INGEZONDEN. wat das voor Rotterdam in eens een besparing van een ton gouds gaf. Juist op tijd, zeg ik, want toen even later Amsterdam hetzelfde ondernam, mislukte de poging en Amsterdam heeft dus nog zijn 3è% schuld. Mr. Van Raalte heeft inderdaad voor Rotterdam veel gedaan. Hij was in het college van Burgemeester en Wethou ders één dier modern willende man nen, die onder meer voor gemeente-ex ploitatie zooveel gedaan hebben. Rot terdam exploiteert al jaren zijn eigen gasfabriek en sedert twee jaren ook de electriciteit, terwijl Amsterdam ik noem alweer Amsterdam, die in waar heid onze nakomer heeten mag - pas de gaskwestie heeft opgelost en nu al weer voor een moeilijke electriciteits- kwestie zit. Rotterdam, ik kan het zonder chauvi nisme zeggen, beeft bij al zijne groote gebreken, toch stellig de enorme ver dienste, dat het aanpakken durft en dat altijd juist op tijd. Het heeft zijn slag altyd precies als het tijd was we ten te slaan. Antwerpen, dat van Rotterdam de hektigste en niet de eer lijkste concurrent is, moest dit meerma len tot zijn nadeel ondervinden. Pre cies op het goede moment heeft Rot terdam zijn reusachtige havens aange legd, waardoor het alleen den wedstrijd met de rijkere Schelde-stad kon vol houden. Yan belgische zij wordt nu telkens geducht op Rotterdam afgege ven, met allerlei kleingeestige verdacht makingen tracht men het van haar te winnen. Men insinueert, dat zijne wa teren niet diep genoeg, zijn kade oppervlak niet ruim genoeg is, men geeft feesten aan duitsche burgemeesters, om dezen gunstig voor Antwerpen te stemmen. Rotterdam blijft zijn gaDg gaan, kalm en zeker van zijne zaak. Tot zijne leiders daarbij behoort, en zeker niet in de laatste plaats, Mr. E. E. van Raalte met eere genoemd te worden. ty_ „Door Liefde Saêmgebracht," terug, waar hij was afgestegen een kalme gelegenheid van den tweeden rang, die hij de voorkeur gegeven had boven een druk hólel van den eersten rang. In zjjne kamer verwisselde hij heel spoedig van kleederen. Als gevolg van de reaotie van den vurigen hartstocht, die zijne polsen had doen kloppen, beefde hjj nu! Hjj overlegde, of hij naar beneden sou gaan naar de eet zaal, om zieh nog iets te laten voorzetten, maar bij had geen grooten honger, en hij wilde zich niet belachelijk maken, wanneer bjj als een zieke jonge dame goed toebe reide spijzen zou moeten laten staan. Het was onverdragelijk, dat de altoos zelfde gedachten hem n«et uit hel hoofd wilden gaan. Wanneer bet zoo steeds moest gaan Zarnow nam de geladen revolver, die bij op reis steeds bij zich droeg, uit den sak en legde die voor zich op tafel. Hij zag de kamer na, speelde met den haan, hield den loop tegen voorhoofd en slapen, om te pro- beeren, welke gewaarwording een aanraking van het kille staal bij hem zou wakker roepen en liet den arm met het doodelijk wa pen dan weder langzaam zinken. Zjjn hand beefde niet hij wist, dat zij ook niet sidderen zou, wanneer zij hem den laatsten dienst zoo bewijzen. Hij leunde achterover in zijn stoel en zooals hij zooeven met het moordtuig speelde, zoo speelde bij nu met de gedachten van zelfmoord. Met Caecile was hem eigenlijk het doel van zpn leven ontnomen geworden. Waartoe zou hij bet nog verder torsehen Hoe langer hij deze gedaehte overpeinsde, des te rustiger werd hij. Een gevangenis, waar van de deur open staat, is geene gevan genis meer, wanneer men daarin nog vrij willig blijftmen behoeft juist niet de deur uit te gaan, het is genoeg wanneer men er uitgaan kan. Niet daarin bestaat het groote genot der vrijheid, dat men werke lijk alles doet, wat men wil, maar dat men het kan doen, zoodra men het wil. Zoo doende had Zarnow's bopelooze vertwijfeling haar grootste pijniging verloren, sedert hjj zich de mogelijkheid bewust werd, dat hij van deze wereld zou kunnen scheiden, zoodra het bem goed daoht. Zarnow legde de revolver terzjjde en nam papier en inkt voor zieh. Nog bleef hem, voor hjj van het leven afscheid nam, den plioht over, dien hjj op het eiland van den vuurtoren op zich had genomen. Hij greep naar de pen en adresseerde het couvert, dat de vermelding van het gebeurde op het ei land en van de daar gevonden schatten zou bevatten, aan den boofdpasioor Ritzau. Die zou, naar zijne overtuigingde aangewezen man zjjn, om de reehten van Juanita te verdedigen. Zonder ophouden en zonder eenige aar zeling vloog de pen over het papier. Na een korte inleiding, die hem zelf betrof, schil derde Zarnow betgeen hjj op den vuurtoren had beleefd, de bekentenis van den ouden vuurtorenwachter en de maatregelen, die beiden getroffen hadden om den schat der Don na Louisa te verzekeren. De diamanten waren reeds gedeponeerd in de gewelven der engelsche bank en voor het bedrag der gouden munten had het filiaal der an- glo-braziliaansche bank in Bahia wissels op Frankfort, Hamburg en Berljjn afgege ven, die ieder oogenblik inbaar waren. Vervolgens zette Zarnow de geschiedenis van JuaDita uiteen en al vlugger en vlugger voegde de eene regel zich bij den ander. Hjj beschreef de schoonheid van het meisje, haar goedhartigheid en kinderljjk karakter, haar grooten hartstocht voor muziek en haar jj ver in het leeren. Daaraan werd vastge knoopt de droevige verandering, die er door het hnwelijk van Gerard in de omstandig heid van Juanita hadden plaats gehad. Het was reeds laDg na middernacht, toen Zarnow zjjn naam onder den brief plaatste, deren insloot, aan Ritzan adresseerde en zoo op tafel legde, dat hjj den volgenden morgen dadelijk gevonden moest worden. Mu stond hij op en maakte zich klaar, met zjjn revolver het hötel te verlaten, daar hij de nachtrust der overige gasten niet door een schot wilde storen. Doch plotseling bleef hjj staan. Dat in- achtnemen van de voorschriften tegenover zijne medemenschen kwam hem in dit oogen blik zoo dwaas voor, dat hjj er om moest lachen. Hij wierp zich neder in een stoel en dacht na. Merkwaardig, dat de vertwjjfelde stemming van straks verdwenen was. Het viel hem niet moeiljjk, de reden daarvan op te geven, terwijl hij naar den brief zag. Zoo lang hjj geschreven had, was de gedachte aan Caeoile geheel op den achtergrond ge drongen zij bad wel macht over hem gehad, zoolang de indruk harer groote schoonheid zich op hem deed gelden, maar het beeld was verbleekt, toen hjj naast haar het nog schoonere en daarbjj reine 6eeld van Juanita plaatste. De vreeselijke crisis in het gemoed van Zarnow was overwonnen, de scherpe linie, die het goede van het booze, recht van onrecht en zonde scheidt, was niet overschreden geworden en „Gij zult niet overschreden worden I" riep Zarnow, terwjjl hjj opsprong, en zjjn borst swoegde zwaar. „Juanita heeft mij gered Mjjn leven zal niet eindigen, eer ik baar tot het geluk geleid heb." Hij ontkleedde zich en ging naar bed. Wat hjj voor weinige aten niet voor moge lijk gehouden zou hebben, gebeurde nueen rustige slaap bracht den naar lichaam en ziel afgetobden man rust, en Zar now werd niet eerder wakker, vooraleer het gewoel op straat reeds een paar uur had geduurd. HOOFDSTUK XYI. EEN WEDERZIEN. Geen vrooljjke zonneschijn ontving Zar now, toen hjj de straat opstapte. Een fjjne motregen viel onafgebroken neer en vervul de alle harten, die zich op een uitvluchtje met de Pinksterdagen hadden verheugd, met spijt en wrevel. Zarnow nam een rjjtuig en reed naar Neuenberg, om bjj de uitvoering van het plan de campagne, dat bjj ontworpen bad, eerst den heer Gerard op te zoeken. Met een harteljjken groet en een salvo der krachtigste woorden, werd bjj door zjjn ouden vriend Gerard en minder luid, maar met minder harteljjk, door Munvillon en Hartmann welkom gebeeten. Hg moest bjj een flesoh goeden wijn over zjjue lotgevallen pewenscht is. Hier kunnen ook gezellige bijeenkomsten worden gehoudenhier gemeenschappelijk feest gevierdwe denken b. v aan het Sint Nicolaasfeest, waarop de vrienden samenkomen en hun een prettige avond wordt geboden. De muziek moge hij elke feestviering, helaasl uitgesloten zijn en door den zang geen uiting aan de vreugde gegeven kunnen worden, een tooverlantaarn kan haar lichtbeelden werpen op het witte scherm en allen verplaatsen naar verre landen en onder vreemde volken, of eene andere, voor doofstommen geschikte ontspan ning worden aangeboden, Zeer zeker zal die vergaderzaal als plaats van gezellige samenkomst hoog gewaardeerd worden, want de doofstommen zijn in den regel gezellig van aardzij zoeken elkaar en hebben altijd veel te vertellengeen wonder, hoeveel gedachten moeten ze dagelijks voor zich houden! Zoo spoedig zij onder elkander zijn, lachen en schertsen ze, elkaar met een half gebaar, één oogopslag, één beweging der lippen begrijpend, en voor een poos vergetend wat zij missen. Als we ons nu begeven naar de meubelmakerij, gaan we door een niet groote ruimte, die zal worden gebruikt als slaapplaats voor doortrekkende mannelijke doofstommen. In eene stad als Amsterdam is aan dergelijk tijdelijk logies behoefte. Een doofstomme, al heeft hij de middelen, naar een eenvoudig hötel te gaan (velen hebben ze niet), gevoelt zich daar niet thuis. Hij wordt niet begrepen; hij meent misschien, dat men hem uitlacht; hij voelt zich vreemd onder de hoorenden. Maar hier zal hij gaarne komen, hier vindt hij lotgenooten. En als de reiziger zeer zuinig moet zijn, welnu hier zal hij niets, af zoo goed als niets, voor voedsel en ligging behoeven te betalen. Aan de andere zijde van het gebouw zal een dergelijke slaapplaats voor doofstomme vrouwen worden ingericht. Nu naar den zolder, waar de meubelmakers zullen werken. Goed werk zullen zij leveren, als de bestellingen maar komen. Reeds bezet is een andere werkplaats, die der schoenma kers, die met hun achten aan den arbeid zijn, en wel sinds eenigen tijd onder leiding van een hoorenden baas. Deze moet natuur lijk behoorlijk betaald worden, maar die uitgave was onvermijdelijk en in het belang der schoenmakerij. Toennml.de doofstomme schoenmakers zonder toezicht werkten, was hun werk vaak gebrekkig en minder dan het maakwerk der winkels. Nu wordt goed werk geleverd, omdat de werkplaats tevens eene oefenplaats geworden is, waar een deskundige alles, wat ter aflevering gereed is, bekijkt en beoordeelt. Het vertrek, voor de kleermakers bestemd, is slechts door «én man bezet, die dankbaar is voor het vei lig plekje, dat hij hier mocht vinden. Hij was een dier doofstommen, die zoolang mogelijk trachten, in de maatschappij zich staande te houden en met de hoorenden te concnrreeren. Zeven en een half jaar had hij gewerkt bij iemand, en zoolang zijn brood ver diend. Hij werd ontslagen, niet wegens slecht gedrag, en kon geen ander werk verdienen. Wat zou hij doen P Allerlei middelen, om aan een broodje te komen, die een hoorende te baat kan nemen, staan een doofstomme niet ten dienste. Hij had 's nachts geen onderkomen meer en werd door een lid der vereeniging 's avonds laat op straat gevonden. Nn werkt hij hier en verdient genoeg, om zich een nacht verblijf en den kost te verzekeren. 0e man is gered en zit warm bij het kacheltje dat vroolijk snort. We gaan verder. Hier is een kamer, die reeds gedoopt is als d e n a a i k a m e r. Ze is" no- in gebruik, maar plannen worden beraamd, om bekwame naaister aan het hoold der vrouwen zich znllen aanmelden, te plaatsen en haar de le'j- dezer afdeeling toe te vertrouwen. Wat voor i kleermakers in bet zoo juist verlaten locaal za] schieden, zal bier voor de naaisters worden en vele jongere en oudere vrouwen staan gerS^ te voldoen aan de roepstem, die hier werk en belooft. I0(* We hebben het gebouw, waar met elke gewoekerd is, bijna doorwandeld. Als wij eene dere trap, dan die wij bestegen, afgaan, die nml. de mannen en vrouwen der 2 werkplaatsen zal bruikt worden, vinden wij beneden nog een kam^ waar een 15-jarige jongen zich oefent inïï schrijven. Wij vernemen, dat deze jonge man, die ons vriendelijk aankijkt, in een naburige gemeente p zijn behoeftige ouders inwoont en dagelijks bier kom om hier en daar een handje te helpen, om boodscki pen te doen en den overigen tijd zich te oefenen het schrijven, waarbij de heer Stuhr hem debehulü zame hand biedt. Hij is niet zoo gelukkig gewe« als zijn andere, ook doofstomme broer, die door U armbestuur zijner gemeenfe geplaatst is geworden j hpt Institunt voor doofstommen te Rotterdam» daar het schoenmaken flink geleerd heeft, zoodat k nu als schoenmaker zijn brood verdient. Voor ons vriendje kon geen geld tot plaatsje gevonden worden. EeD gewone school was voor d» misdeelde gesloten. Zoo bleef hg buiten alle onder, wijs en hielp zijn moeder tbnis met een en andere» werkte al spoedig des zomers op het land. Nn er op het land niets meer voor hem te werken en )e verdienen is, komt hij hier. Hg' is thans te ond om in een der Instituten te worden opgenomen en zal dus nooit loeven spreken, zal altijd een stumper blijven, die moeilijk zijn weg en zijn brood zal kun nen vinden. Maar in dezen kring zal hg niet ver- stooten, zal zijn werkkracht zooveel mogelijk ont wikkeld worden; zal hij zelf een gevoel van veiligheid hebben. Wie weet, wat hij nog zal kunnen begrijpen en doen, de aardige jongen, die er lang niet dom uitziet en die vol goeden wil schijnt te zijn. O, te betreuren blijft, dat zoo'n misdeelde niet op den daartoe bepaalden tijd naar Rotterdam of Groningen gezonden is, om er te leeren en zich te ontwikkelen tot een jongenman, die zichzelf helpen kan! Laat toch ieder, die in staat is, eenigen invloed te oefenen geen doofstom kind aan zijn lot overlaten, als dé ouders hun plicht niet begrijpen of onmachtig zij», dien te vervullen. Laat niemand, die iets dan doen, rusten, vóórdat zoo'n arm kind wordt geplaatst in eene der beide uitmuntende inrichtingen, waarop ons Vaderland trotsch mag zijn. Daar is het doofstomme kind op zijn plaats, daar alleen. Wij gaan de binnenplaats door en vinden er een man aan het hakken van brandhout. Een vak heeft hij niet geleerdgeregeld onderwijs niet genoten, nn eens dit, dan dat werk beproefd, maar nooit iets kunnen vinden, dat hem er bovenop hielp. Nu vindt hij hier iets te doen, dat hem en zijn maag aan het werk houdt en behoedt voor armoede. Wij veriaten het gebouw met goede indrukken. We hebben eerbied voor de enkele personen, die hier de Beweegkracht zijn en in het belang der doofstom men hun tijd en kracht offeren. Dat hier geld, veel geld noodig is, wij vermoeden het. Gaarne zal mevrouw M. J. Buase— Hellingmak, (Nassankade 112) ons daaromtrent zekerheid geven en cijfers voorleggen. Zullen de middelen, om in dit gebouw velen te helpen aan werk, velen een gezellig tehuis te bezorgen, velen wat vreugd te geven, wor den gevonden De Vereeniging ontving reeds vele giften, het is waar, en dankbaar erkent zij zulks. Maar de mildheid onzer stad- en landgenooten is onbeperkt, waar 't geldt de pogingen te steunen, on dernomen in het belang van menschen, zoo misdeeld als doofstommen. Wij allen voelen het, wie voor hen een plaats bouwt, waar zij werk vinden, vriend schap genieten, gezelligheid kunnen kweeken, waar hnn een een vriendelijk licht ontstoken, een warme (Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven DE DOOFSTOMMEN-VEREENIGING in haar nieuw Gebouw aan de Westermarkt, door J. A. TOURS. Eenige weken geleden ontdekte een inwo ner van Deventer, die om zv)n menschlievend- heid bekend is, een beklagenswaardig meisje, dat in een treurige omgeving meer wog- kwpnde dan leefde. Het achtjarig kind was zoo goed als doof en kon niet dan een hoogst- gebrekkig geluid voortbrengen. Haar moeder was overledenhaar vader gaf zich aan dronkenschap over; haar broers, waarvan één krankzinnig is, werden niet voor eenig beroep opgeleid. Als gij u eene verwaar loosde kamer in eene achterbuurt der ge noemde stad voorstelt, kunt gij u, lezer, eenig denkbeeld vormen van de somberheid, waarin dit in vele opzichten misdeelde kind zijn leven moest slijten. Door bemiddeling van den menschenvriend werd de kleine op genomen in het Stedelijk Ziekenhuis, waar het genas van eene hoofdziekte, die door gebrek aan verzorging ontstaan was. Toen zg, als hersteld, moest ontslagen worden, bracht dezelfde vriendelijke hand haar in een goed kosthuis, met goedvinden van den vader, die zijn kind gaarne aan den belang stellenden vriend toevertrouwde en afstond. Door bemiddeling derheeren corresponden ten van het Instituut voor Doofstommen te Groningen en van dat te Rotterdam werd gevraagd, of het meisje in een dezer twee inrichtingen geplaatst zou kunnen worden. Uit Groningen werd geantwoord, dat plaat sing niet wel mogelijk was, daar de lessen der nieuwelingen reeds geruimen tijd geleden waren aangevangen, zoodat het meisje die niet zou kunnen volgen. Bovendien was daar het getal der pas opgenomen leerlingen zóó groot, dat de onderwijzers onmogelijk zich in het bijzonder met een achteraanko menden leerling zouden kunnen bezighouden. Met de opneming zou dus moeten worden gewacht tot September 1898. Uit Rotterdam kwam een antwoord, waarin andere bezwaren werden geopperd. Hier zou het meisje kunnen worden opge nomen, al was het leerjaar reeds begonnen. Maar werd gevraagd en alleszins met recht „wie zal zich verantwoordelijk voor „het kind stellen en hoe zal men de noodige „gelden bijéénkrijgen Wie zal het kind na „volbrachten leertijd naasten en in de va kanties huisvesten Op die vragen moest een voldoend antwoord gegeven worden, voordat het meisje kon worden opgenomen. Ondertusschen moest voor het kind gezorgd worden. Van Deventer uit werd geschreven aan het Bestuur der Vereeniging, welker naam boven dit opstel geplaatst is en gevraagdkunt gvj niet helpen „Ja", was het antwoord, .„zend ons het kind en „wij zullen zien, wat we kunnen doen." Thans is de kleine opgenomen in het gezin van den heer J. Stuhr, die bij het gebouw der Vereeniging een woning vond, en zal daar blijven totdat ze naar een der beide Instituten kan worden gebracht. In veilige haven is het meisje aangeland. Zy voelt zich thuis en op haar gemak in den nieuwen kring, en later, als zij de herinnering aan die sombere jeugd behoudt, zal zjj het oogenblik zegenen, waarop ze in dit gezin werd binnengeleid. Ziedaar één der bemoeiingen medegedeeld, waarmede „Door Liefde Saamge- bracht" zich bezig houdt; één dor vele, die telkens voorkomen en de aandacht vra gen. Deze Vereeniging, die in Januari a s. haar 12jarig bestaan zal herdenken, ziet hare werkzaamheden gedurig uitbreiden en had behoefte aan een eigen gebouw, waarvan reeds vroeger door den schrjj ver dezer regelen in het openbaar melding is gemaakt. Thans, nu het gebouw bijna gereed is en weldra voor het publiek ter bezichtiging zal worden gesteld, aal een beschrijving van de verschil lende localiteiten den lezer niet onaangenaam zijn. Welnu, hem stel ik voor, eene wande ling te doen op de drie verdiepingen en hier en daar eens stil te staan. Aan den gevel prijkt een bord, waarop de naam der Vereeniging in sierlijke letters geschilderd is, door een doofstomme, die dit werk met liefde deed, geschilderd, evenals het bord boven de poort, die tot de werkverschaf fing leidt. We gaan de stoep op, de voordeur binnen en staan in den marmeren gang, die een aangenamen indruk maakt. Hier is de voorkamer, die gebruikt wordt als magazijn van werk der doofstommen, dat besteld is of gemaakt werd, in de hoop, dat het een kooper vinden zal. Tafels, kasten, rek ken, stoelen, bakken, allerlei kastenmakers- werk net afgewerkte speel- en schrijftafels; damborden en nog zooveel meer, dat timmei- man en kastenmaker u kunnen leveren dit alles vindt ge hier langs de muren ge schikt. Ook een party schoenen ligt ten verkoop gereed, en hoe meer arbeid kan worden aangenomen, hoe voller het in deze voorkamer worden zal. De suite van dit vertrek is de ontvang-, tevens bestuurskamer, die eenvoudig wordt ingericht. Daarachter licht een kamertje, bestemd om de gemaakte goederen te bewaren, die de doofstomme naaisters o zoo gaarne zullen leveren, en die de Commissie met genoegen als werksters zal aannemen, als zg genoeg middelen bezit, om het naai werk te betalen. De keuken is tot huiskamer veranderd en wordt bewoond door den heer J. Beelen, die sinds jaren die Vereeniging als tolk ter zijde staat, en thans onder leiding van den heer Stuhr als conciërge is aangesteld. Willen wy den kelder even ingaan Die is ruim en hoog, en zal tot verblyf strekken voor hen, die balletjes maken om ze aan de huizen onzer stadgenooten te verkoopen. 't Was niet gemakkelyk, een werk te beden ken, dat productief kon worden gemaakt. Het vogelvoeder, in pakjes afgeleverd, had, evenmin als het gehakte brandhout, het gewenschte resultaat. De bloemen door een enkele gemaakt, vonden geen koopers, maar de suikerballetjes gingen van de hand en worden gezocht meer dan al het andere; een vingerwyzing, om met dit fabrikaat voort te gaan. Nu bestygen wy een trap en nemen een kykje op de eerste verdieping, die heel wat veranderd is. dank zy de hulp van timmer man en schilder. Aan de straat ligt de vergaderzaal, die 120 zitplaatsen bevat, waarachter een buffet kamertje van zeer kleine afmeting, maar groot genoeg, om eenige ververschingen te bewaren. Die vergaderzaal zal op zondagmor gen dienst doen als kerk en de Protestanten vereenigen tot een godsdienstoefening, die de genoemde heer Sthur sinds jaren in een kleiner locaal, tot aller voldoening, heeft geleid. Mochten de Katholieken of de Israëlieten onder de leden dezer Vereeniging hier even eens willen samenkomen om eene gods dienstoefening, onder leiding van een geesteiyke of daartoe geschikte leek te houden, het Bestuur zal zeker aan dien wer.sch trachten te voldoen. In die vergaderzaal zullen onderwerpen van algemeen belang besproken ik wil zeggen behandeld kunnen worden en alle leden opgeroepen, als aller tegenwoordigheid vertellen en daarvoor in ruil over alles, wat er gedurende zijne afwezigheid had plaats ge grepen, worden ingelicht. Het korte, pijn lijke oogenblik, waarin hij mijnheer Gerard met zijn hnwelijk gelnk moest wenschen, was spoedig voorbij en Zarnow vleide zich, dat hij bij dezen geluk wenech zijne innerlijke gevoelens voor elk oog had weten te verber gen- Men sprak ook over Juanita en Zarnow nam deze gelegenheid te baat op te merken, dat hij met mijnheer Gerard een onderhoud over Juanita wenschte te hebben. Hjj be merkte, dat alle drie een vlaohligeD blik wis selden, die hem eigenaardig aandeed. Was het mogelijk, dat men ook slechts maar ééne seconde lang een dergelijke gedachte over het gevraagde onderhoud kon koesteren 1 Toen Zarnow met Gerard alleen was, haastte hjj zich, dezen argwaan weg te redenee- ren, en het verwonderde Zarnow eenigszins, dat Gerard deze verklaring als eene on aangename ontgoocheling scheen op te ne men. Zarnow voegde er daarom aan toe „Hoe zou ik op den inval komen, om de hand van Juanita te vragen? Wat kan ik haar aanbieden? Ik heb slechts een be scheiden, onzeker lot, zy daarentegen iz jong, mooi, rijk." „Rijk I" liet Gerard hooren. „Dat kan niet worden beweerd 1* ,Ach ja ik vergat," zeide Zarnow, „dat do dingen sedert eenigszins veranderd zijn." „Dat wel, mijn waarde dokter," antwoord de Gerard, „maar in één opzicht zjjn zjj toch niet veranderd. Wat ik Juanita in mjjn testament beb toegedacht, dat blijft zoo, en daaraan is door mijn huwelijk niets veranderd geworden. Maar het is niet zooveel, dat men haar daarom rijk zou knnnen noe men. Een goede bruidsgift nu ja die toereikend is, om haar voor armoede te be waren.'1 Hjj liep eenige malen de kamer ep en neder en scheen met eene verlegenheid te strgden. Zarnow wilde zijne mededeelingen nog even binnen boaden, daar hg zag, dat Gerard hem nog iets wilde toevertrouwen. „Neem me niet kwalijk, waarde Zarnow,' begon Gerard, telkens heen en weer loopend, „dat ik als een beer in zijn hok heen en weer drentel. Wij willen over Juanits spreken, dan moet ik een weinig ternggaan en ik weet niet recht nasar de duivel bals verlegenheid tusschen tweemannen! Gij moet toch dit en dal weten, eer ge met mij te eten gaat „Maar mjjnheer Gerard, dat kan ik on mogelijk aannemen. Het gaat toch niet aan, dat ik u zoo onvoorzien „Onzin viel Gerard hem in de rede,00 komt natunrljjk bij mij te elen I Daarop heeft mijne vrouw gerekend. Waar waart ge gisterenavond zoo opeens gestoven waarom ben j'e zoo haastig heengegaan „Ik was zeer vormoeid en had te veel van mg zelf gevergd, toen ik naar den schouw burg ging." „Ja, natnnrljjkEn dan dadelijk in dat misselijke gejammer! Ik heb het tegen mjjn vroow gezegdom zoo iets uit te houden, moet men zenuwen met een schoen zool bekleed, hebben. Een enkele mooie passage is er in weet ge, daar, waar die zwarte onder die Upas haar sterfliod zingt dat door Eu hij neuriede de melodie der laatste aris van Selicas onder den boom, brak plotseling af en zeide; „Dus gij eet bij mij een lepel soep, rundvleezch, een vischje met een woord, wat de keuken oplevert gij weet, dat men bij Gerard niet slecht eet." „Ik heb daarvan van vroeger zeer aan gename herinneringen overgehouden," ant woordde Zarnow lachend. „Goed. Dat is dus afgedaan en nu kan nen wij eens verstandig met elkander praten. Gij weet, dat Cilli een zeer mooi meisje was en het zal U dos niet verwonderen, dat zij mjj zeer na aan het harte ligt. Zg nam mijn aanbod aan, en werd mijne vrouw. was er op voorbereid, dat mijne vriendon mij zouden bespotten en plagen, dat ik oude kerel nog zoo dwaas kon zijn, zo®'® jonge vrouw te troawen maar er is niets dergelijks ter oore gekomen. speciaal mijn zwager Mauvillon aangaat, die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1897 | | pagina 6