt dan de eerste boot te 9.30 vm. en de laatste te 3.45 nm. naar het eiland. B ij het b ij zonder gunstige najaarsweer en het lang uitblijven van ruwe zware regenbuien, hebben de arbei ders aan den onderbouw der bruggen in de tramlijn Schagen-Wognum het tot nog toe goed getroffen, en de eige naars en gebruikers van verschillende lan derijen eveDZoo. Da dammen in de groote polderalooten zijn weggeruimd, zoodat de watertoevoer tusschen de steenen landhoofden van den nieuwen spoorweg naar den Hooglands- poldermolen hersteld is. De laatste der vijf bruggen in den Hooglandspolder, n. 1. die aau den Ko ningsweg, onder de gemeente Barsingerhorn, is al sedert eenige dagen ouder handen genomen Dog één brug over de sloot voor de Hoep bij Schagen, dan is dat gedeelte van het werk klaar. Men maakt zich hier en daar al vroolijk en drnk over het aanstaand bezoek van de massa werkvolk, die weldra de slooteu zal graven en de aardbaan aanleggen. Een nieuw instrument voor huismuziek. Uit Zwitserland, waar nieuwe en doel matige uitvindingen steeds spoediger in gang vinden dan elders, verneemt men, dat aldaar een nieuw, gemakkelijk te leeren en goedkoop muziekinstrument algemeen verbreiding vindt, de zoogenaamde Accoord Citers. Vooral in industrieele dorpen en ge huchten hoort men 's avonds uit vele hui zen aandoenlijke melodieuse tonen, die aan eene harp herinneren, maar die alleen begrepen worden door diegenen, die het in strument kennen. Met de gewone citer heeft dit niets gemeen dan den van oods bekenden vorm en constructie, maar de bij zondere daaraan verbondene voordeelen zijn de navolgende 1. dat men op dit instrument gewone melodieën en bijv. volksliederen spe len kan zonder noten te kenDen 2. dat men daarop ieder accompagne ment gemakkelijk vinden en spelen kan; 3. dat men het instrument zelve stem men kan, dit een en ander zonder vooraf onderwijs te nemen. Een aantal duilsche en amerikaansche fabrikanten doen dan ook moeite, om aan de stijgende vraag mar dit instrument te voldoen, maar eene Dresdener Firma over treft deze pogingen verieweg door solidi teit van constructie en welluidenden toon, zoodat men in deskundige kringen, de voor keur geeft aan de fabrikaten dier Firma en steeds de M 11 e r'sche Accoord Ci ters bedoelt, als er sprake van deze in strumenten is. Ook heelt deze Firma J. T. M 11 e r, D r e s d e n-S t r i e s e n, een keurig boek je over Accoord Citers gepubliceerd, dal op aanvraag gratis en franco aan een ieder wordt toegezonden en ook in de meeste winkels van muziekinstrumenten verkrijg baar is. (Ingez.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 1