INGEZONDEN.
wat das voor Rotterdam in eens een
besparing van een ton gouds gaf.
Juist op tijd, zeg ik, want toen even
later Amsterdam hetzelfde ondernam,
mislukte de poging en Amsterdam heeft
dus nog zijn 3è% schuld.
Mr. Van Raalte heeft inderdaad voor
Rotterdam veel gedaan. Hij was in het
college van Burgemeester en Wethou
ders één dier modern willende man
nen, die onder meer voor gemeente-ex
ploitatie zooveel gedaan hebben. Rot
terdam exploiteert al jaren zijn eigen
gasfabriek en sedert twee jaren ook de
electriciteit, terwijl Amsterdam ik
noem alweer Amsterdam, die in waar
heid onze nakomer heeten mag - pas
de gaskwestie heeft opgelost en nu al
weer voor een moeilijke electriciteits-
kwestie zit.
Rotterdam, ik kan het zonder chauvi
nisme zeggen, beeft bij al zijne groote
gebreken, toch stellig de enorme ver
dienste, dat het aanpakken durft en
dat altijd juist op tijd. Het heeft zijn
slag altyd precies als het tijd was we
ten te slaan. Antwerpen, dat van
Rotterdam de hektigste en niet de eer
lijkste concurrent is, moest dit meerma
len tot zijn nadeel ondervinden. Pre
cies op het goede moment heeft Rot
terdam zijn reusachtige havens aange
legd, waardoor het alleen den wedstrijd
met de rijkere Schelde-stad kon vol
houden. Yan belgische zij wordt nu
telkens geducht op Rotterdam afgege
ven, met allerlei kleingeestige verdacht
makingen tracht men het van haar te
winnen. Men insinueert, dat zijne wa
teren niet diep genoeg, zijn kade
oppervlak niet ruim genoeg is, men
geeft feesten aan duitsche burgemeesters,
om dezen gunstig voor Antwerpen te
stemmen. Rotterdam blijft zijn gaDg
gaan, kalm en zeker van zijne zaak.
Tot zijne leiders daarbij behoort, en
zeker niet in de laatste plaats,
Mr. E. E. van Raalte met eere genoemd
te worden.
ty_
„Door Liefde Saêmgebracht,"
terug, waar hij was afgestegen een kalme
gelegenheid van den tweeden rang, die hij de
voorkeur gegeven had boven een druk hólel
van den eersten rang.
In zjjne kamer verwisselde hij heel spoedig
van kleederen. Als gevolg van de reaotie
van den vurigen hartstocht, die zijne polsen
had doen kloppen, beefde hjj nu! Hjj overlegde,
of hij naar beneden sou gaan naar de eet
zaal, om zieh nog iets te laten voorzetten,
maar bij had geen grooten honger, en hij
wilde zich niet belachelijk maken, wanneer
bjj als een zieke jonge dame goed toebe
reide spijzen zou moeten laten staan.
Het was onverdragelijk, dat de altoos
zelfde gedachten hem n«et uit hel hoofd
wilden gaan. Wanneer bet zoo steeds moest
gaan
Zarnow nam de geladen revolver, die bij
op reis steeds bij zich droeg, uit den sak en
legde die voor zich op tafel. Hij zag de
kamer na, speelde met den haan, hield den
loop tegen voorhoofd en slapen, om te pro-
beeren, welke gewaarwording een aanraking
van het kille staal bij hem zou wakker
roepen en liet den arm met het doodelijk wa
pen dan weder langzaam zinken. Zjjn hand
beefde niet hij wist, dat zij ook niet
sidderen zou, wanneer zij hem den laatsten
dienst zoo bewijzen.
Hij leunde achterover in zijn stoel en
zooals hij zooeven met het moordtuig speelde,
zoo speelde bij nu met de gedachten van
zelfmoord. Met Caecile was hem eigenlijk
het doel van zpn leven ontnomen geworden.
Waartoe zou hij bet nog verder torsehen
Hoe langer hij deze gedaehte overpeinsde, des
te rustiger werd hij. Een gevangenis, waar
van de deur open staat, is geene gevan
genis meer, wanneer men daarin nog vrij
willig blijftmen behoeft juist niet de deur
uit te gaan, het is genoeg wanneer men
er uitgaan kan. Niet daarin bestaat het
groote genot der vrijheid, dat men werke
lijk alles doet, wat men wil, maar dat men
het kan doen, zoodra men het wil. Zoo
doende had Zarnow's bopelooze vertwijfeling
haar grootste pijniging verloren, sedert hjj
zich de mogelijkheid bewust werd, dat hij
van deze wereld zou kunnen scheiden, zoodra
het bem goed daoht.
Zarnow legde de revolver terzjjde en nam
papier en inkt voor zieh. Nog bleef hem,
voor hjj van het leven afscheid nam, den
plioht over, dien hjj op het eiland van den
vuurtoren op zich had genomen. Hij greep
naar de pen en adresseerde het couvert, dat
de vermelding van het gebeurde op het ei
land en van de daar gevonden schatten zou
bevatten, aan den boofdpasioor Ritzau. Die
zou, naar zijne overtuigingde aangewezen man
zjjn, om de reehten van Juanita te verdedigen.
Zonder ophouden en zonder eenige aar
zeling vloog de pen over het papier. Na
een korte inleiding, die hem zelf betrof, schil
derde Zarnow betgeen hjj op den vuurtoren
had beleefd, de bekentenis van den ouden
vuurtorenwachter en de maatregelen, die
beiden getroffen hadden om den schat der Don
na Louisa te verzekeren. De diamanten
waren reeds gedeponeerd in de gewelven
der engelsche bank en voor het bedrag
der gouden munten had het filiaal der an-
glo-braziliaansche bank in Bahia wissels
op Frankfort, Hamburg en Berljjn afgege
ven, die ieder oogenblik inbaar waren.
Vervolgens zette Zarnow de geschiedenis
van JuaDita uiteen en al vlugger en vlugger
voegde de eene regel zich bij den ander.
Hjj beschreef de schoonheid van het meisje,
haar goedhartigheid en kinderljjk karakter,
haar grooten hartstocht voor muziek en haar
jj ver in het leeren. Daaraan werd vastge
knoopt de droevige verandering, die er door
het hnwelijk van Gerard in de omstandig
heid van Juanita hadden plaats gehad.
Het was reeds laDg na middernacht, toen
Zarnow zjjn naam onder den brief plaatste,
deren insloot, aan Ritzan adresseerde en zoo
op tafel legde, dat hjj den volgenden morgen
dadelijk gevonden moest worden.
Mu stond hij op en maakte zich klaar,
met zjjn revolver het hötel te verlaten, daar
hij de nachtrust der overige gasten niet
door een schot wilde storen.
Doch plotseling bleef hjj staan. Dat in-
achtnemen van de voorschriften tegenover
zijne medemenschen kwam hem in dit oogen
blik zoo dwaas voor, dat hjj er om moest
lachen. Hij wierp zich neder in een stoel en
dacht na.
Merkwaardig, dat de vertwjjfelde stemming
van straks verdwenen was. Het viel
hem niet moeiljjk, de reden daarvan op te
geven, terwijl hij naar den brief zag. Zoo
lang hjj geschreven had, was de gedachte
aan Caeoile geheel op den achtergrond ge
drongen zij bad wel macht over hem gehad,
zoolang de indruk harer groote schoonheid
zich op hem deed gelden, maar het beeld
was verbleekt, toen hjj naast haar het nog
schoonere en daarbjj reine 6eeld van Juanita
plaatste.
De vreeselijke crisis in het gemoed van
Zarnow was overwonnen, de scherpe linie, die
het goede van het booze, recht van onrecht
en zonde scheidt, was niet overschreden
geworden en
„Gij zult niet overschreden worden I" riep
Zarnow, terwjjl hjj opsprong, en zjjn borst
swoegde zwaar. „Juanita heeft mij gered
Mjjn leven zal niet eindigen, eer ik baar
tot het geluk geleid heb."
Hij ontkleedde zich en ging naar bed.
Wat hjj voor weinige aten niet voor moge
lijk gehouden zou hebben, gebeurde
nueen rustige slaap bracht den naar
lichaam en ziel afgetobden man rust, en Zar
now werd niet eerder wakker, vooraleer het
gewoel op straat reeds een paar uur had
geduurd.
HOOFDSTUK XYI.
EEN WEDERZIEN.
Geen vrooljjke zonneschijn ontving Zar
now, toen hjj de straat opstapte. Een fjjne
motregen viel onafgebroken neer en vervul
de alle harten, die zich op een uitvluchtje
met de Pinksterdagen hadden verheugd, met
spijt en wrevel.
Zarnow nam een rjjtuig en reed naar
Neuenberg, om bjj de uitvoering van het
plan de campagne, dat bjj ontworpen bad,
eerst den heer Gerard op te zoeken. Met
een harteljjken groet en een salvo der
krachtigste woorden, werd bjj door zjjn
ouden vriend Gerard en minder luid, maar
met minder harteljjk, door Munvillon en
Hartmann welkom gebeeten. Hg moest bjj
een flesoh goeden wijn over zjjue lotgevallen
pewenscht is. Hier kunnen ook gezellige
bijeenkomsten worden gehoudenhier
gemeenschappelijk feest gevierdwe denken
b. v aan het Sint Nicolaasfeest, waarop de
vrienden samenkomen en hun een prettige
avond wordt geboden. De muziek moge hij
elke feestviering, helaasl uitgesloten zijn en
door den zang geen uiting aan de vreugde
gegeven kunnen worden, een tooverlantaarn
kan haar lichtbeelden werpen op het witte
scherm en allen verplaatsen naar verre
landen en onder vreemde volken, of eene
andere, voor doofstommen geschikte ontspan
ning worden aangeboden, Zeer zeker zal
die vergaderzaal als plaats van gezellige
samenkomst hoog gewaardeerd worden, want
de doofstommen zijn in den regel gezellig
van aardzij zoeken elkaar en hebben
altijd veel te vertellengeen wonder, hoeveel
gedachten moeten ze dagelijks voor zich
houden!
Zoo spoedig zij onder elkander zijn, lachen
en schertsen ze, elkaar met een half gebaar,
één oogopslag, één beweging der lippen
begrijpend, en voor een poos vergetend wat
zij missen.
Als we ons nu begeven naar de
meubelmakerij, gaan we door een niet groote
ruimte, die zal worden gebruikt als
slaapplaats voor doortrekkende mannelijke
doofstommen. In eene stad als Amsterdam
is aan dergelijk tijdelijk logies behoefte. Een
doofstomme, al heeft hij de middelen, naar
een eenvoudig hötel te gaan (velen hebben
ze niet), gevoelt zich daar niet thuis. Hij
wordt niet begrepen; hij meent misschien,
dat men hem uitlacht; hij voelt zich vreemd
onder de hoorenden. Maar hier zal hij gaarne
komen, hier vindt hij lotgenooten. En als
de reiziger zeer zuinig moet zijn, welnu hier
zal hij niets, af zoo goed als niets, voor
voedsel en ligging behoeven te betalen.
Aan de andere zijde van het gebouw zal een
dergelijke slaapplaats voor doofstomme
vrouwen worden ingericht.
Nu naar den zolder, waar de meubelmakers
zullen werken. Goed werk zullen zij leveren,
als de bestellingen maar komen. Reeds bezet
is een andere werkplaats, die der schoenma
kers, die met hun achten aan den arbeid
zijn, en wel sinds eenigen tijd onder leiding
van een hoorenden baas. Deze moet natuur
lijk behoorlijk betaald worden, maar die
uitgave was onvermijdelijk en in het belang
der schoenmakerij. Toennml.de doofstomme
schoenmakers zonder toezicht werkten, was
hun werk vaak gebrekkig en minder dan
het maakwerk der winkels. Nu wordt goed
werk geleverd, omdat de werkplaats tevens
eene oefenplaats geworden is, waar een
deskundige alles, wat ter aflevering gereed
is, bekijkt en beoordeelt.
Het vertrek, voor de kleermakers bestemd, is slechts
door «én man bezet, die dankbaar is voor het vei
lig plekje, dat hij hier mocht vinden. Hij was een
dier doofstommen, die zoolang mogelijk trachten, in
de maatschappij zich staande te houden en met de
hoorenden te concnrreeren. Zeven en een half jaar had
hij gewerkt bij iemand, en zoolang zijn brood ver
diend. Hij werd ontslagen, niet wegens slecht gedrag,
en kon geen ander werk verdienen. Wat zou hij
doen P Allerlei middelen, om aan een broodje te
komen, die een hoorende te baat kan nemen, staan
een doofstomme niet ten dienste. Hij had 's nachts
geen onderkomen meer en werd door een lid der
vereeniging 's avonds laat op straat gevonden. Nn
werkt hij hier en verdient genoeg, om zich een nacht
verblijf en den kost te verzekeren. 0e man is
gered en zit warm bij het kacheltje dat vroolijk snort.
We gaan verder. Hier is een kamer, die reeds
gedoopt is als d e n a a i k a m e r. Ze is" no-
in gebruik, maar plannen worden beraamd, om
bekwame naaister aan het hoold der vrouwen
zich znllen aanmelden, te plaatsen en haar de le'j-
dezer afdeeling toe te vertrouwen. Wat voor i
kleermakers in bet zoo juist verlaten locaal za]
schieden, zal bier voor de naaisters worden
en vele jongere en oudere vrouwen staan gerS^
te voldoen aan de roepstem, die hier werk en
belooft. I0(*
We hebben het gebouw, waar met elke
gewoekerd is, bijna doorwandeld. Als wij eene
dere trap, dan die wij bestegen, afgaan, die nml.
de mannen en vrouwen der 2 werkplaatsen zal
bruikt worden, vinden wij beneden nog een kam^
waar een 15-jarige jongen zich oefent inïï
schrijven.
Wij vernemen, dat deze jonge man, die ons
vriendelijk aankijkt, in een naburige gemeente p
zijn behoeftige ouders inwoont en dagelijks bier kom
om hier en daar een handje te helpen, om boodscki
pen te doen en den overigen tijd zich te oefenen
het schrijven, waarbij de heer Stuhr hem debehulü
zame hand biedt. Hij is niet zoo gelukkig gewe«
als zijn andere, ook doofstomme broer, die door U
armbestuur zijner gemeenfe geplaatst is geworden j
hpt Institunt voor doofstommen te Rotterdam»
daar het schoenmaken flink geleerd heeft, zoodat k
nu als schoenmaker zijn brood verdient.
Voor ons vriendje kon geen geld tot plaatsje
gevonden worden. EeD gewone school was voor d»
misdeelde gesloten. Zoo bleef hg buiten alle onder,
wijs en hielp zijn moeder tbnis met een en andere»
werkte al spoedig des zomers op het land. Nn er
op het land niets meer voor hem te werken en )e
verdienen is, komt hij hier. Hg' is thans te ond
om in een der Instituten te worden opgenomen en
zal dus nooit loeven spreken, zal altijd een stumper
blijven, die moeilijk zijn weg en zijn brood zal kun
nen vinden. Maar in dezen kring zal hg niet ver-
stooten, zal zijn werkkracht zooveel mogelijk ont
wikkeld worden; zal hij zelf een gevoel van veiligheid
hebben. Wie weet, wat hij nog zal kunnen begrijpen
en doen, de aardige jongen, die er lang niet dom
uitziet en die vol goeden wil schijnt te zijn. O, te
betreuren blijft, dat zoo'n misdeelde niet op den
daartoe bepaalden tijd naar Rotterdam of Groningen
gezonden is, om er te leeren en zich te ontwikkelen
tot een jongenman, die zichzelf helpen kan! Laat
toch ieder, die in staat is, eenigen invloed te oefenen
geen doofstom kind aan zijn lot overlaten, als dé
ouders hun plicht niet begrijpen of onmachtig zij»,
dien te vervullen. Laat niemand, die iets dan doen,
rusten, vóórdat zoo'n arm kind wordt geplaatst in
eene der beide uitmuntende inrichtingen, waarop ons
Vaderland trotsch mag zijn. Daar is het doofstomme
kind op zijn plaats, daar alleen.
Wij gaan de binnenplaats door en vinden er een
man aan het hakken van brandhout. Een vak heeft
hij niet geleerdgeregeld onderwijs niet genoten, nn
eens dit, dan dat werk beproefd, maar nooit iets
kunnen vinden, dat hem er bovenop hielp. Nu vindt
hij hier iets te doen, dat hem en zijn maag aan het
werk houdt en behoedt voor armoede.
Wij veriaten het gebouw met goede indrukken.
We hebben eerbied voor de enkele personen, die hier
de Beweegkracht zijn en in het belang der doofstom
men hun tijd en kracht offeren.
Dat hier geld, veel geld noodig is, wij vermoeden
het.
Gaarne zal mevrouw M. J. Buase— Hellingmak,
(Nassankade 112) ons daaromtrent zekerheid geven
en cijfers voorleggen. Zullen de middelen, om in dit
gebouw velen te helpen aan werk, velen een gezellig
tehuis te bezorgen, velen wat vreugd te geven, wor
den gevonden De Vereeniging ontving reeds vele
giften, het is waar, en dankbaar erkent zij zulks.
Maar de mildheid onzer stad- en landgenooten is
onbeperkt, waar 't geldt de pogingen te steunen, on
dernomen in het belang van menschen, zoo misdeeld
als doofstommen. Wij allen voelen het, wie voor
hen een plaats bouwt, waar zij werk vinden, vriend
schap genieten, gezelligheid kunnen kweeken, waar
hnn een een vriendelijk licht ontstoken, een warme
(Niet geplaatste ingezonden stukken
worden nimmer teruggegeven
DE DOOFSTOMMEN-VEREENIGING
in haar nieuw Gebouw aan de Westermarkt,
door J. A. TOURS.
Eenige weken geleden ontdekte een inwo
ner van Deventer, die om zv)n menschlievend-
heid bekend is, een beklagenswaardig meisje,
dat in een treurige omgeving meer wog-
kwpnde dan leefde. Het achtjarig kind was
zoo goed als doof en kon niet dan een hoogst-
gebrekkig geluid voortbrengen. Haar moeder
was overledenhaar vader gaf zich aan
dronkenschap over; haar broers, waarvan
één krankzinnig is, werden niet voor eenig
beroep opgeleid. Als gij u eene verwaar
loosde kamer in eene achterbuurt der ge
noemde stad voorstelt, kunt gij u, lezer,
eenig denkbeeld vormen van de somberheid,
waarin dit in vele opzichten misdeelde kind
zijn leven moest slijten. Door bemiddeling
van den menschenvriend werd de kleine op
genomen in het Stedelijk Ziekenhuis, waar
het genas van eene hoofdziekte, die door
gebrek aan verzorging ontstaan was. Toen
zg, als hersteld, moest ontslagen worden,
bracht dezelfde vriendelijke hand haar in
een goed kosthuis, met goedvinden van den
vader, die zijn kind gaarne aan den belang
stellenden vriend toevertrouwde en afstond.
Door bemiddeling derheeren corresponden
ten van het Instituut voor Doofstommen
te Groningen en van dat te Rotterdam werd
gevraagd, of het meisje in een dezer twee
inrichtingen geplaatst zou kunnen worden.
Uit Groningen werd geantwoord, dat plaat
sing niet wel mogelijk was, daar de lessen
der nieuwelingen reeds geruimen tijd geleden
waren aangevangen, zoodat het meisje die
niet zou kunnen volgen. Bovendien was
daar het getal der pas opgenomen leerlingen
zóó groot, dat de onderwijzers onmogelijk
zich in het bijzonder met een achteraanko
menden leerling zouden kunnen bezighouden.
Met de opneming zou dus moeten worden
gewacht tot September 1898.
Uit Rotterdam kwam een antwoord,
waarin andere bezwaren werden geopperd.
Hier zou het meisje kunnen worden opge
nomen, al was het leerjaar reeds begonnen.
Maar werd gevraagd en alleszins met
recht „wie zal zich verantwoordelijk voor
„het kind stellen en hoe zal men de noodige
„gelden bijéénkrijgen Wie zal het kind na
„volbrachten leertijd naasten en in de va
kanties huisvesten Op die vragen moest
een voldoend antwoord gegeven worden,
voordat het meisje kon worden opgenomen.
Ondertusschen moest voor het kind
gezorgd worden. Van Deventer uit werd
geschreven aan het Bestuur der Vereeniging,
welker naam boven dit opstel geplaatst is
en gevraagdkunt gvj niet helpen „Ja",
was het antwoord, .„zend ons het kind en
„wij zullen zien, wat we kunnen doen."
Thans is de kleine opgenomen in het
gezin van den heer J. Stuhr, die bij het
gebouw der Vereeniging een woning vond,
en zal daar blijven totdat ze naar een der
beide Instituten kan worden gebracht. In
veilige haven is het meisje aangeland. Zy
voelt zich thuis en op haar gemak in den
nieuwen kring, en later, als zij de herinnering
aan die sombere jeugd behoudt, zal zjj het
oogenblik zegenen, waarop ze in dit gezin
werd binnengeleid.
Ziedaar één der bemoeiingen medegedeeld,
waarmede „Door Liefde Saamge-
bracht" zich bezig houdt; één dor vele,
die telkens voorkomen en de aandacht vra
gen. Deze Vereeniging, die in Januari a s.
haar 12jarig bestaan zal herdenken, ziet
hare werkzaamheden gedurig uitbreiden en
had behoefte aan een eigen gebouw, waarvan
reeds vroeger door den schrjj ver dezer regelen
in het openbaar melding is gemaakt. Thans,
nu het gebouw bijna gereed is en weldra
voor het publiek ter bezichtiging zal worden
gesteld, aal een beschrijving van de verschil
lende localiteiten den lezer niet onaangenaam
zijn. Welnu, hem stel ik voor, eene wande
ling te doen op de drie verdiepingen en hier
en daar eens stil te staan.
Aan den gevel prijkt een bord, waarop de
naam der Vereeniging in sierlijke letters
geschilderd is, door een doofstomme, die dit
werk met liefde deed, geschilderd, evenals het
bord boven de poort, die tot de werkverschaf
fing leidt. We gaan de stoep op, de voordeur
binnen en staan in den marmeren gang, die
een aangenamen indruk maakt.
Hier is de voorkamer, die gebruikt wordt
als magazijn van werk der doofstommen, dat
besteld is of gemaakt werd, in de hoop, dat
het een kooper vinden zal. Tafels, kasten, rek
ken, stoelen, bakken, allerlei kastenmakers-
werk net afgewerkte speel- en schrijftafels;
damborden en nog zooveel meer, dat timmei-
man en kastenmaker u kunnen leveren
dit alles vindt ge hier langs de muren ge
schikt. Ook een party schoenen ligt ten
verkoop gereed, en hoe meer arbeid kan
worden aangenomen, hoe voller het in deze
voorkamer worden zal.
De suite van dit vertrek is de ontvang-,
tevens bestuurskamer, die eenvoudig wordt
ingericht. Daarachter licht een kamertje,
bestemd om de gemaakte goederen te
bewaren, die de doofstomme naaisters o zoo
gaarne zullen leveren, en die de Commissie
met genoegen als werksters zal aannemen,
als zg genoeg middelen bezit, om het naai
werk te betalen.
De keuken is tot huiskamer veranderd en
wordt bewoond door den heer J. Beelen,
die sinds jaren die Vereeniging als tolk ter
zijde staat, en thans onder leiding van den
heer Stuhr als conciërge is aangesteld.
Willen wy den kelder even ingaan Die
is ruim en hoog, en zal tot verblyf strekken
voor hen, die balletjes maken om ze aan de
huizen onzer stadgenooten te verkoopen.
't Was niet gemakkelyk, een werk te beden
ken, dat productief kon worden gemaakt.
Het vogelvoeder, in pakjes afgeleverd, had,
evenmin als het gehakte brandhout, het
gewenschte resultaat.
De bloemen door een enkele gemaakt,
vonden geen koopers, maar de suikerballetjes
gingen van de hand en worden gezocht meer
dan al het andere; een vingerwyzing, om
met dit fabrikaat voort te gaan.
Nu bestygen wy een trap en nemen een
kykje op de eerste verdieping, die heel wat
veranderd is. dank zy de hulp van timmer
man en schilder.
Aan de straat ligt de vergaderzaal, die
120 zitplaatsen bevat, waarachter een buffet
kamertje van zeer kleine afmeting, maar
groot genoeg, om eenige ververschingen te
bewaren. Die vergaderzaal zal op zondagmor
gen dienst doen als kerk en de Protestanten
vereenigen tot een godsdienstoefening,
die de genoemde heer Sthur sinds jaren in
een kleiner locaal, tot aller voldoening, heeft
geleid.
Mochten de Katholieken of de Israëlieten
onder de leden dezer Vereeniging hier even
eens willen samenkomen om eene gods
dienstoefening, onder leiding van een
geesteiyke of daartoe geschikte leek te
houden, het Bestuur zal zeker aan dien
wer.sch trachten te voldoen. In die
vergaderzaal zullen onderwerpen van
algemeen belang besproken ik wil
zeggen behandeld kunnen worden en alle
leden opgeroepen, als aller tegenwoordigheid
vertellen en daarvoor in ruil over alles, wat er
gedurende zijne afwezigheid had plaats ge
grepen, worden ingelicht. Het korte, pijn
lijke oogenblik, waarin hij mijnheer Gerard
met zijn hnwelijk gelnk moest wenschen,
was spoedig voorbij en Zarnow vleide zich,
dat hij bij dezen geluk wenech zijne innerlijke
gevoelens voor elk oog had weten te verber
gen-
Men sprak ook over Juanita en Zarnow
nam deze gelegenheid te baat op te merken,
dat hij met mijnheer Gerard een onderhoud
over Juanita wenschte te hebben. Hjj be
merkte, dat alle drie een vlaohligeD blik wis
selden, die hem eigenaardig aandeed. Was
het mogelijk, dat men ook slechts maar
ééne seconde lang een dergelijke gedachte
over het gevraagde onderhoud kon koesteren 1
Toen Zarnow met Gerard alleen was,
haastte hjj zich, dezen argwaan weg te redenee-
ren, en het verwonderde Zarnow eenigszins,
dat Gerard deze verklaring als eene on
aangename ontgoocheling scheen op te ne
men.
Zarnow voegde er daarom aan toe
„Hoe zou ik op den inval komen, om de
hand van Juanita te vragen? Wat kan ik
haar aanbieden? Ik heb slechts een be
scheiden, onzeker lot, zy daarentegen iz
jong, mooi, rijk."
„Rijk I" liet Gerard hooren. „Dat kan
niet worden beweerd 1*
,Ach ja ik vergat," zeide Zarnow,
„dat do dingen sedert eenigszins veranderd
zijn."
„Dat wel, mijn waarde dokter," antwoord
de Gerard, „maar in één opzicht zjjn zjj
toch niet veranderd. Wat ik Juanita in
mjjn testament beb toegedacht, dat blijft
zoo, en daaraan is door mijn huwelijk niets
veranderd geworden. Maar het is niet zooveel,
dat men haar daarom rijk zou knnnen noe
men. Een goede bruidsgift nu ja die
toereikend is, om haar voor armoede te be
waren.'1
Hjj liep eenige malen de kamer ep en
neder en scheen met eene verlegenheid te
strgden. Zarnow wilde zijne mededeelingen
nog even binnen boaden, daar hg zag, dat
Gerard hem nog iets wilde toevertrouwen.
„Neem me niet kwalijk, waarde Zarnow,'
begon Gerard, telkens heen en weer loopend,
„dat ik als een beer in zijn hok heen en
weer drentel. Wij willen over Juanits
spreken, dan moet ik een weinig ternggaan
en ik weet niet recht nasar de duivel bals
verlegenheid tusschen tweemannen! Gij
moet toch dit en dal weten, eer ge met
mij te eten gaat
„Maar mjjnheer Gerard, dat kan ik on
mogelijk aannemen. Het gaat toch niet aan,
dat ik u zoo onvoorzien
„Onzin viel Gerard hem in de rede,00
komt natunrljjk bij mij te elen I Daarop
heeft mijne vrouw gerekend. Waar waart ge
gisterenavond zoo opeens gestoven
waarom ben j'e zoo haastig heengegaan
„Ik was zeer vormoeid en had te veel
van mg zelf gevergd, toen ik naar den schouw
burg ging."
„Ja, natnnrljjkEn dan dadelijk in dat
misselijke gejammer! Ik heb het tegen
mjjn vroow gezegdom zoo iets uit te
houden, moet men zenuwen met een schoen
zool bekleed, hebben. Een enkele mooie
passage is er in weet ge, daar, waar
die zwarte onder die Upas haar sterfliod
zingt dat door
Eu hij neuriede de melodie der laatste aris
van Selicas onder den boom, brak plotseling
af en zeide;
„Dus gij eet bij mij een lepel soep,
rundvleezch, een vischje met een woord,
wat de keuken oplevert gij weet, dat men
bij Gerard niet slecht eet."
„Ik heb daarvan van vroeger zeer aan
gename herinneringen overgehouden," ant
woordde Zarnow lachend.
„Goed. Dat is dus afgedaan en nu kan
nen wij eens verstandig met elkander praten.
Gij weet, dat Cilli een zeer mooi meisje was
en het zal U dos niet verwonderen, dat zij
mjj zeer na aan het harte ligt. Zg nam
mijn aanbod aan, en werd mijne vrouw.
was er op voorbereid, dat mijne vriendon
mij zouden bespotten en plagen, dat ik
oude kerel nog zoo dwaas kon zijn, zo®'®
jonge vrouw te troawen maar er is
niets dergelijks ter oore gekomen.
speciaal mijn zwager Mauvillon aangaat, die